OSCAR LOURENS POSSESSING SPACE
1
OSCAR LOURENS POSSESSING SPACE
CONTENTS INHOUD
6
OSCAR LOURENS AND THE COORDINATES OF EXPERIENCE OSCAR LOURENS EN DE COÖRDINATEN VAN DE BELEVING Gerard Koek
16
AGONGES La Lue AMERSFOORT De Zonnehof APELDOORN Archipel ARNHEM #1 1ste Wijkstraat 7-3 ARNHEM #2 Stationsplein 17-3 ARNHEM #3 Utrechtsestraat 67 BRUGGE #1 Brugse Vrije BRUGGE #2 Korte Vulderstraat 31 NIJMEGEN HOTEL
64 82 88 108 118 124 130 138
144
THE PARADOX OF POSSESSING SPACE DE PARADOX VAN HET RUIMTEBEZIT Jeroen van den Eijnde
156
CURRICULUM VITAE
158
COLOPHON
8
OSCAR LOURENS AND THE COORDINATES OF EXPERIENCE OSCAR LOURENS EN DE COÖRDINATEN VAN DE BELEVING Gerard Koek
9
EXPLORATION AND MAPPING There is nothing so gripping and at the same time so intangible as a first impression: the first glance from a high mountain or the sudden awareness of the harmony of colours. When Petrarca climbs the Mont Ventoux on April 26th of 1336, he is the first to put down in his traveller’s log such an experience ‘for the sake of experience itself’: ‘At first, owing to the unaccustomed quality of the air and the effect of the great sweep of view spread out before me, I stood like one dazed. I beheld the clouds under our feet, and what I had read of Athos and Olympus seemed less incredible as I myself witnessed the same things from a mountain of less fame.’ Petrarca’s view into the distance begets the depth of perception. Similarly, some 300 years later, Newton drilled a hole in a window shutter and caught the incoming light with a prism that showed him separation of sunlight into all the colours of the rainbow. This experiment led to new and far-reaching insights. In both cases, reality is consciously experienced, explored and mapped in a systematic manner. How do we explore the world and the reality around us? For a long time it was simply a matter of putting one foot in front of the other. By walking, every distance eventually becomes proximity. That what lies in the distance and is open to multiple and often contradictory explanations, takes on form and meaning once we get closer to it. This process of clarification seems to be the goal of explorers and cartographers, but for the scientist and artist, it is just the beginning. PASSAGE AND PROGRESS As an artist, Oscar Lourens has maintained his fascination for exploration and discovery and given it a central role in his work. The theme of passage and progress is fundamental in many of his works. In 2004, Oscar Lourens placed a sign with the text LA LUE 629 KM. Numerous others followed, both within the Netherlands and abroad. The network that emerged, indicated the various distances from the signpost to La Lue, the farmstead in Central France that functioned as the network’s centre and focal point. In La Lue, Irma and Henk, friends of the artist, have created their own pleasant world in which they live and work. Oscar Lourens has taken this spot as departure point for a large collection of works. In the elaborate La Lue-project the actuality that constitutes the four buildings of the farmstead is transformed into four card-index boxes. The thousands of paper cards with their razor sharp cuttings of the interior proportions of the buildings enables the spectator to enter the buildings in a different way. The stroll through the buildings now takes the form of fingers running through the cards. In untitled (La Lue - film) from 2002, a 55 minutes journey through the paper card cuttings is projected on the wall, reinstating the sensation of the original, architectural size. The passage is staged through a slow, fluent movement in which the details of the interior space are revealed. The spectator is enveloped in a world of white phases. The cinematic approach, in which experience and suggestion enforce each other within the strict time frame of the film, dissolves this architecture again in the light of the projection. CARTOGRAPHY OF DISCREPANCY This peculiar merging of analysis and suspense is typical for the approach of Oscar Lourens. Suspense, like that of Hitchcock’s films, acknowledges the
10
z.t. (La Lue - film), 2002 Hooghuis, Arnhem, 2004
VERKENNEN EN IN KAART BRENGEN Niets dat zo indringend en tegelijkertijd zo ongrijpbaar kan zijn als een eerste gewaarwording. De eerste blik vanaf een hoge berg of de eerste bewustwording van de samenhang van de kleuren. Wanneer Petrarca op 26 april 1336 de Mont Ventoux beklimt is hij de eerste die zo’n ervaring ‘om de ervaring zelf’ in een reisverslag vastlegt: ‘Eerst stond ik daar als een verdwaasde, overweldigd door de ongewone atmosfeer en het onbelemmerde uitzicht. Ik kijk om me heen; een wolkendek was onder mijn voeten. En nu ik op een minder beroemde berg met eigen ogen zag wat ik gehoord en gelezen had over de Athos en de Olympus, werden die bergen ineens veel minder onwezenlijk voor mij.’ Een blik in de verte krijgt hier de verdieping van een gewaarwording. Dit is ook het geval wanneer zo’n 300 jaar later Newton in een doorboord vensterluik de binnenvallende lichtbundel opvangt met een geslepen prisma en zo het witte licht uiteen ziet vallen in een kleurencirkel op de muur. Dit ongekende beeld opende nieuwe, verreikende, inzichten. In beide gevallen wordt de werkelijkheid hier bewust ondergaan, systematisch verkend en in kaart gebracht. Want hoe verkennen wij de wereld, de werkelijkheid rondom ons? De meest beproefde methode bleef lange tijd toch het plaatsen van het ene been voor z.t. (signpost no. 3), 2004
het andere. In de wandeling wordt iedere verte uiteindelijk nabijheid. Dat wat op afstand nog openstaat voor diverse, dikwijls tegenstrijdige, duidingen neemt eenmaal dichterbij gekomen onvermijdelijk zijn eigen onvervreemdbare gedaante aan. Waar voor de (ontdekkings)reiziger en de cartograaf hiermee het belangrijkste doel lijkt bereikt, blijkt voor de wetenschapper en de kunstenaar dit slechts het startpunt te zijn van weer nieuwe verkenningen. PASSAGE EN VOORTGANG Oscar Lourens heeft als kunstenaar de fascinatie voor de ontdekkingsreis weten te behouden en in zijn werk een permanente plaats gegeven. Het gegeven van passage en voortgang komt in veel van zijn werken terug. In 2004 plaatste Oscar Lourens een bordje met de aanduiding LA LUE 629 KM. Een bordje dat gevolgd zou worden door talloze andere in binnen- en buitenland. Voorzien van wisselende afstandsmaten doemt zo een steeds verder vertakkend netwerk op waarbij het in centraal Frankrijk gelegen La Lue als spil en ijkpunt blijkt te figureren. Dit aldaar gelegen boerderijcomplex, waar zijn vrienden Irma en Henk een aangenaam eigen wereld hebben ingericht waarin wonen en werken op bijzondere wijze samenvallen, heeft Oscar Lourens tot vertrekpunt genomen van een uitgebreid werkcomplex. In het omvattende La Lue-project wordt de werkelijkheid van vier bouwwerken omgezet in evenzovele kaartenbakken. De duizenden kaarten met hun haarscherpe uitsneden van de binnenmaten van de architectuur maken het mogelijk deze plekken op een nieuwe wijze te betreden. De wandeling neemt nu plaats via de vingers en hun gang door de kaartenbak. In z.t. (La Lue - film) uit 2002, wordt via projectie op de wand zelfs een architecturale maat voelbaar en maken we als toeschouwer een 55 minuten durende wandeling door de gebouwen. De voortgang wordt hier zodanig geënsceneerd dat in een trage drempelloze beweging de diverse ruimtelijke details in deze passage worden onthuld. Hierbij gaat de toeschouwer op in een wereld van witte (schijn) gestalten. Deze filmische benadering van de architectuur waarin beleving en suggestie elkaar versterken binnen een strikt tijdskader, laat deze architectuur ook weer oplossen in het licht van de projectie.
11
central role of the spectator. It is the latter who, through active participation, completes the dynamics of the orchestrated suggestion of the film. Even though Oscar Lourens uses methods that seem to originate from the world of architecture or scientific research, Oscar Lourens calls upon a ‘reality beyond’: a reality in which the concepts of ‘measuring’ and ‘understanding’ have a much more complex relation to each other. Looking at Oscar Lourens’ work, it is clear that in each project measurements play a key role. Whether contemplating the Bruges-project (1999), in which on the façade of a public building the surface area in square metres of the rooms behind the windows is written down, or the exhibition ‘Paperworks‘ (Arnhem, 2007) in which his own studio is rebuilt on a 1:1 scale in A3 sheets on a pinewood frame, the measurements are crucial. The exact recreation in paper, wood, cardboard, models and signs of the architectural reality of spaces, volumes, heights and depths, always produce a new reality. It is exactly the distance that emerges between our perception of reality and the exactness of the reproduction of its sizes that typifies his work. It seems as if the goal of Oscar Lourens is to make this tension tangible. One could speak of a ‘cartography of discrepancy’, in which an almost Cartesian poetry emerges between the real object and the artist’s ‘copy’. The accurate translation of an architectural reality into a model duplicate turns out to be a commentary on the physical sensation of space that proofs to be much more plastic than one realised. A return to the locations of our childhood years always creates amazement about the sizes of rooms, hallways or gardens. These deviate considerably from the images engrained in our memories. Likewise, the precise way in which Oscar Lourens translates actual objects to depersonalised quantities like size, rhythm and volume, offers room to the spectator. Hereby, he strips memory of its anecdotal and historical burden and returns it to the spectator as an open and accessible image. THE CONCEPTUAL SPACE With his work, Oscar Lourens places himself in the tradition of conceptual art as it developed from the 1960s onwards. Stanley Brouwn, Hanne Darboven and On Kawara have separated, each in their own unique way, the artwork from the usual sphere of expression and emotion and returned it into the realm of initial awe. The openness in which a child asks questions about the world and reality, but also the scientist’s structured elaboration of such questions, are at the base of this kind of art. For example, the sequence of works in which Stanley Brouwn connects the size of his own footsteps with the uniform metric system reveals a new way of dealing with the phenomenon of ‘a walk’. Whereas from the Romantic period onwards, walking has constituted an individual or philosophical and above all an emotional connection between reality and experience, Stanley Brouwn’s work shows a clash between the crystalline reality of the number and the conflicting sensation of personal experience. In 2003, Oscar Lourens created the publication (in an edition of fifty) portraits of spaces (after stanley brouwn) in which he describes each room in the La Lue farmstead in measurable sizes. The surface area, the square metres and the cubic metres are conscientiously registered. This creates a tangible discrepancy between the objectivity of these measurements and the individuality that each of these spaces nonetheless possesses - a character that is enforced by the title portraits of spaces. The objectivity of the measured sizes is employed to depict the ‘individuality’ or ‘uniqueness’ of the separate rooms.
12
CARTOGRAFIE VAN DE DISCREPANTIE Dit eigenaardige samengaan van analyse en suspense is typerend voor Oscar Lourens’ aanpak. Suspense zoals Hitchcock die ook in zijn films inzette, kent een belangrijke positie toe aan de toeschouwer. Hij is het die vanuit een actief participerende positie de dynamiek van de georchestreerde suggestie in de film vervolmaakt. Ook al maakt hij hier gebruik van methoden van onderzoek en aanpak die eerder afkomstig lijken te zijn uit de wereld van de wetenschapper en de architect, toch roept hij zo een werkelijkheid op die breder lijkt te liggen. Een werkelijkheid waarin de begrippen meten en weten een veel complexere relatie met elkaar aangaan. Dat in ieder werk maten een hoofdrol spelen blijkt overduidelijk. Of dat nu is in het project in Brugge (1999) waar aan de gevel van een openbaar gebouw de oppervlakten in vierkante meters leesbaar zijn aangebracht van de ruimten die zich achter de vensters bevinden. Of in de tentoonstelling ‘Paperworks’ (Arnhem, 2007) waarin zijn eigen atelier schaal 1:1 wordt herschapen in A3 papiervellen op een vurenhouten frame. De minutieuze herschepping van een architecturale werkelijkheid die bestaat uit ruimtes, volumes, hoogtes en dieptes in kaarten, borden, vellen papier en modellen, levert bij Oscar Lourens altijd een nieuwe werkelijkheid op. Het is juist de afstand die blijkt te zitten tussen de exacte maten van deze werken en de werkelijkheid van onze beleving die zijn werk karakteriseert. Het lijkt erop dat Oscar Lourens juist deze tastbare spanning een plaats wil geven. Je zou kunnen spreken van een ‘cartografie van de discrepantie’ waarbij een (cartesiaanse) poëzie vrijkomt tussen de werkelijkheid en zijn in kaart gebrachte ‘dubbel’. De precieze herschepping van een architecturale werkelijkheid in een modelmatig opgezet duplicaat levert vooral een commentaar op de fysieke beleving van ruimte. Deze blijkt veel elastischer te zijn dan we ons realiseren. Een terugkeer naar de locaties van onze kinderjaren roept bijvoorbeeld altijd een verbazing op over de maten van kamers, gangen of tuinen. Ze wijken aanmerkelijk af van de in onze herinnering verankerde beelden. De nauwkeurige manier waarop Oscar Lourens de door hem in kaart gebrachte werkelijkheden vertaalt naar gedepersonaliseerde z.t. (1ste Wijkstraat 1:1), 2007 Paperworks, Essent / Spoorzicht Kunst & Design, Arnhem, 2007
grootheden als maat, ritme en volume biedt ruimte aan de beschouwer. Hij ontdoet hier de herinnering van zijn anekdotische en historische balast en geeft hem als open en toegankelijk beeld terug aan de beschouwer. DE CONCEPTUELE RUIMTE Met zijn werk plaatst Oscar Lourens zich in de traditie van de conceptuele kunst zoals die zich sinds de jaren zestig heeft ontwikkeld. Stanley Brouwn, Hanne Darboven en On Kawara hebben ieder op geheel eigen wijze het kunstwerk onttrokken aan de gangbare expressief-emotionele sfeer en herplaatst in de context van de primaire verwondering. De openheid waarmee een kind vragen stelt over de wereld en de werkelijkheid, maar ook het gestructureerde vervolg dat de wetenschapper hier aan geeft, staan aan de basis van deze kunst. De reeks werken waarin Stanley Brouwn de maat van zijn eigen voetstap in verbinding brengt met het uniforme metrische systeem onthult een nieuwe omgang met het fenomeen ‘wandeling’. Waar sinds de Romantiek het wandelen toch vooral een individuele of filosofische maar vooral emotionele connectie legt tussen werkelijkheid en ervaring, daar wordt in zijn werk juist de botsing in kaart gebracht tussen de kristallijne werkelijkheid van het getal en de daarmee conflicterende sensatie van de persoonlijke ervaring.
