4 minute read
Bijbelstudie - Kees Goedhart
Laat je reinigen van melaatsheid
Kees Goedhart
Melaatsheid, ook wel huidvraat genoemd, wordt in verband gebracht met onreinheid. Daarom moest de melaatse naar de priester gaan en niet naar een dokter. Het gaat niet alleen om genezing, maar om reiniging.
Leviticus 13:2 spreekt over ‘een zwelling, uitslag of een lichte plek.’ Deze drie woorden hebben meer dan een letterlijke betekenis. Zo spreekt een ‘zwelling’ van hoogmoed, van opgeblazen zijn. Hoogmoed is de kern van heel veel zonden. Zelfs de kennis van Gods Woord kan mensen trots maken (zie Jezus’ gelijkenis in Lukas 18:11-12). In 1 Korinthe 8:1 lezen we: Kennis maakt verwaand (opgeblazen, NBG); alleen de liefde bouwt op.
Een ‘uitslag of zweer’ kan duiden op een oude wond. Misschien heeft iemand je onrecht aangedaan en heb je dat nooit echt vergeven. Je loopt rond met oude bitterheid (vergelijk Hebreeën 12:15), en de kiem daarvan kan steeds ergens opkomen, net zoals een zweer bij een melaatse.
‘Een lichte plek’ spreekt over het genieten van zonde of er voordeel van hebben. Satan liet aan Eva ‘een lichte plek’ zien. De levensboom was mooi en de vrucht begeerlijk om van te eten. De duivel doet nog steeds zijn best om ook ons te
Melaatsheid, een veelgenoemde ziekte in de Bijbel, is niet alleen een vreselijke ziekte, maar wordt ook gebruikt als beeld voor de zonde.
Het begin van melaatsheid is net als het begin van zonde toelaten in je leven. Het lijkt op het eerste gezicht niet alarmerend, maar tast uiteindelijk vrijwel elk deel van het lichaam aan en kan zelfs dodelijk zijn. Dat geldt ook voor de zonde, die iemands geest, ziel en lichaam aantast, met als einde de dood (Romeinen 6:23). Het kwaad van de zonde zit zelfs nog dieper dan de huid. In Jeremia 17:9 staat: Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen?
Onreinheid
In Leviticus 13:1-3 zegt de Heer: Als iemand een zwelling, uitslag of een lichte plek op zijn huid heeft die kan wijzen op een huidziekte die onrein maakt (HSV: die tot de ziekte van de melaatsheid kan leiden), moet hij naar de priester worden gebracht, (…) die de aandoening moet bekijken. Als de priester vaststelt dat het haar op de aangetaste plek wit geworden is en de plek diep in de huid ligt, moet hij de persoon in kwestie vanwege die ziekte onrein verklaren.
Laat je reinigen van melaatsheid
verleiden – maar dat leidt altijd tot onreinheid en uiteindelijk de dood. Hebreeën 3:13 waarschuwt daarom: …opdat niemand van u door zonde verleid wordt en daardoor halsstarrig wordt.
Priester
Leviticus 13:2 eindigt met een opdracht: Dan moet hij naar de priester worden gebracht. Kennelijk hing alles af van de beslissing van de priester: hij verklaarde je rein of onrein. De melaatse zelf (of zijn vrienden) hadden geen inspraak. De melaatse kon denken dat het niets te betekenen heeft, maar zijn mening was van geen belang. De priester heeft het laatste woord, zoals Jezus dat nu heeft. Maar let op dat er staat: hij moet worden gebracht. Heb jij wel eens een melaatse bij Jezus gebracht?
De priester neemt er vervolgens de tijd voor (zie Leviticus 13:4-8). De priester nam een bepaalde proeftijd. Na de zondeval van Adam en Eva kregen de mensen ook een (lange) proeftijd. Helaas werden ze steeds melaatser. Uiteindelijk zond God zijn Zoon als verlosser. Hij overwon de melaatsheid! In Lukas 5:12-13 lezen we hoe Jezus een melaatse aanraakt, en zegt: ‘Ik wil het, word rein!’ En meteen verdween zijn ziekte. Jezus zei niet ‘wees genezen’ maar ‘word rein’.
Vogels
In Leviticus 14:1-7 lezen we de voorschriften om een melaatse weer rein te verklaren: Zo iemand moet naar de priester worden gebracht, en de priester moet buiten het kamp onderzoeken of hij van zijn ziekte genezen is. Als dat zo is, moet de priester opdracht geven om voor degene aan wie de reiniging moet worden voltrokken twee levende, reine vogels te halen, en cederhout, karmozijn en majoraan. De ene vogel laat hij slachten boven een met bronwater gevulde aarden schaal. De andere, nog levende vogel moet hij (…) in het bloed van de (…) vogel dopen, en met dat bloed moet hij degene die na herstel van zijn ziekte gereinigd moet worden zevenmaal besprenkelen. Daarna verklaart hij hem rein. De levende vogel moet hij vrijlaten in het open veld.
Heb jij wel eens een melaatse bij Jezus gebracht?
Let op: iemand anders moet de vogels en andere benodigdheden halen. Zelf kon de melaatse dat niet doen. Is dat bij ons ook niet het geval? Jezus moest komen uit de hemel, maar ook die andere ‘vogel’, de Heilige Geest. Om rein te worden verklaard, moest Jezus worden gedood, terwijl de Heilige Geest ons geweldige kracht geeft om in vrijheid van zonde te leven.
Tot en met vers 7 doet de melaatse niets, maar vanaf vers 8 moet hij zelf aan het werk. Lees het maar. Nu hij zelf rein is, moet hij het oude opruimen en zichzelf rein bewaren. Wat een lessen voor ons. Laten we meteen bij de eerste uitslag in actie komen om erger te voorkomen. De Heer zal ons helpen! •