2 minute read

Ik zie, ik zie...

Soms moeten onze ogen worden geopend voor de dingen die zich recht voor ons bevinden. Dat geldt voor praktische maar evengoed voor geestelijke zaken.

“Ik zie mijn leesbril nergens,” roept mijn man vanuit de keuken. “Hij ligt niet op de plank waar hij altijd ligt!” Zo’n schreeuw om hulp, want dat is het in feite, wordt meestal gevolgd door een zeer korte interventie van mijn kant. Eén blik op de genoemde plank blijkt deze keer voldoende, de bril ligt er gewoon. Herkennen jullie dat soort situaties? We kijken wel, maar we zien niet wat we zoeken. “Jullie kijken met je neus,” zou mijn moeder hebben gezegd.

Zacheüs

Ik moet denken aan dat lied Open mijn ogen, ‘k wil Jezus mijn Heer zien (Opwekking 187). Open mijn ogen, dat is een gebed dat voortkomt uit het verlangen om Jezus te zien. Dat verlangen had de rijke Zacheüs ook. Over hem staat geschreven in Lukas 19:3-4, En hij probeerde te zien wie Jezus was, maar het lukte hem niet vanwege de menigte, omdat hij klein van persoon was. En na vooruitgelopen te zijn, klom hij in een wilde vijgenboom om Hem te zien, want Hij zou daar voorbijkomen.

Hij probeerde te zien wie Jezus was, maar er waren belemmeringen. Hij liet zich daardoor echter niet uit het veld slaan en klom hogerop. Zijn zoektocht bracht uiteindelijk Jezus bij hem thuis aan tafel! In het verlangen van Zacheüs zit een belangrijke les voor ons vandaag. Namelijk dat we ons niet moeten laten hinderen door wat tegenzit maar dat we ons juist uit moeten strekken naar Jezus.

Toen een aantal discipelen zag hoe Jezus vlak voor hun neus op wonderlijke wijze veranderde, in het bijzijn van Elia en Mozes nog wel, schrokken zij enorm. Hun eerste reactie was om zich te focussen op allerlei praktische zaken in plaats van op het geestelijke aspect van de gebeurtenis. En dan staat er in Mattheüs 17:8, Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. Ook daarin zit een les voor ons vandaag. Te midden van alle afleiding en onvoorstelbare gebeurtenissen om ons heen zouden we steeds weer onze ogen moeten opslaan om Hem te zien! Niemand anders dan Jezus.

Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen

Als je zo die ooggetuigenverslagen leest, kan je weleens een beetje jaloers worden. Deze mensen zagen Jezus echt, in persoon. Wij zien Hem in zijn Woord, in de daden van mensen die Hem volgen, in de schepping of in wonderen en tekenen die Hij doet. Misschien zelfs wel in een speciale bijeenkomst zoals de Pinksterconferentie waar Hij door zijn Geest aanwezig is. Voelbaar, tastbaar, bijna zichtbaar.

Soms hebben we een duwtje in de rug nodig, in de juiste richting. Soms zijn wij het die dat bij anderen mogen doen, net als de beide Maria's. Toen zei Jezus tegen hen: Wees niet bevreesd; ga heen, bericht Mijn broeders dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen zij Mij zien (Mattheüs 28:10). •

This article is from: