Patrick Damiaens Houtsnijwerk - Sculpture sur bois Maaseik sinds - depuis 1990
“ Hout is nobel, zacht en kneedbaar: je kunt er vele kanten mee op. ”
Tegen de stroom in
À contre-fil
Trappen, kasten, deuren en wapenschilden in massief hout, versierd met grotesken of guirlandes, … je zou denken dat ze uit de tijd zijn. Toch niet. Zelfs nu clean, strak en less is more de plak zwaaien, dan nog kiezen heel wat mensen voor houtsnijwerk. En voor Patrick Damiaens uit Maaseik, een van de weinige – zo niet de enige – voltijdse zelfstandige houtornamentisten in Vlaanderen. Destijds was het timmeren aan de weg, maar nu heeft hij een schare volgelingen achter zich, zeg maar klanten. Eerst alleen uit België, nu uit vele omringende landen of van verder. Ambachtelijke kwaliteit bieden, het werkt.
Si vous pensez que les escaliers, armoires, portes et armoiries en bois massif ornés de grotesques ou de guirlandes ne sont plus de notre temps, détrompez-vous. Même si l’heure est aux formes dépouillées, aux lignes épurées et au minimalisme, nombreux sont encore ceux qui optent pour du bois sculpté… et choisissent pour ce faire de s’adresser à Patrick Damiaens de Maaseik, l’un des rares artisans de Flandre – voire le seul – à travailler à plein temps comme ornemaniste sur bois indépendant. Au début, il lui a fallu se tailler une notoriété, mais au fil du temps il s’est forgé une solide clientèle, d’abord en Belgique, puis dans des pays toujours plus lointains. Comme quoi proposer du travail artisanal de qualité porte ses fruits.
Houtornamentist. Dat vat het vak van Patrick Damiaens samen. Het had ook archeoloog kunnen zijn, want als kind was hij gebeten door kunst en haar geschiedenis of herkomst. Al toen hij acht of negen was, troonden zijn ouders hem om de twee weken mee naar een museum of tentoonstelling. In de buurt of (veel) verder weg. Het zou zijn leven beïnvloeden, professioneel en privé.
Patrick Damiaens est sculpteur ornemaniste sur bois. Mais il aurait tout aussi bien pu devenir archéologue car dès son plus jeune âge il s’intéressait à l’art, son histoire et sa provenance. Alors qu’il n’avait que huit ou neuf ans, ses parents l’emmenait tous les quinze jours visiter un mu7
Na het lagere onderwijs drong zich een eerste studiekeuze op. Op de vraag wat hij later wilde worden, gaf Damiaens steevast hetzelfde antwoord: archeoloog, al had kunsthistoricus ook wel gekund. Maar mensen die kinderen bij dergelijke keuzes helpen, achtten zijn ambitie te hoog gegrepen. Hij zou beter iets met zijn handen doen…
sée ou une exposition. Les découvertes qu’il y fait, auront une influence sur sa vie tant professionnelle que privée. À l’issue de l’école primaire, les élèves sont appelés à faire un premier choix. À la question de savoir ce qu’il voulait devenir plus tard, le jeune Damiaens répondait invariablement « archéologue ou éventuellement historien de l’art ». Mais les personnes qui aident les jeunes à choisir une orientation, estimèrent qu’il visait trop haut. Qu’il ferait mieux de faire quelque chose avec ses mains…
Een grondige vorming Dus koos Patrick Damiaens voor houtbewerking, want metaal ruikt niet lekker vond hij bij een eerste bezoek aan de vakschool in Maaseik. Bovendien is hout nobeler, zachter en kneedbaarder: je kunt er meer kanten mee op. Zeven jaar lang – waarvan één specialisatiejaar houtsnijden – zaagde, schaafde, draaide, freesde, boorde, klopte en beitelde de jonge Damiaens. Tot hij een volleerd meubelmaker was. Aansluitend vervolmaakte hij zich gedurende drie jaar aan het Institut Don Bosco in Luik. Dat legde zich bij de vorming van houtornamentisten toe op Luikse ornamenten, vooral uit de tijd toen bekende Lodewijken het in Frankrijk voor het zeggen hadden. 8
Une longue et excellente formation Patrick Damiaens opta donc pour le travail du bois car lors d’une première visite à l’école professionnelle de Maaseik, il avait trouvé que, contrairement au bois, le métal ne sent pas bon. En plus, le bois est plus noble, plus doux et plus malléable, et se prête ainsi à mille et une applications. Pendant sept ans – dont un an de sculpture sur bois – le jeune Damiaens a manié la scie, le rabot, le tour, la fraise, la foreuse, le maillet et le ciseau jusqu’à être un ébéniste accompli. Ensuite il a fait trois ans de spécialisation à l’institut Don Bosco de Liège qui formait des ornemanistes sur bois spécialisés dans les ornements
Geen wonder dat Damiaens sindsdien een fervent bezoeker is van het Kasteel van Versailles. Eerst met een schetsboek in de hand, later met een fotoapparaat om de hals. Intussen heeft het Luikse Instituut die opleiding, na 117 jaar, geschrapt. Als bij wonder kon Damiaens enkele belangrijke losbladige recueils met ornamenten uit de brand slepen.
liégeois, principalement de l’époque des différents Louis qui se sont succédé sur le trône de France. Que Damiaens est depuis un visiteur assidu du château de Versailles n’a donc rien d’étonnant. D’abord avec un carnet de croquis à la main et plus tard, un appareil photographique autour du cou. Entretemps l’institut
« Je dois beaucoup à mes parents. Ils m’ont emmené au musée quand j’étais gosse et m’ont donné l’opportunité d’apprendre mon métier d’art. » Schetsen en ontwerpen is creëren In Luik leerde Damiaens schetsen, ontwerpen, ornamenten modelleren en hout bewerken op de ambachtelijke manier, met gutsen, burijnen
liégeois a rayé de son programme cette formation qu’il donnait depuis 117 ans. Comme par miracle, Damiaens est parvenu à sauver quelques importants recueils de feuillets émaillés d’ornements. 9
“ Ik heb een fascinatie voor het interieur van het Kasteel van Versailles. Dat is voor mij nog altijd een belangrijke bron van inspiratie. ”
Le côté créatif du métier d’ornemaniste À Liège, Damiaens a appris à créer, dessiner et modeler des ornements et à travailler le bois de manière artisanale avec des gouges, des burins et un maillet. Concevoir et dessiner de nouveaux ornements lui donnent sans doute le plus de satisfaction car il s’agit d’un travail créatif, mais jamais il ne lui viendrait à l‘idée de confier leur mise à exécution à un tiers car ces deux aspects du métier vont de pair.
en hamer. Schetsen en ontwerpen maken geeft hem misschien wel het meest voldoening. Dan creëer je, maak je iets nieuws. Al zou hij de uitvoering van de houtbewerking erna nooit uit handen geven: beide aspecten van het vak horen samen. Damiaens snijdt geen twee keer dezelfde motieven. Voor hij aan het schetsen gaat, neemt hij vakliteratuur door of grasduint hij in zijn uitgebreide fotoarchief voor inspiratie. Zo is hij toch nog een beetje archeoloog, op zoek naar minder bekende stijlvoorbeelden of verloren gewaande technieken.
10
Stijlleer en kunstgeschiedenis waren in Luik niet voor niets hoofdvakken: een stijlperiode herkennen is bijzonder belangrijk, zowel de grote stromingen als de kleinere. Damiaens deelt die mening, want ornamenten uit Gent of Antwerpen verschillen van elkaar zoals het Gentse en het Antwerpse dialect.
Damiaens ne sculpte jamais deux fois le même motif. Avant de se mettre à dessiner, il consulte des revues spécialisées ou ses vastes archives photographiques en quête d’inspiration. En ce sens, il est quelque part l’archéologue qu’il rêvait être, menant des fouilles à la recherche d’exemples de styles moins connus ou de techniques que l’on croyait perdues. Ce n’est pas pour rien qu’à Liège, l’étude des styles et l’histoire de l’art figuraient parmi les branches principales. Être à même de reconnaître un courant stylistique, majeur ou mineur, est primordial. Damiaens partage cet avis car des ornements typiques de Gand et Anvers sont aussi différents l’un de l’autre que le dialecte gantois et anversois.
Tout début est difficile Damiaens a eu pour première cliente sa sœur qui, en 1986 alors qu’il était encore en formation, avait chiné une armoire du XVIIe siècle, dont le fronton aux motifs de feuilles d’acanthe était peint. Le but était que le futur ornemaniste le décape sans l’abîmer. 11
Alle begin is moeilijk Zijn eerste ‘klant’ was zijn zus, in 1986, hij zat toen nog op de schoolbanken. Ze had een kast uit de 17de eeuw op de kop getikt, maar het fronton met acanthusbladmotief was overschilderd. Dat moest de houtornamentist in spe zien te verwijderen zonder al te veel hout weg te halen. Toen Patrick Damiaens in 1992 als zelfstandig houtornamentist begon, bleef hij een tijdlang bij zijn ouders wonen. Zijn atelier, een schuurtje in de tuin, mat amper twee bij drie meter. Hij herinnert zich nog hoe een fotografe zich in bochten wrong om zijn werkplek enigszins te kunnen kaderen. Ze was voor een reportage uitgestuurd door de redactie van een krant.
