Perstribune (1)

Page 1

Perstribune u MEDIAMAGAZINE

Nr. 1

Oorlogsfotografen komen in opstand

LINDA. viert feest

Nieuw tijdperk voor journalisten

09/2013


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Inhoudsopgave

Editorial Maandenlang werden wij, televisiekijkers, voorbereid op de komst van een nieuwe late night talkshow. RTL zou met RTL Late Night de concurrentie aangaan met onder andere Pauw en Witteman. Humberto Tan was de wonderboy die het allemaal waar moest gaan maken. Zeg nou zelf, als je zo gepresenteerd wordt, dan kan het toch alleen meer tegenvallen? Inmiddels bijna een maand op de late avond en nog heeft hij niet de kijkcijfers van Pauw en Witteman. Toch vinden veel professionals het nog veel te vroeg om te spreken over een mislukking. De mensen die wel kijken zijn positief, maar of het programma de gedroomde kijkcijfers gaat halen, is de vraag. Waar we wel zeker van zijn is dat LINDA. al 10 jaar een doorslaand succes is. Waar alle andere vrouwenbladen vechten tegen teruglopende abonnees en de een na de andere opgedoekt wordt, blijft LINDA. mateloos populair. Het lijkt erop dat alles wat Linda de Mol aanraakt in goud veranderd. Maar wat is de succesformule van dit glossy maandblad? Per maand weet LINDA. meer dan één miljoen lezers te bereiken en het lijkt er niet op dat het einde van het succes bereikt is. De redactie achterhaalde het geheim van LINDA. Ebru Omar is een ander succesverhaal. Deze vrouw heeft een zeer uitgesproken mening. Een journalist die, zeker in haar columns, geen blad voor haar mond neemt. De redactie wilde weten wat de motivatie was van deze onverschrokken vrouw. Ze trekt zich niets aan van kritiek en zoekt de grenzen op. Als je haar spreekt, blijkt toch het een hele benaderbare vrouw te zijn, die graag haar verhaal doet. Er blijft niets onbesproken in het interview over haar werk. Ze vertelt hoe ze de moeilijkste personen aan het praten krijgt en legt uit waar ze haar inspiratie vandaan haalt. Ook gaat ze in op haar controversiële column. De hoofdredacteur,

Hanneke Lindenburg

pagina 2

Inhoud RTL Late Night ‘Er zijn te veel talkshows voor ons kleine kutlandje’ pagina 4

Hotter than my daughter: reality of fake? ‘Ze zetten een heel verkeerd beeld van me neer. Toen ik wilde stoppen, dreigden ze met een rechtzaak.’ pagina 8

Personal Branding voor freelancers: Kan een sterk merk je carrière als journalist een boost geven? pagina 12

Zeven interview tips pagina 17 Interview met Ebru Umar: Hoe krijgt Ebru het toch voor elkaar om elke week weer iemand te strikken voor een interview? pagina 20

Nieuwe media pagina 23 Papieren journalistiek lijkt verleden tijd, toch biedt het digitale tijdperk ook volop kansen voor journalisten pagina 24


Het tweede scherm is een nieuw fenomeen in de televisiewereld. Wat is het tweede scherm en waarom is het zo’n succes? pagina 6

De nieuwste gadgets voor mediafreaks pagina 11

pagina 3

Colofon Hoofdredacteur Hanneke Lindenburg Eindredactie Koen Kobes Kathie Mollema Beeldredactie Elsemieke Wormhoudt Webredactie Maaike Schaap Sabine van der Spoel

Redactie Kirsten Ronda; Fotojournalistiek onder vuur: ‘Uiteindelijk verscheurde ik het contract met Janet Oortwijn mijn agentschap’

pagina 14

Samen koekjes bakken of samen spelen met de koeien in de wei: waarom kijken we graag naar deze programma’s op televisie? pagina 18

Vormgeving Bastiaan Sietsema Desi Ridder Begeleidend docent Stan de Jong

Wat is de succesformule van LINDA.? pagina 26

Voor meer interviews, achtergrondverhalen en informatie ga naar www.omnizine.nl


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Achtergrond pagina 4

De moeizame start van R De hele zomer was RTL druk bezig met de promotie van hun nieuwe kindje: RTL Late Night. Het moest het nieuwe kijkcijferkanon van RTL4 worden, Humberto Tan zou niet meer weg te denken zijn met z’n presenteerkunsten, Pauw & Witteman moest zonder pardon worden verslagen en in hun hoofd hadden ze de televizierring al om hun vinger. RTL Late Night zou binnen no time dè talkshow van Nederland worden.

W

e hebben veel verschillende soorten talkshows in Nederland, maar toch lijken ze eigenlijk allemaal op elkaar: één of twee presentatoren aan een tafel samen met hun gasten. Hoe gaat Late Night een eigen plekje veroveren in de talkshowwereld en zich onderscheiden van Pauw & Witteman, de talkshow waar iedereen inmiddels gewend aan is en dagelijks 200.000 à 300.000 kijkers meer heeft? Volgens TV-kenner Bert van der Veer zijn er teveel talkshows in Nederland. “Er zijn veel talkshows voor ons kleine kutlandje”, begint hij. “Met altijd maar dezelfde voorspelbare gasten, dat is het gevaar dat de talkshows bedreigt.”

Door Desi Ridder praatje voor z’n show te houden. Eerst rond kwart over zeven in RTL Boulevard en vervolgens is hij later op de avond ook nog verschillende keren live voor het Amsterdam American Hotel te zien.

Concurrent

Dat de kijkcijfers van de talkshow nog lang niet is wat het zijn moet, is inmiddels wel duidelijk. Maar aan de promotie van RTL liggen de teleurstellende kijkcijfers zeker niet. “De promotie van RTL was goed”, vindt Van der Veer. “Meer dan ze deden konden ze niet doen.” Shohaus is van mening dat RTL het groot heeft aangepakt, misschien wel iets tè groot. “Niemand wist eigenlijk precies wat je nou moest verwachten van Late Night. Zo was ik echt verbaasd dat het zo’n serieus Format programma is, ik had verwacht dat ze meer Het format van Late Night lijkt precies shownieuws zouden brengen.” op alle andere talkshows. Maar ja, dat is Volgens Schohaus heeft Late Night zich te nou gewoon eenmaal het format van een erg gepresenteerd als de concurrent van talkshow. Birte Schohaus, promovendus Televisiejournalistiek aan de Rijksuniversi- Pauw & Witteman. “Ik denk dat RTL zich een beetje heeft verkeken op Pauw & Witteit Groningen, vindt het format van Late Night niet erg vernieuwend. “Late Night is teman. Dat is natuurlijk een heel goed beeen klassieke talkshow met één presentator keken programma en daar win je het niet aan een grote ronde tafel. Er schuiven ver- zomaar van. Maar ik denk dat het überschillende mensen aan met wie hij dan één haupt lastig is op dat tijdstip. Als RTL nou voor één praat, niks nieuws dus. Daarnaast van te voren had gezegd: ‘Het is een nieuw programma en we kijken hoe het gaat’, is de hele setting erg klassiek en niet echt dan was het nu misschien een succes.” heel bijzonder.” Van der Veer is het hier helemaal mee eens. “Het format is nou eenmaal wat een late night talkshow in Nederland is: gasten die worden uitgenodigd op basis van de actualiteit van de dag. Late Night plaatst zich vanzelfsprekend in een traditie die door Barend & Van Dorp is neergezet.” Al geruime tijd voordat Late Night begon, konden we niet meer om Humberto Tan en zijn nieuwe programma heen. Hij werd door bijna alle grote bladen van Nederland Met koppen als: ‘Kijkcijfers RTL Late geïnterviewd, was dagelijks te zien met zijn Night zakken verder weg’, ‘Humberto Tan promofilmpje en was te gast in verschilnoteert laagterecord met RTL Late Night’ lende (talk)shows waar hij honderduit over en ‘RTL Late Night opent week drie onder zijn nieuwe programma mocht vertellen. half miljoen’ is het dieptepunt volgens Zelfs nu het programma al een kleine verschillende nieuwssites bereikt. Onmaand op televisie is, krijgt Humberto Tan danks dat de hele media over Humberto’s iedere werkdag weer de kans een promoteleurstellende kijkcijfers lijkt te vallen, is

‘Het is een beetje wisselvallig qua kijkcijfers, maar over het algemeen is het helemaal niet slecht’

hij zelf niet ontevreden. Zo vertelde hij afgelopen week op Radio 538: ‘We zitten nu in onze derde week. Het is een beetje wisselvallig qua kijkcijfers, maar over het algemeen is het helemaal niet slecht. Los van die cijfers vind ik het erg leuk om te doen. Het is elke avond weer kijken wat voor taart het wordt. Welke gasten heb je en wordt het goed? Ik vind het wel spannend!’ Volgens Schohaus is de grote verwachting van RTL de reden van de lage kijkcijfers. “Die was niet helemaal juist, door te doen of het meteen een enorm succes wordt. Dat is wel erg gedurfd en ik denk dat de kijkers ook eerst even de kat uit de boom wilden kijken. Wel denk ik dat de kijkcijfers beter kunnen worden hoor.” Deze mening deelt Van der Veer ook. “Ik vind de kijkcijfers tot nu toe bemoedigend. De droom zal vast zijn: structureel boven de miljoen, maar dat is voorlopig onhaalbaar en hoewel het gemiddelde misschien nog wat aan de lage kant is zijn er uitschieters geweest.” Wat Van der Veer even over het hoofd ziet, is dat de uitschieters die er geweest zijn, meestal na The Voice Of Holland zijn. Een van de best bekeken programma’s van RTL.

Gasten Hoewel Late Night elke dag weer in spanning afwacht of de kijkcijfers omhoog schieten, was het ook een beetje zoeken naar de gasten. Zo zaten er voornamelijk meerdere gasten aan tafel, maar is er ook al een uitzending geweest waar het helemaal anders ging. Namelijk niet vier of vijf gasten, maar één. Niemand minder dan Johan Cruyf schoof aan. Maar helaas, ook dit mocht niet baten. Er keken, helaas voor Humberto Tan, 501.00 mensen naar de uitzending, niet veel meer kijkers dan gewoon dus. Volgens Van der Veer lijkt Late Night inmiddels de richting te hebben gevonden. “In het begin was het een beetje zoeken naar de gasten, maar het lijkt erop dat ze nu weten wat ze willen: veel showbusiness


pagina 5

RTL Late Night afgewisseld met human interest. Je kunt je verhaal doen en je bemoeien met andere onderwerpen.” Ook vindt hij dat Late Night zich, veel meer dan Pauw & Witteman, stort op grote kwesties als Syrië of de crisis op de woningmarkt. “

‘Ik zou met alle plezier ingaan op een uitnodiging van Late Night’ Zelf zou hij met genoegen in de talkshow verschijnen. Het is alleen de vraag of Late Night op hem zit te wachten want iedereen weet dat Van der Veer niet de makkelijkste gast is. “Ik zou met alle plezier ingaan op een uitnodiging van Late Night, ik maak me alleen grote zorgen of ik een goede parkeerplaats rond het Leidseplein kan vinden.” In tegenstelling tot Van der Veer maakt Schohaus zich niet druk om een parkeerplekje bij het Leidseplein. Zij vindt juist dat Late Night de concurrentie moet aangaan met andere late talkshows. “Ik kan me zo voorstellen dat er politici zijn die niet bij de publieke omroep willen zitten of mensen zijn die niet bij Pauw & Witteman willen aanschuiven. Daar moet Late Night gebruik van maken. Ze moeten mensen voor zijn en slim zijn in hun onderhandelingen, zodat ze bepaalde mensen weten te strikken. Als Late Night gasten aan tafel heeft die nergens anders komen gaan kijkers er over praten. ‘Heb jij die en die bij Late Night gezien?’ Ze moeten gasten aan tafel krijgen die de volgende dag de krant halen. Of het nou een nieuwsgebeurtenis is of dat ze een leuke onthulling hebben, mensen moeten er over gaan praten.”

Goede presentator Ondanks dat er vooral negatieve berichten over Late Night zijn verschenen laten Humberto’s fans hem niet in de steek. Zo uiten de kijkers zich erg positief op social media en vinden ze dat hij het leuk doet. Op Twitter vinden de kijkers Humberto Tan ‘minder slaapverwekkend dan Pauw & Witteman’, ‘een erg goede presentator’, ‘heel gezellig’ en niet helemaal onbelangrijk, de vrouwen vinden hem vooral ‘zeer aantrekkelijk’. Ook Schohaus vindt dat Humberto Tan het als presentator erg goed doet, maar volgens haar is het zit zijn reputatie die hem nog tegen. “Mensen denken snel, oh hij is een sportpresentator en een reclamemannetje, terwijl hij het nu best

Foto: RTL Late Night

goed doet. Ik vind hem ook echt geschikt voor een talkshow en ik hoop dat hij de tijd krijgt om zichzelf te bewijzen.” Van der Veer vindt dat Humberto Tan het nog iets te netjes doet. “Hij is een bekwaam journalist, een enthousiast en sympathiek

mens. Maar ik zou zijn scherpe kantjes wel wat meer willen zien. Het is mij iets te netjes allemaal.” Ondanks alle positieve en negatieve geluiden zou het een gigantische stunt zijn als RTL Late Night er echt met de televizierring vandoor gaat.


