CKV
Culturele en Kunstzinnige Vorming
Informatieboek
Š Insula College 2010
1
2
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Inhoud:
Wat is CKV?
5
1.
Voorkant Kunstdossier
6
2.
Kunstautobiografie
7
3.
Verslag CKV-dag
15
4.
Verslag werkweek
17
5.
voorbereiding op de culturele activiteiten
19
6.
Kunstdisciplines
20
7.
Kijkwijzers
21
8.
Boekverfilmingsanalyse
34
9.
Voorbeeldverslag
36
3
4
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Wat is CKV? De afkorting staat voor: Culturele en Kunstzinnige Vorming. Het vak wordt door iedereen in de tweede fase gevolgd (het gymnasium krijgt KCV klassieke Culturele Vorming). Kunst omvat meer dan je denkt. Het is vaak leuk en blijkt soms heel gewoon. Het is soms moeilijk en vreemd. Waarom vind je iets mooi of lelijk? Kun je kunst leren begrijpen? Het doel van CKV is je verder wegwijs te maken in de wereld van kunst en cultuur, zowel de kunst die je kent als de kunst waar je weinig van af weet. CKV is een ervaringsvak en een zogenaamd handelingsvak voor het examen en telt ook mee voor je eindexamen! Hoe? Hoe maak je kennis met kunst en cultuur? Door voorstellingen, concerten, musea e.d. te bezoeken (de culturele activiteiten) en daarover verslagen te maken. Hoe zo’n verslag er uitziet lees je in het hoofdstuk Het CKV-verslag. Verder bezoek je de lessen op school en maak je praktische opdrachten (PO’s). Aan het einde van elke lesperiode krijg je een theoretische toets over wat tijdens de lessen is behandeld. Je kunt je culturele activiteiten door in samenspraak met je CKV–docent gebruik te maken van het culturele aanbod wat we binnen en buiten de school aanbieden. Afronding? Je moet ieder verslag tenminste voldoende afronden, binnen de daarvoor aangegeven tijd.(zie PTA en de afspraken met je CKV docent) Als een verslag onvoldoende wordt beoordeeld moet deze uiterlijk één week voor het volgende verslag in orde gemaakt zijn.
tabbladen alles keurig ordent. Deze multomap dien je zelf aan te schaffen en deze map dient ook alleen voor CKV te worden gebruikt (dus niet ook voor andere vakken). Na de beoordeling van het kunstdossier door je CKV – docent dien je dit dossier persoonlijk in ontvangst te nemen. Ook hier geldt weer: bij in gebreke blijven, moet je extra culturele activiteiten ondernemen of extra “vrije” tijd doorbrengen op school om je dossier als nog in orde te maken. Dit gebeurt in samenspraak met de mentor en/of de unitdirecteur.
Activiteiten gelden altijd maar voor een beperkte duur: Het eerste verslag mag gaan over een activiteit niet “ouder” dan de maand augustus 2010. Iedere andere activiteit moet vallen binnen de PTA tijd van het verslag. Je moet voldoende aanwezigheid hebben tijdens de lessen en ook de praktische opdrachten binnen de opgegeven tijd afronden. Bij in gebreken blijven: zul je extra culturele activiteiten moeten ondernemen. Je sluit het vak uiteindelijk af met een Kunstdossier: dit is een goed verzorgde verzameling van alles wat je voor CKV hebt gedaan: Kunstautobiografie, al je verslagen, stencils, aantekeningen uit de lessen, opdrachten, praktische opdrachten, evaluaties, eindevaluatie enz. Je krijgt op tijd een stencil met het overzicht voor de inhoud van het kunstdossier. Het kunstdossier is een multomap waarin je mbv.
Bij een onvoldoende voor CKV als handelingsvak kun je niet bevorderd worden naar het volgende leerjaar.
5
1. Voorkant Kunstdossier Maak een voorkant voor je kunstdossier. Verwerk in deze voorkant: afbeeldingen van alle kunstdisciplines: - dans - beeldende kunst - film - architectuur - theater, cabaret - muziek (kies afbeeldingen van jouw voorkeuren) de volgende gegevens: - je naam - je klas - met grote letters de titel: ‘Kunstdossier CKV’ - ondertitels bij de plaatjes (wie is het en wat?) Eisen: - A4 -formaat - mooie vormgeving, creatief! - ondertitels bij de plaatjes
Uitvoering: Volledig digitaal (op de computer) m.b.v. PhotoShop, InDesign, Word, Publisher of dergelijke layout software; Analoog’: m.b.v. knippen en plakken (collage), tekenen, schilderen, sjablonen etc. Mixed Media: Combinatie van prints en eigen gemaakte tekeningen/ schilderingen.
Print de pagina in kleur en plak hem op de voorkant van je kunstdossier.
6
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
2. Kunstautobiografie (handelingsdeel)
CKV begint met het schrijven van je kunstautobiografie. Het is een verslag van je belevenissen op gebied van kunst en cultuur die je tot nu toe in je leven hebt meegemaakt. Het gaat dus van je vroege jeugd tot heden: denk aan boeken die je hebt gelezen, musea die je in vakanties met je ouders hebt bezocht of misschien wel op de basisschool met een excursie. Wellicht bespeel je een muziekinstrument, ben je naar concerten geweest, heb je in een musical meegespeeld. Denk ook aan films die je gezien hebt en die indruk op je maakten. Wat hangt er trouwens thuis in de huiskamer aan de muur boven de bank?
Samengevat: - muziekvoorkeur - favoriete boeken - leukste TV programma’s - beste films - posters/reproducties/foto’s - thuis boven de bank - kleding/mode/vormgeving - inrichting kamer - bezochte musea - bezochte theaterproducties - eigen creativiteit (muziekles, balletles, etc)
Maak je nog niet al te druk of je belevenissen wel onder “kunst” worden verstaan. Dat begrip is nogal ruim en er bestaan geen definities die “de lading geheel dekken”. Uiteraard zijn er wel cultuuruitingen die we niet onder kunst verstaan en grensgevallen. Tijdens de CKV lessen komt het begrip kunst aan de orde.
De kunstautobiografie is een verslag van de “beginsituatie”, dus voordat de CKV lessen beginnen. Daarom is het belangrijk dat je je biografie hebt ingeleverd. Maak een goed lopend verhaal van ongeveer 600 woorden
7
Muziek
ООООО
Maak je zelf muziek of heb je het vroeger gedaan? In welke vorm?
Heb je wel eens een concert of uitvoering bezocht? Beschrijf één zo’n ervaring uitgebreid.
Naar welke soort muziek luister je thuis? Vertel waarom je juist naar die muziek graag luistert.
Welke functie heeft muziek voor jou?
Film
ООООО
Wat voor soort video’s heb je zoal gezien?
Kijk je wel eens naar een speelfilm? Noem titels.
Kijk je ook wel eens naar documentaire-films? Noem voorbeelden.
Wat zijn jouw criteria als je besluit een film wel of niet te zien?
8
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Vind je film een goede informatieoverdrager, waarom wel/ niet?
Welke functie heeft film voor jou, licht toe.
Welke film of welk fragment dat je ooit zag is je bijgebleven, waarom?
Architectuur
ООООО
Heb je wel eens een oude kerk of kathedraal bezocht? Beschrijf die ervaring.
Noem eens een modern gebouw dat je opvallend vond. Beschrijf waarom je dit gebouw opvallend vond.
Heb je een voorkeur voor landelijke of stedelijke bebouwing? Waarom?
Zou je wel eens in een metropool als New York willen rondkijken? Hoe zou je je daar voelen?
9
Gaat je voorkeur meer uit naar oude architectuur of naar moderne architectuur? Waarom die voorkeur?
Beeldende kunst
ООООО
Beschrijf wat voor afbeeldingen / schilderijen er bij jou thuis aan de wand hangen?
Als je een schilderij uit mocht kiezen om in je huis te hangen, van welke bekende kunstenaar zou dat er een zijn? Waarom?
