RTA Kunststof Provincie Overijssel

Page 1

K

KUNSTSTOFFEN Regionale Transitieagenda Circulaire Economie Overijssel



Regionale Transitieagenda Circulaire Economie Overijssel Kunststoffen



K

KUNSTSTOFFEN Regionale Transitieagenda Circulaire Economie Overijssel


Colofon Deze Regionale Transitie Agenda Kunststoffen is onder regie van een coördinatiegroep, als representatie van de Overijsselse kunststofketen, tot stand gekomen. Partners for Innovation heeft de coördinatiegroep ondersteund bij het opstellen ervan. Begeleiding vanuit de provincie Overijssel: Rolf Teunis.

Redactionele en journalistieke ondersteuning: Michiel G.J. Smit redactie en journalistiek Grafisch ontwerp en vormgeving: Twinmedia BV, Culemborg Druk: Veldhuis Media, Raalte Beeldverantwoording p.7 Unsplash/Iker Urteaga, p.12 Brink kunststof recycling, p.16 Total Corbion PLA, p. 22 Unsplash/Jon Moore, p.25 strikolith.com, p.30 Shutterstock/Lorna Roberts, p.36 Shutterstock/Menzl Guenter, p.39 Van Werven infra en recycling, p.40 QCP, p.46 OV-Designs, p.47 Wastenet, p.49 Hertalan, p.50 Shutterstock/ Extarz, p.53 Wavin, p.58 Growcoon, p.59 Plasticroad. eu, p.60 Hogeschool Saxion, p.63 Circonl.nl/Juri Hiensch, p.65 QCP/Ermindo Armino, p.70 Shutterstock/Jiri Vaclavek Bij het beeldgebruik is naar beste vermogen rekening gehouden met copyright. Als u toch het idee heeft dat u rechthebbende bent, dan kunt u een mail sturen naar mgjsmit@dds.nl. Vragen over deze RTA? E-mail circulaire.economie@overijssel.nl © Provincie Overijssel, 2020

4


INHOUD VOORWOORD 6

6 KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOF THEMA

SAMENVATTING 8

6.1 Kunststofinzameling  6.2 Mechanische recycling en toepassen recyclaat  6.3 Chemische recycling  6.4 Biobased en biodegradable kunststoffen  6.5 Rubbers en composieten  6.6 Ontwerpen voor een circulaire kunststofketen

1 INLEIDING

13

1.1 Maatschappelijke opgave als vertrekpunt  1.2 Uitgangspunten en scope RTA  1.3 Totstandkoming van de RTA

7 DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS RTA’S

2 VISIE: TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN VERSNELLEN

19

3 DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN IN NEDERLAND

23

51

7.1 Business development  7.2 Circulair inkopen  7.3 Monitoring  7.4 Regelgeving  7.5 Human capital  7.6 Cross-overs RTA’s

4 GRONDSTOFVERBRUIK KUNSTSTOF­ VERWERKENDE INDUSTRIE IN OVERIJSSEL 27 5 DOELEN

37

8 EXPERIMENTEERAGENDA

61

8.1 Instrumenten  8.2 Acties  8.3 Projecten

31

9 BEGROTING EN UITVOERING

71

BIJLAGEN 73 Bijlage 1 Kunststoffenstroom Nederland Bijlage 2 CO2-besparing door doelstellingen

5


VOORWOORD Transitieagenda’s, waarbij onderzocht is hoe op Overijsselse schaal zoveel mogelijk het verschil kan worden gemaakt, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de economie en de sterke kanten van het bedrijfsleven. De RTA’s bevatten niet alleen concrete acties, instrumenten en projecten op het gebied van de circulaire economie, maar besteden ook veel aandacht aan kennisdeling en -verspreiding.

Overijssel is hard op weg naar een circulaire economie! Leren en ontwikkelen, vallen en opstaan, zoeken en vinden, terug- én vooruitkijken; dit is het proces van de circulaire economie in Overijssel. Daarbij zijn voor alle betrokkenen wederzijds vertrouwen, onvervalste nieuws­ gierigheid, ambitie en commitment belangrijke drijfveren om duurzaam te gaan werken en zo uiteindelijk een circulaire economie te realiseren. Wij presenteren u, met trots, de ­Regionale Transitieagenda Kunststoffen (RTA) van Overijssel!

De RTA Kunststoffen is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden. Onze dank gaat dan ook uit naar alle betrokkenen die gewerkt hebben aan de totstandkoming van deze RTA Kunststoffen.

De overheid wil in 2050 de economie volledig laten draaien op grondstoffen en producten die worden hergebruikt. Fossiele grondstoffen raken langzaam op en daarom is het nodig dat producten die nu als afval worden gezien, worden geherwaardeerd en als grondstof gaan dienen om de kringlopen zoveel mogelijk te sluiten. De overgang naar een circulaire economie is een complex proces waar veel lef en inzet voor nodig is.

Wij omarmen de inhoud van de RTA Kunststoffen. De uitvoering van deze agenda wordt ondersteund vanuit het ‘Programma Circulaire Economie’ van de provincie Overijssel. Wij gaan met elkaar de uitdaging aan om een circulaire economie te realiseren. Verbetering van welvaart en leefomgeving gaan hierbij hand in hand: slimmer, zuiniger en schoner. De kansen die voor ons liggen zijn legio, laten we dit gezamenlijk oppakken!

In het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050, dat het Kabinet in september 2016 lanceerde, zijn vijf ketens aangewezen waarmee het Rijk grote stappen wil zetten naar een circulaire economie: Biomassa en Voedsel, Kunststoffen, Bouw, Consumptiegoederen en Maakindustrie. Samen met de Economic Boards, VNO-NCW Midden en Bouwend Nederland heeft de provincie Overijssel het initiatief genomen om deze Nationale Transitieagenda’s te vertalen naar Regionale

Alvast veel leesplezier! Coördinatiegroep RTA Kunststoffen

6


7


SAMENVATTING De provincie Overijssel wil groeien naar een circulaire economie, waar een circulaire kunststofketen onderdeel van uitmaakt. Een economie gericht op hergebruik van grondstoffen en producten, het voorkomen van afval en het gebruik van hernieuwbare energie. De transitie naar een circulaire economie is nodig omdat fossiele, kritieke en niet duurzaam geproduceerde grondstoffen langzaam opraken en de winning van deze grondstoffen een negatieve impact heeft op het milieu en zorgt voor energieverbruik en de uitstoot van CO2.

en maatschappelijke organisaties deze Regionale Transitie­ agenda (RTA) Kunststoffen opgesteld. De RTA Kunststoffen vertaalt de ambities van de Nationale Transitieagenda Kunststoffen naar de kunststofketen in Overijssel en bevat een regionaal gedeeld beeld van de transitieambities, de interventies die nodig zijn en een experimenteeragenda met projecten waarin denken, doen, experimenteren en leren centraal staan. De RTA sluit aan op het regionale bedrijfsleven en richt zich op die zaken waar wij als regio invloed op hebben: bewustwording en activatie, bevorderen van (boven)regionale ketensamenwerking, kennis en innovatie, ondernemerschap, menselijk kapitaal en onze eigen regionale inkoopkracht.

De transitie naar een circulaire kunststofketen biedt economische kansen voor het bedrijfsleven in Overijssel. Om deze kansen te benutten zijn zowel technische, sociale als economische innovaties nodig. Dit vraagt om (publiek-private) samenwerking om in de eigen waardeketen en cross-sectoraal op zoek te gaan naar mogelijkheden om deze innovaties door te voeren. Door het transitievraagstuk niet alleen als duurzaamheidsopgave vanuit milieuperspectief te benaderen, maar ook economisch te benaderen ontstaan kansen en aangrijpingspunten voor schaalvergroting en grootschalige toepassing van doorbraaktechnologieën en nieuwe businessmodellen. Bij het tot stand brengen van de benodigde technische, sociale en economische innovaties spelen de onderwijs- en kennisinstellingen in Overijssel een belangrijke rol.

VISIE CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN Alle producten met kunststoffen zijn over dertig jaar circulair. Ze hebben een geringe voetafdruk en zijn gemaakt van gerecyclede of hernieuwbare kunststoffen van een gegarandeerde kwaliteit. Kunststoffen worden niet langer verbrand, onnodig materiaalgebruik behoort tot het verleden en er worden geen zorgwekkende stoffen verwerkt in kunststof. Met de circulaire kunststofeconomie levert de sector een bijdrage aan de energie- en klimaatdoelstellingen. Door het sluiten van de kunststofketen zorgen producenten, retailers én consumenten ervoor dat macro- en microplastics niet langer lekken naar het milieu.

Om de transitie naar een circulaire kunststofketen te versnellen heeft de provincie Overijssel samen met bedrijven uit de kunststofketen, onderwijs- en kennisinstellingen, overheden

Deze visie vraagt om een gelijktijdige (systeem)verandering van verschillende partijen in de kunststofketen. Deze systeem­

8


SAMENVATTING

DOELEN VOOR 2030

verandering vergt een lange adem en is maar beperkt te plannen. Flexibiliteit in houding en gedrag van alle betrokken partijen in de keten is een vereiste. Tevens moet op cultureel en sociaal vlak een aanpassing van denken en economisch handelen van producenten, retail en consumenten worden bewerkstelligd. Alleen door bewust stil te staan bij deze maatschappelijke opgave en het proces gezamenlijk vorm te geven kan de transitie naar een circulaire kunststofketen worden versneld.

De hoofddoelstelling van de RTA Kunststoffen is om in 2030 in de Provincie Overijssel 35 procent minder virgin fossiele kunststoffen te gebruiken ten opzichte van 2016. Om deze doelstelling beter uitvoerbaar te maken, zijn vier subdoelstellingen geformuleerd die inzetten op meer ingezamelde kunststoffen, meer recycling, meer gebruik van gerecyclede en biobased kunststoffen en meer circulair ontwerpen van kunststof verpakkingen, consumables en producten. Naar verwachting zal het behalen van deze doelstellingen resulteren in een vermindering van de CO2-uitstoot in Overijssel oplopend tot minimaal 0,26 Mton CO2 per jaar in 2030.

GRONDSTOFVERBRUIK KUNSTSTOF足 VERWERKENDE INDUSTRIE IN OVERIJSEL Vanwege haar omvangrijke rubber- en kunststofverwerkende industrie en aanwezige kennisinstellingen speelt Overijssel een belangrijke rol in het sluiten van de (nationale) kunststofkringloop. Overijssel telt circa 140 vestigingen met 4.000 werknemers. Jaarlijks wordt circa 265 kton kunststof verwerkt in Overijssel, grofweg 13 procent van het landelijke totaal. Dit is exclusief de productie en toepassing van rubber (97 kton). Op dit moment wordt in Overijssel bij de productie van de kunststofproducten naar schatting bij slechts 14 procent (voor een gedeelte) gerecycled materiaal ingezet. Het aandeel van biobased materialen en producten van chemische recycling is kleiner dan 1 procent. Er ligt dus nog een grote uitdaging voor de provincie Overijssel om het gebruik van virgin fossiele grondstoffen te vervangen door gerecyclede en biobased kunststoffen.

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGSRICHTINGEN Met bedrijven uit de kunststofketen, onderwijs- en kennis足 instellingen, overheden en maatschappelijke organisaties zijn knelpunten ge誰dentificeerd die het behalen van de doelstellingen belemmeren en oplossingsrichtingen ge誰nventariseerd. Hieronder een overzicht. Kunststofinzameling: in 2030 wordt 90 procent van de kunststoffen in Overijssel ingezameld. Knelpunten zijn: een beperkt bewustzijn over het belang van goed afval scheiden; gebrek aan harmonisatie van de PMD-inzameling tussen gemeenten; te weinig ingezamelde harde kunststoffen en een scheve constructie voor inzameling PMD-afval van consumenten en bedrijven. Provincie Overijssel wil in samenwerking met

9


SAMENVATTING

afvalverwerkers en gemeenten onderzoeken of aanvullende bewustwordingsacties nodig zijn om gescheiden inzameling van kunststof te stimuleren en vervuiling van de kunststoffenstroom te beperken. Daarnaast wil de provincie onderzoeken hoe de inzameling en verwerking van de PMD-afvalstroom verder kan worden gestroomlijnd tussen de verschillende gemeenten en hoe er meer harde kunststoffen (decentraal) ingezameld kunnen worden.

aangewend kunnen worden voor de ontwikkeling van chemische recycling van kunststoffen. Provincie Overijssel wil met marktpartijen de mogelijkheden van chemische recycling in Overijssel verkennen. Biobased en biodegradable kunststoffen: in 2030 wordt 15 procent van de verpakkingen en producten met biobased kunststof geproduceerd. Knelpunten zijn: gebrek aan goede infrastructuur voor het verwerken van biodegradable kunststoffen; biodegradables in het PMD-afval vervuilen de kunststofstroom en biodegradable kunststof biedt geen oplossing voor het zwerfvuilprobleem. Landelijk wordt een actieplan bio-kunststoffen ontwikkeld voor de productie van biobased kunststoffen en het verkennen van waardevolle toepassingen van deze kunststoffen. De agro- en foodsector in Overijssel kan een rol spelen bij het leveren van biomassa voor de productie van biobased kunststoffen.

Mechanische recycling en toepassen recyclaat: in 2030 wordt 50 procent van de ingezamelde kunststoffen gerecycled, en wordt minimaal 30 procent kunststof recyclaat toegepast in de productie van nieuwe producten en verpakkingen. Knelpunten zijn: te weinig sorteer- en recyclecapaciteit; mismatch tussen vraag en aanbod van recyclaat; te hoge visuele en technische eisen voor recyclaat; te lage kwaliteit van recyclaat en belemmerende regelgeving. Provincie Overijssel wil een rol spelen in het wegnemen van deze knelpunten door ketenprojecten te ondersteunen die vraag en aanbod van recyclaat bij elkaar brengen, de ontwikkeling van standaarden voor recyclaat te stimuleren en door te lobbyen voor het wegnemen van belemmerende regelgeving.

Ontwerpen voor een circulaire kunststofketen: er is beperkte kennis over ontwerpen voor een circulaire economie bij bedrijven, designers en engineers. Provincie Overijssel faciliteert CIRCO Tracks om bedrijven te ondersteunen met circulair ontwerp en bedrijfsvoering. Daarnaast willen Overijsselse onderwijsinstellingen (ontwerp voor) circulaire kunststoffen integreren in hun opleidingen.

Chemische recycling en toepassing: in 2030 wordt 20 procent van de ingezamelde kunststoffen chemisch gerecycled en wordt 10 procent chemisch gerecyclede kunststoffen toegepast in de productie van nieuwe producten en verpakkingen. Geïdentificeerde knelpunten zijn wet- en regelgeving met betrekking tot de afvalstatus van de recycling feedstock en het gebruik van het eindproduct in foodgrade toepassingen en onbewezen techniek op commerciële schaal. Recent is er een landelijk actieplan ‘Doorbraak chemische recycling’ opgesteld om deze knelpunten weg te nemen. In Overijssel is bij bedrijven en de Universiteit Twente veel kennis beschikbaar over chemische conversie van biomaterialen in olie. Deze kennis zou

DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS MET ANDERE RTA’S Naast het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten zijn business development, circulair inkopen, monitoring, regelgeving en human capital doorsnijdende thema’s die van belang zijn voor het realiseren van de doelstellingen van alle zes regionale transitieagenda’s. Deze doorsnijdende thema’s zijn daarom verder uitgewerkt in het bredere programma Circulaire

10


SAMENVATTING

Economie van provincie Overijssel. Zo wil de provincie circulair inkopen binnen en buiten haar organisatie stimuleren en aanjagen, het realiseren van doelstellingen monitoren en knelpunten in wet- en regelgeving onder de aandacht brengen bij de landelijke Taskforce Regelgeving. Kunststof wordt in veel verschillende toepassingen voor vrijwel alle sectoren gebruikt. Er zijn daarom veel cross-overs met de andere regionale transitieagenda’s, bijvoorbeeld op het gebied van agro- en food (onder andere verpakkingen, kweekpotten en -tunnels, broeikassen en irrigatiesystemen) en bouw en infra (onder andere isolatie, leidingen, kozijnen, interieurontwerp, damwanden en brugdekken).

EXPERIMENTEERAGENDA Gedurende de ontwikkeling van de RTA zijn verschillende projecten aangedragen die een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de RTA-doelstellingen en als voorbeeld kunnen dienen voor nieuwe initiatieven. Met de loketten en Oost NL zal worden bekeken op welke wijze deze projecten ondersteund kunnen worden. De provincie Overijssel zet verschillende instrumenten in om de kunststoftransitie in de regio te versnellen, waaronder een subsidieregeling voor ketenprojecten, deelname aan het programma vraaggestuurde standaarden, innovatiesubsidies, leningen en risicokapitaal, inkoop en launching customership, CIRCO Tracks, een Circulaire Toolbox en de Futureproof community. Ook projecten die niet in deze agenda zijn opgenomen, kunnen aanspraak doen op de beschikbare instrumenten wanneer zij bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van de RTA.

11


SAMENVATTING

12


K

1. INLEIDING


INLEIDING

1.1 MAATSCHAPPELIJKE OPGAVE ALS VERTREKPUNT

De provincie Overijssel wil groeien naar een circulaire economie, waar een circulaire kunststofketen onderdeel van uitmaakt. Een economie gericht op hergebruik van grondstoffen en producten, het voorkomen van afval en het gebruik van hernieuwbare energie. Met het ondertekenen van het nationaal Grondstoffenakkoord (2018) hebben de provincie Overijssel en andere partijen uit Overijssel zich gecommitteerd aan ambitieuze doelstellingen: 50 procent minder primair grondstofverbruik in 2030 en 100 procent circulair in 2050. De transitie naar een circulaire economie is nodig omdat fossiele, kritieke en niet duurzaam geproduceerde grondstoffen langzaam opraken en de winning van deze grondstoffen een negatieve impact heeft op het milieu en zorgt voor energieverbruik en de uitstoot van CO2.