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Informatief pagina 6

De succesvolle opkom Het is een ontwikkeling naar weer iets nie Veel programma’s op de televisie maken er inmiddels gebruik van: het tweede scherm. Een applicatie die tv-kijkers de gelegenheid geeft mee te doen aan een tv-programma. Echt veel is er over dit fenomeen niet bekend. Dit was voor studente Sophie Hilhorst (23) voldoende aanleiding om er een onderzoek aan te wijden. Door Bastiaan Sietsema

“V

ond je het leuk?”, vraagt EO-presentator Tijs van den Brink in het praatprogramma Knevel en van den Brink aan tafelgast Jan Smit. De Volendamse zanger komt praten over de hoofdrol die hij vertolkt in de film ‘Het Bombardement’. “Ja, super leuk”, zegt Smit. “Het zou vaker mogen, ik heb ervan genoten.” Van den Brinks collega, Andries Knevel, haakt daar op in. “55% van de de mensen die nu reageert via het tweede scherm vindt dat jij moet blijven zingen en niet moet gaan acteren”, stelt Knevel. “Ik word een beetje moe van dat tweede scherm”, zegt één van de andere tafelgasten, Johan Derksen, aansluitend daarop. “Hoeveel mensen van het tweede scherm zouden vinden dat die twee presentatoren vervangen moeten worden?”, aldus de voetbalanalyticus. Lekker op de bank zitten naar de tv kijken met een zak chips naast je en nergens over nadenken lijkt verleden tijd, want zelfs tijdens een ontspannen bezigheid als televisiekijken word je aan het werk gezet. Alhoewel die laatste bewering overdreven is, staat de tijd in de tv-wereld absoluut niet stil. Kijkers worden tegenwoordig intensief betrokken bij wat zich in de studio afspeelt.

De introductie van het tweede scherm lijkt een doorslaand succes te zijn. Foto: Google

Betrokkenheid Voor de HBO-opleiding Media en Entertainment Management maakte Hilhorst een ruim honderd pagina’s tellende scriptie, waarin ze de vraag wilde beantwoorden ‘op welke manieren een programmamaker het tweede scherm kan inzetten, om het kijkgedrag te bevorderen?’ Om na te gaan waarom programmamakers en tv-producenten anno 2013 veel en gretig gebruikmaken van het tweede scherm, is het van belang om het begrip eens te verduidelijken. Wat is het precies? Zoals de naam al doet vermoeden kan de kijker van een tv-programma, naast het eerste scherm (tv toestel), een tweede scherm opstarten.

Bijvoorbeeld via een tablet, smartphone of een laptop. Er is een duidelijke koppeling tussen beide schermen en de kijker wordt actief bij het programma betrokken. Degene achter de beeldbuis bevindt zich eigenlijk in de studio waar het programma wordt opgenomen.

Sociale media-effect Steeds meer Nederlanders zijn in het bezit van een tablet, smartphone of laptop. Deze handige apparaten zijn uitermate geschikt om programma’s terug te kijken, fragmenten terug te luisteren of om films op te

kijken. In tegenstelling tot een grotere PC, lenen deze apparaten zich ook uitstekend om interactief deel te nemen aan televisieprogramma’s. Hier is fanatiek op ingesprongen door programmamakers. “De kijker vindt het fijn om er over te praten wat hij heeft gezien; dat is een beetje het sociale media-effect. Dit effect kan geïntegreerd worden in het tweede scherm”, zegt Sophie Hilhorst, die er veel onderzoek naar deed voor haar scriptie. “De dingen die vroeger belangrijk waren voor sociale media hebben meegespeeld om het tweede scherm tot een succes te maken.”


pagina 7

m st van het tweede scherm uws’

Het doel van het tweede scherm is niet zo moeilijk te achterhalen: de interactie tussen de kijker en een uitgezonden tv-programma wordt op deze manier mogelijk gemaakt. Maar ook onderling kunnen kijkers tijdens een uitzending met elkaar communiceren als zij gebruikmaken social media als Facebook en/of Twitter. Er wordt ze een vraag gesteld, een stelling voorgelegd of de mogelijkheid geboden om hun stem uit te brengen, afhankelijk van het type programma waar het tweede scherm voor dient. Volgens Hilhorst moet echter niet iedere zender lukraak beginnen aan het tweede scherm om meer kijkers aan zich te binden. “Niet iedere zender moet er direct maar aan meewerken. Je moet per programma heel goed kijken: past het bij het programma? Hoe moet ik het inzetten? Wordt mijn programma er beter van ja of nee? Maar ik ben er wel positief over en zie het ook als goede ontwikkeling in de digitale media.” Het tweede scherm biedt volgens Hilhorst dan ook een grote meerwaarde. “De kijker kan nu meerdere prikkels krijgen. Het is meer dan alleen maar staren naar het televisiescherm. Via Whatsapp, Facebook en het bezoeken van een website zijn er ook veel meer prikkels beschikbaar. Het tweede scherm kan die prikkels wat indammen, maar wel zó dat je nog steeds gefocust blijft op het programma of de neveneffecten van het programma. De kijker kan tegenwoordig iets meer afgeleid zijn, juist omdat er veel meer beschikbaar is. Maar dat je door middel van het tweede scherm die afleiding toch bij het eerste scherm houdt en dat je op deze wijze ook de zendtijd verbreedt, is het belangrijkste van het tweede scherm”, aldus Hilhorst. Dat het tweede scherm als succes kan worden beschouwd, was duidelijk te zien aan de spelshow Weet Ik Veel, in het voorjaar uitgezonden op RTL 4. De tweede aflevering van de quiz, gepresenteerd door Linda de Mol, werd in maart van dit jaar massaal meegespeeld door fanatiekelingen die het vanuit de huiskamer opnamen tegen driehonderd hoogopgeleide studenten en drie bekende Nederlanders die zich in de studio bevonden. Vanaf een speci-

aal ontwikkelde app was het voor kijkers mogelijk om deel te nemen aan de quiz. Op de avond van 16 maart liep het aantal aanmeldingen via de app op tot maar liefst 293.000 gebruikers. Nog nooit zijn dat er bij een dergelijke spelshow zo veel geweest.

Ontwikkeling Hoe ziet de toekomst van het tweede scherm er uit? Is dit fenomeen, dat nog niet zo heel lang bestaat, een blijvertje of slechts een trend die enkele jaren duurt en op termijn vervangen gaat worden door iets nieuws? Voorspellingen doen is lastig, maar Hilhorst denkt wél dat een nieuw product nog meer teweeg kan brengen. “Het tweede scherm hoeft niet per se een trend te zijn, maar ik zie het meer als een ontwikkeling naar weer iets nieuws”, legt zij uit. “Het kan zijn dat ze morgen een nieuw soort tablet uitvinden of dat er een nieuw product op de markt komt. Dat heb je natuurlijk niet in de hand. Er kan zomaar iets anders komen, waar weer heel anders op wordt ingespeeld.”

‘Nu hoef ik niet steeds meer met pen en papier mee te schrijven’ Voor haar scriptieonderzoek interviewde Hilhorst twaalf deskundige personen uit de mediawereld. Deze interviews heeft zij naar eigen als ‘interessant ervaren’. Maar hoe is haar eigen ervaring met het tweede scherm? Kijkt ze na het diepgaande onderzoek anders tegen het tweede scherm aan dan voorheen? “Bij Weet Ik Veel is het sowieso heel fijn om mee te spelen, want nu hoef ik dan niet steeds meer met pen en papier

Of het een lang leven beschoren is, valt dus nog te bezien. “Het draagt sowieso bij aan nieuwe ontwikkelingen, maar ik zeg niet dat we over twintig jaar nog steeds het tweede scherm kunnen opstarten. Het is een nieuwe ontwikkeling in de digitale media, maar het hoeft niet zo te zijn dat dit ‘het nieuwe ding’ gaat worden. Of het tweede scherm er voor altijd zal blijven of dat er uiteindelijk toch één groot eerste scherm komt, is nog niet duidelijk. Het zou beide kunnen, maar het is wel een aanloop naar het laatste toe”, zo verwacht Hilhorst.

mee te schrijven. Bij Wie Is De Mol?

Ondanks dat Johan Derksen zich er aan stoort en applicaties ontwikkelen om het tweede scherm mogelijk te maken geld kost, lijkt de ontwikkeling in de digitale wereld niet te stoppen. Het idee van het tweede scherm lijkt zijn vruchten af te werpen en kan voor zowel programmamakers als tv-kijkend Nederland een waardevolle toevoeging betekenen.

onderzocht dat zo’n app doorde-

speelde ik daarnaast ook vaak mee, omdat ik dat gewoon een heel leuk programma vond en daardoor dus ook leuk om het mee te spelen”, zo legt Hilhorst uit. “Bij spelshows speel ik sowieso eerder mee via het tweede scherm. Bij een programma als Nieuwsuur gebruik ik het dan weer niet zo snel. Ook bij The Voice Of Holland heb ik het tweede scherm niet zo heel veel gebruikt. Ik heb wel weeks goed werkt als je er goed actief mee bent, maar zelf gebruik ik dat minder. Persoonlijk vind ik het fijner om gewoon tijdens een quiz een app als hulpmiddel te gebruiken”, aldus Hilhorst over haar eigen ervaringen met het tweede scherm.


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Achtergrond

‘Door de ontkleuringsmiddelen die de kapper in mijn haar gooide, brak het een paar weken later tot de nek toe af’, zegt Erwina Hisza, deelneemster Hotter Than My Daughter.

pagina 8


pagina 9

Hotter Than My Daughter: reality of fake? ‘Ze probeerden me neer te zetten als een slet’

Een kijkje in het leven van iemand anders, dat is wat een realityshow biedt. Het ontbreken van een script en acteurs maakt een dergelijk programma levensecht. Erwina Hizsa (47) uit het Groningse Appingedam weet inmiddels wel beter en geeft een kijkje achter de schermen van Hotter Than My Daughter. “Ze dreigden met een boete van 130.000 euro toen ik weigerde om nog langer mee te werken.”

Door Kirsten Ronda

“O

p een barbecue van mijn familie droeg ik een keer een heel kort broekje omdat het 32 graden was. Dit broekje heb ik normaal nooit aan. De mensen van Hotter Than My Daughter wilden echter dat ik het aantrok en dat ik deed alsof ik er altijd zo bijliep. Ik voelde me er helemaal niet lekker bij. Dit was ik niet. Ze probeerden me neer te zetten als een slet. Ik ben gezellig, een ouwehoer en zo gek als een deur, maar ik ben geen slet.Van tevoren leek het allemaal heel anders. Nadat mijn dochter me had opgegeven voor het programma, kwamen er twee vrouwen langs voor een gesprekje. ‘Dit is eigenlijk helemaal niet zo erg’, zeiden ze over mijn kleren. ‘Maar u slaagt erin supersexy en vrouwelijk gekleed te gaan zonder ordinair te zijn. En dat is eens iets anders dan normaal.’ Ze haalden me over om mee te doen, het leek me best een leuke ervaring. Later kwam er een cameraploeg, maar die had een heel andere mening. Deze mensen wilden actie en sensatie.

‘Ik moest een kort broekje aantrekken dat ik normaal nooit droeg’ Achter de camera stond een mevrouw die me plaagde en reacties probeerde uit te lokken. Je wordt zo geleefd. Je staat urenlang voor een camera en dat ben je niet gewend. Je verkeert in een soort roes. En de vriendin die erbij was, zag het gewoon gebeuren. Op den duur ga je voor de bijl.

Dat gebeurt iedereen. Mijn vriendin ging in tranen naar huis. Ze was woedend. ‘Wat ze Erwina nu toch aandoen!’ zei ze. ‘Ze zetten een heel verkeerd beeld van haar neer!’ In één scène gingen we naar de pizzeria, omdat ik daar heel vaak met mijn vriendin naar toe ga. Normaal gesproken zitten we alleen aan tafel, maar dit vond de cameraploeg niet interessant genoeg. Daarom trokken ze mensen bij de andere tafels vandaan om bij ons te komen zitten. Eén jongen werd uit de keuken gehaald en gevraagd of hij met me wilde flirten. Maar wat ik nog het meest irritant vond, was dat een goede vriend van mij er ook met zijn kinderen was en gevraagd werd of hij hoofdschuddend naar me wilde wijzen. ‘Sorry, Erwina’, zei hij later. ‘Maar ze waren zo dwingend.’ ’s Middags gingen we naar Boozers, de discotheek waar ik normaal heen ga. Als ik ga stappen, draag ik altijd een colbertje, maar dat mocht nu niet. De mensen met wie ik gewoonlijk optrek, waren er niet, er waren alleen sensatiezoekers. Heel Delfzijl en Appingedam wisten namelijk dat ik op televisie kwam. Ik houd van flirten, maar zoek nooit mannen op om mee te gaan dansen. Nu moest het wel. Het lag er allemaal wel erg dik bovenop. En mijn dochter moest haar hoofd schudden en me beledigen. Na de eerste opnamedag stortte ik in. Ik kon alleen maar huilen en overgeven. Ik wilde niet neergezet worden als een slet, ik heb kinderen en werk in het ziekenhuis. De volgende ochtend zou ik een afspraak hebben met Gordon, maar ik heb gebeld en gezegd dat ik niet meer meedeed. Toen zei de mevrouw aan de telefoon: ‘Je hebt een contract getekend. Je moet meedoen.’

