Out of Art 2010#1

Page 1

Magazine voor actuele Outsider Art

Jaargang 5 nummer 1 mei 2010 prijs â‚Ź 7,95

Thema: obsessie


Voorwoord

Out of Art is een uitgave van Amsterdam Art Metropole onder auspiciën van am Foundation en verschijnt twee keer per jaar. Out of Art Prins Hendriklaan 43, 1075 ba Amsterdam Tel. 020-675 63 00 info@out-of-art.nl www.out-of-art.nl Werkgroep Out of Art 9: Frits Gronert, Karin Verboeket en Phia Verstraete Aan dit nummer werkten verder mee: Roger Cardinal, Nico van der Endt, Joannes Késenne, Hans Looijen, MadMusée, Ronald Noorman en Frans Smolders. Samenvattingen: Karin Verboeket Vertalingen: Language Unlimited, Utrecht Vormgeving: Van Rosmalen & Schenk, Amsterdam Druk: Drukkerij Tesink, Zutphen Omslagbeeld: Pascal Tassini, Zonder titel, 2007, textiel, 187 x 123 x 49 cm Opgave en vragen over abonnementen: Abonnementenland Postbus 20, 1910 aa Uitgeest Tel. 0900 - 226 52 63 Fax 0251 - 310 405 www.aboland.nl Abonnementen worden automatisch op 1 januari verlengd. Opzeggingen dienen 8 weken voor

afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn (uitsluitend schriftelijk). Abonnementsprijs in Nederland € 15,- per jaar Subscription inside Europe €22.50 and outside Europe €27.50 Voor verkooppunten zie www.out-of-art.nl Niets uit dit magazine mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt zonder voorgaande toestemming van de uitgever.

Obsessie en kunst horen bij elkaar. Deze Out of Art toont de vele gedaanten die dit duo binnen de Outsider Art kan aannemen. Ter introductie schreef Joannes Késenne een kunstpsychologisch artikel over waarom we vooral moeten kijken naar “hoe outsiders telkens opnieuw uitvinden what’s inside… us”. En wat te denken van de creaties die Pascal Tassini maakt van textiel en gevonden voorwerpen? Over ­vervlechten en verbinden. Of de obsessie van de Amerikaan George Widener, die zijn brein gevuld weet met getallen, kalenders en symbolen? Roger Cardinal schreef over Wideners zichtbare documenten. Mariska Schilperoord knipt haar minuscule tekeningen in nog kleinere stukjes en bewaart elke snipper in een trommeltje. Markus Meurer assembleert onderdelen van gevonden voorwerpen tot fantasierijke vormen. Auteur Frans Smolders suggereert dat Meurer objecten redt en… zichzelf. Met zijn dwingende werkwijze creëert Hans Hartman ontelbare doeken en heeft hij naar eigen zeggen “het eeuwige leven”. John Verschoor tenslotte, sneed en beschilderde de meest fantasierijke verhalen op meubels en gebruiksvoorwerpen. Onder de titel ‘Fascinerende ontmoetingen’ introduceren we een nieuwe rubriek met interviews. De spits wordt afgebeten door Roger Cardinal. ‘Eindeloze begeerte’ vertelt over beeldend kunstenaar Ronald Noorman die Oceanische kunst, curiosa en Outsider Art verzamelt. In ‘Ik ben ik’ figureert Piet-Jan Sep wiens kleurpotloodlijnen de beschouwer veel ruimte laten voor fantasie. Het hoe en waarom licht hij nooit toe. In ‘Bezocht en bekeken’ leest u over de tentoonstelling ‘Joost van den Toorn en de Outsiderkunst’ die, heel ‘mainstream’, te zien is in het Kröller-Müller Museum. Verder is er aandacht voor de Out of Art tentoonstelling van vorig jaar in Het Glazen Huis en treft u op de achteromslag weer een sprekend gedicht van Rik Meijers. Hans Looijen, directeur van Het Dolhuys schreef in zijn column dat obsessie een visie is. Na het lezen van deze Out of Art kunt u het gefundeerd met hem eens of oneens zijn. In elk geval kan obsessie voor de kunst van onschatbare waarde zijn. Dat aspect delen we graag met onze lezers. Karin Verboeket, hoofdredacteur

© 2010

Out of Art 10 verschijnt december 2010 met een themanummer over ruimtelijk werk.

2

OUT OF ART MEI 2010

36

12

8


23

16

24 Thema: obsessie

4 12 16

Hoe outsiders telkens opnieuw uitvinden ‘what’s inside … us’ Outsiders maken met hun kunst een statement. Zij geven ermee aan waartoe ‘inside’ de outsider in staat is. Een kunstpsychologische uiteenzetting over obsessie en kunst. Pascal Tassini; Coherente en intense combinaties Wonderlijke bouwsels. Hybride monsters. Tassini werkt met textiel en gevonden voorwerpen. Een verhaal over uitstulpingen en vergroeiingen. Reken- en tekenwonder; George Widener Widener is geobsedeerd door getallen, symbolen, kalenders, grafieken en magische kwadranten. Ze zitten allemaal in zijn brein. Hij zet ze ook op papier.

23

Mariska Schilperoord; “Mijn dagboek in beeld” Knipsels, knipsels, knipsels… Tekeningen in steeds kleiner formaat. Mariska “kan gewoon niet stoppen”.

24

“Drek bestaat niet.” Alles is materie voor Markus Meurer Niets wordt weggegooid. Alles wordt gebruikt. Meurer redt objecten en daarmee zichzelf. Fascinerende assemblages.

28 36

Hans Hartman; “Ik heb het eeuwige leven” Hartman heeft een obsessieve werkwijze. Hij is zijn eigen super beroemde obsessie. De stokkenman uit Rotterdam John Verschoor snijdt en beschildert hout. Over sprookjes en spreuken op meubels en wandelstokken.

Rubrieken

8

Ik ben ik; Piet-Jan Sep Gissen naar de inhoud Frisse tekeningen met doorkijkjes, maskers en huizen. Maar wat Sep ermee bedoelt, blijft een raadsel.

15

Bezocht en bekeken; Joost van den Toorn en de Outsiderkunst “Het koppel toeval en bezieling” Out of Art bezocht de tentoonstelling in het Kröller-Müller Museum

19

Fascinerende ontmoetingen; Roger Cardinal Interview met de uitvinder van de term Outsider Art

21

Column; Hans Looijen Obsessie

30

Eindeloze begeerte; Ronald Noorman “Om je aan te laven” Over ‘primitieve kunst’, curiosa en Outsider Art. Waar objecten mogen wonen en waar de collectioneurs zich laven aan hun verzameling.

40 42

Agenda

43 44

English summary

Beeldverslag Het Glazen Huis Een indruk van de tentoonstelling die Out of Art in december 2009 organiseerde in Het Glazen Huis in Amsterdam

Poëzie; Rik Meijers

OUT OF ART MEI 2010

3


Thema: obsessie tekst: joannes késenne foto’s: dirk jennes en benjamin katz

Hoe outsiders telkens opnieuw uitvinden

‘what’s inside… us’ De bijbel leert hoe liefde sterker kan zijn dan de dood. Maar niet hoe kunst dit kan. Hoe sterk is niet dat dwingend verlangen, die roep in ons die wil creëren. Outsider kunstenaars zijn de waterdragers van deze onweerstaanbare drang, een onverzadigbare honger die in de eigen staart bijt, zoals de ouroboros ooit (Ouroboros is Grieks voor ‘staart-eter’). Het woord ­obsessie brengt ons bij het Latijnse ‘obsessionem’: ­belegering. En inderdaad: bij wie geobsedeerd is door iets, neemt dit ‘iets’ bezit van hem, legt het beslag op hem; hij wordt bezet door een vreemde gast die hem niet met rust laat en niet wijken wil. Het is een strijd op leven en dood, waarin het leven geenszins onderdoet voor de dood. Het is zoals de trotse aronskelk in de vroege lente niet vlug genoeg kan zijn om in het bos door het dichte bladerdek te dringen: een nieuw blaadje priemt vrolijk door een oud blad dat het tot dan toe had beschermd. Ik moet onwillekeurig terugdenken aan Rilkes beroemde brief aan een jonge poëet. Een jongeman met dichterlijke ambities vroeg Rilke om raad. De grote dichter schreef hem terug “Vraag jezelf af of je dood zou willen gaan van niet te kunnen schrijven?”. Het is een kwestie van zijn. Artistieke creatie als een manier van in het leven staan, van met het eigen leven om gaan. Het gaat hier om moeten.