De afgelopen vijftig jaar heeft het gebruik van kunststoffen een enorme vlucht genomen en zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. In Nederland worden de meeste kunststoffen toegepast in grote en kleine gebruiksvoorwerpen (40 procent) en verpakkingen (30 procent)1. Daarnaast wordt veel kunststof toegepast in de bouw (15 procent), kleding en textiel (11 procent) en auto’s en elektronica (3 procent); zie figuur 1. Zo’n 70 procent van de nieuwe producten, zoals auto’s, vliegtuigen, windmolens, zonnepanelen of mobiele telefoons, worden voor een (groot) deel van kunststof gemaakt. Kunststoffen zijn licht, sterk, stijf, vormvast of juist vormvrij en dragen zo bij aan comfort, veiligheid, houdbaarheid, hygiëne en energie-efficiëntie. Kunststofproducten en verpakkingen leveren door deze unieke eigenschappen ten opzichte van het gebruik van andere materialen ook een bijdrage aan het verminderen van de CO2-emissies2, bijvoorbeeld doordat er door langere houdbaarheid minder voedsel wordt verspild en onze transportmiddelen lichter en daarmee energiezuiniger zijn. De verwachting is dat zonder specifieke maatregelen het wereldwijde gebruik van kunststof de komende twintig jaar zal verdubbelen. Behalve een groot aantal voordelen brengt de grootschalige toepassingen ervan ook een aantal nadelen met zich mee, te weten: ¢¢Uitputting fossiele grondstoffen. Door het groeiend gebruik van kunststoffen neemt ook de vraag naar fossiele grondstoffen toe. Het is zaak om uitputting te voorkomen van deze niet hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen. Vanuit klimaatoogpunt, maar ook om onze geopolitieke afhanke-

Om de transitie naar een circulaire kunststofketen te versnellen heeft de provincie Overijssel samen met bedrijven uit de kunststofketen, onderwijs- en kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties deze Regionale Transitieagenda (RTA) Kunststoffen opgesteld. De RTA Kunststoffen: ¢¢Geeft invulling aan het op 7 maart 2018 door Provinciale Staten aangenomen initiatiefvoorstel ‘Plastic als grondstof: dat ruimt op!’ en het programma Circulaire Economie van de provincie Overijssel. ¢¢Vertaalt de ambities van het Rijksbrede programma Circulaire Economie, het nationaal Grondstoffenakkoord en de Nationale Transitieagenda (NTA) Kunststoffen naar de kunststof- en rubberketen in Overijssel. ¢¢Bevat een regionaal gedeeld beeld van de transitieambities, de interventies die nodig zijn en een experimenteeragenda met projecten waarin denken, doen, experimenteren en leren centraal staan.

1. Plasticgebruik en verwerking van plastic afval in Nederland, CE Delft (2019). 2. Denkstatt 2011 berekende dat met traditionele materialen de CO2-uitstoot en het energiegebruik met circa 50 procent toenemen.

14


INLEIDING

Aandelen plastic op de markt gebracht (2017)

lijkheid van olie te beperken, is het daarom wenselijk zo zuinig mogelijk om te gaan met deze grondstoffen. Dit kan door ze te vervangen door gerecyclede en biobased materialen of door producten zo te ontwerpen dat ze met minder materiaal dezelfde functionaliteit hebben of gerepareerd kunnen worden en zo langer hun functie behouden. ¢¢CO2-uitstoot bij de productie van kunststof. Kunststoffen worden veelal gemaakt van fossiele olie- en gasproducten die in de productieketen leiden tot CO2-uitstoot. Deze uitstoot kan fors verminderd worden door meer kunststof te recyclen en gerecyclede kunststof toe te passen in plaats van verbranden met energieterugwinning. ¢¢Vervuiling door plastic zwerfvuil en microplastics. De zorg rondom (micro)plastic vervuiling in rivieren, zeeën en oceanen en op het land neemt toe. Kunststof breekt niet af in het milieu en vormt daarmee een bedreiging voor het ecosysteem. Lekkage van kunststof naar het milieu moet daarom vermeden worden. Daarnaast moet kunststof die in het milieu belandt worden opgeruimd.

3% 3% 11%

Elektrische en elektro

40%

Auto’s Kleding en textiel

15%

Bouwmateriaal Verpakkingen

Grote en kleine gebrui

30%

Elektrische en elektronische apparaten Auto’s

Deze negatieve effecten van de toepassing van kunststof zetten het gebruik van het materiaal onder druk. In het publieke debat krijgt de milieuvervuiling door kunststof veel aandacht: consumenten willen niet bijdragen aan de plastic soep en vragen om duurzamere alternatieven. Om op de lange termijn kunststof op een duurzame manier te kunnen toepassen, dienen de negatieve effecten van het gebruik van het materiaal te worden beperkt. Dit vraagt om de transitie naar een circulaire kunststofketen, waarbij de positieve en negatieve kanten van kunststof in samenhang worden bezien.

Kleding en textiel Bouwmateriaal Verpakkingen Grote en kleine gebruiksvoorwerpen

Figuur 1 Toepassing van kunststoffen die op de markt zijn gebracht in 2017. (bron: CE Delft, 2019)

Inmiddels heeft de Nederlandse markt de commerciële kracht van circulariteit ontdekt. Er is winst te behalen op het gebied van verduurzaming. Hoewel op het gebied van recycling en biobased kunststoffen al veel gebeurt, is de omvang

en kwaliteit ervan nog beperkt. In 2016 werd in Nederland slechts 250-300 kton kunststof per jaar gerecycled, terwijl er circa 2.000 kton op de markt wordt gebracht. Ongeveer 1.300 kton per jaar komt in het restafval terecht en wordt verbrand

15


INLEIDING

toepassing van doorbraaktechnologieën en nieuwe business­modellen. ¢¢Bij het tot stand brengen van de benodigde technische, sociale en economische innovaties, spelen de onderwijs- en kennisinstellingen in Overijssel een belangrijke rol. Daarbij gaat het enerzijds om bewustwording die begint op de basisschool en het voortgezet onderwijs en de ontwikkeling van kennis en vaardigheden op het gebied van materialen, circulaire businessmodellen en circulair ontwerpen. Anderzijds gaat het om onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe toepassingen en productiemethoden in samenwerking met het regionale bedrijfsleven.

met energieterugwinning. Het resterende deel is voornamelijk nog in gebruik. Tevens komt een klein deel terecht in het milieu als zwerfafval. Het aandeel van biobased plastics is in Nederland met circa 1,5 procent nog zeer beperkt. Bezien vanuit een duurzame en circulaire economie kunnen kunststoffen dus nog veel beter worden ingezet en (her)gebuikt.

1.2 UITGANGSPUNTEN EN SCOPE RTA In de RTA Kunststoffen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: ¢¢Circulaire economie als middel om tot een duurzame samenleving te komen. Een circulaire kunststofeconomie is geen doel op zich, maar een middel om te komen tot een duurzame samenleving waarin een zo hoog mogelijke waarde voor mens en milieu centraal staan. Dit vraagt om een optimalisatie van de hele productlevenscyclus, waarbij ook wordt gekeken naar het gebruik van energie en water en de effecten op andere vitale systemen, zoals die voor voedsel en biodiversiteit. ¢¢De transitie naar een circulaire kunststofketen biedt eco­nomische kansen voor het bedrijfsleven in Overijssel. Om deze kansen te benutten zijn zowel technische, sociale als economische innovaties nodig. Dit vraagt om (publiek-private) samenwerking om in de eigen keten en cross-sectoraal op zoek te gaan naar mogelijkheden om deze innovaties door te voeren. Daarbij moet niet alleen oog zijn voor zuinig en zorgvuldig gebruik van grondstoffen, maar ook voor het belang van de individuele ondernemer, die zich zal moeten aanpassen, maar tegelijkertijd alleen investeert in innovaties die (op langere termijn) meerwaarde bieden. Door het transitievraagstuk niet alleen als duurzaamheidsopgave vanuit milieuperspectief te benaderen, maar ook economisch te benaderen, ontstaan kansen en aangrijpingspunten voor schaalvergroting en grootschalige

Hittebestendig koffiebeker van biobased PLA (Poly Lactic Acid). Ongeveer 40 procent van de kunststofproductie wordt aangewend voor (kleine en grote) gebruiksvoorwerpen.

16


INLEIDING

De RTA sluit aan op het regionale bedrijfsleven en richt zich op die zaken waar wij als regio invloed op hebben: bewustwording en activatie, bevorderen (boven) regionale ketensamenwerking, kennis en innovatie, ondernemerschap, menselijk kapitaal en onze eigen regionale inkoopkracht.

¢¢De

circulaire economie komt van onderaf tot stand. In Overijssel ontstaan verschillende initiatieven vanuit bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden. De rol van overheden, waaronder ook de provincie Overijssel, is om waar nodig als regisseur richting te geven, de voortgang en samenhang met ander beleid te bewaken, als netwerkpartner verbindingen te leggen en het beschikbare instrumentarium, zoals regelgeving, financiële instrumenten (onder andere fondsen en subsidies) en inkoop (launching customer) in te zetten. ¢¢De transitie naar een circulaire kunststofeconomie is een wereldwijde opgave. Door de vervlechting van de wereldeconomie houdt de kunststofketen niet op bij de provinciegrens. De transitie naar een circulaire kunststofketen is een wereldwijde opgave en vraagt om acties op zowel lokaal, regionaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau. Om de krachten te bundelen wordt vanuit de RTA Kunststoffen actief gezocht naar samenwerking met het Rijk en provincies en gemeenten met vergelijkbare ambities.

De RTA richt zich op bedrijfsmatige activiteiten en bevat geen activiteiten die gericht zijn op het opruimen van (kunststof) zwerfafval in de openbare ruimte. Deze acties, waaronder Aanpak Schone Rivieren en Leernetwerk Schone IJsseloevers, vallen onder het bredere programma Circulaire Economie. Naast bewustwording rondom zwerfafval is het duurzamer handelen en consumeren van inwoners, instellingen en bedrijven een vereiste voor een succesvolle transitie. Omdat dit een belangrijk aspect is voor alle RTA’s en niet alleen voor de RTA Kunststoffen, zijn acties gericht op bewustwording en activatie tevens opgenomen in het bredere programma Circulaire Economie, en voor zover betrekking hebbend op maakbedrijven, in de RTA Maakindustrie. In de RTA Kunststoffen worden deze initiatieven daarom alleen kort benoemd. Daarnaast maken acties gericht op het gebruik van hernieuwbare energie en energiebesparing geen onderdeel uit van de RTA. Dit wordt opgepakt vanuit het programma Nieuwe Energie Overijssel.

SCOPE RTA KUNSTSTOFFEN De RTA Kunststoffen heeft betrekking op zowel thermoplasten, thermoharders als elastomeren (rubbers). Een thermoplast is een polymeer die bij een bepaalde temperatuur week wordt en daardoor gemakkelijk vervormbaar is. Voorbeelden van toepassingen zijn plastic borden, frisdrankflessen, maar ook afvoerbuizen. Een thermoharder is een polymeer die bij verhitting zijn vorm behoudt en niet smelt. Deze kunststofsoort wordt bijvoorbeeld toegepast bij boten, vliegtuigen en stopcontacten. Elastomeren zijn zowel opgebouwd uit thermoplasten als thermoharders. Elastieken, autobanden en rubberlaarzen zijn voorbeelden van veelgebruikte toepassingen binnen deze kunststofsoort.

De RTA Kunststoffen is geen rigide, onveranderlijk document. De kunststofketen is nog volop in ontwikkeling, onder andere rondom scheidingstechnieken, de kwaliteit van recyclaat, chemische recycling en biobased kunststoffen, als ook weten regelgeving. De komende jaren dienen de acties verder te worden ontwikkeld en de sociale, maatschappelijke en economische ontwikkelingen goed te worden gevolgd. Monitoren en herijken van acties is daarom onderdeel van de uitvoering. Op basis van nieuwe ontwikkelingen en voortschrijdend inzicht kan de RTA worden bijgesteld.

17


INLEIDING

1.3 TOTSTANDKOMING VAN DE RTA De RTA Kunststoffen is onder regie van een coördinatiegroep, als representatie van de Overijsselse kunststofketen, tot stand gekomen. De coördinatiegroep bestaat uit de volgende personen: ¢¢Margie Topp - Hogeschool Windesheim ¢¢Jur Zandbergen - Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie ¢¢Mireille Kinket en René van Bremen - Polymer Science Park ¢¢Maarten van Dongen - Natuur en Milieu Overijssel ¢¢Theo en Emmelien Regeling - RPP Kunststoffen ¢¢Remy Notten - Dijkstra Plastics ¢¢Martijn Kerssen - Oost NL ¢¢Rolf Teunis - Provincie Overijssel Partners for Innovation heeft de coördinatiegroep ondersteund bij het opstellen van deze agenda. Om tot een breed gedragen regionaal beeld van de transitieambities en de benodigde interventies te komen, is afgelopen jaar een participatief proces doorlopen. Diverse kunststofverwerkende bedrijven, inzamelaars en recyclers, onderwijs- en kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties hebben tijdens dit proces een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de RTA.

18


K

2. VISIE: TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN VERSNELLEN


VISIE: TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN VERSNELLEN

Nederland in 2050: de winning van nieuwe grondstoffen gebeurt op geheel duurzame wijze. Gebruik van secondaire grondstoffen en biomassa is gemeengoed geworden. Producten en materialen zijn ontworpen voor optimale gebruikswaarde en hergebruik, zonder waardeverlies of schadelijke emissies, aldus het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’.

den. Met de circulaire kunststofeconomie levert de sector een bijdrage aan de energie- en klimaatdoelstellingen. Er worden geen zorgwekkende stoffen in kunststoffen verwerkt die een gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid en het ecosysteem. Door het sluiten van de kunststofketen zorgen producenten, retailers én consumenten ervoor dat macro- en microplastics niet langer lekken naar het milieu.

Voor de kunststoffensector betekent dit concreet dat alle producten met kunststoffen over ruim dertig jaar circulair zijn. Ze hebben een geringe voetafdruk en zijn gemaakt van gerecyclede of hernieuwbare kunststoffen van een gegarandeerde kwaliteit. Er is niet langer sprake van verbranding van plastics, en onnodig materiaalgebruik behoort tot het verle-

Deze visie impliceert dat ons land, en dus ook Overijssel, de komende jaren een grootschalige omslag moet maken. Het vraagt om een gelijktijdige (systeem)verandering van verschillende partijen in de kunststofketen. De markt van kunststof en rubber is omvangrijk en kent een diversiteit aan toepassingen en materialen met een grote verscheidenheid aan materiaaleigenschappen. Daarnaast is er sprake van verschillende deelmarkten die elk beschikken over hun eigen herkomstbronnen, sorteer- en recyclingtechnieken, logistieke systemen, financiële regelingen en afzetkanalen. Door de benodigde systeemverandering zullen bovendien de rollen en verhoudingen in de kunststofwaardeketen wijzigen. Dit maakt de opgave complex. Deze systeemverandering vergt een lange adem en is maar beperkt te plannen. Het vraagt om flexibiliteit in houding en gedrag van alle betrokken partijen in de keten en betekent ook op cultureel en sociaal vlak een aanpassing van denken en economisch handelen van producenten, retail én consumenten. Alleen door bewust stil te staan bij deze maatschappelijke opgave en het proces gezamenlijk vorm te geven, kan de transitie naar een circulaire kunststofketen worden versneld.

Figuur 2 De ladder van Lansink. Het streven is activiteiten zo hoog mogelijk op de ladder te laten plaatsvinden. De bovenste drie treden van de ladder passen binnen een circulaire economie: grondstoffen worden langer en hoogwaardiger gebruikt en uiteindelijk teruggebracht in de keten. De onderste drie treden zijn kenmerkend voor een lineaire economie waarin de materiaalketen niet wordt gesloten. (bron: Recycling.nl)

Overijssel kan door haar omvangrijke rubber- en kunststofverwerkende industrie en aanwezige kennisinstellingen een belangrijke rol spelen in het sluiten van de (nationale) kunst-

20


VISIE: TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN VERSNELLEN

optimalisatio n de sta bili sat ion

ion rat e l e c n ac experimentatio

ch ao s

e nc e g er em

ut tit s in

br ea kd

on abilisati n st o i t a alis ion

ow n

Figuur 3 Transitie lineaire economie (van linksboven naar rechtsonder) naar circulaire economie (van linksonder naar rechtsboven) door middel van disruptie. (bron: Loorbach, 2014)

stofkringloop. Door in Overijssel de toepassing van gerecyclede kunststoffen te stimuleren, wordt een afzetmarkt gecreĂŤerd voor de afgedankte en ingezamelde kunststoffen. Het initiatief ligt bij de afnemers van de kunststofproducenten (merkeigenaren). Als deze bewegen, beweegt de rest van de keten mee.

21

p ha

se o u

t


22


K

3. DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN IN NEDERLAND


DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN IN NEDERLAND

NATIONALE TRANSITIEAGENDA KUNSTSTOFFEN

In dit hoofdstuk worden de verschillende ontwikkelingen op rijksniveau uiteengezet die mede richting geven aan de RTA Kunststoffen van Overijssel. Naast het Rijksbrede programma Circulaire Economie, het Grondstoffenakkoord, de Nationale Transitieagenda (NTA) Kunststoffen en het Plastic Pact wordt ook nieuwe regelgeving op nationaal en Europees niveau besproken.

De NTA Kunststoffen stelt kwantitatieve doelstellingen voor het ombuigen van verbranden, storten en exporteren van kunststofstromen naar het terugbrengen in de kringloop. Dit is gedaan door de kunststofstromen van 2016 inzichtelijk te maken waarmee een streefbeeld voor 2030 is gemaakt (zie bijlage 1). De doelen richten zich grofweg op het verhogen van het aandeel ingezamelde kunststoffen, het verhogen van volumes en het rendement van mechanische en chemische recycling, en het opschalen van de toepassing van biobased kunststoffen.

