Rapport jeugdwerk en online tools

Page 1

Vrijwilligers engageren en laten samenwerken via online tools – exploratief onderzoek binnen innovatieve jeugdwerkprojecten

Peter Van Mullem Opleiding bachelor in sociaal werk Arteveldehogeschool Gent - september 2015

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

1


Inhoudsopgave 1

2

Inleiding ........................................................................................................................................... 4 1.1

Situering van het onderzoek ................................................................................................... 4

1.2

De onderzoeksvraag ................................................................................................................ 6

1.3

Doelgroep ................................................................................................................................ 7

1.4

Innovatieve projecten ............................................................................................................. 7

1.5

Online tools ............................................................................................................................. 8

1.6

Co-creatie – coproductie – co-participatie of crowdsourcing ................................................. 8

1.7

De onderzoeksvraag bijgesteld ............................................................................................... 8

Methodiek ..................................................................................................................................... 10 2.1

Overzicht ............................................................................................................................... 10

2.2

FASE 1 .................................................................................................................................... 11

2.2.1

Oriënterende gesprekken.............................................................................................. 11

2.2.2

Resultaten van de gesprekken ...................................................................................... 11

2.2.3

Bestaande smartphone-apps voor het jeugdwerk ........................................................ 12

2.2.4

Een evaluatie van de bestaande smartphone-apps in het jeugdwerk .......................... 13

2.2.5

Online tools voor interne participatie ........................................................................... 15

2.3

3

FASE 2 .................................................................................................................................... 16

2.3.1

Inleiding ......................................................................................................................... 16

2.3.2

Overzicht en samenvatting van de resultaten van de steekproefbevraging................. 17

Resultaten...................................................................................................................................... 21 3.1

Welke tools worden gebruikt? .............................................................................................. 21

3.1.1

Facebook 'heerst' .......................................................................................................... 21

3.1.2

Opvallend: sms en e-mail worden niet gebruikt ........................................................... 22

3.1.3

Alle andere online tools zijn marginaal in gebruik ........................................................ 22

3.1.4

Elke organisatie haar App? ............................................................................................ 22

3.2

Een typologie van de gebruikte online tools ......................................................................... 23

3.3

Komt alle heil van de online tools? ....................................................................................... 23

3.4

Enkele principes die af te leiden zijn uit het onderzoek ....................................................... 24

3.4.1 Het introduceren van online tools die de doelgroep niet gebruikt, maakt weinig kans op slagen. ...................................................................................................................................... 24 3.4.2

Mediawijsheid: er is weinig of geen uitgesproken aandacht voor online privacy ........ 25

3.4.3 De mediawijsheidcompetenties van de verantwoordelijken van de organisatie of het project zijn bepalend . ................................................................................................................... 25 3.4.4

De doelstellingen van de organisatie of het project zijn bepalend. .............................. 26

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

2


3.5

4

Aanbevelingen ....................................................................................................................... 26

3.5.1

Uitdagingen voor de jeugdsector .................................................................................. 26

3.5.2

Uitdagingen voor het brede sociaal cultureel werk ...................................................... 26

3.5.3

Online tools als leeromgeving ....................................................................................... 27

3.5.4

Niet de online tool maar de doelgroep staat centraal .................................................. 27

3.5.5

Eerder een website dan een app ................................................................................... 27

3.5.6

Mediawijsheid ............................................................................................................... 28

3.5.7

Ontwikkeling van (urban) games als participatie en educatieve methodiek ................ 28

3.5.8

Aandacht voor de lancering en promotie van online tools ........................................... 28

3.5.9

Expertisedeling .............................................................................................................. 28

Discussie ........................................................................................................................................ 30 4.1

De relevantie van de onderzoeksvraag ................................................................................. 30

4.2

Noden of blinde vlekken? ...................................................................................................... 31

4.3

Gemiste kansen ..................................................................................................................... 31

Verwijzingen .......................................................................................................................................... 32

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

3


1 INLEIDING 1.1 SITUERING VAN HET ONDERZOEK Ongeveer de helft van de Vlaamse bevolking is actief en vrijwillig lid van een vereniging, en heel veel mensen zijn ook betrokken bij een of andere vorm van vrijwilligerswerk. Het verenigingsleven blijft een belangrijke rol spelen in de Vlaamse samenleving. De survey van de Sociale Cohesie Indicatoren voor Vlaanderen uit 2009 toont aan dat de participatie aan het verenigingsleven nog toeneemt, behalve voor verenigingen die werven op basis van onvrijwillige persoonskenmerken zoals geslacht (vrouwenverenigingen) en leeftijd (verenigingen voor gepensioneerden), zoals bij veel verenigingen uit het sociaal cultureel volwassenenwerk het geval is. Het zijn vooral specifiek verenigingen die werven op basis van zelfgekozen kenmerken zoals interesse ( hobbyclub) en sport (sportverenigingen) die in de lift zitten. Uit onderzoek van de Koning Boudewijnstichting (KBS) blijkt dat het Vlaamse middenveld op diverse manieren omgaat met online tools voor het faciliteren en stimuleren van engagement. Online tools worden gebruikt voor interne en externe communicatie, administratie, als methodiek om rond bepaalde thema’s te werken,… (Carpentier, 2014) Het eerste resultaat van dit onderzoek is een typologie die het online mediagebruik binnen middenveldorganisaties beschrijft . De horizontale as van deze typologie bestaat uit het spectrum ‘interne gerichtheid – intern/externe gerichtheid – externe gerichtheid’ en definieert het doel van het mediagebruik op vlak van ‘richting’: gaat het over interne processen (bijvoorbeeld administratie), externe processen (bijvoorbeeld ledenwerving) of een combinatie van de twee. De verticale as definieert mediagebruik op vlak van ‘diepte op het spectrum ‘toegang – interactie – participatie’. ‘Toegang’ impliceert de mogelijkheid tot gebruik van technologie of inhoud en het contact met of informatie over mensen en de organisatie. ‘Interactie’ behandelt het ‘vestigen van socio-communicatieve relaties’, terwijl ‘participatie’ een stap verder gaat: Participatie voegt een machts-en belangenelement toe (wat verder gaat dan ‘interactie’) en geeft actoren de kracht om mee te wegen op besluitvorming.

Bovenstaande figuur geeft praktijken weer op intern niveau, dus vooral binnen de organisatie. Omdat we in ons zaaiproject vooral geïnteresseerd zijn in de koppeling tussen intern en extern (vb. beroepskracht en het werven, bestendigen en activeren van vrijwilligers), is dit niet het niveau waarop we ons willen toeleggen.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

4


Voor het zaaiproject zijn dan ook vooral de praktijken die intern en extern niveau met elkaar verbinden van belang: ze vormen een brug tussen organisatie en de buitenwereld. Om verder af te bakenen, kiezen we binnen dit spectrum van praktijken voor het niveau van participatie. Vooral coproductie en co-creatie interesseren ons omdat deze manieren van werken een verregaande vorm van participatie inhouden waar de deelnemer een grote mate van autonomie en ownership krijgt toebedeeld. We benoemen dit verder ook als 'crowdsourcing'.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

5


Het derde, louter externe niveau bevindt zich eerder op macroniveau; de organisatie als onderdeel van een breed-maatschappelijke context en actor tussen andere actoren. Omdat we specifiek willen onderzoeken hoe er kan worden gewerkt met online tools en vrijwilligers, nemen we dit niet mee in het zaaiproject. Ook al willen we hierbij aangeven dat het onderscheid in de prakrijken die wij onderzoeken tussen de beide niveaus door elkaar lopen. Participatie waarbij jongeren als vrijwilliger bijvoorbeeld culturele of journalistieke projecten uitwerken en daarbij gefaciliteerd en begeleid worden vanuit een organisatie bevinden zich voortdurend op de scheidingslijn tussen het interne en externe niveau. (Carpentier, 2014)

1.2 DE ONDERZOEKSVRAAG De oorsprong van de onderzoeksvraag van dit zaaiproject gaat terug op een initieel idee dat zou peilen naar de mogelijke ondersteuning van het sociaal cultureel werk in het ontwikkelen en implementeren van open source software. Deze initiële vraag was breed en smal tegelijkertijd. Breed in de doelgroep die zou onderzocht worden: het sociaal cultureel werk in Vlaanderen. Smal, wanneer het gaat om het onderwerp van de vraag: open source software. Daarbij werden verschillende pistes verkend, voorafgaand aan het indienen van het uiteindelijke PWO. Eén ervan was om te gaan onderzoeken op welke manier vrijwilligersorganisaties gebruik maken van open source software om interne (bv. ledenbeheer, administratie, communicatie) en externe (bv. werving, externe communicatie,…) aspecten van de organisatie te beheren. De onderzoekers zouden daarbij verschillende profielen van vrijwilligersorganisaties moeten onderscheiden inzake het gebruik van software. Verder zou er onderzocht worden welke software door welke type van organisatie gebruikt wordt en met welke doeleinden. Op basis hiervan zouden er noden en behoeften in de sector van het sociaal cultureel werk kunnen gedetecteerd worden. Omdat we ervan uitgingen dat er al heel wat software gebruikt wordt in het sociaal cultureel werk, zou het ontwikkelen van een PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

6


kennisplatform, waar de verzamelde kennis zou kunnen gedeeld worden en waarop een tool zou terug te vinden zijn waarmee organisaties hun noden en behoeften zouden kunnen detecteren.

