10 minute read
WANDELAVONTUUR | Frankrijk
Vergezichten en oesters
Terugblik op startpunt Dieppe na een eerste klim op de rotsen.
Op de GR 21 langs de Normandische kust
In 2019 werd de GR 21, het kustpad van Normandië, door Franse wandelaars verkozen tot mooiste GR-route van het land. Dit leek wel iets voor ons: maximum een weekje weg midden de drukke werkagenda, niet te ver van huis en ’s avonds een zacht bed om in te slapen. Om het nog niet te hebben over onze liefde voor lekker eten en voor de zee.
Æ Tekst Karen Vandevelde Foto’s Karen Vandevelde en Doreen Rogier
Mét lichtfestival
Tijdens onze voorbereiding blijkt dat deze GR 21 nog veel méér te bieden heeft. Het zacht glooiend landschap en de lieflijke dorpjes trekken al sinds de 19de eeuw rijke Parijzenaars aan. De vissers vestigden zich in en rond de havens, maar wie geld had bouwde hoger op de heuvels en verder weg van stormgetij stijlvolle landhuizen. Vele impressionisten kozen de Normandische kust om dagenlang de impact van het licht op de zee, de rotsen en bloemenweides te bestuderen. Deze streek bleek bovendien rijk aan hotels en restaurants. Perfect om te wandelen, culinair te genieten en te filosoferen over het werk, thuis, de kinderen en nieuwe avonturen, zo dachten Doreen en ik. We kozen het deel van de route dat ons het meest spectaculair leek: vijf dagetappes van Dieppe tot Étretat. Het weer blijft natuurlijk de onvoorspelbare factor. Een viertal dagen voor vertrek stuurt Doreen een screenshot van het weerbericht: een week lang zon, wat wolkjes, en 16 tot 18 graden. Echt? Voor midden oktober is dit wel méér dan uitzonderlijk. Wij hebben geluk, Normandië is een stuk grijzer en grauwer zonder het lichtfestival van de zon.
De GR-markeringen loodsen je moeiteloos door het landschap.
Georges’ glasramen
Onze eerste dag rijden we met de auto naar Dieppe. Na vier uur rijden voelen we al een hongertje opkomen, maar we staan te popelen om te stappen. Wandelschoenen aan, rugzakken op en meteen het stadje door richting zeedijk. We genieten van het weidse zeezicht en van onze broodjes. We korten een aantal zigzagstukken in tot een halve dagetappe van zo’n 16 km, al levert dat tussen Dieppe en Pourville een eentonige kustweg op. Verder snijden we nog een stukje af, opgelucht dat de stippellijntjes in de topogids wel degelijk overeenstemmen met een pad door het veld. Maar de kilometers onder onze voeten vorderen snel. De route slingert zich door boomrijke straten met statige villa’s, over krijtrotsen, heuvel op, heuvel af, bos in, veld uit. In Varengeville-sur-Mer ligt op de rand van de kliffen een visserskerkje dat teruggaat tot de 13de eeuw, knap gerestaureerd met glasramen van Georges Braque, vriend en tijdgenoot van de meer bekende Picasso. Zijn graftombe ligt er ook, tussen de graven van generaties vissers. We rusten even uit in de schaduw van de kerk, met zicht op de baai. Pas later zien we op postkaartfoto’s hoe dicht de kerk op de rand van de immer eroderende krijtrotsen staat.
Het geluid van de golven
Onderweg valt op hoe elk dorpje haar eigen stijl strandhuisjes heeft: hier uniform zwart-wit gestileerd met ronde venstergaten, daar allemaal pastelkleuren, nog elders krakkemikkig en afgebladderd wit. Zo komen we bij Hotel De la Plage in Quiberville, pal op onze route. Enkele zonnekloppers genieten nog van het laatste zonlicht op de dijk, maar tegen dat wij zijn ingecheckt en opgefrist, is de zon al weg achter de rotsen. Net als een handvol andere genieters verzamelen we op de golfbreker op het strand. De zon smelt op zee, het licht verandert van donkergoud naar witgoud en het grijsblauw van de nacht. Een hapje eten en we slapen in bij het geluid van de golven op het keienstrand.