13
Numbers play a similar central role in the work of Hanne Darboven. The series, of often hand-written numbers, constitute works of art in which besides the given number also texts, pictures or postcards are used. The systematic accumulation of numbers provides these fragments-of-reality with an element of time. Without settling herself within a mathematical or scientific practise, Hanne Darboven uses those methods. Not only the aesthetic challenge of a systematic approach but also the liberating notion of a system open to time and space confronts every narrow scientific definition. An example is the project Kinder dieser Welt (Stuttgart, 1997). In 222 books she systematically questions the twentieth century by depicting toys with sequences of numbers based on the calendar. Hereby she connects the ‘the child as vehicle of hope’, through toys she collected from all over the globe, with an inevitable temporality. In this confrontation lies an explosive and liberating force. In the work of Hanne Darboven one remains conscious of the principally disrupting power of systematically and persistently asking a seemingly simple question. In a similar fashion to Darboven, Oscar Lourens also uses the intoxication effect of huge quantities to overwhelm the spectator. He also draws upon the aesthetic compelling force of a sequence of works. Even a casual glance on the thousands of paper cut-outs that populate the card-index boxes of the La Lue buildings are testimony to this force. On Kawara’s work is about a positioning in time and space following a strictly systematic approach. Whether considering his Date Paintings, in which the painting is solely the registration of a date in time, or his post cards with the message ‘I got up at’ plus the time he rose from his bed, in all his works he emphasises the inevitable passing of time When he sends telegrams with the message ‘I am still alive’ he does not only answer an unasked question, he also points in a slightly disturbing way to the possibility of the opposite of this remark. The way in which On Kawara, in his project One Million Years (Past) (1969) and One Million Years (Future) (1980) in twenty books, ranks two million years (one million counting down into the past and another million adding up into the future) seems to receive a subtle reply in Oscar Lourens’ untitled (Bibliothèque de l’architecture III) from 2004. In this work, the total area of all the La Lue buildings are laid out in A3 paper sheets, which are bound in thirty-five books. The universal, chronological ordering of Kawara meets the personal filing system of Oscar Lourens in which he connects place and space, abstraction and reality all within a single stage, namely the book. ACCESS TO AN INCREMENTALLY GROWING DOMAIN When Oscar Lourens measures the buildings of his choice and transforms them into card-index boxes, models, books or area indications, he also reports about his relation to these locations and buildings. The locations we visit nowadays as consumer or tourist pass us by in increasing speed and, due to the media and internet, in an almost immaterial way. Although we are all able to relive our many, often elaborate visits of faraway places, in the end less and less of it seems to make us pause to contemplate our thinking and acting. In contrast, the work of Oscar Lourens makes his meetings with (architectural) spaces, surface areas and distances very concrete. His work unfolds itself as a domain of experience that accumulates but also deepens over the years. An extending but nevertheless connected totality in which he uses in a
14
portraits of spaces (after stanley brouwn), 2003
In 2003 realiseerde Oscar Lourens in een oplage van vijftig de publicatie portraits of spaces (after stanley brouwn) waarin hij iedere ruimte of kamer in het La Lue-complex benoemt in meetbare termen. De oppervlakte, de vierkante meters en de kubieke meters worden nauwkeurig opgeschreven ter identificatie. Dit levert een tastbare spanning op tussen de objectiviteit van deze maten en de individualiteit die iedere ruimte niettemin representeert, hetgeen versterkt wordt door de titel portraits of spaces. De objectiviteit van de maten wordt hier ingezet om de ‘eigenheid’ of ‘individualiteit’ van iedere kamer in beeld te brengen. Ook in het werk van Hanne Darboven nemen getallen een belangrijke plaats in. De aaneenschakeling van dikwijls handgeschreven getallenreeksen leveren in haar geval werken op waarin naast de genoemde getallen ook tekstdelen, foto’s of postkaarten worden betrokken. De systematische accumulatie van getallen voorziet deze ‘afbeeldende’ werkelijkheidsfragmenten zo van een tijdscomponent. Zonder zich te willen schikken in een mathematische of wetenschappelijke praxis, past Hanne Darboven echter wel methoden toe, afkomstig uit deze bereiken. Niet alleen de esthetische uitdaging van een systematische benadering maar ook de bevrijdende notie van een zich naar tijd en ruimte openend systeem knaagt aan iedere gesloten wetenschappelijke definitie. Een voorbeeld is het project Kinder dieser Welt (Stuttgart, 1997). In 222 boeken ondervraagt ze systematisch de twintigste eeuw middels op de kalender gebaseerde getallenreeksen met afbeeldingen van kinderspeelgoed. Visueel verbindt ze zo ‘het kind’ als drager van hoop, via haar wereldwijd aangeschafte collectie kinderspeelgoed, met een onvermijdelijke temporaliteit. In de confrontatie tussen beide schuilt een explosieve en openende kracht. Met Hanne Darboven blijf je je altijd bewust van de principieel ontregelende kracht die besloten ligt in het systematisch en uitgebreid stellen van een ogenschijnlijk eenvoudige vraag. Net zoals Darboven iedere keer de bijna bedwelmende overdaad van de reeks inzet om de toeschouwer te overrompelen, zo lijkt Oscar Lourens zich bewust te zijn van de esthetische overredingskracht van de reeks. Alleen al een blik op de kaartenbakken en de duizenden vellen papier in zijn werk laat dit zien. Bij On Kawara is sprake van een tijd-ruimtepositionering binnen het kader van een strikte systematiek. In al zijn werken benadrukt hij de onvermijdelijk voortschrijdende tijd, of het nu zijn Date Paintings zijn, waarin het schilderij enkel de drager is van de daarop aangebrachte datum, of de ansichtkaarten voorzien van de mededeling ‘I got up at’, voorzien van de tijd van opstaan. Wanneer hij telegrammen verstuurt, voorzien van de mededeling ‘I am still alive’ geeft hij niet alleen antwoord op een niet gestelde vraag, maar hij wijst zo ook op licht ontregelende wijze de ontvanger op de mogelijke keerzijde van deze mededeling. De wijze waarop On Kawara in zijn project One Million Years (Past) (1969) en One Million Years (Future) (1980) in twintig gebonden boeken tweemaal een miljoen jaartallen uit het verleden en de toekomst bijeenbrengt lijkt een subtiel antwoord te krijgen in het werk van Oscar Lourens z.t. (Bibliothèque de l’architecture III) uit 2004. Hierin wordt de totale oppervlakte van alle bouwwerken van La Lue omgerekend naar tweezijdige A3 vellen en gebonden z.t. (Bibliothèque de l’architecture III), detail, 2004
in vijfendertig boeken. De universeel gerichte chronologisch-historische verslaglegging van Kawara ontmoet hier een persoonlijke verslaglegging waarin
15
remarkable way the ‘pure’ and detached method of describing, whereas he actually debarks is on a very personal journey of exploration. Combining the wonder that typifies both the child and the explorer with the systematic precision of the scientist, Oscar Lourens makes art out of the sites that come across his path. The results are highly material works of art that direct our views to the elusive experiences connected to them and that confront us in such a charming way with the coordinates of experience.
16
Lourens plaats en ruimte, abstractie en werkelijkheid binnen ‘het boek’ als podium laat samenvallen. DE TOEGANG TOT EEN STAPSGEWIJS GROEIEND DOMEIN Wanneer Oscar Lourens de door hem bezochte en uitgekozen gebouwen opmeet en omzet in kaartenbakken, maquettes, boeken of oppervlakteaanduidingen, dan brengt hij zo ook verslag uit van zijn relatie tot deze locaties en gebouwen. De plekken die wij vandaag de dag als consument en toerist bezoeken, passeren in een steeds toenemende omloopsnelheid waarbij de media en internet onze reizen in een welhaast immaterieel bereik trekken. Ook al kan tegenwoordig iedereen terugblikken op een divers en uitgebreid bezoek van dikwijls ver gelegen plaatsen of ‘sites’, op de keper beschouwd blijft er steeds minder hangen dat daadwerkelijk ons denken of handelen lijkt te beïnvloeden. De werken van Oscar Lourens daarentegen concretiseren zijn ontmoetingen met (architectonische) ruimtes, oppervlaktes en afstanden. Zijn werk ontvouwt zich zo als een door de jaren heen accumulerend belevingsdomein. Een uitdijend maar niettemin verbonden totaal waarbij hij op wonderlijke wijze een zuivere, onthechte methode van beschrijven centraal stelt waar het in feite een persoonlijke ontdekkingstocht betreft. Vanuit de verwondering van het kind en de ontdekkingsreiziger, maar met de systematische precisie van de wetenschapper weet Oscar Lourens zijn kunstenaarsschap zo te verbinden met de dagelijkse zaken die zijn pad kruisen. Het is vanuit deze hoogst materieel ogende werken dat onze blik wordt gericht op de ongrijpbare belevingen die er onlosmakelijk mee verbonden zijn en die de toeschouwer zo op innemende wijze confronteert met de coördinaten van de beleving.
17
In central France lies the farmstead of La Lue.
In het midden van Fankrijk ligt de boerenhoeve
On the 7 hectares of the estate four buildings
La Lue. Een compact geheel van 7 hectare met
(two houses and two stables) are situated with
daarop vier gebouwen (twee woonhuizen en
a total of thirty-five rooms. From 1999 onwards,
twee schuren) met in totaal vijfendertig kamers
Oscar Lourens has been measuring all interior
en ruimten. Sinds 1999 is Oscar Lourens bezig
spaces. Length, width and height, the positions
alle binnenruimten op te meten. Lengte, breedte
of the windows and doors and the thickness of
en hoogte, posities van ramen en deuren en
the walls were measured meticulously and
diktes van muren zijn minutieus opgemeten en
written down in notebooks.
in werkboeken genoteerd.
The central living unit with its massive walls
Het centrale woonhuis met zijn dikke, mas-
dates from 1780. The house was enlarged with
sieve muren dateert uit 1780. In 1890 en 1970
extensions on both the left and the right-hand
zijn respectievelijk links en rechts stukken
side of the building in 1890 and 1970 respec-
aangebouwd, waardoor zes ruimtes met dun-
tively, adding six rooms with thinner walls.
nere muren aan het huis werden toegevoegd.
In Oscar Lourens’ first work, untitled (La Lue I)
In het eerste doek, z.t. (La Lue I) (1999), zijn de
(1999), the geometric characteristics of the
meetkundige karakteristieken van dit woonhuis
house have been laid down. Later, the floor
vastgelegd. Later zijn de plattegronden van alle
plans of all individual rooms were used to
ruimten gebruikt voor een serie van eenender-
create a series of thirty-one works (2002).
tig doeken (2002).
Subsequently, the interior was mapped both
Vervolgens is de binnenruimte letterlijk en
in a literal and figurative sense. In thousands
figuurlijk in kaart gebracht. In duizenden vellen
of paper sheets the interior space was cut out
papier is de ruimte uitgesneden en verzameld
and collected in a card-index box.
in kaartenbakken. Om de beslotenheid en
To obviate the seclusion and inaccessibility of
ontoegankelijkheid van een kaartenbak te
the card-index box, the paper cut-outs were
ondervangen, zijn alle uitgesneden vellen ook
subsequently photographed and ordered to
gefotografeerd en achter elkaar gemonteerd
form a film. Projected on a wall, the film makes
tot een film. Geprojecteerd op de muur wordt
the architecture of La Lue accessible and
de architectuur van La Lue toegankelijk en
comprehensible to the spectator.
inzichtelijk gemaakt.
