10 minute read

FIETSREPORTAGE | België

Back to basics

Bivakkeren in Haspengouw

Bivakzones zijn geen campings maar plekken in natuurgebieden waar je legaal in een trekkerstent mag overnachten. Inmiddels zijn er een 60-tal in België. Ideaal om ons in deze woelige coronatijden in eigen streek en met de garantie op groen en rust te slapen te leggen.

Æ Tekst en foto’s Hilde Leemans

Glooiend Haspengouw.

De bekende doorkijkkerk, helemaal voor ons alleen.

Het monument ter ere van Tjenne.

Doorkijkkerkje

Thuis in Tongeren tikt de regen tegen de ramen, we wachten dus nog even met de bepakte fietsen aan de hand om het startschot te geven. Als onze pedalen dan toch draaien druppelt het nog een beetje na. We omzomen Tongeren met als leidraad de fietsknooppunten, die we gezapig aan elkaar rijgen tussen de wijdse akkers, en de bordjes van de LF6. We dalen Widooie in en zigzaggen door de vele laagstamboomgaarden die Haspengouw rijk is. Al snel staan we in de bivakzone ‘Speelboomgaard’ die pal naast onze fietsweg ligt: een grote weide vol hoogstamfruitbomen waar iedereen mag van proeven. Op één enkel tentje na hebben we deze weide helemaal voor onszelf. De befaamde doorkijkkerk ‘Reading between the lines’ van het architectenduo Gijs Van Vaerenbergh ligt om de hoek en dat prachtig kunstwerk bezoeken we te voet bij avondschemering. Waar je anders over de koppen kan lopen, hebben we dit schouwspel nu voor ons alleen.

Onbekend fietsterrein

De volgende dag nemen we nog een kijkje bij de Romeinse site vlakbij. Zo gek nog niet, die Romeinen: wat een gigantisch uitzicht over het omliggende land! We maken een fietsomzwerving over Heers en Batsheers, waar fruitplantages langzaam overgaan in wijdse velden. Een krassende reiger stijgt plots voor ons op, wat later krijgen we het gezelschap van een buizerd die cirkels tekent in de blauwe lucht en ‘kieuw’ naar ons roept. We zijn zó dicht bij huis, en toch is dit onbekend fietsterrein. Plots staan we in de bomendreef van het Hornebos. Het kasteel van Bovelingen doemt voor ons op zodra we de brede laan uitrijden. We hebben tijd en nemen die ook. De middagpauze houden we bij een fruitboer die tijdens het weekend een zomerterras geopend heeft en waar we van een heerlijk streekgerecht genieten. Kamplaats ‘Eyckenbos’ in Kerkom bereiken we erg vroeg.

Wat later krijgen we het gezelschap van een buizerd die cirkels tekent in de blauwe lucht en ‘kieuw’ naar ons roept.

Terwijl in de verte op het vliegplein van Brustem de vliegtuigen aan en af vliegen, slaan we onze tent op in de warme middagzon. Ze is amper te zien door het hoge gras, dat is ingekleurd met trossen gele bloemen. We verlaten de bivakzone onbepakt richting Sint-Truiden voor de bevoorrading: liters water inslaan en nog iets lekkers om in onze gamel te bereiden als avondmaal. Vermits ik mijn familie al maanden enkel digitaal gezien en gesproken heb, gaan we daar toch ook nog even goeiendag zeggen. Wat later aperitieven we in stilte bij de tent. Intussen is er nog een tweede tent verrezen op het terrein. Een paar krekels sjirpen hun drammende conversatie, wij genieten van een gloedvolle zonsondergang.

Het Toscane van Limburg

Een verkwikkende nacht en een lekkere muesli als zondags ontbijt zet ons op weg naar huis. In Brustem komen we weer op de LF6, helaas is er nergens een bakker te bespeuren. Wat verder zigzaggen we tussen de fruitbomen richting Rijkel. Kilometers fruitplantages, zwaarbeladen met tonnen kersen maar onaangeroerd ... door de coronacrisis? Het zwarte goud van Haspengouw lijkt dit jaar verloren te gaan. In Hoepertingen komen we midden op het parcours van een wielerwedstrijd terecht. Tussen toeschouwers en auto’s laveren we naar Borgloon, waar we ons eindelijk kunnen bevoorraden in een Spar, die ook op zondag open is. Het lijkt wel of alle Limburgers vandaag op de fiets zitten, een drukte die ons niet echt veilig lijkt. Vijf minuten later pedaleren we over het kaarsrechte fietspad op het oude ‘Fruitspoor’ tussen Drieslinter en Tongeren. Het ‘Terraske’ in Kerniel lijkt ons een uitgelezen picknickplek. Het gezelschap van de geitjes en het uitzicht op de dorpskern voedt ons evenzeer. Dit noemt men immers het Toscane van Limburg, enkel de cipressen ontbreken. En dan slaat het noodlot toe: op amper 10 km van huis breekt de stang van de fietskar af. De kar moet dus blijven staan, we komen die later wel oppikken met de wagen.

