Practicum
Staalwol
Charina Snoek Pascal Gunsch 8 maart 2013 Scheikunde
― Inhoud
INHOUD Inhoud ........................................................................................................................................................................ 1 Doel ............................................................................................................................................................................. 2 Inleiding ..................................................................................................................................................................... 3 Werkwijze .................................................................................................................................................................. 4 Waarnemingen ....................................................................................................................................................... 5 Meetresultaten ....................................................................................................................................................... 6 Berekeningen .......................................................................................................................................................... 7 Conclusie ................................................................................................................................................................... 8 Nawoord/Discussie ...............................................................................................................................................
3 4 4 4 5 5 5 6 6
Practicum Staalwol ―
Hoofdstuk 1
DOEL Als je staalwol verbrandt, wordt het zwaarder! Dit onderzoek moet het verschil in massa voor en na de verbranding aantonen, waarmee de hoeveelheid zuurstof waarmee het gereageerd heeft berekend kan worden. Later wordt met deze gegevens het rendement berekend, dat dan vergeleken wordt met de theoretische waarde.
Hoofdstuk 2
INLEIDING Staalwol is een bosje zeer fijn ijzerdraad. Bij het verbranden van staalwol wordt ijzer omgezet in ijzer(II)oxide, volgens de volgende vergelijking: 2 Fe O2 2 FeO
(1)
Als je de massa van de staalwol hebt bepaald, kun je de theoretische waarde voor de massa van de ijzer(II)oxide met behulp van de mol bepalen. Aangezien de verhouding ijzer op ijzer(II)oxide 1:1 is, is het aantal mol, te bepalen met de volgende formule, ook gelijk: n
m M
(2)
Hieruit volgt de formule waarmee het aantal gram gevormde ijzer(II)oxide te berekenen is: (3)
m n M
Hiermee is de massa zuurstof waarmee gereageerd is te berekenen, en daarna het volume: V
mijzer(II)oxide mstaalwol
(4)
Door ten slotte de werkelijke massa door de theoretische massa te delen, en dit keer 100% te doen, kun je het rendement berekenen:
werkelijke waarde 100% theoretische waarde
(5)
Hoofdstuk 3
WERKWIJZE 1 Weeg een pluk staalwol van ongeveer 5 g zo nauwkeurig mogelijk af. 2 Weeg een stuk aluminiumfolie van ongeveer 20 cm bij 20 cm . 3 Verbrand de staalwol in een felle horizontaal gerichte vlam boven het folie. Afvallende stukjes kun je zo opvangen. 4 Wanneer je denkt dat de reactie volledig is, laat je de verbrande staalwol afkoelen. 5 Weeg het samen met de folie en de stukjes die daar opgevallen zijn. ― Doel
Hoofdstuk 4
WAARNEMINGEN De staalwol gloeide na contact met het vuur rood van kleur. De eerst grijsachtige draden werden steeds dunner of ze gingen klonteren, en de kleur werd steeds doffer.
Hoofdstuk 5
MEETRESULTATEN materiaal aluminiumfolie staalwol aluminiumfolie + verbrande staalwol verbrande staalwol (zonder folie)
massa 1,8 g 4,3 g 6,4 g 4,6 g
Hoofdstuk 6
BEREKENINGEN 2 Fe O2 2 FeO n
(1)
m 4,3 g 76,99 10 3 M 55,85 u
m n M 76,99 10 3 mol 55,85 u 16,00 u 5,532 g
V
mijzer(II)oxide mstaalwol
4,6 g 4,3 g 0,23 dm3 1,31 g dm3
werkelijke waarde 4,6 g 100% 100% 83% theoretische waarde 5,5317 g
(2) (3) (4) (5)
Practicum Staalwol ―
Hoofdstuk 7
CONCLUSIE Het experiment heeft uitgewezen dat bij het verbranden van staalwol, er 0,3 g mee reageert om uiteindelijk met een rendement van 83% ijzer(II)oxide te vormen. Andere groepjes kwamen op een ander rendement uit ( 92% , 86% en 82% ), maar alle zaten in dezelfde richting. Dit verschil tussen theoretische en praktische waarde is deels te wijten aan het feit dat niet alle staalwol reageert, en deels aan de meetonzekerheid en de verloren stukjes staalwol.
Hoofdstuk 8
NAWOORD/DISCUSSIE De proef verliep de eerste keer niet goed, aangezien het gewicht niet was toegenomen. We hebben het daarna nog een keer geprobeerd, waarna het gewicht met 0,3 g toenam. Dit was omdat we het de eerste keer niet lang genoeg hadden verbrand.
Charina Snoek & Pascal Gunsch
 ― Conclusie