8 minute read
FIETSREPORTAGE | Oostenrijk, Slowakije Hongarije
Fietsbrug bij het buitenrijden van Wenen richting Orth.
Langs de Donau van Wenen naar Budapest
Als startplaats kozen we voor Klosterneuburg, zo’n 10 km voor Wenen. Omdat overnachten er goedkoper is dan in de Oostenrijkse hoofdstad en omdat we onze auto met een gerust gemoed een weekje bij het hotel mogen achterlaten.
Æ Tekst en foto’s Bart Vercruyssen
Sisi en Sachertorte
Na een stevig ontbijt maken we fietsen en bagage klaar en zijn we weg. Het is nog een tweetal kilometer dalen tot we de Donauradweg oppikken. In de toeristische dienst van Klosterneuburg halen we nog snel een fietskaart van Wenen. Daarop zien we dat we tot vlak voor de stad het Donaukanaal moeten volgen om dan over een brug op de ringweg terecht te komen. Wenen is een uiterst fietsvriendelijke stad: de ringweg heeft aan twee kanten een zeer breed fietspad waarop je in beide richtingen mag rijden. We kijken eerst uit naar het Stadhuis en de Burg. Aan de ingang bekijken we foto’s van de Spaanse Ruiterschool en het museum van Sisi. Wat verderop staan het operagebouw, bekend van het nieuwjaarsconcert, en Hotel Sacher, van de beroemde ‘Sachertorte’. Vooraleer we het centrum van Wenen verlaten, rijden we nog langs het indrukwekkende Hundertwasserhaus en stoppen we in het Praterpark bij het pretpark met het beroemde reuzenrad. Uiteindelijk belanden we weer bij de Donau. Via het Donaueiland – met naaktstrand – rijden we Wenen uit en via een dijk belanden we in het dorpje Schönau. Bij het binnenrijden hebben enkele pientere mensen een drankgelegenheid
Siësta met het Hongaarse parlementsgebouw op de andere oever van de Donau.
opgezet, een ideale plek om onze dorst te lessen. Een reclamebord van een B&B met zwemvijver trekt onze aandacht en in Orth is het logisch om eerst daar te gaan kijken. De B&B zelf blijkt basic maar de zwemvijver is super, want mede door het rondrijden in Wenen hebben we 60 km in de benen.
Het IJzeren Gordijn over
Omdat de kaart aangeeft dat het eerste deel van de dag heel lang op een dijk loopt, kiezen we voor een alternatieve, hopelijk meer gevarieerde route. Daarvoor moeten we wel een veerpont nemen naar de andere oever en een stevige klim verteren naar Haslau. Maar éénmaal over de grote weg en de spoorweg belanden we waar we moeten zijn: op EuroVelo 6. In Regelsbrunn houden we even halt voor een drankpauze en bij het buitenrijden van Petronell zien we de restanten van een Romeinse triomfboog uit de 4de eeuw. De Donau maakt een bocht naar links maar het fietspad gaat naar rechts, richting de enige grensovergang in de regio ten tijde van het IJzeren Gordijn. Eens in Slowakije staan we via een fietstunnel al snel in de hoofdstad van het land. Na een kort stukje langs de Donau rijden we meteen de autovrije zone van Bratislava in. Gelukkig botsen we op een infostandje en kan een jongeman ons in perfect Engels de weg tonen naar ons hotel. Dat blijkt niet echt voorbereid om fietsers te ontvangen, maar een veilige plek voor onze fietsen is snel gevonden. Met 53 km op de teller is het alweer heerlijk om snel het verfrissende water van het zwembad op te zoeken. Tijdens onze avondwandeling is het meteen duidelijk dat Bratislava volop aan het moderniseren is.
Centrum links en centrumrechts
Doel vandaag is Mosonmagyarovar. Bij de eerste lezing doen we dat per lettergreep, maar er blijkt ook een Duitse naam te bestaan: Wieselburg-Altenburg. Voor onze eigenlijke start nemen we nog een paar foto’s aan het standbeeld van Hans Christian Andersen, de Deense sprookjesschrijver die hier een jaar verbleef. Er wordt gefluisterd dat er weinig andere standbeelden in Bratislava staan, omdat de stad zelf geen bekende inwoners heeft. We rijden een heel stuk langs de Donau en merken plots een bord met daarop Rajka (in het Duits Ragendorf). We zijn in Hongarije zonder het te weten. In het dorp zelf kopen we een gekoelde verfrissing en moeten we een beetje zoeken naar de EuroVelo 6. We nemen de grote weg richting Mosonmagyarovar en gelukkig is er buiten het dorp een gescheiden fietspad. Omdat op haar oevers een overstromingsgebied gelegen is, moeten we een eind wegblijven van de Donau. Bij het binnenrijden van Mosonmagyarovar zien we bordjes staan met daarop ‘centrum naar links’ en ‘centrum naar rechts’. Navraag bij andere fietsers – waarvan er ééntje zeer goed Engels spreekt – leert ons dat deze gemeente een fusie is en dat Moson naar links is en Magyarovar naar rechts. Ook de samengestelde Duitse naam is meteen verklaard. De hulpvaardige fietser geeft ons nog enkele tips voor overnachtingsplaatsen en zo komen we terecht in Hotel Minerva. Het avondmaal is voor een ongelooflijk goedkope prijs een feestmaal.
