Out of Art 2007#1

Page 1

Magazine voor actuele Outsider Art Themanummer: woord en beeld

Jaargang 2 nummer 1 juni 2007 prijs â‚Ź 5,95


Voorwoord

Out of Art is een uitgave van Amsterdam Art Metropole onder auspiciën van AM Foundation en verschijnt twee keer per jaar. Out of Art Postbus 75158, 1070 ad Amsterdam www.out-of-art.nl Werkgroep Out of Art 3: Henny van Bree, Frits Gronert, Karin Verboeket (hoofdredacteur), Phia Verstraete en Huib van den Wijngaard Aan dit nummer werkten verder mee: Paul van der Eerden, Lauri Kramer, Paul Mosterd, Luise Ross, Sanford Smith, Jan Verwoert, Lana Zepponi Met dank aan: Leo Jansen en Rieta Bergsma Samenvattingen: Nan Mols Vertalingen: Language Unlimited, Utrecht Vormgeving: Van Rosmalen & Schenk, Amsterdam Druk: Drukkerij Tesink, Zutphen Omslag: Bart Baele, Les Souffrants sont morts, 2006, olieverf op paneel, 82 x 61 cm Opgave en vragen over abonnementen: Abonnementenland Postbus 20, 1910 aa Uitgeest Tel. 0251-313939 Fax 0251-310405 www.aboland.nl Abonnementen worden automatisch op 1 januari verlengd. Opzeggingen dienen 8 weken voor

afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn (uitsluitend schriftelijk). Advertenties: zie www.out-of-art.nl Niets uit dit magazine mag worden verveelvuldigd of openbaar gemaakt zonder voorafgaande ­toestemming van de uitgever. © 2007

Uiteenlopende vormen van woord en beeld omringen ons dagelijks, overal waar ons oog maar op valt. Bijzonder wordt het als beide in één kunstwerk verenigd zijn. Voor Out of Art vormt ‘woord en beeld’ een dankbaar thema omdat opvallend veel outsiderkunstenaars zich op dit breukvlak tussen beelden en woorden bewegen. Zonder dat velen bewust de intentie hebben kunst te scheppen, of zonder dat zij bewust kiezen voor die spannende combinatie van woord en beeld in een oppervlak, creëren zij indringende kunstwerken. Juist dit aspect van het onbewuste, niet intentionele, lijkt ten grondslag te liggen aan het feit dat nog weinig onderzoek is gedaan naar de combinatie van woord en beeld binnen de Outsider Art. Voor een introductie van het thema wordt dan ook gekeken naar de traditie van woord en beeld in de reguliere kunst. Na een historische context worden eenvoudig toe te passen woord en beeldgradaties benoemd. Zo kan het werk van de vier kunstenaars in de verschillende hoofdstukken, beter geduid worden. Dat de rubrieken ook goed gelezen worden, merken we aan de voortdurende reacties die binnenkomen. Het is duidelijk; voor een rubriek als ‘Ik ben ik’ staan vele kunstenaars op de nominatie om aandacht aan te besteden. Het vinden van gepassioneerde verzamelaars van Outsider Art voor de rubriek ‘Eindeloze begeerte’ blijkt een grotere uitdaging. Verzamelaars genoeg, maar het gaat er om die verzamelaars te vinden die de samenstelling van hun collectie eens fijntjes uit de doeken kunnen doen. Het bewijs dat Paul van der Eerden dat kan, treft u in dit nummer aan. Geniet ook van de ‘ins and outs’ over de Outsider Art Fair, de boek- en tentoonstellingsrecensie, de prikkelende column en het gedicht. Zoek in de agenda naar interessante activiteiten en tentoonstellingen in binnen- en buitenland en zorg er voor dat wij tijdig weten wat er speelt. Hoewel dit pas het derde nummer is, is het ons duidelijk dat Out of Art goed gelezen wordt en in een behoefte voorziet. De verkooppunten moeten nog uitgebreid worden en wij raden u dan ook vooral aan een abonnement te nemen. Dan kunt u in woord en beeld blijven genieten van alles dat de Outsider Art te bieden heeft. Karin Verboeket

Out of Art 4 verschijnt eind 2007 met een themanummer over architectuur.

2

OUT OF ART JUNI 2007

11

20

6


28

14 4

6 11 14 20 23

Woord en beeld Woord en beeld; kort getypeerd In tegenstelling tot de reguliere kunst wordt binnen de Outsider Art helaas nog weinig onderzoek verricht naar het thema ‘woord en beeld’. Naast een historische schets worden hier enkele woord en beeldgradaties benoemd die het werk van de outsiderkunstenaars verduidelijken. Ik ben ik; Alida Schaap Altijd eigenzinnig Het eigenzinnige werk van Schaap valt op door terugkerende thema’s en door haar originele materiaalgebruik. Een deel van het werk kan beschouwd worden als een hommage aan haar grootste idool, de zanger Frans Bauer. Woord en beeld Bart Baele; “Er kunnen levens gered worden” De Belgische kunstenaar Bart Baele schildert ‘innerlijke oorlogen’ om uiterlijke oorlogen te helpen voorkomen. Zijn schilderijen, vaak gelardeerd met ingrijpende teksten, doen denken aan de sfeer van animistische culturen. The place to be; Outsider Art Fair New York 2007 Puck Building Op het gebied van de Outsider Art is en blijft de internationale Outsider Art Fair in New York onbetwist de beste beurs. Lees waarom. Woord en beeld Post van John Kegreisz Over hoe de inmiddels overleden kunstenaar John Kegreisz nog steeds zijn eigen verhalen vertelt in woord en beeld. Column; Paul Mosterd “Poep aan de schoen”

30 24

Eindeloze begeerte; Paul van der Eerden “Verzamelen gaat vanzelf, dat bedenk je niet“ Van der Eerden vertelt boeiende verhalen over zijn bijzondere kunstcollectie, waaronder Outsider Art.

28

Woord en beeld Dirk Martens; beeldtaal in collages De collages van Dirk Martens brengen je soms ongemakkelijk dicht bij de noodzaak van de maker. In een opmerkelijk samengaan van woord en beeld creëert hij een wel heel persoonlijke beeldtaal.

30

Bezocht en bekeken; tentoonstelling Lucebert De gelukkig makende speelplaatsen van Lucebert Recensie over een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Schiedam dat er goed in is geslaagd alle aspecten van het multitalent Lucebert aan bod te laten komen.

32

Woord en beeld Harald Stoffers; dagelijks schrijven Op het eerste gezicht lijken het brieven aan zijn moeder over welke kleren hij aan gaat trekken voor op zijn werk. Maar zijn ze (alleen) voor haar bedoeld? En hoe is het mogelijk dat tekst verwordt tot beeld?

36

Recent verschenen; Verborgen werelden Boekenrubriek

38 39 40

Agenda English summary Poëzie; Frank van den Wittenboer

OUT OF ART JUNI 2007

3


Thema: woord en beeld tekst: karin verboeket foto’s: creative growth art center en van gogh museum

Woord en beeld kort getypeerd Over de relatie tussen woord en beeld in de beeldende kunsten is veel gepubliceerd, maar de theorieën lijken niet zonder meer van toepassing op het werk van outsiderkunstenaars. Bij hen komt de combinatie van woord en beeld vaak voor, maar anders dan reguliere kunstenaars hebben zij doorgaans niet bewust de intentie een kunstwerk te scheppen en met het woord het beeld te versterken of andersom. Ze kiezen hun materialen en disciplines vaak intuïtief en zijn zich veelal niet bewust van kunst- of cultuurhistorische kaders en stijlen. De interactie tussen woord en beeld is hier vaak vanaf het begin onlosmakelijk met elkaar verbonden en zingt zich los van de universele betekenissen die we in de reguliere kunst herkennen. In dit themanummer wordt aandacht besteed aan tweedimensionaal werk van Nederlandse en Belgische outsiderkunstenaars die woord en beeld in één object verenigen. Deze selectie had duizend keer anders kunnen zijn, maar hoopt in elk geval iets te verduidelijken van de verschillende gradaties waarin woord en beeld tot een eigen ‘beeldtaal’ kunnen leiden. Ut pictura poesis; een schilderij is als een gedicht

Voordat ingegaan wordt op het werk van outsiderkunstenaars, is het goed een kort historisch perspectief te schetsen van het thema binnen de reguliere kunst. In de westerse wereld bleef het woord eeuwenlang dominant ten opzichte van het beeld. Kunstenaars tussen de 15e en 18e eeuw kozen bewust universele literaire thema’s uit de klassieke oudheid tot thema van hun schilderijen. Vanuit de gedachte ‘ut pictura poesis’ (zoals de schilderkunst, zo is ook de dichtkunst) verwierf de beeldende kunst de status die de poëzie sinds de oudheid al had.