In various works collectively entitled Biblio-
In de verschillende werken met als titel Biblio-
thèque de l’architecture all the spatial data
thèque de l’architecture zijn alle gegevens van
of La Lue were collected and used. Untitled
La Lue verzameld of gebruikt. z.t. (Bibliothèque
(Bibliothèque de l’architecture I) consists of a
de l’architecture I) bestaat uit een grote
large library cabinet in which the floor plans,
bibliotheekkast waarin de plattegronden,
measurements and codes were varnished
afmetingen en codes met transparante lak op
in its compartments. Untitled (Bibliothèque
planken zijn aangebracht. In z.t. (Bibliothèque
de l’architecture II) collects thousands of A4
de l’architecture II) zijn duizenden vellen A4
paper sheets in files. Together they lay out
papier in ordners verzameld. Samen vormen zij
a full size model of the surface area of the
de complete plattegrond van La Lue op ware
complete farmstead. Untitled (Bibliothèque de
grootte. z.t. (Bibliothèque de l’architecture III)
l’architecture III) is a series of books of A3 size
is een reeks gebonden boeken in A3 formaat,
of which the combined pages form the surface
waarvan de pagina’s tezamen de oppervlaktes
area of the rooms. Each volume corresponds
van de binnenruimten vormen. Ieder deel cor-
with a single room of the farmstead.
respondeert met één ruimte van La Lue.
The geographical location of La Lue has become
La Lue is ook als geografisch punt op de land-
a theme of various works as well. In several
kaart onderwerp van enkele werken geworden.
locations temporarily signposts were placed,
Op diverse locaties zijn tijdelijk wegwijzers
showing the distance to La Lue, which has to be
naar La Lue geplaatst. Zij tonen de afstand
traversed in one’s imagination or with a bird’s-
hemelsbreed, af te leggen in de fantasie of in
eye view. By using carrier pigeons equipped
een vogelvlucht. Met postduiven die zijn voor-
with gps-logger, Oscar Lourens is investiga-
zien van een gps-logger, wordt onderzocht hoe
ting the actual bird’s flight from La Lue to the
die vogelvlucht er in werkelijkheid uitziet.
Netherlands.
18
AGONGES La Lue
19
20
21
22
23
z.t. (La Lue I), 1999 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 70 x 189 x 7 cm
p 18-19 z.t. (wandvitrines 1-6), 2003 primer, plywood, glass, laserprint, colour photograph grondverf, multiplex, glas, laserprint, kleurenfoto 82 x 58 x 12 cm (1x) 58 x 118 x 12 cm (5x) studio view atelieropname
p 20-21 z.t. (wandvitrine 5), 2003 primer, plywood, glass, laserprint, colour photograph grondverf, multiplex, glas, laserprint, kleurenfoto 58 x 118 x 12 cm
24
La Lue
z.t. (La Lue II - 1), 2003 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 64 x 177 x 5 cm z.t. (La Lue II - 2), 2003 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 64 x 177 x 5 cm coll. Bella Flapper, Arnhem studio view atelieropname
La Lue
25
La Lue I - 01 64 x 43 x 5 cm
La Lue I - 08 34 x 50 x 5 cm
La Lue I - 13 71 x 42 x 5 cm
La Lue II - 06 30 x 36 x 5 cm
26
La Lue
La Lue I - 02 71 x 41 x 5 cm
La Lue I - 09 34 x 50 x 5 cm
La Lue II - 01 60 x 56 x 5 cm
La Lue II - 07 56 x 34 x 5 cm
La Lue I - 03 64 x 43 x 5 cm
La Lue I - 04 64 x 51 x 5 cm
La Lue I - 10 71 x 41 x 5 cm
La Lue II - 02 60 x 54 x 5 cm
La Lue II -08 56 x 28 x 5 cm
La Lue II - 09 56 x 54 x 5 cm
La Lue I - 05 30 x 24 x 5 cm
La Lue I - 12 64 x 102 x 5 cm
La Lue I - 11 65 x 44 x 5 cm
La Lue II - 03 22 x 25 x 5 cm
La Lue I - 06 30 x 25 x 5 cm
La Lue II - 04 35 x 25 x 5 cm
La Lue II - 10 56 x 25 x 5 cm
La Lue II - 05 30 x 36 x 5 cm
La Lue II - 11 34 x 36 x 5 cm
La Lue I - 07 15 x 13 x 5 cm
La Lue III - 01 81 x 103 x 5 cm
La Lue III - 03 37 x 38 x 5 cm
La Lue IV - 01 105 x 154 x 5 cm
La Lue III - 02 81 x 190 x 5 cm
La Lue III - 04 44 x 38 x 5 cm
La Lue III - 05 81 x 103 x 5 cm
La Lue IV - 02 105 x 154 x 5 cm
La Lue
27
exhibition view tentoonstellingsoverzicht Oscar Lourens - Das Projekt La Lue Architektur Galerie Berlin - Ulrich Müller, 2006
p 24-25 La Lue I - 01 - La Lue IV - 02 all works; pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood alle werken; potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex La Lue I - 03 - La Lue I - 10 coll. Edwin Verdurmen, Arnhem La Lue I - 12 coll. Steven Thielemans, Antwerpen La Lue II - 01 + La Lue II - 02 coll. Mariës Hendriks & Gerard Koek, Nijmegen La Lue II - 06 private collection, Berlin La Lue II - 07 private collection, Berlin La Lue III - 01 - La Lue III - 05 coll. Provincie Gelderland, Arnhem La Lue IV - 01 coll. Tess Argante, Amsterdam
28
La Lue
29
30
31
z.t. (La Lue III & IV), detail, 2001
p 28-29 z.t. (La Lue I), 2000 papercut, pencil on 1,261 sheets A4 paper, card-box; primer, paint, MDF potlood op 1.261 vellen uitgesneden A4 papier, kaartenbak; grondverf, alkydlak, MDF 80 x 35 x 52 cm z.t. (La Lue II), 2000 papercut, pencil on 1,153 sheets A4 paper, card-box; primer, paint, MDF potlood op 1.153 vellen uitgesneden A4 papier, kaartenbak; grondverf, alkydlak, MDF 80 x 35 x 52 cm z.t. (La Lue III & IV), 2001 papercut, pencil on 1,098 (LL III) and 512 (LL IV) sheets A4 paper, card-box; primer, paint, MDF potlood op 1.098 (LL III) en 512 (LL IV) vellen uitgesneden A4 papier, kaartenbak; grondverf, alkydlak, MDF 49 x 54 x 20 cm
32
La Lue
z.t. (La Lue II), detail, 2000
La Lue
33
34
35
z.t. (La Lue - film), 2002 dvd, 55 min edition oplage 5 + 3 a.p. exhibition view tentoonstellingsoverzicht Hooghuis, Arnhem, 2004
p 32-33 exhibition view tentoonstellingsoverzicht z.t. (La Lue - boek + cd)_2003, PlaatsMaken, Arnhem, 2003
36
La Lue
La Lue
37
38
39
z.t. (Bibliothèque de l’architecture I), detail, 2002 gloss varnish on primer, plywood, glass hoogglans lak op grondverf, multiplex, glas 234 x 330 x 48 cm
p 36-37 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Bibliothèque de l’architecture, Museum Plantin-Moretus, Antwerpen, 2004
40
La Lue
La Lue
41
42
z.t. (Bibliothèque de l’architecture III), detail, 2004 laserprint on 9,026 sheets A3 paper, bound in 35 books laserprint op 9.026 vellen A3 papier, gebonden in 35 boekbanden 43 x 32 cm each elk edition oplage 2 coll. Museum Plantin-Moretus, Antwerpen
p 42-43 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Bibliothèque de l’architecture, Museum Plantin-Moretus, Antwerpen, 2004
La Lue
43
44
45
46
47
z.t. (Bibliothèque de l’architecture II), detail, 2003
p 44-45 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Bibliothèque de l’architecture, Museum Plantin-Moretus, Antwerpen, 2004
48
La Lue
z.t. (Bibliothèque de l’architecture II), detail, 2003 laserprint on 16,058 sheets A4 paper collected in 48 binders, filing cabinet; primer, plywood laserprint op 16.058 vellen A4 papier gebundeld in 48 ordners, kast; grondverf, multiplex 144 x 112 x 88 cm
p 48-49 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Espaces Relationnels, Arti et Amicitiae, Amsterdam, 2006
La Lue
49
50
51
52
53
z.t. (een nieuw huis voor Helene), 2005 acrylic, plywood, scaffolding acryllatex, multiplex, steigerconstructie 600 x 1,700 x 600 cm
p 50-51 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Vormen van Aarden, Beelden Buiten, TriĂŤnnale Gelderland, Apeldoorn, 2005
54
La Lue
z.t. (een nieuw huis voor Helene), 2007 paint, MDF, aluminium alkydlak, MDF, aluminium 11.5 x 34 x 11.5 cm edition oplage 15 + 5 a.p. several private collections
La Lue
55
56
57
portraits of spaces (after stanley brouwn) 2, 2005 aluminium, paint, MDF, pinewood aluminium, alkydlak, MDF, vurenhout 75 x 200 x 75 cm (2x) 45 x 200 x 75 cm (2x)
p 54-55 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Made in Arnhem, Museum voor Moderne Kunst Arnhem / Het Hoofdkwartier, Arnhem, 2005
58
La Lue
portraits of spaces (after stanley brouwn), 2003 laserprint on paper, 35 pages laserprint op papier, 35 pagina’s 15.6 x 15.6 cm edition oplage 50 + 10 a.p. several private collections
La Lue
59
z.t. (signpost no. 1), 2004 engraved text, bankirai, primer gegraveerde tekst, bankirai, grondverf 270 x 85 x 7 cm coll. Irma Witte & Henk van der Krabben, Agonges (F)
60
La Lue
La Lue
61
z.t. (signpost no. 3), 2004 engraved text, bankirai, primer gegraveerde tekst, bankirai, grondverf 270 x 85 x 7 cm exhibition view tentoonstellingsoverzicht Bibliothèque de l’architecture, Museum Plantin-Moretus, Antwerpen, 2004
p 62-63 Pigeon Flights form La Lue to Uden, 2007-2008 several carrier pigeons equipped with gps-logger diverse postduiven met gps-logger gps-logger; 20 x 25 x 14 mm / 8.9 gram
62
La Lue
La Lue
63
DEPARTURE LA LUE, AGONGES (F)
ARRIVAL UDEN (NL)
DISTANCE F > NL 589 KM
DATE
CARRIER PIGEONS
TIME
DATE
TIME
DURATION
JUNE 6, 2007
2006 - 3051 8690 2006 - 3213 2004 - 1030 2006 - 3033 2006 - 2002 - 9039
07:15 07:12 07:15 07:10 07:18 07:20
060607 060607 060607 060607 lost lost
21:10 21:17 21:46 09:24
13 h/55 min 14 h/05 min 14 h/31 min 26 h/14 min
42.3 km/h 41.8 km/h 40.6 km/h 24.5 km/h
AUGUST 24, 2007
pigeon no. 1 8690 2006 - 2006 - 3032 pigeon no. 4 2002 - 9039 + GPS
08:36 08:39 08:40 08:41 08:42
250807 250807 260807 260807 lost
17:45 19:41 09:55 20:58
33 h/09 min 35 h/02 min 49 h/15 min 60 h/03 min
17.7 km/h 16.8 km/h 11.9 km/h 9.8 km/h
JUNE 13, 2008
2007 - 3553 2007 - 3562 1056 2006 - 2006 - 3032 2005 - 6447 2007 - 0537 2007 - 3558
07:39 07:39 07:39 07:39 07:39 07:39 07:39
130608 130608 130608 140608 140608 lost lost
19:04 19:06 19:32 08:04 09:19
11 h/35 min 11 h/37 min 11 h/53 min 24 h/25 min 25 h/40 min
50.8 km/h 50.7 km/h 49.6 km/h 24.1 km/h 22.9 km/h
JULY 18, 2008
1056 2006 - 1025 2006 - 8537 2007 - 2900 2007 - 8383 2004 - 3032 2006 - 3551 2007 - 3 512 2007 - 2007 - 0286 0539 2007 - 1762 2006 - 2005 - 6447 + GPS
07:22 07:22 07:22 07:22 07:22 07:22 07:22 07:22 07:22 07:22 07:22 07:22
180708 180708 180708 180708 180708 190708 190708 190708 210708 250708 lost lost
15:00 15:00 15:00 18:03 18:48 15:13 15:58 17:34 01:41 18:17
07 h/38 min 07 h/38 min 07 h/38 min 10 h/41 min 11 h/26 min 31 h/51 min 32 h/36 min 34 h/12 min 77 h/19 min 178 h/55 min
77.2 km/h 77.2 km/h 77.2 km/h 55.1 km/h 51.5 km/h 18.5 km/h 18.1 km/h 17.2 km/h 7.6 km/h 3.3 km/h
SPEED
La lue
65
66
De Zonnehof is an exhibition pavilion designed
De Zonnehof is een tentoonstellingspaviljoen
by Gerrit Rietveld in 1958. An austere and
dat in 1958 is ontworpen door Gerrit Rietveld.
sober architecture characterises the building:
Het kenmerkt zich door een strakke en sobere
straight lines, right angles, no colour, functio-
architectuur: rechte lijnen, haakse hoeken,
nal, no nonsense. In the works on De Zonnehof
functioneel, zonder kleur, no-nonsense. In de
the geometrical properties of the building have
werken over De Zonnehof zijn de meetkundige
been meticulously copied and converted to
eigenschappen van het gebouw exact overge-
cheesecloth works, architectural models and
nomen en omgezet in doeken, maquettes en
a card-index box.
een kaartenbak.