1.3 DOELGROEP Na veel wikken en wegen werd besloten om de vraag en de ambities bij te stellen. Het onderzoek van de KBS (Carpentier, 2014) dat mede als basis diende voor de uitwerking van de onderzoeksvraag, neemt het hele middenveld in beschouwing. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen sociale sector, culturele sector, gezondheidssector, ontwikkelingssamenwerking, milieu, sport, politiek, ideologie en geloof, hobby en vrije tijd en ‘andere’. Het doelpubliek van dit zaaiproject werd vernauwd tot het jeugdwerk. Omdat zelfs onder ‘het jeugdwerk’ in Vlaanderen een bijzonder ruime doelgroep aan organisaties en methodieken valt, richten we ons in dit onderzoek nog meer specifiek op innovatieve projecten binnen dat jeugdwerk. Enerzijds doen we dit om praktische redenen: ‘het middenveld’ als zodanig is een bijzonder breed onderzoeksveld en anderzijds vanuit de vaststelling dat het jeugdwerk omwille van zijn doelgroep sterk betrokken is op de ‘digital native’: de jongere van na 1980 bij wie het internet een belangrijke plaats heeft ingenomen in de leefwereld. Dit voedt ons vermoeden dat vooral in het jeugdwerk heel wat innovatieve praktijken zullen terug te vinden zijn die online tools inzetten om projecten uit te werken en te werken aan coproductie en co-creatie. Deze good practices zouden wellicht later vertaald kunnen worden naar andere sectoren uit het sociaal-cultureel werk.

1.4 INNOVATIEVE PROJECTEN Omdat ook het jeugdwerk op zich een zeer breed spectrum omhelst, verkiezen we om specifiek te zoeken naar innovatieve projecten binnen dit jeugdwerk. Net omdat deze projecten een voorhoederol aannemen (enerzijds uit eigen initiatief en anderzijds onder overheidsimpuls), lijkt het ons evident dat zij ook meer innoverend kunnen zijn in het toepassen van online tools in het engageren en samenwerken met vrijwilligers met het oog op coproductie en co-creatie. In dit onderzoek gaan we ervan uit dat er enerzijds het klassieke jeugdwerk is dat zich naar organisatie en methodiek grotendeels offline afspeelt, afgezien van de online communicatie en uitwisseling van informatie die gebeurt via populaire sociale media. Daarnaast bestaat er een niche van organisaties en jongeren die op een innovatieve manier bezig zijn met jeugdwerk. Zij kunnen zowel offline als online bezig zijn. We gaan ervan uit dat in deze niche meer en op andere manieren online gewerkt wordt. Deze ervaringen zichtbaar maken om op die manier inspirerend te werken naar het bredere (klassieke) jeugdwerk kan de maatschappelijke meerwaarde van dit onderzoek vormen. Binnen het jeugdwerk vinden we verschillende bronnen voor innovatie terug. Onder andere het subsidiereglement voor experimenteel jeugdwerk is één van de impulsen die vanuit de overheid wordt gegeven om nieuwe vormen van jeugdwerk te exploreren. Er kunnen nogal wat vragen gesteld worden bij de term ‘innovatie’. Gaat het in dit onderzoek over het inzetten van online tools om het jeugdwerk te innoveren? Gaat het over innoveren in het gebruik van online tools in het jeugdwerk? Moeten we ons wel richten op de praktijk van de ‘early adopters’? Daarom dringt zich een keuze en een definitie op van welke soort innovatie onderwerp is van dit onderzoek. Binnen het jeugdhuiswerk vinden we vernieuwende praktijken terug. Bijvoorbeeld Formaat, de federatie van jeugdhuizen in Vlaanderen ondersteunt 56 projecten in 2015. Innovatieve projecten zien we in dit onderzoeksproject als die projecten binnen het jeugdwerk die op een vernieuwende en originele manier jongeren samenbrengen, dit kan thematisch zijn (vb. jeugdhuizen die inzetten op artistieke expressie of ondernemerschap ) of methodisch (vb. serious games, online journalistiek of digital storytelling). PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

7


1.5 ONLINE TOOLS Het onderwerp zelf van het onderzoek werd geheroriënteerd naar ‘online tools’ die ingezet worden bij het engageren en laten samenwerken van vrijwilligers. De term 'sociale media' is te eng en staat slechts voor een verzamelnaam van internettoepassingen die gebruikt worden voor het delen van informatie en meningen. De publicatie van het KBS-onderzoek (Carpentier, 2014) gebruik de term ‘online media’. In vele andere publicaties ( (Manovich, 2001) en in het dagelijks taalgebruik wordt overigens in dit verband wel meer gesproken over ‘nieuwe media’. Deze term zal hier niet gebruikt worden, aangezien de ‘nieuwe media’ al decennialang deel uitmaken van onze leefwereld. De zogenaamde ‘nieuwe media’ kunnen in dat opzicht bezwaarlijk nog ‘nieuw’ genoemd worden. Een andere term die vaak gebruikt wordt is ‘digitale media’. Mediaraven vzw profileert zich als een jeugddienst die werkt rond informeren, communiceren, participeren, animeren en creëren met ‘digitale media’. Zij gebruiken de term om het geheel van zowel alle vormen van actuele toepassingen en media, als alle vormen van digitale content, als alle mogelijke netwerken te coveren. (Mediaraven, 2015) Omdat onder digitale media ook hardware zoals digitale fototoestellen, computers, … omvatten en dit geen onderdeel vormt van dit onderzoek, weerhouden we ook deze term niet. Om duidelijkheid te scheppen, stellen we een bredere en neutralere omschrijving voor, met name: 'online tools'. Door gebruik te maken van deze term, komt de klemtoon te liggen op de connectiviteit (‘online’) en komen alle vormen (‘tools’) in aanmerking en neutraliseren we de gebruikte hardware. De gebruikers van online tools kunnen een diversiteit aan online media en hulpinstrumenten (tools) gebruiken die kunnen zorgen voor een online manier van samenwerken, coproductie en co-creatie. Op die manier vormen zij een aanvulling op het offline gebeuren.

1.6 CO-CREATIE – COPRODUCTIE – CO-PARTICIPATIE OF CROWDSOURCING Co-creatie is een manier om de doelgroep te betrekken bij een innovatief project (bijvoorbeeld samen een manier ontwerpen om jongeren op een innovatieve manier te laten in contact te laten komen met de arbeidsmarkt). Coproductie is een manier om de doelgroep te laten samenwerken aan een product (bijvoorbeeld samen een originele fuif op het getouw zetten), co-participatie kan dan weer een manier zijn om te participeren aan het interne beleid van een organisatie, het beleid van een overheid, de uitvoering en invulling van participatieprojecten. In dit onderzoek focussen wij op deze drie vormen van ‘participatie’, waarbij wij eveneens zouden kunnen spreken over ‘crowdsourcing’ omdat elk van de projecten die wij voor ogen hadden en eventueel gecontacteerd hebben een beroep doen op de bijdrage van de vrijwilligers om de doelstellingen van het project te bereiken. We kunnen in dit verband de jonge doelgroep omschrijven als ‘prosumers’. Jongeren die hun vrijetijd invullen door deel te nemen aan activiteiten en projecten in het jeugdwerk en daarbij op één of andere manier en in meer of mindere mate een actieve bijdrage leveren aan de activiteiten of de projecten van de organisatie.

1.7 DE ONDERZOEKSVRAAG BIJGESTELD Het zaaiproject in het kader van PWO zou tenslotte de volgende vragen verkennen: 1. Welke online tools m.b.t. het faciliteren van participatie, coproductie en co-creatie van vrijwilligers worden gebruikt bij innovatieve projecten uit het jeugdwerk? 2. Op welke manier kunnen we de opgebouwde expertise borgen en ontsluiten voor het brede jeugdwerk en het middenveld?

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

8


Hiermee sluit de onderzoeksvraag aan bij de onderzoeksvraag van de KBS die als volgt geformuleerd was: Hoe worden online media dan gebruikt om dit sociaal engagement te versterken? En meer specifiek, hoe worden deze online media daarvoor in en door het middenveld gebruikt?

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

9


2 METHODIEK 2.1 OVERZICHT Het onderzoeksproject is van bij de aanvang een verkennend onderzoek geweest. Dit verkennend onderzoek was doorgaans een informeel onderzoek om achtergrondinformatie te verkrijgen over de aard van het onderzoeksprobleem op basis van voortschrijdend inzicht. Het aanvankelijke deskresearch en de oriënterende gesprekken uit de eerste fase waren bedoeld om:     

meer achtergrondinformatie te verkrijgen de begrippen die gehanteerd zouden worden te definiëren de situatie in het jeugdwerk beter te kunnen kaderen de onderzoeksvraag op een kritische manier te verhelderen onderzoeksprioriteiten vast te stellen

Literatuuronderzoek liet enerzijds toe om verder te bouwen op het onderzoek van de Koning Boudewijn Stichting (Carpentier, 2014) en anderzijds inzicht te verwerven in de kaders en modellen die aangewend worden in dit verband. Via deskresearch kon verder na gegaan worden:    

welke organisaties in aanmerking kwamen om nader te onderzoeken welke tools die organisaties inzetten om te communiceren met hun doelgroep en om vrijwilligers te engageren welke de recente technologische evoluties zijn op welke manier de verschillende online tools aangewend worden.

Een flink deel van de tijd werd besteed aan    

open gesprekken met belangrijke stakeholders op dit vlak het opstellen van een vragenlijst voor de bevraging van een reeks organisaties en projecten de bevraging van verantwoordelijken van innovatieve projecten in het jeugdwerk het verwerken van de resultaten uit de bevraging

Bij de bevraging van de verantwoordelijken van innovatieve projecten in het jeugdwerk werden volgende vragen behandeld: 

Zet de organisatie in functie van haar project(en) volgende online tools in, in functie van participatie, co-creatie, coproductie? o Een website o Facebook o E-mail o SMS o Whatsapp o Instagram o Snapchat o Skype

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

10


  

o Pinterest o Online tools om documenten te delen, zoals Onedrive, Dropbox, Box,… o Andere tools die niet eerder werden vernoemd Welke doelgroep trachten jullie te bereiken met de online tools die aangewend worden? Welke doelstellingen willen jullie realiseren door het aanwenden van deze tools? Zijn er doelstellingen die jullie zouden willen realiseren, maar waarbij het jullie ontbreekt aan een adequate (online) tool?

De bevraging van de verantwoordelijken van de projecten had niet de bedoeling een representatieve steekproef te zijn. De bedoeling bestond erin om op basis van een steekproef tendensen te duiden in het gebruik en de toepassing van online tools binnen dit soort projecten.