Toen ik weigerde, zei ze: ‘Dan krijg je een boete van 130.000 euro.’ En ik was zó kwaad. Ik zei: ‘Oké, dan ga ik wel drie jaar lenen bij de bank! Ik doe niet meer mee.’ Ze dreigden met een rechtzaak. Ze hebben me die dag wel tien keer gebeld. Uiteindelijk kwamen ze me toch een beetje tegemoet. De scènes met het korte broekje zouden worden geschrapt. Maar de beledigingen van mijn dochter moesten wel blijven, want die hoorden bij het programma.

‘Na de eerste opnamedag kon ik alleen maar huilen en overgeven’ Ik ben toch blijven meewerken. Dat kwam vooral door de dreiging van die boete, maar ook omdat ze me toch een beetje mijn zin gaven. Een paar dagen later ging ik naar de Zwaluwhoeve voor een afspraak met Gordon. Hij was ook een ouwehoer, dus we hadden een goede klik. In alle interviews was ik wel eerlijk, dus die waren echt. Maar wat we zeiden toen ik mijn outfit liet zien, was wel van tevoren afgesproken. Dit gesprek was dus helemaal niet spontaan, maar de grappen weer wel. Gordon zei tegen de cameraploeg dat hij wat heftigers wilde zien, maar er kwam meteen iemand naar hem toe die zei: ‘Nee, nee, dat kan niet, dat ligt allemaal heel gevoelig.’ Die dag vond ik erg leuk. Aan het einde van het programma is er altijd het moment van de waarheid. De deelneemster zou dan voor het eerst haar >>


Perstribune MEDIAMAGAZINE

>> metamorfose zien. Dat is niet waar. We zijn eerder al een middag naar Amsterdam geweest om kleren te kopen. Ik had de kleren die ik na de metamorfose aanhad al lang gezien. En ik vond ze afschuwelijk. Maar zij zochten de kleren voor me uit, ik had geen inspraak. Ik heb genoeg leuke kleren gezien, maar die mocht ik niet aan. In plaats daarvan kreeg ik een stijve rok die tot mijn borsten kwam en een bruin jasje. Ik leek wel twintig jaar ouder. En daar was hij dan: de finaledag. We gingen naar een pand in Amsterdam waar Gordon ons confronteerde met de reacties van mensen op straat op een foto van mij. Op die foto droeg ik een gatenlegging die ik al zes jaar niet meer aan had gehad, maar die moest ik aan van de cameraploeg. Ik vraag me wel af hoeveel er echt was van wat die mensen zeiden. Misschien is hen dat ook wel allemaal ingefluisterd. Daarna was het tijd voor de metamorfose. De kapper wilde dat mijn haar lichter werd en gooide volgens mij wel iets van acht potjes ontkleuring door mijn haar. Er waren geen spiegels, dus mijn make-up en haar waren wel een verrassing toen ik mezelf eindelijk mocht zien. En ik vond het allemaal lelijk. Ik zag er veel ouder uit. Dat heb ik ook gezegd, maar alle negatieve opmerkingen hebben ze eruit geknipt. Mijn dochter vond ik wel heel mooi. Aan het einde barstten we in tranen uit. Het programma deed het overkomen alsof het tranen van vreugde waren, maar dat was niet zo. Het was gewoon

Interview pagina 10

de ontlading. Het was wel een verrassing toen ik mezelf eindelijk mocht zien. En ik vond het allemaal lelijk. Ik zag er veel ouder uit. Dat heb ik ook gezegd, maar alle negatieve opmerkingen hebben ze eruit geknipt. Mijn dochter vond ik wel heel mooi. Aan het einde barstten we in tranen uit. Het programma deed het overkomen alsof het tranen van vreugde waren, maar dat was niet zo. Het was gewoon de ontlading.

tot april. Ik was heel onzeker. Hoe zou ik overkomen en wat zouden mensen van me denken? De dagen voor de aflevering was ik heel chagrijnig en prikten de tranen achter mijn ogen. De uitzending wilde ik in mijn eentje bekijken. Maar ik was toch tevreden met het resultaat. Ze hebben me helemaal niet zo raar neergezet; ze hebben inderdaad het korte rokje geschrapt. Natuurlijk was er veel geacteerd en lag het er dik bovenop, maar ik was toch wel voor het grootste gedeelte mezelf gebleven. Daar heb ik ook voor gevochten.

‘Negatieve opmerkingen over mijn metamorfose zijn uit de aflevering geknipt’

Ik ben wel erg veranderd door het programma. Niet mijn stijl, zoals de programmamakers wilden, maar van binnen. Ik ben erg met mezelf geconfronteerd en heb meer zelfrespect gekregen. Ik weet niet precies hoe, maar het programma heeft me mijn moederlijke kant helpen vinden. Ik kan mezelf beter uiten en kan nu beter laten zien dat ik van mijn kinderen houd. Mijn deelname aan het programma is heel heftig geweest, maar achteraf ben ik blij dat ik het heb gedaan.

Een paar weken later brak mijn haar af bij mijn nek. Dat kwam door het ontkleuringsmiddel. Dat vond ik echt heel erg. ‘De schoonheid moet je binnenin zoeken, niet in je haar’, werd er tegen me gezegd. Maar ik dacht toen alleen maar: ‘Fuck you!’ Gelukkig is het nu weer wat langer en ben ik eraan gewend. Maar het heeft echt een half jaar geduurd tot ik het kon accepteren. Na de opnames was ik heel bang voor wat er op televisie zou komen. Ze laten je niets zien, ik moest net als iedereen wachten op de uitzending. De vier opnamedagen waren in oktober, maar ik moest wachten

Erwina: ‘Ik vond mijn nieuwe look echt afschuwelijk. Ik zag er twintig jaar ouder uit.’

Ik heb veel positieve reacties gekregen. Je verwacht het misschien niet van zo’n programma, maar ik word vaak op straat herkend, laatst zelfs nog in Tilburg. Het kan echter ook anders. Ik heb gehoord dat een andere deelneemster de straat niet meer op durft. Ik ben er dan misschien beter uitgekomen, maar Hotter Than My Daughter is wel een programma dat je kapot kan maken.”


pagina 11

Welke nieuwe technische snufjes zijn handig voor de mediafreaks? Tijdens de IFA technologiebeurs in Berlijn konden de gadgetverslaafden weer flink smullen. Zo lanceerde Apple twee nieuwe modellen van de iPhone en kwam ook Sony met nieuwe producten de hoek om. Sony Qx100 Foto: Google

Door Janet Oortwijn

A

pple kwam aanzetten met een goedkoper model van de iPhone 5, de iPhone 5C. Deze telefoon heeft een behuizing van kunststof, dit in tegenstelling tot de andere iPhone types die zich hullen in een glazen behuizing. Laat je hem dus een keer vallen, dan ligt hij niet meteen in duigen. De iPhone 5C komt beschikbaar in verschillende kleuren. Modellen zoals geel, rood, blauw, groen en wit werden getoond door Apple tijdens de technologiebeurs. De covers kunnen nog gewisseld worden van kleur. De iPhone 5C heeft een 4 inch retina beeldscherm. Aan zowel de voorkant als de achterkant van de telefoon vinden we een camera. De camera aan de achterzijde van de telefoon heeft een 8 megapixel camera. Bovendien beschikt het apparaat over LTE. Dit houdt in dat de telefoon ook via 4G LTE werkt op de netwerken in Nederland van T-Mobile, KPN en Vodafone. De iPhone 5C gaat ongeveer 549 euro voor het 16GB toestel kosten en voor het 32GB model betaal je rond de 649 euro.

sensor die maar liefst 15% groter is dan die van de iPhone 5. De iPhone 5S zou onder slechte lichtomstandigheden betere foto’s maken door de lichtgevoeligere lens en de grotere sensor. De camera kan tot 10 foto’s per seconde nemen en is dus sneller. In de home button van het toestel is een vingerafdrukscanner ingebouwd. Voor het doen van aankopen in de iTunes store of om de telefoon te ontgrendelen kan de vingerafdrukscanner gebruikt worden. Volgens Apple wordt de vingerafdruk versleuteld en lokaal op het toestel opgeslagen zonder dat derden er toegang tot hebben. De prijs van het toestel is ongeveer gelijk aan de prijzen van de iPhone 5. Voor de 16GB versie betaal je dan ongeveer 670 euro, voor het 32GB model wordt een prijs verwacht van ongeveer 770 euro. Voor de 64GB variant betaal je dan ongeveer 870 euro.

Sony komt met de speciale smartphone camera’s waarvan twee modellen op de markt zijn gebracht. De Cybershot Qx10 en de Qx100. Het fotograferen met een smartphone wordt op deze manier naar een hoger plan getild. De nieuwe smartphone camera’s werken niet alleen met de Sony toestellen maar vrijwel met ieder toestel dat een Android of iOS bestuursysteem kent. De Sony Wifi camera’s zijn simpel gezegd camera’s zonder beeldscherm. Bij gebruik van de Sony PlayMemories Mobile app kunnen de camera’s via een Wifi verbinding een smartphone als zoeker gebruiken. Op het scherm van het mobiele toestel kan je de camera’s bedienen, gemaakte foto’s delen en de instellingen aanpassen. Het is niet nodig om de Qx-camera en het toestel met elkaar te verbinden. Bij de Qx10 krijg je een 18,2 megapixel camera voor een prijs van 200 euro. De Qx100 variant kost wat meer, de prijs ligt rond de 450 euro. Dat is een stuk duurder maar dan hangt er ook een 20 megapixel camera aan je telefoon.

iPhone 5S Foto: Google

Sony Qx10 Foto: Google

iPhone 5C Foto: Google

De iPhone 5S is inmiddels ook op de markt gezet door Apple. Het toestel zal verschijnen in drie kleuren: Wit, goud en zilver. Het model is gemaakt van aluminium. Op het eerste gezicht lijkt het toestel precies hetzelfde als de iPhone 5. Als we Apple moeten geloven, dan kan het nieuwe toestel op één acculading 10 uur 3G spraaktijd of 10 uur LTE browsing (4G) mogelijk maken. Tot 40 uur muziek luisteren zou moeten lukken. De camera van het nieuwe Apple toestel heeft een


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Informatief pagina 12

Eigen merk maakt freela Er is crisis in de journalistiek. Steeds meer journalisten werken als freelancer omdat ze geen vaste baan vinden. En de markt wordt alleen maar krapper omdat er nog steeds jaarlijks journalisten van de school van journalistiek komen. Wat kan een freelancer doen als hij ’s nachts zwetend wakker wordt van de vraag ‘En wat nu?’ Dan ga je werken aan je personal brand. Door Hanneke Lindenburg

D

e term ‘personal branding’ is voor het eerst gebruikt door Tom Peters in zijn artikel ‘The Brand Called You’ in het magazine Fast Company in 1997. Het idee achter dit fenomeen is dat iedereen iets unieks bezit dat je kan gebruiken om een merk van jezelf te maken. Door het ontwikkelen van je ‘eigen merk’ heb je de mogelijkheid je te onderscheiden van andere potentiële werknemers. Dit is extra belangrijk in de huidige economisch moeilijke tijden, omdat er minder banen zijn en er meer mensen werk zoeken. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Hoe wordt u een sterk merk?’ van Astrid Boelen.

“Bij een personal brand leg je een vergrootglas op de eigenschappen die je toch al hebt. Je moet kijken naar wat je uniek maakt en dat uitlichten”, zegt Chris Potter, oprichtster van Bureau Beaufort. Zij verzorgt cursussen voor mensen die willen

Een personal brand zorgt ervoor dat je opvalt tussen andere potentiele werknemers.

werken aan hun eigen merk. Volgens haar doen mensen tegenwoordig liever zaken met de persoon achter een bedrijf. “Opdrachtgevers willen niet meer alleen je cv zien, ze zijn vooral benieuwd naar je website en een portretfoto, om te kijken met wie ze te maken hebben”, zegt Potter. Zorg dat je opvalt Hard werken, passie en talent waren lange tijd de formule tot succes, maar tegenwoordig is dat onvoldoende. De enorme toename aan freelancers noodzaakt tot het vinden van een manier om op te vallen. Met een goed opgezet eigen merk kun je ervoor zorgen dat je boven het maaiveld uitsteekt. “Een personal brand is heel belangrijk voor een freelancer. Om aan werk te komen heb je een uitgebreid netwerk nodig in de media. Zo’n groep mensen moet weten waar je goed in bent, want zo kom je aan de juiste klussen”, zegt Alexander Pleijter, Lector Journalistiek & Innovatie Fontys Hogeschool. Je personal brand weerspiegelt wie je bent volgens Caroline Freriks. Zij is zelf freelance journalist en heeft een cursus personal branding gevolgd bij Chris Potter.

“Je brand is wat je bent, dat is niet iets van buiten af. Het gebeurt al zonder dat je er erg in hebt. Je moet je beseffen dat wat je doet bijdraagt aan het beeld dat anderen van je hebben, dat is je merk.” zegt Freriks. “Wat je neerzet is een reflectie van je werk, wat je graag wilt doen, wat je leuk vindt en er moet een markt voor zijn.”

Verkoop je specialisatie Het lijkt erop dat specialisatie en branding hetzelfde zijn, maar er is wel degelijk verschil. Als je jezelf gaat specialiseren dan kies je een niche terwijl je personal brand er voor zorgt dat mensen weten wat je niche is. Brandingspecialist Potter geeft een voorbeeld: “Stel je wilt culinair journalist worden. Je houdt van eten, over eten schrijven en je wilt niets liever doen dan dat. Om dat te bereiken ga je jezelf verkopen als culinair journalist, het is namelijk de bedoeling dat anderen je ook zo gaan zien”, aldus Potter. “Jij kan zelf wel roepen dat je een specialist bent, maar als niemand die kant van je kent ga je daar nooit werk in vinden”.


pagina 13

ncer sterk Gebruik social media

Foto: Google

Vind je eigen brand Het is duidelijk dat, als je het goed doet, je veel baat kan hebben bij het ontwikkelen van een eigen merk. Maar hoe doe je dat? Een van de manieren is een cursus volgen, zoals bijvoorbeeld Chris Potter ze aanbiedt. Tijdens zo’n cursus leren mensen zichzelf op een originele manier neer te zetten. Freelancer Freriks kwam er tijdens de cursus achter wat haar merk was en hoe ze hier het beste gebruik van kon maken. “Vroeger had je alleen je visitekaartje, nu wordt er van je verwacht dat je je presenteert op social media. Daar kun je in deze tijd niet omheen. Je moet goed nadenken over wat je blogt en wat je op je bedrijfswebsite zet, want wat je uitdraagt dat is je merk. ” Volgens Chris Potter ben je veel tijd kwijt aan vormen van je eigen merk. “Je bent namelijk nooit klaar met het neerzetten van je merk. Je moet altijd aan jezelf en je eigenschappen blijven schaven en ze beter maken. Als je aan je merk wilt werken moet je alles in je leven aanpakken om het te promoten.”

Social media zijn bijna onmisbaar als het om personal branding gaat. Het is de goedkoopste manier om een potentieel miljoenenpubliek te bereiken, hier liggen veel kansen voor freelancers. Brandingspecialist Potter ziet social media als een opstap voor journalisten. “Stel je voor: je bent beginnend journalist en je schrijft een geweldig verhaal over Syrië. Je tweet het verhaal en krijgt veel retweets waardoor nog meer mensen het te zien krijgen. Dan leren mensen in korte tijd je naam en je merk kennen”, zegt Potter. ”Mensen zien je als volwaardig expert en journalist, terwijl je net begonnen bent. Andere opdrachtgevers kunnen je vinden door de bekendheid en huren je in om je expertise.” Freriks ziet ook kansen voor freelancers die actief zijn met hun personal brand. “Opdrachtgevers komen eerder bij jou terecht omdat je goed te vinden bent. Een merk is niets meer dan een expertise, een bepaalde stijl, onderwerp of markt, die je wilt verkopen. Opdrachtgevers zullen je inhuren als je goed bent en ervaring hebt, dit laat je zien door je brand te promoten.” Ook lector Pleijter ziet in branding een toekomst voor de freelancer. “Wat je doet is aan buitenstaanders laten zien waar je goed in bent. Dit kun je al doen door een website te maken met daarop al je producties.”

Niet de oplossing Het klinkt heel mooi: personal branding als oplossing voor de crisis waar veel freelancers zich op dit moment in bevinden, maar is dit het antwoord? Chris Aalberts van De Nieuwe Reporter vindt het niet reëel dat elke journalist zich moet gaan branden, zo schrijft hij op deze website over journalistieke ontwikkelingen . Vooral beginnende journalisten zullen moeite hebben om zichzelf als merk te verkopen. Volgens hem is daar een groot bereik voor nodig, iets dat je alleen realiseert via traditionele media, zo is zijn overtuiging. Beginnende freelance journalisten zullen hard moeten blijven werken om verhalen aan de man te brengen. Dat verandert niet op korte termijn denkt hij. Onderzoekster Astrid Boelen stelt dat personal branding gevaren met zich mee kan brengen. Het kan gebeuren dat de freelancer overwerkt raakt door altijd met zijn brand bezig te zijn en hierdoor persoonlijke relaties verwaarloost. Als er meer wordt gewerkt is er minder tijd om aan andere dingen te besteden. Dit kan ervoor

zorgen dat vrienden en je wederhelft te weinig aandacht krijgen.

Welterusten Kan na dit alles geconcludeerd worden dat een freelancer die actief bezig is met zijn brand nu wel rustig slaapt ’s nachts? Het is duidelijk dat je in de tijd van internet en social media bijna niet om dit nieuwe fenomeen heen kan. Daarnaast zijn meer freelancers op zoek naar werk en is de noodzaak om er boven uit te steken groter. Je personal brand opbouwen kan een snelle opstap naar meer werk zijn. Uiteindelijk is je personal brand zo goed als het werk dat je doet, dus eigenlijk gelden hard werken en talent nog steeds als de weg naar succes. Je moet het alleen weten te verkopen. Weer iets nieuws om wakker van te liggen ’s nachts.

Tips om een personal brand op te zetten

n Zie je personal brand als een investe- ring n Bedenk heel duidelijk hoe je wilt dat je personal brand eruit moet zien n Begin een blog of website die hele- maal over jou gaat n Blijf jezelf ontwikkelen in je vakge- bied n Wees authentiek n Zorg er voor dat het relevant is voor je beroep n Praat met zoveel mogelijk mensen, het liefst over je brand n Zorg er voor dat je aanwezig bent op social media n Maak waar wat je belooft n Wees consequent in de communica- tie over je merk


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Informatief pagina 14

Freelance-oorlogsfotografen kennen minder risico:

Opdrachtgever kiest voor eigen veiligheid ‘Er zijn in dit conflict al meer dan honderdduizend mensen omgekomen. Dit verhaal mag je niet negeren.’ Dat zei de Brits-Irakese beeldjournalist Ayman Oghanna eerder dit jaar. Toch weigerde Oghanna te werken voor opdrachtgevers die zelf geen fotografen naar Syrië durfden te sturen, maar tegelijkertijd wel producties opkochten. Op deze manier ontwijken zij de verantwoordelijkheid die moet worden genomen voor een freelancer. Reiskosten, overnachtingen, en niet te vergeten een helm en kogelvrijvest vallen niet onder het takenpakket van een opdrachtgever. Of juist wel? Door Koen Kobes

D

at het leven Syrië aan een zijden draadje hangt, ís een understatement. Iedere dag is een overlevingstocht die pas op haar eind loopt als je het land verlaat. Toch stromen er ieder uur buitenstaanders binnen die in deze puinhoop hun brood verdienen: de media. Er is nou eenmaal nieuws en er moet alles aan gedaan worden om die gebeurtenissen onder de aandacht van het volk te brengen. Dit is onder meer de taak van een (freelance-) fotograaf. “Wie doet het anders?”, vraagt oorlogsfotograaf Eddy van Wessel zich hardop af. “De lokale fotografen geven een ander beeld.” Feit blijft dat het werk van Van Wessel valt of staat bij een foto die enige risico’s met zich meebrengt. Dat betekent dat hij meer risico moet nemen dan een doorsnee verslaggever en soms verplicht is zijn hoofd om het hoekje te steken. De winnaar van de Zilveren Camera uit 2012, de beloning voor zijn foto-serie gemaakt in de Syrische stad Aleppo, blijft er desondanks vrij nuchter onder. “Je gaat er niet vanuit dat je je leven waagt. Ik maak een reportage onder risicovolle omstandigheden, dus dat is onderdeel van het spel.”

Internationale discussie Inmiddels is de teller de honderdduizend doden gepasseerd. Bovendien heeft de

strijd in Syrië geleid tot het dodelijkste land voor journalisten: meer dan vijftig verslaggevers en fotografen kunnen hun verhaal niet meer navertellen. De wereldwijde discussie rondom de verantwoordelijkheid van een opdrachtgever als wel die van de fotograaf begint grote vormen aan te nemen. Al is het alleen al het Frontline Freelance Register (FFR) dat afgelopen juli in New York is opgericht. Deze ‘launch party’, bestaand uit honderden verslaggevers en fotografen, moet de positie van freelancers in gebieden als Syrië verstevige (zie kader). Want die positie blijkt volgens velen schrijnend te zijn. Zo vertelt mede-oprichter Anna Therese Day (freelancer voor onder meer BBC, Al Jazeera en CNN) hoe zij in Syrië grote risico’s moest nemen onder druk van haar opdrachtgever. Day: ‘Toen ik achteraf besefte dat ik ook zonder die waagstukken een goed verhaal had, voelde ik me belazerd.’ De freelance-oorlogsfotograaf Jeffrey Ruigendijk is als één van de eerste Nederlanders lid geworden van het FFR. Hij reisde onder meer in april een maand door Koerdisch-Syrië. Het panel biedt Ruigendijk vooral logistieke informatie. “Nu weet ik tenminste welke wegen ik voor mijn volgende opdracht veilig kan nemen

Drie Syrische kinderen voor hun onder vuur genomen woning Foto: Jeffrey Ruigendijk.

‘Écht opdracht geven durven ze niet’


pagina 15

‘Wij besparen de media losgeld en medische kits’

en of bepaalde fixers betrouwbaar zijn. Ook ontvang ik tips bij vermissingen of ontvoeringen. Een willekeurig agentschap kan mij daar niet in voorzien.” Het gevaar in landen als Tsjetsjenië, Afghanistan en Syrië is uiteraard voor iedere journalist gelijk. Ook een vast salaris biedt geen bescherming tegen een kogel. Toch vindt Ruigendijk dat de nieuwsmedia hun freelancers veelal gemakzuchtig behandelen. “De media drukken de freelancer in een lastige hoek”, vertelt hij. “Als je een verhaal of foto pitcht, dan is het antwoord vaak ‘we zijn heel geïnteresseerd, houd ons zeker op de hoogte’. Maar écht opdracht geven durven ze niet. Als je dan wordt ontvoerd, is je opdrachtgever tot op

reiskosten en overnachtingen moesten zelf betaald worden. In totaal een investering van meer dan duizend euro. Deze levensverzekering kon zij pas na vijftien artikelen bewerkstelligen. Volgens Eddy van Wessel, meer dan tien jaar professioneel oorlogsfotograaf, wordt de verantwoordelijkheid van een opdrachtgever ietwat overdreven. “Ik bepaal zowel mijn reportage, als iedere grens”, is hij stellig. “Geen enkel medium stuurt mij aan. Bescherming en kosten zijn voor iedere freelancer een uitdaging tot onderhandelen. Niet iedereen beseft dat en leeft op een creatieve wolk. Mijn advies aan diegenen is: kom van die wolk. Als je te weinig verdient, stap dan naar een ander agentschap of ga iets anders doen.” Toch kan het verhaal van Borri exemplarisch worden genoemd voor de positie waarin de freelancer in oorlogsgebieden zich op dit moment bevindt. De media lijken in grote lijnen de touwtjes in handen te hebben. Er zijn maar amper voorbeelden als Ayman Oghanna op te noemen.

Weinig freelancers weigeren nou eenmaal een aangeboden job. “Desalniettemin ben ik het grotendeels eens met de kritiek van Oghanna en Borri”, vertelt de ervaren Ruigendijk. “Wat op dit moment aan het gebeuren is, is dat journalisten op grote schaal ontslagen worden. Vervolgens kopen agentschappen van diezelfde journalisten voor freelance-prijzen het materiaal. Dit houdt in dat de media niet alleen de kosten van de reis besparen, maar belangrijker, de kosten van een verzekering en van de gids. Wat mij betreft een zeer slechte ontwikkeling.” De twee fotografen Van Wessel en Ruigendijk hebben samen meer dan 25 jaar ervaring met het schieten van plaatjes in conflictgebieden. Dat betekent een jarenlange verhouding met verschillende agentschappen. Het verschil in relatie met de opdrachtgever is nihiel. De twee reisjunks zijn van mening dat je het overgrote deel van de werkzaamheden in eigen hand hebt. Van Wessel is er heel zakelijk in. >>

Freelancers slaan handen ineen ‘Nieuwsmedia moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun freelancers in oorlogsgebieden. Dat doen ze niet vanzelf, dus moeten wij ze daartoe dwingen.’ Dat is het verhaal van het Frontline Freelance Register (FFR). Dit panel, bestaand uit honderden freelancers, is mede opgericht door Anna Therese Day en moet weerstand bieden tegenover de ‘superieure houding’ van de opdrachtgevers. Inmiddels is freelanceoorlogsfotograaf Jeffrey Ruigendijk als één van de eerste Nederlanders lid geworden. “De voornaamste redenen voor mij om lid te worden, zijn de contacten met andere freelancers en de waardevolle informatie als routes en achtergrondinformatie die we delen.”

zekere hoogte verantwoordelijk voor de consequenties. Denk aan losgeld.”