Moderne kunstenaars probeerden vervolgens de dominantie van het woord te vervangen door die van het beeld. Een bekend voorbeeld is Magrittes schilderij van een pijp (1929) waaronder hij schreef Ceci n’est pas une pipe (‘Dit is geen pijp’). In een interview in 1947 legde hij uit “Wie zou durven beweren dat de afbeelding van een pijp een pijp is? Wie zou de pijp op mijn schilderij kunnen roken? Niemand. Dus het is geen pijp”. Ook de gedachte om kunstwerken neutrale titels te geven, kunnen we in dit licht zien. Landschap, Portret en Compositie hebben zo’n neutrale lading dat, zo redeneerde men, de aandacht van de beschouwer vanzelf naar het beeld, in plaats van naar het woord, zou uitgaan. Interessant in dit kader is ook het fenomeen van dubbeltalenten, zoals Lucebert, de dichter die schilderde, de schilder die dichtte (zie ook p.p. 30 t/m 31). Een ander bekend dubbeltalent was Vincent van Gogh (1853-1890). Als hij in brieven aan zijn broer Theo iets wilde uitleggen over praktische gebruiksvoorwerpen, zoals zijn perspectief­ raam of zijn palet, maakte hij daar een tekening van. En wie nooit het schilderij Nachtcafé (1888) zag, proeft er toch de sfeer van door Van Goghs beeldende beschrijving “… ik heb geprobeerd met de contrasten van zachtroze en bloed- en wijnrood, van zacht Louis XV-groen en veronees groen in contrast met het geel-groen en het harde blauw-groen, dat alles in een atmosfeer van een helse oven in een bleke zwavelkleur, als het ware de duistere krachten van een kroeg tot uitdrukking te brengen”. * Drie categorieën vanuit de beschouwer

Zo’n bewuste omgang met de twee disciplines, speelt binnen de Outsider Art niet of nauwelijks. De veelal intuïtieve keuze voor woord- en beeldcombinaties in één kunstwerk, * Citaat overgenomen uit: ‘Van Gogh en zijn brieven’, Leo Jansen, Van Gogh Museum/Mercatorfonds, Brussel 2006

4

OUT OF ART JUNI 2007


lijkt vaak gestoeld op de innerlijke drang tot delen, of tot het beteugelen en beheersen van emoties. Om die reden zijn de woord- en beeldclassificaties binnen de vergelijkende kunstwetenschappen niet zomaar van toepassing op de Outsider Art. Om toch steun te bieden bij het beschouwen van deze intrigerende kunstwerken, licht ik drie eenvoudig benoemde woord- en beeldgradaties toe. Het uitgangspunt is simpelweg dat wat we zien. Als eerder gemaakt beeld wordt aangevuld met tekst of andersom, komen de twee disciplines na elkaar, maar bestaan ze naast elkaar in een vlak. Zo tekenen veel kunstenaars scènes uit hun dagelijks leven en vullen deze aan met handgeschreven teksten, bijna als een stripverhaal, Donald Mitchell Zonder titel (19 schedels), 2002 inkt op papier 60 x 47,5 cm

maar dan zonder bewust reeksen te creëren. Laten we deze vorm ‘praatje-plaatje’ noemen. Als overgang naar de tweede categorie kan het werk van Bart Baele beschouwd worden (p.p. 11 t/m 14). Zijn intrigerende schilderijen worden vaak gelardeerd met teksten. Voor de aandachtige beschouwer lijkt het hier eerder te gaan om bezweringen dan om beweringen en krijgt het object een overtuigend karakter dat je dicht bij de maker brengt. De tweede categorie bestaat uit ‘woord en beeld ineen’. Hierbij lijken beide disciplines gelijkwaardig aan elkaar en lopen ze soms zelfs in elkaar over, zoals in de schilderijen van de analfabetische John Kegreisz waarbij we zijn onlees­ bare tekens als tekst kunnen opvatten (p.p. 20 t/m 23). Ook in het werk van Dirk Martens zijn woord en beeld gelijkwaardig. Zijn collages omringt hij met teksten van soms semiwetenschappelijke aard, alsof de beelden daarmee geneutraliseerd en hanteerbaar worden (p.p. 28 t/m 29). De derde categorie ‘tekst wordt beeld’, ontstaat daar waar (leesbare) teksten door de vorm waarop ze neergeschreven zijn, visuele beelden worden. Een voorbeeld is het werk van Harald Stoffers (p.p. 32 t/m 35) die weliswaar leesbare teksten schrijft, maar deze op zo’n manier neerzet, dat het visuele beeld zich sterker doet gevoelen dan de inhoud van zijn teksten. Nader onderzoek

Al met al blijft de relatie tussen woord en beeld de aandacht trekken, ook binnen de Outsider Art. Dit geldt niet alleen voor illustere voorgangers zoals August Walla, Adolf Wölffli en Dwight Mackintosh, maar ook voor veel hedendaagse outsiderkunstenaars die buitengewoon intrigerende ‘beeldtalen’ creëren die het meer dan waard zijn nader onderzocht te worden. Vincent van Gogh Uit een brief aan Theo van Gogh, Den Haag, 5 augustus 1882 (detail) Collectie Van Gogh Museum, Amsterdam (254/222)

OUT OF ART JUNI 2007

5


Alida Schaap Neeee! De heer Bock, 1999 Gemengde techniek op papier, 43 x 53 cm

Het figuratieve werk van Alida Schaap valt op door eigenzinnigheid. Diversiteit in thematiek en materiaal­ gebruik kenmerken haar werk. Haar onderwerpskeuze ontleent zij aan her­ inneringen, persoonlijke ervaringen en diepgekoesterde wensen. Basale emoties en clichés gebruikt Alida heel direct in haar werk. Hierdoor kan het tegelijkertijd banaal en ontroerend overkomen. Ook het materiaalgebruik is on­­ conventioneel. Gedurende haar werkzaamheden op Atelier de Haagse School heeft zij een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt, waarbij zij steeds gevarieerder is gaan werken. Naast teken- en schildermaterialen verwerkt Alida bijvoorbeeld ook ­stoffen, diverse behangsoorten, touw en karton in haar werk. Altijd is haar stilistische en heldere stijl direct herkenbaar. “Ik houd van materialen zoals glas, Alida Schaap Headless Horseman, 2000 Gemengde techniek op papier, 97 x 123 cm Mijn vader, 1996 Gemengde techniek op papier, 50 x 65 cm Particuliere collectie

8

OUT OF ART JUNI 2007

lucifershoutjes, stukjes stof, spiegel, hout en plakplastic. Ik houd ook van verassingen zoals deurtjes in mijn werk, die je open kunt maken en dat er dan een grapje achter zit.” Kunsthistoricus Hans Peter Rosinski zei eens over Alida’s omgang met beelden: “… – altijd even eigenzinnig, vol lust en humor – waardoor het de toeschouwer op het eerste gezicht zou kunnen ontgaan hoe doordacht en complex zij bepaalde thema’s verwerkt…”. Fascinaties

Het werk van Schaap laat een fascinatie voor bepaalde onderwerpen zien. In 1997 maakte ze een serie schilderijen met verwijzingen naar ‘de dood’. Zo werkte zij een eigen­ gemaakte fotoreportage over be­­graaf­ plaatsen en uitvaartcentra uit tot een serie tekeningen. Ook portretten van overleden mensen uit haar