Waar liggen je voorkeuren op beeldend gebied als je zelf aan de slag gaat, bij tekenen of handvaardigheid?
Heb je wel eens een museum of tentoonstelling met beeldende kunst bezocht? Vertel wat je er van vond.
In elke stad staat wel een kunstwerk of standbeeld, beschrijf jou favoriet.
Als je foto’s maakt schiet je dan in het wilde weg of let je op compositie e.d.?
10
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Reageer op de stelling: ‘Fotografie is ook een vorm van kunst.’
Literatuur
ООООО
Werd er vroeger door je ouders voorgelezen? Kun je je herinneren wat er werd gelezen en of je dat prettig vond?
Wordt lezen van huis uit gestimuleerd?
Ben je lid van de bibliotheek of geweest? Waarom wel/niet?
Waar kun je lid worden in jouw omgeving?
Wat is het verschil tussen een gewoon boek en een boek dat valt onder literatuur? Waar gaat je voorkeur naar uit?
Zet je zelf wel eens wat op papier, in de vorm van dagboek / gedicht / verhaal o.i.d.?
Noem een aantal boeken die indruk op jou hebben gemaakt. Vertel ook in het kort waarom.
11
Theater
ООООО
Wel eens een toneelstukje of rollenspel opgevoerd? Vertel hier iets over.
Wat is het belangrijke verschil tussen film en toneel?
Wat is cabaret?
Noem verschillende redenen waarom mensen naar een toneelstuk gaan kijken.
Vertel iets over jouw ervaringen met theaterkunsten zoals toneel, cabaret of musical.
Dans
ООООО
Welke soorten dans zijn er volgens jou?
Valt “So You Think You Can Dance” volgens jou ook onder cultuur?
12
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Noem verschillende redenen waarom mensen aan dans doen.
Vertel iets over je eigen ervaringen met dans. Vertel waarom je wel of niet naar een dansvoorstelling zou gaan of zelf aan dans zou willen doen.
Toegepaste vormgeving
ООООО
Wat is de stijl van de inrichting bij je thuis?
Als je het geld er voor had, in welke stijl zou je je huis inrichten?
Omschrijf wat volgens jou ‘design’ is.
Let jij meer op de vormgeving of op de functie als je een voorwerp koopt? Geef voorbeeld.
Omschrijf je kledingstijl, wat heeft die met jouw persoon te maken?
Kijk je wel eens een modeblad in? Ben je een modevolger?
13
Tenslotte... Wat verwacht je van CKV?
Denk je dat het vak je op een bepaalde manier zal veranderen?
opdracht 2: Maak van bovenstaande ‘enquête’ een goedlopend verhaal van 1 à 1½ A4 en plaats bij elke discipline een illustratie of foto. Geef je stuk een mooie en duidelijke vormgeving en lever dit de volgende les in bij je CKV-docent.
14
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
3. Verslag CKV-dag CKV-dag is jullie eerste culturele activiteit. Op deze dag maak je door middel van flitsbezoeken kennis met allerlei culturele instellingen in Dordrecht. Het theater, musea, de bibliotheek, het poppodium enz. Bij CKV maak je van elke culturele activiteit een verslag. Hierbij is het heel belangrijk dat je je eigen mening goed kunt verwoorden en beargumenteren. Maak een verslag dat bestaat uit de volgende drie onderdelen:
1. Je hebt op de CKV dag 7 à 8 verschillende instellingen bezocht. Schrijf over elke instelling een stukje van ± 200 woorden. Hierin vermeld je de volgende drie zaken: • De naam van de instelling en de naam van de voorstelling, film, tentoonstelling of artiest. • Wat heb je bij deze instelling gezien en beleefd? • Wat vond je ervan en waarom? Voeg bij elk stukje min. 1 zelfgemaakte foto toe ter illustratie.
2. Werk de leukste en minst leuke van de verschillende bezoeken op de CKV dag uit. Dit kan in de vorm van een: stripverhaal filmpje (youtube-adres in verslag invoegen) kort verhaal column voor in de krant interview met medewerker/artiest gedicht collage tekening cartoon recensie reportage voor de schoolkrant flyer reclamespotje (youtube-adres in verslag invoegen) andere vorm (in overleg met je docent)
3. Geef je mening over de CKV dag als geheel. Wat heb je door de CKV dag geleerd/ontdekt? Wat denk je dat het doel is van deze dag en is dit doel bereikt? Heb je nog tips/verbeterpunten?
15
16
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
4. Werkweek De werkweken bij ons op school hebben naast een ontspannend karakter natuurlijk ook een educatieve functie. De werkweek telt mee als een culturele activiteit voor CKV omdat je actief bezig bent met cultuur en/of kunst. Sommige werkweken zijn meer op kunst & cultuur gericht dan andere. Het CKV verslag verschilt daarom per werkweek. Hieronder kun je lezen wat je moet inleveren als verslag. Dit verslag moet worden ingeleverd in de tweede week na de herfstvakantie.
HAVO 4 Berlijn: - Het opdrachtenboekje Berlijn volledig ingevuld - Voorbereidingsopdracht Berlijn gemaakt op de projectdag voorafgaand aan de werkweek - Filmverslag van de film gekeken op de projectdag volgens kijkwijzer film.
HAVO 4 Barcelona: - Het opdrachtenboekje Barcelona volledig ingevuld - Voorbereidingsopdracht Barcelona gemaakt op de projectdag voorafgaand aan de werkweek - Filmverslag van de film gekeken op de projectdag volgens kijkwijzer film.
HAVO 4 Ardennen: - Film/foto-reportage van de werkweek - Voorbereidingsworkshop gevolgd op de projectdag voorafgaand aan de werkweek - Filmverslag van de film gekeken op de projectdag volgens kijkwijzer film.
VWO 5 Parijs & Praag: - Het opdrachtenboekje volledig ingevuld - Verslag per dag met foto’s, beperk je tot zaken m.b.t. architectuur, cultuur en kunst. - Jouw kunst & cultuurrondje door Parijs/Praag in de vorm van een folder en presentatie in de les.
17
18
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
5. Voorbereiding op de culturele activiteiten. voorbereiding Voor je naar een culturele activiteit gaat moet je je eerst goed voorbereiden. Dat doe je op de volgende manier: 1. Wat is de naam van de voorstelling die je gaat bezoeken, wie zijn de uitvoerenden, op welke datum en hoe laat? 2. Zoek minstens 2 recensies op uit dagbladen, tijdschriften e.d., in de mediatheek op: kranten.schoolbieb.nl 3. Deze recensies lees je goed door. Je vergelijkt de meningen van de recensenten en hoe onderbouwen ze hun mening? 4. Verzamel artikelen, flyers e.d. over de voorstelling of kijk op de website van de voorstelling. 5. Wat verwacht je van de voorstelling n.a.v. de informatie die je doorgenomen hebt. 6. Geef kort de inhoud van de voorstelling weer n.a.v. de gevonden informatie. Deze informatie laat je voor je naar de voorstelling gaat door je CKV docent beoordelen. Wanneer het in orde is tekent hij/zij het af op de lijst. Na de voorstelling maak je je verslag volgens de kijkwijzers die hierbij gevoegd zijn. Het verslag inclusief voorbereiding moet je binnen vier weken na de voorstelling bij je CKV docent inleveren.
Wij wensen jullie veel kijkplezier bij de voorstellingen!