Belu-Simion Fainaru You have always to start anew, 1991 Installatie, 10,5 x 7,6 x 10 cm Particuliere collectie

4

OUT OF ART MEI 2010


Dit moeten tekenen, krabbelen, verven, uitschrijven, droedelen, construeren, maken, vormen …, dit moeten, waarover gaat dit? “Moeten staan in de stal”, placht mijn moeder zaliger te zeggen. In het dialect van haar landelijke roots waren ‘moeten’ namelijk schapen, gewillige beesten dus. Het was haar stoplap als antwoord op het broekje, dat ettertje, dat per se iets wilde. Maar niet alleen één keer iets wilde. Wel omdat het opnieuw en opnieuw en opnieuw altijd weer hetzelfde wilde. Namelijk hààr. Willen dat zij met me bezig was, mij zag, bij mij was. Echter langzaam ontpopt de rups zich tot vlinder en vliegt uit. Maar niet zonder ‘iets’ te hebben weggemoffeld in zijn rugzakje, iets van het lieve moederlijf, iets dat hij koestert en bewaart als een kleinood, iets dat van hem later een groot mens zal maken en iets wat hij straks hoopt terug te vinden in de prinses die toch wel ergens op hem moet zitten wachten, niet? Maar zal hij ook ooit dàt bij die ene prinses hervinden? Waarom dan niet beter een prinses verzinnen, scheppen? De mythische Pygmalion indachtig, die omdat hij zijn ideale vrouw maar niet kon vinden, maar beter verliefd werd op het door hemzelf geschapen beeld. Het handelt bij Pygmalion om dit iets dat hij in zijn sculptuur verstopt, wegstopt. Er gaat een verzamelwoede schuil onder dat obsessief timmeren aan een oeuvre dat maar nooit zijn eindpunt kent. Als een eeuwigheidsverlangen. Gerrit Komrij vertelt hoe hij bezeten is door het kopen van boeken. “We kopen een boek over een bepaald

onderwerp dat ons aantrekt, en we kopen er een paar bij. Voordat we het weten hebben we tien boeken over het onderwerp. We kopen er nog één omdat we er al ‘iets’ over hebben.” Het gaat in al deze verschillende contexten over dat mysterieuze ‘iets’. Wellicht heeft obsessief bezig zijn voor alles hiermee te maken: het herhalend telkens opnieuw beginnen als was het op de eerste dag van het bestaan. Want er zijn verschillende manieren om iets te herhalen. Er is een herhalen dat wil terugkeren naar iets oorspronkelijks, terugkeren op z’n stappen om weer opnieuw te kunnen beginnen. Er is ook een herhalen dat wil repro­duceren en dat slechts zichzelf wil kopiëren. Er is ook een herhalen dat iets wil terugvinden dat het vergeten is. Wie vergeet, is gedoemd hetzelfde opnieuw te beleven, zo wordt gezegd. Maar ik heb het vermoeden dat veel outsiders via het zichzelf herhalen ‘iets’ proberen te herhalen wat er nooit is geweest. En dat ze daarom dit ‘iets’ – dit ‘niets’ dus – zo begerig en dwangmatig scheppen vanuit dit niets. Er heeft iets niet plaatsgehad. Buiten de moederlijke zorg om, is er nimmer een vaderlijk woord goed terecht­ gekomen. Vandaar ook dit creatio ex nihilo (Latijn voor ‘schepping uit het niets’). De outsider zoekt die vader in zichzelf. En komt met zijn werk naar buiten als de vader zelf van zijn eigen werk. Niemand anders is daarin partij. Het is een poging om in creatief werk iets hopen terug te vinden via een nimmer aflatend proberen. Het is een omcirkelen in soms steeds wijdere en soms meer benaderende p

Gaston Wuestenbergs Nummers 5115, 5123, 5127, 5131, 5162 2010, aquarel op papier, 26,5 x 37 cm

OUT OF ART MEI 2010

5


Thema: obsessie tekst: madmusée, luik foto’s: muriel thies, madmusée

Pascal Tassini

Coherente en Pascal Tassini is een spilfiguur in het atelier van Créahm in het Belgische Luik. Hij is een kunstenaar met veel facetten. Hij is ook acteur. Gestaag bouwt hij aan een samenhangende en gevoelige wereld met verschillende media: schilderijen, geschriften, boetseerwerk, assemblages, textielcreaties… Alles, absoluut alles, is verbonden bij Pascal Tassini.

Pascal Tassini Zonder titel, 2008 Textiel, 202 x 52 x 41 cm

Opruimwoede en inspiratie

Toen hij bij Créahm kwam, toonde Tassini aanvankelijk meer interesse in opruimen dan in de creatieve activiteiten die hem werden aangeboden. Op het maniakale af organiseert hij zijn werkruimte met grote

Pascal Tassini Zonder titel, vanaf 2002 Installatie

zorg. Het is tijdens één van die opruimwoedes dat hij zijn oog laat vallen op een beeld uit een tentoonstellingscatalogus van het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika in Tervuren. Deze reproductie lijkt een sterk creatief stimulerend effect op hem te hebben. Uit de aarde laat Pascal Tassini een fallische gedaante oprijzen die al gauw wordt vergezeld door een hele groep stamgenoten. Deze totems in klei worden eerst voorzien van ledematen waarna zich enige morfologische elementen ontwikkelen, zoals hoorns en ogen. Aanvankelijk is dit fallische leger bedacht als een enkele eenheid. Gaandeweg gaan ze zich verbinden met andere creaties en vormen ze zich om

Pascal Tassini Zonder titel, 2002-2003 Textiel, 15 x 14 x 17 cm Zonder titel, 2004 Textiel en hout, 195 x 40 x 32 cm

12

OUT OF ART MEI 2010


intense combinaties tot vreemde samenstellingen, tot hybride monsters. Om de hele bende te ordenen, eigent Tassini zich een persoonlijke ruimte toe in het atelier. Gebouwd met ‘bric Ă brac’ en met hergebruikt of ontvreemd materiaal, doet deze plek tegelijk dienst als hut (plaats van bescherming), werkplaats (laboratorium), en zelfs consultatiekamer (de kunstenaar riep zichzelf uit tot dokter!). Bij dat verzamelen vergaart Tassini steeds meer stoffen die hij aan zijn constructie verbindt en die zo een netwerk vormen. Wat in 2000 is gestart, vormt zich in oneindige ontwikkeling tot een nest. Het groeit en groeit, tot een monumentaal werk, buiten elke norm.