Na de roem van de EUWARD in Duitsland is Alida zich gaan richten op haar fascinatie voor baby’s en bevallingen. Speciaal voor een solotentoonstelling in Zaandam, op de afdeling verloskunde van het Zaans Medisch Centrum, is een bijzondere serie werken in verschillende technieken ontstaan. De reacties van het publiek op haar werk waren zeer ­uiteenlopend. Vooral de verwerking van menselijke foetussen in de baarmoeder van wilde dieren, zoals een tijger en een wild zwijn, werd door sommigen als schokkend ervaren. “Ik ben gek op baby’s. Ik heb bijvoorbeeld een neefje, en meer mensen om mij heen hebben kinderen gekregen. Ik had best samen met Piet, p

nabije omgeving behoren tot haar oeuvre. Daarnaast laat zij zich inspireren door mythen en sagen. Zo heeft zij meerdere portretten gemaakt van De ruiter zonder hoofd. Ook een weergave uit de Egyptische dodencultus past in deze belangstelling. Een ander terugkerend thema van Alida is pornografie. Gedurende een samenwerkingsproject met Theater De Trust in Amsterdam is er voor een van de wanden in dit theater onder andere een assemblage van karton ontstaan. Alida raakte geïnspireerd door een karakter uit een theatervoor­ stelling. Het betreft de heer Bock uit

Alida Schaap Fiets ’m d’r in, 1999 Gemengde techniek op papier, 42 x 30 cm Baby in baarmoeder, 2003 Gemengde techniek op papier, 50 x 45 cm

‘De bruiloft van Canetti’. Met een serie werken, waarbij ze de heer Bock trans­ formeerde tot eigenaar van een seksshop, won Alida de euward 2000. “Ik vind het leuk om over seks te tekenen. Het is spannend, gevaarlijk en vooral ook heel grappig. Mijn hobby is naar de rommeltjesmarkt gaan. Mijn kamer staat vol met ­spulletjes die ik op de markt heb gekocht, zoals knuffelbeesten en spaarvarkens en waar ik het meeste trots op ben, is een gieter in de vorm van een penis. En met mijn verloofde Piet, met wie ik samenwoon, tap ik ook altijd schuine moppen. Dan hebben we echt lol samen.” Alida Schaap Moederen, 2003 Gemengde techniek op papier, 85 x 110 Moeder met baby, 2003 Gemengde techniek op papier, 85 x 110 cm

OUT OF ART JUNI 2007

9


Alida Schaap Frans Bauer met baby Alida, 2004 Gemengde techniek op papier, 70 x 82 cm

Alida Schaap Zelfportret, 2003 Acryl op papier, 80 x 65 cm

ik haar suikertante. Maar ik gebruik haar foto dan en die van mezelf.” Frans Bauer

Alida Schaap Volendams echtpaar, 2005 Acryl op papier, 80 x 110 cm Illustratiekastje Frans Bauer, 2005 Gemengde techniek op hout, 27 x 27 x 11 cm (uitgeklapt 27 x 110 x 11 cm)

10

OUT OF ART JUNI 2007

mijn verloofde, een kindje willen hebben. Maar dat kan niet meer want ik ben te oud. De bevalling vind ik het spannendst. Ik kijk dan ook naar alle televisieprogramma’s die hierover gaan. Ik werk momenteel aan een kijkdoos over een bevalling. Daarin beval ik zelf van baby Zoë. Niet echt natuurlijk, want in het echt ben

Het gebruik van portretten van mensen uit haar dagelijkse omgeving is een opvallende nieuwe ontwikkeling in het werk van Alida. Ze vertelt dat ze vanuit een oefening in portret­ tekenen en het werken aan zelfportretten op dit idee is gekomen. In haar eigen ingerichte atelier in de werkplaats van Atelier de Haagse School, is het hoofd van Alida dan ook in allerlei formaten op doorzichtig vloeipapier aan de muur te zien. Middels een zelf ontwikkelde techniek, met behulp van de computer of het kopieerapparaat, transformeert zij foto’s van baby’s, verloofde Piet, Frans Bauer en begeleiders van werk en woning in haar fantasierijke schilderijen. Hierbij is vooral de combinatie met haar grote liefde Frans Bauer zeer opvallend; Alida en Frans verkleed als echtpaar uit Volendam, Alida als moeder van kleine Frans en Alida als baby in de armen van de trotse vader Frans Bauer. Ook in het boekje over Frans Bauer, ontstaan tijdens een workshop illustratie, komt de humor d­ uidelijk naar voren. Zo zien we haar terug als moeder van kleine Frans, maar ook als moeder van zijn kinderen en zelfs als trotse oma van twee kleinkinderen. “Frans Bauer is mijn grootste idool. Hij staat altijd klaar voor anderen, vooral voor gehandicapte kinderen. Mijn neefje is ook gehandicapt, dus daarom weet ik dat. Verder vind ik hem gewoon een heel lekker ding, Z’n liedjes zijn leuk, hij heeft mooie kleding aan. Ik draag hem altijd bij

me op mijn schouderblad. Ik heb een foto van hem - van een cd-hoes - op mijn schouder laten tatoeëren. Van het geld dat ik in Duitsland heb gewonnen. Acht uur stilzitten, de pijn viel wel mee, maar toen ze de ogen gingen maken, gingen ze prikken met de naald en dat deed wel een beetje zeer…” Ideeën en ambities

We kunnen in de toekomst nog veel verwachten van de Haagse kunste­ nares. Zo staan er nogal wat ideeën en ambities op haar persoonlijke kunstagenda. Hierbij komt verdieping van reeds genoemde thematieken aan bod, maar ook nieuwe onderwerpen zoals ‘de bruiloft’ staan op haar lijstje. “Mijn volgende onderwerp gaat over bruidsparen. Ik zou zelf heel graag willen trouwen, maar dat moet ik nog allemaal bespreken met mijn verloofde en persoonlijk begeleider. Door erover te gaan tekenen, verdiep ik me alvast in het onderwerp en komt het steeds dichterbij. Over nieuwe onderwerpen denk ik nog na.” Lauri Kramer is voormalig artistiek ­leider van Atelier de Haagse School

www.dehaagseschool.nl


Thema: woord en beeld tekst: karin verboeket foto’s: ivo van der bent

Bart Baele; “Er kunnen levens gered worden” Schilderijen van Bart Baele (1969) beklijven. Zijn figuren staren je aan met open, vaak scheve monden en overduidelijk zichtbare tanden. Hun schriele lichamen met knokige knieën en uitgestrekte ledematen staan achter tafels met daarop attributen die de sfeer van de katholieke kerk oproepen. Hoewel Baele zichzelf niet als gelovig beschouwt, gaf hij z’n werk in het verleden regelmatig de vorm van een ‘Ex Voto’ (christelijke traditie, gift uit dankbaarheid) mee. Toch doen deze en andere werken van zijn hand, geschilderd in olieverf op doek of paneel, eerder denken aan amuletten, maskers of totems uit animistische culturen. Ook wie geen weet heeft van de achtergrond van de kunstenaar, voelt iets van de urgentie die aan het ontstaan van deze kunst ten grondslag ligt. Bart Baele, die van mening is dat kunst “onbestudeerbaar” is, schildert voornamelijk therapeutisch, maar niet alleen voor zichzelf. Als een monnik

De vrijwel autodidacte kunstenaar trekt zich het leed van de mensheid aan. Hij leeft en werkt in afzondering om via innerlijk onderzoek te achterhalen waarom de mensheid zo veel duistere kanten heeft. In alle rust wil hij “Eenzaamheid en het leven van een monnik leiden, om morele waarden te scheppen, om een gebeurtenis echt te kunnen doorgronden en een nieuwe esthetiek van ijskoude afschuw te ontwikkelen”. Die “ijskoude afschuw” lijkt het gevoel te zijn dat hém er toe aanzet zijn emoties te verbeelden en dat óns, als beschouwers, bekruipt als we met zijn werk geconfronteerd worden. Met het schilderen gaat Baele zijn ‘innerlijke oorlog’, zoals zijn vriend en collega Marc Roose het noemt, te lijf. p Bart Baele Guérir, 2006 Olieverf op doek, 50 x 40 cm