19
6. Kunstdisciplines Alle activiteiten bij Ckv behoren bij een of meerdere kunstvormen of kunstdisciplines Dit zijn: Muziek Pop(ulaire) Muziek Klassieke Muziek Wereldmuziek Jazz Drama (toneel/theater) Toneel Musical Muziektheater Opera Operette Mime Pantomime Cabaret Beeldende Vormgeving Schilderkunst Architectuur Beeldhouwkunst
20
CKV Informatieboek • Š Insula College 2010
Strips Mode Grafiek Computerart Fotografie Illustraties Audiovisueel Film Videoart Animatie Klank- en Beeldcollage Dans Moderne dans Klassiek ballet Jazz ballet Populaire dans (hip hop, breakdance, etc)
7. Kijkwijzers. Je eerste indruk van een kunstwerk of voorstelling is altijd erg belangrijk. vaak heb je aan een halve minuut genoeg om je mening te vormen. Als de muziek, een schilderij of een toneelstuk je aanspreekt, is het geen probleem langer te luisteren of te kijken. Op het moment dat het kunstwerk niet direct je aandacht trekt, is dat veel lastiger. In elk geval is het zinvol om, los van je eerste indruk, te weten te komen waarover het kunstwerk gaat en wat de bedoeling is geweest van de maker. Waarschijnlijk zul je het dan veel beter begrijpen. Overigens is daarmee niet gezegd dat hetgeen jij denkt dat de maker heeft bedoeld, hetzelfde is als de maker in gedachten had. Er zit bijna altijd verschil tussen jouw beleving en die van de maker. Toch is de kans groot dat je, door het kunstwerk beter te bekijken of te beluisteren, het ook anders gaat beoordelen en waarderen. Om je enkele handvatten te geven bij het kijken en luisteren, hebben we voor (bijna) elke kunstvorm een kijk- of luisterwijzer gemaakt.
21
22
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Kijkwijzer theater Voor uitleg van de begrippen kun je gebruik maken van Palet MonoTheater.
Informatie 1. Hoe luidt de naam van de voorstelling Welke groep voert het stuk uit? In welk gebouw is de voorstelling? Wat was de datum van voorstelling? 2. Plak het entreekaartje en de flyer van de voorstelling in je kunstdossier 3. Plak een recensie of krantenartikel in je kunstdossier
Functie 15. Wat is het doel van de voorstelling? Om het publiek te amuseren of om een boodschap over te brengen, namelijk …. 16 . Geef enkele voorbeelden van de theatrale middelen die hierbij een rol spelen: spel, mise-en-scène, decor, rekwisieten, kostuums, grime, belichting, muziek, attributen, geluidseffecten of filmbeelden. 17. Welke theatrale middelen heeft de regisseur
Vorm 4. In welke ruimte vond de voorstelling plaats? Lijsttheater, vlakke vloer theater, op locatie? 5. Welk effect heeft de ruimte op de voorstelling? 6. Beschrijf het toneelbeeld, decor, licht, kostuums, grime, attributen, spel/dans, film/ video 7. Wordt er gebruikt gemaakt van muziek, zang of geluidseffecten? Noem deze middelen. 8. Wat voor rol spelen muziek, zang of geluidseffecten? Is de muziek een overgangsmoment of zijn de zangers de vertellers van het verhaal?
Inhoud 9. Geef in 250 woorden een samenvatting van de voorstelling. 10. Om welke conflicten gaat het in de voorstelling? 11. Wie zijn de belangrijkste personages? Geef een korte karakterbeschrijving. Door welke uitingen herken je die karaktereigenschappen? 12. Beschrijf de onderlinge relaties tussen de belangrijkste personages. 13. Zijn de personages gewone mensen of zijn het vooral vertegenwoordigers van een bepaald standpunt? B.v. Het goede overwint of de wereld is een dansfeest, etc. Leg je antwoord uit.
gebruikt om de aandacht van het publiek vast te houden? Welke waren het meest effectief?
Jouw reactie 18. Wat verwachtte je toen je naar de voorstelling ging? Heeft een mening van anderen, een recensie, een programma op t.v. je verwachtingen beïnvloed? Zijn die verwachtingen ook uitgekomen? Waar niet? 19. Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt en waarom? 20. Geef in 250 woorden je totale indruk van de voorstelling. Geef bij elk argument voorbeelden uit de voorstelling. Verwerk in je reactie ook wat je bij de vragen hierboven hebt genoteerd. Wat is je mening over deze voorstelling. Het gaat om een zo concreet mogelijke beschrijving van je eindoordeel. Dat hoeft natuurlijk niet altijd positief te zijn, maar je moet wel aangeven waarom je die mening hebt. Misschien heb je niet alles begrepen. Vermeld dat dan ook.
14. Met wie heb je het meest meegeleefd? Hoe komt dat?
23
Kijkwijzer cabaret Voor uitleg van de begrippen kun je gebruik maken van Palet MonoTheater.
1. Informatie • • • • • • •
Hoe luidt de naam van het cabaret? Wie zijn de cabaretiers? In welk gebouw is de voorstelling? Datum voorstelling. Zoek minstens twee informatiebronnen, recensies, plak die in je kunstdossier. Waar gaan de recensies over, geef dat in 100 woorden weer. Ook je entreekaartje, krantenknipsels e.d. plak je in je kunstdossier.
2. Vorm •
• •
•
•
In welk ruimte vond de voorstelling plaats? Lijst theater, vlakke vloertheater of andere locatie. Welk effect heeft de ruimte op de voostelling? Beschrijf in enkele woorden het toneelbeeld: decor, licht, kostuums, grime, attributen, spel, dans, film, video, … Wordt er gebruik gemaakt van muziek, zang of geluidseffecten? Benoem ze en wat voor rol speelden ze. Tot welk genre cabaret kun je de voorstelling rekenen? B.v. Stand-up comedy, fysiek cabaret, muzikaal cabaret, tekst cabaret of ... Leg je antwoord uit.
3. Inhoud •
•
•
24
Hoe is de voorstelling opgebouwd? B.v. losse onderdelen zonder samenhang, of er loopt een rode draad door de voorstelling, of er komen meerdere thema’s aan de orde? Leg dit uit. Hoe verpakt de cabaretier zijn boodschap of mening? Denk hierbij aan een specifiek soort humor, afwisseling van plezier en ontroering, wisselwerking met de zaal, Welke onderdelen zijn je het meest bijgebleven en waarom?
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
4. Functie •
Wat is het doel van de voorstelling. Uitsluitend om het publiek te amuseren of om een mening over te brengen? Leg je antwoord uit en geef enkele voorbeelden van de manier waarop dat gebeurt.
5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je naar de voorstelling ging? Geef aan waar aan je verwachting is voldaan en waar niet. • Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt? • Geef in maximaal 100 woorden je totale indruk van de voorstelling. Neem hierin ook je mening op. Geef bij elk argument voorbeelden uit de voorstelling. Verwerk ook wat je in de vragen hierboven hebt genoteerd.
Kijkwijzer musical, opera, operette Voor uitleg van de begrippen kun je gebruik maken van Palet Muziek of Dans
1. Informatie • • • • • •
Hoe luidt de naam van de voorstelling? Welke groep voert het werk uit? In welk gebouw vond de voorstelling plaats? Plak je toegangskaartje in je kunstdossier. Zoek minstens 2 informatiebronnen, recensies en plak die in je kunstdossier. Geef in 100 woorden weer waar de recensies over gaan
2. Vorm •
• •
•
•
In welk ruimte vond de voorstelling plaats? B.v. lijsttheater, vlakke vloer theater, op locatie? Welk effect heeft de ruimte op de voorstelling? Beschrijf het toneelbeeld: decor, licht, kostuums/grime, attributen, spel/dans, film/video. Welke rollen spelen de leden van het koor? Vormen ze een onderdeel van de handeling? B.v. het volk in de straat, een leger soldaten, een straatbende. Of hebben de koorleden een algemene muzikale rol. Om welke danstechniek gaat het in deze voorstelling? Academische dans, moderne dans, jazz/musicaldans of anders? Leg je antwoord uit.
•
4. Functie •
•
•
•
• •
3. Inhoud • • •
• •
Geef in enkele regels een samenvatting van de voorstelling. Om welke conflicten gaat het in de voorstelling? Wie zijn de belangrijkste personages? Geef een korte karakterbeschrijving. Door welke uitingen herken je die karaktereigenschappen? Beschrijf de onderlinge relaties tussen de belangrijkste personages. Zijn de personages ‘gewone’ mensen of
zijn het vooral vertegenwoordigers van een bepaald standpunt. Denk b.v. aan ‘het goede overwint’, de ‘wereld is een dansfeest’, etc. Leg je antwoord uit. Met wie heb je het meeste meegeleefd? Hoe komt dat?