Vernevelaar
Omdat Györ de derde grootste stad van Hongarije is, hebben we vorige avond al een overnachtingsplaats gezocht en gevonden. De route brengt ons over rustige wegen langs kleine dorpjes en velden vol zonnebloemen. Heel lang duurt dit niet want we komen terug op de relatief drukke weg naar Györ, gelukkig wel met gescheiden fietspad. We logeren op wandelafstand van het centrum en verkennen de stad nog wat. Tot onze verwondering komen we een Belgisch café tegen met vele Belgische bieren. En dan is er nog een klein vliegtuigje dat zeer laag over het centrum vliegt en steeds maar terugkomt. Het blijkt een manier te zijn om water te vernevelen en zo de hitte draaglijker te maken. Veel hebben we er niet van gevoeld, het bleef nog lang zeer warm. ’s Anderendaags fietsen we terug richting Donau,
Veerpont tussen het Donau-eiland en Szentendre. De brug over de Donau in Esztergom.
want die hebben we de laatste twee dagen niet veel meer gezien. Bestemming is Komarom in Hongarije of Komarno in Slowakije. Beide dorpjes zijn slechts door de stroom gescheiden. Onderweg missen we een afslag waardoor we plots bij het einde van het gescheiden fietspad komen. Via een onverharde weg vol putten en kuilen raken we terug op het juiste spoor en langs rustige, mooie wegen bereiken we onze eindbestemming. Logeren doen we volgens de dienst voor toerisme best aan de Hongaarse kant.
Hongaarse hamburger
Vanaf hier loopt EuroVelo 6 langs beide zijden van de Donau, maar de toeristische dienst vertelde ons dat de Slovaakse kant voor het eerste gedeelte het mooist is. Dus steken we de stroom over om op de dijk te fietsen. Het is een prachtig traject, soms verhard en soms ook onverhard. Later rijden we door een bos weg van het water. Omdat we willen overnachten in de cultuur-historische stad Esztergom moeten we nog terug naar de Hongaarse oever. In een sportstadion vlakbij ons logement vindt echter een rockfestival plaats en we liggen tot een stuk in de nacht mee te shaken. Ook de volgende dag zullen we enkele keren van oever wisselen. De eerste keer doen we dat met een veerpont waarop ook auto’s overgezet worden. Aan de andere kant wacht ons een mooi fietspad tot in het dorpje Zebegeny, inclusief prachtig zicht op een mooie bocht van de Donau. Tot Nagymaros blijven we de hele tijd langs het water. Vlak voor de middag trekt de hemel dicht en kunnen we gelukkig schuilen op een strandje met eetkraampjes. We koppelen het nuttige aan het onaangename en eten daar een echte Hongaarse hamburger! Na een halfuurtje is het onweer voorbij en
kunnen we door. Verderop splitst de Donau en we willen een stukje fietsen op het grote eiland dat doorloopt tot vlak voor Budapest. Met veel handgebaren slaagt een Hongaar zonder kennis van andere talen dan zijn moedertaal erin ons in Alsogöd tot bij het veerpont te loodsen. Aan de overkant is de oever steil en we zigzaggen naar boven. Op het eiland is de aanduiding naar het volgende veer gelukkig beter. Dat brengt ons onmiddellijk naar het centrum van Szentendre.
Buda en Pest
Om zeker te zijn van een slaapplaats vanavond reserveren we al een plekje in de Hongaarse hoofdstad. Gelukkig maar, want dat zorgt voor meer zekerheid bij het binnenrijden van de miljoenenstad. Zo weten we ook meteen op welke oever we moeten zijn: in Buda of in Pest. In Bekasmegyer nemen we nog een paar leuke foto’s van leuke standbeelden. Eens in Budapest moeten we van de rechter- naar de linkeroever en dat is met de fiets geen sinecure want de bruggen zijn enkel voorzien op auto’s en voetgangers. Maar eens aan de overkant zijn we snel op de juiste weg naar ons hotel. Dat ligt een beetje buiten het centrum maar niet zo ver van het treinstation waar we morgen de trein terug naar Wenen nemen. Ook in dit hotel is men verwonderd vier fietsers te zien, maar men maakt onmiddellijk een lokaaltje vrij waar de fietsen kunnen blijven staan tot morgen. Na een welgekomen duik in het zwembad toont een hop-on hop-off bus ons de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad en ’s avonds volgt nog een boottochtje op de Donau. Met een fantastisch zicht op de beide verlichte oevers van de machtige stroom beëindigen we onze fantastische fietstrip.