REPORTAGE
CHIQUE BOUWEN OP DE VRIJHEID
HOOGSTRATEN — Wie het centrum van Hoogstraten binnen rijdt, komt vroeg of laat op de Vrijheid terecht. Niet alleen de oude lindebomen die de straat omzomen vallen op, ook de huizen waar van de meeste gebouwd zijn tussen 1880 en 1930 zijn vaak juweeltjes. Het Stedelijk Museum Hoogstraten brengt in de tentoonstelling ‘Chique Gebouwd’ de geschiedenis achter de statige gevels weer tot leven.
“DE PLANNEN WAREN MINUTIEUS UITGEWERKTE TEKENINGEN.”
februari 2022 I p 38 - 39
1 “Hoogstraten is van oudsher een centrum van middenstanders waar zowat de helft van de bevolking een handelszaak had”, begint Piet Van Deun, coördinator van het museum en het Hoogstratens archief. “Onze centrumstraat de ‘Vrijheid’ ontleent haar naam aan het gebied in het Land van Hoogstraten dat in 1210 vrijheidsrechten kreeg, met o.a. een eigen schepenbank en het recht om een markt te organiseren. Dorpen hadden die vrijheden niet, steden mochten dan weer wat meer. De ligging langs de verbinding tussen Antwerpen en Breda in Nederland was interessant. Welstellende burgers vonden dus snel de weg naar hier en begonnen langs de Vrijheid imposante huizen te bouwen. Op het gelijkvloers installeerden ze hun handelszaak of beroepspraktijk, wonen deden ze op de bovenliggende verdiepingen. Er kwamen pottenbakkerijen, brouwerijen, hotels en cafés. De tramlijn die in 1885 tussen Hoogstraten, Meersel-Dreef, Oostmalle en Antwerpen begon te rijden, verhoogde nog de aantrekkingskracht om hier te komen wonen. Met het Stedelijk Museum proberen we om de vier jaar een aspect van wonen in Hoogstraten te belichten. Zo organiseerden we al een tentoonstelling over onze boerderijen. Met ‘Chique Gebouwd’ brengen we een periode in beeld waarin opvallend veel gebouwd werd en voor het eerst beroep werd gedaan op gediplomeerde architecten. We selecteerden de panden op basis van de bouwplannen die in het stadsarchief bewaard bleven.”
2 maakten van een huis dat ze nadien zouden bouwen. Voor de chique herenwoningen werd er beroep gedaan op een professionele architect. Een specifieke bouwstijl voor die periode was er niet. Ze putten uit de historische bouwmethodes en creëerden zo de verschillende neostijlen. Op het einde van de 19de eeuw ging de architect kiezen uit de catalogus van de hele architectuurgeschiedenis, met als resultaat eclectische herenhuizen. Maar ook de handelspanden en ateliers kregen een fraaie gevel. De plannen waren minutieus uitgewerkte tekeningen. In ons archief vonden we nog de ori-
ginele plannen van o.a. de pottenbakkerij Van Dongen, een familiebedrijf dat tot 1957 heeft bestaan. Hotel Hofkens vlakbij de Tramstatie werd getekend door architect Pelgrims die ook de Antwerpse Zurenborgwijk mee vorm gaf. In de Eerste Wereldoorlog verbleven in het hotel nog Duitse soldaten. Vandaag is het een bruine kroeg.” Slechter verging het Hotel De Swaen. In de oorlog kreeg het door een bombardement een deel van de toren van de Sint-Katharinakerk op haar dak en werd het totaal verwoest. “In de tentoonstelling brengen we dit legendarische hotel terug met een Escape Room-spel”, vertelt Piet. “Daarin reizen de deelnemers 100 jaar terug in de tijd naar Hotel De Swaen.”
HET GRIEPTORENTJE Hoe indrukwekkender de woning, hoe belangrijker de bewoners. In ‘De Balsemboom’ woonde dokter Bongaerts. Hij koos Jos Bascourt als architect en het mocht vooruitgaan. In amper een jaar stond het immense pand al recht. “Blijkbaar vond de dokter uiterlijk vertoon belangrijk”, stelt Piet. “Hoewel zijn woning al één van de fraaiste huizen van de Vrijheid was, liet hij er in 1918 toch nog een torentje bovenop bouwen. Totaal nutteloos. Verwijzend naar het jaartal werd het in de volksmond ‘het grieptorentje’ genoemd, omdat in dat jaar wereldwijd
EEN SPEELTUIN VOOR ARCHITECTEN Tussen 1880 en 1930 ontstond er een echte bouwkoorts. “Voordien waren het hoofdzakelijk lokale aannemers en vaklui die een tekening
3