2.2 FASE 1 2.2.1

Oriënterende gesprekken

In de maanden september tot november kwam het erop aan in dit onderzoek klaarheid te scheppen in een verdere afbakening van een aantal inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

De gesprekken die gevoerd werden in de loop van januari en februari hadden een oriënterende doelstelling. De nadruk in deze eerste fase lag op verkennende gesprekken met actoren die vanuit hun expertise richting konden geven aan het onderzoek in functie van:   

het uitzuiveren van de terminologie die gebruikt werd in de projectomschrijving, het verzamelen van bronnenmateriaal om het onderzoeksproject te onderbouwen en het op het spoor komen van voorbeelden van innovatieve projecten in het jeugdwerk.

Drie experten op drie verschillende terreinen werden bevraagd in deze oriënterende gesprekken:   

De Ambrassade: Anneleen Ophoff, verantwoordelijke communicatie. Arteveldehogeschool, onderzoeks - en dienstverleningscentrum Core (COmmunication REsearch): Geert Stox. Socius: Hugo Callens, webmaster van de Socius-sites en verantwoordelijk voor toepassingen van informatie- en communicatietechnologie in het sociaal-cultureel werk binnen de organisatie.

In het kader van de opmaak van het definitieve onderzoeksrapport werden begin juli 2015 nog afsluitende gesprekken gedaan met Andy Demeulenaere van Mediawijs.be het Vlaamse Kenniscentrum voor Mediawijsheid en Seppe Van Pottelberghe communicatieverantwoordelijke van Kazou de jeugddienst van de Christelijke Mutualiteit. 2.2.2

Resultaten van de gesprekken

Uit de oriënterende gesprekken kwamen reeds een aantal zaken naar duidelijk voren die richtinggevend waren voor het onderzoek. Over de keuze voor de online tools waarmee gewerkt kan worden:

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

11


● Op het vlak van communicatie en samenwerking met de doelgroep gebruik je als jongerenorganisatie bij voorkeur de tools en platforms die de doelgroep zelf gebruikt. Bestaande platforms die organisaties zouden creëren om met jongeren te communiceren hebben weinig kans op succes. Jongeren zijn opgegroeid in een digitale wereld. Zij gebruiken dagelijks een aantal online tools om te communiceren en allerlei zaken te delen. (Ophoff, 2015) ● Eigen aan deze doelgroep is eveneens de mix tussen informele communicatie en formele communicatie. (Ophoff, 2015) (Callens, 2015) ● Een online tool zoals de vi.be website van Poppunt is een uitzondering op de regel. Het vergt een bijkomend account en is op die manier een extra platform dat je vrijwillig opvolgt of waar je actief op bent. (Callens, 2015) De noodzaak van deze tool werd ook geafficheerd op de website van Vi.be met een citaat van Luc van Acker: “Natuurlijk zaten we niet te wachten op een Vlaamse MySpace. Maar nu hij er is in de vorm van vi.be blijkt hoe absoluut NOODZAKELIJK dit was! A new community is born! Alive and Kicking! Lang leve Poppunt!” (Van Acker, 2015) ● Het gebruik van een online tool valt samen met (het aantal) de gebruikers die de tool gebruiken en de mogelijkheden die de tool biedt. (Stox, 2015) ● Indien Facebook nog meer features biedt dan zullen gebruikers wellicht nog meer features binnen het platform gebruiken. (Stox, 2015) ● Facebook is voor jongeren een sociaal medium dat ze nu eenmaal gebruiken. Daar moet je dus zijn om te communiceren. (Stox, 2015) ● Facebook is voorlopig toch een blijver. Ondanks de privacy issues zal deze tool blijven (groeien). (Stox, 2015) ● Vanwaar de keuze voor een bepaalde tool van en organisatie? Die keuzes zijn eerder intuïtief of toevallig. De motieven zijn secundair. Maar belangrijk lijkt de vraag: hoe gaan mensen er mee om? Wat speelt mee in die intuïtieve keuze? Wat levert dit op? Meerwaarde van het gebruik van deze of gene online tool. (Callens, 2015) ● Als ze de keuze hebben gebruiken ze de tools die ze kennen. (Callens, 2015) Over de aanpak en de mogelijk beperkte resultaten van het onderzoek op basis van de geformuleerde onderzoeksvraag: 

2.2.3

Voor het onderzoek zoals het omschreven is, lijkt het aangewezen om op het terrein te gaan bekijken wat er nodig is in die sector. Het antwoord zou ontnuchterend kunnen zijn. (Stox, 2015) Het is belangrijker om patronen te ontdekken in het gebruik van de online tools. Het lijkt interessanter om bloot te leggen wat organisaties doen en hoe ze dat doen. Wat doen ze met welk doel? Wat zijn de processen die zich afspelen? Dit is belangrijker dan te weten te komen welke online tools organisaties of projecten gebruiken. Concreet volstaat het om een 4 of 5tal organisaties te spreken om inzicht te krijgen in welke tools ze gebruiken en welke doelstellingen ze daarmee willen bereiken. (Callens, 2015)

Bestaande smartphone-apps voor het jeugdwerk

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

12


Een inventaris van de apps die ontwikkelt zijn door en voor het jeugdwerk in Vlaanderen leert ons dat het aantal apps (in Android en IOS versie) heel beperkt is. Zie hiervoor eveneens bijlage 2: ‘Bestaande apps in het jeugdwerk’. De Jeugddienst Don Bosco heeft een app ontwikkeld die toelaat spelfiches op te vragen die je als jeugdwerker op het terrein kan gebruiken. De app bevat meer dan 200 spelideeën. De app is recent bijgewerkt op 20 april 2015 en is tussen 1000 en 5000 keer gedownload via Android. De app heeft sinds 25 maart 2015 een versie voor IPhone. OJOO - De wereld, je spelbord is een mobiele platform dat het mogelijk maak om digitale routes, stadsspelen en thematische kaarten te gebruiken, te maken, te delen en zelfs te verkopen. De app is gratis en een account biedt de mogelijkheid om op een vrij eenvoudige wijze zelf bijvoorbeeld een zoektocht of stadsspel op te zetten en aan deelnemers aan te bieden. De app is recent bijgewerkt in Android (18 juni 2015) en heeft een versie voor IPhone die is geüpdatet op 8 juni 2015. Chirojeugd Vlaanderen biedt een app aan met meer dan 500 downloads in Android. De kernfunctie van de app bestaat uit een 'alarmknop' waarmee de leiding die op kamp is een dringende vraag kan stellen door een eenvoudige 'druk op de knop'. Hiermee bereikt de leiding de bivakpermanentie die hen kan verder helpen. Andere functionaliteiten die toegevoegd zijn: een zoekfunctie naar Chirogroepen, spelfiches die als tussendoortje gebruikt kunnen worden en belangrijke notificaties voor de leiding. De app is recent bijgewerkt in Android (19 mei 2015) en heeft sinds 25 mei 2015 een versie voor IPhone. Lomap is een smartphone-app en een fotografietool waarmee kinderen en jongeren op een leuke en intuïtieve manier hun mening kunnen geven over hun leefomgeving: wijk of stad. Met deze fotoapplicatie geven ze in woord en vooral beeld aan wat zij positief vinden aan hun buurt, maar eveneens wat zij als pijnpunten of problemen ervaren. Dankzij het Lomo-effect is naast het participatieve aspect meteen een mooie fotoreportage van je buurt. Deze tool kan door individuele jongeren gebruikt worden, maar vooral groepen kunnen er in het kader van een project, onder begeleiding van een jeugdwerker of leerkracht mee aan de slag. De app werd ontwikkeld door het multimedialabo van JES. De app is enkel ontwikkeld voor Android, is laatst bijgewerkt op 8 november 2013 en telt tussen 500 - 1.000 downloads. Naast deze vrij succesvolle smartphone-apps zijn er een beperkt aantal apps die ontwikkeld zijn door vrijwilligers in lokale groepen van Chirojeugd Vlaanderen voorbeelden daarvan zijn de apps van Chiro Ommekeer, Chiro Wezemaal en Chiro Bilzen. De smartphone-apps zijn hoofdzakelijk bedoeld voor leden en leiding van de lokale groepen. De belangrijkste doelstelling van deze apps is om algemene en recente informatie over de werking aan te bieden aan leden en leiding. De apps laten geen interactie toe door de gebruikers. Ze zijn niet gemaakt om bijvoorbeeld informatie, foto's filmpjes,… te laten delen door de gebruikers. De apps zijn allemaal ontwikkeld in de loop van 2014 en zijn niet recent bijgewerkt. Het aantal downloads in Android ligt in 2 gevallen laag (10-100), in het geval van Chiro Ommekeer gaat het over meer dan 100 downloads.