Murphy fietst mee

Onze try-out van bivakzones is zo goed meegevallen dat we het volgende weekend opnieuw op de fiets springen. Maar al snel blijkt dat we niet met z’n tweeën zijn, ook Murphy fietst mee.

Picknick in de buurt van Kerniel.

De dreef die uitgeeft op het kasteel van Bovelingen.

Eerst merkt mijn lief op dat hij na een korte stop een fietshandschoen kwijt is. Bij het verlaten van de stad begint mijn fiets te bibberen en tijdens de afdaling naar Widooie kan ik hem zelfs moeilijk onder controle houden. Te weinig gereedschap meegebracht, dus zal ik de eerste de beste handige harry om hulp moeten vragen. Eenmaal Grootloon voorbij zetten we koers richting Sint-Truiden over de ‘Romeinse Kassei’. Tussen Voort en Helshoven houden we even halt aan de ‘Tjenneboom’: dit prachtige monument werd opgericht ter ere van Johanna Machiels, alias Tjenne, in 1667 veroordeeld tot de brandstapel wegens vermeende hekserij. Vandaag staat de langste etappe gepland maar Murphy aan onze zijde zal ook een vinger in de pap hebben. Een putje in de weg brengt Herbert ten val. De pijn verzacht zienderogen bij de aanblik van een heuse zomerbar in Helshoven, maar jammer genoeg kunnen we niet overal halthouden. Wanneer we via Brustem de skyline van Sint-Truiden in zicht krijgen beslissen we even uit te wijken naar een doe-het-zelver. Een kleine tang en een koud exotisch drankje doen de afgelopen 30 km snel vergeten. Weg met Murphy en weer op pad! Omdat de route ons pal door het centrum van Sint-Truiden brengt wil ik mijn lief wát graag trakteren op koffie met rabarbertaart.

Vliegende mieren

Over de grens met Vlaams-Brabant bereiken we het provinciaal domein ‘Het Vinne’ in Zoutleeuw. De fietsknooppunten loodsen ons netjes langsheen de Muggenberg op zoek naar de ingang van de eerste bivakzone. Nadat we ons telefonisch hebben aangemeld prikken we ons tentje tussen de vier andere onderkomens. Aan de pomp tanken we gelig water met een geurtje. De tent van onze buren verraadt de aanwezigheid van kleine kinderen. Hun twee kleine peuters, Floris en Kasper, rekken het bedritueel tot meer dan een uur, maar eenmaal de peuters slapen horen we zelfs de krekels en de uilen weer. ‘Het Vinne’ is het grootste natuurlijke binnenmeer van Vlaanderen en staat momenteel droog voor beheerswerken.

Al snel verkennen we nieuwe oorden met exotische namen en pittige hellingen: doorheen Gors-Opleeuw naar Zammelen en via Overrepen naar SintHuibrechts-Hern.

Na onze ingetogen avondwandeling rond dat droge meer blijkt dat de tent wordt belegerd door duizenden vliegende mieren. Met de gekste kapriolen om die beestjes niet binnen te laten in ons heiligdom, kruipen we in onze zomerlichte slaapzak. Het duurt nog heel lang voor het tikken van de mieren ophoudt. De volgende ochtend zijn ze allemaal verdwenen, en Murphy gelukkig ook.

Stoelen om te stranden...

Via een kleine omzwerving in Booienhoven en de passage aan het oude station in Wilderen, steken we tenslotte de Tiensesteenweg over naar Velm. Hier doemt plots de LF 35 op en wat later krijgen we ook gezelschap van die oude bekende, de LF 6. Weer fruitplantages alom maar geen bankje. Wanneer we een groot bouwwerk tegenkomen, nemen we de hoge muren als schuilplaats voor de schroeiende zonnestralen en besluiten om daar te picknicken, tussen knooppunt 185 en 186. We staan aan het nagelnieuwe panoramabassin van De Watergroep waar we, na een klauterpartij tot de top, genieten van een 360° graden panorama over de Haspengouwse velden en erfgoed. Veel fietsers zoeven eraan voorbij want het enige naambord vind je boven op de installatie. Vervolgens doorkruisen we allerlei dorpen met rare namen zoals Gingelom, Jeuk en Heiselt. Bij Rukkelingen-Loon prikken we moederziel alleen onze tent op de bivakzone ‘Hornebos’. Een uithangbord verwijst naar het zomerterras van de ‘Jorishoeve’. We kunnen de strandstoelen niet weerstaan en hangen er de hele namiddag in, met wat lekkers bij de hand. Daarna trekken we ons in alle rust terug bij het tentje. De avond is lekker koel en de grijze lucht sluit hem af met wat fijne regendruppels.