The cheesecloth works depict the façades
De doeken vormen de weergave van de gevels
and the floor plan of the pavilion. The three-
en de plattegrond van het paviljoen. De drie-
dimensional relations are investigated in three
dimensionale verhoudingen worden onderzocht
models: one of the entire building, one of the
in drie maquettes: één van het gehele pand,
exterior and one of the interior of the building.
één van het exterieur en één van het interieur.
The white models are presented on a recon-
De witte maquettes worden gepresenteerd op
struction of the ‘Military Table’, a design by
een zogenaamde Legertafel, een ontwerp van
Rietveld from 1923. Finally, in the card-index
Rietveld uit 1923.
box, the cross sections of the interior space
In de kaartenbak, tot slot, is de gehele binnen-
of the building have been combined in almost
ruimte van De Zonnehof besloten, gefileerd in
700 cards. When closed, the card-index box
bijna 700 kaarten. Gesloten geeft de kaarten-
doesn’t divulge its interior, but when flipping
bak niets van de binnenruimte prijs, maar wan-
through the cards, it is as if one moves through
neer men door de kaarten bladert, beweegt
the building.
men zich door het paviljoen.
AMERSFOORT De Zonnehof
67
68
69
70
71
z.t. (De Zonnehof), 2007 papercut, pencil on 663 sheets A4 paper, card-box; primer, paint, MDF potlood op 663 vellen uitgesneden A4 papier, kaartenbak; grondverf, alkydlak, MDF 35 x 35 x 30 cm
p 66-67 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Ode aan het Rietveldpaviljoen, De Zonnehof, Amersfoort, 2007
p 68-69 z.t., 2007 inkjetprint on pvc inktjetprint op pvc 250 x 540 cm
72
De Zonnehof
73
z.t. (interieur - I), 2007 piezographic print on paper, aluminium piĂŤzografie op papier, aluminium 42 x 60 cm edition oplage 2 + 1 a.p. coll. Olga Godschalk, Arnhem
74
De Zonnehof
z.t. (interieur - II), 2007 piezographic print on paper, aluminium piĂŤzografie op papier, aluminium 42 x 60 cm edition oplage 2 + 1 a.p. coll. Olga Godschalk, Arnhem
exhibition view tentoonstellingsoverzicht Ode aan het Rietveldpaviljoen, De Zonnehof, Amersfoort, 2007
75
76
77
z.t. (De Zonnehof gevels I - IV), 2007 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 35 x 100 x 5 cm each elk exhibition view tentoonstellingsoverzicht Ode aan het Rietveldpaviljoen, De Zonnehof, Amersfoort, 2007
p 74-75 z.t. (De Zonnehof I - III), 2007 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 100 x 100 x 5 cm each elk coll. Erik Kleijn, Zeist studio view atelieropname
78
De Zonnehof
79
80
De Zonnehof
De Zonnehof
81
z.t. (Legertafel), 2007 primer, MDF, plywood, pinewood grondverf, MDF, multiplex, vurenhout 205 x 84 x 93 cm models 40 x 40 x 20 cm each elk exhibition view tentoonstellingsoverzicht Ode aan het Rietveldpaviljoen, De Zonnehof, Amersfoort, 2007
82
De Zonnehof
83
For the exhibition ‘Draußen vor der Tür’ (outside
Voor de tentoonstelling ‘Draußen vor der Tür’
in front of the door) the exhibition room of the
is de tentoonstellingsruimte van kunstenaars-
art initiative Archipel is literally put outside
initiatief Archipel ook werkelijk buiten voor de
in front of the door. The tabletop of the large
deur gezet. De grote picknicktafel heeft een
picnic table has the shape of the interior floor
tafelblad in de vorm van de vloer van de binnen-
of the Archipel building. A large wall that
ruimte van Archipel. Een grote wand die de ten-
separates the office and a smaller cabinet from
toonstellingsruimte scheidt van het kantoor en
the exhibition room has become a T-shaped
een kleiner kabinet, is op de tafel een T-vormig
partition in the table model.
tussenschot geworden.
In the exhibition room, a canvas is displayed on
Binnen hangt een doek met dezelfde afmetingen
the wall, which has the same dimensions as the
als het tafelblad buiten. Dit werk is eveneens
tabletop outside. This work is likewise based
gebaseerd op de binnenruimte en laat een
on the interior and shows an overview of the
overzicht zien van het pand waarin de bezoeker
building in which the spectator is located at
zich op dat moment bevindt.
the very moment.
De blauwe tekeningen zijn frottages. Deze zijn
The blue works are frottage drawings. The
ontstaan door uit een vel dik papier de vloer, de
frottages were made by taking a thick sheet of
muren en buitenruimte van Archipel te snijden.
paper and cutting out the floor, walls and
Vloer, muur en de buitenruimte zijn afzonder-
exterior space of the Archipel-building. These,
lijk onder dunnere vellen papier gelegd, waar
i.e. the floor, walls and exterior space, were
vervolgens met blauw potlood overheen is
then placed under a thin sheet of paper and
gekrast. Door het lichte reliëf zijn in het blauwe
subsequently scratched over with a blue
vlak subtiele afdrukken ontstaan.
pencil. Due to the slight relief, subtle imprints emerged out of the blue square.
84
APELDOORN Archipel
85
exhibition view tentoonstellingsoverzicht DrauĂ&#x;en vor der TĂźr, Archipel, Apeldoorn, 2000
p 85 z.t. (Archipel - tafel), 1999 primer, paint, plywood grondverf, beits, multiplex 119 x 142 x 203 cm
86
Archipel
87
z.t. (Archipel), 1999 acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 89 x 189 x 7 cm
88
Archipel
z.t. (Archipel I - III), 1999 colour pencil on paper kleurpotlood op papier 50 x 70 cm coll. Kirk Tijl, Arnhem
Archipel
89
Oscar Lourens’ studio directly borders the
Het atelier van Oscar Lourens bevindt zich
street and consists of two rooms. The entrance
direct aan de straat en bestaat uit twee
door immediately leads to the workshop ,
ruimten. De toegangsdeur komt direct uit in
a room of four metres wide and ten metres
de werkplaats, een ruimte van vier meter breed
deep. Behind it lies a much lighter, second
en tien meter diep. Daarachter bevindt zich een
room, the ‘office’, of four by six metres.
veel lichtere, tweede ruimte, het ‘kantoor’, van
The studio has been surveyed and formed
vier meter breed en zes meter diep.
the basis for the work untitled (1ste Wijkstraat)
Het atelier is als geheel opgemeten en gebruikt
from 2000.
voor het doek z.t. (1ste Wijkstraat) uit 2000.
For the exhibition ‘Follies. Verbeelding aan de
Voor de tentoonstelling ‘Follies. Verbeelding
macht / Valuabel Silliness’ (Ellecom, 2002) the
aan de macht’ (Ellecom, 2002) is het atelier
studio was recreated in a full-scale model. For
op ware grootte naar buiten gebracht. Voor
the duration of the exhibition a hole was dug in
de duur van de tentoonstelling werd er een
the lawn, in which a construction was placed
gat gegraven in het gazon, waarin een op een
resembling a shuttering. In combination with
bekisting lijkende constructie werd geïnstal-
the site chosen, the suggestion was created of
leerd. In combinatie met de gekozen plek werd
a house or shed under construction.
de suggestie gewekt van een huis of schuur in
On several occasions, the ‘office’ was used in
aanbouw. ‘Het kantoor’ is vaker voor afzonder-
separate works, varying from a small card-
lijk werk gebruikt, variërend van een klein,
board model, a dug-in model in a park at half
kartonnen model, een ingegraven model op
the real size, to a full-scale reconstruction
halve grootte voor een park in Apeldoorn, tot
for an exhibition at Essent / Spoorzicht. This
een reconstructie op ware grootte voor een
reconstruction served at the same time as a
tentoonstelling bij Essent / Spoorzicht. Deze
frame on which and around which other works
reconstructie diende tegelijkertijd als tentoon-
that were made in that studio, were displayed.
stellingsarchitectuur waarop en waaromheen werk werd getoond dat in het atelier gemaakt was.
90
ARNHEM #1 1ste Wijkstraat 7-3
91
92
93
94
95
exhibition view tentoonstellingsoverzicht Natuurlijk, Natuurlijk, Park Berg en Bos, Apeldoorn, 2002
p 90-91 z.t. (1ste Wijkstraat 1:2), 2002 colour photograph kleurenfoto 50 x 70 cm
p 92-93 z.t. (1ste Wijkstraat 1:2), 2002 plastic lettering, acrylic, plywood, pinewood, glass, lighting, vegetation plakletters, acryllatex, triplex, vurenhout, glas, verlichting, vegetatie 170 x 310 x 210 cm
96
1ste Wijkstraat
z.t. (1ste Wijkstraat 1:50), 2000 acrylic, cardboard acryllatex, karton 12 x 15.5 x 9 cm
p 96-97 from left to right z.t. (1ste Wijkstraat - 1), 2000 acrylic, MDF, plywood acryllatex, MDF, multiplex 28.5 x 21 x 7 cm coll. Hjalmar Riemersma, Arnhem z.t. (1ste Wijkstraat - 2), 2000 acrylic, MDF, plywood acryllatex, MDF, multiplex 57.5 x 41.5 x 7 cm z.t. (Stationsplein), 1999 acrylic, MDF, plywood, pine cladding acryllatex, MDF, multiplex, vuren kraalschroten 48 x 158 x 23 cm z.t. (1ste Wijkstraat 1:5), 1999 acrylic, plywood, pinewood, glass, lighting acryllatex, multiplex, vurenhout, glas, verlichting 157 x 121 x 88 cm exhibition view tentoonstellingsoverzicht This is how it feels, BiĂŤnnale Gelderland, Museum Het Valkhof, Nijmegen, 2000
1ste Wijkstraat
97
98
99
100
101
z.t. (6811 KG 17-3 / 6828 EA 7-3), 1999 papercut, pencil on 983 sheets A6 paper, card-box; primer, paint, MDF potlood op 983 vellen uitgesneden A6 papier, kaartenbak; grondverf, alkydlak, MDF 13 x 18 x 34 cm
p 101 z.t. (1ste Wijkstraat 1:10), 2000 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 168 x 43.5 x 7 cm
p 98-9 9 z.t. (1ste Wijkstraat), 2000 colour photograph, plywood, pinewood kleurenfoto, triplex, vurenhout 44.5 x 54.5 x 4 cm
102
1ste Wijkstraat
104
z.t. (1ste Wijkstraat 1:1), 2002 plywood, pinewood betonplex, vurenhout 600 x 1,800 x 45 cm exhibition view tentoonstellingsoverzicht Follies. Waardevolle Waanzin, Landgoed Avegoor, Ellecom, 2002
1ste Wijkstraat
105
106
1ste Wijkstraat
z.t. (1ste Wijkstraat 1:1), 2007 sheets A3 paper, pinewood A3 papier, vurenhout 400 x 600 x 260 cm p 106-107 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Paperworks, Essent / Spoorzicht Kunst & Design, Arnhem, 2007
1ste Wijkstraat
107
108
109
110
A small apartment in front of the Central
Het kleine appartement tegenover het Centraal
Station of Arnhem was Oscar Lourens’ home
Station in Arnhem was van 1996 tot de zomer
from 1996 until the summer of 2005. In 1998 the
van 2005 de woning van Oscar Lourens. In 1998
entire unit was surveyed and the results used
is het appartement compleet opgemeten en
for several works. The first comprises two can-
gebruikt voor een aantal werken. De eerste
vases of different sizes for which the plan of
werken zijn twee doeken van verschillende
the living room and that of the entire apartment
afmetingen waarvoor de plattegrond van de
were used.
woonkamer en de plattegrond van het totale
For the wall sculpture untitled (Stationsplein)
appartement zijn gebruikt.
of 1999, the complete floor plan was used
Voor het wandobject z.t. (Stationsplein) uit 1999
again, but the relations between length, width
is weer de complete plattegrond gebruikt, maar
and height were altered. As a result, the space
zijn de verhoudingen tussen de lengte, breedte
between front and back walls seems strongly
en hoogte veranderd. De ruimte tussen voor- en
compressed, making the rooms extremely
achtergevel lijkt enorm ingedrukt waardoor de
narrow and high.
kamers extreem smal en hoog zijn gewoden.