Gedurende een hele tijd ontving de kunstenaarkomiek er gasten op uitnodiging en schreef hij hen in zijn karakteristieke geschrift voorschriften of liefdesverklaringen voor. Het maken van deze hut doet zijn passie voor het textiele werk opbloeien en wordt zo nadrukkelijk zichtbaar. Uitstulpingen en vergroeiingen

Tassini begint bescheiden aan het samenknopen van linten stof om zich dan aan het meer monumentale werk te wagen. De opgerolde stoffen worden stevig vastgemaakt en vormen met hun talrijke uitstulpingen en vergroeiingen op zichzelf staande werken. Hun morfologie kent dezelfde evolutie als de kleiwerken. Net p

OUT OF ART MEI 2010

13


Pascal Tassini Zonder titel, 2007 Textiel en hout, 187 x 123 x 49 cm

zoals zijn personages in aardewerk zich gaandeweg versmelten en verbinden tot veelarmige monsters, zijn de volumes in stof zich gaan ontwikkelen en verdichten om er allerlei vergroeiingen, kluwen, ledematen en tentakels uit te voorschijn te laten komen. De kunstenaar pakt ook allerlei objecten in: vouwladder, stoel, zetel, kapstok… Uiteindelijk gaat hij over tot het vervaardigen van de juwelen, hoofddeksels en kleding, de ene al barokker dan de andere. Opmerkelijk zijn de trouwjurken voor de dames aan wie hij zijn brieven richt, en het kostuum voor Manneken Pis (2006). Tassini’s oeuvre is een globaal concept waarbinnen elke nieuwe creatie van meet af aan nauw aansluit bij de rest van zijn productie om zo bij te dragen aan een coherent en intens netwerk van vormen en inhoud. Zijn werk wordt getoond op belangrijke (inter)nationale tentoonstellingen en bewaard in openbare en particuliere verzamelingen. Zijn textiele werken worden meermaals getoond in Madmusée in Luik. In 2003 bouwt hij er een versie van zijn ‘hut-atelier-kabinet’ naar aanleiding van een tentoonstelling van zijn werk. In 2006 neemt hij deel aan de ‘mad in’- défilé rond het museum, waarin verschillende montages in stof worden getoond. In 2010 geeft Madmusée een monografie over het werk van Pascal Tassini uit.

www.madmusee.be www.creahm.be

14

OUT OF ART MEI 2010


Bezocht en bekeken; Joost van den Toorn en de Outsiderkunst tekst: karin verboeket foto: cary markerink

“Het koppel toeval en bezieling” Evert van Straten, directeur van het Kröller-Müller Museum, noemt het “kenmerkend” voor beeldhouwer Joost van den Toorn (1954) “dat het marginale hem dierbaarder (…) is dan wat in het licht van de schijnwerpers staat”. Van den Toorn, wiens werk is opgenomen in de museumcollectie, verzamelt al tien jaar lang Outsider Art, naar eigen zeggen “bezielde, compromisloze kunst”. Nu is zijn verzameling in combinatie met een selectie van zijn eigen beelden in Otterlo te zien. Ga de Japanse toeristen, ­schoolgroepen en het ­restaurant voorbij en betreed het prentenkabinet. Naast Van den Toorns beelden in brons en keramiek, worden hier ruim 85 tekeningen en

een enkel schilderij getoond, gemaakt door 32 outsiders. In tegenstelling tot bij de beelden, ontbreken hier de objectgegevens. Ik heb gemerkt dat dit de bezoekers dwingt tot actief kijken. Wie heeft wat gemaakt? Zie ik overeenkomsten en verschillen? Zelf herkende ik in de verzamelde stukken een voorkeur voor open ­vormen, speelsheid en contrasten. Vergelijk Wald uit 1989 van Oswald Tschirtner (1920-2007) eens met de bomen op de eveneens zwart wit tekening van Franz Kernbeis (1935) uit 1984. Of kijk afwisselend naar de tekeningen van Théo (1918-1998) en de bronzen Napoleon uit 2008 van Van den Toorn. Wie goed kijkt, be­grijpt misschien waarom het voor de beeld-

houwer “het koppel toeval en be­zieling” is dat hem zo aantrekt in het werk van outsiders. Hoewel Van Gogh tot Van den Toorns spijt in de verzameling ontbreekt, is diens werk verderop in het museum wel te zien. In de schijnwerpers. Compleet met horden bezoekers. Ga gerust kijken. Loop dan meteen in de beeldentuin even naar de Jardin d’email van Jean Dubuffet, toch een beetje de ‘vader der outsiders’. Maar laat vooral je eigen licht schijnen op de intieme tentoonstelling ‘Joost van den Toorn en de Outsiderkunst’. Dit kan tot en met 20 juni 2010 in het Kröller-Müller Museum. Gewoon doen.

www.kmm.nl

OUT OF ART MEI 2010

15


16

OUT OF ART MEI 2010


Thema: obsessie tekst: roger cardinal foto’s: henry boxer gallery, groot-brittannië

Reken- en tekenwonder George Widener De Amerikaanse kunstenaar George Widener is een opmerkelijke exponent van doelbewuste creativiteit als gevolg van moeilijke omstandigheden. Widener, geboren in 1962 in Covington, Kentucky, kende een ongelukkig jeugd: zijn vader overleed toen hij negen was en zijn moeder worstelde met een drankprobleem en krankzinnigheid. In zijn jonge jaren ontstak Widener regelmatig in drift en razernij. Hij had een wat gebrekkige motoriek en sprak in moeilijk verstaanbare klanken. Hij had geen aandacht voor anderen en liep in zijn eentje naar school terwijl hij hardop getallen verdubbelde: 1, 2, 4, 8, 16, 32, 64, 128 enzovoorts. Steeds plaatste hij zijn voeten op de naden tussen de tegels in het trottoir. In het speciaal onderwijs bleek hij goed te zijn in rekenen en spellen. Ook begon hij blijk te geven van een uitzonderlijk goed geheugen en dwong hij respect af met zijn tekenkunsten. Hij was echter behept met gebrekkige sociale vaardigheden, waardoor hij zijn hele jeugd lang een eenling was.

Savant

George Widener Calendar Engine Wheel, 2008 Inkt op papier, 40 x 55 cm

George Widener Time Capsule, 2008 Inkt op papier, 27,5 x 140 cm

Op zeventienjarige leeftijd kwam hij als technicus in dienst bij de Amerikaanse luchtmacht, waar hij zich bezighield met camera’s voor gebruik bij verkenningsvluchten. Zijn vrije tijd vulde hij met het lezen van reisfolders, het plannen van trips en met tekenen. Na zijn diensttijd leidde hij een moeizaam zelfstandig leven als huisschilder in Texas en Tennessee. Door zijn afwijkende gedrag werd hij echter herhaaldelijk in psychiatrische inrichtingen opgenomen, waar men in eerste instantie schizofrenie en depressiviteit vaststelde. Gelukkig werd hij naar aanleiding van een psychologisch onderzoek in 1994 tot een speciale opleiding aan de Universiteit van Tennessee toegelaten. In latere onderzoeken werd uiteindelijk de juiste diagnose gesteld. Tegenwoordig woont hij in Asheville, North Carolina, waar hij nog steeds de aandacht van medici trekt. De psychische aandoening waaraan Widener lijdt, is het zogenoemde syndroom van Asperger, een variant van autisme, gekenmerkt door zeer gerichte, intense p