Surreëel turkoois blauw
Op dag twee komen we kort na de middag aan in het pittoreske Veules-les-Roses. Het dorpje ligt aan de monding van de kortste rivier van Frankrijk, La Veule, met glashelder kalkrijk water en vele gerestaureerde huizen. De bakker is al dicht maar in de kruidenier kopen we crackers, kaas, een avocado en wat koekjes voor een originele lunch in de zon op het keienstrand. De weg gaat verder de heuvel op. Enkele laagjes kleren uit, extra laagjes zonnecrème aan. We lopen langs een oude holle weg omringd door bolle bomen en zijn dankbaar voor de afwisseling. Wat verder stappen we opnieuw in de zon en de wind langs statige windturbines. Al bij al zitten er op deze dag toch wel wat asfaltkilometers in de route. We ronden de 27 km af in SaintValéry-en-Caux. Vlak voor de afdaling naar het stadje loopt de route langs een indrukwekkend monument voor de helden die in 1930 voor de eerste keer de Atlantische Oceaan overvlogen van Parijs naar New York. Dit was het laatste stukje Europese grond waar ze over vlogen. We nemen nog enkele foto’s en volgen de trappen naar beneden. Het water in de haven is surreeel turkoois blauw, de sfeer in de stad is die van hardwerkende vissers.
Zonder bakker
De ontoegankelijke paadjes op ons kaartje van wandeldag drie blijken van de kerncentrale van Paluel te zijn. Eenmaal de heuvel op komen de vier koeltorens in ons vizier en de route maakt een grote bocht er omheen. We volgen trouw de GR-markeringen maar herkennen de beschrijving uit de topogids niet. We zoeken tevergeefs het kerkje van Janville, tot Google Maps aangeeft dat we ons al in het volgende gehucht Conteville bevinden. Onze nieuwsgierigheid wordt geprikkeld door een wegwijzer naar Le Clos de Fées. Het blijkt een feeëriek parkje te zijn met een organische tuin, wilde planten en kunstwerken op kindermaat. Een heerlijke plek
Iconisch zicht op Étretat. Tussen Yport en Étretat loopt het pad langs de spectaculaire rotsrand.
voor een middagpauze… maar een bakker zijn we nog niet tegengekomen. Meer dan wat fruit hebben we niet op zak.
Oesters mét wijn
Wanneer we afdalen naar Veulettes-sur-Mer is het al na één uur. De bakker is onherroepelijk dicht. We passeren twee restaurantjes op de dijk en zien dagjestoeristen genieten van een reuzeschotel fruits de mer. We twijfelen niet lang, ploffen rugzakken neer en bestellen oesters. Zo krijgen we meteen onze portie brood erbij, en energie voor de rest van de etappe. “Et un verre de vin?”, vraagt de vriendelijke jonge kelner. “Nee, we moeten straks de heuvel nog op.” Maar wanneer de oesters eraan komen hebben Doreen en ik ons al bedacht. De kelner lacht alsof hij het had voorspeld. De oesters smaken overheerlijk en we voelen ons de koning te rijk.
Het kasteel van Sissi
Dankzij een straffe espresso houden we ons tempo aan. Vanavond staat immers dé verwennerij van onze trip te wachten: een nachtje in Le Château de Sissi, een kasteel in het hinterland van Les Petites Dalles waar de laatste keizerin van Oostenrijk geregeld haar vakantie doorbracht. Er zijn bospaden waar het heerlijk galopperen moet geweest zijn, weg van alle drukte en keizerlijke verplichtingen. We arriveren in onze wandeloutfit allesbehalve adellijk, maar worden warm onthaald. Vanuit onze zolderkamer kijken we uit op het mooie domein. Een heerlijk driegangendiner, nonchalant-chic en niet overdreven duur: dit kan alleen maar Frankrijk zijn. Het lijkt alsof onze hele wandelroute een culinair doel heeft, want we reserveren voor onze volgende avond in Fécamp alvast een tafeltje bij Nounoute, het meest bekende visrestaurant in de regio.
Liggend genieten
Onze vierde dag kent enkele korte, pittige klimmetjes die worden beloond met brede horizonten over het veld of over de zee. De mooiste kilometers hopen we vandaag te vinden in de vallei van Életot, een klein maar beschermd natuurgebied. De weg doorheen het veld richting klif draait plots en brengt ons bij de meest idyllische picknickplaats: boven op een heuvel, links de vallei, voor ons de azuurblauwe zee en achter ons naar kokos geurende gaspeldoorn. Én we hebben brood en kaas op zak. We gaan erbij liggen en blijven een uur lang genieten van de stilte en het uitzicht. Een vriendelijke Fransman gaat met ons aan de praat en stelt dat er steeds meer wandelaars – vooral jonge vrouwen – deze route ontdekken.
Sans Nounoute
Fécamp is een strategische haven waar de Duitse troepen tijdens WOII een stevig bunkerdorp op de kliffen uitbouwden als onderdeel van hun Atlantic Wall. De GR 21 loopt er dwars doorheen. De plek is druk bezocht en dat is wennen na drie dagen met maar een handvol tegenliggers. 100 meter lager zitten we in de drukte van de stad. We rusten even uit, maken een wandeling voorbij het neogotische huis waar de aromatische kruidenlikeur Bénédictine wordt gedistilleerd, en schuiven onze voetjes onder tafel. Nounoute blijkt de bomma, sfeermaker en bazin van een volledig door vrouwen gerund restaurant, maar vandaag is ze niet aan het werk. De sfeer is wat gezapiger dan verwacht, maar gelukkig doet de beroemde choucroute à la mer haar nog steeds alle eer aan.
Erosiegevaar
Onze laatste wandeldag breekt aan. We hadden gehoopt de eerste klim te kunnen vervangen door een wandeling langs het keienstrand naar Grainval, maar het is hoogwater. We turen door de verrekijker of er niet tóch genoeg ruimte is tussen klifrand en golven, maar riskeren het niet. Het GR-pad slingert zich dwars door de camping van Fécamp omhoog. Vijf koeien staan geschrankt, kop-aan-kont. Met drie staren ze ons aan. Niet slecht bedacht: elk houden ze met hun staart de vliegen uit elkaars ogen. In Yport nemen we tijd voor een koffie met zicht op zee, een uitgebreide picknick en een paar voorzichtige blikken richting diepe afgrond. Dit is het enige stukje van de GR 21 waar je drie kilometer lang op de rand van de klif blijft lopen. Echt onveilig is het nergens dankzij waarschuwings-
Varengeville-sur-mer: Georges Braque rust er tussen de vissersgraven. Voor ons was het nochtans een windstille dag ...
borden en prikkeldraad, maar we vragen ons af hoe lang dit deel van het GR-pad zal standhouden gezien de toenemende erosie.
Badkamerschilderij
Hoe dichter bij Étretat, hoe spectaculairder de kliffen met hier en daar een spitse rots die door een reus richting zee lijkt te zijn gespuwd. Het wandelpad wordt drukker. Étretat is door de Franse Netflix serie Lupin een trendy weekendbestemming voor jongeren geworden. We checken in bij Villa l’Espérance, gerund door een antiekhandelaar met Gentse roots die honderduit vertelt. We leren het verhaal achter elk stuk antiek en brocante in de kamer, scherpen ons oog voor de details op het schilderij in de badkamer en leren dat er in de overdaad van het kuststadje slechts vier restaurants de moeite waard zijn. Omdat we vroeg aankwamen, is er tijd om de fotogenieke kliffen ook vanuit de overkant van de baai te bewonderen. De avondzon zet haar sluimertijd in en laat ons genieten van de steeds rijker wordende kleuren in de krijtrotsen, de langere schaduwen en de dunner bevolkte paden. We laten onze benen herademen in het luxueuze bad. In het aanbevolen restaurant op twee stappen van de B&B genieten we van heerlijk gegrilde roodbaars.
Puzzelen met bussen
Onze laatste dag is ook spannend, maar anders. Terug in Dieppe geraken leek kinderspel omdat beide steden een treinstation hebben, maar met slechts één trein per dag via Rouen lukt dat niet. We puzzelen met de uurtabellen van drie verschillende busroutes en het lukt wonderwel om zo’n 100 km af te leggen in vier uur tijd, via een route die nagenoeg dezelfde dorpjes aandoet als de GR 21. Een mooie manier om onze wandelfilm terug af te spoelen naar start.
Fotogenieke kliffen voorbij Étretat.
PRAKTISCHE INFO
0 10
km Le Tréport
Saint-Valeryen-Caux
Pourville GR21 Dieppe Quiberville
Les Petites Dalles
Étretat Yport Fécamp Paluel Veulettes -sur-mer
Neufchâtelen-Bray
A 29
Le Havre Montivilliers
A 29
Bolbec
Seine Yvetot
A 151
Barentin
A 150 A 28
Rouen
Op Weg 2022
Wij wandelden 110 van de 180 km van de GR 21, het Normandische kustpad en deden dat in 5 etappes: Dieppe – Quiberville – Saint-Valéry-en-Caux – Les Petites Dalles – Fécamp – Étretat. We gebruikten de kaartjes van de topogids en hadden één keer Google Maps nodig.