RIJKSBREDE PROGRAMMA CIRCULAIRE ECONOMIE EN GRONDSTOFFENAKKOORD In september 2016 is het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ gestart. In dit programma is uiteengezet hoe we de Nederlandse economie kunnen ombuigen naar een duurzaam gedreven, volledig circulaire economie in 2050. Als tussentijdse mijlpaal is gesteld 50 procent minder primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) te gebruiken in 2030. Om dit doel te realiseren is er gezamenlijke actie nodig van (onder andere) bedrijven, overheden, kennisinstellingen, en maatschappelijke organisaties en moeten er duidelijke mijlpalen worden gesteld.

De NTA stelt de volgende vier ontwikkelrichtingen voor met een set van acties en interventies om de versnelling naar de circulaire economie in gang te zetten, zoals hieronder weergegeven: 1 Preventie: meer met minder en het voorkomen van lekkage. Het voorkomen van onnodig materiaalgebruik, onder andere door de ontwikkeling van product naar dienst, toepassen van circulair ontwerp, van eenmalig naar meermalig gebruik, en het verkorten van de materiaal­ keten. 2 Meer vraag en aanbod van hernieuwbare kunststoffen. Het gebruik van fossiele grondstoffen moet verschuiven naar de toepassing van recyclede en hernieuwbare kunststoffen. Daarvoor moet zowel de productiecapaciteit als de vraag naar deze gerecyclede en hernieuwbare kunststoffen fors toenemen. 3 Betere kwaliteit, meer milieurendement. Om het gebruik van hernieuwbare kunststoffen te versnellen, is een kwaliteitsverbetering en normering van gerecyclede en hernieuwbare kunststoffen vereist. De introductie van nieuwe kwaliteitssystemen in de keten waarborgt in elke

Het Grondstoffenakkoord, gelanceerd op 24 februari 2017, markeert het startpunt waarin deze partijen gezamenlijk circulair aan de slag gaan. Dit akkoord resulteerde in het opstellen van transitieagenda’s voor ketens en sectoren met de hoogste prioriteit. In de NTA’s wordt de circulaire ambitie concreter door het definiëren van doelen en acties op de korte, middellange en lange termijn. Er zijn vijf NTA’s opgesteld: biomassa en voedsel, kunststoffen, maakindustrie, de bouw en consumptiegoederen.

24


DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN IN NEDERLAND

PLASTIC PACT

fase een hogere kwaliteit met een meer vraaggestuurde keten als resultaat. 4 Strategische (keten)samenwerking. Ketenregie en een gezamenlijke strategie van stakeholders uit bedrijfsleven, wetenschap, ngo’s en overheden is cruciaal voor succes. Er is sprake van onderlinge afhankelijkheid van bedrijven in productketens, van landen door de verwevenheid van de (wereld)economie, waardoor ieder voor zich slechts beperkte invloed kan uitoefenen.

Naast de ontwikkeling van de NTA Kunststoffen, heeft staatssecretaris Van Veldhoven (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) met meer dan zeventig bedrijven en milieuorganisaties de deal gesloten 20 procent minder plastic te gebruiken, meer plastic opnieuw te gebruiken en al het nieuwe plastic voor 100 procent recyclebaar te laten zijn. Het Plastic Pact is niet een verplichting, maar een vrijwillige commitment aan het verduurzamen van het gebruik van kunststof. De deelnemers aan het Plastic Pact committeren zich aan de volgende vier doelstellingen voor 2025: 1 Plastic producten en verpakkingen zijn gemaakt van 100 procent recyclebaar plastic. 2 In 2025 gebruiken we 20 procent minder plastic dan in 2017. 3 Minimaal 70 procent van alle eenmalige plastic producten en verpakkingen die in Nederland in de prullenbak belandt, wordt gerecycled zonder verlies van kwaliteit. 4 Alle eenmalig te gebruiken plastic spullen die op de markt komen, zullen moeten bestaan uit minimaal 35 procent plastic dat gerecycled is.

Onderdeel van de NTA kunststoffen zijn een interventie­ agenda, sociale agenda, kennis- en innovatieagenda, en een investeringsagenda. In deze verschillende agenda’s worden de verschillende acties beschreven die benodigd zijn om de transitie naar een circulaire kunststofketen te realiseren. Daarnaast is er op nationaal niveau een uitvoeringsprogramma Circulaire Economie ontwikkeld die de kortetermijnacties tot 2023 beschrijft rond verschillende thema’s. De initiatieven en projecten uit de landelijke transitieagenda en het uitvoeringsprogramma Circulaire Economie die relevant zijn voor de RTA Kunststoffen, zijn opgenomen in de experimenteeragenda in hoofdstuk 8.

NIEUWE REGELGEVING Op Europees en nationaal niveau is er nieuwe regelgeving gericht op het beperken van plasticvervuiling, het bevorderen van recyclebaarheid en het stimuleren van het gebruik van gerecyclede kunststoffen. Deze regelgeving is vooral gericht op kunststofverpakkingen. Hieronder zijn deze nieuwe regels samengevat: ¢¢European

Plastics Strategy - Verbod op single-use plastics. Vanaf 2021 geldt er in Europa een verbod op single use plastics, zoals plastic bestek, rietjes, en bordjes.

Deze verfemmers bestaan voor 96 procent uit post-consumer recycled (PCR) kunststof, gefabriceerd door Dijkstra Plastics uit Haaksbergen.

25


DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN IN NEDERLAND

Daarnaast wordt er aangestuurd op materiaalreductie van single use plastics met 25 procent, zijn lichtgewicht plastic tasjes, oxo-afbreekbare plastic producten en piepschuim verpakkingen vanaf 2021 verboden en is het vanaf 2025 verplicht om minimaal 35 procent gerecycled plastic in drankflessen toe te passen en negen van de tien plastic flessen gescheiden in te zamelen. ¢¢Gereduceerd

tarief afvalbeheersbijdrage voor vormvaste kunststoffen. Alle bedrijven die verpakkingen op de markt brengen, betalen een bijdrage aan het Afvalfonds. Hiermee wordt de inzameling en recycling van verpakkingen gefinancierd. Sinds januari 2019 geldt een gereduceerd tarief voor het goed te sorteren en recyclen van vormvaste kunststofverpakkingen. Per kilo geldt het gereduceerde tarief van 38 cent per kilo in plaats van 64 cent.

Verdere aanscherping en uitbreiding van deze regels is te verwachten. Mogelijke ontwikkelingen zijn: ¢¢CO2-belasting. Om de klimaatdoelstellingen te realiseren,

wordt overwogen om een nationale CO2-belasting voor het bedrijfsleven in te stellen, bovenop het bestaande Europese Systeem voor Emissiehandel (ETS). Deze belasting moet bedrijven stimuleren om minder CO2 uit te stoten en in bredere zin duurzamer te produceren. De inkomsten zullen gebruikt worden om de (maatschappelijke) kosten van de transitie naar een koolstofarme economie te betalen. ¢¢Recycling

taks. De Europese Commissie heeft voorgesteld aan de EU-lidstaten om de niet-recyclebare kunststof verpakkingen met 80 cent per kilo te belasten. Er is veel kritiek op dit voorstel omdat deze kosten worden verhaald op de belastingbetaler in plaats van op de producent die ongelimiteerd kan blijven produceren.

26


K

4. GRONDSTOF­ VERBRUIK KUNSTSTOFINDUSTRIE IN OVERIJSSEL


GRONDSTOFVERBRUIK KUNSTSTOFINDUSTRIE IN OVERIJSSEL

voor deze RTA. De getallen die worden genoemd over de kunststoffenstromen in Overijssel zijn afgeleid uit figuur 4.

In figuur 4 is de huidige situatie van het grondstofgebruik voor kunststoffen door de kunststofverwerkende industrie in Overijssel in kaart gebracht. Dit is gedaan door nationale gegevens te vertalen op basis van het aantal fte’s dat in Overijssel werkt in de kunststofsector in verhouding tot het landelijke getal. Dit heeft geleid tot onderstaand overzicht. De werkelijke kunststoffenstromen zijn naar verwachting (in onbekende mate) afwijkend van de volumes in de figuur. Dit is toe te wijzen aan de onderzoeksmethode die is gebruikt (zie toelichting in paragraaf 7.3). Een aanvullende nulmeting is nodig voor het exact in kaart brengen van de kunststoffenstroom en het monitoren van de doelen uit hoofdstuk 5. Desalniettemin dient de beschikbare grondstoffenstroom als basis

De kunststofverwerkende industrie neemt een belangrijke positie in bij het sluiten van de kringloop, omdat afgedankt kunststof na bewerking (gedeeltelijk) als grondstof kan worden ingezet. Overijssel heeft met circa 140 vestigingen en 4.000 werkzame personen een omvangrijke rubber- en kunststofverwerkende industrie (ook wel aangeduid met converters). Uit gegevens van BIRO/ LISA blijkt dat het aandeel van de werkgelegenheid van de sector in de totale werkgelegenheid 1,6 keer zo groot is als in Nederland. Deze kunststofverwerkende bedrijven kopen grondstoffen in,

Grondstofgebruik kunststofverwerkende bedrijven in Overijssel (peiljaar 2016)

Fossiele grondstoffen

225 kton 265 kton

Mechanisch gerecyled

20 kton

on

1 kton

kt

Chemisch gerecyled

3 kton

producten

producten

Bedrijven

Plastic converters

Consumenten 55 kton

Kton onbekend

35

Biobased

PP 50 LDPE 50 PE 30 PET 13 Overig 110 Additieven 8

1-5 kton

Zwerfafval Verbranding

90 kton met energie

terugwinning

65 kton

120 kton 11 kton

15 kton Mechanisch gerecyled

Figuur 4 Grondstoffenstroom kunststofverwerkende bedrijven in Overijssel (peiljaar 2016). (bron: provincie Overijssel)

28

Divers (o.a. export)


GRONDSTOFVERBRUIK KUNSTSTOFINDUSTRIE IN OVERIJSSEL

kunststoffen worden via mechanische recycling omgezet in maalgoed en re-granulaat of via chemische recycling omgezet in polymeren, monomeren of basisgrondstoffen (‘feedstock’), waarvan weer nieuwe producten en verpakkingen worden gemaakt.

bijvoorbeeld in korrelvorm of poedervorm en gebruiken dit om kunststofhalffabricaten en eindproducten te vervaardigen, die hoofdzakelijk verwerkt worden tot verpakkingen en producten voor de bouw, automotive en elektronica. Kunststofverwerkers gebruiken zowel primaire (virgin) als gerecyclede kunststoffen. Er wordt een keur aan types kunststof gebruikt (circa 265 kton), waarvan de belangrijkste naar schatting PP (50 kton), LDPE (50 kton), PE (30 kton) en PET (13 kton) zijn. Daarmee wordt in Overijssel ongeveer 13 procent van het landelijke totaal aan kunststoffen verwerkt. Dit is exclusief de productie en toepassing van rubber. Jaarlijks wordt in Nederland circa 160 kton rubber op de markt gebracht (50/50 natuurlijk en synthetisch) en toegepast in autobanden (70-80 procent), de bouw (15 procent) en in de elektrotechnische industrie. Vanwege de aanwezigheid van een grote bandenproducent neemt Overijssel, met circa 97 kton een substantieel deel van de productie van rubberproducten in Nederland voor haar rekening.

Iets meer dan de helft van de kunststofafvalstroom volgt uit bedrijfsactiviteit, consumenten schrijven minder dan de helft op hun conto. In Nederland wordt de verwerking van PMD-afval van consumenten gesubsidieerd, waardoor veel partijen bezig zijn met de verwerking van deze stroom. PMD van bedrijven is vaak schoner en hoogwaardiger, maar door gebrek aan subsidie wordt deze stroom vaak niet optimaal benut. Het is onduidelijk hoe groot de kunststofstroom is die uit kunststofverwerkende bedrijven vrijkomt. Deze hoeveelheden hoeven niet te worden gemeld en worden dus ook niet geregistreerd. Het is gebruikelijk dat kunststofbedrijven productieafval (intern) hergebruiken.

Op dit moment wordt in Overijssel bij productie van de kunststofproducten naar schatting bij slechts 14 procent (voor een gedeelte) gerecycled materiaal ingezet. Het aandeel van biobased materialen en producten van chemische recycling is kleiner dan 1 procent. Dit komt overeen met het landelijke beeld. Na de gebruiksfase wordt de meeste kunststof ingezameld bij het PMD 3 of het restafval, een klein gedeelte belandt in het milieu als zwerfafval. Na inzameling wordt een belangrijk deel van de afgedankte kunststoffen verbrand, 75 procent in 2016. De urgentie voor vermindering van het aandeel verbrande kunststoffen is dan ook groot. Ingezamelde en gesorteerde 3. In Overijssel hanteren de meeste gemeenten een bronscheidingssysteem voor het inzamelen van PMD afval van consumenten, een aantal gemeenten doen aan nascheiding of een combinatie van deze twee systemen.

29


30


K

5. DOELEN


DOELEN

Voor de zes regionale transitieagenda’s, waaronder de RTA Kunststoffen, zijn in het programma Circulaire Economie van de provincie Overijssel de volgende drie strategische doelen benoemd om zo productie, gebruik en afdanking van grondstoffen te verduurzamen:

De RTA Kunststoffen onderstreept daarnaast het belang van bewustwordingsacties en activatie gericht op duurzaam handelen en consumeren door zowel inwoners, instellingen als bedrijven. Gezien de relevantie voor alle RTA’s zijn acties gericht op bewustwording en activatie opgenomen in het bredere programma Circulaire Economie en voor zover betrekking hebbend op maakbedrijven, in de RTA Maak­ industrie.

1 Grondstoffen in bestaande ketens worden hoogwaardig benut. Deze efficiencyslag kan leiden tot afname van de grondstoffenbehoefte in bestaande ketens. 2 Waar nieuwe grondstoffen nodig zijn worden fossiele, kritieke en niet duurzaam geproduceerde grondstoffen vervangen door duurzaam geproduceerde, hernieuwbare en algemeen beschikbare grondstoffen. Hiermee blijft ons natuurlijk kapitaal behouden en maken we onze economie niet alleen toekomstbestendiger, maar ook minder afhankelijk van fossiele bronnen en de import daarvan. 3 Het ontwikkelen van nieuwe productiemethoden, nieuwe manieren van productontwerpen, het anders inrichten van gebieden en het bevorderen van nieuwe manieren van consumeren. Dit leidt tot andere (circulaire) ketens die de gewenste reductie, vervanging en benutting een extra impuls geven.

HOOFDDOELSTELLING RTA KUNSTSTOFFEN Op basis van de grondstoffenstroomanalyse zijn deze strategische doelen in de RTA Kunststoffen geconcretiseerd. Daarbij zijn de doelen uit de NTA Kunststoffen vertaald naar regionale doelstellingen die aansluiten op de Overijsselse kunststof­industrie en waaraan concrete acties en projecten gekoppeld kunnen worden. Als hoofddoel wordt nagestreefd: In 2030 wordt 35 procent minder virgin fossiele kunststoffen gebruikt in de provincie Overijssel ten opzichte van 2016. Vanwege de omvangrijke Overijsselse kunststofsector is de onderliggende doelstelling om zoveel mogelijk kunststof dat in Overijssel vrijkomt, in te zamelen en te gebruiken als (secundaire) grondstof door de kunststofindustrie in Overijssel. Hiermee worden vervoersbewegingen voorkomen en wordt waarde toegevoegd in de regionale kunststofketen.

Omdat het winnen en produceren van grondstoffen ook zorgt voor energieverbruik en de uitstoot van CO2 is tevens een koppeling gemaakt met het Klimaatakkoord. Daarmee kan de transitie naar een circulaire economie bijdragen aan de reductie van CO2-uitstoot.

TOELICHTING OP DE HOOFDDOELSTELLING

In het initiatiefvoorstel ‘Plastic als grondstof: dat ruimt op!’ is, naast het benutten van plastic als grondstof en verwerken in de keten en het voorkomen van het gebruik van plastic wanneer er alternatieven zijn, als doel benoemd: het voorkomen en opruimen van plastic waar het niet hoort.

Verwacht wordt dat het totale kunststofgebruik van de kunststofverwerkende industrie met 1,5 procent per jaar zal toenemen. Door deze groei zal in Overijssel het kunststofgebruik toenemen van 265 kton in 2016 naar 326 kton in 2030. De

32


DOELEN

SUBDOELSTELLINGEN

hoofddoelstelling streeft naar een afname van 35 procent in het gebruik van virgin fossiele kunststoffen ten opzichte van 2016. Absoluut betekent dit voor de provincie Overijssel dat het gebruik van virgin kunststoffen wordt teruggebracht van 225 kton in 2016, naar 146 kton in 2030. Het terugbrengen van het gebruik van virgin kunststoffen, gecombineerd met de toenemende consumptie van kunststoffen, heeft als resultaat dat in 2030 minder dan de helft (45 procent; zijnde 146 kton op een totaal van 326 kton) van de geproduceerde kunststoffen van fossiele grondstoffen is gemaakt. Dit is ambitieuzer dan de algemene landelijke doelstelling om 50 procent minder primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) te gebruiken in 2030. De doelstelling is in lijn met de NTA waarin wordt gestreefd het gebruik van virgin kunststoffen terug te brengen van 1.700 kton in 2016 naar 1.090 kton in 2030 (-36 procent).