2.2.4

Een evaluatie van de bestaande smartphone-apps in het jeugdwerk

De meest populaire smartphone-apps hebben slechts één of een beperkte functionaliteit en bieden de mogelijkheid aan de gebruiker om er interactief mee aan de slag te gaan. De verschillende messenger-apps bieden de mogelijkheid om berichten te versturen, te chatten en eventueel PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

13


gesproken berichten te versturen of te bellen over VOIP. Foto-apps laten toe foto's te nemen te bewerken en te delen via verschillende sociale media of andere platforms. Andere apps laten toe documenten te bewerken en te delen met andere gebruikers. Als een app geen duidelijk primaire functie heeft zal hij niet worden gebruikt. Daarnaast is een succesvolle app een vertaling of een verbetering van een functie die mensen missen. Dat kan bijvoorbeeld ook de meest gebruikte functie van een website zijn. Is dit niet het geval, dan is er geen reden om de app te gebruiken of kan de gebruiker gemakkelijker gewoon de site openen in zijn browser in plaats van de app. (Blokhuis, zj) Daarnaast beschikken jongeren niet steeds over een meer geavanceerd toestel met een ruim geheugen voor de installatie van apps. Hierdoor is het aantal apps dat zij kunnen installeren op hun smartphone in vele gevallen beperkt. De ontwikkeling van een smartphone-app is bovendien een vrij ingewikkelde aangelegenheid. Vrijwilligers met voldoende scholing kunnen een vrij eenvoudige app ontwikkelen. Eens een versie van de app gelanceerd is, moet de technische opvolging van een bestaande app toelaten op regelmatige basis updates door te voeren om de app up to date te houden, inhoudelijk aan te passen en eventueel functionaliteiten te verwijderen, toe te voegen of te optimaliseren. Met het voorgaande in het achterhoofd kunnen we de bestaande smartphone apps tegen het licht houden. De drie belangrijkste smartphone-apps hebben in principe een behoorlijk grote potentiële doelgroep en een duidelijke en beperkte functionaliteit. Dat zijn alvast twee positieve aspecten. De app van de jeugddienst Don Bosco biedt op een eenvoudige manier spelfiches aan. De kracht van de tool zit in de eenduidige functionaliteit, de grootte van de potentiële doelgroep (vrijwilligers in het jeugdwerk) en het mobiele karakter van de tool. De Lomap-app heeft eveneens een duidelijke functionaliteit, werkt heel intuïtief, is herkenbaar voor de doelgroep als foto-app en kan heel gericht onder begeleiding ingezet worden als participatietool. De smartphone-app zou ook gebruikt kunnen worden buiten het jeugdwerk: bijvoorbeeld in het buurtwerk en dat voor een diverse doelgroep. De tool heeft bovendien een cultuur-educatief aspect, dat bestaat uit het leren omgaan van de doelgroep met de smartphone-app. Tenslotte levert het resultaat van een project een reeks foto's op die eventueel kunnen verwerkt worden in een tentoonstelling of een fotowall. De app van Chirojeugd Vlaanderen is duidelijk ontwikkeld vanuit de idee dat leiding op kamp een tool kunnen gebruiken om dringende vragen te stellen tijdens de kampperiode. Daarnaast zijn er een aantal functionaliteiten toegevoegd, zoals de Chiro bucketlijst, een reeks inspiratiefiches voor wek-, tafel- en slotmomenten en een zoekfunctie om andere Chirogroepen te vinden. Omdat de app enkel interessant is voor leden en vrijwilligers van Chirojeugd Vlaanderen draagt hij bij tot het ondersteunen van de identiteit van het Chiro lid. De Chiro-apps voor de drie lokale groepen hebben het nadeel dat zij gemaakt zijn door vrijwilligers binnen de organisatie, waardoor de apps na de eerste versie geen update meer krijgen en hierdoor een kort leven beschoren zijn. Daarnaast is de functionaliteit van de apps beperkt. Zij bieden enkel de mogelijkheid om informatie te verspreiden aan de leden en de leiding, eventueel met een pushnotificatie. Zij bieden geen mogelijkheid aan tot interactie van de gebruikers. OJOO heeft een breed doelpubliek en voorziet in de mogelijkheid om gratis zelf een spel of een (zoek)tocht te creëren.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

14


Ter illustratie kunnen we hier verder aan toevoegen dat twee van de hierboven vermelde apps (Lomap en OJOO) ingezet werden als online tool in het kader van Schatten van Deurne een erfgoed platform voor bezoekers en inwoners van Deurne. (Lokaal cultuurbeleid Deurne, 2015)

2.2.5 Online tools voor interne participatie Dit item behoort niet rechtstreeks tot het onderwerp van dit onderzoek, omdat het gaat over tools die ingezet worden voor louter interne participatie. Toch vermelden we graag dat een aantal grote organisaties of koepelorganisaties in het verleden reeds werk gemaakt hebben van het ontwikkelen van dergelijke online tools of het samen werken met bedrijven om bijvoorbeeld databestanden op te zetten voor het bijhouden van hun ledenadministratie (CRM). De koepelorganisatie voor de Vlaamse jeugdhuizen Formaat biedt bijvoorbeeld aan haar leden de mogelijkheid om tegen een aantrekkelijke prijs gebruik te maken van Assist, een online administratie- en boekhoudprogramma. Het programma biedt mogelijkheden om naast de boekhouding ook het lidmaatschap en de activiteiten online te beheren. (Assist, z.j.) Bij de bevraging van de projecten en organisaties werd nooit verwezen naar een nood aan online tools die zouden kunnen tegemoet komen aan een nood voor een meer performante interne participatie.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

15


2.3 FASE 2 2.3.1 Inleiding In een tweede fase werden een aantal projecten bevraagd die passen in de doelgroep van de bevraging. Een overzicht van de organisaties en projecten staat in bijlage 1. Bij de bevraging van de verantwoordelijken van innovatieve projecten in het jeugdwerk werden volgende vragen behandeld: 

  

Zet de organisatie in functie van haar project(en) volgende online tools in, in functie van participatie, co-creatie, coproductie? o Een website o Facebook o E-mail o SMS o Whatsapp o Instagram o Snapchat o Skype o Pinterest o Online tools om documenten te delen, zoals Onedrive, Dropbox, Box,… o Andere tools die niet eerder werden vernoemd Welke doelgroep trachten jullie te bereiken met de online tools die aangewend worden? Welke doelstellingen willen jullie realiseren door het aanwenden van deze tools? Zijn er doelstellingen die jullie zouden willen realiseren, maar waarbij het jullie ontbreekt aan een adequate (online) tool?

Deze bevraging sluit aan bij het onderzoek dat gebeurd is door de KBS. In dat onderzoek werd een overzicht van de diversiteit aan online praktijken gemaakt en werd er gepeild naar hun frequentie, aan de hand van een survey bij 902 Belgische middenveldorganisaties. Dit leverde informatie op over hoe vaak welke online media door organisaties gebruikt worden. Hieruit bleek dat de klassieke online media frequent gebruikt worden binnen het middenveld. Ongeveer 90% van de organisaties beschikt over een eigen website, 99,4% van alle organisaties gebruikt e-mail. De sociale netwerksites worden in 59,2% van de gevallen vermeld, sms in 53,1% en het gebruik van een intranet scoort 41,6%. Andere online tools worden scoren een pak minder: tussen 35% en 25%. Het gaat dan over online samenwerking en video-sharing. Voice over Internet (VOIP) en fotodelen, bloggen en micro-blogging worden nog tussen 25% en 15% vermeld. Het gebruik van mobile apps, RSS feeds, QR codes en video-conferencing wordt slechts door tussen de 15% en 10% van de organisaties aangehaald. Minder dan 10% zet online tools in als chat, magazine-publishing, sociale curatie of gebruikt een wiki of podcasting. De verschillen tussen verschillende soorten organisaties situeren zich vooral op het vlak van de geografische schaal waarop de organisaties actief zijn, en de sector. De culturele sector zet bijvoorbeeld meer online tools in. (Carpentier, 2014)

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

16


2.3.2

Overzicht en samenvatting van de resultaten van de steekproefbevraging

Facebook Facebook is veruit de belangrijkste online tool die door elke bevraagde organisatie of project gebruikt wordt. Het is bij uitstek de belangrijkste tool om interne-externe participatie een plaats. Het fenomeen Facebook beschikt over een aantal mogelijkheden waar de organisaties en projecten volop gebruik van maken.

Facebook – pagina: alle projecten hebben een Facebook-pagina die doorgaans gebruikt wordt om over het project te communiceren.

Doelstellingen:  

brede communicatie voeren naar de doelgroep. de activiteit monitoren van het project door professionele werkers..

Facebook – groep: alle projecten beschikken over één of meerdere (gesloten) Facebook-groepen. Doelstellingen van de algemene (project)groep: ● overzicht houden, ● monitoren van de projecten door de professionele werkers. Doelstellingen van de specifieke (deelwerk)groepen: ● monitoren door de professionele werker, ● communicatie vanuit de professionele werker(s), ● communicatie van de vrijwilligers naar de professionele werken en onderlinge tussen de leden van de projectgroep. ● leden delen onderling documenten, werken samen aan documenten, delen foto’s, chatten, ... Facebook- chat: deze functie wordt frequent gebruikt. Ze lijkt eerder de aloude sms te vervangen. Doelstellingen: persoonlijke korte vragen en oproepen, zowel van de professionele werker naar de vrijwilliger als omgekeerd.

Facebook – evenementen: alle projecten maken hun evenementen aan op Facebook. Doelstellingen: promoten van de evenementen van de projecten naar een brede doelgroep van volgers op Facebook.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

17


Facebook – advertenties: een aantal jeugdhuizen experimenteren met betalende advertenties. Doelstellingen: promoten op Facebook van de evenementen van de projecten naar een brede doelgroep met het gewenste profiel voor het project en/of het evenement.

Website: alle gecontacteerde projecten beschikken over een website. Voor projecten van een beperkte omvang wordt het opzetten en updaten van een website, naast het up to date houden van een Facebook pagina, soms ervaren als een noodzakelijk kwaad. Doelstellingen: ● een brede communicatie naar de online buitenwereld. ● Professionele aanwezigheid op het internet in functie van sponsors en overheden. E-mail: vertoont een gedifferentieerd gebruik. Intern en extern wordt e-mail gebruikt voor professionele communicatie. In het intern-extern gebruik in functie van co-creatie of coproductie met vrijwilligers blijkt e-mail slechts een back up van de communicatie via Facebook. Doelstellingen:  

communicatie voeren naar vrijwilligers die niet actief zijn op Facebook. professionele communicatie.

SMS: ondanks hun populariteit worden SMS-berichten niet systematisch ingezet in de communicatie bij het samenwerken. Zij worden slechts heel occasioneel gebruikt.

Doelstellingen: korte berichten van dringende aard of berichten die gelden als reminder.

Whatsapp: wordt weinig vermeld als tool die ingezet wordt in dit verband. Het gebruik is verwaarloosbaar. Doelstellingen: -

Instagram: is geen tool die systematisch en met grote overtuiging gehanteerd wordt. Doelstellingen:

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

18


● communicatie over proces van deelprojecten binnen een groter project met als doel de aandacht rond het project wakker te houden. ● Externe communicatie en marketing van evenementen. Snapchat: wordt sporadisch aangehaald en ingezet. Doelstellingen: niet duidelijk, het is nog wat zoeken naar een relevante doelstelling voor deze tool. Een enkele keer wordt het ingezet als mogelijke methodiek in storytelling.

Skype: het gebruik van Skype werd door geen enkele respondent aangehaald. Doelstellingen: -

Pinterest: sporadisch gebruikt. Doelstellingen: verzamelen en uitwisselen van ideeën binnen projecten.

Twitter: sporadisch gebruikt. Doelstellingen: ● netwerken en expertise delen en sociale curatie ● een bepaalde doelgroep of netwerk (bv. ‘jonge ondernemers’) informeren. Online opslag: Onedrive, Google Drive, Box,...: Online opslag media worden weinig systematisch ingezet om bestanden te delen of samen te werken aan documenten. Doelstellingen: voornamelijk gebruikt om professioneel bestanden te delen met medewerkers in de organisaties.

Andere tools of zaken die belangrijk zijn binnen de werking in functie van participatie, cocreatie, coproductie?

Google apps: 1 x vernoemd Doelstellingen: professioneel alternatief kantoorpakket om te mailen en bestanden te delen met medewerkers in de organisaties.

Wetransfer: een aantal keren aangehaald PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

19


Doelstellingen: gebruikt om grote bestanden te delen met onder medewerkers en vrijwilligers in de organisaties.

Doodle: een aantal keren aangehaald Doelstelling: afspraken vastleggen.

Youtube en Vimeo: een aantal keren aangehaald

Doelstelling: filmpjes en reportages (eventueel via een eigen kanaal) aanbieden.

Offline Naast alle online mogelijkheden halen respondenten herhaaldelijk aan dat face-to-face contact bijzonder belangrijk blijft. Los van alle online tools blijft het heel effectief niet enkel om samen te werken en potentiële vrijwilligers aan te spreken. Op die manier kunnen medewerkers hun projecten duidelijk toelichten en antwoorden op vragen van potentiële kandidaat vrijwilligers en ze motiveren om zich te (blijven) engageren.

Hebben jullie nood aan andere (onbekende) online tools binnen de werking van het project en waarvoor zouden jullie die willen gebruiken? Of missen jullie een tool om met een bepaalde doelgroep een bepaalde doelstelling te bereiken? Het antwoord op deze vraag blijft in de meeste gevallen uit. Twee maal merken bevraagden op dat een tool die verschillende applicaties met elkaar verbindt en/of stroomlijnt handig zou kunnen zijn. Doelstelling daarbij is om het overzicht over de verschillende communicatie- en samenwerkingskanalen te behouden. Een enkele keer merkt een respondent op dat een app waarbij jongeren zich kunnen inschrijven als vrijwilliger handig zou kunnen zijn als die app enerzijds alle gegevens van de vrijwilliger zou kunnen centraliseren en vanuit een centraal gegeven zou kunnen ‘aangestuurd’ of ingezet worden. Bv. vanuit een Google Apps omgeving de gegevens die via deze app zijn ingevoerd kunnen gebruiken. Of een app die in verbinding staat met CRM software.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

20


3 RESULTATEN

3.1 WELKE TOOLS WORDEN GEBRUIKT? 3.1.1 Facebook 'heerst' Op de vraag welke online tools organisaties of projecten inzetten om jongeren te rekruteren en te laten samenwerken, is het antwoord steevast: Facebook. Ook Geert Stox onderstreept dit: wanneer hij stelt dat Facebook voor jongeren een sociaal medium is dat ze gebruiken. Om die reden moet je dus daar aanwezig zijn als je ze wil bereiken of er mee wil samenwerken. (Stox, 2015) Dat is niet verwonderlijk als blijkt uit het Apestaartjarenonderzoek dat Facebook meer dan ooit het meest gebruikte sociale netwerk is bij Vlaamse jongeren. 90% van de Vlaamse jongeren tussen 12 en 18jaar heeft een actieve facebook account. 86,2% van hen logt bovendien elke dag in. Facebook is daarmee eveneens de populairste app bij jongeren. (Mediaraven, Apestaartjaren 5, 2014) Bovendien is de groei nog niet ten einde. Recente updates over het aantal accounts en het gebruik van deze sociale netwerksite tonen dat de groei nog niet ten einde is, ook niet bij jongeren. Ook al mogen rapporten uit het buitenland gewag maken van een daling van de actieve jonge gebruikers. Toch doet er zich een interessante globale evolutie voor ten aanzien van Facebook. Het platform wordt steeds meer passief gebruikt, als een tool om op de hoogte te blijven van belangrijke updates van de wereld en mensen rondom ons, zonder het actief te gebruiken door zelf te reageren of iets te posten. Ondanks deze bevinding, kende Facebook het voorbije jaar toch nog een (matige) stijging van 7% in het aantal actieve Belgische gebruikers. Maar hoe dan ook is Facebook (globaal en nationaal) nog altijd het grootste en meest populaire sociale netwerk met de meeste leden en actieve gebruikers. (Mander, 2014) In een tweede reactie op de vraag aan organisaties en projecten welke online tools ze inzetten om jongeren te rekruteren en te laten samenwerken, krijgen we te horen dat de (gesloten) Facebookgroepen overal gebruikt worden om actief samen te werken. Dit sluit aan bij de vaststelling die blijkt uit onderzoek dat jongeren Facebook steeds minder gebruiken op een actieve manier. (Pynte, 2015) De statusupdate maakt plaats voor privÊberichten en facebookgroepen om te overleggen en samen te werken. (Mediaraven, Apestaartjaren 5, 2014) Jongeren gebruiken deze applicaties om af te spreken in de vrijetijd, info uit te wisselen over school en samen te werken aan schooltaken. Het is dan ook maar logisch dat op het terrein van het samenwerken rond vrijetijdsprojecten zij dezelfde online tools gebruiken. Een derde reactie op dezelfde vraag gaat over het algemeen gebruik van Facebook pagina’s die in vele gevallen de klassieke website vervangen of op zijn minst meer mogelijkheden bieden om enerzijds kort op de bal te spelen om informatie te verspreiden en deze info onmiddellijk zichtbaar te maken in de Facebookapp. Ook hier wordt de eenvoud om een dergelijke pagina aan te maken en up to date te houden in vergelijking met de klassieke website onderlijnd. De chat functie van de Facebook messenger is een vierde functionaliteit die aan populariteit wint en de klassieke sms vervangt voor individuele en snelle uitwisseling van informatie. Op dit vlak krijgt Facebook concurrentie van kleinere netwerken en apps als Instagram, WhatsApp en Snapchat, die zeker de e-mail en zelfs de sms vervangen. (Mediaraven, Apestaartjaren 5, 2014) Geert Stox stelt zelfs dat indien Facebook nog meer features aan zou bieden dan nu reeds het geval is, gebruikers wellicht nog meer gebruik zullen maken van dit platform. (Stox, 2015) PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

21


3.1.2 Opvallend: sms en e-mail worden niet gebruikt Het meest recente Apestaartjarenonderzoek geeft aan dat jongeren het liefst op de hoogte willen gehouden worden via sms'en of e-mails van de activiteiten van de sportclub, de jeugdbeweging of de school. Uit onze rondvraag in de context van co-creatie en coproductie binnen een vrijetijdsproject blijkt dit geheel niet. Ondanks de shift van massacommunicatie naar meer individuele communicatie, een verandering die we zien gebeuren binnen bv. Facebook en die ook zichtbaar is door de opkomst van online tools als Whatsapp en vooral Instagram, wordt sms in deze context weinig of niet gebruikt en is E-mail slechts een back up voor de communicatie binnen projecten met jongeren die geen Facebook account hebben. 3.1.3 Alle andere online tools zijn marginaal in gebruik Naast het gebruik van de verschillende applicaties van Facebook, is de inzet van andere online tools in de feiten als marginaal te bestempelen. Er kan een bijzonder lange lijst aangelegd worden van online tools die wel eens door een organisatie of project gebruikt worden. Een ander fenomeen is echter dat er online tools zijn die verschijnen op de markt en door het jonge publiek omarmd worden, zonder dat zij onmiddellijk opduiken in de werking van organisaties of projecten. Een app als Snapchat kent bijvoorbeeld een bijzondere groei bij een jong publiek. Hij neemt er deels de plaats in van het sms-bericht. (Mander, 2014) Ondanks de groei van deze app bij deze specifieke doelgroep, zijn er slechts enkele medialabs die hiermee actief aan de slag gaan met hun doelpubliek. In dezelfde lijn ligt de opmerking dat apps die tijdens de loop van dit onderzoek gelanceerd werden, zoals Meerkat en Periscope, opgepikt werden door de medialabs om op een experimentele wijze in te zetten in hun projecten. Andere projecten lieten deze nieuwe ontwikkelingen voorlopig links liggen. 3.1.4 Elke organisatie haar App? De verleiding die voortvloeit uit de groeiend penetratie van smartphones bij jongeren, de groeiende connectiviteit bij jongeren, om voor elke organisatie of zelfs project een app te ontwikkelen is groot, ware het niet dat de ontwikkelings- en onderhoudskost ervan hoog ligt. Bovendien is het belangrijk hierbij op te merken dat enerzijds een app een duidelijke en liefst eenduidige functie moet hebben en anderzijds moet er een voldoende groot doelpubliek voor handen zijn die zich via de app wil of kan identificeren met de organisatie erachter. ‘Ieder zijn eigen app’, dat zal uiteindelijk niet werken. (Kolgen, 2015)

Samengevat Welke tools worden ingezet?   