Een waterpomp cadeau

We dubbelen weer een klein stukje van onze vorige fietstrip maar dan in de andere richting. De uitzichten zijn even spectaculair en telkens anders. Via Heers, Veulen en Broekom steken we uiteindelijk de Romeinse Kassei over naar

Het kasteel van Rijkel in volle restauratie.

De statige commanderij van Alden Biesen, altijd een bezoekje waard.

Borgloon, voor een nieuwe bevoorrading en natuurlijk een picknick op dat leuke bankje in het Toscane van Limburg. Al snel verkennen we nieuwe oorden met exotische namen en pittige hellingen: doorheen Gors-Opleeuw naar Zammelen en via Overrepen naar SintHuibrechts-Hern. Kortbij Hoeselt komt plots de volgende bivakzone in het vizier van onze gps. We moeten even afwijken van onze route om uiteindelijk bij deze prachtige plaats te geraken. Hoera, deze keer krijgen we een waterpomp als extra... Het water is zalig fris om het bezwete lijf te ontdoen van het plakkerige stof en de vieze geurtjes, maar drinkbaar is het niet, zoals op alle bivakzones. Enkele hangjongeren komen een kijkje nemen maar het kan mij echt niet schelen. De jongeren druipen snel weer af als we onze tent beginnen opzetten.

Het venijn zit in de staart

Onze laatste nacht wordt zowaar de beste. De ochtendstond heeft dan ook goud in de mond. Vandaag belooft het traject best pittig te worden. In Rijkhoven aanschouwen we de landcommanderij van Alden Biesen. Dit was vanaf de 13 de eeuw de hoofdzetel van de Duitse Ridderorde tot de Franse Revolutie eind 18 de

eeuw er een einde aan maakte. Vandaag is de Landcommanderij een internationaal cultuurcentrum van de Vlaamse Overheid. Via Weert stuiven we Membruggen binnen. De dorpskernen liggen stuk voor stuk in een dal waardoor je telkens op de trappers moet gaan staan om in het volgende dorp te geraken. Om Membruggen te verlaten moeten we heel hard ons best doen. Maar we worden beloond met een mooi zicht op het wijnkasteel van Genoelselderen. Even verder zien we geen fruitplantages meer maar enkel wijdse velden. Nog een laatste inspanning van Ketsingen naar Berg, een gehucht dat zijn naam echt niet gestolen heeft. En dan zijn de 128 km van het afgelopen fietsweekend vol gemaakt. Thuis wacht ons een heerlijke douche en kunnen we onze bivakverhalen delen tijdens een bubbelverjaardagsfeest.

PRAKTISCHE INFO

Zoutleeuw N 3 Wilde- ren Duras Wellen

Hoeselt Brustem St-Truiden St-Huibrechts- Hern Borgloon Kerniel Overrepen Gors-Opleeuw Hoepertingen Rijkel Jesse- ren Piringen Kerkom N 3 Grootloon Rijkhoven

Membruggen

Berg

Genoels- elderen

Buvin- gen Mielen MechelenBovelingen Heers Veulen Gingelom 0 1 2 Borlo Opheers Batsheers km

Widooie

Oreije

N 3

Tongeren

Op Weg 2020

Route en bewegwijzering

Met fietsknooppunten (voor de volledige lijst zie extra info in onze artikelendatabank op onze website) hebben wij tijdens twee weekends 4 van de 5 Haspengouwse bivakzones en eentje uit VlaamsBrabant met elkaar verbonden. Tijdens het eerste weekend fietsten we van Tongeren naar bivakzone Speelboomgaard in Grootloon (12 km), dan naar Eyckenbos te Kerkom (26 km) en terug naar Tongeren (41 km). Tijdens het tweede weekend ging het van Tongeren naar Het Vinne in Zoutleeuw (38 km), vervolgens naar Hornebos in Gingelom (37 km), dan naar Hooilingen in Hoeselt (33 km) en weer naar huis (20 km).

Info

Alle info over de bivakzones in België vind je op www.bivakzone.be. Essentieel: je neemt zelf al je afval weer mee. Meestal is er een ecotoilet en soms een waterpomp, maar daar komt geen drinkbaar water uit.

ONLINE

This article is from: