10 minute read
WANDELREPORTAGE | Oostenrijk
Door een treinstaking kom ik pas in het donker in Passau aan. Sterren schitteren boven het zwarte oppervlak van de Donau. Bij het eerste ochtendlicht sta ik op het puntje van de ‘Dreiflüsseeck’. Links mondt de zwarte Ilz in de Donau en rechts de groene Inn. De schönen blauen Donau glijdt hier Oostenrijk binnen, maar door de mix van kleuren houdt de Donau vanaf hier het midden tussen groen en grijs. Als de Oostenrijkse Donau niet blau is, houdt dan het schönen stand?
Æ Tekst en foto’s Bart Vermeyen
Een blok goud en verborgen tranen langs de Donau
Potpourri
De bekende Donauradweg biedt fietsers een bijna biljartvlak traject tot hartje Wenen. Voor wandelaars bestaat er geen gebruiksklare route. Ik puzzel een eigen traject in elkaar met de hulp van vier langeafstandspaden. Dit basistraject overgiet ik met de wandelinspiratie van de dag, tot ik een afwisselende potpourri dwars door Opper- en Neder-Oostenrijk krijg. Elke dag flirt ik met de oevers van de Donau en pik ik historische sites mee onderweg. De hoogteverschillen zijn nooit fors, maar wel talrijk. Hoewel ik nergens de 900-meterlijn overstijg, daagt het landschap mijn quadriceps behoorlijk uit.
Trappist
De Donausteig is mijn leidraad voor de eerste tien etappes. Deze route is uitgetekend over beide oevers, maar enkel aangeduid van west naar oost. De eerste dagen volg ik de zuidroute. De Donau wringt zich soms kaarsrecht, dan weer kronkelend doorheen de steile flanken. In de ochtend glijdt ze spookachtig voorbij in de ochtendmist. Na de middag blakert ze onder een staalblauwe hemel in de zon. Soms loop ik langs haar oever op een oud jaagpad, een paar uur later bewonder ik haar van bovenuit.
Glooiende velden boven de Donau. Het naziconcentratiekamp Mauthausen ademt vrees en doodsangst uit.
Donkere bossen wisselen af met glooiende velden, waar de laatste oogst wordt binnen gehaald. Steevast krijg ik gezelschap van krijsende roofvogels. Langs de rivier is het vaak druk en deel ik de smalle rijstrook met langeafstandsfietsers, toerende motorrijders en donderend vrachtverkeer. Bij het klooster Stift Engelszell is het een komen en gaan van mensen. Het enige trappistenklooster van Oostenrijk trekt veel bezoekers. Na een obligaat bezoek aan de poppige barokkerk, duikt iedereen de abdijwinkel in voor een kratje Oostenrijkse trappist.
Borrelglaasje groot
Bij Oberranna en Schlögen ontdek ik Romeinse opgravingen. De Donau was de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. De lage muurtjes geven weinig inspiratie, maar de infoborden blazen de Romeinse sites van 2000 jaar geleden opnieuw leven in. Ik lees dat de noordoever het Rijk der Wilden werd genoemd. Schlögen lijkt me anno 2021 eerder het Rijk der Liefde. Koppels klauteren in groten getale het pad omhoog tot de Schlögener Blick voor een romantische foto. De Donau maakt hier een perfecte bocht van 180°, de Schlögener Schlinge. Op dit uitzichtspunt krijg ik al snel een rol als gelegenheidsfotograaf. Enkele fotoshoots later steek ik de hogere weides door tot Aschach, waar een bed in een 16de-eeuws kasteel op me wacht. Op de hoge uitkijktoren van Burgruine Schaunberg merk ik dat de Donau verder stroomt door een vlakker landschap. De blakende zon stuwt de temperatuur boven de 30° en het zuchtje wind boven de Donau valt weg. Tot Ottensheim volg ik 6 uur lang het verhitte kaarsrechte jaagpad, dat zindert onder mijn voeten. Nergens vind ik een schaduwplekje, laat staan een verfrissing. Helemaal uitgedroogd plof ik neer op het terras van het gasthof. Mijn eerste halve liter bier lijkt wel een borrelglaasje groot.