OUT OF ART MEI 2010

17


Wanneer maakte u voor het eerst kennis met Art Brut? “Dat gebeurde per toeval. Toen ik samen met een vriend aan een kunstboek voor kinderen werkte, vroeg mijn uitgever of ik nog een boek wilde schrijven. Ik dacht aan een visionair die van cement, stenen en afval prachtige, kleurrijke bouwsels in zijn tuin maakte. Ooit had ik daarover iets opgepikt. Een suggestie iets over de Art Brut collectie van Jean Dubuffet (1901-1985) te schrijven, koppelde ik meteen aan mijn wens iets te schrijven over kunst op bepaalde plaatsen, in een bepaalde context. Iets waar je normaal niet zo snel aan zou denken. Toen kwamen de woorden ‘Outsider Art’ op en automatisch kom je dan terecht bij Le Palais Idéal van de Franse postbode Ferdinand Cheval (1836-1924).** En bij de sculpturen van de dove priester Adolph-Julien Fouré (1839-1910), die hij uit harde rotsen aan de Bretonse kust hakte. Ik benaderde Dubuffet en binnen twee weken bezocht ik vrijwel dagelijks tentoonstellingen over dit onderwerp. Ik kocht alle literatuur die voorhanden was en ik verdiepte me in de tekeningen uit zijn collectie. Door ze aandachtig te bekijken, zag ik hoe de lijnen over het papier liepen en wat de kleur van de inkt was. Soms trof ik geschreven toelichtingen van de kunstenaars aan, woorden als onderdeel van beeldend werk. Je ziet de verbeelding van deze kunstenaars tot leven komen. Je bent in iemands wereld, op een andere plek. Als een vliegend tapijt raak je aan de visie van zo’n ander u­ niversum. Kunstenaars met psychiatrische aandoeningen en hallucinaties, zoals Adolf Wölfli (1864-1930), zou je kunnen zien als imaginaire reizigers. Zij goten hun verbeelding op papier en nemen ons mee tot voorbij de maan en het heelal. Na het bestuderen van zo’n kunstwerk heb je een ervaring aan je eigen leven toegevoegd.” Is het directe werken vanuit hart en gevoel een van de kenmerken van de Outsider Art, in tegenstelling tot de conceptuele kunst? “Het is interessant om de gedachten van outsiders te bekijken. Velen produceren d­ ingen die je fantasie prikkelen, iets wat alleen kan worden uitgelegd doordat je er zelf een verhaal, een kort bijschrift aan toevoegt. Een bekend leerprincipe is dat de beste schilderijen geen geheimen kennen in de wijze waarop ze bekeken moeten worden. Met veel ervaring, doorzettingsvermogen en fantasie bouw je een dialoog met het werk op. Je begrijpt de maker beter en gaat op zoek naar woorden voor de gedachten van de kunstenaar. Maar veel outsiderkunstenaars praten niet over hun werk. Het ontbreekt ze aan woorden, ze hebben een hersenbeschadiging of ze zijn er te oud en te mopperig voor. Toch zijn ze op hun manier trots op hun creaties. Dat voel je. Zo heb ik bijvoorbeeld regelmatig getracht in Gugging met Johann Fischer (1919-2008) te praten. Ik zei dat het me opviel dat hij veel tekeningen maakte met een vis en vogels. Op de vraag waarom de vis erop stond, grijnsde hij alleen maar. Niet vanuit de gedachte ‘die domme mensen stellen me constant vreemde vragen’, maar waarschijnlijk meer in de trant van ‘ik doe net of ik het niet begrijp want het wordt me te moeilijk om te antwoorden’. Hoewel hij de betekenis van zijn schilderijen verbaal niet kan toelichten, deed hij dit wel door zijn enigszins sarcastische teksten op tekeningen over jongemannen in het Oostenrijkse leger. Je ziet ze trainen en hun oefeningen doen. Hun n­ eusvlegels staan wijd open en Fischer schreef erbij ‘Hier is het prachtige Oostenrijk, je moet blij zijn om daar te wonen’. Dat is humor. Zijn glimlach gaf me aan dat hij blij was dat ik zijn werk had opgemerkt, dat ik het interessant vond en serieus nam. Er nader op ingaan p

Een outsider begrijpt niet dat er mensen zijn die geld met zijn kunst willen verdienen

20

OUT OF ART MEI 2010


column column: hans looijen

Obsessie

Het idee van de absolute waarheid die wij niet kennen omdat onze kennis onvolmaakt is, komt van Plato. De zoektocht naar ‘de’ waarheid is diep geworteld. Ook in de kunsten. Dit leidt telkens tot andere interpretaties en zelfs tot nieuwe waarheden. Zo ontstaat de meest prachtige, ontroerende, schokkende en opmerkelijke kunst. Dezelfde zoektocht leidde tot de ontdekking van Afrikaanse ‘primitieven’, Art Brut en Outsider Art. In Nederland wordt Outsider Art nog steeds niet volledig omarmd, terwijl de makers toch oorspronkelijk zijn en hun werk onafhankelijk van modes en scholen iets nieuws biedt. Komt het omdat Outsider Art niet wordt gemaakt voor publiek? Verzameld wordt Outsider Art wel. Geïnteresseerden stimuleren makers en organiseren aandacht voor hun liefdes. Tegen de stroom in. Doordouwen, drammen, eigenwijs. Obsessief? Voor mij is een obsessie iets dat je gedrag overheerst, dat je functioneren onmogelijk maakt en dat je dus vreselijk in de weg zit. Maar wat nu als obsessie passie is? Hoeveel musea hebben hun kerncollecties niet te danken aan obsessieve verzamelaars? Hele collecties zijn geschonken, nagelaten of aangekocht voor musea die deze kunstenaars daarvoor zelf hadden ‘gemist’. We mogen dankbaar zijn voor deze vorm van obsessie. De tijd geeft de ‘obsessieven’ gelijk. Mijn stelling: obsessie is een visie. En de ‘obsessieven’ zelf? Zij hebben de waarheid al die tijd al gekend. Hans Looijen Directeur Het Dolhuys, Haarlem

Van 28 augustus 2010 tot en met 13 februari 2011 ­organiseert Het Dolhuys de tentoonstelling ‘Dossier Van Gogh’. Van Gogh werd van randfiguur, geniaal vernieuwer. Zijn werk moest de waarheid bevatten. Was hij gek of geniaal? En is dat belangrijk om te weten? Wat vond hij zelf over zijn geestestoestand? Wat vonden artsen en psychiaters? En hoe beïnvloedt dat het publiek?

www.hetdolhuys.nl Vincent van Gogh Zelfportret met verbonden oor, 1889 Olieverf op doek, 60 x 49 cm The Courtauld Gallery, Londen

OUT OF ART MEI 2010

21


Thema: obsessie tekst: frans smolders foto’s: ulf bolland, charles filet, frans smolders, jo vervoort

“Drek bestaat niet” Alles is materie voor Markus Meurer

Wie begin jaren negentig als toerist de kasteelruïne van het idyllische dorpje Monreal in de Eifel bezocht, stuitte halverwege de berg op een ‘nederzetting’ met geschilderde bordjes: “Kunst aus artenvilfältiger Materie” (kunst uit allerhande soorten materiaal). Een ander bordje preciseert: “Heute lernen wier Den umgank, mit vernunf, das Leben, Neu zu Bekraiffen. Eusters. Wichtik. Trek Gibt es nicht. Auch kain Müll. Nur Matterie“. (Vandaag leren wij - met gezond verstand - het leven opnieuw te begrijpen. Zeer belangrijk. Drek bestaat niet. Ook geen vuilnis. Alleen materie). Met sierlijk geschilderde teksten rondom zijn huis, maakt Markus Meurer (1959) zich bekend als een kunstenaar met een missie. Hij etaleert zijn eigenzinnige relatie met natuur en techniek in ontelbare creaties, overal waar je kijkt.