Freelance-prijzen Een extremer voorbeeld is het verhaal van de Italiaanse freelance-journalist Francesca Borri. Niet meer dan zestig euro per artikel kreeg zij voor de keren dat ze haar leven op het spel zette. Zonder ook maar enige vorm van verantwoordelijkheid vanuit haar opdrachtgever, moest ze producties leveren. Haar kogelvrijvest,

Toch moet het FFR gezien worden als een kreet om nieuwsmedia te laten beseffen dat het zo niet verder kan. Op dit moment is, volgens Ruigendijk, de groep zich aan het ontwikkelen tot een kwaliteitskenmerk voor freelance oorlogsjournalisten. “Je moet bepaalde vaardigheden hebben om je te mogen aansluiten, zoals een EHBO-diploma. Dit is goed voor je persoonlijke marktwaarde.” Ook wordt er op dit moment gewerkt aan de prijzen van beschermende kleding, medische kits en trainingen. Binnen twee jaar moet er volgens het FFR een duidelijke verandering zichtbaar zijn in de manier waarop media verantwoordelijkheid nemen voor hun freelance-journalisten. Ruigendijk: “De risico’s die fixers lopen is onder meer één van de aandachtspunten. Als er bijvoorbeeld losgeld wordt betaald, komt alleen de journalist vrij, terwijl zijn fixer vast blijft zitten of van de radar verdwijnt. Dat is iets wat voor de freelancer harder op zijn geweten drukt dan een medium. Voor haar is het een ver-van-je-bed-show.”


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Informatief pagina 16

‘De eerste keer miste ik niet alleen bepaalde ondersteuning, ook de communicatie was ver te zoeken’

Een verwoest gedeelte van de Tsjetsjeense stad Grozny. Foto: Eddy van Wessel

>> “Als je in geld of risico’s denkt, moet je afhaken. Het is iets wat je wilt of niet en uiteindelijk draait het hoe dan ook om de foto’s die je levert.” Ruigendijk, net terug uit Libanon, kent een verscheidene relatie met zijn opdrachtgever. Dertien jaar onafgebroken reizen heeft hem goede en minder goede verhoudingen met agentschappen opgeleverd. “Ik ben onder meer twee keer naar Syrië afgereisd”, vertelt hij. “De eerste keer miste ik niet alleen bepaalde ondersteuning vanuit mijn opdrachtgever, ook de communicatie was ver te zoeken. Er was bijvoorbeeld amper sprake van feedback op mijn foto’s. Uiteindelijk verscheurde ik mijn contract met Polaris Images en heb ik een agentschap in Beiroet gevonden. De onderlinge communicatie is goed en de 30% verkoopprijs eerlijk. Om een beeld te geven: de meeste opdrachtgevers houden tot wel 80% per foto.”

Elkaar pushen Inmiddels is Ruigendijk zo ervaren dat hij zijn reizen liever zelf regelt. Ook het FFR biedt hem extra hulp tijdens zijn werkzaamheden. Toch blijft hij een freelancer die foto’s moet leveren aan zijn agentschap. Op de vraag of de oorlogsfotograaf wel eens onder druk wordt gezet, komt een instemmend antwoord. “Het agentschap waar ik nu veel voor werk, pusht enerzijds. Zo krijg ik meerdere malen de vraag waar ik aan werk en wanneer ik terug kom”, merkt Ruigendijk op. Anderzijds weet mijn opdrachtgever dat ik de enige ben die dat laatste weloverwogen kan beslissen.” Volgens de oorlogsfotograaf is het niet erg om een beetje druk te voelen. Zolang je maar geen onverantwoorde keuzes dreigt te maken. “Fotografie is competitie. Dus je kan ook zeggen dat we elkaar pushen. Collega’s

geven complimenten na een goede foto. En hoe dichterbij je komt, hoe beter de kwaliteit, des te meer je verkoopt.” Een van de keren dat Ruigendijk zó close kwam, was toen hij een opvallend grote zwart geklede man in zijn ooghoek zag. “Ik zat op dat moment in de auto met een groep militairen en wilde per se een foto van hem maken. Ik wist zeker dat ik spijt zou krijgen als ik dit aan me voorbij liet gaan”, vertelt hij verder. “Zo zie je maar, niet alleen opdrachtgevers kunnen je pushen.” Achteraf bleek de man een strijder van de extremistengroep Jabhat Al Nusra te wezen. Diezelfde maand had Al Nusra meerdere journalisten ontvoerd. “Op het moment van uitstappen, kan ik mijn opdrachtgever nergens verantwoordelijk voor stellen. Uiteindelijk ben je als freelance-oorlogsfotograaf zelf degene die zo’n keuze neemt.”


pagina 17

Zeven tips voor een succesvol interview Tegenwoordig hoef je niet meer zo heel veel te kunnen, of je bent al in het bezit van je eigen televisieprogramma. Kijk naar Yolanthe Sneijder-Cabau met haar programma Yolanthe op 3 en naar de Take-Me-Out-sterretjes Britt en Ymke met Britt en Ymke stellen vragen. Twee perfecte voorbeelden van mensen die met een cameraman en een microfoon op pad gaan en denken te weten hoe het moet. Maar helaas.

E

n dan heb ik het nog niet eens over de backstage show van X Factor met soapie Ferry Doedens gehad. Na de uitzending ging hij online verder met een backstage show waar hij gesprekken voerde met juryleden en kandidaten. Ik noem het maar gesprekken, want van interviewen was echt geen sprake. Ik zie dat Yolanthe, Ferry, Britt en Ymke meer dan hun best doen, maar zoals wij weten is interviewen een vak apart. Omdat ik toch het beste met ieder mens voor heb, hier wat tips voor een succesvol interview. Let’s go! Tip 1) Voorbereiding ‘Goede voorbereiding is het halve werk’, met deze quote word je doodgegooid op de School voor Journalistiek. Wie heb je tegenover je zitten en ook belangrijk, wat kan je van deze persoon verwachten. In de programma’s van Britt, Ymke en Yolanthe worden voornamelijk gasten uitgenodigd met een bekende-Nederlandersticker op hun voorhoofd. Dus over deze gasten is genoeg te vinden op het world wide web. Hou ook voorgesprekken, Foto: RTL zodat je weet hoe de vork in de steel zit. Dat voorkomt vooral ongemakkelijke momenten. Zo vroeg Yolanthe wat de ambitie van haar voetbalvriendin Sofie Heitinga was. “Later lekker met John aan de wijn onder een olijfboom”, antwoordde de blondine. Pijnlijk. Tip 2) Actief luisteren Misschien wel één van de moeilijkste dingen tijdens het interviewen: actief luisteren. Verklaart ook wel waarom er zo weinig interviewtalenten rondlopen op de Nederlandse bodem. Luister goed wat je gast te vertellen heeft en wees dus niet te druk bezig met je volgende vraag. Als je denkt dat je een lijstje met vragen moet afwerken dan heb je het helemaal

Door Desi Ridder mis. Schrijf een duidelijke hoofdvraag op je spiekbriefje, noteer wat steekwoorden en luister vooral heel erg goed! En Ferry, probeer voortaan wat beter naar Ali B. te luisteren als hij aan het woord is. En stel niet acht keer dezelfde vraag op acht verschillende manieren. Tip 3) Kijk naar mensen die het wel kunnen Neem een voorbeeld aan mensen die wèl kunnen interviewen. Zoals Wilfried de Jong, Twan Huys en Matthijs van Nieuw-

René van der Gijp uitnodigt, dan vraag je er misschien ook zelf wel een beetje om. Tip 5) Las stiltes in Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat stiltes in een gesprek net zo belangrijk zijn als stiltes in muziek. Dus voel je niet meteen ongemakkelijk als er een stilte valt. Stel je stelt een emotionele vraag. De geïnterviewde geeft een kort antwoord en is vervolgens stil. Voel je niet direct verplicht om dan maar iets te zeggen om de stilte op te vullen. Misschien laat de geïnterviewde nu wel het achterste van z’n tong zien, juist omdat hij of zij de stilte ook ongemakkelijk vindt. Tip 6) Neem een open houding aan Met een open houding krijg je meer uit mensen dan met een gesloten houding. Wanneer de interviewer een gesloten houding heeft neemt de geïnterviewde dit vaak over. Hierdoor wordt het een kil gesprek en geeft de geïnterviewde zich waarschijnlijk niet snel bloot.

kerk. Toevallig alle drie genomineerd voor de Sonja Barend Award 2013, een vakprijs voor het beste televisie-interview. Misschien kunnen Britt en Ymke vooral een voorbeeld nemen aan duopresentatoren. Dames, kijk eens naar Carlo en Irene of Jeroen Pauw en Paul Witteman. Die zie je toch ook niet hysterisch door elkaar heen schreeuwen? Tip 4) Leid het gesprek Als de kijker niet meer weet wie wie nou interviewt, dan gaat er toch echt wat mis. Zorg altijd dat jij de leider in het gesprek bent. Pas daarom dus ook goed op wie je precies uitnodigt voor je programma. Want ja, als je als onervaren interviewsters

Tip 7) Breek het ijs Ben je een beetje zenuwachtig of heb je een gast die je op de één of andere manier een beetje intimideert, breek het ijs! Maak een grapje, een lolletje of praat eerst even met elkaar voor het werkelijke interview begint. Britt en Ymke, mochten jullie Badr Hari ooit een keer interviewen, maak dan maar geen grapje over Estelle, want voor je het weet kan je het niet meer na vertellen. Beste interviewers in spe, ik hoop dat jullie wat aan mijn tips van deze maand hebben. In de volgende editie van de Perstribune: ‘Hoe word ik beroemd?’. Een aantal tips met hoe je zo snel mogelijk beroemd wordt. En nee, meedoen aan Take Me Out staat er niet tussen!


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Achtergrond pagina 18

Wat verklaart het succes van Boer Z Veertig minuten kijken naar een programma waarin bijna niets gebeurt Heel Holland Bakt en Boer Zoekt Vrouw zijn ware kijkcijferkanonnen gebleken. Dit is opmerkelijk, want er gebeurt niet of nauwelijks iets in de veertig minuten dat er naar gekeken wordt. Wat verklaart het succes van deze programma’s?

H

Door Maaike Schaap

et is zondagavond, 20.25 uur. Met verwachtingsvolle ogen staart de kijker naar de beeldbuis waar ieder moment het nieuwe seizoen van Boer Zoekt Vrouw kan beginnen. Opgekruld op de bank met een fleecedekentje en een kop koffie of thee. De boeren van het zevende seizoen worden aan de kijker voorgesteld. Vervolgens wordt er veertig minuten lang naar een programma gekeken, waarvan we aan het eind niets spectaculairs kunnen benoemen. En toch zijn de kijkers enthousiast. En dat al zeven seizoenen lang. Hetzelfde geldt voor Heel Holland Bakt. Een kookprogramma waarin de beste amateurbakker wordt gekozen. Zoetsappig en lieflijk. Mannen en vrouwen die met hun schortje voor koekjes en taartjes bakken. Het gaat erg langzaam, maar is ook vrolijk en ongedwongen.

Succesformule Eindredacteur Maarten Cornelis van o.a. Boer Zoekt Vrouw en Heel Holland Bakt weet waarom deze programma’s zo’n succes zijn. “Bij Boer zoekt Vrouw is dat heel simpel: het is eerlijk en het heeft geen opsmuk.” Hij bedoelt daarmee dat de kijker graag naar mensen wil kijken

waarin hij zich kan herkennen. Televisiewetenschapper Ard Heuvelman is het met Cornelis eens. “Interactie met de mensen op tv is erg belangrijk. De boerderij is een herkenbare plaats met ‘gewone’ mensen. Als kijker kun je je met de mensen in het programma vergelijken en jezelf afvragen wat jij in zo’n situatie zou zeggen of doen.” Dat was een paar seizoenen terug goed te merken. De boer zat aan de keukentafel, samen met zijn drie vrouwen. Het bleef angstvallig stil aan tafel, waardoor de kijker thuis zich groen en geel ergert. Vanonder dat fleecedekentje wordt dan geroepen naar de televisie: ‘Joh, vraag iets! Praat over je bedrijf! Zeg iets!’ Heuvelman: “Als het programma op een boorplatform was opgenomen, was het veel minder aantrekkelijk om naar te kijken. Dan staat het te ver van de kijker af.” “Ik heb ook meegewerkt aan het programma De Bachelor”, vult Cornelis aan. In dat programma wordt er ook naar de liefde gezocht, maar het is meer glitter en glamour. Een knappe, rijke man en vrouwen in glitterjurken. Je kunt er als kijker wel bij wegdromen, maar je herkent jezelf er niet in.” Op tv ziet de kijker gewoon Truus in haar favoriete gebreide trui rondlopen

die twee maten te groot is. De mannen en vrouwen zijn zichzelf. “De Bachelor is een andere wereld.”

