![](https://assets.isu.pub/document-structure/200713125023-a86a6e2e620b3718ee6323de3cdacc32/v1/df567566a0f633d72f247d122aeafdf2.jpg?width=720&quality=85%2C50)
6 minute read
SPORTHELDEN
SPORT HELDEN
Voordat het coronavirus zijn intrede deed gingen we met z’n allen uit van een zomer vol sportieve evenementen om van te genieten. Van het EK Voetbal, tot aan de Formule 1 Dutch Grand Prix in Zandvoort en de Olympische Spelen in Tokio. Deze feestjes zijn allemaal niet doorgegaan, maar gelukkig blijkt er voldoende sportief talent in de regio te zitten. Deze Lopikerwaardse helden bedrijven iedere dag topsport met hun onderneming én hebben daadwerkelijk op hoog niveau gesport. Hoog tijd om hun indrukwekkende verhalen te vertellen.
Advertisement
Teamfoto raceseizoen 1995
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200713125023-a86a6e2e620b3718ee6323de3cdacc32/v1/2783b5991d0d567b6266ccdd4ec67b70.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Arie Molenaar Arie Molenaar Motors
Welke sport beoefende je, waar en op welk niveau? ‘Op twintigjarige leeftijd ben ik, uit passie voor motoren, begonnen met de motorsport. Eerder had ik die mogelijkheid niet, want pas toen kon ik mijn eerste racemotor kopen. Uiteindelijk heb ik van 1985 tot 1993 aan wegracen gedaan. Ik ben begonnen op nationaal niveau, daarna internationaal en uiteindelijk heb ik meegedaan met Europese en wereldkampioenschappen.’
Wat was je grootste succes op sportief vlak? ‘Mijn grootste succes is wel het winnen van wedstrijden voor het Europees Kampioenschap in 1989. Ik werd tweede in de felbevochten eindstand van het EK en in 1993 werd ik Nederlands kampioen in de 125cc klasse.’
Wat was voor jou een sportief dieptepunt? ‘Dieptepunten heb ik eigenlijk nauwelijks gekend. Wel ben ik twee keer geblesseerd geraakt: tijdens een valpartij in een race in Australië raakte mijn heup uit de kom en ik heb een keer een aantal pezen in mijn hand doorgescheurd tijdens een valpartij in Spanje. Maar beide keren zat ik snel weer op de motor en heb ik uiteindelijk geen race hoeven missen.’
Welke anekdote komt er bij je naar boven als je terugdenkt aan die tijd? ‘Dat was in 1993 tijdens mijn race op de TT van Assen. In de eerste bocht werd ik onderuit gereden door de toen nog onbekende Japanner Haruchika Aoki. Het was zijn eerste race in Europa en hij was nogal roekeloos. Eind 1994 kwamen we elkaar weer tegen, maar ditmaal contracteerde ik hem als achttienjarige coureur voor mijn nieuw op te zetten Molenaar Racing Team. Dat jaar beëindigde ik mijn actieve carrière. Haruchika werd daarna met ons team zowel in 1995 als in 1996 wereldkampioen in de 125cc klasse.’
Wie was toentertijd jouw held op sportief gebied? ‘Mijn grootste held was destijds Kevin Schwantz, zijn slogan was “never give up” en dat was ook mijn drijfveer. Daarnaast was hij een enorm leuke kerel en zeer benaderbaar voor zijn fans en collega coureurs.’
Op welke wijze ben je nu zelf nog bij deze sport betrokken? ‘Sinds 2009 ben ik actief in de talentontwikkeling voor de
motorsport in Nederland. Hiervoor hebben we een talentontwikkelingsprogramma opgezet waarin kinderen in de leeftijd van tien tot veertien jaar geselecteerd en geschoold worden in de Molenaar NSF100 Cup (www.nsf100championship.nl). Daarnaast begeleid ik mijn zoon Thom die zich momenteel ontwikkelt op Europees niveau in de motorsport. Hij is nu net twintig en werd vorig jaar tweede op een Internationale Cup op gelijkwaardige motoren. Hij is dus ook goed op weg.’