Markus Meurer Atelier-slaaphuis, 2004

24

OUT OF ART MEI 2010

Markus Meurer bij zijn tuinhek, 2006


Veelzijdig

De dingen zoals ze zijn

Markus Meurer groeit op in de jaren zestig aan de voet van een middeleeuwse burcht. Huis en woonerf waren door zijn vader al tot een soort ‘Ort der Kunst’ gemaakt. De leefruimte van de katholieke, kinderrijke familie Meurer was gevuld met miniatuur motorfietsen, houtsnijwerk en gebeeldhouwde stenen. Alle van vader Fritz, die als bosarbeider en amateurkunstenaar werkte in een naïeve naturalistische stijl. Markus erft vaders talent om in ieder voorwerp iets anders te zien dan het ding zelf, iets levends. Hij noemt ook moeders en oma’s invloed met hun godsvrucht en zorgzaamheid voor mens en dier. Als oudste zoon droeg hij al vroeg verantwoordelijkheid voor het grote gezin, toen zijn vader na een motorongeluk op 32-jarige leeftijd een been verloor, en vervolgens ook zijn inkomen. Uit armoede moet niet alleen elke ‘pfennig’ twee keer worden omgedraaid; nee, in hoge nood is elk materiaal op de een of andere manier bruikbaar te maken. Na de dood van beide ouders ontplooit Markus Meurer pas echt zijn veelzijdigheid. Hij assembleert beelden, hij snijdt, hij schildert, hij maakt collages, hij ontwerpt sieraden, hij fotografeert, hij bouwt en modelleert. Zonder ophouden verzamelt hij “matterie” en legt hij voorraden aan. Schijnbaar chaotisch, maar bij nader inzien toch geordend. Dorpsbewoners slaan zijn praktijken met argusogen gade. Steeds vaker klaagt men hem aan als asociaal en een gevaar voor de volksgezondheid.

Geen enkel voorwerp – gevonden afval of afgedankt apparaat - is voor Markus zonder waarde. Hij past geen hiërarchie toe in materialen en het woord afkeer komt evenmin in zijn vocabulaire voor. Voorwerpen met biografische associaties krijgen een voorkeursbehandeling. Esthetische principes hanteert hij ook al niet of nauwelijks. De etensresten van gisteren zijn even waardevol als een elektrisch apparaat, een kapot stuk speelgoed, een gebarsten theekopje, een sinaasappelnetje of een kiezelsteen. Als sociale verschoppeling herkent hij zich wellicht in voorwerpen in verval, aangetast door roet en vuil. Hij voelt dat daar een speciale kracht van uitgaat Vader leerde hem de dingen te nemen zoals ze zijn. En dat neemt hij zeer letterlijk. Hij verandert niets aan de gevonden voorwerpen, hij haalt er niets uit of af om alleen een onderdeel te gebruiken. Hij stoft niets af, maakt niets schoon, hij bewerkt ze op geen enkele manier. Hij voegt alleen onderdelen toe om wat hij erin p

Markus Meurer Bord met opschrift, 2005

Markus Meurer Gitarrenspritze, 1990-1994 Assemblage, 77 x 72 x 49 cm

OUT OF ART MEI 2010

25


groot kenner van ‘primitieve kunst’, zei hem eens “Je hebt zo’n mooie collectie, maar het is allemaal zo bruin”. Voor Noorman geen felle of sprankelende kleuren. “Zie Nikifor! Hij kiest voor een beperkt aantal kleuren. Systematisch, symmetrisch. Het is goed in balans.” En inderdaad; ik zie meteen dat een klein beetje oker, bruin en groen volstaan om op klein formaat een bijzonder ­krachtig beeld te scheppen. Eerder werkte Noorman op een atelier voor mensen met een verstandelijke beperking. Hij vertelt over een jongen die in het buitenland niets anders had gedaan dan op een klein Frans balkonnetje zitten. Getekend had hij nog nooit maar toen hem materiaal werd aangeboden “begon hij uit het niets hele series te tekenen. Van scharen bijvoorbeeld”. En hij heeft het over een begenadigd tekenaar “die altijd aan het eten was en regelmatig met zijn hoofd in de prullenbak van de keuken te vinden was, besmeurd met gehaktballen en mayonaise”. Die vrijheid van handelen kan stimulerend werken. “Alles kan in de Outsider Art. Je doet je ding. Je hebt geen tweede interesse dan dat het gemaakt wordt. Ik liep nog lang met bagage, een

hele rugzak vol van docenten die over je schouder meekijken en zeggen wat moet en niet moet. Als je een tekening maakt, moet je hem nooit meteen veranderen of weggooien want het kan iets goeds zijn. Bekijk en beoordeel hem pas later. Als je dat te snel doet, kan zo’n ingreep moordend zijn. Een tekening moet je in een keer, in een seance maken. Je moet er niet meer dan een of twee dagen mee bezig zijn. Je moet in de ‘mood’, in dezelfde gemoedstoestand blijven.” Waarmee een brug geslagen wordt ­tussen Noormans eigen creëren en de rituelen die veel van de verzamelde objecten typeren. Omdat werk van bepaalde klassieke outsiders moeilijk te verkrijgen is, stelde Noorman een top drie samen van wat hij zijn ‘fictieve

Ronald Noorman Zonder titel, 2009 Pastel op papier, 15 x 22 cm

34

OUT OF ART MEI 2010


verzameling’ noemt. Het gaat hierbij om de Zweed Carl Frederik Hill (1849-1911) en de Amerikanen Forrest Bess (1911-1977) en James Castle (1900-1977). Castle is vermaard om zijn uitzonderlijk gedetailleerde en intrigerende tekeningen op verpakkingmateriaal uit de winkel van zijn ouders. Van deze outsiders zou Noorman in de toekomst nog graag iets willen aanschaffen. Tentoonstellingen en publicaties over hun werk houdt hij nauwgezet bij. Rambaramp

Het respect waarmee Noorman de verzamelstukken benadert, is groot. Als de fotograaf hem vraagt te poseren, moet een enkel beeld verplaatst worden. Pas als een goede tijdelijke plek gevonden is, wordt de sculptuur behoedzaam verhuisd. Ondertussen vraag ik naar de herkomst van iets dat lijkt op een hondenkop. Het blijkt een mensenschedel uit Zuid-Malekula, een eiland in Vanuatu. Over de kale schedel werd het gelaat van de gestorvene opnieuw gemodelleerd met een plantaardige massa. Vervolgens werd het hoofd op een schedeldrager gezet, de zogenaamde Rambaramp. Noorman kenschetst het als een van de meest aan-

doenlijke stukken die hij kent. Hij vertelt dat de schedel binnen de familie de naam draagt van een bekende die een beetje op deze Rambaramp lijkt. Tot slot bestempelt Noorman de nog steeds groeiende verzameling als iets “om je aan te laven. Het is echt heerlijk om om je heen te hebben”. Mij rest de indruk dat hier te midden van het stadsgewoel een bijzondere plek is gecreëerd waar objecten mogen wonen. De zachte en subtiele aard van veel van deze kunstwerken verhindert niet dat er een stille kracht van uitgaat die zelfs de meest nuchtere bezoeker moet ervaren. Als ‘eindeloze begeerte’ ergens gedefinieerd kan worden als ‘liefde’, dan is dat hier.