OUT OF ART JUNI 2007

11


Bart Baele Genezen, 2006 Olieverf op doek, 51 x 71 cm

Zelf beschreef Baele dit treffend als “Ik geloof daarin, dat het schilderij zegt wat je moet schilderen. Ik heb geen hulp meer nodig. De medicamenten liggen in de vuilnisbak”. Dat het hem helpt met zijn kunst enigszins greep te krijgen op zijn geesteswereld, blijkt uit de uitspraak “Het rare aan het kunstenaarschap is, dat alle gebeurtenissen, die in mijn verleden en in mijn leven plaatsgevonden hebben, als het ware uitgewist werden, gewoon door het feit dat al die thema’s onmiddellijk omgezet werden in werken”. Dat directe en onopgesmukte is misschien wel de grootste kracht van deze kunst. Hiermee kan hij, behalve zichzelf ook anderen die lijden de helpende hand bieden. Het idee is dat wie deze beelden van ‘innerlijke oorlog’ ziet, minder snel aan een ‘uiterlijke oorlog’ zal beginnen. Bescherming

Scherp, schraal en overtuigend ligt de olieverf op de ­dragers. De symboliek zit ‘m niet alleen in de beelden, maar regelmatig ook in de teksten. Ze zijn zwierig door het beeld gepenseeld of juist in strakke hoofdletters in aparte kaders geplaatst, alsof ze een podium nodig ­hebben. p Bart Baele Moi, Bart Baele, Medicin, Neurologiste, Psychiatre de la Justice 1987, 2002 - 2006 Olieverf op doek, 101 x 51 cm

12

OUT OF ART JUNI 2007


Bart Baele Merci, 2004 – 2006 Olieverf op paneel. 40 x 31 cm

Bart Baele La Clinique, 2006 Olieverf op doek, 40 x 50 cm

Bart Baele La Philosophie des Larmes; Bart Baele Docteur mental, 2006 Olieverf op paneel, 51 x 71 cm


Thema: woord en beeld

John Kegreisz Brief, 1992 Acryl op doek, 150 x 100 cm

tekst: frits gronert foto’s: yvonne beelen

links: Brief, 1992 Acryl op doek, 100 x 70 cm

Ik kan mij het telefoontje nog goed herinneren waarin een medewerker van het gezinsvervangende huis van John Kegreisz ons vroeg hem voorzichtig voor te bereiden op het overlijden van zijn moeder. Eén enkele oerkreet van verdriet bleek het startsein van zijn emotionele verwerking. In zijn schilderijen begonnen vreemde tekens te ontstaan. Wonderlijke abstracte vormen werden vergezeld door kleine kriebeltjes, lijntjes en puntjes. John kon niet lezen of schrijven maar voor hem waren die tekentjes duidelijk meer dan alleen beeldelementen. Op zijn unieke en oorspronkelijke manier begon hij verhalen te vertellen op doek. In zijn schilderijen toonde hij ons een poëtische wereld, waarin zijn geschilderde vormen zelf bedachte titels meekregen als Koeland, Visjes op het land of Klakkenaar. Vol verbazing luisterde ik bijvoorbeeld naar de uitleg van een schilderij dat over een Gigogigos zou gaan. In welke wereld leeft zoiets? Ook greep John opeens elke mogelijkheid aan om in het openbaar te spreken. Hij hield toespraken bij verjaardagen, etentjes, uitstapjes en openingen van tentoonstellingen. Aan zijn befaamde slottoespraak tijdens het symposium ter ere van 5 jaar Atelier Herenplaats leek geen einde te komen. Al die toespraken staan me nog helder voor de geest. Vaak besloot hij met een lief woord voor zijn moeder. John hield ervan ons iets te vertellen. IKIKIK

De enorme doeken die John met zijn amorfe vormen en begeleidende teksten vulde, zijn voor de beschouwer niet altijd te duiden. Juist dat mysterieuze element maakt zijn werk zo interessant. Soms herkennen we een enkel woord, zoals ‘ikikik’ waarin de kunstenaar zichzelf bewust of onbewust centraal lijkt te stellen. Het is moeilijk, of eigenlijk onmogelijk om te bedenken wat voor John de werkelijke p

Post van John Kegreisz 20

OUT OF ART JUNI 2007



John Kegreisz Gigogigos, 1992 Acryl op doek, 100 x 70 cm Zonder titel, 1996 Acryl op doek, 150 x 100 cm Zonder titel, 1992 Acryl op doek, 100 x 70 cm

betekenis was van deze geheimzinnige tekens. Ging het om een decoratieve invulling van het vlak, of zouden het toch echte brieven zijn die hij aan zijn overleden moeder schreef? Hoewel zijn werk altijd over dagelijkse dingen gaat, zoals een kerstboom, een vriend of een bal, doen zijn kunstwerken vooral abstract aan. Beeld en tekst zijn harmonieus samengevoegd aan de hand van zijn schrale penseelstreek. Voor zo ver mij bekend, zijn er weinig beeldend kunstenaars met een beperking die zo’n abstracte beeldtaal hanteren. John bleef niet alleen met zijn thema’s dicht bij huis, ook letterlijk was hij behoorlijk honkvast. Hij hield niet van reizen en kwam het liefst gewoon elke dag naar het atelier. Na een werkweek in Zeeland maakte hij talloze schilderijen met de logische titel Zeeland geweest. Er lijkt iets in door te klinken van een opluchting als ‘zo, dat zit er ook weer op’. De laatste jaren van zijn leven werkte John uitsluitend met vetkrijt op papier van steeds hetzelfde formaat van 100 x 70 cm. Zijn productie was enorm. De meeste bladen zijn ook nog eens dubbelzijdig bewerkt. Tijdens het tekenen leek hij altijd bewust te werk te gaan, zoals bijvoorbeeld de keuze om bepaalde ge­­ deelten al dan niet in te kleuren. Illustratief hiervoor is het antwoord dat John gaf op de vraag waarom hij “de kleine vlakken in de poten van het paard wit” liet. Stellig antwoordde hij: “Als ie een kleurtje krijgt, kan ie niet lopen”. John Kegreisz Brief, 1992 Acryl op doek, 210 x 150 cm

22

OUT OF ART JUNI 2007

John Kegreisz IKIKIK, 1995 Acryl op doek, 150 x 100 cm


column

column: paul mosterd

“Poep aan de schoen”

In januari 1998 werd John ernstig ziek. Tijdens een verblijf in het ziekenhuis vroeg hij om pen en papier. Op briefpapier van het ziekenhuis begon hij verwoed zijn unieke brieven te schrijven. In de vroege ochtend van 18 maart 1998 kregen we weer een telefoontje van het gezinsvervangende huis, nu met de mededeling dat John was overleden, op 47 jarige leeftijd. Het omvangrijke en prachtige oeuvre dat hij naliet, beschouwen we als een kleurrijk, poëtisch testament van zijn creatieve geest. Tot de dag van vandaag vertelt zijn kunst ons onbegrijpelijke maar gloedvolle verhalen die het waard zijn om op het netvlies te beklijven. Werk van John Kegreisz is opgenomen in ­particuliere collecties. Galerie Atelier Heren­ plaats beheert een deel van zijn oeuvre en stelt dit beschikbaar in de vorm van bruiklenen voor tentoonstellingen. In 2002 gaf Galerie Atelier Herenplaats de publicatie ‘Brieven p/a Hemel’ uit. Aldaar verkrijgbaar voor 2 7,50.

www.herenplaats.nl

“Poep aan de schoen” zei Rudi Fuchs, mijn directeur bij het Stedelijk Museum wel eens, in een gesprek over een tentoonstelling of het werk van een kunstenaar. Hij bedoelde daarmee dat er iets was dat niet klopte, iets dat een beetje bleef knagen. Beter gezegd; iets dat verontrustte. En dat was goed. “Kunst behoort te knagen”, zei hij en “kunst moet vragen stellen”. Het mooie aan het verontrustende element in de kunst ben ik sindsdien steeds meer gaan waarderen. Ik werk al enige jaren niet meer bij het Stedelijk Museum, maar ik blijf de hedendaagse kunst volgen. Museum- en galeriebezoek zijn vaste prik geworden in de weekeinden en op vakantie. Soms loop je dan tegen werk aan waarvan je meteen weet dat het goed is. Vorig jaar gebeurde dat weer eens. Er was een presentatie van nieuw werk van Ronald Ophuis bij Galerie De Praktijk in Amsterdam. Ophuis maakte een aantal jaren geleden naam met een veelbesproken tentoonstelling in Bureau Amsterdam, onder de titel ‘Vijf schilderijen over geweld’. En nu was er dan nieuw werk te zien. Ik liep in de achterruimte van de galerie tegen een werk aan dat tegelijkertijd wel en geen portret was. Het schilderij toonde een geblinddoekte man. Het deed mij onmiddellijk denken aan een executie, aan een vuurpeloton of aan een gevangenis. Ook de titel stuurde mij in die richting. Ophuis had het Down, down, down! Bagdad 2003 genoemd. Dichterbij gekomen, zag ik dat dit scherpe en agressieve werk prachtig geschilderd was. Ik zag alle kwastbewegin­gen en de opbouw van het werk in volle glorie. Zo mooi. Zo ­verontrustend, zo ongemakkelijk. Een portret, maar toch weer niet. Ophuis (1968) is van mijn generatie. Hij ziet, net als wij ­allemaal, de beelden uit Irak op CNN. En misschien heeft hij ook, net als ik, het werk De derde mei 1808 van Goya in Madrid gezien. Ook verontrustend en ook prachtig. Beide toch een pittig staaltje van ‘poep aan de schoen’.

