Deints schoneid anv
Bijbelse
poëzie HENK STOORVOGEL
In de serie over drie literaire stijlen in de Bijbel, deze keer deel 2: de poëzie van Gods woorden. Aan de hand van Psalm 113 ontdekken we hoe poëzie verwoordt wie God is. Bij Bijbelse poëzie wordt gebruikgemaakt van de beste woorden - in de beste structuur - voor de grootste betekenisrijkdom. Daarbij gaat het niet alleen om technieken om zaken mooi en overtuigend te zeggen, maar ook om een visie op de werkelijkheid. Het is subtiel, gelaagd en op talloze wijzen met elkaar verbonden. Bijbelse poëzie verbindt de emotionele belevingswereld met de weergave van de realiteit. Deze intense wijze van communicatie wordt in de Bijbel veel gebruikt. Denk aan Bijbelboeken als de Psalmen, Spreuken, Hooglied en Prediker, maar ook een groot deel van de profetische geschriften is in poëzie geschreven. Het vergt enige oefening om de Bijbelse poëzie op waarde te leren schatten. Om je op weg te helpen wil ik enkele van de meest voorkomende technieken die Bijbelse poëzie kenmerken met je delen, en illustreren aan de hand van Psalm 113.
36
Deze korte psalm bezingt in slechts negen verzen de ontzagwekkende grootheid van God. De dichter heeft vorm en taal gezocht om zo compact mogelijk zoveel mogelijk te zeggen over God. Daarbij zijn drie technieken te onderscheiden.
• DYNAMISCH PARALLELLISME Een stelregel in Bijbelse poëzie is dat er betekenis wordt gecreëerd door twee zinnetjes op elkaar te laten volgen die elkaar versterken of aanvullen. De zinnen lopen parallel: ze lijken veel op elkaar, en tegelijk zit er dynamiek in: ze werken op elkaar in. Neem bijvoorbeeld de eerste regels van Psalm 113:
Looft, dienaars van de Ene, Looft de naam van de Ene! Beide zinnen lijken op het eerste gezicht hetzelfde te zeggen, maar doen dit bij nadere lezing niet. De eerste zin roept de dienaren van God op om te gaan