Mario de Brabandere Zonder titel, 1999 Kleurpotlood op kasboekpapier, 34,5 x 23 cm

Anoniem Kayon (levensboom uit Javaans wayangspel), eind 19e, begin 20e eeuw Leer, 22,5 x 15,5 cm

Zaden in enveloppen Met de woorden “Ik heb iets voor je”, kreeg Ronald Noorman zo’n tien jaar geleden een opmerkelijke enveloppe in handen gedrukt. Een kennis die bij de PTT werkte, dacht dat het hem wel zou interesseren. In een jachtig en moeilijk te ontcijferen handschrift is een bijna utopisch verhaal te lezen over de dringende noodzaak zaden van Surinaamse plantages in Rusland te planten. Alleen daarmee kwam een betere wereld binnen handbereik. De PTT kreeg tientallen enveloppen aangeboden. Altijd ongefrankeerd en altijd vol met zaden. Verstuurd zijn ze nooit en niemand kende de afzender. Het bleef Noorman, die zijn enveloppe nooit

heeft opengemaakt, altijd intrigeren. In de loop der jaren kwam hij er achter dat de afzender waarschijnlijk de man van Surinaamse afkomst was, die hij vroeger wel eens in het portiek van een winkel zag liggen. Op goed geluk deed Noorman onlangs nog eens navraag bij personeel van die zaak. Deze keer trof hij het; een dame achter de kassa kende de man persoonlijk. “O, u bedoelt Jimmy? Ah god, was ie een kunstenaar?” Na zoveel jaar weet Noorman nu bij wie hij moet zijn om meer over ‘de zadenman’ te weten te komen. Zo krijgt zijn enveloppe nog meer betekenis.

Werk van Ronald Noorman is o.a. opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum en te zien via: www.nouvellesimages.nl en www.galeriewernerklein.de

OUT OF ART MEI 2010

35


Thema: obsessie tekst: frits gronert foto’s: leon hermans en karin verboeket

De stokkenman

36

OUT OF ART MEI 2010


uit Rotterdam In 2005 jureerde ik ruim 350 inzendingen van amateurkunstenaars voor ‘Mijn Kunst’, een samenwerkings­ project tussen het Algemeen Dagblad, het Rotterdams Dagblad en de skvr (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam). We nomineerden vijftien kunstwerken en selecteerden de meest opmerkelijke voor de eerste prijs. Het betrof een inzending van John Verschoor (1931). Het stelde een rond houten tafelblad voor waarin 27 kleine, op levensspreuken gebaseerde afbeeldingen waren uitgesneden en ingekleurd. Afgebeeld was de levenscyclus van de mens, van geboorte tot dood. Ook spreekwoorden, zoals ‘met de helm op worden geboren’ en ‘zo trots als een pauw’, waren in hout gekerfd. “Er spreekt uit het werk een innerlijke drang van de maker tot creëren. Het vereist vakmanschap, monnikengeduld en passie om uit weerbarstig materiaal als eikenhout een zo’n gedetailleerde reliëfvoorstelling te snijden en verder vorm te geven”, aldus het juryrapport. Tijdens de prijsuitreiking en de tentoonstelling maakte ik kennis met de winnaar, een oudere heer die de prijs beduusd in ontvangst nam. “Dat kan niet. Ik ben geen Michelangelo maar een fanatiek meubelmaker”. Hij vertelde me dat hij nog veel meer houtsnijwerk had en toonde me een wandelstok met fascinerende voorstellingen. Daar wilde ik meer van zien. Nu, vijf jaar later, bezoek ik hem thuis in Rotterdam. Bij binnenkomst vallen de kasten, tafels, stoelen en zelfs een klok van eigen makelij meteen op. Verschoor vertelt dat alles door hemzelf is gemaakt. Ieder object heeft een eigen verhaal. Hij demonstreert een secretaire met een klep waarin laatjes en luikjes op ingenieuze wijze open en dicht kunnen. Ook toont hij een fraaie Zeeuwse toogkast met daarin uitgesneden de symbolen van geloof, hoop en liefde. Verschoor haalt zijn inspiratie uit de sfeer van religie, kunst en cultuur. Ook tijdens zijn vele reizen doet hij

John Verschoor Wandelstokken Hout, ca. 150 cm hoog

ideeën op voor houtsnijwerk. Een reis naar Mexico of Egypte krijgt zijn weerslag in eikenhout. Hij vertelde me dat hij veel fantasie heeft en dat hij, als kind van een scheepstimmerman, letterlijk opgroeide tussen het hout. Tijdens de Tweede Wereldoorlog volgde hij de ambachtschool in zijn geboorteplaats Rotterdam. Vervolgens werkte hij in een kuiperij waar hij eikenhouten kuipen bouwde, waar later ook ronde dienbladen van werden gezaagd. De handvatten werden met houtsnijwerk versierd. Van “ome Piet Iversen uit Goes” leerde hij het vak van meubelmaker. “Als kind is de liefde voor het materiaal hout me bijgebracht en ik ben altijd met dit materiaal blijven werken, als meubelmaker bij verschillende meubelmakerijen.” Fantasieën in hout

In Drenthe, waar hij met zijn gezin jarenlang woonde, had hij de beschikking over een eigen werkplaats. Hier vervaardigde hij al zijn k­ unstwerken.

Elk vrij moment zat hij daar te werken, volledig in beslag genomen door zijn fantasiewereld in hout. Alleen al 150 uur arbeid ging er in het tafelblad met de levensspreuken zitten. Zelfs van de kleinste stukjes afvalhout maakte hij verfijnd bewerkte briefopeners of beeldjes. Toen hij en zijn vrouw vijf jaar geleden terugkeerden naar Rotterdam moest hij noodgedwongen zijn passie staken. “In een flat als deze kun je niet werken met hout, je moet een werkplaats hebben.” Ik zie een serie van ruim twintig stoven opeengepakt in een kast staan. Ze hebben elk een eigen thema. In een zijkamer hangt een toog met wellustige, naakte vrouwen. Zij staan onder wijnranken terwijl de duivel op zijn fluit speelt. Daaronder de dierenriem, alle sterren­beelden zijn voorzien van de bijpassende symbolen. Verschoor vertelt honderduit en ik val van de ene verbazing in de andere. Aan de muur in een zijkamer hangt een ouderwetse mangelplank met uit­ p John Verschoor Wandelstokken (details) Hout


Agenda NEDERLAND Amsterdam Galerie Hamer

Gewoon Flowers Mariëlle Lenaerts, schilderijen

Leliegracht 38

Haarlem Madness & Arts Festival

www.galeriehamer.nl

Diverse locaties in de stad

De Dagen Frankestraat 37

Otterlo Kröller-Müller Museum

www.dedagen.nl

Houtkampweg 6

D 24 - 26 sep 2010 Outsider Kunst Dagen

www.kmm.nl

(festivalterrein bij Het Dolhuys) www.mafhaarlem.nl

D t/m 29 mei 2010 Hamer Highlights Herman Bossert, Aloïse Corbaz, Willem van Genk, Chris Hipkiss, Ognjen Jeremic, Franz Kernbeis, Vasilij Romanenkov, Sava Sekulic´, August Walla, Roy Wenzel, George Widener, Scotti Wilson

D 24 sep - 3 okt 2010 Het Madness Arts Festival is een internationaal en multidiscipli­ nair festival over gekte in de kunst. Het biedt een podium aan kunstenaars die kampen met psychische problemen en aan kunstenaars die zich aangetrok­ ken voelen tot gekte en dit the­ matiseren in hun werk. Theater, dans, film, muziek, beeldende kunst, literatuur en poëzie.

Gespecialiseerde kunstbeurs voor Outsider Art in het kader van het Madness Arts Festival met o.a. Galerie Hamer, Amsterdam; Guus Maris, Haarlem; Galerie Atelier Herenplaats, Rotterdam; Galerie Susi Brunner, Zürich; Wasserwerk Galerie Lange, Siegburg; Galerie J.P. Ritsch-Fisch, Straatsburg, l’Art en Marche, Lapalisse; Galerie Objet Trouvé, Parijs en Kunsthaus Kannen, Münster.

Amsterdam Outsider Art Leiden Olof Art Gallery

Nieuwe Keizersgracht 1a www.amsterdam-outsider-art.nl

D 1 jun - 31 aug 2010 TOON Amsterdamse outsider toont 23 van zijn beste abstracte werken. D 3 sep - 30 nov The Artists Ego Met werk van Amerikaanse, Europese en Nederlandse out­ siders w.o. Ross Brodar, Daniel Belardinelli, Candyce Bokaw, Marc de Bruijn en Francois Burland. Europese première van de Amerikaanse Outsider Film ‘The Artists Ego’ Goes Galerie Atelier De Kaai J.A. van der Goeskade 65 www.artoteek.be

D t/m 9 aug 2010 De gemaskerde kip Piet- Jan Sep, tekeningen

40

OUT OF ART MEI 2010

Volmolengracht 29

Schotersingel 2 www.hetdolhuys.nl

D 28 aug 2010 t/m 13 feb 2011 Dossier Van Gogh Het Dolhuys verhaalt over de grens tussen normaal en abnormaal. In het kader van het Madness Arts Festival organi­ seert het deze tentoonstelling over Van Gogh. De kunstenaar werd van randfiguur, geniaal vernieuwer. Zijn werk moest de waarheid bevatten. Was hij gek of geniaal? En is dat belangrijk om te weten? Wat vond hij zelf over zijn geestestoestand? Wat vonden artsen en psychiaters? En hoe beïnvloedt dat het publiek?

Rotterdam Galerie Atelier Herenplaats Schiedamse Vest 56-58 www.herenplaats.nl

D 16 apr - 13 jun 2010 6 x Artsiders Hans Alexander, Ronald Schiel, Edward Teeuw, Bridget Roosendaal, John Verschoor en Mies van der Perk D 25 jun - 5 sep 2010 Animale Internationale kunstenaars gebruiken dieren als uitgangs­ punt in hun werk.

D t/m 28 mei 2010 Global Outsiders uit Sint Petersburg, Rusland Gelya Pisavera, Lidia Xaikara, Petr Kozelskiy, aquarellen, schil­ derijen, gouaches en beelden

D 17 sep - 14 nov. 2010 Artists of the Waldau in Bern (Zwitserland) Werk van 23 kunstenaars uit de psychiatrische kliniek in Waldau (waar Wölfli werkte). Gastconservator is internationaal kunstverzamelaar Max Ammann.

D 4 jun - 2 jul 2010 Signs of Life David Maclagan, oliepastels

Weert Kunsthal Weert

www.olof-art.nl

Het Dolhuys

D t/m 20 jun 2010 Joost van den Toorn en de Outsiderkunst Beelden van Joost van den Toorn gecombineerd met zijn collectie Outsiderkunst

D 9 jul - 6 aug 2010 Filip Schramayer, aquarellen D 13 aug - 27 aug 2010 Movements Expositie van Leidse outsiders D 3 sept - 30 nov 2010 The Artists Ego 2 Werk van de Kunstwerkplaats uit Amsterdam, met o.a. Evert Panis, Robert Dam, Jescika van Overveld en Roy de Dijcker

IJzermanweg 5k www.kunsthalweert.nl

D 6 jun 2010 Ongemotiveerd Kunstenaars Collectief (OKC) Performances


BUITENLAND Brussel, België Art en Marges Museum Rue Haute 312-314 www.artenmarge.be

D t/m 26 jun 2010 Musik Oblik Klank- en beeldproject i.s.m. Recyclart, met werk van Jaques Brodier, Baudouin de Jaer, Baudouin Oosterlynck en Adolf Wölfli Luik, België Madmusée Parc d’Avroy www.madmusee.be

D t/m 12 jun 2010 L’Exposition du Créahm n’aura pas lieu D 14 jun - 20 jun 2010 Atomic lab D 1 jul - 4 sep 2010 Selectie van de permanente ­collectie D 11 sep - 20 nov 2010 Selectie uit het Creative Growth Center, Oakland, Verenigde Staten

Fatalitas! Tekeningen van Franse gevange­ nen uit het interbellum Autistrade Zelfportretten door mensen met autisme, i.s.m. kunste­nares Renate Els Aerts. N.a.v. het tienjarig jubileum van Autisme Centraal De Blauwe Wolf Kleurboek en tentoonstelling van 150 eenvoudige lijntekeningen in zwart wit, n.a.v. een sociaal artistiek uitwisselingsproject Luiz Carlos Figueiredo Braziliaanse outsiderkunstenaar Fantasierijke verbeelding van de werkelijkheid als “een ode aan het leven”

I.s.m. Galerie Hamer, Amsterdam toont Kunsthaus Kannen schilde­ rijen, tekeningen en keramiek uit Nederlandse ateliers met werk van I. Proost, Willem van Genk, P. Vredevoogd, Herman Bossert, Jaco Kranendonk, Laan Irodjojo, Riet van Halder, Ognjen Jeremic en Willem van Genk. Parijs, Frankrijk La Halle Saint Pierre 2 rue Ronsard

Bönnigheim, Duitsland Museum Charlotte Zander Hauptstrasse 15 www.sammlung-zander.de

D t/m eind jul 2010 Und die Erde bebte Kunst uit Haïti 1952-1995

www.hallesaintpierre.org

D t/m 2 jan 2011 Art Brut Japonais Overzichtstentoonstelling met werk van 63 hedendaagse Japanse kunstenaars Bratislava, Slowakije Slovak National Gallery Esterhazy Palace Riecna 1

Grand Curtius

www.sng.sk

Quai de Maastricht 13

D 4 jul - 26 sep 2010 Insita Negende editie van deze inter­ nationale driejaarlijkse tentoon­ stelling van ‘kunst in de marge’: naïeve kunst, Art Brut and Outsider Art. Insita manifesteert zich middels verschillende secties, w.o. de actuele ‘competetieve’ sectie waarbij een jury de Grand Prix winnaar kiest uit 58 deelne­ mers van 13 landen; een solo tentoonstelling van de winnaar van 2007, Justyna Matysiak uit Polen; thematentoonstelling ‘Fabric Art’ met textiele werken

www.grandcurtius.be

D t/m 20 jun 2010 More news from nowhere Collectie Madmusée Gent, België Museum Dr. Guislain J. Guislainstraat 43 www.museumdrguislain.be

D 22 mei – 22 sep De wereld andersom Art Brut van klassieke outsiders uit de abcd collectie van Bruno Decharme, Parijs

van o.a. Helga Sophia Goetze, Duitsland en Gyorgy Kricsfalussy, Hongarije; Side shows met een hommage aan Ivan Rabuzin; een tentoonstelling van de Indiase kunstenaar Kashinat Chauhan; anonimem kunst uit de 19e eeuw uit Duitsland uit de collectie van Henri Boxer en werk van Robert Burda (Kunsthaus Kannen).

Münster, Duitsland Kunsthaus Kannen Alexianerweg 9 www.kunsthaus-kannen.de

D 27 jun – 24 okt 2010 Outsider Art from the Netherlands

New York, Verenigde Staten American Folk Art Museum 45 west 53RD Street www.folkartmuseum.org

D t/m 19 sep 2010 Up Close: Henri Darger and the Coloring Book Lausanne, Zwitserland Collection De l ’Art Brut 11 avenue des Bergières www.artbrut.ch

D t/m 22 aug 2010 Ataa Oko en Frédéric Bruly Bouabré Tekeningen uit Ghana en Ivoorkunst Agendagegevens voor Out of Art 10 graag vóór 15 september 2010 mailen naar: frits@herenplaats.nl

OUT OF ART MEI 2010

41


Out of Art presenteert ‘Ik ben ik’

Van 3 tot en met 24 december 2009 organiseerde Out of Art een tentoonstelling in Het Glazen Huis in Amsterdam. Acht kunstenaars die tot dan toe hadden geschitterd in de rubriek ‘Ik ben ik’ van het magazine, toonden hun werk nu in het echt. De fraaie ambiance van het winterse Amstelpark en de ijle, maar kloeke ruimte van Het Glazen Huis, vormden met de kleurrijke inrichting een passend decor voor de schilderijen, tekeningen, grafiek, beelden en keramiek. Op de opening en tijdens de tentoonstellingsperiode trotseerden honderden bezoekers het barre winterweer. De vele positieve reacties van het publiek en de kunstenaars verleiden Out of Art vast nog eens een tentoon­ stelling te organiseren. In de toekomst.