1 In 2030 wordt 90 procent van de afgedankte kunststoffen ingezameld aan het einde van de levensduur en zo veel mogelijk hergebruikt als grondstof door de Overijsselse kunststofindustrie. 2 In 2030 worden ingezamelde kunststoffen zo veel mogelijk in vraag gestuurde (mono-)stromen gesorteerd en voor 50 procent mechanisch gerecycled en voor 20 procent chemisch gerecycled. 3 In 2030 wordt 30 procent kunststof recyclaat, 15 procent biobased materialen en 10 procent chemische gerecyclede kunststoffen toegepast in productie van nieuwe producten en verpakkingen 4. 4 In 2030 worden kunststof verpakkingen, consumables, en producten ontworpen voor een circulaire economie: a) i n 2030 moeten alle nieuwe producten en verpakkingen van kunststof volledig recyclebaar of bio-afbreekbaar zijn; b) i n 2030 worden verpakkingen en consumables met een korte levensduur ontworpen met een focus op materiaalreductie; c) in 2030 worden producten ontworpen met een focus op levensduurverlenging, bijvoorbeeld door hergebruik, reparatie of refurbishment 5.

De beoogde reductie van het fossiel grondstofgebruik met 35 procent ten opzichte van 2016 kan alleen behaald worden door in te zetten op een mix van mechanische recycling, chemische recycling, biobased kunststoffen, productontwerp met een focus op materiaalreductie en levensduurverlenging, de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen en op de langere termijn de ontwikkeling van CO2 of methaan als grondstof voor kunststofproducten (Carbon Capture and Utilization) en de ontwikkeling van alternatieven voor kunststoffen.

Het verschil tussen de percentages mechanische (50 procent) en chemische recycling (20 procent) en de toepassing van kunststof recyclaat (30 procent) en chemische gerecyclede

Er zijn vier subdoelen gedefinieerd om de hoofddoelstelling voor de afname van virgin fossiele kunststoffen met 35 procent in Overijssel beter uitvoerbaar te maken. De percentages in de subdoelstellingen zijn afgeleid van de doelen en parameters uit de NTA.

4. Dit is gemiddeld genomen over alle nieuwe producten en verpakkingen, niet voor elk individuele product of verpakking. Deze doelstelling ligt 5 procent hoger dan de algemene doelstelling van 50 procent minder fossiele grondstoffen in 2030 uit het nationaal Grondstoffenakkoord. 5. Hierbij gaat het om het bij elkaar brengen van de economische en technische levensduur. Het resultaat is vaak levensduurverlenging.

33


DOELEN

CO2-BESPARING DOOR HET BEHALEN VAN DE DOELSTELLINGEN

kunststoffen (10 procent) in de vervaardiging van nieuwe producten en verpakkingen is toe te wijzen aan de uitval bij recyclingprocessen en een verschil tussen de volumes van gebruikte kunststoffen (input) en afgedankte kunststoffen (output).

Volgens berekeningen van het Rijk zal door meer gescheiden inzameling, betere sorteerinstallaties, betere nascheiding, de ontwikkeling van (closed) loop retoursystemen en de afname van de export van ongesorteerde plastics de afvalverbranding van plastics met 44 procent afnemen. Hierdoor wordt de uitstoot van CO2 in Nederland in de periode 2016-2030 verminderd, 6 oplopend naar 0,97 Mton CO2 per jaar in 2030. Daarnaast wordt met de verschuiving van de productie van

Wanneer de bovengenoemde doelstellingen worden behaald, resulteert dit in 2030 in het streefbeeld van Overijsselse kunststofstromen zoals weergegeven in figuur 5. Het is belangrijk op te merken dat de input volumes kunststoffen (links), niet gelijk staat aan de volumes output (rechts). Een deel van de kunststoffen is opgeslagen in gebruik. Daarnaast worden niet alle in Overijssel geproduceerde kunststoffen ook weer lokaal gebruikt.

6. Het Centraal Planbureau (CPB) hanteert een omrekenfactor van 1,7 kton CO2 voor de besparing van 1 kton reductie in de verbranding van kunststoffen.

Streefbeeld grondstofgebruik kunststofverwerkende bedrijven in Overijssel 2030

Fossiele grondstoffen

146 kton

326 kton 49 kton

Mechanisch gerecyled

30 kton

on

33 kton

Bedrijven

Plastic converters

kt

Chemisch gerecyled

producten

Consumenten 55 kton

Kton onbekend

98

Biobased

producten

0 kton

Zwerfafval Verbranding

Âą40 kton met energie

terugwinning

136 kton

68 kton Mechanisch gerecyled Figuur 5 Streefbeeld kunststofstromen in Overijssel in 2030.

34

Âą2 kton Divers

(o.a. export)


DOELEN

fossiele naar gerecyclede en hernieuwbare kunststoffen CO2 bespaard. Hoeveel CO2 hierdoor precies wordt bespaard is afhankelijk van de efficiĂŤntie van recyclingprocessen en productie van de verschillende typen gerecyclede of biobased kunststoffen. Op dit moment is er onvoldoende kennis voorhanden om een nauwkeurige berekening te maken van de CO2 besparing die de doelstellingen van de RTA teweeg zullen brengen. Het Rijk schat in dat door deze verschuiving (-36 procent) de uitstoot van CO2 in Nederland in de periode 2016-2030 zal afnemen, oplopend tot minimaal 1 Mton CO2 per jaar in 2030. In totaal gaat het in Nederland om een vermindering van 2 Mton CO2 per jaar in 2030. Vertaald naar Overijssel, waarbij Overijssel 13 procent van de Nederlandse kunststofproductie (exclusief rubber) voor haar rekening neemt, komt dit neer op een vermindering van de CO2-uitstoot oplopend tot minimaal 0,26 Mton CO2 per jaar in 2030. Hierbij is geen rekening gehouden met CO2-besparingen als gevolg van levensduurverlenging en productontwerp met een focus op materiaalreductie. Daarnaast kan er CO2 worden bespaard door het gebruik van hernieuwbare energie en restwarmte bij de productie van kunststoffen en door het optimaliseren van het productieproces. In bijlage 2 wordt de potentiĂŤle CO2-besparing door mechanische en chemische recycling, biobased kunststoffen en levensduurverlenging op basis van een aantal onderzoeken nader toegelicht.

35


XXXXXXX

36


K

6. KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNST­STOF­THEMA


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

In het vorige hoofdstuk zijn vier doelstellingen geformuleerd om de afname van fossiel kunststofgebruik te kunnen realiseren. Er zijn echter diverse knelpunten die het behalen van deze doelstellingen in de weg staan. Om meer inzicht te verkrijgen in de knelpunten die partijen in de Overijsselse kunststofketen ervaren is op 8 november 2018 een bijeenkomst georganiseerd. Bedrijven uit de kunststofketen, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties zijn uitgenodigd om mee te denken welke knelpunten zij zien in het behalen van de doelstellingen. Naast het identificeren van knelpunten is er tijdens de bijeenkomst ook verkend welke mogelijke oplossingen deze knelpunten weg kunnen nemen. Vervolgens heeft een verdiepingsslag plaatsgevonden op basis van aanvullende informatie van inzamelaars en recyclers, kennisinstellingen en diverse onderzoeken. De knelpunten en oplossingsrichtingen worden in dit hoofdstuk belicht aan de hand van de volgende thema’s, waarbij een thema betrekking kan hebben op een of meerdere RTA-doelstellingen: 1 Kunststof inzameling. 2 Mechanische recycling en toepassing recyclaat. 3 Chemische recycling en toepassing. 4 Biobased en biodegradable kunststoffen. 5 Rubbers en composieten. 6 Ontwerpen voor een circulaire economie.

wetgeving, techniek, organisatie en sociaal-cultureel. Hierbij zijn verschillende partijen op zowel lokaal, regionaal als (inter) nationaal niveau betrokken. Het organiseren van samenwerking tussen partijen in de kunststof waardeketen, als ook tussen de overheid, de kennisinstellingen en het bedrijfsleven (triple helix) is daarom van groot belang om de in dit hoofdstuk geschetste oplossingsrichtingen te realiseren.

6.1 KUNSTSTOFINZAMELING Een van de doelstellingen van de RTA is het inzamelen van 90 procent van de in Overijssel afgedankte kunststoffen, van zowel consumenten als bedrijven. In 2016 kwam 120 kton kunststofafval vrij in Overijssel, 7 het is onbekend hoeveel hiervan op de juiste manier is ingezameld en hoeveel terecht is gekomen in het restafval. Wel is bekend dat het merendeel van deze kunststoffen is verbrand en slechts 12,5 procent is mechanisch gerecycled. 5 Er ligt dus nog een grote uitdaging voor Overijssel om haar kunststofafval beter in te zamelen en verbranding te voorkomen. In Nederland worden 874 kton kunststoffen ingezameld afkomstig uit verschillende markten. De inzameling van gebruikt kunststof is in Nederland via een aantal systemen landelijk georganiseerd. Het meest omvangrijke systeem betreft de inzameling van huishoudelijk kunststof verpakkingsafval, dat onderdeel is van PMD-afval. 8

Naast de knelpunten in bovengenoemde thema’s, vormen beperkte samenwerking in het sluiten van de kunststof-waardeketen en gebrek aan individueel commitment van bedrijven ook belemmeringen voor het behalen van de transitiedoelstellingen.

In Overijssel hanteren de meeste gemeenten een bronscheidingssysteem voor het inzamelen van PMD-afval van consumenten. Een aantal gemeenten doet aan nascheiding of een combinatie van deze twee. Bronscheiding levert ten opzichte

Er is (veelal) niet één knop waaraan gedraaid kan worden om tot de gewenste oplossingen te komen. Er is een gelijktijdige verandering nodig op verschillende terreinen, waaronder

7. Gebaseerd op de (voorlopige) grondstoffenstroom uit hoofdstuk 4. 8. Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken.

38


Inzameling bij recyclingbedrijf Van Werven.

van nascheiding een hoogwaardigere kunststofstroom op en bevordert bovendien het bewustzijn onder consumenten. Nascheiding wordt technisch steeds beter en biedt kansen een hoger volume te realiseren.

systeem voor kunststof kozijnen (VKG). Ook is er samenwerking tussen bedrijven uit de Agro en Flora op het gebied van inzameling en recycling van kunststoffen in deze sector.

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGSRICHTINGEN

Een ander groot systeem is het statiegeldsysteem voor het PET-flessen van 1 liter of groter. Veel gemeenten zamelen ook andere kunststoffen in (zoals tuinstoelen en speelgoed) afkomstig van huishoudens, maar dit gaat zonder landelijk systeem, waarbij burgers dit zelf naar milieustraten moeten brengen. Verder worden kleine huishoudelijke apparaten ingezameld (Wecycle) en worden de kunststoffen uit deze producten gehaald om te worden gerecycled.

Er is een beperkt bewustzijn over het belang van goed scheiden van het PMD-afval onder consumenten. Dit resulteert in kunststof bij het restafval of vervuiling van de kunststofstroom. Consumenten worden hierover op dit moment geïnformeerd via verschillende bewustwordingscampagnes vanuit het Rijk, gemeenten en afvalverwerkers. Tevens is educatie op scholen belangrijk in het vroegtijdig creëren van bewustzijn. Brancheorganisatie NRK heeft de ambitie uitgesproken hun gastlesprogramma voor scholen flink uit te breiden, om zo namens de industrie bij te dragen aan bewustwor-

Kijken we naar de bedrijfsmatige stromen dan bestaan daar onder andere het Buizen Inzamel Systeem en het inzamel­

39


Zeepflesje gemaakt van kunststoftype HDPE.

milieustraat worden ingezameld. Hierdoor belandt veel harde kunststof momenteel bij het restafval. Van Werven, recycler van harde kunststoffen, importeert momenteel 60 procent van de kunststoffen uit het buitenland bij gebrek aan lokaal aanbod. In Zwolle loopt een pilot om harde kunststoffen in te zamelen en daarmee ook de bewustwording van bewoners te vergroten. Indien succesvol, kan een dergelijke inzameling van harde kunststoffen naar de rest van Overijssel worden opgeschaald.

ding. Met de sector en de gemeenten in Overijssel dient bekeken te worden of verdere bewustwordingsacties nodig zijn. Er is geen harmonisatie van de PMD-inzameling tussen verschillende gemeenten. Gemeenten hebben de afgelopen jaren miljoenen geĂŻnvesteerd in verschillende nieuwe afvalsystemen. Dit leidt tot verwarring onder consumenten en vervuiling van de PMD-stroom. Uniforme inzameling van PMD, ook met betrekking tot bron- of nascheiding, is een mogelijke oplossing. In samenwerking met gemeenten, afvalinzamelaars en andere partijen in de kunststofketen dient onderzocht te worden hoe de inzameling en verwerking van de PMD-afvalstroom verder kan worden gestroomlijnd.

Scheve constructie voor inzameling PMD-afval van consumenten en bedrijven. Alleen PMD-afval van consumenten is gesubsidieerd, wat deze stroom aantrekkelijker maakt voor recyclers dan de ongesubsidieerde stroom van bedrijven, die eigenlijk hoogwaardiger is. Volgens recyclers werkt deze subsidieregeling verstorend voor de markt. Aanbodgedreven recycling resulteert in plastics waar geen vraag naar is. De

De drempel voor het inzamelen van harde kunststoffen is te hoog voor consumenten, omdat deze kunststoffen bij de

40


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

recyclen en voor de productie van nieuwe producten en verpakkingen 30 procent recyclaat te gebruiken.

focus bij inzameling moet liggen op de kwaliteit van de stroom, niet op het tonnage ingezamelde kunststoffen waar momenteel geld mee wordt verdiend. Het effect is averechts: een lagere kwaliteit van de ingezamelde stroom en veel extra verlies en kosten in de keten. Zowel het Centraal Planbureau (CPB) 9 als het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) 10 concludeerden dit al in 2017. Daarom heeft het KIDV een onderzoek uitgevoerd, waarin de kunststofketen voor het eerst integraal in kaart is gebracht en doorgelicht. Het onderzoek maakt duidelijk dat de verschillende ketenpartijen in de periode 2018-2022 op zeven punten in de keten maatregelen kunnen treffen om de tot nu toe aanbodgestuurde keten te transformeren naar een vraaggestuurd systeem. Een van de genoemde interventies voor het verbeteren van de kwaliteit van de afvalstroom is een vergoedingensystematiek gericht op kwaliteit, door te sturen op onder andere het percentage vervuiling bij inzameling.

In Nederland zijn er circa dertig recyclers met een totale capaciteit van 530 kton (2018). 11 Van de 874 kton ingezamelde plastics wordt 32 procent, 258 kton, ter recycling aangeboden (2016), maar niet allemaal in Nederland. Geschat wordt dat de helft hiervan in Nederland verwerkt wordt. Oorzaak hiervan is dat een groot deel van het ingezamelde kunststof mix plastics betreft, een laagwaardige stroom waar geen vraag naar is en nieuwe markten voor moeten worden gecreëerd. In Overijssel zijn recyclers Rodepa (45 kton) en Veolia (45 kton) gevestigd, met een totale capaciteit van circa 90 kton. In Oost-Nederland zitten Morssinkhof (300 kton) en Van Werven (harde kunststoffen, 60 kton) als belangrijke recyclers. Door een gebrek aan vraag naar gerecyclede kunststoffen binnen Overijssel wordt slechts een klein deel van hun recyclaat afgenomen door de Overijsselse kunststoffenindus-

6.2 MECHANISCHE RECYCLING EN TOEPASSEN RECYCLAAT Door mechanische recycling van gesorteerde kunststofafvalstromen wordt recyclaat geproduceerd. De RTA Kunststoffen stelt als doel 50 procent van de ingezamelde kunststoffen te

9. De circulaire economie van kunststof: van grondstoffen naar afval, CPB, 2017. 10. Rapportage kunststofketenproject ‘Interventies om de kunststofketen verder te sluiten, qua grondstoffen en economisch’, KIDV, 2017. 11. Verkenning Kunststof Verpakkingsafval als Grondstof, KIDV, 2018.

Type kunststof

Verwerkingscapaciteit (kton/jaar)

Eindproduct afgezet in Overijssel (kton/jaar)

Rodepa

PP en PE

45

8

Van Werven

Harde kunststoffen

60

3

Morssinkhof

LDPE, HDPE, PP, PS en PET

300

3 (schatting)

Veolia

PP

45

5

450

19

Totaal

Tabel 1 Verwerkingscapaciteit recyclers in Oost-Nederland. Gegevens zijn gebaseerd op input van recyclers.

41


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN

recyclaat bij elkaar te brengen is het bevorderen van samenwerking tussen verschillende partijen in de kunststofketen. Hiervoor is in 2019 een budget gereserveerd van 250.000 euro om minimaal vijf ketenprojecten te ondersteunen (zie paragraaf 8.1).

De bevraagde recyclers geven aan dat de huidige capaciteit voor sorteren en recyclen van kunststof in Nederland te laag is en dat deze moet worden opgeschaald om de recyclingdoelstelling te kunnen halen. De recyclers in Oost-Nederland hebben plannen om hun capaciteit de komende drie jaar fors uit te breiden. Daarnaast zal in 2020 in Zwolle een sorteerinstallatie van PreZero (Tönsmeier) voor de verwerking van kunststof verpakkingen worden geopend (100 kton). Een toenemende vraag naar recyclaat maakt het voor bedrijven aantrekkelijker om te investeren in sorteer- en recyclecapaciteit. Overheden kunnen uitbreiding faciliteren door een gunstig vestigingsklimaat voor sorteerders en recyclers te creëren.

Daarnaast moeten sorteerders en recyclers de kwaliteit van het aanbod recyclaat verbeteren. In 2018 is door NRK, Nedvang, PSP, WUR en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanuit de nationale transitietafel gestart met de ontwikkeling van een meerjarig programma vraaggestuurde standaarden voor recyclaat. De eerste werkpakketen zijn inmiddels uitgevoerd of in uitvoering. Het doel van deze standaarden is te komen tot vraagsturing, transparantie van gevarieerde kwaliteiten recyclaat die passen bij product-marktcombinaties en het produceren op voorraad. Daarbij kunnen de ketenprojecten bottom-up voor invulling zorgen van de te ontwikkelen vraaggestuurde standaarden.

trie. Momenteel zijn er geen sorteerders gevestigd in de provincie. Een en ander is weergegeven in tabel 1 op pagina 41.

