Hoe toon ik je mijn werk zonder dat je je er vervreemd door voelt? Hoe leg ik je uit wat ik bedoel zonder dat er iets verloren gaat? Moet kunst überhaupt uitgelegd worden of mag het er gewoon zijn en vragen oproepen?
Hoe zien zij de link tussen het intersectioneel feminisme en hun onderwerp? Welk gevoel hopen zij achter te laten bij de ontvanger? Willen ze graag duidelijkheid scheppen of houden ze hun werk liever open voor interpretatie?
Een rode draad verbindt de thema’s van het eerste zine van Pardon!: het intersectioneel feminisme. De werken spreken luid, maar niet voor zich. Hoewel kunst voor de kunstenaar zelf altijd duidelijk is, kan de ontvanger soms met vragen blijven zitten. In dit artikel ondernam het team van Pardon! een poging om de werken dichter bij de lezers te brengen. Dat uitte zich in een reeks interviews met de kunstenaars.
Bij deze bedanken we iedereen die aan de eerste zine heeft meegewerkt. We zijn ongelofelijk trots op de prestaties die we samen verricht hebben!
Veel leesplezier!
Woordenlijst
*Gatekeeping: de mening van een ander niet accepteren omdat je vindt dat die niet de juiste kwalificaties heeft om die mening te hebben, of niet tot de juiste groep behoort daarvoor.
**Tone policing: (in een discussie) meer ingaan op de manier waarop de ander hun argumenten overbrengt, in plaats van op de argumenten zelf, en dus de andere persoon bekritiseren omdat die emoties uitdrukt.
***Mansplaining: als man iets uitleggen op een neerbuigende manier, vaak ongevraagd of zonder achtergrondkennis.
SAM LUIZA INE ERINN FINN SILKE
4-5
6-7
8-9 10-11 12-13 14-15
INHOUDSTAFEL
Het werk dat ik gemaakt heb voor de eerste zine van Pardon! is een verzameling van dagboekfragmenten die over liefde, relaties en intimiteit gaan. Ik startte door belangrijke passages te digitaliseren uit mijn dagboeken van toen ik tussen 12 en 22 jaar oud was.
Een rode draad kwam tevoorschijn: ik schreef continu over wie ik was in verhouding tot mijn liefdes. Naar mijn gevoel staat die fascinatie voor verhoudingen, voornamelijk liefdesverhoudingen, niet los van mijn identiteit als vrouw. Daarmee wil ik zeggen dat je als jonge vrouw vaak pas bestaat in relatie tot andere mensen. Er is een
druk voor jonge mensen in het algemeen om een partner te vinden.
Zodra je van ‘t straat bent, begint het leven écht. Of dat nu iets is waar je mee akkoord moet gaan, laat ik in het midden.
Met de tekst die ik schreef, wou ik benadrukken hoe een vrouw gezien wordt door haar omgeving.
Ze is steeds een potentiële parner en als dat wegvalt, heeft zij nog weinig aanzien.
4
Ze is steeds een dochter of moeder, zij zal verzorgen of verzorgd worden en als dat wegvalt, verliest zij haar waarde. Ik ben me er wel van bewust dat dit ongenuanceerde uitspraken zijn die maar één laag van de sociale rol van de vrouw bespreken, als er al zoiets bestaat als ‘de vrouw’.
Ik hoop dat mijn werk duidelijk genoeg is zonder dat het zijn mysterie verliest. Als je iets in je dagboek schrijft, hoef je aan jezelf niet uit te leggen wie iemand is, wanneer iets begint en wat het betekent. Dat maakt het uitdagend om een dagboek om te zetten naar een uitgegeven tekst. Als de ontvanger het gevoel zou hebben niet echt mee te zijn met de tijdlijn of de personages, zou dat mij zeker niet verrassen. Integendeel, dat is ongeveer wat ik hoop.
De mensen van Pardon! hebben mij het voorbije jaar ongelofelijk veel bijgeleerd. Ik heb leren samenwerken met een grote groep mensen en leren luisteren naar veel verschillende stemmen. Mijn definitie van zowel kunst als het feminisme is verbreed dankzij de leden van Pardon!.
5
SAM VERHÉ
Ik schreef mijn werk uit een bepaalde frustratie tegenover stereotypen. Momenteel studeer ik animatiefilm en aangezien er van ons verwacht wordt dat we veel films kennen, is dat ook het domein waar ik die stereotypen vaak zie terugkomen.
quick fix, een plakker met ‘je moet het in de tijdgeest zien’ , terwijl dat bijna onmogelijk is. Een persoonlijk deel van jou wordt immers herhaaldelijk in het belachelijke getrokken. In mijn tekst spreek ik uit mijn eigen ervaring als cis hetero vrouw, maar ik denk dat je ‘de blok’ waar ik in mijn tekst naar verwijs, wel kan doortrekken naar iedereen die gemarginaliseerd wordt en te maken krijgt met foute representatie in films.
Je wordt namelijk vaak geconfronteerd met een personage dat je ten eerste beu gezien bent en waar je ten tweede volledig niet achterstaat. Het is dus on-
Ik denk dat mijn werk een gevoel van herkenning opwekt. Als ik mijn frustratie uit tegenover mijn vrienden, krijg ik vaak te horen dat ik die niet alleen ervaar, dat ze het soms ook beu zijn en zelfs vermoeiend vinden om blootgesteld te worden aan stereotypes. Ik
“ Soms beletten ze me van een film te kunnen genieten.
”
LUIZA DE CONINCK
niet enkel over films maar ook over boeken, kunst, muziek en gewoonweg ons dagelijks leven. Hoewel mijn tekst geen oplossing biedt, enkel een persoonlijke ervaring, hoop ik toch dat de lezer zich minder eenzaam en ook ergens begrepen voelt. Verder probeer ik met mijn ‘to-Watch-list’ mensen aan te moedigen om ook films te bekijken van vrouwelijke regisseurs.
“
Mannen beheersen een groot deel van de filmwereld en met mijn lijst wil ik de spotlight richten op vrouwelijke regisseurs die evenveel erkenning verdienen.
Ik denk dat mijn tekst duidelijk is voor wie zich hierin kan herkennen. Als je nooit echt geconfronteerd bent geweest met een stereotype, of als het niet echt iets is waar je je mee bezighoudt, zie ik wel in dat het misschien wat moeilijker zou zijn om de tekst te verstaan. Ik probeer ruimte te laten voor open voor aanvulling en eigen interpretatie.
Voor Pardon! was mijn beeld van het feminisme beperkt. Nu, door samen te werken en te leren van iedereen die meewerkt aan Pardon!, besef ik dat het feminisme veelzijdiger is, dat er ruimte is voor dialoog en dat je je eigen betekenis en pad in het feminisme kunt vinden. We gaan niet altijd akkoord met elkaar, maar er is heel veel respect en begrip.
Bij Pardon! heb ik een safe space gevonden waar al mijn
onzekerheden en gedachten veilig zijn, waar ik kan groeien zonder bang te zijn over mijn
manier van denken.
7
”
INE GELDEMANS
Intersectioneel feminisme is voor mij een vorm van feminisme die zich bewust is van de verschillende identiteiten, ‘petjes’, die ieder van ons draagt. Intersectioneel feminisme probeert te onderzoeken hoe verschillende vormen van ongelijkheid op basis van afkomst, gender, klasse,… kunnen samenwerken en/of elkaar versterken.
“
”
De riot grrl-beweging speelt daar voor mij een grote rol in, voornamelijk dankzij haar zines.
Ze begon als een erg inclusieve beweging die op alle groepen in de samenleving trachtte in te spelen.
Dat er steeds bewegingen zijn met verfrissende ideeën. Dat we vooral echt ie-der-een moeten meekrijgen. Ik hoop zeker dat er vragen komen nadat mensen mijn tekst lezen, want er zijn nooit genoeg vragen! Ze mogen stuk voor stuk gestuurd worden naar mijn pardon.zine@gmail. com.
Ik heb ontzettend veel bijgeleerd dankzij Pardon!. Buiten het hele organisatieproces van een zine en een in het water gevallen zinelaunch, leerde ik ongelofelijk boeiende mensen met interessante meningen en ervaringen kennen. Bovendien kunnen ze die dan ook nog eens op welke manier dan ook vertolken: kunstwerken, teksten, poëzie … Zoals hierboven aangegeven, zijn er volgens mij nooit genoeg vragen. Ik heb dan ook gigantisch veel meer vragen sinds het begin van het hele proces. Zalig. Merci Pardon!
In plaats van een informatieve tekst te schrijven, focuste ik op mijn eigen belevenis in de stad en hoe ik me als persoon voel in de publieke ruimte. Ik ervaar vaak veel angst als ik in een stad rondloop, zeker ’s nachts, en wou daar iets mee doen. Ik vroeg me af waar die angst vandaan kwam en of het iets met architectuur te maken had. Intersectionaliteit speelt een belangrijke rol in hoe je je voelt in de stad, omdat de ervaring van een persoon in een stad heel persoonlijk is. Je ervaringen worden namelijk bepaald door je identiteiten en zijn anders als je tot een of meerdere minderheidsgroepen behoort. Hoewel ik zelf vaak bang ben, weet ik dat ik als witte persoon uit de middenklasse nog steeds heel geprivi-
legieerd ben en dat mijn gevoelens in de stad allesbehalve universeel zijn. Ten slotte spreek ik ook over de ontwerpers van steden en het gebrek aan intersectionaliteit en diversiteit in de ontwerpteams, wat voor mij een reden kan zijn voor minder toegankelijke, angstaanjagende plekken in de stad voor minderheden en vrouwen.
De tekst bij mijn werk is een verzameling van indrukken, ideeën en eigen ervaringen. Ik hoop dat sommige mensen zich erin herkennen, maar ik hoop ook dat mijn tekst een tegenreactie kan uitlokken. Ik denk dat sommige mensen wel een bepaalde woede of frustratie voelen als ze dat gevoel van angst herkennen. De tekeningen dienen als aanvulling en verbeelden mijn eigen beleving, maar bleven hopelijk voor eigen interpretatie vatbaar.
Verder wil ik dat mijn
tekst de lezer aanzet tot nadenken over waarom veel mensen met angst en onveiligheid moeten
kampen in de publieke
ruimte en over hoe dat vaak als ‘normaal’ wordt gezien.
10
“
”
Ik heb me altijd beziggehouden met het aandeel van feminisme en gelijkheid binnen de architectuur en stedenbouw..
DE WAELE
Ik denk ook dat ik de angst een plaats heb kunnen geven door erover te schrijven en te tekenen.
“
Ik leerde vooral dat ik moet loslaten wat ik schrijf en dat niet alles wat ik schrijf
Voor mijn volgende werk wil ik me meer focussen op wat ik zelf belangrijk vind en het nog persoonlijker maken, want dat blijft een moeilijkheid voor mij. Ik vind het lastig om over mezelf te schrijven, maar door werk van anderen in Pardon! te lezen, merkte ik
hoe waardevol persoonlijke verhalen zijn. Ik ben zelf benieuwd om uit te zoeken hoe ik persoonlijke verhalen kan omzetten in een tekst of beeld waardoor ik me niet te blootgesteld voel, maar waarmee ik wel mijn gevoelens en ideeën kan uiten en delen.
”
‘belangrijk’ moet zijn of een ‘nuttig’ doel moet hebben.
FINN GOETHALS
In het schriftelijke deel van mijn bijdrage aan het zine heb ik het over TERFs. De term intersectioneel feminisme houdt op zichzelf al veel in, maar de realistische problematieken die zich in sommige andere stromingen van het feminisme bevinden, zijn niet voor iedereen even duidelijk aanwezig. “
gemeenschap belangrijk om het confronterende probleem van trans-exclusieve feministen aan te halen.
Na enkele gesprekken met cisgender medewerkers van het zine, bleek dat TERFs enkel mensen zoals mij veel weerstand bieden telkens als we iets zeggen of doen. En als we dan oprecht met dit zine een inclusieve vorm van het feminisme willen promoten, leek het mij nodig om de TERF-gedachtegang actief te bespreken, te bekritiseren en af te keuren.