•
Wat is het doel van de voorstelling? Het publiek te amuseren of een mening overbrengen, namelijk ………. Geef enkele voorbeelden van de theatrale middelen die hierbij een rol spelen. Denk daarbij aan spel, mise-en-scène, decor/ rekwisieten, kostuums/grime, belichting, muziek, zang, geluidseffecten en/of filmbeelden. Welke theatrale middelen heeft de regisseur gebruikt om de aandacht van het publiek vast te houden?
5. Jouw reactie Wat verwachtte je toen je naar de voorstelling ging? Geef aan waar aan je verwachting is voldaan en waar niet. Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt? Geef in maximaal 100 woorden je totale indruk van de voorstelling. Neem hier ook je mening in op. Geef bij elk argument voorbeelden uit de voorstelling. Verwerk in je betoog ook wat je bij de vragen hierboven hebt genoteerd. de vragen hierboven hebt genoteerd.
25
Kijkwijzer dans Voor uitleg van de begrippen kun je gebruik maken van Palet Dans
1. Informatie • • • • • •
Hoe luidt de naam van de voorstelling? Welke groep voert het werk uit? In welk gebouw vond de voorstelling plaats? Plak je toegangskaartje in je kunstdossier. Zoek minstens 2 informatiebronnen, recensies en plak die in je kunstdossier. Waar gaan de recensies over, geef dat in 100 woorden weer.
•
•
• •
2. Vorm •
• •
•
•
• • • • • •
In welk ruimte vond de voorstelling plaats? B.v. lijsttheater, vlakke vloer theater, op locatie? Welk effect heeft de ruimte op de voorstelling? Beschrijf het toneelbeeld: decor, licht, kostuums/grime, attributen, spel/dans, film/ video, opstelling van de groep en/of de solist op het podium. Wordt er gebruik gemaakt van moderne media zoals film en video? Wat is het effect daarvan op de dans en de voorstelling? Op welke manier wordt de muziek gebruikt bij de voorstelling? Denk aan live of opname, instrumentaal of vocaal, gebruikte instrumenten, muziekgenre. Raadpleeg het programmaboekje of het internet voor achtergrondinformatie. Hoe worden de dansen uitgevoerd? Solist of groepen Gelijke bewegingen of juist niet Aantal dansers Afwisseling Bewuste geluiden van de dansers (bodysounds, attributen) etc.
3. Inhoud • •
26
Tot wel dansgenre reken je deze voorstelling? Gaat het om een verhalende, thematische of abstracte dans. Waaruit heb je dat CKV Informatieboek • © Insula College 2010
opgemaakt? Als er sprake is van een verhaal of thema, hoe wordt dat dan duidelijk gemaakt? Dat kan zowel in de dans, de muziek als in de presentatie tot uitdrukking komen. In hoeverre zijn er belangrijke personages, conflicten of relaties? Hoe uit zich dit in de dans? Geef een korte toelichting. Met wie/welke danser(s) heb je het meeste meegeleefd? Hoe komt dat? Waren er momenten in de voorstelling dat het toneelbeeld of de muziek een bijzondere werking hadden? Leg je antwoord uit.
4. Functie • •
Wat heeft de choreograaf met deze voorstelling willen zeggen? In welke mate hebben het toneelbeeld en de muziek daaraan bijgedragen?
5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je naar de voorstelling ging? Geef aan waar aan je verwachting is voldaan en waar niet. Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt bij de voorstelling? • Geef in maximaal 100 woorden je totale indruk van de voorstelling. Neem hier ook je mening in op. Geef bij elk argument voorbeelden ui de voorstelling. Verwerk in je betoog ook wat je bij de vragen hierboven hebt genoteerd.
Kijkwijzer muziek Voor uitleg van de begrippen kun je gebruik maken van Palet Muziek
1. Informatie • • • • • •
Hoe luidt de naam van de voorstelling? Welke groep voert het werk uit? In welk gebouw vond de voorstelling plaats? Plak je toegangskaartje in je kunstdossier. Zoek informatiebronnen en 2 recensies en plak die in je kunstdossier. Geef in 100 woorden weer waar de recensies over gaan.
• •
•
2. Vorm •
•
•
•
•
• • • • • •
In welk ruimte vond het concert of de voorstelling plaats? In een concertzaal, op een jazz- of poppodium of een bijzondere locatie? Beschrijf het toneelbeeld. Denk daarbij aan decor, licht, kostuums/grime, opstelling van de muziekgroep en/of solist op het podium. Wordt er gebruik gemaakt van moderne media zoals film en video? Wat is daarvan het effect op de muziek en de voorstelling? Op welke manier is het concert of de voorstelling opgebouwd? Denk aan de afwisseling in langzame/snelle nummers, harde/zachte en korte/lange stukken. Geef bij elk onderdeel van het concert of de voorstelling aan welke van de volgende punten je hebt gehoord. In welk muziekstuk/nummer/lied is dat geweest? Herhaling van stukjes Meerstemmigheid Afwisseling in coupletten en refreinen Solo’s Meerdere melodieën door elkaar heen Improvisatie, iets anders, namelijk …
van (sub)genres? Zo ja, benoem deze? Welke kenmerken van het muziekgenre vallen je het meeste op? Houden de verschillende muziekgenres verband met elkaar? Leg uit hoe ze verband houden. Als er sprake is van een verhaal of een thema, hoe wordt dit dan duidelijk gemaakt? Dat kan zowel in de tekst, de muziek als in de presentatie tot uiting komen.
4. Functie •
•
Wat is het doel van het concert of de voorstelling? Amusement, een boodschap, een verhaal of puur luisterplezier. In hoeverre heeft het toneelbeeld een functie heeft gehad in het concert of de voorstelling?
5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je naar het concert of de voorstelling ging? Geef aan waar aan je verwachting is voldaan en waar niet. Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt? • Geef in maximaal 100 woorden je totale indruk van de voorstelling. Neem hier ook je mening in op. Geef bij elk argument voorbeelden uit de voorstelling. Verwerk in je betoog ook wat je bij de vragen hierboven hebt genoteerd.
3. Inhoud • • •
Bij welk muziekgenre kun je het concert of de voorstelling indelen? Valt de muziek binnen dit genre onder een bepaald subgenre? Zo ja, welk subgenre? Is er sprake van cross-over (vermenging)
27
Kijkwijzer film Voor uitleg van de begrippen kun je gebruik maken van Palet Film
• • • • • •
1. Informatie
•
Titel film Namen regisseur en enkele hoofdrolspelers? Waar gezien? Plak je toegangskaartje in je kunstdossier. Zoek minstens 2 informatiebronnen, recensies en plak die in je kunstdossier. Waar gaan de recensies over, geef dat in 100 woorden weer.
•
4. Functie •
2. Vorm • • • •
• •
•
•
Op welke locaties speelde het verhaal zich vooral af? Hoe waren de hoofdpersonages gekleed en gegrimeerd? In hoeverre bepaalden locaties en kleding de sfeer van de film? Had de muziek een opvallende rol in de film of diende deze vooral als achtergrond? Geef voorbeelden. Was er sprake van speciale geluidseffecten? Zo ja, noem er enkele. Op welke manier werd het verhaal verteld? Tamelijk chronologisch, verspringt steeds in tijd, anders ….. Welke scènes zijn je het meest bijgebleven? In hoeverre hebben cameravoering, standpunt en montage hierbij een rol gespeeld? Geef enkele voorbeelden. Bij welk genre kun je de film indelen? B.v. comedy, film noir, avonturenfilm, western etc.
3. Inhoud • • •
•
28
Geef in 250 woorden een samenvatting van de film. Om welk conflicten gaat het in de film? Wie zijn de belangrijkste personages? Geef een korte karakterbeschrijving. Door welke uitingen herken je de karaktereigenschappen? Beschrijf de onderlinge relaties tussen de belangrijkste personages. CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Zijn de personages ‘gewone’ mensen of zijn het vooral vertegenwoordigers van een bepaald standpunt? Denk bijvoorbeeld aan ‘het goede overwint, de wereld is een dansfeest’’, etc. Leg je antwoord uit. Met wie heb je het meest meegeleefd? Waardoor komt dat?