Paul Mosterd is adjunct-directeur van de Stichting cpnb en organisator van onder andere de jaarlijkse Boekenweek.

Ronald Ophuis Down, down, down! Baghdad 2003, 2006 Olieverf op geprepareerd papier, 56 x 39 cm Particuliere collectie

OUT OF ART JUNI 2007

23


Eindeloze begeerte; Paul van der Eerden tekst: phia verstraete foto’s: henny van bree

“Verzamelen gaat vanzelf, We brachten een bezoek aan Paul van der Eerden (1954) in Rotterdam. Hij exposeert zijn kunst in binnenen buitenland en wordt regelmatig gevraagd als curator. Zo stelde hij in 1996 ‘Sortie du labyrinthe’ samen, een presentatie met hedendaagse kunst, naïeve kunst en Outsider Art in het Centrum Beeldende Kunst/Villa Alckmaer te Rotterdam. Hij denkt niet in kunstcategorieën maar “eerder in professionele kunstenaars en nietprofessionele kunstenaars”. Inspiratiebronnen voor zijn eigen werk én de passie voor verzamelen, staan in het gesprek centraal. Van der Eerden neemt plaats bij het raam en verontschuldigt zich bij voorbaat dat hij af en toe een blik naar buiten zal werpen. Er ontgaat hem weinig van wat zich buiten afspeelt. “Het is geen desinteresse. Ik ben nu eenmaal een kijker, een observeerder, ja zelfs een voyeur”. Ogen

Over zijn eigen kunst zegt hij “Het uitgangspunt van mijn beeldende werk is Paul van der Eerden Zelfportret Madame Maxi Madonna met engelen daaronder vazen en etnografica rechterpagina: Van der Eerden toont een deel van zijn verzameling tekeningen van straatkunstenaars

24

OUT OF ART JUNI 2007

de fascinatie voor de veel voorkomende onverschilligheid, de agressie en het geweld tussen mensen. Het valt mij op dat veel mensen niet in staat zijn contact te maken. Ik ben geïnteresseerd in de gekte van mensen en vooral in wat zich in hun hoofden afspeelt. Ik heb nog altijd, ook al ben ik die leeftijd al ruim gepasseerd, de blik van een puber die zich afvraagt waar al die mensen in godsnaam mee bezig zijn. In mijn werk probeer ik te kijken hoe ver ik in mijn beelden kan gaan. Zelf ben ik als persoon geen maniak. Persoon en werk zijn bij mij gescheiden zaken. Mijn beeldende werk bestaat voornamelijk uit potloodtekeningen. Tekenen is een andere manier van werken dan schilderen op canvas. Een tekening is een verzameling lijnen. Iedere lijn die je zet, blijft zichtbaar en de weg naar het uiteindelijke beeld is daardoor veelal goed te volgen. Het wit in een tekening heeft ook een eigen soort betekenis, als een territorium dat op een vreemde manier wel en niet deel uitmaakt van het beeld. Het lijkt ook vaak witter dan het in werkelijkheid is. Een schilderij streeft meer naar een uiteindelijk beeld. De weg er naar toe is vaak niet meer te volgen omdat deze letterlijk is overgeschilderd. Ik maak ook puur teksttekeningen die mijn flauwe of banale kant tonen. Het zijn soms triviale reclame slagzinnen, zinnen uit contactadvertenties of alle-


dat bedenk je niet”

daagse rijmpjes. Ik zet de teksten neer zoals deze bedoeld zijn. De beschouwer geeft er zijn eigen interpretatie aan. Zoals deze: ‘Er staat een kale man van honderdvijftig kilo in mijn garage te naaien’, gehoord op televisie. Ogen hebben een opvallende plaats in mijn werk.” Van der Eerden wijst naar een zelfportret. De ogen zijn sterk omlijnd en trekken de aandacht. “Outsiders kun je vaak herkennen aan de ogen in hun beeldende werk. Ze zijn vaak doordringend, hol en leeg afgebeeld.” Het werk van Van der Eerden zelf wordt vaak vergeleken met Outsider Art. We zijn benieuwd wat hij daarvan vindt: “Zowel tekeningen van mij als van outsiders behoeven

geen uitleg of psychologische verklaringen. De tekeningen spreken voor zichzelf. Paul Klee zei: ‘Kijken naar een tekening is een wandeling omwille van de wandeling’.” Startpunt van de verzameling

“De basis van mijn verzameling begint midden jaren tachtig met een bezoek van mijn vriendin aan de tentoonstelling ‘Primitivism in 20th Century Art’ in het Museum of Modern Art in New York. De foto’s van etnische objecten in de door haar meegebrachte catalogus maakten een diepe indruk op mij. De vorm, de maat en de verhouding, zo prachtig! De sterke verbondenheid van de mens met de aarde. Het p

Reginald Drooduin

OUT OF ART JUNI 2007

25


Thema: woord en beeld tekst: karin verboeket* foto’s: art en marge, brussel

De Belgische kunstenaar Dirk Martens (1970) maakt intrigerende en buitengewoon sterke collages. Ongeacht de uiteenlopende onderwerpen vormen tekst en beeld altijd één geheel. Zijn teksten lijken uit te willen leggen wat het beeld wil zeggen, soms compleet met doelstelling en gebruiksaanwijzing.

Dirk Martens; beeldtaal in collages Martens die zich bewust is van het verschil in erkenning en waardering tussen de Outsider Art en de reguliere kunst, heeft zelf niet de ambitie zich in de kunstwereld te onderscheiden. Hij hoeft geen waardering voor zijn werk. Hij schept uit noodzaak. Zijn ‘bron’ is terug te voeren op dat wat hem, als ‘lijder aan chronische depressies’ kwelt. Hij noemt zichzelf ‘sociaal onhandig’, maar onhandig is hij als kunstenaar allerminst.Hoewel de beschouwer deze knappe staaltjes van collagetechniek in eerste instantie ervaart als esthetische kunstwerken van een soms onbenoembare schoonheid, zijn ze bedoeld om even te ontsnappen aan de werkelijkheid van iemand die het in het leven zwaar heeft. Slaap-exorcisme bed

Zo maakt Martens onder meer collages als ontwerpen voor werktuigen die hij zelf “absurd” en “onuitvoerbaar” noemt. Ze trekken onze aandacht door de combinatie van bevreemdende beelden, omgeven door handgeschreven teksten zoals in Slaap-exorcisme bed uit 2004. Wie de moeite neemt de bij elkaar gebrachte beelden nader te bekijken en de teksten te lezen, ontdekt dat het er hier om gaat “om met behulp van enkele bekwame elektronica-specialisten het prototype van het slaap exorcisme bed te ontwikkelen”. Martens beschrijft het proces van de “kandidaat slaper” die “liefst na een vermoeiende werkdag” naar het aangepaste bed gaat. Hij draagt een helm met meetapparatuur, “volautomatisch”, en net voordat hij in slaap valt “wordt een signaal uitgezonden naar ingebouwde vibratie-apparatuur” waardoor de slaper wakker wordt door “schud­ signalen.” Martens geeft aan dat men kan opteren voor “verschillende gradaties in slaap-exorcisme […] alsook in schudsignalen”. Ook al heeft het hier de schijn van een objectieve beschrijving, een handleiding van een technisch apparaat, even kom je, hoe ongemakkelijk ook, dicht bij de persoonlijke drang van de maker. Als je weer afstand neemt en je realiseert dat het voor jou als beschouwer mag gelden als een kunstwerk, dan blijf je je verbazen over de ondeelbare kracht van woord en beeld in deze persoonlijke beeldtaal van Dirk Martens. * Met toestemming is deze tekst deels gebaseerd op een artikel van Patrick Allegaert in Écritures Imagées, Art en Marge, Brussel, 2004 ISBN 296.0035.631