The exhibition ‘Building Sights’ in the Neder-
De tentoonstelling ‘Building Sights’ in De
landsche Cacaofabriek in Helmond (2001) was
Nederlandsche Cacaofabriek in Helmond (2001)
set up in collaboration with Gerard Koek.
was een samenwerking met Gerard Koek. Eén
One of the works was a joint production of both
werk is door beide kunstenaars samen gemaakt.
artists. Oscar Lourens reconstructed the floor
Oscar Lourens heeft de vloer van Stationsplein
of Stationsplein 17-3 in full scale.
17-3 op ware grootte gereconstrueerd. Maten,
Sizes, relations, positions of windows and
verhoudingen, posities van ramen en deuren,
doors, shape and the number of floor planks
vorm en aantal van de vloerplaten zijn
were meticulously copied. The floor rests on a
nauwkeurig gekopieerd. De vloer ligt op een
collection of sculptures by Gerard Koek, which
verzameling objecten van Gerard Koek. Het zijn
consists of objects of various origins and
voorwerpen van uiteenlopende herkomst en
functions. They have all in common, however,
met verschillende functie. Ze hebben gemeen
that they are of the same height and coated in
dat ze allemaal even hoog zijn en voorzien van
coffee ground.
een laag koffiedik.
ARNHEM #2 Stationsplein 17-3
111
z.t. (6811 KG 17-3 / 6828 EA 7-3), 1999 papercut, pencil on 983 sheets A6 paper, card-box; primer, paint, MDF potlood op 983 vellen uitgesneden A6 papier, kaartenbak; grondverf, alkydlak MDF 13 x 18 x 34 cm
p 111 z.t. (Stationsplein - I), 1998 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 43 x 55 x 7 cm private collection, Rotterdam z.t. (Stationsplein - II), 1998 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 86 x 158 x 7 cm private collection, Boxmeer studio view atelieropname
112
Stationsplein 17-3
113
114
z.t. (Stationsplein), 1999 acrylic, MDF, plywood, pine cladding acryllatex, MDF, multiplex, vuren kraalschroten 48 x 158 x 23 cm studio view atelieropname
115
116
117
z.t. (Stationsplein 1:1), 2001 acrylic varnish, plywood, pinewood, resting on objects coated in coffee ground by Gerard Koek acryllak, triplex, vurenhout, rustend op een verzameling objecten in koffiedik van Gerard Koek 400 x 520 x 35 cm
p 114-115 exhibition view tentoonstellingsoverzicht Building Sights, De Nederlandsche Cacaofabriek, Helmond, 2001
118
Stationsplein 17-3
Stationsplein 17-3
119
120
Between 1988 and 1998 the Van den Crommen-
Van 1988 tot 1998 was Galerie van den Crom-
acker Gallery was situated in an old manor on
menacker gevestigd in een oud herenhuis aan
the Utrechtsestraat. The exhibition room of the
de Utrechtsestraat. De tentoonstellingsruimte
gallery was an elongated room with two high
van de galerie bestond uit een langgerekte
windows on the street side and one big window
ruimte met twee hoge ramen aan de straat
in the back offering a beautiful view over the
en een groot raam aan de achterkant met een
River Rhine. It had an old, squeaking parquet
prachtig uitzicht over de Rijn. Er lag een oude,
floor. The rectangular shape of this floor was
krakende parketvloer. De rechthoekige vorm
interrupted in several places by the presence
van de vloer was op verschillende plaatsen
of a chimney, buttresses and an entrance door
aangetast door de aanwezigheid van een
that, because of an oddly oblique wall, took a
schoorsteen, steunberen en een toegangsdeur
bite out of the rectangular floor area.
die door een scheef geplaatst muurtje een hap
Cuts with a circular saw turned a small piece
nam uit het vlak.
of plywood into a miniature model of the floor
Een klein stukje multiplex is door inzagen met
of the gallery. The gold leaf finishing adds a
de cirkelzaag een miniatuurvloer geworden.
subtle reflection on the wall. For the artist, the
De afwerking met bladgoud geeft een subtiele
little floor forms a precious remembrance of a
reflectie op de muur. Het vloertje vormt zo voor
special place.
de kunstenaar een dierbare herinnering aan
After the work was produced, resemblances
een bijzondere plaats.
were discovered between this floor and that of
Enige tijd later bleken er overeenkomsten te
the exhibition room of Phoebus Gallery, Rot-
zijn met de tentoonstellingsruimte van Galerie
terdam. Both sites were compared and used
Phoebus, Rotterdam. Beide plekken zijn ver-
in two canvases on a construction of plywood,
geleken en verwerkt in twee doeken met een
plaster and cheesecloth.
constructie van multiplex, gips en kaasdoek.
ARNHEM #3 Utrechtsestraat 67
121
122
Utrechtsestraat 67
z.t. (Utrechtsestraat), 1998 gold leaf, plywood bladgoud, multiplex 5.5 x 14.5 x 1.8 cm edition oplage 3 coll. Dieuwke Reitsma, Groningen coll. Jan Meijering, Arnhem
Utrechtsestraat 67
123
exhibition view tentoonstellingsoverzicht Ladenkastprojekt, Galerie Phoebus, Rotterdam, 1999
124
Eendrachtsweg 61
z.t. (3012 LG 61), 1999 pencil, acrylic varnish, minium, plaster, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, ijzermenie, gips, kaasdoek, grondverf, multiplex 78 x 118 x 4.5 cm coll. Gemeente Nijmegen z.t. (6811 LW 67), 1999 pencil, acrylic varnish, minium, plaster, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, ijzermenie, gips, kaasdoek, grondverf, multiplex 78 x 118 x 4.5 cm coll. Gemeente Nijmegen studio view atelieropname
Eendrachtsweg 61 + Utrechtsestraat 67
125
In 1998 Oscar Lourens was invited to create,
In 1998 werd Oscar Lourens uitgenodigd om
for the international exhibition ‘@rt words-@rt
voor de internationale tentoonstelling ‘@rt
works!’, a work of art for the public space of
words-@rt works!’ een werk te ontwikkelen
the city of Bruges. With ‘language as image
voor de openbare ruimte van de stad Brugge.
in the historic town centre’ serving as a point
Met ‘taal als beeld in de historische binnenstad’
of departure, various conceptual works of art
als uitgangspunt, zijn diverse conceptuele
were created.
werken gecreëerd.
Perspex panels were placed under a number
Op het oude stadhuis van Brugge, het Brugse
of windows of the old city hall of Bruges, ‘Het
Vrije, zijn onder een aantal ramen panelen van
Brugse Vrije’. On each panel the surface area in
perspex aangebracht. Op elk paneel is in rode
square metres is given of the room situated on
cijfers een oppervlaktemaat te lezen van de
the other side of the window.
ruimte die zich achter het raam bevindt. Met
Even with this limited information - just the
beperkte informatie - alleen de oppervlakte-
surface area measurements - the interior of the
maten - het interieur van het stadhuis, en dan
city hall, and in particular the structure of the
met name de structuur van ruimten, op subtiele
rooms, is subtly visualised.
wijze naar buiten gebracht.
Because each space is indicated with only a
Omdat elke ruimte slechts één paneel heeft
single panel (except for the de rooms in the
gekregen (met uitzondering van de ruimten in
corners of the building) and the interior rooms
de hoeken van het gebouw) en de ruimten on-
differ strongly in size, there seems to be no
derling sterk verschillende afmetingen hebben,
pattern in the placement of the panels.
is er geen patroon te herkennen in de plaatsing van de panelen op de gevel.
126
BRUGGE #1 Brugse Vrije
127
128
129
z.t. (@rt words!-@rt works!), 1998 plastic lettering, Plexiglas plakletters, Plexiglas 21 panels, 38 x 110 cm each elk exhibition view tentoonstellingsoverzicht @rt words-@rt works! Taal als beeld in de historische binnenstad, Brugge, 1998
130
Brugse Vrije
z.t. (@rt words!-@rt works!), 1998 silkscreen on paper zeefdruk op papier 40 x 50 cm edition oplage 41 + 16 a.p.
131
132
During the development and placement of his
Tijdens het ontwikkelen en installeren van het
works for the exhibition ‘@rt words-@rt works!’
werk voor de tentoonstelling ‘@rt words-@rt
Oscar Lourens regularly stayed in a hotel on the
works!’, logeerde Oscar Lourens regelmatig in
Korte Vulderstraat. The small, compact hotel
een hotel aan de Korte Vulderstraat. Die kleine,
room, his base of departure, was translated
compacte kamer was zijn uitvalsbasis en werd
into a small work with an oblique angle on
vertaald naar een klein doek met scheve hoek
which the pattern of the floor planks was drawn
waarop met potlood gedetailleerd de planken-
in detail with pencil.
vloer aangegeven is.
The room also served as scène for the photo
Ook heeft de kamer als decor gediend voor het
untitled (mijn huis in Brugge / my house in
fotowerk z.t. (mijn huis in Brugge): een koffer
Bruges). It depicts a suitcase with inside a
met het interieur van het kleine appartement
model of the interior of the artist’s apartment
op het Stationsplein. In de koffer zijn afwis-
opposite the Arnhem Central Station (Stations-
selend zes panelen te plaatsen van zes veschil-
plein). In the suitcase six different panels can
lende plekken, zodat afhankelijk van stemming
be placed. So, depending of the artist’s mood,
en emotie de kunstenaar bijvoorbeeld zijn huis
he may carry along on his travel, his apartment,
of zijn atelier altijd met zich mee zou kunnen
his studio or another personal space.
dragen.
BRUGGE #2 Korte Vulderstraat 31
133
z.t. (Korte Vulderstraat 31), 1998 pencil, acrylic varnish, cheesecloth, primer, plywood potlood, acryllak, kaasdoek, grondverf, multiplex 39 x 24 x 7 cm oplage edition 2 private collection, Laren
p 134-135 z.t. (mijn huis in Brugge), 2000 colour photograph kleurenfoto 50 x 75 cm
p 136-137 z.t., 1998 primer, paint, MDF grondverf, alkydlak, MDF 6 panels panelen, 39.5 x 66.5 cm each elk steel rack stalen rek 186 x 40 x 67 cm suitcase koffer 25 x 45 x 70 cm studio view atelieropname
134
Korte Vulderstraat 31
135
136
137
138
139
For a long time, the Centre for Contemporary
Het Centrum Beeldende Kunst Nijmegen was
Art Nijmegen (Centrum Beeldende Kunst
lange tijd gevestigd in een oud pakhuis aan de
Nijmegen) was situated in an old warehouse
Oude Haven in Nijmegen. De tentoonstellings-
in the Oude Haven (Old Harbour) in Nijmegen.
ruimten bevonden zich op de begane grond
The exhibition rooms were located on ground
en op twee verdiepingen met lage plafonds
level and on two floors with low ceilings and a
en beperkt daglicht. In 2000 is het tentoon-
limited influx of daylight. In 2000, the centre
stellingsproject ‘HOTEL’ gerealiseerd. Op de
created the exhibition ‘HOTEL’. On the two
twee verdiepingen zijn in totaal acht kamers
floors a total of eight rooms were constructed,
gebouwd, alle gelegen aan een lange gang.
all situated along a long corridor.
Ruim tachtig kunstenaars werden uitgenodigd
Over eighty artists were invited to occupy one
om in één of twee kamers hun werk te tonen.
or two rooms to show their work. They ‘checked
Zij arriveerden op verschillende momenten,
in’ at different dates and exhibited their work
exposeerden gedurende een wisselend aantal
during a varying number of weeks, to ‘check
weken hun werk, en vertrokken dan weer. Het
out’ again afterwards. The continuous coming
voortdurend komen en gaan van exposanten
and going of exhibitors created the dynamic
gaf het geheel de dynamiek van een hotel.
atmosphere of a hotel. Oscar Lourens ‘stayed
Oscar Lourens was te gast van 29 maart tot
in the hotel’ between the 29th of March and the
en met 14 mei in de kamers 202 en 203.
14th of May in rooms 202 and 203. The instal-
De installatie die hij in de twee aan elkaar
lation he exhibited in the two adjacent rooms
grenzende kamers toonde is, vrij uitzonder-
was, quite extraordinary considering his oeuvre,
lijk binnen zijn oeuvre, niet gebaseerd op een
not based on existing spaces. Instead, the work
bestaande plek. Het werk speelt een spel
plays with the differences in scales and the
met verschillen in schaal en de verschuiving
shifting between scales.
daarvan.