Strenge Europese wet- en regelgeving beperkt de inzet van recyclaat voor voedselcontact, zoals verpakkingen. Nu wordt geëist dat 95 procent van het recyclaat aantoonbaar eerder in een voedseltoepassing is gebruikt en moet het recyclingproces geschikt zijn voor de productie van ‘food grade’ recyclaat. Uitbreiding van statiegeld op PET-flessen kan hiervoor een oplossing zijn. Daarnaast moet er eerst naar de gemakkelijkere toepassingen worden gekeken, zoals verpakkingen die niet bestemd zijn voor voedsel.

Er is een mismatch tussen vraag en aanbod van recyclaat. Er is wel (beperkte) vraag naar recyclaat, maar alleen naar recyclaat van de hoogste kwaliteit met vergelijkbare eigenschappen als virgin kunststof, maar dan voor een lagere prijs. Voor de rest van het recyclaat is er nog geen grote afzetmarkt. Er worden te hoge visuele en technische eisen gesteld aan de kwaliteit van recyclaat, die niet aansluiten op de eigenschappen van recyclaat. Merkeigenaren zullen meer recyclaat moeten toepassen en hun wensen beter moeten afstemmen op het aanbod. Daarnaast zal ook de kwaliteit van het aanbod en het rendement van recycling verbeterd moeten worden door betere sorteer- en recyclingtechnieken. Mogelijk kan door wet- en regelgeving de inzet van recyclaat worden verplicht om de toepassing verder te stimuleren, daarnaast kan de overheid sturen op de inkoop van producten met recyclaat. Een andere manier om vraag en aanbod van

Er is een gebrek aan kennis over het werken met recyclaat, zowel bij ontwerpers en engineers tijdens de productontwikkeling als bij operators in de productie. Hogeschool Windesheim verkent momenteel de mogelijkheden voor het integreren van het werken met recyclaat in de leerlijn van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen.

42


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

6.3 CHEMISCHE RECYCLING

sche recyclingfabriek in Nederland te gaan bouwen. Daarnaast wordt er momenteel op kleinere schaal geëxperimenteerd door partijen als Cumapol, Synbra, Ioniqa, Bin2Barrel en Waste-to-Chemicals. Landelijk is recent een actieplan ontwikkeld dat richting zal geven aan de ontwikkeling van de chemische recyclingindustrie.

Chemische recycling staat momenteel nog in haar kinderschoenen, maar biedt potentie voor de verwerking van onder andere laagwaardige kunststofstromen. In 2030 moet 10 procent van de geproduceerde en toegepaste kunststoffen vanuit chemische recycling komen. Hieronder wordt de huidige stand van zaken rondom chemische recycling toegelicht, waarna de belangrijkste knelpunten voor het behalen van de RTA-doelstellingen kort worden belicht.

Momenteel vindt er nog geen chemische recycling plaats in Overijssel. Wel is er bij bedrijven en de Universiteit Twente veel kennis over chemische conversie van biomaterialen in olie. Deze kennis zou aangewend kunnen worden voor de ontwikkeling van chemische recycling van kunststoffen. Oost NL is met diverse partijen die zich richten op het chemisch recyclen van polyester en EPS in gesprek over de mogelijkheden van chemische recycling in Overijssel. Een geschikte locatie hiervoor zou S/park in Deventer kunnen zijn. S/park heeft van de topsector Chemie recent de status Centre for Open Chemical Innovation (COCI) gekregen. Een COCI biedt ondernemers met een bewezen techniek of product de mogelijkheid om hun productiecapaciteit op te schalen (scale-ups).

Chemische recycling breekt kunststoffen af tot herbruikbare grondstoffen waarmee nieuwe kunststoffen geproduceerd kunnen worden. Er zijn verschillende typen chemische recycling. Het Kennistinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) maakt onderscheid tussen solvolyse, depolymerisatie, pyrolyse (kraken) en vergassing (zie figuur 6 op pagina 44). 12 De klimaat­impact van mechanische recycling is lager, en verdient dus ook altijd de voorkeur. Desalniettemin zijn niet alle kunststof afvalstromen geschikt voor mechanische recycling. Chemische recycling kan hier een interessante aanvulling zijn, waarbij relatief hoogwaardige grondstoffen worden geproduceerd. Drie geschikte kunststof afvalstromen zijn: uitvallen uit (mechanische) recyclingketens, lastig te recyclen monostromen (PET-trays, (broom-houdend) EPS en polyester (textiel)) en mixed plasticstromen (DKR-350). 13

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN In het ‘Actieplan Doorbraak Chemische Recycling’ van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en VNO-NCW zijn verschillende knelpunten geïdentificeerd, bijvoorbeeld rondom wet- en regelgeving met betrekking tot de afvalstatus van de feedstock voor chemische recycling. Ook de toepassing in foodgrade producten en verpakkingen is een belangrijk knelpunt. Omdat bij chemische recycling de kunststoffen teruggebracht worden tot monomeer en polymeerniveau, lijkt hiervoor vanuit veiligheid en hygiëne geen probleem te zijn. De vraag is echter of dit ook erkend wordt onder de huidige regelgeving van EFSA.

Er is nog veel onduidelijkheid over de overall milieuwinst van chemische recycling, en businesscases blijken doorgaans nog niet economisch rendabel. Eind 2018 kondigden SABIC, Plastic Energy en Renewi aan de eerste commerciële chemi-

12. Chemisch recyclen van kunststof verpakkingen - Verslag Verdiepingsbijeen­ komst, KIDV, 9 februari 2017, Den Haag. 13. Verkenning chemische recycling, CE Delft, 2019.

43


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

Destillatie

Chemische bouwstenen

Kraken

Polymerisatie

(bijv. Nafta)

3. Kraken

Monomeren

2. Depolymeriseren

Verwerkingstechnieken

Polymeren

Verpakkingen kunststof

Sorteren

Inzamelen

1. Oplossen

Monostromen

4. Vergassen

Mix

Figuur 6 Chemische recycling (bron: KIDV). Solvolyse (oplossen) kan worden toegepast voor de verwerking van EPS, depolymerisatie voor de verwerking van PETtrays, en pyrolyse en vergassen voor verwerking van DKR-350. 14

6.4 BIOBASED EN BIODEGRADABLE KUNSTSTOFFEN

Een van de belangrijkste knelpunten die uit het actieplan naar voren komt is de benodigde financiering. Vooral in de pilotfase en het opschalen hiervan ervaren ondernemers een financieringsgat. Redenen hiervoor zijn onder andere dat de techniek zich nog niet op commerciĂŤle schaal heeft bewezen en dat momenteel de output niet direct concurreert met virgin alternatieven. Afhankelijk van de hoeveelheid van installaties is er landelijk een investeringsvraag van 330 miljoen tot 690 miljoen euro om de komende twee tot drie jaar commercieel op te kunnen schalen.

Momenteel vormen biobased kunststoffen ongeveer 1,5 procent van het kunststofgebruik in Nederland en 1 procent in Overijssel. Dit aandeel moet in 2030 gestegen zijn naar 15 procent. Biobased kunststoffen worden gemaakt van hernieuwbare grondstoffen zoals zetmeel, suiker, cellulose, melkzuur of eiwitten. Deze zijn meestal afkomstig uit organische reststromen van mais, biet, suikerriet, hout en dergelijke. Biobased kunststoffen zijn er in bio-afbreekbare varianten die onder de juiste omstandigheden worden afgebroken tot water en CO2, en niet bio-afbreekbare varianten met dezelfde eigen-

14. Actieplan Doorbraak Chemische Recycling, Rebel, 2019.

44


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

Biobased

schappen als fossiele kunststoffen. Biobased kunststoffen hebben een lagere milieu-impact dan fossiele kunststoffen 15 en kunnen als ‘drop-in’ (feedstock) gebruikt worden in de kraker. Deze drop-in zal een belangrijke rol spelen in het verhogen van het aandeel biobased kunststoffen tot 15 procent. Daarnaast zijn er bio-afbreekbare kunststoffen die worden gemaakt van fossiele kunststoffen. Zie voor een overzicht van soorten kunststoffen en hun onderlinge relaties figuur 7.

Bioplastics bijv. biobased PE, PET, RA, PTT

Bioplastics bijv. PLA, PHA, PBS, Starch blends

Non-biodegradable

Vanuit de NTA is in 2019 een actieplan (roadmap) ontwikkeld. Het actieplan focust op biomassa als grondstof voor kunststoffen, de ontwikkeling van een beslismodel wanneer biodegradeerbaar een nuttige functionaliteit is, en het oplossen van knelpunten bij de recycling die worden veroorzaakt door degradeerbaar materiaal in de plastic afvalstroom. In Overijssel hebben OV-Designs en GreenPac iLab een biobased en bio-afbreekbaar kunststof op basis van koffiedik ontwikkeld, wat een hoogwaardige toepassing biedt voor deze reststroom. Momenteel onderzoeken zij mogelijkheden voor launching customers en benodigde investeringen voor industriële productie.

Biodegradable

Conventional plastics bijv. PE, PP, PET

Bioplastics bijv. PBAT, PCL

Fossil-based Figuur 7 Overzicht biobased en biodegradable kunststoffen. (bron: European Bioplastics)

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN Er is geen goede infrastructuur voor het verwerken van bio-afbreekbare kunststoffen. In theorie zijn deze kunststoffen composteerbaar en zouden ze dus bij het GFT-afval kunnen, echter is van dikwandige producten de composteertijd veelal langer dan de verwerkingstijd in een GFT-composteerinstallatie. In de praktijk worden bio-afbreekbare kunststoffen dus uit de GFT-stroom gefilterd en aangeboden voor verbran-

ding. Daarnaast zou het kunststof de compost ook niet verbeteren, omdat het geen nutriënten bevat die de bodem kunnen verbeteren. Ingezameld bij het PMD-afval vervuilen bio-afbreekbare kunststoffen de kunststofstroom. Voor consumenten is het tevens moeilijk om in te schatten of het om regulier of bio-afbreekbaar kunststof gaat. Hierdoor is het erg aannemelijk dat het materiaal in de verkeerde stroom belandt. Nederlandse afvalbedrijven adviseren daarom om bio-afbreekbare kunststoffen bij het restafval in te zamelen. 16

15. Biobased plastics in a circular economy, CE Delft, 2017. 16. https://www.verenigingafvalbedrijven.nl/nieuws/nieuwsbericht/bioplasticswelke-welniet.html.

45


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

Bio-afbreekbaar kunststof is geen oplossing voor het zwerfvuilprobleem. Veel bio-afbreekbare kunststoffen breken alleen snel af onder heel specifieke omstandigheden (hoge temperatuur en vochtigheid) die niet in het milieu plaatsvinden, waardoor het zwerfvuilprobleem niet wordt opgelost. Het is dus nog steeds schadelijk wanneer het in het milieu terecht komt, alleen op de langere termijn is dit minder schadelijk dan fossiele kunststoffen. Voor de meeste consumentenverpakkingen hebben bio-afbreekbare kunststoffen daarom geen zin, in ieder geval niet in landen waar afvalinzameling, sortering en recycling georganiseerd is. Er zijn uitzonderingen waar bioafbreekbare plastics wel zin hebben, bijvoorbeeld wanneer bekend is dat iets slijt of afbreekt zoals bij schoenzolen, banden en landbouwfolie of wanneer lokale kringlopen gesloten kunnen worden, zoals in ziekenhuizen, op vliegvelden of in grote bedrijfsrestaurants, waar met een eigen composteer- of

vergistingsinstallaties bio-afbreekbare verpakkingen en disposables direct met het GFT-afval kunnen worden verwerkt. Grondstoffen van biobased kunststoffen worden gedeeltelijk vanuit buiten Europa geïmporteerd. Momenteel wordt BioPE vooral ingekocht bij Braskem uit Brazilië en wordt PHA voornamelijk in Azië geproduceerd. De waterschappen zijn bezig om binnen het PHARIO project te onderzoeken of zij PHA kunnen produceren vanuit rioolslib. Andere biopplastics zoals PLA en op zetmeel gebaseerde bioplastics worden ook in Nederland geproduceerd.

6.5 RUBBERS EN COMPOSIETEN Rubbers en composieten zijn niet opgenomen als specifieke kunststofstroom in de NTA. In Overijssel zijn er de nodige ontwikkelingen rondom rubbers en composieten. In deze paragraaf wordt de stand van zaken van beide materialen beschreven.

HUIDIGE STAND VAN ZAKEN RUBBER Jaarlijks wordt in Nederland circa 160 kton rubber op de markt gebracht, waarvan zo’n 97 kton in Overijssel wordt geproduceerd vanwege de aanwezigheid van een grote banden­ producent. De hoogste relevantie voor circulaire elastomeren ligt bij banden; ten slotte wordt min of meer de helft van alle rubber in banden gebruikt. Banden zijn ook het grootste applicatiegebied voor gerecyclede rubber, maar tegelijkertijd ook de moeilijkste omdat de eisen hoog zijn en veiligheid essentieel. Momenteel is er al een inzamelsysteem voor banden, beheerd door RecyBem. Daarnaast worden in Overijssel kleine hoeveelheden rubber toegepast in kleinere producten zoals afdichtingen en slangen, echter raken deze tijdens gebruik sterk vervuild en komen daarom niet in aanmerking voor recycling.

Bio-afbreekbaar kunststof op basis van koffiedik, ontwikkeld door OV-Designs en GreenPac iLab.

46


Inzameling van oude autobanden: hoge eisen in verband met veiligheid.

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN

bruik van rubberstromen (zie ook experimenteeragenda in hoofdstuk 8):

De bottleneck wat betreft rubber recycling ligt in het hergebruik: het gerecyclede rubber is van lagere kwaliteit. Dit beperkt de producten en hoeveelheden waarin het hergebruikt kan worden. Bovendien moet bij het gebruik van gerecycled rubber elk rubbermengsel weer opnieuw geoptimaliseerd worden qua verwerking en samenstelling, dit is tijd- en kostenintensief. Om rubber recycling en hergebruik verder te ontwikkelen is er behoefte aan op maat ontwikkelde recyclingprocessen voor specifieke productcategorieën (zoals banden, transportbanden en aandrijfriemen), en toepassingsstudies voor het mengen van gerecycled rubber met nieuw rubber en de benodigde aanpassingen qua verwerking en compounding.

¢¢Hergebruik van autobanden-rubber terug in autobanden. ¢¢Opschalen van een proces voor het recyclen van vrachtwa-

genbanden voor hergebruik in banden, maar ook andere rubberproducten. ¢¢Pyrolyse van banden voor hergebruik van de pyrolyse-roet in rubber- en kunststofproducten. In het verleden zijn ook recyclingprocessen (devulkanisatie) ontwikkeld voor latex handschoenen en dakfolie. Een uitkomst uit het dakfolieproject is, dat Hertalan in Kampen gebruik maakt van het gezamenlijk ontwikkelde devulkanisatieproces, om productieafval her te gebruiken voor nieuwe dakfolie.

Universiteit Twente heeft een toonaangevende onderzoeksgroep op gebied van rubber en voert (o.a. samen met Hogeschool Windesheim) projecten uit gericht op herge-

Productie van biobased rubber is (grotendeels) afhankelijk van natuurlijke rubberplantages. Rubber kan echter

47


KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN PER KUNSTSTOFTHEMA

vaart, jachtbouw, windenergie, automotive, civiele industrie, textiel en (constructie)bouw. Tevens spelen de kennis- en innovatiecentra een belangrijke rol. Zij houden zich onder andere bezig met het recyclen of herverwerken van gebruikte composieten, een belangrijk knelpunt rondom composieten.

ook gewonnen worden uit paardenbloemen. Al enkele jaren doen Universiteit Twente, WUR en enkele bedrijven onderzoek naar de inzetbaarheid hiervan. Paardenbloemen vormen een interessante optie voor wisselverbouwing van gewassen in de landbouw. Daarvoor dient samenwerking tot stand gebracht te worden tussen industrie en de agrarische sector. Dit project wordt vanuit de NTA ondersteund.

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN

Tevens moet er worden gekeken naar langeretermijnoplossingen voor rubber. Bijvoorbeeld ‘design for recycling’ voor rubber: een nieuwe manier om rubber te vulkaniseren tot een netwerk dat onder normale gebruiksomstandigheden stabiel is, maar door bepaalde triggers ontleed wordt waardoor het materiaal net als nieuwe rubber te verwerken is.

Thermohardende composieten zijn moeilijk te recyclen. Hogeschool Windesheim en PSP hebben expertise op gebied van thermohardende composieten. Het lectoraat Kunststoftechnologie heeft een technologie ontwikkeld om oud thermohardend composietmateriaal te hergebruiken. Dit project, Hergebruik End of Life Composiet, is een door de composietbranche CompositesNL landelijke gedragen project met 35 industriële partners die de hele waardeketen vertegenwoordigen en is wereldwijd innovatief. Binnen het project worden oude boten, windmolens, treindelen, silo’s, etc. verwerkt tot nieuw constructiemateriaal of tot profielen door middel van een continue productiemethode, waardoor het herverwerken van grote hoeveelheden composiet mogelijk wordt gemaakt. Inmiddels staan er in het land al verschillende demonstrators van dit hergebruikte materiaal; bij de Beatrixsluis in Almere staat 30 meter oeverbeschoeiing, bij Groningen Seaports wrijfgordingen en binnen Windesheim staan meubels van het nieuwe materiaal. In 2019 is het neerzetten van een pilotlijn verkend door twee van de industriële partners.

HUIDIGE STAND VAN ZAKEN COMPOSIETEN Composiet is zeer sterk en licht van gewicht waardoor toepassing van dit materiaal in bijvoorbeeld vliegtuigen en auto’s een flinke besparing van energie en daarmee CO2 oplevert. Composiet is relatief duur en wordt voornamelijk ingezet voor high-end toepassingen. Het heeft een lange levensduur (soms wel tachtig tot honderd jaar) waardoor de end-of-life stroom van composieten klein is, maar door de jaren heen toe zal nemen. Composiet is een kunststof dat is versterkt met een vezel (bijvoorbeeld glasvezel). Er zijn twee hoofdtypen composieten: thermoplastische en thermohardende composieten. Een belangrijk verschil is dat thermoplastische composieten door verwarming weer vloeibaar worden en daardoor geschikter zijn voor recycling.