Amateurbakkers Heel Holland Bakt gaat over amateurbakkers die hun mooiste creaties tonen. Het is een kookwedstrijd, maar heel gewoontjes opgezet. Martine Bijl is de presentatrice, maar doet dat op zo’n ‘gewone’ manier, waardoor het weer ongedwongen televisiekijken is. Bij programma’s als Topchef gaat het hard, harder, hardst. Mensen worden afgekraakt en de kandidaten zijn elkaars concurrenten. Er wordt gehuild en geroddeld, maar bij Heel Holland Bakt zijn de kandidaten bevriend met elkaar. De kijker ziet amateurkoks die een taart mogen maken op hun eigen manier. Het commentaar van de jury is in menselijke taal. ‘Er moet meer suiker in’ of ‘je mag meer laagjes gebruiken.’ Taal die we allemaal begrijpen en waardoor iedereen zin krijgt om ook een taart of koekjes te bakken. Geen ingewikkelde hors d’oeuvre, maar taart en koekjes. “Het succes van dit programma is te danken aan de opzet van het programma”, vertelt Maarten Cornelis, eindredacteur. “We laten mensen in hun waarde.” Zo was daar afgelopen seizoen Rutger. Een jongen van 24 jaar en verpleger in het dagelijks leven. Hij vertelt in een uitzending uitgebreid over zijn laagjestheorie. Dan is daar ook de gepensioneerde Evert. Een man die eruit ziet als een botte boer. Bij hem denkt de kijker aan een houthakker en fikse vleeseter, niet als iemand die blij wordt van taartjes en koekjes bakken. “Je kijkt naar de passie van mensen en dat maakt het mooie televisie”, vindt Cornelis.

De gewone mens

Foto: Maaike Schaap

Het succes van programma’s als Boer Zoekt Vrouw en Heel Holland Bakt hebben blijkbaar alles te maken met de echte wereld. Er wordt naar een gewone boer gekeken. Hij heeft zijn normale werkkleding aan en als dat betekent dat er nog koeienstront op zit, dan is dat zo. “Het is als kijker interessant om naar de gevoelens van de boer te kijken”, reageert Cornelis enthousiast. “Het is heel menselijk en er komt geen poespas bij kijken. Hetzelfde geldt voor Heel Holland Bakt. De kandidaten hebben een hobby en zijn daar vrolijk over. Ze kletsen met elkaar over koetjes en kalfjes tot er weer een opdracht komt. Er is geen spannende eliminering en toch weet de kijker niet wanneer wat gebeurt. Dat maakt het leuk om toch veertig minuten


pagina 19

oekt Vrouw & Heel Holland Bakt? naar het programma te kijken. Het is niet geacteerd. Je ziet hun eigen gevoelens. De kijker wil niet wegzappen, omdat hij bang is iets te missen. Want wie weet duiken ze toch even achter die hooibalen om met elkaar te zoenen.”

Reality-tv Televisiewetenschapper Ard Heuvelman geeft aan dat reality-tv één ding gemeen heeft: parasociale interactie. Dat betekent dat de kijker mee wil doen. Meeleven, erop reageren en als kijker je met de mensen identificeren. “Vaak wordt er naar gekeken en vindt de kijker zichzelf een heel ander type die de dingen ook anders zou doen”, geeft Heuvelman aan. “Als de boer bijvoorbeeld elke dag diepvriespatat en kant-enklare gehaktballen eet, trekt de kijker een vies gezicht. Dat zou hij nooit doen bijvoorbeeld.” Bij programma’s als Boer Zoekt Vrouw en Heel Holland Bakt staan deze mensen dicht bij de belevingswereld van de kijker. Andere reality-tv staat veel verder van de kijker af. “Neem bijvoorbeeld Barbies Bruiloft. Het is overdreven, glitterig en over de top. Zo’n programma zal nooit vijf miljoen kijkcijfers krijgen. Daarvoor is het te overdreven en gek. Het is voor een specifiek publiek”, zegt Heuvelman.

Vroeger Televisiewetenschapper Heuvelman ziet al langer een trend in reality-tv. “Het begon met soapseries. Soaps waren opgezet voor de huisvrouw. Als de vrouw ernaar keek, identificeerde zij zich ook met mensen uit die soap. Dat was de eerste vorm van reality.” Een ander kijkcijferkanon was Big Brother. “Daar gebeurde ook bijna niets en toch keken mensen er volop naar.” Volgens Heuvelman is dat wel te verklaren. “We hebben in Nederland te maken met relatief veel zenders, maar ook een klein publiek. Als programma moet je dan anders zijn dan de rest. Je moet opvallen. Als er dan al zoveel snelle programma’s zijn, wordt het interessant om naar een langzaam programma te kijken.” In een

Foto: Maaike Schaap ander land zal een programma als Boer Zoekt Vrouw minder goed slagen, dan hier in Nederland. Dat komt dus door het grote zenderaanbod maar ook een klein publiek. Heuvelman verwacht dat de trend van reality-tv verder doorgezet wordt. “Het is een succes. Nog nooit eerder was het een ‘gewoon’ programma dat vijf miljoen

kijkcijfers haalde, behalve een voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal. Boer Zoekt Vrouw heeft dat het vorige seizoen wel gehaald. Andere programmamakers willen datzelfde succes en zoeken naar hun eigen succesformule om zo’n succes te behalen met een programma dat anders is, maar eigenlijk ook doodgewoon.”

Kijkcijfers Heel Holland Bakt kreeg bij de eerste aflevering 812.000 kijkers, maar dit aantal groeide bij elke volgende aflevering en werd het best bekeken programma op de woensdagavond. Bij de laatste aflevering waren er 1.247.000 kijkers. Boer Zoekt Vrouw is al langer bezig, maar bleek meteen een groot aantal

mensen te trekken. De eerste aflevering trok al 2,75 miljoen mensen. Later werden er aantallen van 3,1, 4 en zelfs de 5 miljoen behaald. De eerste aflevering van het komende seizoen was goed voor dik 3 miljoen kijkers.


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Interview pagina 20

Ebru Umar, de vrouw die geen blad voor haar mond neemt. Ze schrijft columns voor Metro en GeenStijl, maar ook interviewt ze voor Libelle elke week een bekende Nederlander. Hoe lukt het haar toch elke keer weer om iemand te strikken voor een interview? En hoe was het voor haar om zoveel kritiek te krijgen op haar column van afgelopen zomer? Een column waarin ze zich afvraagt ‘wie er in godsnaam om fokking 04.00 uur opstaat om te gaan bidden’. En waarin Atatürk ‘die dooie gast’ wordt genoemd. Een uitgebreid interview met Ebru Umar. Foto: CC BY-SA Sebastiaan ter Burg


pagina 21

‘Ik laat me de mond niet snoeren door een stel achterlijke pubers!’ Door Sabine van der Spoel Je krijgt het elke week weer voor elkaar om een BN’er te interviewen voor Libelle. Dat lijkt me best lastig. “Nee, het is best makkelijk. Elke week gebeurt er wel iets. We werken ver vooruit, zo’n tien weken. We bedenken van te voren wat actueel is. Je weet wanneer films uitkomen, je weet wanneer boeken en tvprogramma’s uitkomen. Je krijgt netwerken bij al die pr-mensen en zij sturen je dan info. Ik krijg heel veel mensen aangeboden en dan kijk ik wie ik wil. Nu ben ik bijvoorbeeld tot eind november klaar.” Je hebt het nu over mensen die je krijgt aangeboden. Maar je kiest zelf toch ook mensen uit? “Ik heb per week een plek, maar ik krijg wel tien mensen aangeboden. Uit die tien mensen kies ik altijd zelf. Maar als ik bijvoorbeeld Jeroen Dijsselbloem of Mark Rutte wil, moet ik een ‘haakje’ hebben. Dat kan Prinsjesdag zijn of de verkiezingen. Dan zijn die mensen benaderbaar. Maar soms gebeurt het dat ik iemand wil hebben die niet actueel is. Het is dan heel prettig als een collega van de Libelle-redactie zegt: ‘Ebru, ik heb iemand over, wil jij die doen?’ Ja, prima. Tweeënvijftig interviews per jaar is veel. Het is fijn als iemand je daar dan mee kan helpen.” Het gebeurt natuurlijk wel eens dat iemand niet geïnterviewd wil worden. Hoe haal je diegene dan over? “Ik zou zeggen boos worden, maar dat klopt niet helemaal, want je probeert een relatie in stand te houden. Maar ik ben wel streng. Libelle is het grootste blad van Nederland en wordt overal gelezen. Je bent nooit te druk voor Libelle en mensen moeten dat begrijpen. Voor Libelle maak je tijd. Dat is je publiek. Dus als jij geen tijd hebt voor het publiek, dan minacht je de helft van Nederland. Ik kan daar heel slecht tegen.”

Wanneer is een interview voor jou geslaagd? “Dat is eigenlijk als drie partijen er tevreden over zijn. Dat zijn mijn collega’s, de geïnterviewde en ik. Als mijn collega’s van Libelle het leuk en de moeite waard vinden, dan is het aan de ene kant geslaagd. En als de geïnterviewde een compliment maakt, dan is het ook goed.” Wanneer is een interview slecht? “Interviews met mensen waar je de tekst uit moet trekken. Ik typ het altijd meteen in. Ik doe mijn interviews telefonisch en zit achter mijn computer. Als het gesprek stil valt en ik zie dat ik op driehonderd woordjes zit, dan is het gewoon een slecht interview.” Wat doe je dan om iemand uit zijn schulp te krijgen? “Soms weet ik het gewoon niet meer, dan vraag ik iets raars. Om maar meer woorden te krijgen. Ben Saunders bijvoorbeeld. Ik wist niet dat hij tatoeëerde. Ik vind Ben Saunders ook helemaal geen interessante man. Maar zijn nieuwe cd kwam uit, dus hij was actueel. Dus ik vroeg hem wat het raarste is wat hij ooit heeft getatoeëerd. Ik bedoelde daarmee wat het vreemdste object is wat hij ooit heeft getatoeëerd. Maar hij dacht aan de locatie op het lichaam en dat was het geslacht van een vrouw. Maar dat wilde ik helemaal niet weten! Ik vind het idee al vies en eng. Maar het gesprek kreeg toen wel weer vaart, dus dat was heel grappig.” Welk interview is je tot nu toe het meest bijgebleven? “Het interview met Charles Lewinsky. Het was een heel leuk interview omdat hij een auteur is. Hij is een vakgenoot op een heel ander niveau. Het was leuk om te zien dat je dezelfde passie deelt en die man is zo ontzettend ervaren. Hij vertelde me dat schrijven iets is wat je gewoon doet. Je gaat zitten en schrijven. Waar haal je inspiratie vandaan? Als je niet achter je computer gaat zitten, dan vind je het niet. Schrijven is werken. En als je niet achter je computer gaat zitten, als je je vingers niet op het toetsenbord zet, dan komt er niks.”

Voor Libelle heb je ook wel eens mensen een tweede keer geïnterviewd, is zo’n interview dan ook makkelijker? “Het ligt er aan wie het is en wat de aanleiding is. Ben Saunders bijvoorbeeld. Ik heb hem al een keer geïnterviewd, dus ik wist dat het moeilijk gesprek zou zijn. Als hij praat zegt hij hele terloopse dingen. Het is een hele normale jongen, die niet veel nadenkt over wat hij aan het doen is. Hij doet wat hij leuk vindt. Er zit geen groter plan achter. Als hij is uitgesproken, dan is hij uitgesproken. Dat soort mensen zijn moeilijke praters. Dus toen ik hem voor de tweede keer ging interviewen, wist ik dat het niet lang ging duren.” Naast je interviews voor Libelle schrijf je natuurlijk ook nog columns voor Metro en GeenStijl. Gebeurt het wel eens dat je absoluut geen inspiratie hebt voor een column? “Dat gebeurt wel eens, zoals gisteren. Eergisteren stuurde ik mijn column naar Metro en toen dacht ik, het moet eigenlijk anders. Dan verbeter ik het snel en stuur ik het opnieuw. Dan was de vorige niet zo goed, dus deze moet dat wel zijn. Zo’n twee of drie keer per jaar lukt het niet, dan bel ik op en zeg ik dat ik uitstel nodig heb.” En wat doe je dan? “Dan ga ik wat anders doen. Naar het strand of winkelen. Een uur voor de deadline kom ik terug, dan is er geen uitstel meer. Dat had ik laatst nog met mijn GeenStijl-column. Op het moment dat ik het schreef dacht ik shit, wat zal ik schrijven. En opeens stond het er. Ik had op dat moment totaal geen inspiratie, dat krijg je op zondag, dan is er niet zoveel nieuws. Ik liep toen nog eens het nieuws na en toen zag ik ergens een klein berichtje van eerder die week. Daar heb ik toen over geschreven. Ik heb die zondag nog wel stiekem gedacht om GeenStijl te bellen en te zeggen dat ik geen inspiratie had. Maar wat ik toen eigenlijk bedoelde is dat ik geen zin had. Maar als je dat zegt, word je hard uitgelachen door die mannen.” >>


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Interview pagina 22

Foto: Metro

Daar heb ik zondag toen over geschreven en toen pas drong het tot me door hoeveel haat en woede er aanwezig was.”