•
Wat is het doel van de film? Amusement, een boodschap overbrengen, namelijk …, de film wil informatie overbrengen, namelijk … Welke middelen heeft de regisseur gebruikt om de aandacht van het publiek vast te houden?
5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je naar de film ging? Geef aan waar aan je verwachting is voldaan en waar niet. • Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt? • Geef in maximaal 100 woorden je totale indruk van de film. Neem hier ook je mening in op. Geef bij elk argument voorbeelden uit de film. Verwerk in je betoog ook wat je bij de vragen hierboven hebt genoteerd.
Kijkwijzer museum, tentoonstelling of kunstroute 1. Informatie • • • • •
Wat is de naam van het museum, de tentoonstelling of het park/de route? Wat is de naam van de conservator? Waar en wanneer heb je het werk bekeken? Voeg je kaartje en ander materiaal bij het verslag. Zoek minimaal één tekstbron over het museum, de tentoonstelling of het park/ de route en voeg deze bij je verslag. Wat is het belangrijkste dat je van deze tekst hebt geleerd wat je nog niet wist?
• •
verwachting? Licht je antwoord toe. Wat heeft de meeste indruk gemaakt? Geef in maximaal 100 woorden je oordeel over het gebouw. Onderbouw je mening met argumenten.
2. Vorm • • • •
•
Waar is het pand/het park oorspronkelijk voor bedoeld? Beschrijf eens hoe het pand/het park er uit ziet. Wat omvat de tentoonstelling? Hoe is de tentoonstelling ingericht? Welke middelen zijn er behalve de kunstwerken gebruikt om de tentoonstelling in te richten? Is de routing logisch/chronologisch/ thematisch? Licht je antwoord toe
3. Inhoud • • • • • •
Waar gaat de tentoonstelling over? Zegt de naam/de titel iets over de inhoud? Waarom is er voor deze inrichting van de tentoonstelling gekozen? Heeft dat te maken met de functie? Hoe wordt er extra informatie gegeven over het tentoongestelde? Is die informatie duidelijk/storend?
4. Functie •
17 Wat is het doel van de tentoonstelling?
5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je de tentoonstelling ging bekijken? Klopte je
29
Kijkwijzer scilderkunst, fotografie en ruimtelijk werk 1. Informatie • • • • • • • •
Wat is de naam van de kusntenaar? Wat is de titel van het kunstwerk? In welk jaar is het kunstwerk gemaakt? Wat zijn de afmetingen van het kunstwerk? Welke materialen zijn er gebruikt? Wat is de locatie van het kunstwerk? wanneer heb je het gezien Zoek minimaal één tekstbron over het object en voeg deze bij je verslag. Wat is het belangrijkste dat je van deze tekst hebt geleerd wat je nog niet wist?
•
4. Functie • 1. 2. 3.
2. Vorm •
• •
•
• • • •
Zijn er overeenkomsten tussen het kunstwerk en de zichtbare werkelijkheid? Is het kunstwerk: • realistisch? (geheel overeenkomstig de werkelijkheid?) • geabstraheerd of figuratief? (deels
overeenkomstig de werkelijkheid) abstract of non-figuratief? (geen overeenkomst met de zichtbare werkelijkheid) Is het kunstwerk 2- of 3-dimensionaal? Met welke materialen en technieken is het 2-dimensionale werk gemaakt? Met welke materialen is het 3-dimensionale werk gemaakt? Is het 3-dimensioanle kunstwerk gehakt/gemodelleerd (en daarna gegoten)/geassembleerd/anders, namelijk...?
• 3. Inhoud • •
30
Waar gaat dit kunstwerk volgens jou over? Levert de titel eventueel een aanwijzing voor je interpretatie? Met welke reden denk je dat de kunstenaar dit kunstwerk heeft gemaakt?
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Wil hij zijn mening of een bepaald idee overbrengen? Zo ja welke mening of welk idee dan?
4.
Wat is volgens jou de functie van het kunstwerk? Is het bedoeld als: Anekdote (ter illustratie van een verhaal of een gebeurtenis) Decoratie? (om van te genieten zonder bijbedoelingen) Oproep tot eigen interpretatie? (stimuleert de beschouwer zelf over het onderwerp na te denken en daar een mening over te vormen) Provocatie? (bedoeld om de
toeschouwer wakker te schudden/uit te dagen) 5. Uiting van persoonlijke gevoelens en gedachten van de maker? 6. Onderzoek naar de eigen kunstvorm?
(l’art pour l’art) 7. Meditatie
8. ‘Ter lering en vermaak’? 5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je het kunstwerk ging bekijken? Klopte jouw verwachting? Leg je antwoord uit. • Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt? • Geef in maximaal 100 woorden je oordeel over het kunstwerk (positief of negatief ). Beargumenteer je antwoord en verwerk in je betoog ook wat je bij de vragen hierboven hebt opgeschreven.
Kijkwijzer design 1. Informatie • • • • • •
Wat is de naam van de vormgever? Wat is de naam/titel van het object? Wanneer is het object ontworpen/gemaakt? Waar heb je het object gezien? Voeg je toegangsbewijs toe en eventueel een folder. Zoek minimaal één tekstbron over het object en de vormgever en voeg deze bij je verslag. Wat is het belangrijkste dat je van deze tekst hebt geleerd wat je nog niet wist?
2. Vorm •
• • •
Kun je aan de vorm zien wat voor functie dit object heeft? Is een gebruiksaanwijzing wenselijk? Is het object machinaal of ambachtelijk gemaakt? Van welk materiaal is het object gemaakt? Welke designmiddelen zijn gebruikt?
3. Inhoud • •
Waarom heeft de ontwerper het gemaakt? Wat wil de maker eventueel overbrengen op de gebruiker of verbeteren ‘in het leven’?
4. Functie • •
•
Waarvoor dient het object? Is het meer een kunstwerk of een gebruiksvoorwerp? Is er al eerder een voorwerp voor hetzelfde gebruik gemaakt? Wat zijn de eventuele verschillen en overeenkomsten? Vind je het een handig en veilig object?
5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je het voorwerp ging bekijken of gebruiken? Klopte deze? Licht je antwoord toe. • Wat heeft de meeste indruk gemaakt? • Geef in maximaal 100 woorden je oordeel over het gebouw. Onderbouw je mening met argumenten.
31
Kijkwijzer architectuur 1. Informatie • • • • •
Wat is de naam van het gebouw en wie is de architect? Wanneer heb je het gebouw bezocht? Waar staat het gebouw? Maak of verzamel foto’s van het gebouw. Zoek minimaal één tekstbron over het gebouw en de architect en voeg deze bij je verslag. Wat is het belangrijkste dat je van deze tekst hebt geleerd wat je nog niet wist?
2. Vorm •
•
Waarmee of waarvan is de huis van het gebouw gemaakt? (baksteen, glas, beton, hout, kunststof, ijzer, koper, aluminium, etc.) Past het materiaal bij de functie van het gebouw? Welke beeldende middelen heeft de architect gebruikt? Bekijk dit voor de binnenkant en buitenkant van het gebouw. Betrek daarbij de volgende zaken: licht (en schaduw, indirect licht) kleur, ruimte (groot/ klein, onderlinge verhoudingen, routing), muurvlakken (open/gesloten), omgeving (ten opzichte van andere gebouwen).
3. Inhoud •
Wat voor uitstraling heeft het gebouw? Denk aan: macht, vriendelijkheid, gezelligheid, openheid, milieuvriendelijk, etc.
4. Functie • •
Kun je aan het gebouw zien wat de functie is of moet je daarvoor echt naar binnen? Heeft het gebouw in de loop van de tijd verschillende functies gehad?