Dirk Martens UBI est mort Stimulus tuus Collage op papier 16,4 x 37,5 cm Collectie Art en Marge, Brussel

28

OUT OF ART JUNI 2007

Dirk Martens Z.T. (de la mer), 2004 Collage, gemengde techniek 29 x 20 cm Collectie Art en Marge, Brussel

Dirk Martens Slaap-Exorcisme bed, 2004 Collage, gemengde techniek 29 x 20,5 cm Collectie Art en Marge, Brussel


OUT OF ART JUNI 2007

29


Bezocht en bekeken; Lucebert. Schilder, dichter, fotograaf tekst: frits gronert

De gelukkig makende ­speelplaatsen In februari daalde ik, via het opengesneden plein, de trap af naar de verscholen ingang van het Stedelijk Museum in Schiedam om de tentoonstelling ‘Lucebert. Schilder, dichter, fotograaf’ te bezoeken. Zo’n 30.000 geïnteresseerden gingen mij al voor. Het museum staat vooral bekend om de collectie vroege CoBrA kunst. Het is daarom niet verwonderlijk dat Lucebert, die begin jaren vijftig als dichter deel uitmaakte van deze groep, juist hier centraal stelt. Aanleiding voor deze presentatie is de schenking van ongeveer 200 schilderijen en ruim 2000 werken op papier van de Stichting Lucebert aan het Instituut Collectie Nederland, waaruit dit museum als eerste een ruime selectie tentoonstelt. Primitieve en kwetsbare wezens

Het multitalent Lucebert (1924-1994) was een pseudoniem van Lubertus J. Swaanswijk. Hij schreef gedichten, tekende, schilderde en fotografeerde. Elke dag begon Lucebert met het maken van een tekening. Hij schetst ons een droomwereld vol wonderlijke wezens en misvormden in enkele lijntjes, minimaal ­aan­gevuld met kleur. Zijn portretten lijken karikaturen. Zijn vroege, kleurrijke schilderijen hebben door de naïeve beeldtaal duidelijk ­verwantschap met Appel en Corneille. Zijn latere werk is meer uitgewerkt, zoals de serie Ketters uit 1981. In deze schilderijen combineerde hij zijn politieke visie met een innerlijke fantasie. We zien verwrongen gezichten in een wereld vol vreemde voorstellingen en wezens. Vooral zijn tekeningen van primitieve en kwetsbare creaturen uit de jaren vijftig en zestig, lijken met eenzelfde soort onbevangen­ heid gemaakt als we aantreffen in tekeningen uit de Prinzhorncollectie in Heidelberg en de verzameling Art Brut van Dubuffet in Lausanne. Lucebert De Ketters III, 1981 Olieverf op doek, 146 x 114 cm Collectie Instituut Collectie Nederland (foto: Tim Koster, ICN, Rijswijk/Amsterdam)

30

OUT OF ART JUNI 2007


van Lucebert Het lichte oog huilt kleuren

Naast een ruime selectie tekeningen en schilderijen wordt uitgebreid aandacht besteed aan gedichten. Luceberts debuut ‘minnebrief aan onze gemartelde bruid Indonesia’, het sonnet ‘ik mij’ en ‘ik draai een kleine revolutie af’ klinken sfeervol op uit luidsprekers. Bezoekers kunnen grote vellen papier met Luceberts handschriften en gedichten meenemen. Met zijn gedicht ‘Verdediging van de 50-ers’ nam de kunstenaar in 1949 de kleinburgerlijkheid van Nederland en de g­ ezapige, kneuterige poëzie onder vuur. Hierdoor kregen experimentele dichters, waartoe naast Lucebert onder andere Gerrit Kouwenaar en Jan Elburg behoorden, hun groepsnaam ‘de Beweging van Vijftig’. Hoewel Lucebert beschouwd wordt als een van Nederlands grootste dichters, vinden velen zijn poëzie moeilijk en zelfs ontoegankelijk. Door het gelijktijdig presenteren van beeld, geluid en geschreven woord, ontstaat echter een totaalervaring die het eenvoudiger maakt de gedichten te ‘ondergaan’ en te ge­nieten van de klankkleur. Lucebert gebruikte geen woorden in zijn schilderijen, maar hij schilderde wel degelijk met woorden “….het lichte oog huilt kleuren het lijmt bloemen, op het verloren profiel van de zieke, het kussen is nat van kleuren van golvende zwemvogels, en wolken schreeuwen als varkens in het bloed van de zee…”. Multitalent

Op de tentoonstelling zijn ook keramische schalen, vazen en sculpturen te zien, evenals foto’s. In zwartwit afdrukken uit de jaren vijftig, gemaakt in Parijs, Bulgarije, Italië, Spanje en Berlijn, toonde Lucebert, net als in zijn tekeningen, schilderijen en poëzie, zijn liefde voor mensen, vastgelegd met groot

Lucebert I’d like to stop living like a millionaire, 1992 Oost-indische inkt op papier, 29,5 x 21 cm Zonder titel, 1976 Oost-indische inkt en aquarelverf, 27 x 21 cm Zonder titel, 1988 Oost-indische inkt op papier, 32,6 x 46 cm Collectie Instituut Collectie Nederland

gevoel voor humor en inlevingsvermogen, in een vaak onwezenlijke sfeer. Was Lucebert dichter of beeldend kunstenaar? Zelf wilde hij zich niet aan een discipline of manier van werken verbinden. Hij hield zich ook niet bezig met zijn plaats in de kunstgeschiedenis zoals verwoord in de catalogus bij een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam (1987) “Alles wat me maar invalt schilder ik, ik teken en schilder van alles op alles, alle opvattingen waardeer ik gelijkelijk, tussen motieven maak ik geen keuze en ik streef niet naar syntheses, tegenstellingen blijven bij mij rustig aangesteld en terwijl ze elkaar weerstreven, pleeg ik geen verzet, blijf ik buiten schot en beleef de vrijheid die alleen zij mij aanreiken, mijn schilderijen, mijn gedichten, deze gelukkig makende speelplaatsen waar geen wippen schommels verdringen, waarin zandbakken sahara’s en grote oceanen samenvallen. Niet zweer ik dus bij magere en niet bij vette schilderijen, geen voorkeur heb ik voor bepaalde paletten, vandaag vlucht ik in boombruin, morgen verdrink ik lachend in dauwblauw. Konkretie, abstraktie, het is mij om het even, ik weet nauwelijks het verschil, ik weet alleen dat het begrippen zijn stammend uit een begrippenwereld waarin ik een xenofobische vreemdeling ben en wens te blijven”. Het museum is er met een heldere presentatie goed in geslaagd alle aspecten van dit multi­ talent aan bod te laten komen. Een bezoek aan deze tentoonstelling is dan ook als een duik in de gelukkig makende speelplaatsen van Lucebert. www.stedelijkmuseumschiedam.nl www.danubiana.sk

De tentoonstelling ‘Lucebert. Schilder, dichter, fotograaf’ is t/m 3 juni 2007 te zien in het Stedelijk Museum Schiedam en van 17 juni t/m 2 september 2007 in Museum Danubia, Bratislava in Slowakije. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus ‘Lucebert. Schilder, dichter, fotograaf’, Uitgeverij BnM te Nijmegen 2007, ISBN 978-90-77907-63-4, € 32,50.

p

OUT OF ART JUNI 2007

31


Thema: woord en beeld tekst: jan verwoert* foto’s: peter heidenwag

Harald Stoffers; dagelijks schrijven “Die Ganz Gute Neue Grüne Hose”