Saxion Hogescholen, Universiteit Twente, Thermo Plastic composites Application Center (TPAC) en ThermoPlastic composites Research Center (TPRC) hebben expertise in thermoplastische composieten, zoals toegepast in aerospace en automotive. Projecten richten zich onder andere op het toepassen van gerecycled materiaal in composieten en

Composieten maken geen actief onderdeel uit van de NTA. Met veertig composiet gerelateerde bedrijven heeft Overijssel echter een sterke positie op het gebied van composieten, die toepassing vinden in bijvoorbeeld de lucht- en ruimte-

48


XXXXXXX

Dakfolie van deels hergebruikt materiaal van Hertalan uit Kampen.

het herverwerken van (hoogwaardige) thermoplastische composieten (zie experimenteeragenda in hoofdstuk 8).

stofgebruik een grotere rol is gaan spelen in het publieke debat. Supermarkten verminderen kunststofgebruik in verpakkingen door ontwerpaanpassingen of vervanging door andere materialen. Met betrekking tot productontwerp zijn er nog weinig concrete veranderingen zichtbaar.

6.6 ONTWERPEN VOOR EEN CIRCULAIRE KUNSTSTOFKETEN Een belangrijk aspect in het realiseren van een circulaire kunststofketen is het ontwerp van verpakkingen en producten. In deze RTA is derhalve ontwerp voor een circulaire economie opgenomen in de doelstellingen. Producten en verpakkingen moeten worden ontworpen zodat ze recyclebaar zijn. Daarnaast is het belangrijk dat de verpakkingen en consumables worden ontworpen met een focus op materiaalreductie en producten met een focus op levensduurverlenging. Door kunststof minder toe te passen en langer te gebruiken kan de vraag naar kunststof worden teruggebracht.

KNELPUNTEN EN OPLOSSINGEN Het grootste knelpunt is dat er bij bedrijven, designers en engineers vaak nog beperkte kennis is over design for recycling of ontwerpen met levensduurverlenging. Een van de mogelijkheden om deze kennis te ontwikkelen is deelname aan een CIRCO Track. Met CIRCO Tracks maken bedrijven kennis met de mogelijkheden van circulair ondernemen en ontwerpen, verkennen kansen daarvan voor de eigen business en zetten concrete eerste stappen in de ontwikkeling van nieuwe producten, diensten en businessmodellen. In 2019 faciliteert Overijssel vanuit het innovatieprogramma #in tien CIRCO Tracks, waarvan vier Tracks op het gebied van

In de praktijk zien we dat recyclebaarheid en ontwerp van verpakkingen een steeds belangrijker thema wordt, nu kunst-

49


Tot slot willen de Overijsselse onderwijsinstellingen (ontwerp voor) circulaire kunststoffen integreren in hun opleidingen. Met hen zal worden verkend hoe dat (gezamenlijk) vorm kan worden gegeven. Zo hebben bijvoorbeeld Hogeschool Windesheim en het Deltion College ideeĂŤn hoe ontwerp voor recycling en ontwerpen met gerecycled materiaal geĂŻntegreerd kan worden in het onderwijsprogramma door middel van een leermodule, excursies en stages.

kunststof (zie paragraaf 8.1). Tevens werkt CIRCO aan de ontwikkeling van een kennisplatform Circular Design. Daarnaast heeft afvalverwerker SUEZ een workshop ontwikkeld voor bedrijven om te leren over de knelpunten binnen de sortering en recycling van verpakkingen. Ook het KIDV (Kennisinstituut Duurzaam Verpakken) heeft een innovatieprogramma gericht op het ondersteunen van bedrijven in duurzaam verpakken.

50


K

7. DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS


DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS RTA’S

Naast het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten en oplossingen zijn business development, circulair inkopen, monitoring, regelgeving en human capital doorsnijdende thema’s die van belang zijn voor alle zes regionale transitieagenda’s. In deze paragraaf worden de specifieke aandachtspunten met betrekking tot deze thema’s vanuit de RTA Kunststoffen benoemd. Deze aandachtpunten zijn meegenomen in de uitwerking van de doorsnijdende thema’s in het bredere programma Circulaire Economie. Daarnaast worden in dit hoofdstuk de cross-overs met de andere RTA’s benoemd.

lanceren en opschalen van producten en diensten in de circulaire economie. Binnen Overijssel is ondersteuning voor regionale initiatieven beschikbaar vanuit de drie regionale innovatie- c.q. ondernemersloketten (Kennispoort, NovelT en Cleantech Regio Development) en de ontwikkelmaatschappij Oost NL. De loketten richten zich op eerstelijns ondersteuning (kennisuitwisseling, makelen en schakelen, regionale ambassadeurs, ondernemersvaardigheden) en Oost NL richt zich op tweedelijns ondersteuning (ketensamenwerking, fieldlabs, aansluiting innovatieprogramma’s, bedrijfsfinanciering). Novel-T is daarnaast de valorisatieomgeving voor de Twentse kennisinstellingen (startups, scale-ups).

7.1 BUSINESS DEVELOPMENT Business development houdt zich bezig met activiteiten die als doel hebben om nieuwe zakelijke kansen te realiseren en bevindt zich op het snijvlak van productontwikkeling, businessmodellen en marketing. Het is dus een activiteit die uitgaat van individuele initiatieven of samenwerkingsverbanden van bedrijven. De ondersteuningsvraag van bedrijven uit de kunststofketen is divers. Het gaat daarbij met name om: ¢¢Kennis over materiaaleigenschappen, circulair ontwerpen, circulaire businessmodellen, de markt en (nieuwe) wet- en regelgeving (welke richtlijnen bestaan er en waar liggen de kansen?). ¢¢Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod door het ondersteunen van matchmaking en ketensamenwerking, de ontwikkeling van vraaggestuurde standaarden voor recyclaat, het creëren en opschalen van een circulaire vraag (inkoop/ launching customer-rol overheden) en het laten zien van best pratices van koplopers. ¢¢Financiële ondersteuning bij onderzoek en ontwikkeling en bedrijfsfinanciering.

Met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap voor Polymeren, Coatings en Composieten (Deltion College), het lectoraat Kunststoftechnologie (Hogeschool Windesheim), het Thermo­plastic Composite Application Center (Saxion Hogescholen), het Termoplastic Composite Research Center, de onderzoeksgroep Elastomer Technology en Engineering (Universiteit Twente), het Polymer Science Park, het Elastomer Competence Center en GreenPac iLab beschikt Overijssel over een uitgebreide opleidings-, kennis- en open innovatie-infrastructuur op het gebied van kunststoffen. Deze onderwijs- en kennisinstellingen en (open) innovatiecentra spelen een belangrijke rol bij het aanwenden van nieuw ontwikkelde (wetenschappelijke) kennis en technologie door deze toegankelijk te maken voor bedrijven en organisaties. In verschillende projecten werken zij samen met bedrijven aan de ontwikkeling van duurzame kunststoffen en een hoogwaardig hergebruik van kunststoffen.

Op nationaal niveau helpt het Versnellingshuis Nederland Circulair (VNC) ondernemers bij het succesvol ontwikkelen,

Bedrijven investeren eerder in het circulair maken van kunststof verpakkingen en producten als zij een potentiële markt-

7.2 CIRCULAIR INKOPEN

52


de Herstructureringsmaatschappij Overijssel (HMO) en Oost NL, de gemeenten en waterschappen in Overijssel liggen er kansen om bij toekomstige aanbestedingen het gebruik van gerecyclede of biobased kunststof als vervanging van virgin fossiel kunststof in producten op te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan kantoorartikelen, ICT-apparatuur en meubilair, maar ook aan kunstgrasvelden en infrastructuur zoals wegen, kanalen en kunstwerken.

vraag zien of kunnen aanjagen. (De)centrale en semioverheden als provincie, gemeenten, nutsbedrijven, waterschappen, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen en private opdrachtgevers in Overijssel, zowel grote bedrijven als het mkb en maatschappelijke organisaties, kunnen hun inkoopkracht en opdrachtgeverschap inzetten en als vliegwiel gebruiken om de vraag naar gerecyclede en biobased kunststoffen toe te laten nemen. De provincie Overijssel wil circulair inkopen binnen en buiten haar organisatie stimuleren en aanjagen. Voor provincie Overijssel en haar gelieerde organisaties zoals

Het bureau KplusV heeft een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden van een regionale actieagenda circulair inkopen. KplusV identificeert vier draaiknoppen om circulair in te kopen: Techniek (product), Keten (productie), Organisatie (businessmodel) en Opdrachtgeverschap (uitvraag/inkoop). Om goed aan deze knoppen te kunnen draaien en meer circulair in te kopen, moeten de in dit hoofdstuk benoemde knelpunten, in het bijzonder de mismatch tussen vraag en aanbod, opgelost worden. Naast bewustwording en kennis is samenwerking in de keten, in het bijzonder tussen kunststofverwerkende bedrijven en opdrachtgevers, een belangrijke voorwaarde voor circulair inkopen.

7.3 MONITORING Zorgvuldige monitoring is van groot belang voor het realiseren van de kunststoffentransitie in Overijssel; het ondersteunt besluitvorming en biedt de mogelijkheid tot bijsturing van beleid. Voor de monitoring van de doelstellingen is een goede benadering van het grondstofgebruik van de Overijsselse kunststofverwerkende industrie nodig. Medio 2018 is door team Beleidsinformatie van de provincie Overijssel een grondstofstromenanalyse uitgevoerd. Voor de kunststofverwerkende industrie is het totale volume aan ingezet kunststof bij kunststofverwerkende bedrijven afgeleid van de landelijke cijfers (Plastics Europe).

Kunststof straatkolk van Wavin.

53


DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS RTA’S

De gehanteerde onderzoeksopzet, waarbij het totale Nederlandse grondstofgebruik op basis van het aantal werkzame personen is vertaald naar Overijssel, is vrij grof. De onderliggende aanname dat het grondstofgebruik parallel loopt met het aantal werkzame personen, wordt vaker ingezet, maar is niet getoetst. Het vermoeden bestaat dat het grondstofgebruik van alle plastic converters in Overijssel hoger ligt dan in het onderzoek is gepresenteerd. Een verklaring zou gezocht kunnen worden in de aanwezigheid van relatief veel grote bedrijven in Overijssel die door schaalvoordelen gemiddeld per werknemer relatief veel kunststofhalffabricaten of -producten produceren. Indien dit inderdaad het geval is, kan aan de Overijsselse kunststofverwerkende industrie een grotere tonnage aan grondstofgebruik worden toegekend. Uit een eerste analyse van werkgelegenheidsgegevens blijkt dit het geval te zijn: het gemiddelde aantal werknemers per vestiging in de kunststofverwerkende industrie in Overijssel is groter (29) dan in Nederland (25). Dit geldt met name voor de vestigingen die verpakkingsmiddelen van kunststof vervaar­ digen. Een en ander is weergegeven in tabel 2.

bruik van de kunststofverwerkende industrie. Voor het monitoren van de ontwikkelingen in de tijd is de nu gehanteerde methodiek daarom minder geschikt. Daarvoor is een verdieping (nul­meting) nodig waarbij de gegevens worden verzameld door middel van een (anonieme) enquête onder de kunststofverwerkende bedrijven in Overijssel. Samen met andere provincies wordt op dit moment een dergelijk onderzoek voorbereid.

7.4 REGELGEVING Wet- en regelgeving is van groot belang om de transitie te versnellen. De huidige Nederlandse en Europese wet- en regelgeving (zie hoofdstuk 2) is voornamelijk gericht op afvalverwerking en niet zozeer op afvalvermindering. De regel­geving richt zich op het beperken van plastic vervuiling, het verhogen van recyclen van plastic afval en het stimuleren van het gebruik van gerecyclede kunststoffen en dus indirect op het verminderen van verbranding. Daarnaast valt op dat er voor een groot deel van het plastic dat op de markt gebracht wordt geen specifiek afvalbeleid is. Dat blijkt uit de volgende punten: ¢¢Er is geen beleid specifiek gericht op het plastic in auto’s, Waste Electrical & Electronic Equipment (WEEE) en bouw-

Door dit effect in de verdeelsleutel om van Nederlandse tot Overijsselse cijfers te komen mee te nemen, kan een fijnere inschatting worden gemaakt van het grondstofge-

Overijssel

Nederland

SBI omschrijving

Vestigingen

Arbeids-plaatsen

Werknemers per vestiging

Vestigingen

Arbeids-plaatsen

Werknemers per vestiging

Vervaardiging van kunststofproducten

114

2.482

22

1.091

23.739

22

Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van kunststof

21

1.489

71

156

7.308

47

Totaal

135

3.971

29

1.247

31.047

25

Tabel 2 Bedrijfsdemografie kunststofverwerkende industrie, Overijssel en Nederland, 2017. (bron: BIRO en LISA)

54


DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS RTA’S

Door vooraf een stroom te scheiden, wordt de vergoeding niet uitgekeerd. Het vergoedingssysteem dat loopt tot 2022 houdt dus het circulair worden tegen.

en sloopafval, ondanks dat het hier gaat over 21 procent van het op de markt gebrachte plastic. ¢¢Er is geen recycledoelstelling voor kleding en textiel waarin veel kunststof is verwerkt. ¢¢Er is geen beleid voor kleine en grote gebruiksvoorwerpen (of deze nou wel of geen plastic bevatten), zowel op het gebied van aparte inzameling als op het gebied van recyclingdoelstellingen. Het gaat hier om 40 procent van al het plastic dat op de markt is gebracht. Samen met partijen uit de kunststofketen zijn daarnaast onderstaande knelpunten in de wet- en regelgeving in kaart gebracht en bijbehorende casussen. Deze zijn onder de aandacht gebracht van de landelijke Taskforce Regelgeving. Begin mei 2019 is een tussenrapport verschenen met de wettelijke kaders en een overzicht van belemmeringen. Er volgt een advies over oplossingsrichtingen.

CASE RPP RPP wil onderzoeken en testen of een deel van het post-consumer afval, door gerichte afvalscheiding met vaste inzamelpunten voor bijvoorbeeld shampoo flessen, ingezet kan worden in haar producten. Deze producten worden voor langere tijd gebruikt als ventilatieonderdelen en zijn daarna weer te recyclen. RPP wil PE-materiaal met recyclaat geschikt maken voor verwerking en speciaal voor lasverbindingen. Hierbij wil men recyclaat inzetten van regionale bronnen en hier eigen reststromen aan toevoegen, waardoor verpakkingsafval geen extra lange weg hoeft af te leggen en er geen nascheiding nodig is. Samen met de gemeente wil RPP zorgdragen voor bewustwording bij de consument over het gesorteerd inleveren van kunststofafval. Het idee loopt vast op de het feit dat de gemeente een vergoeding misloopt als er vooraf stromen worden gescheiden en hergebruikt.

1. SCHEIDEN BIJ DE BRON VERGOEDINGSSYSTEEM (CASE RPP) In Nederland wordt jaarlijks vele tonnen aan kunststof verzameld uit post-consumer afval. Tot op heden worden verschillende kunststoffen ongesorteerd verzameld en aangeboden aan de afvalverwerkers. Om uit deze stroom weer bruikbare kunststoffen te halen, zijn grote scheidingsinstallaties nodig. Het scheiden kost veel energie en de kans dat het weer 100 procent zuiver van kwaliteit wordt is nog steeds gering. Een groeiend aantal converters wil onderzoeken of gerecycled HDPE (Hoge Dichtheid Polyetheen) in haar producten opgenomen kan worden. Daarbij is echter het scheiden bij de bron (consument) noodzakelijk. Hierbij lopen de converters aan tegen voorgeschreven regels aan om post-consumer afval te hergebruiken. De verpakkingsbranche beheert een som geld van waaruit de gemeenten en afvalverwerkers een vergoeding krijgen voor het verzamelen en verwerken van kunststofafval.

2. REGULERING FOODGRADE (CASE SCHOELLER ALLIBERT) Voedselveiligheid is vanzelfsprekend van groot belang als het gaat om toepassingen van (gerecyclede) kunststoffen in voedselverpakkingen. Strenge regulering van de European Food Safety Authority (EFSA) beperkt echter de inzet van recyclaat in foodgrade toepassingen. Toepassing van kunststofrecyclaat in een voedselverpakking is mogelijk, mits 95 procent van het materiaal in het recycling proces aantoonbaar afkomstig is van materiaal dat ‘foodgrade’ is, wat in de praktijk betekent dat het al eerder als voedselverpakking is gebruikt. Omdat veel PET wordt toegepast in voedselverpak-

55


DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS RTA’S

kingen (onder andere flessen en bakjes) en inzameling en sortering op deze verpakkingen gericht zijn (statiegeld en DKR-328-1) kan voor PET aan deze eis voldaan worden. Gerecycled PET kan derhalve vaak eenvoudig in nieuwe voedselverpakkingen worden toegepast. Voor PP en PE is dit nu niet het geval. In de huidige sorteerprocessen is het niet mogelijk de voedselverpakkingen en niet-voedselverpakkingen te onderscheiden van elkaar, waardoor er niet aan de foodgrade-eis kan worden voldaan. Hoewel gerecycled PP en PE ook prima toegepast kan worden in niet-voedselverpakkingen en toepassingen buiten de verpakkingsketen, geven producenten en importeurs van voedselproducten aan indien mogelijk graag gerecyclede content toe te passen in de verpakkingen van hun producten. Verruiming van de regelgeving voor foodgrade-toepassingen is wenselijk.