5. Jouw reactie • Wat verwachtte je toen je het gebouw ging bekijken? Klopte deze? Leg je
32
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
• •
antwoord uit. Wat heeft de meeste indruk gemaakt? Geef in maximaal 100 woorden je oordeel over het gebouw. Onderbouw je mening met argumenten.
Kijkwijzer erfgoed 1. Informatie • • •
Wat is de naam van het object? Waar en wanneer heb je het werk bekeken? Zoek minimaal één tekstbron over het object en voeg deze bij je verslag. Wat is het belangrijkste dat je van deze tekst hebt geleerd wat je nog niet wist?
2. Vorm • • •
•
Hoe ziet het object er uit? Beschrijf het eens. Van wat voor materiaal is het gemaakt? Is het object compleet/veranderd? Zijn er elementen toegevoegd in de loop van de tijd? Waar is het pand/het park oorspronkelijk voor bedoeld?
3. Inhoud en functie
• • •
Wat is de functie? Hoe is het gebruikt en is dat gebruik in de loop van de tijd veranderd? Is te achterhalen van wie het (eventuele) ontwerp is? Is het ontwerp functioneel: sluit het aan bij het doel waarvoor het object is gebruikt? Wat zijn de herkomst en de ouderdom?
4. Context • •
•
Waar bevindt het object zich en verhoudt dat zich tot zijn omgeving? Wat is de levensloop van het object? Wat heeft het allemaal meegemaakt? Hoe is het veranderd? Welke waarde heeft? Denk daarbij aan de financiële waarde, emotionele waarde, historische waarde, kunstwaarde, statuswaarde, etc.
5. Jouw reactie • Vind je het object mooi/lelijk? Waarom? • Wat betekent het object voor jou? Moet het behouden en beheerd blijven?
33
8. Boekverfilmingsanalyse Wat moet je doen? Ter afsluiting van de lessenserie over ‘Boek en Film’, moet een eindopdracht worden ingeleverd. Zodat je voldoende tijd hebt voor deze opdracht, beginnen we de lessenserie met het uitdelen ervan. Het is de bedoeling dat je een boekverfilmingsanalyse schrijft, waarvoor je een boek leest dat verfilmd is en je de betreffende film bekijkt. Vervolgens schrijf je aan de hand van de onderstaande punten een vergelijking van 1½ A4. Je gaat uit van wereldliteratuur dus
kinderliteratuur) en de verfilming
boeken die je eventueel ook kunt
daarvan bekijken, overleg dan eerst met
gebruiken voor je literatuurlijsten voor
de docent! Geef je uiteindelijke keuze
Nederlands, Engels, Duits en Frans. Als
door aan de docent!
je wilt mag je bijvoorbeeld ook (een vertaling van) Spaanse of Italiaanse
Hoe ga je te werk?
wereldliteratuur lezen, maar kies dan
Je boekverfilmingsanalyse bevat de
een boek en film in overleg met de
onderstaande punten, die je verwerkt in
docent. Als bijlage vind je een lijst
een lopend verhaal. De docent wil dus
met boektitels die in ieder geval zijn
geen lijst met vragen en antwoorden
toegestaan en die verfilmd zijn en die
zien. Voeg altijd een bronvermelding
je voor Nederlands kunt gebruiken. Wil
toe als je bijvoorbeeld gegevens van
je een ander boek lezen (bijvoorbeeld
internet of uit boeken haalt!
1. Zakelijke informatie (boek: schrijver,
7. Welke scène uit het boek is volgens jou
titel, uitgeverij, plaats, jaar, druk – film:
op de beste/leukste/mooiste/origineel-
regisseur, titel, land, jaar)
ste manier vertaald in de film? Licht je
2. Geef een korte samenvatting van het verhaal (max. één alinea/10 regels). 3. Wat heb je eerder gedaan: film kijken of boek lezen en waarom? 4. Zoek een recensie van het boek en een
keuze toe. 8. Verwerk in je boekverfilmingsanalyse teksten (citaten) uit het boek en de film, bijvoorbeeld wanneer je uitlegt waarom een scène zo opvallend was. Geef voor-
recensie van de film op. Wat vinden de
beelden om je verhaal te onderbouwen.
recensenten van het boek en de film?
Daarmee laat je zien dat je weet waar je
Vergelijk hun mening met die van jou
het over hebt.
zelf. Voeg de recensies bij je verslag.
9. Maak tijdens de uitwerking gebruik van
5. Welke was beter: boek of film? Leg uit
filmische termen die zijn behandeld
waarom. 6. Noem drie verschillen tussen het boek en de film die jou zijn opgevallen. Licht je keuze toe.
34
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
tijdens de lessen (zie stencils en Palet Film). Laat ook daarbij zien dat je weet waar je het over hebt.
Voorbeelden Nederlandse boekverfilmingen: 1. Turks fruit – Jan Wolkers (1969) / Paul Verhoeven (1973) 2. Hersenschimmen – J. Bernlef (1984) / Heddy Honigmann (1987) 3. Karakter – Ferdinand Bordewijk (1938) / Mike van Diem (1997) 4. De kleine blonde dood – Boudewijn Büch (1985) / Jean van de Velde (1993) 5. De aanslag – Harry Mulisch (1982) / Fons Rademakers (1986) 6. De avonden – Gerard Reve (1947) / Rudolf van den Berg (1989) 7. Vals licht – Joost Zwagerman (1991) / Theo van Gogh (1992) 8. De tweeling – Tessa de Loo (1993) / Ben Sombogaart (2002) 9. Twee koffers vol (Left Luggage) – Carl Friedman (1993) / Jeroen Krabbé (1998) 10. Phileine zegt sorry – Ronald Giphart (1996) / Robert Jan Westdijk (2003)
Enzovoort…
35
9. Voorbeeldverslag Een CKV-verslag is een handelingsdeel en kun je zien als een uitgebreide reactie op de kunstuiting die jij hebt bezocht. Alle verslagen samen vormen je kunstdossier, en daarmee de basis voor je eindgesprek. Met het verslag laat je bovendien zien hoe je met het vak CKV omgaat. Hoe meer tijd en aandacht je aan het verslag besteedt, hoe groter is de kans dat de beoordeling hoger zal uitvallen.
die dan bij (met bronvermelding!) en reageer daarop: wat verwacht je, waar ga je opletten? Maakt de recensie je enthousiast? Achteraf Het tweede onderdeel volgt nadat je de voorstelling hebt bezocht. Schrijf op wat je van de voorstelling is opgevallen. Ga in op de recensie die je vooraf hebt
Ieder verslag telt vier onderdelen: a. een voorblad met de zakelijke gegevens
van) een kunstwijzer in. Daarmee analyseer je wat je eigenlijk precies hebt gezien. Bij elke kunstdiscipline hoort een eigen
b. de kijkwijzer,
kunstwijzer. Zo let je bij theater
c. de reflectie
bijvoorbeeld op decor en perso-
d. de conclusie
nages, bij beeldend werk op de vorm, bij film op de acteerstijl,
Verder worden er eisen gesteld aan de vormgeving van het verslag, zie onder het tussenkopje
enz. Je vindt de kunstwijzers in dit boekje, maar ook op It’s Learning.
vorm. C. De reflectie A. De zakelijke gegevens Op het titelblad vermeld je op
Deze bestaat uit 2 onderdelen, vooraf en achteraf
overzichtelijke wijze: - Naam of titel van de culturele activiteit - Naam van de maker(s) en/of uitvoerende artiest(en) of ge-
Vooraf De voorbereiding op de culturele activiteit (Hoofdstuk 5 in dit boekje)
zelschap - Plaats en datum van de activiteit - Alle gegevens over klas, men-
Recensie Kunst bezoeken is vaak het leukst als je er van tevoren iets
tor, nummer van het verslag
over hebt gelezen. Zo heb je vast
etc.
wel eens besloten pas naar de film
Kortom, je vult dit blad vol-
te gaan nadat je de filmrecensie
ledig in.