Harald Stoffers schrijft brieven. Dat doet hij bijna elke dag; soms in het atelier en zo nu en dan op het werk of thuis. De brieven zijn gericht aan zijn moeder. Sommige geeft hij aan haar, andere houdt hij zelf of geeft hij aan de manager van het atelier. Stoffers volgt bij het schrijven en structureren van zijn brieven een bepaald systeem. Hij pakt een vel papier dat ergens rondslingert. Meestal is het leeg. Als iemand er al iets op heeft geschreven of getekend, gebruikt hij de achter­kant. Eerst trekt hij zorgvuldig lijnen, de ene na de andere. Iedere lijn volgt het patroon van de lijn daar­boven. Als een lijn golft, herhaalt de golvende vorm zich in de lijnen eronder. Zo ontstaan decoratieve patronen van gebogen lijnen. Als hij het papier bewerkt heeft, voegt Stoffers de tekst toe: “Liebe Mutti, Ich: werde Ja nächste Woche Dienstag also: Die Ganz Gute Neue Grüne Hose Bitte anziehen um morgen, Zur Werkstatt, Frisenweg 5: Gehn”. Deze zin is het basismotief waarop Stoffers tijdens het schrijfproces varieert. In de verschillende brieven vervangt hij termen door synoniemen, of verandert hij het ritme van de interpunctie. Een brief kan bestaan uit een enkele regel tekst of uit vele variaties op dezelfde regel. De brieven eindigen altijd op één van de twee volgende manieren: bestaat de brief uit één regel, dan scheurt Stoffers het beschreven stuk van het vel zodra hij de regel heeft voltooid. Op het overgebleven stuk schrijft hij dan de volgende variatie op de regel. Als hij daarmee klaar is, scheurt hij ook dit gedeelte af. Dit proces herhaalt zich totdat het vel papier is opgebruikt. Bestaat een brief echter uit verschillende variaties op dezelfde tekstregel, dan trekt Stoffers lijnen en beschrijft hij het hele vel. Je zou kunnen stellen dat het schrijven van de brieven op deze twee verschillende manieren te maken heeft met de structuur van Stoffers’ doordeweekse dag. Enerzijds besluit hij al schrijvende welke kleding hij de komende week naar zijn werk zal dragen. Anderzijds is het schrijfproces iets waarmee hij zijn eigen dag ­creëert. Schrijven is voor Stoffers een mogelijkheid om zijn dag te structureren. Vrije tijd wordt ingevuld met een prettige bezigheid die de verveling verdrijft. Toch gaat het hier nadrukkelijk niet alleen om tijdverdrijf. Stoffers máákt tijd om brieven te schrijven. Doordat hij hier de tijd voor neemt, is tijd niet meer ‘gewone tijd’, maar zijn eigen tijd. Schrijven is een manier om tijd te veranderen in iets dat van hem is. Om te kunnen schrijven is ruimte nodig in je dagelijkse leven. Een bepaalde hoeveelheid tijd van de dag moet gereserveerd worden om ongestoord te kunnen werken. Bovendien is een lege plek nodig, groot genoeg als basis om er te kunnen schrijven. Door te schrijven ordent Stoffers op unieke wijze ruimte en tijd, ofwel; hij creëert een wereld die voldoet aan zijn persoonlijke wensen. De herhaalde handeling

Dat het aantrekkelijk kan zijn tijdens het schrijven te variëren met woorden en decoraties aan te brengen bij het trekken van zijn lijnen, is zichtbaar in Stoffers’ brieven. Wie ze ziet, krijg een indruk van het plezier dat hij aan het schrijven beleeft. Deze indruk lijkt wel op het gevoel dat je kunt hebben als je luistert naar iemand die tijdens zijn werk zachtjes een liedje 32

OUT OF ART JUNI 2007

Harald Stoffers p Brief, 2002 Inkt op papier, 70 x 50 cm

Harald Stoffers Brief, 2001 Inkt op papier, 15 x 21 cm



Agenda Amersfoort Jans Pakhuys

Schiedam Stedelijk Museum Schiedam

Brussel, België Art en Marge

Parijs, Frankrijk La Halle Saint Pierre

Grote Sint Jansstraat 4

Hoogstraat 112

Rue Haute 312

2, rue Ronsard

www.amerpoort .nl

www.stedelijkmuseumschiedam.nl

www.artenmarge.be

www.hallesaintpierre.org

D 14 apr - 30 jun 2007 Vet Coole Schilders De schilders van Jans Pakhuys presenteren hun “vet coole werk”

D 11 mrt - 1 jul 2007 Droomoord Een visionaire tentoonstelling met video-installaties en sculpturen van kunstenaars die bouwen aan een gedroomde samenleving. Met werk van Pavel Braila, Quirine Racké, Helena Muskens en Dré Wapenaar

D 11 mei - 28 jul 2007 Abstractions Abstracte tekeningen en schilderijen van vijf kunstenaars uit de ‘marge’

D 19 mrt - 26 aug 2007 India Met werk van Nek Chand en Jivya Soma Mashe

D 14 sep - 24 nov 2007 Serge Delaunay Overzichtstentoonstelling

Lausanne, Zwitserland Collection De L’Art Brut

Goes Atelier Galerie De Kaai J.A. van der Goeskade 65 www.artoteek.be

D 5 jun - 20 aug 2007 Tekeningen en beelden van Judith Borst

Weert Kunsthal Weert IJzerenmanweg 5k www.kunsthalweert.nl

Rotterdam Galerie Atelier Herenplaats Schiedamse Vest 56-58 www.herenplaats.nl

D 11 mei - 1 jul 2007 Heijplaat tot Honderd en Tien Morgen Een overzichtstentoonstelling met werk van Jaco Kranendonk

Elke maand komt een andere kunstenaar aan bod. In juni Maarten Ploeg, in juli Legs Boelen, in augustus Stan Notenboom, in september Mies van der Perk, in oktober initiatiefnemer Jack Vreeke zelf, in november Ignace Schretlen en in december Pit Weyers

www.artbrut.ch

Gent, België Museum Dr. Guislain J. Guislainstraat 43. www.museumdrguislain.be

D 21 apr - 30 sep 2007 Schets of schim Tentoonstelling over het intuïtieve, irrationele en onderbewuste in architectuur D 17 mei - 14 okt 2007 Isolatie en fantasie Kunstwerken uit de collectie van Walter Morgenthaler (1882-1965) Heidelberg, Duitsland Prinzhorn Collectie

38

OUT OF ART JUNI 2007

Münster, Duitsland Kunsthaus Kannen Alexianerweg 9 www.kunsthaus-kannen.de

D 10 jun - 30 sep 2007 Sculptur in der Art Brut, Raum und Kommunikation D 6 - 8 sep 2007 Symposium over dit onderwerp

Bezoek een van de beroemdste collecties uit de geschiedenis van de psychiatrie met meer dan 5000 werken in een vaste opstelling Luik, België Musée de l’Art Différence (MAD)

New York, Verenigde Staten American Folk Art Museum

Parc d’Avroy

45 west 53RD Street

www.madmusee.be

www.folkartmuseum.org

D 22 jun - 8 sep 2007 S’envoyer en l’air Werken van Serge Delaunay, Hans-Jörg Georgi en Giovanni Galli

D 5 jun - 16 sep 2007 The great Cover-up American Rugs on bed, tables and floors

www.prinshorn.uni-hd.de

Volg het ontstaan van HoofdzakenTV op www.hoofdzaken.tv.

D 8 jun 2007 - 27 jan 2008 L’envers et l’endroit Bijzondere kledingstukken uit eigen collectie en bruiklenen uit Europa, Japan en Australië

14 okt 2007 - 18 jan 2008 Jahres- und Verkaufsausstellung 2007 Traditiegetrouw kan men aan het einde van het jaar werken aankopen van de kunstenaars van Haus Kannen

Vosstrasse 2

HoofdzakenTV is een nieuw digitaal themakanaal over wat bij ­mensen ‘tussen de oren’ zit. Als televisiekanaal biedt het 24 uur per dag informatie over ­psychische aspecten en als internetkanaal ­toegang tot een archief met televisiebeelden, tot informatie en ­persoonlijke diensten (Mijn Hoofdzaken). Kijkers nemen via hun eigen webcam deel aan de uitzendingen en kunnen er met andere kijkers en programmamakers van gedachten wisselen. De zender besteedt aandacht aan aspecten als werk, stoornissen, therapieën, maar ook aan cultuur, en meer in het ­bijzonder aan Outsider Art. Beeldend kunstenaars, schrijvers, ­dichters, muzikanten en uitvoerders van dans en toneel krijgen de kans zich te presenteren. Een deel van de culturele programmering komt tot stand i.s.m. Out of Art.