Eeuwige rust
Bij de hagelwitte kerk van het bedevaartsoord Pöstlingberg lokt een bergtrammetje om zonder inspanning af te dalen naar Linz. Ik verkies de steile kruisweg, die me zonder omweg tot het hart van de universiteitsstad voert. Het is gezellig druk in de derde grootste stad van Oostenrijk. Via enkele brede boulevards verlaat ik het geroezemoes van Linz. Over een oude veldweg bereik ik het indrukwekkend klooster Sankt Florian met zijn prachtige keizerlijke vertrekken en zijn schitterende bibliotheek. De componist Anton Bruckner woonde en werkte hier jarenlang als organist. Hij ligt begraven onder zijn geliefde instrument, één van de grootste orgels van Europa. Al biedt deze plek misschien geen eeuwige rust, een symbolische laatste rustplaats is het zeker. Met wat geluk kan je hier van één van zijn composities meepikken tijdens het dagelijkse gratis middagconcert. Via Enns, de oudste stad van Oostenrijk, keer ik terug naar de Donau. Een klein veerpont zet me voor €2 over naar de frivole koopmanshuizen van Mauthausen.
Verborgen tranen
Achter de frivole façades van de dorpshuizen schuilt één van de donkerste bladzijden uit de Oostenrijkse geschiedenis. Boven het dorp ligt het naziconcentratiekamp. Ik volg het pad waarover 197.000 gevangenen vanuit het station naar het kamp strompelden. Misschien beeld ik het me in, maar dit lieflijk uitziend weggetje ademt vrees en doodsangst uit. Het lijkt of onder het tarmac miljoenen tranen verborgen zitten. Het bezoek aan het goed bewaarde kamp is één grote emotie. Stapsgewijs leidt de audiogids me doorheen de barakken, de gaskamer, de gevangenis en de herinneringskelder. De getuigenissen komen hard binnen en ik verlaat het kamp met een neergeslagen gemoed. In de bistro bestel ik een drankje dat me gebracht wordt door een stagiair met een verstandelijke beperking. Een destijds vervolgde groep doet hier nu zinvolle werkervaring op, een krachtiger signaal naar elke vorm van extremisme kan je hier niet geven.
Eén blok goud
Elke etappe ademt het verleden uit. Overal ontdek ik kleine en grote geschiedenis. De kaoliengroeve van Weinzierl leert me dat het hagelwitte gesteente gebruikt werd bij de productie van papier en porselein en dienstdeed als kleurstof voor soldatenuniformen. Ik zie in de rechte wand in de molensteengroeve van Perg de littekens van duizenden uitgehouwen molenstenen. Bij de opmerkelijke Burg Clam in Grein is mijn architectuurkennis te beperkt om
De Donaubocht bij Schlinge, ideale plek voor fotoshoots. Het slot van aartshertog Frans Ferdinand.
er een bouwstijl op te kleven. De tweede route, de Weitwanderweg Nibelungengau, brengt me naar Maria Taferl. Dit bedevaartsoord bestaat uit een pompeuze kerk en een straat vol ouderwetse, sjieke hotels. Voor een prikje overnacht ik in een antieke kamer met zicht op de Donau. De volgende dag passeer ik het kasteel van aartshertog Frans Ferdinand. Van hieruit vertrok de stakker naar Sarajevo waar hij vermoord werd en WOI van start ging. Zou de geschiedenis anders verlopen zijn, indien Ferdinand hier in zijn romantisch slot was gebleven? Het meest impressionante gebouw is met voorsprong de abdij van Melk. De gelofte van armoede van de broeders steekt af tegen de overdaad aan pracht en praal. Deze kasteel-abdij in wit-okeren strepen imponeert van veraf en overdondert van dichtbij. De nachtspots toveren de abdij om in één blok goud, weerspiegeld in de Donau! Dit is terecht Unesco-erfgoed!
Klein woordje
Mijn derde langeafstandspad doorkruist de Wachau. In de dichte bossen op de zuidoever ontdek ik enkele potige middeleeuwse burchten. Slot Schönbuhel staat met zijn voeten amper 40 meter boven het water en burcht Aggstein troont hoog vanop een 480 meter hoge rots. Een fors onweer overspoelt de regio en het woud hult zich in het halfduister. De paden veranderen in één grote modderpoel en de donder verdubbelt zijn kracht met indrukwekkende echo’s. Ik mis een afslag en beland op het klimpad naar Hoher Stein. Met handen en voeten klauter ik langs een glijbaan van modder tot aan de voet van de rotsen. Het uitzicht is compleet verregend en het pad loopt dood aan de klettersteigroute. Onder een afhangende rots probeer ik een alternatief te vinden, maar de regen verandert het scherm van mijn smartphone in een onbruikbare flipperkast. Terugkeren door de modder is in deze omstandigheden levensgevaarlijk en geen optie. Ik maak grote cirkels door het bos tot ik uiteindelijk een tractorspoor ontdek. Waar een tractor naar boven kon, kan ik wel naar beneden, maar in welke richting daal ik dan? Het kost me twee uur ploeteren om een brede bosweg te bereiken. De striemende regen maakt een kleine pauze en ik kan snel mijn locatie bepalen. Verdorie, deze weg brengt me wel terug naar de Donau, maar dat kost me nog ruim een uur extra. Doorweekt, verkleumd en uitgeput bereik ik het gasthof in Mitterarnsdorf. Nog voor ik me aanmeld bij de receptie, lacht de eigenaar me toe: “Onze sauna staat klaar, meneer!” Sauna, wat maakt dat klein woordje me instant blij!
Wijn en abrikozen
Achter een Donaubocht verschijnen plots keurige wijngaarden. Op elk mogelijk stukje staan kaarsrechte rijen wijnranken geplant. De schattige dorpjes lijken weggelopen uit een sprookjesboek. Enkel de Rodes Tor past niet in deze idylle. In de Dertigjarige Oorlog kleurde deze stadspoort meermaals bloedrood door de hevige gevechten. Gelukkig is het bloed weggespoeld en levert deze plek vandaag een vredevol uitzicht op het dorp en de wijngaarden. Als de lokale bedrijvigheid niet draait om wijn, nemen de abrikozen het over. In een dorpswinkel sta ik verbaasd te kijken naar het brede gamma drank en zoetigheden op basis van de Wachause Marillen. Bij Krems verlaat ik de Donau en klim naar de abdij Göttweig. Op een hoge uitstekende rots domineert ze de hele regio. De abdij bezit een hele reeks wijngaarden en produceert een genietbare witte wijn. Ik krijg een eenvoudige kamer in het oude oblatengebouw. Na de laatste tonen van de vespers gaat de abdij op slot. Een immense stilte valt over de eeuwenoude gebouwen en de schaars verlichte binnenkoer. Ik nip met kleine teugen van mijn beker abdijwijn, terwijl ik de duizenden lichtjes beneden in de vallei bewonder. Jammer dat de vleermuizen, die over mijn hoofd zoeven, dit nooit kunnen zien.
Mozartkugeln
De laatste 100 km plan ik over de Jakobsweg. Al snel merk ik dat de gele schelpen enkel de richting van Compostela aanduiden. Bij elk kruispunt moet ik gissen en gokken van waar de route komt. Ik vind een oplossing bij de Jeruzalemweg, die de tegenovergestelde richting uit gaat. Na al het natuurschoon en cultuurgeweld valt het Wienerwald wat slapjes uit. Het mooie weer is definitief uitverkocht en de herfst kondigt zich aan. Door dichte mist en kille regenbuien loop ik de laatste etappes een beetje in mineur uit. De drukke verkeerswegen rond Wenen kan ik vermijden door een pad langs de rivier Wien. Dwars door de tuinen van Schloss Schönbrunn ga ik verder tot het oude
Het meest impressionante gebouw is de abdij van Melk. Een vredevol uitzicht door de Rodes Tor.
centrum. Bij Sacher wring ik me nog net door een lange rij wachtende Sachertort-fanaten, maar bij de Stephansdom blokkeert een men176 mm senzee mijn weg. Via een ommetje langs het Mozarthuis daal ik een laatste keer af naar de
Donau. Een paar kilometer verder stroomt ze gezapig Slowakije binnen. Bij de chocolatier koop ik een zakje Mozartkugeln, die Amadeus zelf nooit geproefd heeft. Maar wat maakt het uit in deze zoete hoofdstad vol muziek en cultuur? Onder een grote afbeelding van ‘De kus’ van Klimt, zet ik me op een bank. Ik zet het Requiem van Bruckner op, laat de eerste kugel in mijn mond glijden en tuur naar de Donau. Schön, sehr schön und süb, sehr süb!
PRAKTISCHE INFO
Passau
0 10 20
Zwettl Eggenburg
Engelszell Oberanna Donau
Inn Schlögener Blick Ottersheim
Aschach Schaunberg
km
Pöstlingberg Linz
Enns Mauthausen
Rodes Tor Mitteransdorf
Maria Taferl Burg Clam
Krems
Höher Stein Göttweg
Mehrnbach
Op Weg 2022
Traun
St.-Florian Enns Donau
Amstet
Melk
Aggstein SchönbuhelTraisen Hollabrunn Mistelbach
Donau Korneuburg
Wienerwald Schönbrun
Wenen
In 20 etappes stapte ik van de Duitse grensstad Passau dwars door de regio’s Opper- en NederOostenrijk naar Wenen, met de Donau als trouwe gids. Daarvoor gebruikte ik trajecten van de Donausteig, de Weitwanderweg Nibelingengau, de Weitwanderweg Wachau, de Jakobsweg en de Jeruzalemweg, aangevuld met eigen improvisatie. Dat gaf een totaalafstand van 562 km. Een lijst met gebruikte kaarten en overnachtingsplekken vind je in de extra info in onze artikeldatabank.
ONLINE
INFO FOTO’S