Facebook domineert met al zijn toepassingen in het gebruik van online tools door innovatieve projecten in het jeugdwerk. Alle andere online tools zijn marginaal in gebruik. Zelfs sms en e-mail worden amper gebruikt. De ontwikkeling en het gebruik van apps voor mobiele toestellen is enkel succesvol indien er een voldoende groot doelpubliek voor bestaat en de apps een eenduidige functie hebben.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

22


3.2 EEN TYPOLOGIE VAN DE GEBRUIKTE ONLINE TOOLS In onderstaand schema geven wij een overzicht van de participatiedoelstellingen die organisaties in dit onderzoek willen bereiken door het inzetten van bepaalde online tools. We hebben onderscheid gemaakt tussen externe doelstellingen, intern-externe doelstellingen en louter interne participatiedoelstellingen. De verhouding in het gebruik van online tools wordt gevisualiseerd door de puntgrootte van de letters.

3.3 KOMT ALLE HEIL VAN DE ONLINE TOOLS? In 2013 hanteert Thijs Vanden Brande reeds de volgende stelling als uitgangspunt van een vormingssessie die hij gaf voor IJD, jongeren pastoraal Vlaanderen. “Nieuwe media is de volgende stap in communicatie waarin vooral gestreefd wordt naar interactie tussen de deelnemers. Deze interactie wordt vergemakkelijkt, versneld en versterkt door verschillende online tools.� (Vanden Brande, 2013) Belangrijk in deze stelling is dat verschillende online tools de interactie tussen vrijwilligers niet alleen kan versnellen maar eveneens kan versterken. Dit is op zich al een voldoende reden om te bekijken waar de mogelijkheden liggen van online tools in het jeugdwerk.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

23


Maar dit onderzoek is niet opgezet vanuit de idee dat online tools een oplossing kunnen bieden voor de problemen of uitdagingen binnen het jeugdwerk. Het was wel de bedoeling om te trachten in kaart te brengen op welke manier welke online tools gebruikt worden en waar leemtes te bespeuren vallen. Daaruit kunnen we concluderen dat de online tools die gebruikt geen eenvoudige wondermiddelen zijn om de doelgroep en de vrijwilligers meer te betrekken en te laten participeren aan het jeugdwerk, maar dat ze een meerwaarde bieden om jongeren en jeugdorganisaties te ondersteunen om hun doelstellingen beter te bereiken. Eenzelfde bedenking werd eveneens geformuleerd door in het onderzoek van de KBS. (Carpentier, 2014) Bovendien onderstrepen verantwoordelijken van projecten en organisaties dat het offline, face-toface contact bijzonder belangrijk blijft om jongeren te rekruteren en te betrekken bij projecten. Jeugdwerk en bij uitbreiding sociaal cultureel werk gaat uiteindelijk en in essentie over mensen. “Mensen laten schitteren� stelt Socius in haar communicatie rond het sociaal cultureel volwassenenwerk terecht. Stefan Kolgen (Stampmedia) onderlijnde dit door er tegenover te stellen dat werken met sociale media, werken is met mensen. (Kolgen, 2015)

3.4 ENKELE PRINCIPES DIE AF TE LEIDEN ZIJN UIT HET ONDERZOEK 3.4.1 Het introduceren van online tools die de doelgroep niet gebruikt, maakt weinig kans op slagen. Het jeugdwerk behoudt haar eigenheid en houdt zich aan haar typische principes, ook online. Uit de gesprekken en bevraging blijkt al vlug dat op het vlak van het inzetten van online tools het jeugdwerk in hoofdzaak haar eigen principes volgt en die eigen zijn aan de jeugdwerkmethodiek. Jeugdwerk veronderstelt werken met kinderen en jongeren binnen hun eigen leefwereld. Een belangrijk principe bij het participatief werken met kinderen en jongeren is dat het jeugdwerk ze wil stimuleren om te groeien in het opnemen van engagement. Kinderen en jongeren geven daarbij zelf het ritme aan. Het van belang dat kinderen en jongeren het kunnen meedoen, meewerken en meemaken: zij zijn mede-eigenaars of prosumers binnen het jeugdwerk. Wie hiervan uitgaat zal de doelgroep benaderen en met de doelgroep samenwerken op hun eigen terrein. Als gevolg hiervan stimuleert het jeugdwerk dat jongeren de tools te gebruiken die zij zelf verkiezen en in de taal en de context die aangepast is aan de doelgroep. Eenvoudig gesteld: wanneer jongeren als participanten aan het jeugdwerk zich op een sociaal medium als Facebook bevinden, dan kunnen ze best op dit terrein aangesproken worden en kunnen jeugdwerkers maar beter samenwerken via een dergelijk bestaand medium. Een parallel is te vinden in het onderwijs. Het zet eveneens in op online tools door in het secundair onderwijs bijvoorbeeld te werken met een platform als Smartschool. Toch zien we dat jongeren massaal online tools inzetten om te overleggen en samen te werken aan taken en huiswerk. Toch gebeurt dat niet via dit platform, dat slechts in 22% van de gevallen gebruikt wordt met dit doel. Andere tools zoals sms en Facebook scoren op dit vlak opmerkelijk hoger tussen de 75 en 78%, ondanks de opmerkingen rond privacy die geformuleerd worden met betrekking tot Facebook. (Mediaraven, Apestaartjaren 5, 2014) Naast de tools die effectief gebruikt worden, zijn er ontegensprekelijk betere online tools en platforms voor handen om samen te werken. Het invoeren van een dergelijke tool in een context van interne-externe participatie is echtere een verloren zaak. Jongeren zijn niet te verleiden om naast de populaire, bestaande tools en platforms nog eens een bijkomende account aan te maken en een bijkomende tool op vaste of mobiele apparaten te laten draaien en de communicatie die daarlangs PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

24


gevoerd wordt op te volgen. Tools als bijvoorbeeld ‘Google Apps’ (https://www.google.be/intx/nl/work/apps/business/ ) die ook bestaan in een versie voor nonprofitorganisaties of bijvoorbeeld ‘Slack’ (https://slack.com ) beschikken over een hele rist interessante geïntegreerde online tools die eveneens mobiel te gebruiken zijn. Ondanks hun soms grotere functionaliteit is het niet opportuun om ze te pogen integreren in een interne-externe samenwerking. Het introduceren van online tools die de doelgroep zelf niet gebruikt, maken algemeen weinig kans op slagen. Hetzelfde geldt voor de apps die eerder reeds beschreven werden. Mobiele apps kunnen interessant zijn voor grote organisaties met een groot aantal vrijwilligers. Op voorwaarde dat de app één of meerdere functionaliteiten bevat die bijzonder interessant zijn om te kunnen inzetten in het samenwerken en/of wanneer de app identiteits-ondersteunend is voor de vrijwilliger. Een andere eigenschap van het jeugdwerk is de plaats die het toelaat om te experimenteren. Dit resulteert erin dat ook op het vlak van het inzetten van online tools jeugdwerkorganisaties en projecten zich niet onbetuigd laten in het experimenteren met (nieuwe) online tools. Ook daarom gebruiken jeugdwerkers en jongeren de tools die aanwezig zijn binnen hun leefwereld. 3.4.2 Mediawijsheid: er is weinig of geen uitgesproken aandacht voor online privacy In het gehele onderzoekstraject maakt niet één respondent of andere bron een opmerking rond online privacy. De vrijwilligers die omwille van deze reden over geen account beschikken worden eventueel bediend via de klassieke e-mail om ze op deze manier te betrekken bij de samenwerking. Enkel Geert Stox verwijst in zijn gesprek zijdelings naar dit onderwerp wanneer hij stelt:” Facebook is voorlopig toch een blijver. Ondanks de privacy issues zal deze tool blijven (groeien).” (Stox, 2015) Dit staat evident in tegenstelling met de aandacht die er in de online hulpverlening bestaat voor privacy. Deze paradoxale houding van Facebookgebruikers vinden we onmiskenbaar terug bij het jonge volkje dat onderwerp was van dit onderzoek. Ze hechten meer waarde aan hun contacten, foto’s, filmpjes op sociale media, dan aan de bedreiging die dit zou kunnen vormen voor hun persoonlijke levenssfeer. (Vanwynsberghe, 2015) In tegenstelling tot wat in de onlinehulpverlening gebeurt, gebruiken jeugdwerkers doorgaans een private account om in interactie te gaan met de doelgroep. Dat dit zo gebeurt heeft te maken met een kenmerk van, zowel online als offline, communicatie van jongeren (in het jeugdwerk), waar zij informele communicatie en formele communicatie door elkaar laten lopen. Uitzonderlijk gebruiken jeugdwerkers accounts die zij in het leven geroepen hebben enkel voor hun professionele contacten, zoals 'Stef van Formaat' (Ophoff, 2015) Het gevaar bij dit soort praktijken schuilt erin dat de online jeugdwerker als minder authentiek gepercipieerd wordt door de doelgroep. 3.4.3

De mediawijsheidcompetenties van de verantwoordelijken van de organisatie of het project zijn bepalend . Ondanks dat we eerder stelden dat jongeren en de projecten waar jongeren zich in engageren gebruik maken van online tools die behoren tot hun leefwereld, is de toepassing ervan ook bepaald door de competenties van de projectverantwoordelijken in de organisaties. Wanneer de verantwoordelijke niet competent is in het hanteren van een bepaalde online tool of wanneer het voor die verantwoordelijken niet duidelijk is wat de toepassingsmogelijkheden zijn van een bepaalde online tool, dan wordt die niet gebruikt. Op dit vlak blijkt de mediawijsheid van de professionele werker eveneens bepalend voor het gebruik van online tools.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

25


3.4.4 De doelstellingen van de organisatie of het project zijn bepalend. Het inzetten van online tools is niet enkel afhankelijk van de doelgroep of de vaardigheden en de interesses van de projectverantwoordelijke, maar eveneens van de doelstellingen van de projecten. Projecten die inhoudelijk gericht zijn op de coproductie en crowdsourcing zetten meer en andere online tools in. Voorbeelden daarvan zijn een aantal medialabs.

3.5 AANBEVELINGEN Hierna volgen aan aantal aanbevelingen of aandachtspunten die belangrijk zijn bij het inzetten van online tools in het jeugdwerk en het bredere sociaal cultureel werk. Wij schuiven graag een aantal vragen naar voren die ook door Demeulenaere aangegeven werden en die zowel voor het jeugdwerk als het sociaal cultureel werk van belang zijn in deze context (Demeulenaere, 2015):   

Welke doelstellingen zou de organisatie of het project ‘beter’ willen bereiken? Hoe kan de organisatie of het project andere online werkwijzen inzetten? Onderzoek welke bestaande online tools je in functie van participatie kan ‘omdenken’?