3. STRENGE ONTWERPREGELS EN EISEN AAN PRODUCTEN BEVOORDELEN VIRGIN BOVEN RECYCLAAT Specifieke (grondstof)eisen die aan producten worden gesteld verhinderen de inzet van recyclaat. Inzet van recyclaat is technisch veelal wel mogelijk, maar het zijn de eisen gesteld vanuit een ontwerp- of kwaliteitsperspectief (of bijvoorbeeld de vraag naar een bepaald keurmerk) die de inzet van recyclaat verhinderen. Gepleit wordt om in deze gevallen waar de verantwoordelijkheid ligt op materiaal niveau, naar productniveau te gaan en zelf naar producentverantwoordelijkheid.

CASES (O.A. WAVIN) CASE SCHOELLER ALLIBERT

In sommige contracten voor de inkoop van minicontainers door overheden staat dat een container voor 100 procent uit virgin materiaal moet bestaan. Ook de valtest van 50 meter die in sommige bestekken staat, vormt een belemmering voor de inzet van recyclaat. Een ander voorbeeld is het KOMO-keurmerk voor vuilniszakken: de vereiste kwaliteit van vuilniszakken met dit keurmerk ligt dusdanig hoog dat regranulaat niet altijd in aanmerking komt. Een derde voorbeeld betreft het gebruik van recyclaat in afvoerbuizen. In bestekken in België wordt nog vaak het zogenaamde BENOR-­ keurmerk vereist waarin Europese normen voor de bouwwereld worden gehanteerd die inzet van recyclaat verbieden en specifieke grondstofeisen bevatten. Door Wavin worden beperkingen in de standaarden voor buizen genoemd, bijvoorbeeld norm EN 13476-2, waar instaat wat mag en hierin is vaak geen recyclaat opgenomen. Vanuit technisch oogpunt is er echter geen reden om het gebruik van recyclaat te verbieden omdat de buizen voldoen aan de eisen van uitgebreide producttesten door geaccrediteerde instellingen.

Momenteel heeft Schoeller Allibert een EFSA-goedgekeurd recyclingproces. Dat betekent dat het bedrijf een gesloten en gecontroleerde kringloop heeft gerealiseerd. Food-approved zijn betekent een enorme administratieve rompslomp en bewijslast, ieder jaar weer opnieuw. Het idee om de huidlaag (skin) wel food-approved te maken, maar de ‘core’ niet, bleek niet te mogen. Hierdoor wordt Schoeller Allibert beperkt in het gebruik van gerecyclede kunststoffen in voedselverpakkingen.

56


DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS RTA’S

7.6 CROSS-OVERS RTA’S

4. REGELGEVING GAAT ANDERS OM MET PLASTIC AFVAL AFHANKELIJK VAN DE HERKOMST

Kunststoffen worden in veel verschillende toepassingen en dus in veel sectoren gebruikt. Er zijn daarom veel cross-overs met de andere regionale transitieagenda’s.

Voor een PET-flesje gelden andere regels indien deze door de consument thuis in de PMD-container wordt gedaan dan wanneer datzelfde flesje bij een bedrijf in de plastic afvalbak verdwijnt. Voor een optimale recycling zouden beide stromen, van consumenten en van bedrijven, juist wel bij elkaar komen en op een gelijke manier verwerkt worden. Hier moet dus verandering in komen.

MAAKINDUSTRIE De kunststofsector maakt onderdeel uit van de maakindustrie en is een belangrijke toeleverancier van kunststofonderdelen voor andere sectoren in de maakindustrie. De RTA Maakindustrie focust op bewustwording en activatie, circulair ontwerp en het ontwikkelen van nieuwe businessmodellen. Dit zijn factoren waar individuele maakbedrijven invloed op hebben. De RTA Kunststoffen focust (daarnaast) op het circulair maken van de kunststofketen (onder andere inzameling, recycling, ketensamenwerking, materiaaleigenschappen, vraaggestuurde standaarden). In Overijssel liggen er kansen voor cross-overs met onder andere de verpakkingsindustrie, de tapijtindustrie, de elektrotechnische industrie en maakbedrijven die toeleveren aan de auto-industrie. Een mooi voorbeeld is het nationale icoonproject Warmte As A Service (WAAS), waar Oost NL aan werkt. Het doel is verwarmingstoestellen circulair te maken, een onderdeel daarvan is beter hergebruik en recycling van het toegepaste kunststof in deze producten.

7.5 HUMAN CAPITAL De kennisbehoefte bij bedrijven in de kunststofketen zit op meerdere niveaus. Ten eerste ontberen de economische afdelingen van bedrijven de kennis van circulaire business­modellen. Die kennis is noodzakelijk om op een andere manier producten in de markt te zetten. Producten die vaker te gebruiken en te repareren zijn en waar toch geld mee kan worden verdiend. Binnen de productontwerpafdelingen van bedrijven is kennis nodig om producten circulair te ontwerpen, zodat ze langer mee gaan, beter te repareren zijn en minder schadelijk zijn voor het milieu. Bovenstaande kennis wordt overgedragen binnen de zogenaamde CIRCO Tracks. Het organiseren van deze workshops en het werven van deelnemende bedrijven daarvoor is daarom van groot belang. Daarnaast is het nodig dat bij productafdelingen kennis opgebouwd wordt die nodig is om met recyclaat te werken. Recyclaat stelt andere eisen aan de instellingen van machines. Dit vraagt trainen van de operators van dergelijke machines. Onderwijs- en kennisinstellingen kunnen daarbij ondersteunen. Tot slot speelt bewustwording over gedrag en kernwaarden bij consumenten en bedrijven een belangrijke rol. Dit begint al op de basisschool en het voortgezet onderwijs.

AGRO EN FOOD Agro en food is een omvangrijke sector in Overijssel en een belangrijker afnemer van kunststofproducten zoals: verpakkingen, kratten om producten mee te vervoeren en op te slaan, broeikassen, kweektunnels, reservoirs en irrigatie­ systemen, kweekpotten en netten om schaduw te creëren in de kassen of de effecten van hagel te verminderen. Daarnaast

57


DOORSNIJDENDE THEMA’S EN CROSS-OVERS RTA’S

kan de agro- en foodsector een rol spelen bij de productie van biomassa waarvan biobased kunststoffen gemaakt kunnen worden. Een mooi voorbeeld van een circulair product uit Overijssel is de Growcoon, een biologisch afbreekbare kluitpot en kweekpot voor de opkweek in de glastuinbouw. Er wordt door Oost NL, samen met Innofood en partijen in de kunststofketen, verkend of er potentie zit in een breed gedragen programma om het kunststof in de hele agro- en foodketen (van boer tot en met consument en vervolgens de afvalverwerking) circulair te maken.

BOUW EN INFRA De bouwsector in Europa gebruikt jaarlijks zo’n tien miljoen ton kunststoffen (20 procent van het totale Europese kunststoffenverbruik) en is daarmee de op een na grootste gebruiker van kunststof, na de verpakkingssector. Zo maken kunststof leidingen, met meer dan 50 procent van de jaarlijkse tonnage, het merendeel uit van alle nieuw aangelegde leidingen. En dit aandeel blijft groeien. Alhoewel kunststoffen niet altijd zichtbaar zijn in gebouwen, neemt het aantal gebruikstoepassingen toe. Denk hierbij aan isolatie, leidingen, raamkozijnen en interieurontwerp. Voorbeelden van in Overijssel ontwikkelde producten waarbij gerecyclede kunststoffen zijn toepast zijn de plastic road die in Zwolle en Giethoorn getest wordt, een damwand gemaakt van gerecyclede windmolenbladen die in Almere bij de Beatrixsluis getest wordt, composiet brugdekken, kunststof rioolbuizen en beschoeiingsplanken vervaardigd uit de PMD-mixstroom.

TEXTIEL Een groot deel van het textiel bevat kunststoffen. Naast kleding gaat het ook om producten als luiers, maandverband

Biologisch afbreekbare kluit- en kweekpot van Growcoon.

58


Artist impression van een ‘plastic road’, gemaakt van gerecyclede kunststoffen. In Zwolle is inmiddels een plastic road aangelegd.

en pleisters, maar ook geotextielen die gebruikt worden in combinatie met grond, in water- en wegenbouwkundige toe­passingen. Kleding en tapijt bevatten vaak (een hoog aandeel) polyesters en polyamides. Chemische recycling lijkt een interessante route om deze polymeren af te breken tot monomeren (bouwstenen) en vervolgens via polymeri­ satie weer tot kunststoffen op te bouwen. Ook kunnen gere­ cyclede textielvezels worden ingezet voor de productie van composieten.

59


60


K

8. EXPERIMENTEERAGENDA


EXPERIMENTEERAGENDA

In dit hoofdstuk worden de instrumenten, acties en projecten benoemd die bijdragen aan de kunststoftransitie in Overijssel. De experimenteeragenda geeft (een eerste) richting aan wat er in Overijssel de komende jaren kan worden opgepakt om deze transitie te realiseren.

euro om minimaal vijf ketenprojecten te ondersteunen. Bij het opstellen van de regeling wordt gebruik gemaakt van de opgebouwde kennis en ervaring uit de Kunststof Verpakkingsafval als Grondstof (KVG)-pilots van Rijkswaterstaat en het KIDV, waarin bedrijven met ketenpartijen inkoop- en innovatiepilots rondom het inzetten van kunststofrecyclaat hebben opgezet. Om in aanmerking te komen voor de ketenregeling moeten er minimaal drie partijen uit de keten zijn betrokken en moet het project gericht zijn op het toepassen van gerecycled of bio­ based kunststoffen en rubber. Het voornemen is om deze regeling in de periode 2020-2023 voort te zetten.

8.1 INSTRUMENTEN Er wordt een aantal samenhangende instrumenten ingezet om de transitie naar een circulaire kunststofketen in Overijssel te versnellen, zie onderstaand figuur 8 voor een overzicht. Deze instrumenten worden hieronder toegelicht.

SUBSIDIEREGELING KETENPROJECTEN

PROGRAMMA VRAAG GESTUURDE STANDAARDEN VOOR RECYCLAAT

Door samenwerking tussen verschillende partijen in de kunststof-waardeketen kan vraag en aanbod van gerecyclede of hernieuwbare kunststoffen bij elkaar worden gebracht. In oktober 2019 wil de provincie hiervoor een subsidieregeling lanceren. Hiervoor is een budget gereserveerd van 250.000

In 2018 is door branchevereniging NRK, Nedvang, PSP en WUR en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanuit de nationale transitietafel gestart met de ontwikkeling van een meerjarig programma vraaggestuurde standaarden voor recyclaat. Het programma loopt naar verwachting van

ONDERWIJS EN ONDERZOEK

WET- EN REGELGEVING

KUNSTSTOF RESTSTROMEN ALS GRONSTOF DI-PLAST

KETENPROJECTEN

FINANCIERING COÖRDINATIE EN MONITORING Figuur 8 Programma reststromen als grondstof.

62

2030

PLASTIC PACT

STANDAARDEN PROJECT

KUNSTSTOFFEN

CIRCO TRACKS


Workshop van CIRCO Tracks.

2018 tot en met 2023. Het doel is standaard ‘grades’ voor recyclaat te ontwikkelen die vergelijkbaar zijn met de huidige grades in virgin kunststoffen en aansluiten op de vraag vanuit de markt. Door standaardisatie van recyclaat grades wordt het toepassen van recyclaat in productontwikkeling vereenvoudigd. Daarnaast stimuleert het een constante kwaliteit van gerecycled kunststof en vergemakkelijkt het de vergelijking met virgin alternatieven, wat de concurrentiepositie van recyclaat bevordert.

claatproductie. Het leidt ertoe dat in een meer transparante markt precies dat recyclaat zal worden geproduceerd waar vraag naar is. In de periode 2020-2022 wordt vastgesteld welke zuiverheid van recyclaat nodig is. In de periode 2021-2023 staat het toepassen van de standaarden door marktpartijen centraal en worden deze standaarden internationaal opgeschaald (CEN/ISO). Deelnemende en opdrachtgevende partijen steken er geld en menskracht in. Op dit moment worden door de betrokken partners verschillende financieringsbronnen onderzocht, waaronder een Horizon 2020-aanvraag. Provincie Overijssel heeft in 2018 een bijdrage van 150.000 euro geleverd aan PSP voor het uitvoeren van een werkpakket in dit programma. Voor 2019 was maximaal 100.000 euro beschikbaar vanuit de provincie Overijssel.

In 2019 is geïnventariseerd wat de marktvraag naar recyclaat is en welke productspecificaties cruciaal zijn om aan de marktvraag te voldoen: welke bedrijven willen het toepassen, voor welke producten zal het worden gebruikt, om welke volumes gaat het en welke kunststoffen betreft het? Die informatie vormt de basis van de te ontwikkelen standaarden, die van invloed zijn op de keten van afvalverwerking tot recy-

63


EXPERIMENTEERAGENDA

CIRCO TRACKS

Overijssel en Gelderland. Di-Plast ontwikkelt en implementeert ICT-instrumenten die documentatie en kwaliteitsborging van gerecyclede materiaalstromen mogelijk maken. Informatie zoals samenstelling, kwaliteit en herkomst van het materiaal worden hierin opgeslagen. Dit biedt gebruikers nauwkeurige informatie over hun productie. Di-plast bevat vouchers om bedrijven te stimuleren ICT-tools in te zetten ten einde meer recyclaat te verwerken. In 2019 zijn pilot(bedrijven) gezocht en vanaf 2020 worden de vouchers onder de aandacht gebracht van de Overijsselse industrie.

Circulair productontwerp en circulaire businessmodellen zijn van groot belang om de transitie naar een circulaire kunststofketen vorm te geven. Met CIRCO Tracks maken bedrijven kennis met de mogelijkheden van circulair ondernemen en ontwerpen, verkennen kansen daarvan voor de eigen business en zetten concrete eerste stappen in de ontwikkeling van nieuwe producten, diensten en businessmodellen. Een CIRCO Track bestaat uit een workshopserie van drie dagen, verdeeld over twee maanden. Elke Track biedt plaats aan tien bedrijven. Er is veel ruimte voor interactie zodat bedrijven inzichten kunnen delen en zelfs samenwerkingen kunnen opzetten. CIRCO Tracks worden georganiseerd rondom een bepaald thema en in veel gevallen in ketenverband. In 2019 organiseerde Overijssel vanuit het Innovatieprogramma #in, in samenwerking met de regioloketten NovelT, Kennispoort en Clean Tech Regio Development tien CIRCO Tracks, waarvan vier rondom kunststoffen. Voor de organisatie van de vier kunststof Tracks in 2019 is 60.000 euro beschikbaar gesteld. Het voornemen is om ook in 2020 en 2021 CIRCO Tracks voor kunststofverwerkende bedrijven aan te bieden. Hiervoor wordt momenteel een Overijssels trainersnetwerk opgezet.

INKOOP EN LAUNCHING CUSTOMERSHIP De provincie Overijssel stelt jaarlijks een inkoopagenda op. Bij aanbestedingen zal proactief geverifieerd worden of het ge­ bruik van gerecyclede en biobased kunststoffen meegenomen kan worden. Dit kan ook met andere partijen die samen met de provincie Overijssel willen investeren in circulair inkopen. De provincie is daarnaast op zoek naar samenwerking met innovatieve bedrijven om gezamenlijk oplossingen te creëren voor maatschappelijke uitdagingen van de provincie. De provincie Overijssel treedt daarom vanuit het programma Launching Customer ook op als eerste klant. Binnen dit programma geeft de provincie met de Startup in Residence­ aanpak innovatieve ondernemers de kans concrete (circulaire) producten en diensten te ontwikkelen. Als de resultaten goed zijn, koopt de provincie de producten en diensten in om te gebruiken.

De CIRCO Tracks zullen bedrijven bij behoefte aan onder­ steuning in het vervolgtraject doorverwijzen naar de andere instrumenten, zoals de innovatievoucher, MIT-subsidie (Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren) en de subsidieregeling ketenprojecten.

DI-PLAST

CIRCULAIRE TOOLBOX EN FUTUREPROOF COMMUNITY

Di-plast is een Europese Interreg project met een omvang van circa vier miljoen euro dat in 2018 van start gegaan. Oost NL is vanuit Oost-Nederland initiatiefnemer en ontwikkelde dit project samen met PSP in opdracht van de provincies

Op www.circulairaandeslag.nl is een Circulaire Toolbox beschikbaar met ruim dertig succesvolle tools om onder­ nemers te ondersteunen verdere stappen te zetten. Startend

64


Productiefaciliteit voor het recyclen van kunststof, van QCP uit Geleen, dat samenwerkt met Overijsselse instellingen.

INNOVATIESUBSIDIES, LENINGEN EN RISICOKAPITAAL

vanuit het vraagstuk van de ondernemer, wordt de ondernemer uitgenodigd om aan de slag te gaan met een voor hem passende tool of expert. De opbouw van de tool volgt de fases van inspiratie en bewustwording, tot en met doen. Daarnaast kan de ondernemer een potentiescan maken van alle circulaire kansen en hiaten binnen het bedrijf. De landingsplek voor de Toolbox is gekoppeld aan het landelijk Futureproof Community platform, waar een specifieke pagina voor Overijssel is gecreëerd. Dit online platform biedt de gebruikers de mogelijkheid om uitdagingen te verbinden aan oplossingen, op zoek te gaan naar de juiste samenwerkingspartner, succesverhalen te delen en oplossingen te presenteren.

Vanuit de provincie Overijssel, het Rijk en Europa zijn verschillende subsidies beschikbaar voor haalbaarheidsstudies, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling, waaronder: ¢¢Innovatievouchers. ¢¢Mkb Innovatie Topsectoren (MIT). ¢¢SIA-RAAK. ¢¢Demonstratie Energie-Innovatie (DEI). ¢¢Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling - OP Oost. ¢¢Interreg (grensoverschrijdend).