las. Daarom hebben we het liefst dat je je op elke voorstelling
36
B. De kunstwijzer
voorbereidt. Als je inderdaad een
Bij elk verslag vul je (gedeelte
recensie o.i.d. hebt gelezen, voeg
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
bestudeerd. Noem daarbij ook bijzonderheden van wat je bij de kunstwijzer hebt opgeschreven. Recensie Als je vooraf geen recensie hebt bestudeerd ga je er nu wel een opzoeken. Je kunt via Krantenbank op school op eenvoudige wijze vinden wat er over jouw voorstelling is verschenen in de landelijke pers. Dit geldt ook voor muziekgroepen, films, exposities, schilders, fotografen, enzovoorts. Kies een of twee recensies uit, voeg ze bij je verslag en reageer er op. Dat gaat in het kort als volgt: Jan Jansen schrijft in het AD van 15 maart (zie bijlage) dat hij deze voorstelling goed vindt omdat de musici erg hun best doen (…). Ik ben het daar niet mee eens. Ze doen wel erg hun best, maar het klonk nergens naar. (…) Al met al heb ik me wel vermaakt, maar het concert was niet bepaald hoogstaand. Misschien had het met de akoestiek in de zaal te maken; die was erg slecht. (…)
Je vertelt dus eerst in eigen woorden wat de recensent vond en daarna of je het ermee eens
verrichten om de administratie goed te laten verlopen. Je verslag moet er verzorgd
bent of niet. Vergeet niet met
uitzien: let dus op het lettertype
argumenten te komen. We willen
en de pagina-indeling. Nummer
graag weten waarom precies je
altijd de pagina’s.
iets goed (of slecht) vindt. Gebruik voor de reflectie in het
Illustratie- en literatuurverantwoording.
totaal zo’n 300 woorden. Hoe meer woorden vooraf, hoe minder achteraf, en omgekeerd.
Vermeld aan het einde van je verslag al je bronnen. Dit geldt voor plaatjes en voor geraad-
D. De conclusie of
pleegde literatuur en/of recensies.
beoordeling
Op die manier toon je aan hoe je
Ga hier in op de eenvoudige
je verslag gemaakt hebt.
vraag: wat heeft het nu eigenlijk met je gedaan? Dus niet of je het goed of slecht vond als kunstuiting, maar wat er bij jou van binnen gebeurde. Het kan bijvoorbeeld best zijn dat je een voorstelling steengoed vond, maar dat je toch al na een week vergeten was waarover het ging. Of dat je een fototentoonstelling beresaai vond, maar dat je toch steeds aan die ene foto bleef denken. Als je verslag binnen een lesmodule op school viel, ga dan in op de inhoud van de lessen en gebruik deze informatie om te
Op de volgende pagina’s zie je een voorbeeld van een verslag zoals je het kunt doen.
verwoorden hoe je je op de voorstelling hebt voorbereid.
De
conclusie bestaat uit ongeveer 100 woorden. Vorm Je kunstmentor zal eisen stellen aan de vorm van je CKV-verslag. Bovendien zijn er een paar extra handelingen die je moet
37
38
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Filmverslag “La Maison Jaune” Rotterdams Filmfestival 13 juni 2013 Marieke van Wuustwezel A4H Docent: HKU
39
40
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
LA MAISON JAUNE FILMVERSLAG
1
41
Informatie Op de laatste zondag van het Internationaal Film Festival Rotterdam vindt elk jaar de Volkskrantdag plaats. Deze dag staat steevast in het teken van de publieksfavorieten. Om welke films het gaat, is iedere keer weer een verrassing. Van te voren kun je je inschrijven voor deze feestelijke filmdag, maar pas op de dag zelf wordt bekend gemaakt welke vijf films je die dag zult zien. Een echt voorbereiding is dus onmogelijk. Je kunt er alleen verwachtingloos heen gaan en de films over je heen laten komen. Dit jaar heb ik achtereenvolgens bezocht: La
maison jaune, Let the right one in, No country for old men, Go with peace Jamil en Dagen zonder lief. Ik verbaas mij echter ieder jaar opnieuw hoe geboeid ik een hele dag kan blijven kijken naar de onderling sterk verschillende films. De film waar ik dit verslag aan wil wijden is La maison jaune (Het gele huis; Amor Hakkar, 2007). Dit is de eerste film die ik zondag 3 februari zag, in de Rotterdamse Schouwburg. Ondanks dat ik deze film al om tien uur ’s ochtends heb bekeken, heeft La maison jaune die dag de meeste indruk gemaakt. Ik heb die dag genoten, maar de middag- en avondfilms konden voor mij niet tippen aan deze eerste film. Inhoud Ik ben diep ontroerd door het prachtige acteerwerk van Amor Hakkar als vader Mouloud. De liefde voor zijn gezin is zeer subtiel, maar overtuigend weergegeven. De emoties die hij verbeeldt, hebben een direct effect op je eigen emoties als toeschouwer. Je kunt niet anders dan met hem en zijn gezin meevoelen.
La maison jaune gaat over een eenvoudig Berbergezin bestaande uit een vader (Amor Hakkar als Mouloud), een moeder (Tounés Ait-Ali als Fatima) en drie dochters (waaronder Aya Hamdi als Alya). Op een dag krijgen ze bericht dat hun zoon en broer Belkacem, die in militaire dienst is, is verongelukt. Mouloud besluit het lichaam van zijn zoon vanuit de heuvels van het Aurèsgebergte op te gaan halen in de grote stad Batna. In een groot gedeelte van de film wordt de reis van de vader op zijn tractor verbeeld. Het tweede gedeelte van het verhaal gaat over de gebeurtenissen die plaatsvinden na de begrafenis. Vooral Fatima heeft grote moeite met het verwerken van haar verdriet en haar man doet een aantal ontroerende pogingen om zijn vrouw weer op de been te krijgen. De scène die me het meest is bijgebleven, is die waarbij Mouloud de stad in gaat om zijn groente te verkopen, maar tussendoor snel een (zeer eenvoudige) apotheek binnen gaat. Hij vraagt de apotheker om een middel tegen verdriet. Uit het stellen van deze naïeve vraag blijkt wel de eenvoudige levensstijl van het gezin, maar tegelijkertijd ook de liefde van de man voor zijn vrouw. De apotheker raadt de man vervolgens aan, bij gebrek aan een beter medicijn, zijn huis geel te schilderen. Daar zal zijn vrouw wel van opvrolijken. De relatie tussen vader Mouloud en zijn oudste dochter Alya is hecht. Na het overlijden van hun zoon en broer, steunt Mouloud erg op zijn dochter. Zij helpt hem de routine van alle dag te hervinden en moeder Fatima op te vrolijken. De relatie die de twee met elkaar hebben, is mooi
2
42
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
weergegeven. Hun onderlinge verstandhouding en liefde voor elkaar zit hem niet in de gesprekken die ze voeren. Een kleine aanraking of een enkele blik van de één is voldoende voor de ander om te weten waar behoefte aan is. Zij vullen elkaar aan en dat is te zien, wat te danken is aan hun prachtige acteerprestaties. Functie Het verhaal is fictioneel, maar uit het bijgevoegde artikel blijkt dat de regisseur, Amor Hakkar die ook de rol van Mouloud vertolkt, deze film heeft gemaakt naar aanleiding van het overlijden van zijn eigen vader. Deze film is niet gebaseerd op een waar gebeurd verhaal, maar een ware gebeurtenis is wel aanleiding geweest voor de productie ervan. Ook Hakkar worstelde met het verlies van een geliefde. Daarnaast is hij zelf van Algerijnse afkomst (maar woonachtig in Frankrijk) en heeft hij deze film willen wijden aan dat gedeelte van zijn identiteit. Doordat de regisseur tevens de hoofdrolspeler is, krijgt de film een extra lading. Dat is helemaal het geval als je weet waarom de film is gemaakt. De werkelijkheid lijkt hierdoor toch met het verhaal te zijn vervlochten. Het zou kunnen dat het hier niet alleen gaat om de presentatie van enkele gebeurtenissen, maar ook om de ontwikkeling van een personage, namelijk Mouloud, die het verdriet om zijn overleden zoon moet verwerken en tegelijkertijd voor zijn familie moet zorgen. Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met de ontwikkeling die Amor Hakkar in werkelijkheid heeft moeten doormaken toen zijn vader overleed en hij verantwoordelijk was voor de begrafenis van zijn vader. Deze gebeurtenis zou een verklaring kunnen zijn voor de ontroerende acteerprestaties. Vorm Ontroerende scènes, zoals de scène waarin het eenvoudige huisje in de bergen geel wordt geschilderd, worden indrukwekkender door de muziek die is gebruikt. Tijdens enkele scènes zijn hele dramatische Arabische liederen te horen, die heel bepalend zijn voor de sfeer van de film. Ze dringen tot je door en maken opnieuw emoties bij je los. Behalve het acteerwerk en de muziek zijn mij, met name de landschappen opgevallen. De meeste scènes zijn buiten opgenomen. Daarnaast is er veel gebruik gemaakt van lange overzichtshots. Er zijn bijvoorbeeld mooie opnamen gemaakt van het berglandschap waar het gezin woont. Op die manier is de nadruk gelegd op de uitgestrektheid van het landschap. Opmerkelijk is dat dergelijke opnamen niet alleen zijn gemaakt van het berglandschap, maar ook van de stad en de wegen. Wanneer de vader naar de stad rijdt op zijn tractor om het lichaam van zijn zoon op te halen en hij een dag en een nacht onderweg is, is hij te zien in een groot totaal kader. Hierdoor lijkt het alsof je gedurende zijn reis van een afstandje naar hem kijkt, terwijl hij zich in een heel trieste situatie begeeft. Je krijgt de aandrang om dichterbij te willen kijken. De filmische middelen hebben er dus toe geleid, dat je als toeschouwer een gevoel van medeleven krijgt.