3.5.1 Uitdagingen voor de jeugdsector De uitdagingen voor de jeugdsector kunnen liggen in het ondersteunen van de mediawijsheid van zowel de professionele (jeugd)werkers als van de doelgroep. Voor de professionele (jeugd)werker bestaat de uitdaging erin om de verschillende en wisselende online tools te kennen, inzicht te krijgen in de mogelijkheden en de uitdagingen ervan en competenties te ontwikkelen in het werken met deze tools. Voor de doelgroep ligt de nadruk minder op het leren kennen van (nieuwe) online tools, maar meer op de competentieontwikkeling ervan op het vlak van het omgaan met de mogelijkheden en de eventuele uitdagingen ervan. De nadruk kan hier liggen om nog meer in te zetten op kansen creëren voor de jongeren en niet in het minst voor de jongeren die reeds kansarm zijn. Organisaties als Mediaraven en Mediawijs.be proberen daar nu al op in te zetten door informatie (www.helpdesk.be en www.mediawijs.be ) te delen en vormingen aan te bieden. 3.5.2 Uitdagingen voor het brede sociaal cultureel werk De vertaling van de vaststellingen uit dit onderzoek naar de context van het bredere sociaal werk was één van de nevendoelstellingen. De vaststellingen zijn echter van die aard dat dit geen eenvoudige transfer is. De kenmerken van het jonge publiek uit de innovatieve projecten binnen het jeugdwerk zijn totaal verschillend aan de diverse doelgroepen in het sociaal cultureel werk. De aandachtspunten die wij verder beschrijven, zijn echter in vele gevallen eveneens geldig voor het sociaal cultureel werk. Socius biedt een platform aan waar organisaties uit de non-profit hun social media profiel in kaart kunnen brengen en te zien krijgen welke groeimogelijkheden er zijn. Naar aanleiding hiervan kunnen organisaties een groeitraject opzetten. De scan kan gebeuren via: ww.socialmediaquickscan.be en voorziet drie mogelijkheden, een algemene scan en twee andere die specifiek ingaan op het inzetten van Facebook of Twitter. Dit is een eerste stap om de aandacht voor het online werken te vergroten en organisaties te ondersteunen in de online communicatie met de doelgroep.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

26


Op dit moment ligt de focus in deze sector meer op communicatie via online tools en minder op meer participatie van de doelgroep via online tools van de doelgroep. De uitdaging bestaat erin om meer in te zetten op intern-externe participatie. Een organisatie als bijvoorbeeld Femma heeft bij het concipiëren van een nieuwe website reeds een stap in die richting gezet door haar website een groter 'community' gehalte te geven en meer in te zetten op sociale media. (Femma, 2015) 3.5.3 Online tools als leeromgeving Terwijl uit gesprekken met projectverantwoordelijken blijkt dat de keuze voor het inzetten van online tools eerder een keuze is voor het meest optimale online middel om samen te werken, zou er meer aandacht kunnen gaan naar het feit dat online tools of sociale media ook een groot potentieel hebben als leeromgeving. Dit lijkt in tegenspraak te zijn met het principe dat het aangewezen is dat een organisatie of project in het kader van interne-externe participatie de online tools en platformen gebruikt waarop de doelgroep reeds actief is. Toch ligt er voor zowel het jeugdwerk, als voor het sociaal cultureel werk een uitdaging weggelegd om de mediawijsheidcompetenties van de doelgroep te ontwikkelen. (Haspeslagh L., 2014) Indien dat niet gebeurt blijft een groot deel van de doelgroep in de vicieuze cirkel zitten waarbij jongeren met de minste digitale vaardigheden, het minst gediversifieerd gebruik en de meest negatieve attitude ten aanzien van digitale media, neigen hun vaardigheden te overschatten. (Schurmans & Mariën, 2013) Ook volgens Callens worden er rond jongeren en online tools veel aannames gedaan die op weinig berusten. Er zijn onder de doelgroep verschillende gebruikerstypologieën te onderscheiden. (Schurmans & Mariën, 2013) Het is bijvoorbeeld niet omdat ze veel sms’en dat ze veel kunnen en weten op het vlak van mediawijsheid. (Callens, 2015) 3.5.4 Niet de online tool maar de doelgroep staat centraal Online tools bieden kansen om op een andere manier de doelstellingen van het jeugdwerk of het sociaal (cultureel) werk te bereiken. Zij zijn geen garantie op (meer) succes. Bovendien moet de focus op de kennis over de doelgroep liggen. Het inzetten van bepaalde online tools zal afgewogen moeten worden aan de competenties van de doelgroep op dit vlak. Wanneer de professionele werker zelf een innovator is, dan moet hij er zich van bewust zijn dat de weinig gekende tools inzetten in vele gevallen zal leiden tot een falen van de communicatie en de online samenwerking. (Vanden Brande, 2013) Wanneer een organisatie of project gebruik wil maken van online tools, dan is het voor de hand liggend dat gebruikt wordt van tools die reeds gebruikt worden en dat er vervolgens op zoek gegaan wordt naar de toepassingsmogelijkheden ervan binnen het project of de organisatie. De organisatie of het project kiest beter een gebruiker gecentreerde aanpak, dan voor een organisatie gecentreerde aanpak. (Callens, 2015) 3.5.5 Eerder een website dan een app Het ontwikkelen van een app kan in sommige gevallen een mogelijkheid zijn. Op voorwaarde dat het doelpubliek groot genoeg is en de app voldoet aan een reële nood. Het kan ook volgens Callens beter bestaande platformen gebruiken voor de 'eigen, specifieke' doelstellingen van de organisatie of project, in plaats van nieuwe apps of tools te ontwikkelen. (Callens, 2015) Het is wellicht in vele gevallen aangewezen om te investeren in een eenvoudig te hanteren website met een ‘responsive webdesign’ dan in een aparte smartphone app. Het ‘responsive webdesign’ zorgt voor een optimale webervaring voor een breed palet aan apparaten. Het ontwerp van een dergelijke website schaalt mee met de afmetingen van een scherm van het toestel, zonder in te leveren op leesbaarheid van tekst of bruikbaarheid van de interface.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

27


3.5.6 Mediawijsheid Het jeugdwerk is uit zichzelf een vrijplaats waar jongeren en jeugdwerkers kunnen experimenteren. De eigenheid van de doelgroep en vrijetijdscontext laten dit ook toe. Met andere doelgroepen, kwetsbare doelgroepen, volwassenen, senioren, ligt het nog anders. Daarom kan het belang van ondersteuning en opvoeding in mediawijsheid niet onderschat worden. In die zin kunnen we ons aansluiten bij de oproep uit het meest recente Apestaartjarenrapport (Mediaraven, Apestaartjaren 5, 2014) dat de beleidsmakers oproept om te investeren in de permanente vorming van diverse opvoeders. Maar niet enkel omdat ze op de hoogte zouden zijn van de mogelijkheden en risico’s van het gebruik van online tools, maar eveneens om ze competent te maken in het omgaan en inzetten van online tools. Op die manier kunnen ze jongeren en andere doelgroepen op een competente manier initiëren, begeleiden en stimuleren om on line tools op een aangepaste en veilige manier in te zetten. Binnen het jeugdwerk doet een organisatie als Mediaraven dit reeds. Voor het sociaal cultureel volwassenenwerk is Socius actief op dit vlak. 3.5.7 Ontwikkeling van (urban) games als participatie en educatieve methodiek Binnen het jeugdwerk speelt Mediaraven in op deze evolutie door onder andere een vorming aan te bieden voor jeugdwerkers die de online games willen inzetten in hun werking. Op die manier werkt zij aan de mediawijsheid bij intermediairen en creëert zij een positief klimaat rondom gaming. (Mediaraven, Digitale stadsgames maken met OjOO!, 2015) Maar ook een organisatie als EW32 (EW32, 2015) zet urban games in als participatiemethodiek voor jongeren. (Marechal, z.j.) Op deze manier komen zij tegemoet aan een aantal zaken, met name de vraag naar mediawijsheid in zijn geheel, positieve kijk op gaming en het inzetten van gamen als participatieve en educatieve methodiek. 3.5.8 Aandacht voor de lancering en promotie van online tools Hierboven beschreven we hoe een app als Lomap of een website als Jonggezegd.be opportuniteiten bieden die onvoldoende benut worden door het werkveld. Daarom zou meer aandacht moeten gaan naar een succesvolle lancering of eventuele herlancering van dergelijke initiatieven. 3.5.9 Expertisedeling De expertisedeling die deel uitmaakt van de oorspronkelijke output van dit onderzoek, kan niet gebeuren door eenvoudigweg een overzicht te presenteren van de online tools die succesvol ingezet worden in het jeugdwerk. Van essentiëler belang lijkt te zijn dat organisaties en projecten hun good practices kunnen delen door aan te geven welke doelstellingen ze op welke manier beter of anders kunnen bereiken door online tools in te zetten. (Callens, 2015) Good practices zouden uitgewisseld kunnen worden in vormingen en expertisegroepen binnen het jeugdwerk en het sociaal cultureel werk. Op die manier kan de aandacht voor het werken met online tools en de kennis erover verspreid worden over een grotere doelgroep. (Haspeslagh L., 2014)

Operationeel omschreven aanbevelingen (voor organisaties en projecten in het jeugdwerk en het sociaal cultureel werk):   

Bepaal welke doelstellingen de organisatie of het project ‘beter’ zou willen bereiken? Ga na wat de mogelijkheden zijn van de organisatie of het project om (andere) online tools inzetten? Onderzoek welke bestaande online tools je in functie van participatie kan ‘omdenken’ eerder dan iets nieuws te willen ontwikkelen.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

28


      