Naambekendheid via kranten en tijdschriften Het was aanvankelijk dankzij de aandacht van de nationale pers dat Patrick Damiaens bekendheid verwierf. Vandaag post hij educatieve filmpjes op YouTube en blogt hij over alle aspecten van zijn passie, ornamentiek. Zo laat hij kijkers en lezers kennismaken met zijn projecten en krijgen die voeling met het ambacht en zijn complexiteit. Geleidelijk begon ook de internationale pers over zijn activiteit en atelier te schrijven. Het eerste buitenlandse artikel verscheen in Die Schweizer Schreinerzeitung en later in Woodcarving en Cabinet Maker, beide Brits. Maar ook de Vlaamse meubelhistoricus en auteur Frans Defour bracht het houtsnijatelier van Damiaens geregeld onder de aandacht in artikels voor diverse buitenlandse vakbladen.
Après s’être lancé comme sculpteur ornemaniste indépendant en 1992, Patrick Damiaens resta habiter encore tout un temps chez ses parents. Il avait aménagé son atelier dans une remise d’à peine deux mètres sur trois, située dans le jardin. Il se souvient à quel point, par manque de recul, une photographe envoyée par la rédaction d’un journal pour faire un reportage, avait eu du mal à l’encadrer.
Une notoriété redevable à la presse Au départ, Patrick Damiaens s’est forgé une notoriété grâce à l’intérêt que la presse nationale portait à son travail. Aujourd’hui, il poste des vidéos éducatives sur YouTube et blogue sur tous les aspects de sa passion. Il permet ainsi au public de découvrir ses projets et le met au parfum de son métier dans toute sa complexité. Progressivement, la presse internationale s’est également intéressée à lui. La première revue étrangère à publier un article sur ses activités et son atelier fut Die Schweizer Schreinerzeitung. Elle fut suivie de Woodcarving et Cabinet Maker, deux revues spécialisées britanniques qui en firent autant. Grand spécialiste de l’art du meuble, Frans Defour a, lui aussi, contribué à étendre la notoriété de Damiaens en lui dédiant régulièrement des articles qui ont été publiés dans diverses revues professionnelles étrangères.
Des clients fidèles de tous azimuts Une même évolution vaut pour ses clients. Au début de sa carrière, Damiaens avait une clientèle exclusivement locale, mais depuis quelques
« Concevoir et dessiner des ornements est un travail plus créatif que les sculpter. Mais les deux sont inextricablement liés. » Trouwe klanten van alle slag Eenzelfde evolutie is merkbaar onder de klanten. Aanvankelijk kwamen ze uit zijn regio, maar al sinds jaren ook uit het buitenland: Duitsland, Frankrijk, Nederland, Zweden, Zwitserland en noem maar op. Ook zijn opdrachten variëren: een beschadigd meubelornament vervangen, een wapenschild ontwerpen en sculpteren, zelfs complete versierde kasten of lambriseringen maken. Ontwerpen en ornamenteren doet Damiaens zelf, maar het schrijnwerk laat hij door een ervaren collega-meubelmaker maken. Omdat Damiaens vreest dat het vak van houtornamentist verloren zal gaan, geeft hij één avond per week les. Een belangrijke druppel op een hete plaat, vindt hij zelf. Misschien moet de overheid in een systeem van leercontracten voor ambachten voorzien. België hinkt op dat gebied fel achterop, bijvoorbeeld op Frankrijk.
années déjà il s’est également fidélisé des clients notamment allemands, français, hollandais, suédois et suisses. Tout aussi diversifiées sont ses commandes qui consistent tantôt à remplacer un ornement endommager, tantôt à créer et sculpter un blason ou même réaliser une armoire ou des lambris entièrement sculptés. Dans ce dernier cas, Damiaens conçoit et sculpte lui-même les motifs ornementaux, mais il confie le travail de menuiserie à un collègue expert en la matière. De crainte que le métier d’ornemaniste sur bois se perde, Damiaens l’enseigne un soir par semaine. Selon lui, ces cours sont importants mais ils ne sont qu’une goutte d’eau dans la mer. Les autorités devraient peutêtre instaurer un système de contrats d’apprentissage également pour les métiers d’art. Dans ce domaine, la Belgique a une longueur de retard, notamment sur la France.
Patrick Damiaens - Atelier
12
Aan de Lieveheer 5 - B - 3680 Maaseik +32 89 35 39 37 - info@patrickdamiaens.be www.patrickdamiaens.be
13