65


EXPERIMENTEERAGENDA

De beschikbare subsidies variëren van 7.500 tot vijf miljoen euro per project. Ieder regeling kent specifieke voorwaarden. Daarnaast zijn er voor (innovatieve) bedrijven leningen en risicokapitaal (participatie) beschikbaar vanuit verschillende fondsen, waaronder het Innovatiefonds Overijssel dat door Oost NL wordt beheerd.

aan het behalen van de doelstellingen van de RTA. De projecten trachten knelpunten weg te nemen die een circulaire kunststofketen in de weg staan en kunnen als voorbeeld dienen voor nieuwe initiatieven in de regio. In deze paragraaf worden deze projecten kort benoemd. De lijst met projecten wordt niet gezien als compleet, maar als resultaat van een eerste inventarisatie. In de verdere uitvoering van de RTA kunnen andere projecten en initiatieven eveneens aanspraak doen op ondersteuning. De projecten zijn op basis van de thema’s uit hoofdstuk 6 onderverdeeld. Met de loketten en Oost NL zal worden bekeken op welke wijze de projecten ondersteund kunnen worden. Naast verschillende subsidieregelingen, zoals de voucherregeling, de MIT-regeling en de verschillende regelingen vanuit het EFRO- en Interreg-programma, is er voor 2019 vanuit de provincie, naast de CIRCO Tracks, 750.000 euro beschikbaar om projecten te ondersteunen. Daarnaast zijn er ook vanuit het Rijk en Europa middelen beschikbaar.

8.2 ACTIES In hoofdstuk 6 zijn de volgende acties benoemd die in 2019 en 2020 worden opgepakt: ¢¢Uitvoering van een nulmeting (door middel van enquêtering) van de kunststoffenstromen in Overijssel. ¢¢In samenwerking met de afvalverwerkers en gemeenten onderzoeken of aanvullende bewustwordingsacties nodig zijn om gescheiden inzameling van kunststof te stimuleren en vervuiling van de kunststoffenstroom te beperken. ¢¢In samenwerking met gemeenten, afvalinzamelaars en andere partijen in de kunststofketen onderzoeken hoe de inzameling en verwerking van de PMD-afvalstroom verder kan worden gestroomlijnd tussen de verschillende gemeenten. ¢¢Met marktpartijen de mogelijkheden van chemische recycling in Overijssel verkennen. ¢¢Met de onderwijsinstellingen verkennen hoe ontwerp voor recycling en ontwerpen met gerecycled materiaal geïntegreerd kan worden in het onderwijsprogramma.

KUNSTSTOFINZAMELING 1. Inzameling (en toepassing) harde kunststoffen in Overijssel - PSP, ROVA, gemeente Zwolle, Natuur- en Milieu Overijssel Pilot in Dieze Oost voor de inzameling van harde kunststoffen aan huis bij consumenten en deze in nieuwe producten lokaal inzetten in de wijk.

8.3 PROJECTEN

MECHANISCHE RECYCLING EN TOEPASSING RECYCLAAT

Gedurende de ontwikkeling van deze RTA zijn het bedrijfsleven, onderzoekinstellingen en maatschappelijke organisaties actief betrokken. Door organisatie van een stakeholderbijeenkomst en diverse uitvragen en gesprekken zijn er verschillende projecten aangedragen die potentie hebben een bijdrage te leveren

2. DKR350 als kernmateriaal in energie-absorberende ligger van composiet voor infra-toepassingen Hogeschool Windesheim, afvalverwerker, infra-bouwer, infra-beheerder Ontwikkeling van een ligger bestaande uit hergebruikt

66


EXPERIMENTEERAGENDA

CHEMISCHE RECYCLING

themorhardende composietdelen in combinatie met een kern van moeilijk sorteerbare kunststoffen.

10. Chemische recycling van polystyreen - PSP, Upp! Solvolyse van piepschuim (polystyreen/EPS).

3. Spuitgieten voor de circulaire economie - PBS Machinery, GreenPac iLab Ontwikkelen van compacte en modulaire spuitgietmachines voor het verwerken van gerecyclede kunststof.

BIOBASED EN BIODEGRADABLE KUNSTSTOFFEN 11. Haalbaarheidsstudie koffiekunststof - OV-Designs, GreenPac iLab Ontwikkeling van biobased (en bio-afbreekbaar) kunststof op basis van koffiedik.

4. Toepassen van PCW in producten - RPP, Gemeente Dalfsen, Ekon B.V. Inzetten van PE uit regionale bronnen voor de productie van bijvoorbeeld ventilatiekanalen.

12. Verkenning drop-in biobased polymeren in agri-sector - PSP, Maan en kunststofverwerkers Onderzoek toepassing drop-in biobased en het bijbehorend proces op hun geschiktheid.

5. Het traceren van recyclaat rPET - EMM International, Van de Brink, Partners2Pack, Sell Het traceren van een recyclaat rPET voor het thermofoamen van verfmengbekers en bijbehorende dekseltjes.

RUBBER

6. Case Circulair Polymer Valley - PSP, Upp!, Prezero, ROVA, kunststofverwerkers en recyclers Opzetten van een fabriek voor de verwerking van laagwaardig kunststofafval.

13. Devulkanisatie van rubber - Universiteit Twente, Apollo Vredestein Verbeteren van bandenrecycling door separaat devulkaniseren van bandenonderdelen.

7. Upcycling van vermengde en vervuilde plastics met glasvezels - TPAC en projectpartners Ontwikkelen van processen om Thermoplastische composieten te maken van afvalplastics.

14. Pyrolyse van rubber - Universiteit Twente, Pyromatic Optimaliseren van het pyrolyseproces en toepassingsstudies voor de resulterende producten.

8. Matrasrecycling - TPAC en projectpartners Industrialisatie van PU-foam verwerkingsprocessen.

COMPOSIET

9. Recycling van PET textiel - TPAP en projectpartners Industrialisatie van PET textiel verwerkingsprocessen.

15. Composieten uit biobased en/ of hernieuwbare grondstoffen - PSP, Alliancys, Wydo BV. Gebruik van natuurlijke vezels in composiettoepassingen en evaluatie van milieu-impact.

67


EXPERIMENTEERAGENDA

16. Biobased thermoplastische composieten - TPAC, Stenden en projectpartners Onderzoek naar geautomatiseerde seriematige verwerking van biobased thermoplastische composieten.

22. Recyclebare/herbruikbare kunststofgrasvelden Ten Cate Haalbaarheidsonderzoek en ontwikkeling van een prototype van een recyclebaar kunststofgrasveld met een lage milieu­ impact.

17. Recycling van thermoplastische composieten Universiteit Twente, TPC NL (TPAC en TPRC) Ontwikkeling van kwalitatieve en economisch aantrekkelijke materialen en processen voor de recycling van thermo­ plastische composieten.

23. Onderwijsmodule ‘Ontwerpen met gerecyclede materialen’ - Hogeschool Windesheim Integratie van werken met gerecycled kunststof in de huidige leerlijn van de opleiding Industrieel Productontwerp.

18. Recycling van thermohardende composieten Univeristeit Twente, TPC NL (TPAC en TPRC) Pyrolyse van thermohardende composieten voor het terugwinnen van koolstofvezels.

24. Onderwijsmodule ‘Circulaire kunststoffen’ - Deltion College Ontwikkelen van kennis rondom circulaire kunststoffen en opname hiervan in het lesprogramma.

ONTWERPEN VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE 19. Slim en duurzaam grasveld - PSP, sportbonden, kunstgrasproducenten, Wavin, recyclers Ontwikkeling van een kunststofgrasveld voor multifunctioneel gebruik en klimaatadaptatie, wat hoogwaardig recyclebaar is bij end of life. 20. Refurbishen van installatiekasten - ABB, installateurs, autoriteiten Hergebruik van oude installatiekasten door middel van refurbishen. 21. Verpakkingsloos leveren van installatiekasten - ABB, KIDV, transporteurs, grossier, installateurs Ontwikkeling van een herbruikbare verpakking en het opzetten van een roulatiesysteem.

68


69


70


K

9. BEGROTING EN UITVOERING


BEGROTING EN UITVOERING

De begroting van de genoemde acties is weergegeven in onderstaande tabel. Activiteit

provincie

bedrijven

CIRCO Tracks

60.000

20.000

Ketenprojecten

250.000

250.000

Programma vraag gestuurde standaarden recyclaat

100.000

Innovatievouchers

50.000

Onderzoek- en ontwikkelingsprojecten

300.000

Verbeteren inzameling en recycle methoden

-

Opnemen circulaire kunststoffen in curriculum

50.000

Totaal

810.000

onderwijs

gemeenten

Rijk

80.000 17

500.000

100.000

200.000

50.000 18

300.000

100.000 600.000

19

50.000

620.000

Tabel 3 Begroting 2019.

Toelichting: de provinciale bijdrage voor 2019 wordt gedekt vanuit het programma #in. De provinciale bijdrage voor 20202023 is onderdeel van het coalitieakkoord ‘Samen bouwen aan Overijssel’. Het programma Circulaire Economie, inclusief de begroting voor 2020-2023, zal naar verwachting in maart 2020 ter besluitvorming aan college van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten worden voorgelegd.

17. Mogelijk dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ook wil bijdragen, zodat er meer ketenprojecten ondersteund kunnen worden. 18. Dit betreft vrije provinciale middelen. Daarnaast zijn middelen beschikbaar uit andere subsidieregelingen, zoals EFRO of de DEI regeling van het Rijk. 19. Al dan niet in combinatie met een bijdrage van onderwijs- en kennisinstellingen.

72

Totaal

50.000

150.000

100.000

1.580.000


C

BIJLAGEN


BIJLAGEN

BIJLAGE 1 - KUNSTSTOFFENSTROOM NEDERLAND 1.1 NATIONALE DOELSTELLINGEN Doelen en parameters 2017 (%)

2030 (%)

Onderbouwing van de verandering

Jaarlijkse groei plastic consumptie

--

1,5

Jaarlijks afnemende groei kunststof

Jaarlijkse groei afgedankte plastics

--

1,0

Minder afdanking door groei producten met een langere levensduur

Afgedankte plastics via route zonder sortering

48,5

10

Ongesorteerde afvalstromen zullen significant worden teruggedrongen

Afgedankte plastics via route zonder sortering die verbrand worden (%)

80

80

Geen verandering in %

Afgedankte plastics via route zonder sortering die geĂŤxporteerd worden

9

2

Dankzij hoge gebruikswaarde, effectieve retoursystemen, zwerfvuilbestrijding, handhaving

Gesorteerde plastics als input voor mechanische recycling

32%

50%

Toegenomen kwaliteit gesorteerde plastics leidt tot meer recycling en minder verbranding

Rendement mechanische recycling

75%

85%

Toegenomen kwaliteit van gesorteerde plastics

Chemisch gerecyclede plastics

0

10

Groei in chemische recycling

Rendement chemische recycling

0

60

Expert inschatting van rendement van chemische recycling

Geproduceerde bioplastics

1,5

15

Groei in (duurzaam) geproduceerde bioplastics

74


BIJLAGEN

1.2 KUNSTSTOFSTROMEN IN NEDERLAND 2015/2016 PLASTICS FAMILIE

BIOBASED

VIRGING (FOSSIELE BRANDSTOFFEN)

20

MECHANISCH GERECYCLED

CHEMISCH GERECYCLED

250-300

---

1700

CHEMISCHE RECYCLING

AFVAL­ IMPORT

30-80 MECHANISCHE RECYCLING

284 2000 (jaarlijks gebruik consumenten)

1700 OPSLAG EN GEBRUIK DOOR CONSUMENTEN

70 (25%)

583 874

AFDANKING

INZAMELING VIA MEEST GEËIGENDE ROUTING, EVT. SORTERING

ENERGIE­ TERUGWINNING

660

?

7

LEKKAGE

INZAMELING VIA MEEST GEËIGENDE ROUTING, EVT. SORTERING

825

STORTEN

155 DIVERS (O.A. EXPORT)

Cijfers afgeleid van: - Zwart: div. literatuur of afgeleid - Groen: PlasticsEurope - Blauw: Rijkswaterstaat - Rood: Aanname - Paars: NRK

75

250-300


BIJLAGEN

1.3 KUNSTSTOFSTROMEN IN NEDERLAND IN 2030 (IN KTON, VEREENVOUDIGD SCHEMA). PLASTICS FAMILIE 250 BIOBASED

VIRGING (FOSSIELE BRANDSTOFFEN)

370

MECHANISCH GERECYCLED

CHEMISCH GERECYCLED

750

250

1090

CHEMISCHE RECYCLING

420 AFVAL­ IMPORT

30-80 MECHANISCHE RECYCLING

880

130

2460 (jaarlijks gebruik consumenten)

1950 OPSLAG EN GEBRUIK DOOR CONSUMENTEN

460 1760

AFDANKING

INZAMELING VIA MEEST GEËIGENDE ROUTING, EVT. SORTERING

ENERGIE­ TERUGWINNING

150

0

0

LEKKAGE

INZAMELING VIA MEEST GEËIGENDE ROUTING, EVT. SORTERING

190

STORTEN

40 DIVERS (O.A. EXPORT)

Cijfers afgeleid van: - Zwart: div. literatuur of afgeleid - Groen: PlasticsEurope - Blauw: Rijkswaterstaat - Rood: Aanname - Paars: NRK

76

750


BIJLAGEN

BIJLAGE 2 - CO2-BESPARING DOOR DOELSTELLINGEN

kunststoffen te reduceren tussen de 0,2 Mton CO2-eq. per jaar (conservatief scenario) en 1,6 Mton CO2-eq per jaar (optimistisch scenario). In Overijssel wordt ongeveer 13 procent van de Nederlandse kunststoffen toegepast. 23 Wanneer ervan uit wordt gegaan dat de opbrengst van chemische recycling in Overijssel naar verhouding is, zal chemische recycling in Overijssel in 2030 naar schatting een besparing van 27 tot 210 kton CO2-eq per jaar opleveren.

Hieronder zal een grove inschatting worden gedaan van de potentiële CO2-besparing door mechanische recycling, chemische recycling, biobased kunststoffen en levensduurverlening.

CO2- BESPARING DOOR MECHANISCHE RECYCLING

CO2-BESPARING BIOBASED KUNSTSTOFFEN

In het peiljaar 2016 werd 35 kton kunststof recyclaat toegepast. In 2030 zal 30 procent van de kunststoffen gemaakt worden van recyclaat, een geschatte 98 kton. Dit betekent dat er 63 kton méér kunststof recyclaat wordt ingezet dan in 2016. Naar schatting bespaart elke kilo toegepast recyclaat ongeveer 2 kilo CO2, 20 in vergelijking tot het scenario waarin het kunststof wordt verbrand. 21 Door het gebruik van kunststof recyclaat in Overijssel wordt in 2030 naar schatting 126 kton CO2 per jaar bespaard.

De meeste biobased kunststoffen bieden een CO2-reductie in vergelijking tot op fossiel gebaseerde kunststoffen. 24 De CO2-uitstoot is met name afhankelijk van het type grondstof en het type elektriciteit gebruikt in de productie. Gebruik van suikergewassen levert bijvoorbeeld meer voordeel op dan het gebruik van graangewassen. Gebruik van bio-PE levert bijvoorbeeld een milieuwinst van meer dan 100 procent ten opzichte van fossiel-PE, door opname van CO2 in de biomassa en efficiëntere productie. 25 Op basis van de beschikbare informatie is het niet mogelijk om een concrete uitspraak te

CO2- BESPARING DOOR CHEMISCHE RECYCLING Chemische recycling zal naar verwachting voornamelijk worden ingezet voor de recyclinguitval bij mechanische recycling of de DKR-350 stroom. Met chemische recycling van deze stromen wordt een klimaatimpact tussen 0 en -0,5 ton CO2-eq per ton input geschat (pyrolyse, lagetemperatuursvergassing en geïntegreerde hydropyrolyse) ten opzichte van verbranding. 22 Momenteel is het niet bekend hoe groot de recyclinguitval en de DKR-350 stroom in Nederland zijn, waardoor het niet mogelijk is te berekenen wat de CO2-besparing in Overijssel zal zijn.

20. According to estimates, recycling one ton of plastic saves around 2 tCO2 (see http://presse.ademe.fr/wp-content/uploads/2017/05/FEDEREC_ACVdu-Recyclage-en-France-VF.pdf). Recycling 15 million tons of plastics per year by 2030 (equivalent to about half of the projected plastic waste generation) would save CO2 emissions equivalent to taking 15 million cars off the road. 21. Deze besparing komt doordat de productie van gerecyclede kunststoffen minder CO2 uitstoot dan de productie van virgin, en doordat verbranding van kunststof wordt vermeden. Hoeveel CO2 er wordt bespaard is afhankelijk van de inzameling, en van het type kunststof; de ene kunststof heeft een efficiënter productieproces dan de andere. Ten opzichte van verbranding bespaart de inzet van rPET het meeste CO2, daarna rPE en rPP, en uiteindelijk de mixed kunststoffen (Bergsma, Geert et al. LCA: recycling van kunststofverpakkingsafval uit huishoudens en CE Delft, 2011). 22. Verkenning chemische recycling, CE Delft, 2018. 23. Op basis van de grondstoffenstromen. 24. Biobased Plastics in a Circular Economy, CE Delft, 2017. 25. Biobased Plastics in a Circular Economy, CE Delft, 2017.

Volgens een onderzoek van CE Delft biedt chemische recycling in Nederland de potentie om in 2030 de klimaatimpact van

77


doen over de milieuwinst door het inzetten van meer biobased kunststoffen. Om een dergelijke berekening te kunnen maken is informatie nodig over de type biobased plastics en het gebruik.

CO2-BESPARING DOOR LEVENSDUURVERLENGING Door producten langer te gebruiken wordt de productie van nieuwe onderdelen vermeden en hoeven er minder recyclingprocessen worden uitgevoerd, daardoor kan veel CO2 worden bespaard. Het is moeilijk te zeggen hoeveel dit precies is, omdat er veel variabelen 26 (het aandeel van kunststoffen hierin is kleiner) zijn. Ter illustratie: er kan 19 procent CO2 worden bespaard door een laptop een jaar langer te gebruiken.

26. Circulaire Economie: een belangrijk instrument voor CO2 reductie, CE Delft, 2016.

78





K


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.