On the floor of one room, long objects were
In de ene kamer liggen lange voorwerpen op
displayed, strongly resembling the skirting-
de vloer die sterke gelijkenis vertonen met
board of a room. The fronts of the skirting were
plinten uit een huis. De voorkant van de plinten
lavishly contoured and finished with high-gloss
is voorzien van een royaal profiel en afgewerkt
paint. The backs were grey with horizontal
met hoogglans lak. De achterkant is grijs en
linings. On the wall, at about 30 cm above the
voorzien van een horizontale structuur. Aan
floor, two cameras were placed. Their footage
de muur, op ca. 30 cm boven de vloer, zijn
is shown on two small monitors in the adja-
twee camera’s bevestigd.
cent room. From the images on the monitors
Het beeld dat zij registreren is in de aangren-
however, one doesn’t have the impression of
zende kamer te zien op twee kleine monitoren.
skirting of a room, rather the images are as-
De associatie van plinten in een kamer heeft
sociated with the massive, anonymous flats of
plaats gemaakt voor een associatie met een
big city suburbs.
meer grootstedelijke omgeving, anonieme
In the same room, next to the monitors, two
galerijflats in een uitbreiding van de stad.
staged photographs of the skirting-board of
In dezelfde ruimte hangen naast de monitoren
the first room are placed in frames based on
twee geënsceneerde foto’s van de plinten uit
the classic Polaroid, only five times as big.
de eerste ruimte, in lijsten die zijn gebaseerd op de klassieke Polaroid foto’s, maar dan vijf keer zo groot.
140
NIJMEGEN HOTEL
141
z.t., 2000 primer, high-gloss paint, plywood, pinewood, installation with security cameras grondverf, hoogglans alkydverf, triplex, vurenhout, installatie met bewakingscamera’s variable dimensions variabele afmeting exhibition view tentoonstellingsoverzicht HOTEL, Centrum Beeldende Kunst Nijmegen, 2000
142
HOTEL
143
144
z.t., 2000 colour photograph, primer, glass, MDF kleurenfoto, grondverf, glas, MDF 68 x 56 x 1.8 cm each elk
145
146
THE PARADOX OF POSSESSING SPACE DE PARADOX VAN HET RUIMTEBEZIT Jeroen van den Eijnde
147
IMAGINATION IN POWER To possess is to have power. Those who strive to have or hold power, strive to own objects or people. One successful way of obtaining power is to - figuratively or actually - model the object one wishes to dominate. One reduces people to docile subjects or one miniaturises objects or areas to models or maps. Therefore, people in power enjoy studying the maps of to-be-colonised territories or the cardboard models and structures of real estate and city plans. Those who dwell in the miniature world of dollhouses or model trains are the queens and kings of an infinite world. Artists are usually not seen as people in power. But when the French cultural philosopher Claude Lévi-Strauss defined, in his book La pensée sauvage (The Savage Mind, Paris 1962), the work of art as a miniature model, he explains there has to be a connection between art and power. According to LéviStrauss, the miniature model is characterised by a drastic reduction of the original features of the object. This doesn’t imply a model has to be small: a monumental church can be a model of a reality of cosmic proportions. Even a photo, painting or sculpture at actual size is, according to Lévi-Strauss, a model because it strips the object of many of its properties. It is the reduction in either size or in characteristics that makes the model appealing to the spectator. Lévi-Strauss explains it like this: ‘In the case of miniatures, in contrast to what happens when we try to understand an object or living creature of real dimensions, knowledge of the whole precedes knowledge of the parts. And even if this is an illusion, the point of the procedure is to create or sustain the illusion, which gratifies the intelligence and gives rise to a sense of pleasure which can already be called aesthetic on these grounds alone.’ 1 In other words, the model puts the imagination in power. POSSESSING ARCHITECTURE A stroll through a town centre to view its buildings often is a special experience for me. The dynamics of the city plan, with its streets and squares, are a physical experience that awakens the senses. A journey through its little streets and alleys, busy markets and docks, monumental squares and stately avenues is a grander spectacle than the rollercoaster in an amusement park. Some buildings provide, with their labyrinths of hallways, stairs and rooms, and their intrinsic flow of short and long lines of vision, a similar experience. And like any special experience, one wants to foster it, even long after one has left the city or the building. I tried several instruments to reduce or ‘possess’ the architecture of a city or building, such as illustrations, plans, pictures and blueprints. Recently, when visiting the exhibition of graduate students of the Design Academy of Eindhoven, I saw a new instrument that appealed to me: cardboard boxes that unfold to become the city plans of Paris, London or Berlin, and on which you can place, among others, a simplified model of the Eiffel Tower, the Arc de Triomph, the Tower Bridge and the Brandenburger Tor. Only, once back home these instruments just aren’t powerful enough to create the desired illusion of possession. Despite their initial appeal, they aren’t works of art capable of reducing the architectonical space in a meaningful way. What remains is a one-dimensional projection of what once mesmerised me - the space has escaped me. And it is exactly the physical and sensory experience of space that is essential to architecture. It is an experience that is intrinsically linked to the body. This is the paradox of possessing space: is it possible to possess space in an architectonical model in which the human body is the measure of things?
148
Claude Lévi-Strauss The Savage Mind London 1966, p 23
1
VERBEELDING AAN DE MACHT Bezit is macht. Wie macht nastreeft wil mensen en dingen tot zijn bezit maken. Een goed middel hiertoe is het letterlijk of figuurlijk ‘verkleinen’: je kleineert mensen tot gewillige onderdanen, je miniaturiseert de wereld van de dingen tot maquettes en landkaarten. Machthebbers staan graag gebogen over landkaarten van te koloniseren of te veroveren gebieden of over de kartonnen bouwsels en plattegronden van stedenbouwkundige plannen. Wie verkeert in de miniatuurwereld van poppenhuizen, modelspoorwegen of Madurodam voelt zich koning of koningin van een oneindige wereld. Kunstenaars worden niet snel gezien als machthebbers. Maar wanneer de Franse cultuurfilosoof Claude Lévi-Strauss in zijn boek La pensée sauvage (Parijs 1962) het kunstwerk definieert als miniatuurmodel, moet er wel een verband bestaan tussen kunst en macht. Het miniatuurmodel kenmerkt zich volgens Lévi-Strauss door een drastische reductie van de oorspronkelijke eigenschappen. Het model hoeft dus naar menselijke maatstaven niet ‘klein’ te zijn: een monumentaal kerkgebouw kan een model zijn van een kosmische werkelijkheid. Zelfs een fotografische, schilder- of beeldhouwkunstige voorstelling op ware grootte, vat hij op als een miniatuurmodel omdat het de werkelijkheid reduceert met verlies van een groot aantal eigenschappen van het oorspronkelijke object. Dat gereduceerde model, in maat en/of in eigenschappen, oefent op mensen een enorme aantrekkingskracht uit. Een kracht die Lévi-Strauss als volgt verklaart: ‘In tegenstelling tot wat er gebeurt wanneer we een ding of een wezen in zijn ware grootte proberen te kennen, gaat in het verkleinde model de kennis van het geheel vooraf aan die van de delen. En zelfs wanneer dit een illusie is, ligt de betekenis van dit proces hierin, dat het deze illusie schept en in stand houdt, een illusie die aan het verstand en het gevoel een genoegen verschaft dat alleen hierom al esthetisch genoemd kan worden.’ 1 Kortom, het miniatuurmodel laat de verbeelding aan de macht. ARCHITECTUUR BEZITTEN Het slenteren door een stad en het bezichtigen van zijn bouwwerken is voor mij vaak een bijzondere ervaring. De dynamiek van elkaar opeenvolgende straten en pleinen in een stad voelt als een fysieke belevenis waarbij de zintuigen op scherp staan. Spectaculairder dan een achtbaan in een pretpark kan een tocht zijn langs intieme straatjes, monumentale kerkpleinen, Spaanse trappen, drukbezochte markten, stadsparken, havenkades, statige avenues en uitzichten vanaf torens. Niet anders is het met sommige gebouwen die je voeren door een labyrint van gangen, trappen, hallen en zalen waarbij binnen en buiten, korte en lange zichtlijnen en de eigen voortbeweging voor een dynamische beleving zorgen. Zoals met elke bijzondere ervaring wil je deze vast blijven houden, ook lang nadat je gebouw of stad hebt verlaten. Ik heb diverse machtsmiddelen gehanteerd om de architectuur van een stad of een gebouw klein te krijgen: tekeningen, plattegronden, foto’s en bouwplaten van beroemde architectonische monumenten. Onlangs zag ik op de eindexamententoonstelling van Design Academy Eindhoven een nieuw middel dat tot mijn verbeelding sprak: kartonnen dozen die je kon uitvouwen tot de plattegronden van Parijs, Londen of Berlijn en waarop je sterk vereenvoudigde modellen kon plaatsen van onder meer de Eiffeltoren, de Arc de Triomph, de Tower Bridge en de Brandenburger Claude Lévi-Strauss Het Wilde Denken Amsterdam 1990, p 37 1
Tor. Eenmaal thuis blijken deze middelen vaak niet in staat tot het opwekken van de gewenste illusie. Ondanks hun aantrekkingskracht zijn het geen kunstwerken die de architectonische ruimte tot een betekenisvolle vorm hebben
149
THE REDUCTION OF SPACE Oscar Lourens is an artist. Since 1996, he has produced models of architectonical spaces he aspires to possess, mostly from a position of personal involvement. These spaces are often part of his day-to-day environment: the places where he eats, sleeps, works or exhibits his work. Lourens tries to ‘seize ownership’ of these spaces through systematic documentation, arrangement and reduction to a smaller, more feasible scale. In one of his first projects (1997), the model is simply a string of words attached to the flood dam of the city of Kampen. On the 1,400 metre long dam, a total of thirty-six words was placed, each providing a summary of the history of the house that lies behind it. Here, the word creates the illusion of a (lost) space. In 1998-1999, the rooms of the city hall in Bruges are no longer characterised by words, but by numbers: on the façade under the windows he gives the exact surface area of the floor of
City Jam #2, Hooghuis, Arnhem, 2001
the room behind it. The spectator doesn’t create his illusion through words but through sizes of rooms instead. The idea of the surface area of the floor as a representation of space is further elaborated in Lourens’ largest project: La Lue. La Lue is a farmstead of 7 hectares in the French Allier consisting of four buildings, totalling thirty-five rooms. The complex is mapped in several ways. For example, untitled (Bibliothèque de l’architecture I) (2002), catalogues the exact sizes and blueprints (1:50) of the rooms. Blueprints again play a central role in his project on the lost cultural infrastructure of Arnhem (2001-2002). The fronts of the art galleries that disappeared in the city are depicted in relief on a 1:20 scale on a trigonal structure, which have been adapted to the size of the original buildings. But I think that with blueprints alone still too little room is left to the architectonical imagination of the spectator. This seems to be remedied when Lourens designs his second Bibliothèque, consisting of folders filled with simple A4 sheets, blank except for a code referring to the location in the original floorplan. Each folder contains a set of sheets that, when laid out following the codes, covers the exact area of the floor of a single room. In 2006, Oscar Lourens presents untitled (Bibliothèque de l’architecture II) in the exhibition ‘Espaces Relationnels’, together with a wallfilling print showing the laid-out sheets that make the blueprint of the building. A reduction of architecture to a print of a 1:1 map. This intriguing image reminds me of one of the ‘silly’ maps of the novel by Lewis Caroll, described in Matthijs van Boxsel’s Encyclopedie van de Domheid (Encyclopaedia of Stupidity): ‘Mein Herr (My Lord) speaks of a map that was repeatedly improved to reach perfection when it was on a 1:1 scale to the country it depicted. The farmers, however, objected to the map because they feared that, once unfolded, the map would cover the fields and block the sunlight. Then someone came along who suggested using the land as its own map. And to this day, the land performed this function for its inhabitants.’ 2 A better description of the paradox of possessing space isn’t possible. THE NEGATIVE MODEL In the La Lue-project, Oscar Lourens adopts a new way to map the farmstead. After meticulous measurements of the rooms, Lourens draws a 3D model of the buildings’ interiors, including the positions of the doors and windows on a 1:50 and 1:100 scale. Subsequently, he applies a technique that can best be described as an analogous version of computer tomography (CT-scans). The complete interior space of the building from front to back is cut out of a series
150
Matthijs van Boxsel Encyclopedie van de Domheid Amsterdam 2001, p 6
2
gereduceerd. Wat rest is een eendimensionale voorstelling van wat ik ooit heb ervaren; de ruimte is me ontsnapt. Juist de fysieke en zintuiglijke ervaring van ruimte is essentieel bij architectuur. Een ervaring die onlosmakelijk is verbonden met het eigen lichaam. Het is de paradox van het ruimtebezit: kun je ruimte bezitten in een architectuurmodel waarbij het eigen lichaam maatgevend is? REDUCTIE VAN RUIMTE Oscar Lourens is kunstenaar. Sinds 1996 maakt hij miniatuurmodellen van architectonische ruimten die hij zich, veelal vanuit een persoonlijke betrokkenheid, wil toe-eigenen. Lourens probeert bezit te nemen van de ruimten, vooral die waarin hij woont, slaapt, eet, werkt of exposeert, door deze systematisch te documenteren, te ordenen en terug te brengen tot een hanteerbare schaal. In een van zijn eerste projecten (1997) bestaat het model nog uit een lint van woorden, aangebracht langs de Vloeddijk in Kampen. Elk van de in totaal zesendertig woorden is een samenvatting van de historie die is verbonden aan het betreffende huis op de 1.400 meter lange kade. Het woord schept hier de illusie van een (verloren) ruimte. In 1998-1999 worden de ruimten van het stadhuis in Brugge door Lourens niet meer gevangen in woorden, maar in getallen: aan de buitengevel is onder de ramen het aantal vierkante meters vloeroppervlak aangegeven van de achterliggende ruimten. De toeschouwer schept zijn illusie niet meer door woorden maar door de maten van de diverse vloeren in het gebouw. De vloeroppervlakken als representatie van de ruimte werkt hij verder uit in zijn meest omvangrijke project: La Lue. La Lue is een boerderijencomplex in de Franse Allier en beslaat 7 hectare grond waarop vier gebouwen zijn gelegen met in totaal vijfendertig vertrekken. Het hele complex wordt op verschillende manieren in kaart gebracht, zoals onder meer in z.t.(Bibliothèque de l’architecture I) uit 2002 waarin alle exacte maatvoeringen en plattegronden (schaal 1:50) van de vertrekken zijn opgenomen. In zijn project over de verdwenen culturele infrastructuur van Arnhem (2001-2002), spelen plattegronden opnieuw een hoofdrol. Van de verdwenen galeries in Arnhem worden de plattegronden gecombineerd met voorgevels (schaal 1:20) getoond in reliëf op zogenaamde driehoeksborden in de stad, waarbij de maat van de borden telkens is aangepast aan de maatvoering van het betreffende pand. Maar alleen met plattegronden en opstanden krijgt mijns inziens de beschouwer nog (te) weinig ruimte voor de architectonische verbeelding. Die ruimte wordt tastbaarder wanneer Lourens voor La Lue een tweede bibliotheek ontwerpt, bestaande uit onder meer ordnermappen met blanco vellen A4-papier waarop steeds een codering is aangebracht die refereert aan de werkelijke ruimte. Iedere map bevat precies de hoeveelheid hele en deels bijgesneden A4-vellen die naast elkaar gelegd het vloeroppervlak van een vertrek vormen. In 2006 presenteert Lourens in de tentoonstelling ‘Espaces Relationnels’ zijn z.t.(Bibliothèque de l’architecture II) in combinatie met een wandvulEspaces Relationnels, Arti et Amicitiae, Amsterdam, 2006
