7 minute read
De intense schoonheid van Bijbelse poëzie
HENK STOORVOGEL
In de serie over drie literaire stijlen in de Bijbel, deze keer deel 2: de poëzie van Gods woorden. Aan de hand van Psalm 113 ontdekken we hoe poëzie verwoordt wie God is.
Bij Bijbelse poëzie wordt gebruikgemaakt van de beste woorden - in de beste structuur - voor de grootste betekenisrijkdom. Daarbij gaat het niet alleen om technieken om zaken mooi en overtuigend te zeggen, maar ook om een visie op de werkelijkheid. Het is subtiel, gelaagd en op talloze wijzen met elkaar verbonden. Bijbelse poëzie verbindt de emotionele belevingswereld met de weergave van de realiteit.
Deze intense wijze van communicatie wordt in de Bijbel veel gebruikt. Denk aan Bijbelboeken als de Psalmen, Spreuken, Hooglied en Prediker, maar ook een groot deel van de profetische geschriften is in poëzie geschreven. Het vergt enige oefening om de Bijbelse poëzie op waarde te leren schatten. Om je op weg te helpen wil ik enkele van de meest voorkomende technieken die Bijbelse poëzie kenmerken met je delen, en illustreren aan de hand van Psalm 113. Deze korte psalm bezingt in slechts negen verzen de ontzagwekkende grootheid van God. De dichter heeft vorm en taal gezocht om zo compact mogelijk zoveel mogelijk te zeggen over God. Daarbij zijn drie technieken te onderscheiden.
• DYNAMISCH PARALLELLISME Een stelregel in Bijbelse poëzie is dat er betekenis wordt gecreëerd door twee zinnetjes op elkaar te laten volgen die elkaar versterken of aanvullen. De zinnen lopen parallel: ze lijken veel op elkaar, en tegelijk zit er dynamiek in: ze werken op elkaar in. Neem bijvoorbeeld de eerste regels van Psalm 113:
Beide zinnen lijken op het eerste gezicht hetzelfde te zeggen, maar doen dit bij nadere lezing niet. De eerste zin roept de dienaren van God op om te gaan
loven. Dat is mooi. Het is alleen nog niet duidelijk wie of wat ze moeten loven. Moeten ze gaan juichen voor Ajax of voor Feyenoord? Daarom geeft de tweede regel beslissende aanvullende informatie: Looft de naam van God!
Door op deze manier te spelen met taal gebeuren er verschillende dingen:
1. De dienaars die in de eerste regel genoemd worden, neem je als lezer automatisch mee in regel 2. Dit noemen we met een moeilijk woord de techniek van de ellips: een woord wordt één keer genoemd, maar werkt verschillende keren door.
De betekenis van regel 2 luidt in onze hoofden:
Looft, dienaars van de Ene, de naam van de Ene! 2. Door de beide regels net een andere lading mee te geven, ontstaat er een speelsheid en schoonheid in taal. Daardoor krijgt de betekenis tijd en ruimte om dieper in ons systeem in te dalen, dan wanneer de oproep rechttoe rechtaan in proza zou zijn gegeven.
Psalm 113 hangt van dynamisch parallellisme aan elkaar. Een ander voorbeeld is vers 4:
Boven alle volkeren is verheven de Ene, Boven de hemelen zijn glorie.
In de eerste regel is God al héél hoog verheven, namelijk bóven álle volken. Kan iemand nog groter zijn dan dat? Ja dus, want de tweede regel gaat er weer overheen: niet alleen is God verheven boven de volken, maar zelfs bóven de hémelen! Opnieuw maakt het vers gebruik van ellips: ‘is verheven de Ene’ speelt zowel een rol in de eerste als in de tweede regel.
• SCHERPE WENDINGEN Meestal vindt er na elke twee of drie verzen een scherpe wending plaats. In Psalm 113 neemt de dichter ons mee langs een panorama dat alle elementen van het heelal omvat:
- Vers 1 en 2 bevatten de oproep om de naam van de Heer te loven, van nú tot in álle eeuwigheid. De dimensie van tijd en eeuwigheid wordt geopend. - Vers 3 en 4 doen de camera zwenken van oost naar west en van zuid naar noord: van waar de
zon opkomt, tot waar zij ondergaat en van de aarde tot bóven de hemelen. In twee scherpe wendingen vult de dichter alle dimensies van tijd en ruimte met de aanwezigheid van God. - Vers 5 en 6 vormen de kern van de psalm, met de grote vraag: Wie is als de Ene, onze God? - En vanaf vers 7 zwenkt de camera dan scherp naar beneden, om in te zoomen op de mensen, zowel armen als rijken, zowel mannen als vrouwen.
• STRUCTUREN VAN INTENSIVERING Dit is nog zo’n fascinerende techniek die een grote betekenisrijkdom aan de gedichten in de Bijbel geeft. Een van de manieren waarop de psalmdichters dat doen, is door woorden en thematiek te herhalen, of juist weg te laten. Een voorbeeld uit Psalm 113 is het gebruik van de naam van God: ‘Ene’. In de eerste wending wordt Gods naam drie keer genoemd (vers 1-2), in de tweede wending wordt zijn naam twee keer genoemd (vers 3-4), in de derde wending één keer (vers 5-6) en in de laatste wending geen enkele keer (vers 7-9). Daarmee spreekt de dichter tot ons: ‘De God die de dimensies van tijd en ruimte vúlt is het waard om te worden geprezen. Temeer omdat zijn handelen de geringste mensen op aarde ráákt en zégent (vers 7-9), ook al koppelen zij het geluk dat hun ten deel valt niet aan de naam van God. Hij werkt in het verborgene en zegent zo vaak vanuit de anonimiteit. En daarom, dienaars van de Ene, LOOFT HEM’.
) Ga het nu eens zelf ontdekken. Lees Psalm 1 en schrijf op wat je herkent.
Dit was een vingeroefening in het lezen van Bijbelse poëzie. Naast bestuurslid van Opwekking is Henk Stoorvogel oprichter van het Sermon Movement Center, waar sprekers worden getraind in het interpreteren van de Bijbelgenres en het krachtig spreken vanuit Gods Woord. Meer info: www.sermonmovementcenter.nl
COLUMN
IK GA OP REIS EN NEEM MEE
In deze column vertelt Tirza Keesmaat over een christelijk echtpaar dat moest vluchten uit Afghanistan, het land dat bovenaan de ranglijst christenvervolging staat.
Als er geen coronakink in de kabel komt, mag ik weer op reis. Het eerste noodzakelijke attribuut, de koffer, ligt al op een logeerbed en zo nu en dan doe ik er iets in wat beslist mee moet. Dat wordt wikken en wegen, en vooral dat laatste, want de grens van 23 kilo is zo bereikt wanneer je onderweg ook wat wilt uitdelen.
Deze week kwam de gebedsbrief van een Afghaans evangelistenechtpaar binnen dat we al een aantal jaren ondersteunen. Deze mensen hebben ook moeten wikken en wegen voor hun vertrek, maar daarbij vallen mijn 23 kostbare kilo’s volledig in het niet. Pa en ma allebei een rugzakje, de een met een peuter en de ander met een kleuter op de arm, en dat is het dan.
VERDACHT Wat is samen met de koffer het belangrijkste? Een paspoort natuurlijk. Maar dat valt af, want ze hebben geen geldig paspoort meer en hun kinderen zijn helemaal niet geregistreerd. Zodra je een paspoort aanvraagt, loop je in de gaten. Dus heel ver zullen ze niet komen. Waarvan akte – gestrand in een buurland.
Een bankpasje of creditcard heeft in hun geval ook al weinig zin. Veel geld hebben ze sowieso niet en de Afghaanse tegenhanger van onze ING-bank, een van de wat betrouwbaardere lokale geldschieters, is in handen van de nieuwe machthebbers. Wil je een flinke som opnemen, dan ben je meteen verdacht. Illegale wisselaars zijn er te over, maar wie kun je vertrouwen? Een vluchteling is een gemakkelijke prooi.
Mijn geliefde NIV-studiebijbel ligt al klaar, maar ook die kunnen zij niet meenemen. Veel te zwaar en veel te opvallend. Gelukkig haalt hun mobieltje het wel, en daar staat ook hun bijbel op. Het is niet veel, maar het is iets.
VOETBAL Ten slotte tel ik de reisdagen. Zoveel dagen, zoveel paar sokken, zoveel T-shirts, zoveel shampoo. Wat een luxe! Onze Afghanen stoppen wat kleding en wat eten in hun rugzak, en dat is het. Het moet dragelijk blijven. En toch klinkt er hoop door in hun gebedsbrief. Ze zijn niet bij de pakken gaan neerzitten – die ze ook niet hebben – maar hebben meteen een voetbal en een basketbal aangeschaft. Eerlijk gezegd staat dit nu net niet op mijn lijstje. Op allerlei zendingsreizen heb ik al gereedschap, kleurpotloden, ballonnen en paracetamol meegesjouwd, maar een voetbal en een basketbal? Je moet er maar op komen. Paulus mag dan in een tijd van Griekse sportverheerlijking schrijven dat de oefening van het lichaam tot weinig nut is, maar sport verbroedert ook. Dat heeft onze broeder goed begrepen. In een paar maanden tijd heeft hij al drie voetbalteams en een basketbalteam met tieners en jongeren die ook allemaal gevlucht zijn. Er is zelfs een meisjesteam bij!
Wekelijks spelen ze hun trauma’s eraf, leren op elkaar vertrouwen en samenwerken. De teamgeest groeit. En die geest mag inmiddels ook met een hoofdletter. Want bij sporten hoort pauze, bij pauze hoort thee met gesprekken. Gevolgd door nog meer thee bij de ouders en nog meer gesprekken. De eerste kringen zijn een feit.
Deze reizigers hadden maar een schamele rugzak, maar hun geestelijke bagage mag er zijn.
Tirza Keesmaat is werkzaam voor zendings- en hulporganisatie ORA en schrijft hierover wekelijks een mail onder de noemer ‘Citaat van de week’. •