Jan Willem van Ede Mobipoint
Welke sport beoefende je, waar en op welk niveau? ‘Voetbal, als keeper. Als kleine jongen vond ik voetbal al fantastisch. Het is mij ook met de paplepel ingegoten. Ik ben als zevenjarige jongen begonnen en vanaf mijn negende ben ik gaan keepen. In het keepen vond ik ook iets individualistisch terug. Vanaf m’n vijftiende speelde ik al op redelijk niveau. In mijn jeugd doorliep ik namelijk alle nationale jeugdelftallen van de KNVB met interlands en internationale toernooien. Vanaf 1980 speelde ik bij FC Utrecht en van 1982 tot 1996 ben ik daar eerste keeper geweest, als opvolger van Hans van Breukelen. Uiteindelijk ben ik de speler met de meeste duels voor deze mooie club. In totaal 409 competitieduels en met de bekerwedstrijden en Europa Cupwedstrijden erbij zijn het er 465. Van 1996 tot 1998 speelde ik vervolgens bij PSV, tussen 1998 en 1999 kwam ik voor HFC Haarlem uit, van 1999 tot 2000 voor NAC Breda en ik heb mijn carrière in 2002 afgesloten bij FC Twente. Op m’n 39ste ben ik als actief speler gestopt.’
Wat was je grootste succes op sportief vlak? ‘Als speler heb ik meerdere successen gekend, waarvan de bekerwinst van FC Utrecht in 1985 wel de meest speciale was, met name ook vanwege de halvefinalewedstrijden tegen PSV, die daaraan voorafgingen. Als underdog in het hol van de leeuw een overwinning wegkapen na het nemen van penalty’s is echt prachtig! Later ben ik in 1997 ook nog met PSV kampioen geworden, met NAC Breda in de Eerste divisie in 2000 en in 2001 wonnen we nog een keer de KNVB-beker met FC Twente.’
En het dieptepunt? ‘Dat zijn toch wel de blessures: een gebroken kuitbeen en afgescheurde enkelbanden bij FC Utrecht in 1988. Ik zat toen echt heel dicht tegen het Nederlands elftal en een transfer naar een andere club aan. En in 1997, toen ik eindelijk speelde en we met PSV tegen het kampioenschap aanzaten, liep ik een gebroken onderarm op.’
Welke anekdote komt er bij je naar boven als je terugdenkt aan die tijd? ‘Niet specifiek één anekdote, maar gewoon het feit dat ik het altijd met veel plezier en vol passie heb beleefd en gedaan. Wat is er mooier dan van je hobby je beroep te maken? En daarom ben ik na mijn actieve carrière als trainer in verschillende functies doorgegaan.’
Wie was toentertijd jouw held op sportief gebied? ‘Ik had als jong jochie twee absolute idolen als keeper: Piet Schrijvers en Harald (Toni) Schumacher, keeper van het Duitse nationale team. Vooral vanwege hun onverschrokken en onverzettelijke stijl van keepen. Met Piet heb ik later één keer gespeeld toen hij in de goal stond en ik reservekeeper bij het Nederlands elftal was. Later is Piet ook nog m’n keeperstrainer bij FC Utrecht en PSV geweest.’
Ben je nu zelf nog actief in deze sport? ‘Ik ben na mijn eigen voetbalspelerscarrière direct doorgegaan als assistent- en keeperstrainer bij onder andere Heracles Almelo en FC Volendam. En ik ben ook nog een halfjaar hoofdcoach van v.v. Montfoort geweest in 2016. Maar ik heb vooral fantastische jaren gehad bij de KNVB met Jong Oranje en elf jaar lang als keeperstrainer van het vrouwenteam met deelname aan de Olympische Spelen in Beijing (2008) en diverse Europese- en wereldkampioenschappen. Momenteel ben ik nog actief als keeperstrainer van het nationale vrouwenteam van Ierland.’
‘Tijdens al deze activiteiten hebben we ook met ons bedrijf Mobipoint onze huidige werkzaamheden opgestart als vervoerder van de materialen voor alle nationale teams. Dit gaat werkelijk door heel Europa heen, letterlijk van de Noordkaap tot aan de Algarve. Plezier heeft bij mij altijd vooropgestaan. Tot aan de coronacrisis draaiden we werkweken van tot wel honderd uur met ons (Schiphol)taxi- en vervoersbedrijf voor de KNVB, plus m’n activiteiten als trainer. De helft van mijn tijd spendeer ik in het buitenland. Ik heb gewoon nog steeds niet het gevoel dat het werk is.’
Uitreiking KNVB-beker in 1985 na winst in de finale tegen Helmond Sport. Eerste grote prijs in het bestaan van de fusieclub FC Utrecht. Ik sta rechts op de foto.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200713125023-a86a6e2e620b3718ee6323de3cdacc32/v1/ecf9ffded7fa5a0c6b0635d6e419901d.jpg?width=720&quality=85%2C50)