lende print waarop de uitgelegde A4-vellen in de vorm van de vertrekken zijn te zien. Een reductie van de architectuur tot een geprinte afbeelding van een één op één plattegrond. Dat intrigerende beeld doet me denken aan één van de ‘domme’ landkaarten afkomstig uit een novelle van Lewis Caroll die Matthijs van Boxsel beschrijft in zijn Encyclopedie van de Domheid: ‘Mijn Herr verhaalt over een plattegrond die net zolang werd geperfectioneerd tot hij een schaal van één op één met het land bereikte. De boeren maakten er evenwel bezwaar
151
of firm (250 grams) A4 sheets. Placed behind each other in a card-index box, the sheets form a negative model: a template of the architectonical space through which one can make an illusionary journey through the house by flipping through the cards. What an idea! Lourens provides us with a razor sharp (or more appropriately, a paper-cut) image of the paradox. Like in a traditional architectonical model, Lourens reduces the architecture primarily to an organisation of space. Features such as texture, colour and material are eliminated. The great difference is that, although Lourens loses the working of the light (for there are no openings for the windows since the space is enclosed in paper), Lourens maintains the element of movement. And movement is intrinsically linked to experiencing space. For his Zonnehof-project (2007) Lourens creates various different models: one card-index box with cut out paper sheets, one traditional architectural model and two closed models that look rather massive. One of the latter is what would emanate when the space in the negative model were to be filled. In the closed models every possibility to experience the space through movement has disappeared. In addition to the models of the Zonnehof, Oscar Lourens takes pictures of the interior of the negative model, of which prints are exhibited on aluminium frames. These pictures, however, lack the physical experience of movement offered by the card-index boxes when one flips the cards through space. In his untitled (La Lue - film) from 2002 he uses pictures of the negative model to enlarge the space back to human dimensions in order to escape the small and narrow space of the card-index box. The paper ‘CT-scans’ are photographed frontally and projected one after the other in a fixed time interval and on a big screen. The result is a film, a slow movement, that draws the spectator into the space of the building until the last sheet of paper evaporates, as it were, in the white glow of the projector light. With this Oscar Lourens again introduces movement in his architectural models. However, the projection remains too small (it is not 1:1) and the movement too slow to be able to truly speak of an experience of space. A BIRD’S-EYE VIEW Oscar Lourens exhibited parts of the La Lue-project on various occasions and in several locations. In some of these exhibitions he added a sign with the distance and the direction of the exhibition site to the La Lue farmstead. Similarly, to his earlier projects he used words and numbers to refer to real, physical spaces. But this time the reference wasn’t to the architecture of La Lue, but to the distance that separates the spectator of the exhibition to the real object, the farmstead in France. In search of new ways to get a grip on space, Oscar Lourens developed a plan, in the summer of 2007, to release carrier pigeons in La Lue and register the flight back to the Netherlands. For this occasion, one of the pigeons is equipped with an especially designed lightweight GPS system, which enables Lourens to reconstruct the flight on a map. Once known, he will follow the same route with a small aircraft to photograph from La Lue to the Netherlands. This photo series can then be reworked into a film that again introduces movement in the experience of space. Unfortunately, the pigeon never made it home and Lourens has to wait for a new flight season to continue the project.
152
z.t. (La Lue II), 2000
tegen, omdat ze bang waren dat de kaart, eenmaal ontvouwen, de akkers zou bedekken en al het zonlicht zou weren. Ten slotte kwam iemand op het idee het land te gebruiken als zijn eigen kaart; en tot op heden heeft het land voor zijn inwoners deze rol vervuld.’ 2 Beter kan de paradox van het ruimtebezit niet worden verwoord. EEN NEGATIEVE MAQUETTE Bij het La Lue-project hanteert Lourens een nieuw middel om het boerderijencomplex in kaart te brengen. Na een minutieuze meting van de ruimten worden vloeroppervlakten, hoogtes, posities van ramen en deuren, dikten van muren en dergelijke op schaal getekend (1:50 of 1:100). Vervolgens past Lourens een soort analoge computertomografie (CT-scans) toe op zijn model: de hele ruimte, van voor- tot achtergevel, wordt opgebouwd uit stevige A4-vellen (250 grams) waaruit exact de maten van de binnenruimte worden gesneden. Wanneer alle losse vellen achter elkaar in een kaartenbak van gelakt MDF worden geplaatst, ontstaat een soort negatief van een maquette: een ‘mal’ van de architectonische ruimte waardoor je je al lopend met je vingers over de bladen illusionair kunt bewegen. Een vondst! Lourens voert hier de paradox op tot het scherp van de papiersnede. Overeenkomstig de kwaliteiten van normale maquettes, reduceert Lourens de architectuur tot voornamelijk een organisatie van ruimte. Elementen als bijvoorbeeld textuur, kleur en materialen worden geëlimineerd. Het grote verschil is dat Lourens bij zijn negatieve maquettes weliswaar de werking van het licht verliest (er zijn geen uitsneden van de ramen, de ruimte is een dichte mal), maar er beweging voor terugkrijgt. Beweging is onlosmakelijk verbonden met de ruimtelijke ervaring. Voor het project De Zonnehof (2007) maakt Lourens diverse maquettes: een in de vorm van de genoemde kaartenbak, een traditionele van het hele gebouw en twee gesloten, massief ogende maquettes waarvan één de vorm is die ontstaat wanneer de mal van de negatieve maquette met materiaal wordt gevuld. Bij de gesloten modellen is elke mogelijkheid om door middel van beweging de ruimte te ervaren verdwenen. Naast de verschillende maquettes van De Zonnehof maakt Lourens foto’s van het binnenste van de negatieve maquette die hij vervolgens laat printen en op aluminium platen plakt. De foto’s missen echter de fysieke ervaring die de kaartenbakken bieden wanneer de vingers door de ruimte wandelen. Voor z.t. (La Lue - film) uit 2002 gebruikt hij de foto’s van een negatieve maquette om de ruimte weer te vergroten tot een menselijke maat en te ontsnappen aan de kleine en besloten ruimte van de kaartenbak. De papieren scans worden frontaal gefotografeerd en op groot formaat achter elkaar geprojecteerd met een vast tijdsinterval. Het resultaat is een langzaam verlopende film waarin je als toeschouwer de ruimte wordt ingetrokken totdat het beeld van het laatste vel papier als het ware verdampt in de witte gloed van het projectielicht. Daarmee introduceert Lourens opnieuw een vorm van beweging in zijn architectuurmodellen. De projectie is echter nog te klein (niet één op één) en de beweging te langzaam en te veel langs één as om werkelijk van een ruimte-ervaring te kunnen spreken.
Matthijs van Boxsel Encyclopedie van de Domheid Amsterdam 2001, p 6 2
VOGELVLUCHT Lourens heeft de onderdelen van het La Lue-project verschillende malen en op diverse locaties geëxposeerd. Bij een aantal van deze exposities heeft hij bij
153
THE ARTIST AS ARCHITECT Oscar Lourens employs photography and film as means to bring the reduced space back to human dimensions. For the exhibition ‘Vormen van aarden / Ways to root’ (Apeldoorn, 2005) he draws upon the principle of magnification: using a scaffold construction and whitewashed plywood plates, Lourens creates ‘a new house for Helene’. Referring to the live-sized pinewood-with-cloth models that Helene Kröller-Müller had built on the Ellenwoude mansion near Wassenaar, which functioned as studies for the to-be-built museum. Likewise, Oscar Lourens’ creation is a blown-up but otherwise exact replica of one of the models of La Lue. But this ‘new house for Helene’ isn’t a study for the future architecture, but a new artistic attempt to realize the miniature model in original size. In 2005, Oscar Lourens trades his role of artist for that of an architect. For the owners of the La Lue farmstead he designs a square tower of 5 by 5 by 12 metres. The tower with a pointed roof consists of three floors on which two people can cook (ground floor), live (first floor) and sleep (second floor). The dimensions are loosely based on existing rooms in the La Lue buildings. Important to Lourens is also the choice of a compact and slender tower that fits the landscape. The materials, style and position to the other buildings and the landscape are chosen accordingly. This is the first time Lourens creates a new architectonic space of his own design. Herewith, his miniature art has grown to true architecture in which the wandering spectator/visitor is able to truly experience the actual space. That the building has left the realm of art and entered that of architecture is also clear from the reactions of neighbours and visitors of La Lue. Many of them think the tower is a restored building that has been a part of the farmstead all along. The tower led me to ask Oscar Lourens whether he hadn’t rather chosen for the profession of an architect instead of being an artist. After an initial hesitation, he confirms. This hesitation is very understandable, because my question is like that of the farmer of the Lewis Caroll’s novel, who asked Mein Herr to accept the existing landscape as the best possible map. For is the tower of La Lue not the best means to truly take possession of architectonical space?
La Tour, 2007, La Lue, Agonges (F)
154
de tentoonstellingsruimte een zelfgemaakte wegwijzer geplaatst waarop de naam van en de kilometerafstand hemelsbreed tot La Lue staat vermeld. Op een vergelijkbare wijze als eerdere projecten worden woord en getal ingezet om te verwijzen naar een reële, fysieke ruimte. Ditmaal echter betreft het niet alleen de architectuur van La Lue, maar ook de ruimte die de bezoeker van de tentoonstelling scheidt van het boerderijencomplex in Frankrijk. Op zoek naar een andere manier om deze ruimte in zijn bezit te krijgen, heeft Lourens in de zomer van 2007 het plan opgevat om vanuit La Lue een aantal duiven terug te z.t. (een nieuw huis voor Helene), 2005, Vormen van Aarden, Apeldoorn, 2005
laten vliegen naar Nederland. Eén duif is voorzien van een speciaal hiervoor vervaardigd lichtgewicht gps-systeem waarmee de vlucht exact gereconstrueerd kan worden op een landkaart. Wanneer de vlucht eenmaal bekend is, wil Lourens de route laten navliegen om hem fotografisch vast te leggen. Die foto’s zouden vervolgens weer tot een film gemonteerd kunnen worden, zodat ook hier het element ‘beweging’ direct wordt gerelateerd aan de ervaring van de ruimte. De betreffende duif is echter nooit teruggekeerd en Lourens krijgt pas het volgende vliegseizoen de kans een nieuwe vluchtpoging te wagen. DE KUNSTENAAR ALS ARCHITECT Lourens hanteert fotografie en film als middelen om de gereduceerde ruimte weer op te blazen tot een menselijke schaal. Voor de tentoonstelling ‘Vormen van aarden’ (2005) in Apeldoorn hanteert hij een ander principe van uitvergroting: hij bouwt met behulp van een steigerconstructie en witgeschilderde underlaymentplaten een nieuw huis voor Helene. Verwijzend naar de modellen van vurenhout en zeildoek op ware grootte die Helene Kröller-Müller op Buitenplaats Ellenwoude bij Wassenaar liet bouwen als voorstudies van een nieuw museumhuis, is het huis een exacte uitvergroting van een maquette die is gebaseerd op een van de gebouwen van La Lue. Lourens’ huis is echter geen voorstudie voor te bouwen architectuur, maar een nieuwe poging om als kunstenaar een miniatuurmodel te realiseren op ‘ware’ grootte. In 2005 verruilt Lourens zijn rol als kunstenaar voor die van architect. In opdracht van de huidige eigenaren van La Lue ontwerpt hij een vierkante toren van circa 5 bij 5 meter en 12 meter hoog. De toren met puntdak is opgebouwd uit drie verdiepingen waarin twee personen kunnen koken (beneden), wonen (eerste etage) en slapen (zolderverdieping). De maatvoering is losjes gebaseerd op twee bestaande vertrekken van La Lue. Belangrijk vindt Lourens dat het een compacte, ranke toren is geworden die zich naadloos voegt in het landschap. Met de keuze van materialen, bouwstijl en de positie van de toren ten opzichte van de overige gebouwen is daar nadrukkelijk rekening mee gehouden. Het is voor het eerst dat Lourens een nieuwe architectonische ruimte creëert op basis van eigen schetsontwerpen. Zijn miniatuurkunst is volwaardige architectuur geworden waarin en waaromheen je als bezoeker al dolend de ruimtelijke werking kunt ervaren. Dat het gebouw geen kunstwerk is maar architectuur blijkt ook uit de reacties die de toren oproept bij de naburige bewoners en bezoekers van La Lue; veel mensen denken dat het een gerestaureerde of herbouwde toren is die al tijdenlang deel uitmaakt van La Lue. Naar aanleiding van de bouw van deze toren vraag ik Lourens tijdens een gesprek of hij niet liever architect had willen zijn. Na enige aarzeling antwoordt hij bevestigend. De aarzeling is te begrijpen, want het is alsof ik als een boer uit de novelle van Lewis Caroll Mijn Herr vraag of hij het bestaande landschap wil accepteren als de best mogelijke landkaart. Is de toren van La Lue immers niet het beste middel om werkelijk bezit te nemen van een architectonische ruimte?