Ik heb wel het gevoel dat ik mijn werk zowel informatief als uitdagend heb laten overkomen. Ik denk niet dat
Als trans persoon vond ik het voor mezelf en mijn
”
12
ik dat op een andere manier had gekund. Persoonlijk wil ik het liefst van al niets te maken hebben met
Toen ik actief ging zoeken
naar informatie en rechtstreeks geconfronteerd moest worden met wat die mensen denken en doen, werd het dus snel enorm frustrerend om daar creatief mee aan de slag te gaan.
Woede en spot zijn dus hier en daar ook te vinden in mijn tekst.
Mijn visuele werk is geïnspireerd door een video die ik herontdekte tijdens de research voor mijn tekst. Het is een fragment uit een Amerikaanse realitytelevisieserie “Cops”, waar Stephanie Yellowhair, een transgender Navajovrouw, geïntimideerd wordt door de politie. Ze verwijzen naar haar als mannelijk, gebruiken een foute naam en beschrijven haar als “cross dresser”. Ondanks alles reageert Stephanie met “Excuse my beauty”, een uitspraak gegrond in puur zelfrespect. De intersecties in Stephanie's identiteit tonen opnieuw aan dat in-
tersectionaliteit gewoonweg een noodzaak is als we oprecht willen spreken over discriminatie. Ik wou dat dus absoluut verwerken in mijn bijdrage, als reminder aan hoe sterk en waardevol trans personen zijn in de strijd tegen geweld en discriminatie. Zowel de quote als de tekening zijn naar mijn gevoel overladen met een dubbelzinnige reactie op anti-trans gedrag: een van frustratie en agressie, maar ook een van uitzonderlijke schoonheid en zelfwaardering.
Mijn tekst gaat over de rol van (cis) mannen in het feminisme. In het begin was mijn insteek vooral dat zij niks te zoeken hadden aan de frontlinie van de strijd voor gendergelijkheid omdat het net zij zijn die zich schuldig maken aan seksisme.
tratie die ik voelde overbrengen naar de lezers van Pardon!, daarom verschoof ik de focus van mijn tekst naar de gevoelens die gepaard gingen met onze gesprekken.
Ik hoop vooral dat ik een paar situaties geschetst heb die de lezer bekend voorkomen:
Ik vroeg hen naar hun mening over het feminisme en ook naar welke rol zij erin dachten te spelen. Hoewel ik ook bijleerde over hoe het patri archaat zelfs hen niet altijd gunstig is, bleef vooral de toon van de con versaties me bij. Het voelde alsof ze kwaad op me waren en in de eerste plaats wilden duidelijk maken dat ze géén seksisten zijn. Misschien interpreteerden zij mijn gedrag als gatekeeping*, maar ik vond dan dat zij aan tone policing** en mansplain ing*** deden, en ik werd al eens on derbroken. Ik wilde vooral de frus
waarin de mensen die je het liefst hebt en waarvan je weet dat ze hun best doen, toch iets doen of
“ situaties
“
Toen bleek dat niet iedereen rondom mij het daarmee eens was, ging ik het gesprek aan met een paar mannen. ”
Omdat ik ervoor gekozen heb om alle nuance en veel van de context achterwege te laten, schept mijn tekst misschien niet veel duidelijkheid over mijn mening over mannen en feminisme na de gesprekken. Ik heb me namelijk bedacht dat het antwoord er niet toe doet als je de vraag verkeerd geformuleerd hebt, en dat de vraag niet is óf de man een rol heeft in het feminisme, maar wel hóé hij die vervult.
Hoe je het nu draait of keert, de feministische man is er al en we zouden niet mogen verwachten dat hij perfect is. Wat we wel mogen hopen, is dat hij zich bewust blijft van zijn dominante positie in de maatschappij, en dat hij diezelfde dominante positie dus niet probeert in te nemen binnen het feminisme.
De beelden bij de tekst zijn van Sam Verhé, en Saska Pallayova heeft de vormgeving voor haar rekening genomen.
15