Marianne Schipaanboord Het Glazen Huis, 2009 Viltstift en waterverf op papier, 22 x 30 cm

42

OUT OF ART MEI 2010


English summary I am who I am; Piet-Jan Sep

Piet-Jan Sep, who is autistic, has a formidable memory. From the countless art and history books, this illustrator perfectly remembers an unimaginable amount of facts and dates. With coloured pencils, he draws fine lines and vistas that at first glance look more like a mishmash of whimsical shapes. On closer inspection, how­ ever, the viewer recognises masks, chickens and houses. Never people and always in even numbers. Sep constructs systematic and fragmentary compositions, yet never articulates on the content of his work, thus leaving us with nothing but conjecture. p.p. 8-11 www.artotheek.be Endless desire; Ronald Noorman Visual artist Ronald Noorman (1951) and his wife Rijkje ‘are not fond of superficiality’. Their growing collection comprises primitive art, particularly from Oceania, and modern and contemporary art, including Outsider Art. Regarding the latter, the emphasis lies on works on paper, which is also Noorman’s speciality. The collectors know everything about the background and the context of the objects among which they live. In their own words, they ‘feed on’ the silent yet powerful atmosphere radiated by the combs, jewellery, nose bones, skulls, sculptures and drawings. The key words are: ‘authenticity, intimacy and psychological necessity’. And all that in an upstairs apartment in Amsterdam. p.p. 30-35 www.nouvellesimages.nl and www.galeriewernerklein.de

Fascinating encounters; Roger Cardinal In 1972, retired Professor of Visual Arts Roger Cardinal coined the term ‘Outsider Art’. Since then, he has been a much-sought-after speaker and guest curator the world over. We spoke about Outsider Art and literature, his field of expertise. Just like good poetry enables you to summon personal associations, the outsider artist uses their art to expose you to their imagination. Without verbal explanation and without being consciously aware of the desire to create art, you are nonetheless drawn into a ­dialogue with their work. According to Cardinal, it is a matter of time before outsiders become more well known. We are beginning to value their work more and more because they are able to share with us their uniqueness. p.p. 19-22 Obsession How outsiders repeatedly ­rediscover ‘what’s inside… us’? Anyone who is truly obsessed by something is possessed by it. As part of this obsession, artistic creation is a way of being in touch with things. Many artistic outsiders primarily use their art to repeat what has never occurred. For them, the essence is creatio ex nihilo - creation out of nothing. How a person goes about reflecting themselves in their work. Outsiders produce reflections of themselves. According to art psychologist Joannes Késenne, the positioning of the out­ sider world within the art world requires new illumination with the guiding theme being ‘where on the inside is the outsider capable of reaching’. p.p. 4-7 www.artisit.be Coherent and intense combinations; Pascal Tassini Originally, Pascal Tassini was more ­interested in cleaning Créahm’s Belgian studio than creating anything in it. But ever since he saw a reproduction of an African sculpture, this artist and comedian has been making fascinating objects from various materials. Every­ thing is interconnected. Forms continue to grow and become a coherent and intense monumental unit. Tassini works in a self-constructed hut that acts a safe haven, a laboratory and a consulta-

tion room where he receives visitors. He wraps objects up and creates multiarmed monsters by tying jumbled textiles together, rolling them up and fusing them into limbs and tentacles. p.p. 12-14 www.madmusee.be and www.creahm.be “Manure doesn’t exist”. Everything is material to Markus Meurer

German-born Markus Meurer inherited his father’s talent for seeing a living entity in every object. ‘Manure doesn’t exist. Neither does rubbish.’ His sculptures, collages, jewellery and paintings using found objects are created by continually adding to the materials. Meurer believes that the revaluation of objects contributes to the moral e­ dification and psychological healing of the people around him. He calls himself a ‘sufferer’ with salvation as his duty in life. With his missionary-like traits, he saves objects, himself and the world. Those around him think he is antisocial and a danger to public health. p.p. 24-27 www.outsiderart.nl George Widener; Mathematical and artistic genius The mental condition of American George Widener (1962) has been ­analysed as Asperger’s Syndrome, a variant of autism, characterised by highly focused and intense intellectual activity. As a savant, his mind teems with symbols, inventories, calculations, calendars, charts and magic number squares. He translates this private world into eccentric diagrams and figurative drawings. Among his favorite topics are fantastical machines, the Titanic disaster, and the life of Queen Victoria. In his hands, the notion of a prolix spatial system as a Megapolis gives rise to an uncanny vision of a city of symmetrical streets and numberless tall buildings, with canals, bridges, and motor-cars. Is it perhaps a metaphor for his own ­proliferating mental constructions? p.p. 16-18

‘The Stickman from Rotterdam’ Discovered during a competition for amateur artists, it was high time to pay a visit to Mr Verschoor, alias ‘The Stickman’. With an unprecedented passion for and substantial experience with wood, this born storyteller carved the most beautiful wooden tableaux year after year. He incorporated his travel tales and his love of fairytales and music into furniture and a series of striking walking sticks, all of which hang neatly on a shelf by his bed, carefully covered in plastic and complete with labels on which the stories are explained. Because his current accommodation is too small for wood, he is currently concentrating on drawing. His inner urge to create is quite simply too powerful to stop. p.p. 36-39 Hans Hartman; “I have eternal life” Hans Hartman is obsessed by great artists such as Van Gogh, Rembrandt and Michelangelo. He himself assumes that he will live forever. He paints like a man possessed. His production is prodigious. Paint spatters cover his furniture, his overalls and, most of all, himself. He greets visitors with unintelligible stories of the masters who preceded him. Anyone visiting his studio becomes irreversibly fascinated by this colourful artist who appears to be obsessed by his own monumental fame. p.p. 28-29 www.herenplaats.nl

“My diary in pictures”; Mariska Schilperoord Conscious of her obsession, Mariska Schilperoord regularly complains ‘I simply cannot stop drawing’. All her experiences of and interest in the European dynasties appear in her minute drawings, which she calls ‘my diary in pictures’. Fact and fiction mix. Based on an absolute tendency to minimise, she reduces these minidrawings still further by cutting them out. p. 23 www.artotheek.be

OUT OF ART MEI 2010

43


Poëzie; Rik Meijers In de 4.500 gedichten en 10 notitieboekjes die Rik Meijers (1986) tot nu toe vol schreef, brengt hij zijn gevoelens onder woorden. Een veel beschreven en dankbaar onderwerp is de liefde. Soms gaat het om de één op één liefde tussen mensen en soms om de liefde voor de wereld. In dit laatste geval lijkt Rik de verhouding tussen man en vrouw te gebruiken als metafoor voor zijn liefde voor de mensheid. Hij verwoordt zijn innerlijke dialogen in de ik-vorm en nodigt de lezer daarmee uit te zoeken naar de kern van zijn poëzie. Rik Meijers werkt bij Galerie Atelier De Kaai in Goes.

Ik stik Ik stik man de warmte heeft me vast. Die vrouw ze is zo mooi oh shit had ik niet eerder kunnen zien dat jij gewoon in volle waarheid al tijden naast mij stond. Rik Meijers, 2009

44

OUT OF ART MEI 2010


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.