3
43
Gedurende de film zijn eigenlijk maar weinig close-ups te zien. Pas aan het eind, wanneer de vader beseft dat de ‘witte doos’ die bij de koffer van zijn zoon had gelegen een cassette bevat met ‘plaatjes’ van zijn zoon, komt daar verandering in. In werkelijkheid gaat het om een videocassette met een boodschap van zijn zoon, die is opgenomen vlak voordat hij is overleden, waarin hij zijn ouders en zussen vertelt dat hij ze mist en bijna naar huis komt. Voor het opnemen van deze boodschap is alleen gebruik gemaakt van een close-up. Dit filmpje vormt daarom een contrast met de rest van de film. Je voelt aan dat dit het einde van de film is en dat die laatste boodschap van de zoon is waar het gezin op heeft gewacht. Mening De schoonheid van deze film zit hem in de puurheid van de personages. De emoties zijn oprecht en de details zorgvuldig uitgewerkt, zoals bij het bezoek aan de apotheek en de opnames van de vader op zijn tractor. De nadruk wordt gelegd op hechte en onvervangbare familiebanden. Dat is dan ook de reden dat het verhaal herkenbaar is, maar toch zo ver van je af lijkt te staan, want niemand hoopt ooit een dergelijk tragische gebeurtenis mee te maken in zijn/haar familie. Daarnaast kan het zijn dat je je als westerse filmkijker moeilijk kunt verplaatsen in de levensomstandigheden van de personages, zoals ook in de recensie wordt aangegeven. Overigens kun je tegelijkertijd niet anders dan er verliefd op worden. Ik kan dan ook niet anders zeggen dan dat je deze ontroerende film gezien moet hebben.
4
44
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
5
45
La maison jaune De indrukwekkende Algerijnse film ‘La maison jaune vertelt het verhaal over een liefdevolle boerenfamilie in het Aures gebergte, bestaande uit vader, moeder, drie dochters en een zoon. Al in de eerste scène krijgt het gezin te horen dat hun zoon Belkacem, die in het leger zat, overleden is na een auto-ongeluk. Vader Mouloud (Amor Hakkar) gaat met zijn kleine tractor naar de stad Batna om daar het lichaam van zijn zoon op te halen, zodat hij het kan begraven. De hele nacht rijdt hij door om zijn zoon zo snel mogelijk mee te kunnen nemen. Als Belkacem begraven is, blijkt moeder (Tounés Ait-Ali) veel moeite te hebben met de dood van haar zoon en doet Mouloud er alles aan om zijn vrouw weer op te vrolijken. Hij verft het huis geel, regelt een hond en zelfs een televisie om een video-opname van Belkacem te kunnen zien. ‘La maison jaune' is zeer de moeite waard, omdat de film met een klein verhaal veel weet te vertellen over zowel de betreffende familie als over Algerije zelf. Zo zijn de mensen die Mouloud onderweg naar Batna tegenkomt erg behulpzaam, terwijl hij met behoorlijk wat problemen kampt om in de stad te komen. Mouloud kan niet lezen en daardoor niet vinden waar hij precies zijn moet. Een taxichauffeur rijdt voor hem uit naar het juiste adres. Het is een hulpvaardigheid, die in de snelle, westerse samenleving nauwelijks meer voor komt. Amor Hakkar heeft zijn verhaal bijzonder mooi in beeld gebracht. De beelden van de woonomgeving van de familie en van de rit naar Batna zijn prachtig. Mouloud krijgt halverwege zijn rit een zwaailicht van de politie voor op zijn verder onverlichte tractor, zodat hij zichtbaar is op de weg. Door het donker zie je Mouloud zonder te stoppen met het zwaailicht op zijn tractor over stille wegen rijden, om zijn zoon maar op te kunnen halen. Bij zulke beelden zijn woorden overbodig. Het enige kritiekpuntje op ‘La maison jaune' is dat de acteerprestaties van Tounés Ait-Ali als moeder Tatima te wensen overlaten. Toch is ook dit geen echt bezwaar, omdat zij geen grote rol speelt in de film. Amor Hakkar en Aya Hamdi als Mouloud en dochter Alya zetten wel een prima acteerprestatie neer. Amor Hakkar is weliswaar geboren in Algerije, maar is voor zijn eerste verjaardag met zijn ouders vertrokken naar Frankrijk. Daar is hij opgegroeid en daar heeft hij gestudeerd. Pas in 2002 is Hakkar teruggegaan naar het Aures gebergte in Algerije om zijn vader te begraven. Terug in Frankrijk schreef hij het script voor ‘La maison jaune'. Momenteel is hij bezig met een Franstalige film genaamd ‘Quelques jours de répit'. Hopelijk is dit net zo'n juweeltje als zijn voorganger. Wietske Uneken
6
46
CKV Informatieboek • © Insula College 2010
Bronvermelding Afbeeldingen Filmposter: http://www.vkblog.nl/pub/mm/tempest/652/Image/films/la%20maison%20jaune%20affiche.jpg Tounés Ait-Ali als moeder Fatima: http://www.filmfestivalrotterdam.com/ned/programma/programmaschema/film.aspx?id=35d406ff651f-4870-b86e-0ebfa3fde181, gedownload op 9 februari 2008 Aya Hamdi als dochter Alya: http://www.agoravox.fr/IMG/La_Maison_jaune_01.jpg, gedownload op 9 februari 2008 Gele huis: http://war3ad-nella.blogspot.com/2007/10/akham-awregh-leeds.html, gedownload op 9 februari 2008 Logo Internationaal Film Festival Rotterdam: http://www.nftvm.nl/uploads/iffr.jpg, gedownload op 9 februari 2008 Amor Hakkar als vader Mouloud: http://mediablog.romandie.com/get/2132/maisonjaune.jpg, gedownload op 9 februari 2008 Artikel
Daily Tiger, ‘La maison jaune’, 37th International Film Festival Rotterdam, Volkskrantdag, 3 februari 2008 Recensie http://www.movie2movie.nl/r64334-Recensie-La-Maison-jaune.html, gedownload op 9 februari 2008
7
47
© sectie CKV Insula College 2010
48
CKV Informatieboek • © Insula College 2010