155
156
CURRICULUM VITAE COLOPHON
157
OSCAR LOURENS Born 1973 in Renkum Lives and works in Arnhem EDUCATION OPLEIDING 1991-1996 Hogeschool voor de Kunsten Constantijn Huygens, Kampen INDIVIDUAL EXHIBITIONS (selection) SOLOTENTOONSTELLINGEN (selection) 2008 Dick de Bruijn Contemporary Art, Middelburg (met Ton Boelhouwer) 2007 Paperworks, Essent / Spoorzicht, Arnhem Ode aan het Rietveldpaviljoen, De Zonnehof, Amersfoort 2006 Architektur Galerie Berlin-Ulrich Müller, Berlin 2004 Bibliothèque de l’architecture, Museum Plantin-Moretus, Antwerpen 2003 Portraits of Spaces, Het Brouwershuis, Nijmegen z.t. (La Lue - boek + cd)_2003, PlaatsMaken, Arnhem 2001 Building Sights, De Nederlandsche Cacaofabriek, Helmond (met Gerard Koek) Vouwen & Kreukels, Archipel, Apeldoorn (met Hans Walraven) 1999 Galerie Bastiaans, Boxmeer 1998 Landschappen, De Kamer, Stichting Het Museum, Amersfoort 1997 Galerie van den Crommenacker, Arnhem 1996 Ruimtelijk Werk, Galerie Het Langhuis, Zwolle (met Jan Dix) 1995 Galerie van den Crommenacker, Arnhem GROUP EXHIBITIONS (selection) GROEPSTENTOONSTELLINGEN (selection) 2008 Hemelbestormers, CBK Gelderland, Arnhem 2007 ART Amsterdam / Dick de Bruijn Contemporary Art, Middelburg 2006 Espaces Relationnels, Arti et Amicitiae, Amsterdam (curator Cecile van Hanja) Credo, De Zonnehof, CREDO, Amersfoort Monnikenwerk, De Refter, Beek-Ubbergen (curator Arno Arts) 2005 Moerser Kunstpreis 2004, CBK Gelderland, Arnhem Landmarks, Provinciehuis / CBK Gelderland, Arnhem (met Marcel Kronenburg) Made in Arnhem 2005, Museum voor Moderne Kunst, Arnhem
158
Vormen van Aarden, Triënnale Gelderland, Apeldoorn (curator Wim Korvinus) 2004 Moerser Kunstpreis 2004, Galerie Peschkenhaus, Moers Spend it, don’t save it, Hooghuis, Arnhem 2003 Kunstaankopen Gemeente Nijmegen 2000-2002, Paraplufabriek, Nijmegen KunstRAI Amsterdam / Galerie Bastiaans, Boxmeer 2002 Made in Arnhem, Museum voor Moderne Kunst, Arnhem Follies, Landgoed Avegoor, Ellecom Natuurlijk, Natuurlijk, Triënnale Gelderland, Park Berg en Bos, Apeldoorn 2001 City Jam#2, Hooghuis, Arnhem This is how it feels, Biënnale Gelderland, Museum Het Valkhof, Nijmegen (curator Gerd Borkelmann) Amulet d’arbre, Beeldentuin De Vijf Zinnen, Arnhem (curatoren Carel Lanters en Sabine Zwikker) KunstRAI Amsterdam / Galerie Bastiaans, Boxmeer The Shanghai Artfair, Shanghai, China / Galerie Bastiaans, Boxmeer 2000 Draußen vor der Tür, Archipel, Apeldoorn ART Rotterdam / Galerie Bastiaans, Boxmeer Nieuwe Leden, De Gele Rijder, Arnhem HOTEL, CBK Nijmegen Die Holländische Welle, Stadtmuseum Jena / Galerie Lutz Fiebig, Berlijn Peninsula Daily, Vitrines Eindhovens Dagblad, Eindhoven 1999 Phoebus• Rotterdam, Rotterdam Kunstvlaai 3, Amsterdam / Peninsula, Eindhoven Stronk, Beeldentuin De Vijf Zinnen, Arnhem 1998 Kunst in de etalage, CBK, Nijmegen @rt words - @rt works!, Brugge @rt words - @rt works!, Galerie De Lege Ruimte, Gent 1997 Over het denkgedeelte III, De Gele Rijder, Arnhem Over het denkgedeelte II, De Gele Rijder, Arnhem Centrum Beeldende Kunst, Art Primeur, Dordrecht GRANTS SUBSIDIES 2006 Basisstipendium, Fonds voor BKVB, Amsterdam 2004 Projectsubsidie, Provincie Gelderland 2002 Projectsubsidie, Provincie Gelderland 1999 Projectsubsidie, Provincie Gelderland Basisstipendium, Fonds voor BKVB, Amsterdam 1997 Provincie Overijssel Projectsubsidie, Provincie Gelderland 1996 Gemeente Kampen
COMMISSIONS OPDRACHTEN 2005 Landmarks, Provincie Gelderland/CBKG, Arnhem (met Marcel Kronenburg) 2003 Provincie Gelderland (schetsontwerp grensovergang Beek) 1997 Burgel, stadsgracht Kampen (ontwerp en uitvoering tekstbeeld) AWARDS PRIJZEN 2004 Moerser Kunstpreis 2004
Het Ideale Atelier, PlaatsMaken i.s.m. Hooghuis, Arnhem Tubelight, beeldbijdrage middenpagina i.s.m. Gerard Koek 2000 Die Holländische Welle, Stadtmuseum Jena / Galerie Lutz Fiebig, Berlijn HOTEL, CBK Nijmegen 1998 @rt words - @rt works!, Brugge 1997 Over het denkgedeelte III, De Gele Rijder, Arnhem Over het denkgedeelte II, De Gele Rijder, Arnhem
PUBLICATIONS (selection) PUBLICATIES (selection) 2007 Een boerderijcomplex in 16.058 vellen wit papier, De Gelderlander, Maarten Reith France 3, 24 augustus 2007 Kunstenaar stuurt duiven met rugzakje uit, De Gelderlander, Hans Gulpen Mesures et démesures, La Semaine de l’Allier, Adeline Glavieux 2006 Tussen kunst en bouwkunst, Kunstbeeld, Aernout Hagen Credo, De Zonnehof, Amersfoort / CHK Constantijn Huygens, Zwolle 2005 Zonder potlood, plan en cirkelzaag is er geen werk, De Gelderlander, Werner Bossmann Vormen van Aarden, Triënnale Gelderland, Apeldoorn Architectuur is blokken stapelen, De Gelderlander, Werner Bossmann Het kleine huis aan de bosrand, De Gelderlander, Hans Gulpen 2004 Moerser Kuntpreis 2004, Moers FreeSpace 04, NICC, Antwerpen Die Kunst im Zettelkasten, Neue Ruhr Zeitung, Anja Katzke 2003 portraits of spaces (after stanley brouwn), Oscar Lourens, Arnhem z.t. (La Lue - boek + cd)_2003, Oscar Lourens, Arnhem Kunstaankopen Gemeente Nijmegen 2000-2002, Nijmegen 2002 Follies, Landgoed Avegoor, De Alliantie, Rheden Made in Arnhem, Museum voor Moderne Kunst Arnhem De mens in de natuur, de natuur in de mens, Natuurlijk, Natuurlijk, Triënnale Gelderland, Park Berg en Bos, Apeldoorn 2001 Archipel 00, Archipel, Apeldoorn Retourpeilen, Provincie Gelderland en SKCG, Arnhem This is how it feels, Biënnale Gelderland, Museum Het Valkhof, Nijmegen
159
DESIGN ONTWERP Oscar Lourens i.s.m. Jozee Brouwer TEXT TEKST Jeroen van den Eijnde Gerard Koek TRANSLATIONS VERTALINGEN Dirk Hilbers Kees Hilbers CORRECTIONS CORRECTIES Marianne Gerritsen Marlies Hummelen John Vermetten PHOTOGRAPHY FOTOGRAFIE Oscar Lourens Terry van Gurp (p 50-51, 153) Eric de Haan (cover, p 68-69, 72-73) Silke Helmerding (p 26-27) Mariës Hendriks (p 24-25, 38, 39, 114-117) Karin van Pinxteren (p 2) Edwin Verdurmen (p 62-63) LITHOGRAPHY & PRINT LITHOGRAFIE & DRUK Veenman Drukkers, Rotterdam BINDING BINDWERK Hexspoor, Boxtel PUBLISHER UITGEVER Veenman Publishers / Gijs Stork EDITION OPLAGE 1000 ISBN / EAN 978-90-8690-211-8 © Oscar Lourens, Veenman Publishers and the authors, 2008
www.oscarlourens.nl
160
THIS PUBLICATION WAS GENEROUSLY SUPPORTED BY DEZE PUBLICATIE WERD MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR Bella Flapper Olga Godschalk Dirk Hilbers Erik Kleijn Edwin Verdurmen Essent / Spoorzicht Kunst & Design Vormgeversassociatie Fonds BKVB SPECIAL THANKS TO VEEL DANK AAN José Alferink Joke Alkema Aafke Bennema en Marcel Kronenburg C.P. Berbée Wouter Botman en Marlies Hummelen Dick de Bruijn Sacha Boulogne Pieter van Cleef Carina Diepens en A. van Campenhout Jan Dix Theo Gerrits Mieke Gresnigt Sebastiaan Hanekroot Karien Hilbers en Thomas Swinkels Janske Hombergen Olga van Hoorn Robbert Krancher Andette van der Leest en Henk Hilvering Marlies Leupen Rishi van Lint Lex van Lith Ans en Leo Lourens Elze Meijering Ulrich Müller Lies Netel Guido Nieuwendijk Carien Poissonnier en Edwin van Opstal Hjalmar Riemersma Mark van Rooij Loes van Schaaijk en Wim Korvinus Hansjörg Schneider Kirk Tijl Chrit Veugen Willem van der Wiel Irma Witte en Henk van der Krabben Sabine Zwikker en Bert de Brouwer
161
PUBLISHER UITGEVER Veenman Publishers / Gijs Stork Sevillaweg 140 NL - 3047 AL Rotterdam Netherlands T +31 10 245 3333 F +31 10 245 3344 info@veenmanpublishers.com www.veenmanpublishers.com DISTRIBUTION DISTRIBUTIE D.A.P. 155, Sixth Avenue, 2nd floor New York, NY 10013 USA T +1 212 627 1999 dap@dapinc.com Exhibitions International Art & illustrated books Kol. Begaultlaan 17 B - 3012 Leuven Belgium T +32 016 296 900 orders@exhibitionsinternational.be www.exhibitionsinternational.be Vice Versa Vertrieb ImmanuelkirchstraĂ&#x;e 12 D - 10405 Berlin Deutschland T +49 30 616 09 236 F +49 30 616 09 238 info@vice-versa-vertrieb.de. www.vice-versa-vertrieb.de
p 159 z.t. (1ste Wijkstraat 1:2), 2002 colour photograph kleurenfoto 50 x 70 cm cover z.t. (interieur - II), 2007 piezographic print on paper, aluminium piĂŤzografie op papier, aluminium 42 x 60 cm edition oplage 2 + 1 a.p. coll. Olga Godschalk, Arnhem
164