>> Zorgt je werk voor veel stress? “Ik zit nu al drie maanden in Turkije en ik kan alles in een rustig tempo doen. Ik weet wanneer ik interviews heb, maar ik zit niet op het puntje van mijn stoel. Stress van werken heb ik hier niet. Daarvoor zit ik fysiek te ver van mijn werk af.” Vind je het niet moeilijk om jezelf aan het werk te zetten als je in zo’n vakantieland als Turkije zit? “Nee, helemaal niet. Ik heb hier alle tijd van de wereld. Ik zit op schema en hoef niet meer te doen dan twee columns per week en een interview. In Nederland heb ik ook nog een sociaal leven. Dan ben ik druk met van alles. Maar hier kijk ik niet in mijn agenda. Werk vergeet ik niet, want aan meer hoef ik niet te denken. Mijn collega’s zijn ook blij dat ik hier zit, want hier werk ik preciezer.” Afgelopen zomer heb je voor Metro een column geschreven genaamd ‘Die dooie gast’. Je hebt daar erg veel commentaar op gehad. Hoe was dat voor jou? “In de eerste instantie vond ik het hilarisch. Donderdags schreef ik het en op vrijdag kwam mijn column uit en vrijdag en zaterdag kreeg ik een heleboel haattweets op Twitter. Ik retweet geen complimenten, ik retweet alleen boze mensen. Dat vind ik veel leuker dan complimenten. Ik was dus de hele dag bezig met kritiek retweeten. GeenStijl vroeg me vervolgens of ik erover wilde schrijven.

Heb je wel eens spijt gehad van iets wat je hebt gepubliceerd? “Nee, ik heb nergens spijt van. Maar sommige columns hebben zo’n effect op je omgeving, dat niet publiceren de moeite waard zou kunnen zijn.”

‘Mijn collega’s zijn blij dat ik in Turkije zit, hier werk ik preciezer’

Als je had geweten dat er zoveel kritiek zou komen op ‘Die dooie gast’, had je het dan niet gepubliceerd? “Ik had hem dan wel gepubliceerd. Ik heb zelfs nog ‘Die dooie gast II’ geschreven. Ik laat me de mond niet snoeren door een stel achterlijke pubers!” Is Twitter volgens jou een belangrijk medium voor journalisten? “Nee. Maar dat hangt er ook van af hoe je belangrijk definieert. Het is hooguit belangrijk voor je pr.” Je bent zelf ook een fanatieke Twitteraar. Waar ligt voor jou de grens tussen je privéleven en je journalistieke leven? “Privé ís mijn journalistieke leven. Ik ben niet anders dan dat ik me voordoe in mijn columns. Ik maak er ook geen geheim van dat ik in Turkije zit. Maar er zijn grenzen aan mijn privéleven, mensen denken al snel dat ze je ‘kennen’. Nee dus. Ik ben ook geen Heleen van Royen die naaktfoto’s publiceert. En foto’s van mijn familie zet ik alleen online als ze het goed vinden.”


pagina 23

Nieuw in de media – Week 37, 8 t/m 14 september Ook deze week vindt u in De Perstribune weer een overzicht van een aantal nieuwe filmpremières, de best verkochte videogames, een overzicht van de beste platen in de Nederlandse Top 40 en nog veel meer! Door Bastiaan Sietsema Filmpremières Een aantal spiksplinternieuwe nieuwe films is deze week weer te bewonderen in de Nederlandse bioscopen. Welke filmvoorstelling gaat u bezoeken? Een kort overzicht: Gloria Gloria is 58 jaar en nog steeds op zoek naar haar ware liefde. Ze bezoekt feesten voor vrijgezellen in de hoop hem te treffen. Wanneer ze daar Rodolfo ontmoet lijkt de zoektocht eindelijk voorbij te zijn. Maar de relatie gaat niet over rozen... Regie: Sebastián Lelio Speelduur: 110 minuten Genre: Drama White House Down In de nieuwe spannende actiefilm White House Down wordt politieagent John Cale afgewezen voor zijn droombaan, het beschermen van de president bij de Secret Service. Ondanks het slechte nieuws, neemt hij zijn dochter mee op een tour van het Witte Huis wanneer het plotseling wordt bezet door een groep zwaar gewapende paramilitairen. Regie: Roland Emmerich Speelduur: 132 minuten Genre: Actie, Drama Yeralti Muharrem is boos op de wereld, op zichzelf en op zijn vrienden. Verslaafd aan confrontatie doet Muharrem zijn uiterste best uitgenodigd te worden op een diner ter gelegenheid van een literaire onderscheiding voor een van zijn voormalige vrienden. Het plan om daar uit de doeken te doen hoe alle ideeën in diens bekroonde boek bijeen gestolen zijn en de auteur een zwendelaar is, neemt een andere wending. Regie: Zeki Demirkubuz Speelduur: 107 minuten Genre: Drama Trending topic op Twitter: De Syrische president Bashar al-Assad is net als de afgelopen week trending topic op Twitter. De omstreden leider van het nog steeds in onrust verkerende Syrië, wordt op de voet gevolgd door #Egypte (2) en de #PvdA (3).

1. #Assad 2. #Egypte 3. #PvdA 4. #Monique Burger 5. #Volkel 6. #Katholiek

7. #Droomboek 8. #Poetin 9. #Syrische 10#Droomboeken Games

Best verkochte videogames deze week: Vorige week 1. Nieuw Total War: Rome II (PC) 2. Nieuw Diablo III (PS3) 3. 4 Skylanders: Giants (Wii) 4. Nieuw Nieuw Diablo III (360) 5. 3 Disney Infinity (Wii) 6. 1 Saints Row IV (PS3) 7. 9 FIFA 13 (PS3) 8. 2 Saints Row IV (360) 9. Nieuw Killzone: Mercenary (Vita) 10.5 Tom Clancy’s Splinter Cell: Blacklist (PS3)

Nederlandse Top 40 Voor de tiende week op rij voert Avicii met ‘Wake me up’ de hitparade aan. Martin Garrix met zijn nummer ‘Animals’ zakt ten opzichte van vorige week twee plaatsen. De Nederlandse DJ Bakermat stijgt met zijn single ‘Vandaag’ van de vierde naar de derde plaats in de Top 40. De top tien is als volgt: 1. Avicii - Wake me up! 2. Stromae – Papaoutai 3. Bakermat – Vandaag 4. Katy Perry – Roar 5. Martin Garrix – Animals 6. Robin Thicke Feat. t.i. + Pharrell - Blurred Lines 7. Mr. Probz – Waves 8. Naughty Boy Starring Sam Smith - La la la 9. Jason Derulo feat. 2 Chainz - Talk Dirty 10.Serebro - Mimimi Boekenverkoop Auteur Khaled Hosseini verkoopt ook deze week nog de meeste boeken met zijn titel ‘En uit de bergen kwam de echo’. ‘Hemelvaart’ van Judith Koelemeijer (2) en ‘Inferno’ van Dan Brown (3) wisselen met elkaar van positie in vergelijking met een week eerder. De volgende tien boeken gingen de afgelopen week het meest over de toonbank: 1. Khaled Hosseini – En uit de bergen kwam de echo 2. Judith Koelemeijer – Hemelvaart 3. Dan Brown – Inferno 4. Rosamund Lupton – Zusje 5. Jens Olde Kalter – Badr 6. Kris Verburgh - De voedselzandloper 7. Simone van der Vlugt - Morgen ben ik weer thuis 8. John Williams – Stoner 9. Bert Wagendorp – Ventoux 10.Jonas Jonasson - De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Achtergrond pagina 24

Documentaire neemt toekomst journalistiek onder de loep

Het beukende ritme van de Er lijkt een einde aan de ‘oude’ (kranten)journalistiek te komen. Door de mogelijkheden van internet kan iedereen voor journalist spelen. De pers ligt onder vuur. Lezers lopen weg en adverteerders weten niet zeker of ze nog wel in de papieren journalistiek willen investeren. Toch biedt het digitale tijdperk ook volop kansen voor journalisten.

Door Elsemieke Wormhoudt

A

ls je na een lange werkdag in de trein naar huis zit, wordt je aandacht getrokken door twee schreeuwende jongens achter je. De vuist van de één belandt op de neus van de ander en niet veel later liggen ze op de vloer van de doordenderende trein. Je belangstelling is gewekt en je schiet snel een foto met je smartphone. Als het treinpersoneel de vechtersbazen in de kraag heeft gevat en bij de eerstvolgende halte aan de politie heeft overgeleverd, stuur jij snel een mailtje naar de populaire nieuwswebsite Nu.nl met je foto’s. Iedereen kan tegenwoordig voor journalist doorgaan. Je hebt alleen een smartphone, een oplettende blik en een fatsoenlijk werkende internetverbinding nodig. Afgelopen zomer zond de NTR op Nederland 2 een documentaire uit over de toekomst van de journalistiek. Een drieluik over waar het mis ging en ‘hoe het nu verder moet’. Henk Steenhuis, oudhoofdredacteur van HP/De Tijd, neemt de kijker mee in twintig jaar journalistiek. “De afgelopen 36 maanden is de journalistiek meer veranderd dan in, pak ‘m beet, de afgelopen 36 jaar.’’

wereldwijde web. Page One laat zien hoe de journalisten achter nieuwsgebeurtenissen blijven aanlopen. Het laatste nieuws staat nu namelijk niet meer in de krant, maar op het immens populaire internet. Het is nu aan de journalisten om verdieping en context te bieden. Page One omschrijft de worsteling die de redactie van de New York Times hiermee ondervindt. Henk Steenhuis is handig op dat concept ingesprongen. “Deze film annex documentaire gaf voor mij het dilemma weer waar de journalistiek nu in zit. Het is een groot onderwerp in de Westerse wereld.

Echt een probleem, zou je haast kunnen zeggen.’’ De oud-hoofdredacteur wilde die vertaalslag naar de Nederlandse journalistiek graag maken. Een soortgelijke documentaire zag hij wel zitten. De NTR had wel oren naar zijn plannen. Steenhuis: “Met hen was ik erg blij, want Nederland 2 is in mijn ogen toch wel de zender met het meest intelligente publiek dat je je kunt wensen.’’ De producent van de NTR had wel één voorwaarde: de documentaire zou in drie afleveringen op televisie worden gebracht. En zo geschiedde. De opnames voor ‘Iedereen Journalist’ gingen van start.

Page One Het idee voor de documentaire ‘Iedereen Journalist’ is ontstaan naar aanleiding van een Amerikaanse film uit 2011: Page One: Inside the New York Times. De documentaire vertelt het verhaal van de journalistieke perikelen rondom de populaire Amerikaanse krant New York Times. De kijker krijgt een kijkje op de werkvloer van de redactie in Manhattan. Ook zij ontkwamen niet aan de overweldigende impact van het

Door populaire nieuwssites zoals Nu.nl lijkt het erop dat iedereen tegenwoordig voor journalist kan spelen. Foto:Elsemieke Wormhoudt


pagina 25

ondergang ‘Journalisten van nu moeten veel meer verdieping en context bieden’ Crisis Door de documentaire te volgen, is de kijker binnen drie afleveringen op de hoogte van het wel en wee binnen de journalistiek. Hoe heeft het zover kunnen komen? Hoe zorgen journalisten dat ze de eindjes toch aan elkaar kunnen knopen? En: hoe moet het nu verder? Wie maandag 15 juli 2013 om 22.45 uur voor de televisie zat, had kunnen zien hoe Henk Steenhuis opende met de eerste aflevering van ‘Iedereen journalist’, met als subtitel ‘Crisis’. Dat is hoe het sinds vierhonderd jaar journalistiek ervoor staat. Het begon allemaal in 1995, toen het wereldwijde web aan een opmars begon. Peter ter Horst, oud-hoofdredacteur van de Haagsche Courant, beschrijft hoe bang hij destijds voor dat nieuwe fenomeen was. “Het zegt eigenlijk wel genoeg dat de ene computer met internet die we toen hadden ergens achterin een hoekje op de redactie werd weggeschoven. Ik zag het ding eigenlijk als een tikkende tijdbom”, zo geeft hij toe aan presentator Steenhuis. En hij kreeg gelijk. Hoe populairder internet werd, hoe verder de journalistiek in het slop raakte. Binnen tien jaar tijd werden er in Nederland in totaal één miljoen minder kranten verkocht. Gevolg daarvan was dat de inkomsten van de kranten terugliepen. Dat resulteerde binnen datzelfde tijdsbestek tot een terugloop van ongeveer 1500 banen in de journalistiek. Dat zijn 1500 nieuwskenners die ergens anders hun brood mee moesten verdienen of ervoor moesten kiezen zich weer terug te vechten in de wereld van de journalistiek; een wereldje dat op zijn kop stond. Daar waar de advertentieinkomsten terugliepen van ruim één miljard tot een krappe 500 miljoen. De inkomsten uit advertenties halveerden en lopen op dit moment waarschijnlijk nog verder terug.

Anno 2013 heb je alleen een smartphone en een internetverbinding nodig om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws. Foto:Elsemieke Wormhoudt

Helaas viel in 2005 het doek voor de Haagsche Courant van hoofdredacteur Peter ter Horst. De krant wist niet hoe ze weer uit dat diepe dal van de steeds verder dalende oplages moest komen. Internet werd hen fataal. Ter Horst heeft nog wel hoop voor de toekomst van de journalistiek. “Ik hoef de journalistiek niet meer proberen te redden. Dat laat ik aan de volgende generatie over. Het komt goed.’’

Nu recyclen ze de artikelen die in de krant staan eigenlijk gewoon voor de iPad. Het lijkt mij beter dat ze de knoop gaan doorhakken. Óf papieren journalistiek, óf digitaal.”

Overleven

Dat er uiteindelijk een keuze moet worden gemaakt tussen papieren en digitale journalistiek, beaamt ook Henk Steenhuis. “Het einde van papieren journalistiek is niet hetzelfde als het einde van de journalistiek in het algemeen. Als er passende plaatsvervangers voor gezocht kunnen worden, is het helemaal geen probleem als er bijvoorbeeld over vijf jaar geen papieren kranten meer bestaan. En ik geloof dat die plaatsvervangers gevonden gaan worden. In Amerika zijn ze daar al mee begonnen, dus waarom zou Nederland daar niet aan mee gaan doen?” Henk Steenhuis doelt op het Amerikaanse papieren nieuwsmagazine Newsweek dat tot een half jaar geleden wekelijks verscheen. Inmiddels is de krant opgeheven, maar de digitale versie Newsweek Global is springlevend. “Het is echt topjournalistiek dat daar bedreven wordt. Het verdwijnen van papier hoeft absoluut geen belemmering te zijn om alsnog ambitieuze journalistiek te bedrijven.’’ Volgens Steenhuis zijn de krantenmakers eindelijk wakker geschud. Om te kunnen overleven, moet de journalist van nu kwaliteit, verdieping en specialisatie bieden. Zijn documentaire ‘Iedereen Journalist’ sluit Steenhuis af met de geruststellende woorden: “Je moet interactief met het publiek omgaan. Dan wordt de journalistiek misschien wel beter dan ooit. Met dank aan internet.’’

Dat het waarschijnlijk wel goed gaat komen met de journalistiek, althans de ‘nieuwe’ journalistiek, heeft vooral Nu.nl bewezen. Wat in 1999 begon als een project op een zolderkamertje, is op dit moment een bedrijf waar heel veel geld verdiend wordt. Met zo’n driehonderd nieuwsberichten die elke dag online komen, stromen de miljoenen binnen. Henk Steenhuis neemt in de tweede aflevering van ‘Iedereen Journalist’ een kijkje op de redactie en praat zowel met de hoofdredacteur als allerlei andere redacteuren. Toch lijkt de vraag of je nieuws gratis weg moet geven, een lastige. Toen internet steeds populairder begon te worden raakten de kranten een beetje in paniek. Er moest iets gedaan worden om mee te gaan met de ontwikkelingen op dat gebied en sommige kranten kozen er daarom voor om content gratis op de website van hun krant aan te bieden. Dat idee heeft hen uiteindelijk zoveel geld gekost dat ze zich inmiddels hersteld hebben door betaalmuren rondom hun website bouwen. Internetondernemer Alexander Klöpping vindt dat de kranten nog steeds niet de mogelijkheden die internet hen te bieden heeft zien. Aan Steenhuis vertelt hij: “Er zijn maar weinig kranten die zich digitaal goed hebben opgesteld. Ze doen het namelijk allebei: ze weigeren te kiezen. Dat is niet bepaald verstandig in mijn ogen.

‘Digitalisering gaat elke dag steeds sneller’ De nieuwe journalist


Perstribune MEDIAMAGAZINE

Achtergrond pagina 26

Groeiend LINDA. magazine na LINDA. magazine bestaat inmiddels alweer tien jaar en dit is natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. De tijdschriftenmarkt stagneert en daar waar veel tijdschriften een manier zoeken om het hoofd boven water te kunnen houden, laat LINDA. magazine al jaren een groei in de oplagecijfers zien en is op dit moment de grootste vrouwenglossy van Nederland.

H

Door Janet Oortwijn

et concept LINDA. werd bedacht door Rozemarijn de Witte en gerealiseerd in oktober 2003 toen het eerste nummer in het leven werd geroepen. Het tijdschrift wordt uitgegeven door Mood for Magazines, een dochteronderneming van Sanoma Uitgeverij. Jildou van der Bijl voert samen met Linda de Mol het hoofdredacteurschap uit. De doelgroep van het magazine zijn vrouwen in de leeftijd van 20 tot 49 jaar. Inmiddels zijn er al ruim honderd nummers van het tijdschrift uitgegeven. Het eerste nummer van LINDA. magazine werd met een oplage van 130.000 exemplaren direct uitverkocht waardoor er een tweede druk van 75.000 stuks kwam. LINDA. magazine heeft ook allerlei themanummers. Zo verschijnt de special LINDA. mode twee keer per jaar in maart en augustus. LINDA. wonen verschijnt jaarlijks in november. En het nieuwe LINDA. meiden, een concept speciaal bedacht voor jongere dames, verschijnt ook twee keer per

De tien geboden van LINDA. l Eert uw lezer en adverteerder l Respecteer uw merkwaarden l Gij zult nooit tevreden zijn l Gij zult innoveren en ver- nieuwen l Wees goed en weet wat goed is l Gij zult niet liegen en al hele

maal niet tegen de lezer

l Gij zult de randen opzoeken en toch in balans blijven l Wees altijd verrassend, doch

immer herkenbaar

l Gij zult lol hebben l Gij zult blijven dromen

jaar in juni en november. L’HOMO is een blad speciaal voor homoseksuelen, dit blad verschijnt jaarlijks en komt uit in april. Het magazine werd in 2004 tijdens het TijdschriftenGala benoemd tot Tijdschrift van het jaar. De 100e editie van LINDA. werd maar liefst 252.000 verkocht en daarmee werd een record verbroken. Inmiddels is LINDA. magazine uitgegroeid tot de grootste vrouwenglossy van Nederland met een gemiddelde verkochte oplage van 200.000 stuks.

Succes Menig mens vraagt zich af wat nou precies het succes is van LINDA. magazine. “Als we dat zouden weten, zouden er veel meer succesvolle bladen bestaan’’, vertelt Marieke van Willigen, journalist en projectleider tijdschriftjournalistiek aan Fontys Hogeschool voor de Journalistiek in Tilburg. “Ze heeft precies de goede mix, ze is uitgebalanceerd in vorm en inhoud en heeft een goede kwaliteit van tekst en beeld. LINDA. klopt gewoon.’’ “Ze hebben een hele sterke formule en die gaat nooit ten koste van de lezeres. De lezeres staat centraal en niet de adverteerder. Ze zouden nooit iets plaatsen waar de lezer niks aan heeft’’, verklaart Cor Hopes, mediadeskundige en voormalig journalist. ‘’LINDA. houdt vast aan de formule. Ze proberen wel nieuwe dingen. Andere bladen worden genegeerd en verdwijnen als ze dat doen, maar de LINDA. niet. En dat komt door de sterke bladformule. Het is een beetje lol en gezelligheid maar ze zijn ook serieus en braaf.’’ Veel tijdschriften dalen in oplagecijfers, maar LINDA. magazine laat al jaren een groei zien. “Er is geen economische crisis bij LINDA.’’, zegt Hospes. “Ze blijven doorgaan met dezelfde kracht en nog belangrijker, ze blijven zichzelf. Dat interesseert ze geen reet. Ze zijn volhardend en ze blijven innoveren.’’

Boegbeeld Met het boegbeeld Linda de Mol aan het roer is het tijdschrift vanaf het begin al succesvol. Bladendokter Rob van Vuure

schrijft in zijn boek ‘Het Lingeriedenken’ dat ook zonder Linda de Mol het magazine een succes zou zijn geweest. “Er is behoefte aan zo’n soort glossy, ook als het niet LINDA. had geheten, was het een succes geworden. Kijk maar naar het blad JAN. De naam LINDA. was de publiciteitsbonus. In één klap wist je: er is een nieuw blad.’’ “LINDA. is de koningin van de titelbladen, zij zit op de troon’’, vindt Van Willigen. “Linda de Mol als naam heeft natuurlijk in

eerste instantie geholpen met het blad op de markt te brengen. Het blad is nu een begrip geworden. Maar het blad wordt nog steeds gedragen door Linda de Mol.’’ “Ik denk helemaal niet dat Linda de Mol de Linda is zoals het tijdschrift dat weergeeft. Ik identificeer haar niet met Linda de Mol’’, vertelt Hospes. “Ik ken haar niet persoonlijk hoor, maar ik denk dat Linda een beetje de Linda wil zijn zoals ze gepresenteerd wordt in het blad. Daar is ze veel serieuzer, zakelijker en ondeugender. Helemaal niet zoals wij haar kennen van bijvoorbeeld Ik Hou Van Holland.’’ LINDA. is niet het enige titelblad. Zo is er


pagina 27

tien jaar nog steeds succesvol Maarten! door de makers van het Historisch Nieuwsblad met als voorbeeld de bekende historicus Maarten van Rossem en zijn er nog andere eenmalige glossy’s zoals YOUP (Youp van ’t Hek) en Matthijs (Matthijs van Nieuwkerk). Grote successen bleven uit. “Linda was de eerste op de markt met een personal glossy. De rest die later kwamen zijn nageaapt’’, vertelt Hospes. “Als ik een blad zoals Maarten! dan zie denk ik: Waarom zo’n blad?’’ Volgens Van Willigen is LINDA. zeker niet de eerste personal glossy. “Je hebt natuurlijk al het blad Jackie, afgeleid van Jackie Kennedy. Maar Jackie, Maarten! en LINDA. zijn gewoon totaal verschillende bladen. LINDA. is zeker wel de grootste titel.”

aldus Hospes. Voorlopig ziet de toekomst voor het tijdschrift er rooskleurig uit. Met ruim 80.000 abonnees en een gemiddelde verkoop van 200.000 exemplaren zit LINDA. magazine in de lift. “Ze moeten vooral zo doorgaan’’, zegt Van Willigen. “Maar ook Linda de Mol heeft geen eeuwig leven, ze heeft ook een houdbaarheidsdatum. Hoe het met LINDA. magazine zonder Linda de Mol moet, weet ik niet.’’

Lezeressen over LINDA. Saskia Kiewiet (21):

dingen erin plaatsen. Dan staat

Digitaal

“Er staan afwisselende dingen in

er bijvoorbeeld een tas in van 600

De periode dat het papieren tijdschrift alleenrecht had is allang voorbij. Het internet gaat een steeds grotere rol spelen in de tijdschriftjournalistiek. “LINDA. ma-

het tijdschrift. De gadgets die erin

euro, maar een tas van 100 euro is

staan vind ik leuk, maar wat ik ook

ook leuk hoor.’’

interessant vind om te lezen zijn de grote verhalen waar mensen

Bouwina Kor (48):

hun eigen verhaal in vertellen. Ik

‘’Ik kreeg de LINDA. een keer

voel me als lezeres wel direct aan-

onder ogen, omdat de buurvrouw

gesproken als ik het blad lees en

het tijdschrift had aangeschaft. De

ik denk dat het zeker voor mijn

verschillende dingen in het blad

doelgroep wordt geschreven. Het

spreken mij aan. De interviews

blad mag nog wel wat dikker en

die bekende Nederlanders met

met wat meer diepgang, want dan

elkaar houden, vind ik leuk om

ben ik er nog langer zoet mee.’’

te lezen, maar items over mannen en kinderen vind ik ook heel

Foto: Google

gazine speelt hier al geweldig op in’’,vindt Hospes. “Niet alleen met de website maar kijk ook naar de app. Het tijdschrift is niet meer alleen maar het blad in de vorm van papier.’’ Volgens Van Willigen is de papieren LINDA. juist van waarde. “LINDA. is heel mooi om op papier te zien, print geeft echt een meerwaarde. Op crossmediaal gebied doen ze het zeker niet slecht. Op het gebied van internet zijn ze sterk en vernieuwend.’’ Ter ere van het tienjarig jubileum lanceerde LINDA. magazine vorige week een geheel vernieuwde website. “Het is een geweldig idee en hiermee laten ze ook zien dat ze innoveren en vernieuwen’’,

Miranda Bosman (37):

interessant. Ik kijk nooit op de

In het begin kocht ik de LINDA.

website. Ik zit ’s avonds lekker

wel eens, omdat ik Linda de Mol

met een kop thee op de bank

een leuk persoon vond. Toen

en dan lees ik het tijdschrift.

ik het blad ging lezen sloeg het

Gaandeweg merk ik wel dat ik

direct aan. Ik ben nu sinds drie

minder aangesproken word als

jaar lid van het tijdschrift. Ik vind

lezeres. Soms lees ik iets en dan

de interviews en de reportages

vind ik dat het niet meer voor mij

over bijvoorbeeld kleding leuk.

geldt. Het gaat dan bijvoorbeeld

Als lezeres vind ik dat ik echt

over vrouwen van dertig die aan

aangesproken word en dat er

het begin van hun carrière staan.

dingen in het blad staan die voor

Het mag wel wat minder met de

mij bedoeld zijn. Ik merk soms bij

reclame. Ik weet dat een blad niet

het lezen van een artikel dat ik er

kan bestaan zonder reclame, maar

te jong of te oud voor ben, maar

soms staan er te veel paginagrote

dat komt altijd wel voor. Het blad

advertenties in.’’

mag wel eens wat minder dure


In de volgende editie van de Perstribune:

Willem-Alexander over zijn onzekerheden als koning Journalist Harry Dijkstra over zijn opsluiting in Irak: ‘Ik heb jarenlang ratten moeten eten’

Jack van Gelder stapt over naar FOX

Het einde van The New York Times

Exclusief interview met Barack Obama

Roddeljournalistiek verboden in Nederland


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.