11 avenue des Bergières

Agendagegevens voor Out of Art 4 vóór 15 oktober 2007 mailen naar: frits@herenplaats.nl


English summary luxury of being able to view all of the best Outsider Art at a single location. pp. 14-19 / www.sanfordsmith.com

I am who I am; Alida Schaap After finishing school, Alida Schaap (1960) ended up in a sheltered workshop where she helped with packing. Her desire to be more creative took her to Atelier de Haagse School. Now, her fascinating artwork is frequently exhibited. Her figurative paintings are characterised by their idiosyncrasy, thematic diversity and use of materials. Her subjects are taken from memories, personal experiences and deeply harboured desires. Basic emotions and clichés are depicted explicitly in her work, making it both banal and moving. A few recurring themes are death, pornography, babies and the popular Dutch singer Frans Bauer. pp. 6-10/ www.haagseschool.nl The place to be; Outsider Art Fair, New York 2007 The Outsider Art Fair is held in New York City at the end of January every year. It is ‘the place to be’ for everyone who is interested in Outsider Art. In 2007, many top works in the field of ‘visionary, intuitive, self-taught, outsider, art brut and folk art’ could be admired and bought at stands set up by over 30 galleries from the United States, Europe and Japan. In an interview, fair initiator and organiser Sanford Smith tells us that the most important aspect of the fair is quality. ‘Only the best artists in the world are admitted after an intense selection process by critical delegates from the world of art, museums and galleries.’ He is, however, worried about the increased commercialism. ‘It seems like Outsider Art is being made in factories’. Luise Ross, owner of the gallery of the same name, has been participating from the very start. She argues in favour of more quality. According to her, the fair is mainly a market place for selling art, the most important of its kind worldwide. Lana Zepponi, fair director, hopes that participation in the fair is considered a quality mark for the work of the participating artists. She emphasises the

An endless passion for collecting; Paul van der Eerden Artist and collector Paul van der Eerden exhibits his art nationally and internationally and is regularly asked to be curator. He does not think in art categories, but ‘more in terms of professional artists and non-professional artists.’ His work mainly consists of pencil drawings. In both his own art and his collection he is interested ‘in people’s madness and, most of all, in what goes on in their heads’. His art collection not only includes tribal objects, but mainly drawings by contemporary artists, naïve and outsider artists. pp. 24-27 / www.paulvandereerden.nl Been there, seen it; exhibition on Lucebert Until 3 June 2007, the Stedelijk Museum Schiedam will be hosting the exhibition ‘Lucebert. Painter, poet and photographer’. The multitalented Lucebert (1924-1994) wrote poetry, drew, painted and took photographs. His colourful early paintings show traces of the naïve imagery used by CoBrA artists such as Appel and Corneille. In his later work, Lucebert combined his political views with an inner fantasy. In addition to his drawings and paintings, the exhibition will focus on the poetry of Lucebert, one of the Netherlands’ greatest poets. His photographs show his love for people, empathy, and a great sense of humour, often in an ethereal ­atmosphere. The museum has succeeded in presenting all sides of the artist. A visit to the exhibition is like a dive into Lucebert’s blissful playgrounds. The exhibition will be on view at the Danubia Museum, in Bratislava, Slovakia, from 17 June until 2 September 2007. pp. 30-31 / www.stedelijkmuseumschiedam.nl / www.danubiana.sk Words and pictures Words and pictures; in short The relationship between words and pictures in the visual arts is fascinating. The word was dominant between the 15th and 18th centuries based on

the ‘ut pictura poesis’ (as painting so is poetry) principle. Modern artists attempted to reverse this. Doubly ­talented people such as Van Gogh, who drew what he wanted to explain and wrote what he saw before him, are able to consciously draw from both disciplines. Outsider artists choose word and picture combinations intuitively, based on the inner urge to share or restrain their emotions. The prevailing word and picture classifications do not apply to their work. However, in order to interpret the work, we could make a general distinction between three word and picture gradations in Outsider Art. The ‘talky picture’ is ­created when text is added to a ­picture composed earlier or vice versa. In the category ‘word and picture in one’, both disciplines seem equally important and sometimes even merge. ‘Text becomes picture’ is when texts become visual images through the way in which they are written down. The intriguing ‘visual languages’ of outsider artists are worth delving into. pp. 4-5

Bart Baele; ‘Lives can be saved’ The almost entirely self-taught artist Bart Baele (1969) paints to help himself and others. He works in isolation in order to find out through introspection why humankind has so many dark sides. By painting, he is fighting an ‘internal war’. The idea is that anyone who sees the resulting images will not start an ‘external war’. The oil paint on the canvas is distinct, bare and convincing. The texts he assimilates into his work remind one of ex-votos and reinforce the atmosphere invoked by the paintings. His creations are called ‘masterworks of suffering and solace’. pp. 11-14 / www.thgallery.nl Post from John Kegreisz As a ­reaction to the death of his mother, the illiterate artist John Kegreisz (1951-1998) started to incorporate

signs into his paintings. They look like (unreadable) texts. The enormous canvasses that Kegreisz filled with his amorphous shapes and accompanying ‘texts’ cannot always be interpreted by the viewer. They have imaginative names such as ‘Cowland’ and ‘Fishes on dry land’. His artwork is mainly abstract even though it is about everyday topics. Image and text have been blended harmoniously with scanty brushstrokes. In the final years of his life, John Kegreisz only worked with pastel crayons on large format paper, often on both sides. He was incredibly prolific. pp. 20-23 / www.herenplaats.nl Dirk Martens; Visual language in collages Belgian artist Dirk Martens (1970) creates intriguing, extraordinarily powerful collages. Text and image are always one, regardless of the variation in subjects. His texts seem to want to explain what the image wants to say, sometimes even including objective and a user manual. He creates out of need. His ‘source’ can be found in that which torments him as a ‘sufferer of chronic depressions’. Martens makes collages that are designs for devices that he himself calls ‘absurd’ and ‘impossible to make’. A good example is his ‘Slaap-exorcisme bed’ (Sleep exorcism bed) from 2004. pp. 28-29 / www.museumdrguislain.be Harald Stoffers; daily writings Harald Stoffers (1961) writes letters to his mother almost every day. Before he starts, he draws lines. Every line follows the pattern of the line above. If the line is wavy, the waves are copied in the line below, creating decorative patterns. Stoffers has his own personal system for writing these letters. It gives him structure in his daily routine. By writing, he organises space and time and, in doing so, creates a world that satisfies his personal wishes. His letters are an example of the creation of art through the pleasure of repetition and variations on one simple action. The way in which his letters are written down make us perceive a visual image rather than words in a text. pp. 32-35 / www.galeriedervilla.de

OUT OF ART JUNI 2007

39


Poëzie; Frank van den Wittenboer Beeldend kunstenaar en dichter Frank van den Wittenboer speelt graag met taal. Zoals de meesten onder ons verlangt hij naar liefde en is hij, volgens eigen zeggen, vaak ‘droomsverliefd’. Dat het niet alleen bij dromen blijft, bewijzen zijn geïllustreerde gedichten. Zoals hier, waar een inktvis de fysieke liefde lijkt te belichamen door ieder van ons met zijn tentakels te willen omarmen. Verlangen doet hij ook naar een wereld waarin mensen op vredelievende wijze met elkaar communiceren, want, zegt hij zelf “Ik wil geen gevaar hebben in mijn leven. Daar houd ik niet van. Ik zoek ook vaak bescherming.” Van den Wittenboer is werkzaam in Atelier Severinus in Veldhoven.

de inktvis en de liefde

als ik de aarde zou scheppen

de tentakels grijpen zich vast, hij heeft houvast en bescherming, klemmen of drijven of hangen. vastgrijpen aan de liefde dat is een heerlijk gevoel van veiligheid. twee handen of voeten houden elkaar vast. teder en masserend dat is een hele onderneming. het is maar een symbool, knijpend hard of zacht dat is een heel avontuur

als ik de aarde zou scheppen zou ik alle deeltjes door de bliksem laten communiceren naar de mensen toe

Frank van den Wittenboer

Frank van den Wittenboer

2003

2006

OUT OF ART JUNI 2007

de wezens zouden vredelievend zijn en positieve contacten hebben en zo creëren ze een hemel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.