Zet de doelgroep centraal, niet de online tool. Gebruik online tools als leeromgeving. Zet in op mediawijsheid van (jeugd)werkers. Besteed aandacht aan timing en communicatie bij de lancering van online tools Ontwikkel eerder een performante website dan een app Maak werk van het delen van expertise over online participatie die start vanuit de doelstellingen van de organisatie of het project. En verder: zet (de ontwikkeling van) (urban) games in als participatieve en educatieve methodiek en werk op die manier aan mediawijsheid.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

29


4 DISCUSSIE

4.1 DE RELEVANTIE VAN DE ONDERZOEKSVRAAG De relevantie van een onderzoeksvraag wordt bepaald door de relevantie van de onderzoeksresultaten. In het kader van dit zaaiproject was het de bedoeling het potentieel van dit onderzoeksonderwerp te exploreren. Het behoort tot de eigenheid van een dergelijk verkennend onderzoek behoren dat inzicht in de materie groeit in de loop van het onderzoek en de richting van het onderzoek evolueert. De onderzoeksvragen van dit project hebben een kronkelend parcours afgelegd en zijn bijzonder geĂŤvolueerd. Het inzicht dat aanvankelijk groeide vanuit een aantal veronderstellingen, later vanuit vaststellingen op het terrein hebben geleid tot een ander resultaat dan vooropgesteld. Wat blijkt de relevantie van de onderzoeksvraag geweest te zijn? Hoe is de onderzoeksvraag in de loop van het onderzoekstraject bijgesteld? De oorspronkelijke vraag: 1. Welke online tools m.b.t. het faciliteren van participatie, coproductie en co-creatie van vrijwilligers worden gebruikt bij innovatieve projecten uit het jeugdwerk? 2. Op welke manier kunnen we de opgebouwde expertise borgen en ontsluiten voor het brede jeugdwerk en het middenveld? In plaats van een inventarisatie te maken van de online tools die gebruikt worden, kwam de nadruk meer te liggen op de vragen: welke online tools worden gebruikt? Om welke reden worden net die tools gebruikt? Met welke doelstelling zetten projecten deze online tools in? Het tweede deel van de onderzoeksvraag is gaandeweg minder relevant geworden. Waar we vanuit de bevindingen zouden kunnen overgaan tot het delen van expertise, is dit in dit geval onmogelijk. De expertisedeling zou erin kunnen bestaan hebben dat good practices konden gedeeld worden voor het ruime jeugdwerk en bij uitbreiding voor het bredere sociaal cultureel werk. De resultaten uit de bevraging zijn niet van die aard dat de verschillen in het gebruik van de soort en het aantal online media als relevant kunnen gelden voor het delen van deze expertise. Wanneer uit het onderzoek echter blijkt dat de tools die gebruikt worden de bestaande en wijdverspreide tools zijn, dan zou het enkel interessant kunnen zijn voor organisaties om een ander soort expertise te delen. Met name de expertise die erin bestaat om uit te wisselen hoe organisaties of projecten hun missie vertaald in concrete acties en activiteiten trachten te bereiken door een mix te creĂŤren van offline en online werken. Verder zou het eveneens aangewezen zijn om de kennis te delen over het gebruik van online tools door de doelgroep en daarnaast de competenties van de jeugdwerkers en de sociaal (cultureel) werkers aan te scherpen op twee vlakken: technische vaardigheden in het in omgaan en inzetten van online tools en competenties inzake mediawijsheid.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

30


4.2 NODEN OF BLINDE VLEKKEN? De vraag naar ontbrekende of ongekende online tools die bepaalde doelstellingen in het engageren van vrijwilligers en het samenwerken met vrijwilligers op een andere manier zouden kunnen realiseren is een open, quasi onbeantwoorde vraag gebleven. Geen enkele gesprekspartner of respondent gaf aan dat er nood was aan een nieuwe of aangepaste online tool die hun werking op dit vlak zou kunnen ondersteunen of optimaliseren. Ook werd er geen gewag gemaakt van een nood aan online tools voor interne participatie die bijvoorbeeld zouden de interne organisatie van een organisatie zouden kunnen optimaliseren, zoals ledenbeheer of boekhouding.

4.3 GEMISTE KANSEN In de loop van dit onderzoek stootten we vlug op een tweetal gemiste kansen. De ontwikkeling van de app Lomap en de ontwikkeling van de website ‘www.jonggezegd.be’ als tools en platforms voor inspraak op lokaal vlak blijken de boot gemist te hebben. Lomap heeft de voordelen een interessante en aantrekkelijke mobiele toepassing te zijn die zou kunnen ingezet worden voor diverse doelgroepen, in diverse contexten en zelfs in een internationale context. De tool is interessant omdat hij enerzijds mobiel is, on- en offline kan gebruikt worden, herkenbaar is als foto-app en deelbaar is via een online project gekoppeld aan een overzicht van alle foto’s op een kaart en/of een fotowall en omdat in principe de gemaakte foto’s ook kunnen gedeeld worden via andere digitale media. De tool is in principe geen exclusieve tool voor het jeugdwerk. Hij heeft het potentieel om in te zetten in het buurtwerk bij inspraakprojecten in verband met de inrichting van de openbare ruimte, bij senioren om feedback te geven over hun leefomgeving,… De website www.jonggezegd.be rond participatie maakt evenmin een goede beurt wanneer het gaat over het aantal participatieprojecten dat er op actief is (was) en de mate van respons op de projecten. De website voorziet een plugin voor facebook, waardoor de informatie via dit platform kan gedeeld worden. In principe focust deze tool exclusief op lokale (gemeentelijke) participatieprojecten in het jeugdwerk. De gemiste kansen voor beide tools kunnen te wijten zijn aan een minder goede timing van de lancering van de online tools en/of aan de communicatie en bekendmaking van de tools. (Demeulenaere, 2015)

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

31


VERWIJZINGEN Assist. (z.j.). Assist. Opgehaald van Assist: www.assistonline.eu. Blokhuis, B. (zj). 5 aandachtspunten voor apps. Opgehaald van www.dharmamedia.nl: http://www.dharmamedia.nl/blog/app/5-aandachtspunten-voor-apps Callens, H. (2015, februari 12). persoonlijk gesprek. (P. Van Mullem, Interviewer) Carpentier, N. (2014). Sociaal engagement, maatschappelijk middenveld en online media. Hoe kunnen middenveldorganisaties online media gebruiken om het sociaal engagement van burgers te versterken? Brussel. Demeulenaere, A. (2015, juni 3). persoonlijk gesprek. (P. Van Mullem, Interviewer) EW32. (2015). Opgehaald van EW32: http://www.ew32.be/ Femma. (2015). Femma.be. Opgehaald van Femma.be. Haspeslagh L., H. V. (2014). Three reports with recommendations for policy and regulation, learning and awareness raising. Gent: iMinds-MICT-UGent. Kolgen, S. (2015, maart 11). persoonlijk gesprek. (P. Van Mullem, Interviewer) Lokaal cultuurbeleid Deurne. (2015). Schatten van deurne. Opgehaald van Schattenvandeurne.be: http://www.schattenvandeurne.be/apps Mander, J. (2014). Global Web Index Social Summary Q4. London: Trendstream Limited. Manovich, L. (2001). The language of New Media. Cambridge: MITPress. Marechal, A. (z.j.). Serious Urban Gaming als participatiemethodiek. Opgehaald van Mediawijs: http://mediawijs.be/dossiers/dossier-gaming/serious-urban-gaming-alsparticipatiemethodiek Mediaraven. (2014). Apestaartjaren 5. Gent: Mediaraven vzw. Mediaraven. (2015). Opgehaald van http://www.mediaraven.be Mediaraven. (2015). Digitale stadsgames maken met OjOO! Opgehaald van http://www.mediaraven.be/vorming/aanbod/digitale-stadsgames-maken-met-ojoo Ophoff, A. (2015, januari 29). persoonlijk gesprek. (P. Van Mullem, Interviewer) Peeters, B. (2015). B.V.L.G. Opgehaald van B.V.L.G.: http://bvlg.blogspot.be/ Pynte, H. (2015, februari 25). Sociale media in verandering: cijfers over evoluties in het digitale landschap. Opgehaald van talkingheads.be: http://www.talkingheads.be/nl/blog/detail/sociale-media-in-verandering-cijfers-overevoluties-in-het-digitale-landschap Schurmans, D., & MariĂŤn, I. (2013, december). Naar gebruikersprofielen van jongeren in maatschappelijk kwetsbare. Opgehaald van mediawijs.be: http://mediawijs.be/sites/default/files/artikels/bestanden/digitale_mediaprofielen_jmks.pdf Stox, G. (2015, februari 25). persoonlijk gesprek. (P. Van Mullem, Interviewer) PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

32


Van Acker, L. (2015, februari 20). vi.be. Opgehaald van vi.be: http://www.vi.be Vanden Brande, T. (2013). Nieuwe media in het jeugdwerk. Opgehaald van Thijs Vanden Brande: http://thijsvandenbrande.be/2013/04/nieuwemediajeugdwerk/ Vanwynsberghe, H. (2015, april 29). Facebook: waarom wij het privacy-alarm negeren. Opgehaald van mediawijs.be: http://mediawijs.be/opinie/facebook-waarom-wij-privacy-alarm-negeren Wijs. (2014, februari). Case: Community website voor Femma. Opgehaald van wijs.be: https://wijs.be/nl/portfolio/detail/community-website-voor-femma

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

33


Bijlage 1: Projecten en organisaties Hieronder volgt een lijst van gecontacteerde organisaties en projecten met vermelding van de verschillende communicatieplatformen en sociale media die zij inzetten. We claim the streets - Club 9 Koersel - www.club9.be - www.facebook.com/jhclub9 www.twitter.com/JeugdhuisClub9 - www.pinterest.com/club9 - www.instagram.com/jhclub9 www.linkedin.com/company/jeugdhuis-club-9-vzw - www.weclaimthestreets.be www.facebook.com/weclaimthestreets

Mojjak - Jeugdhuis Jakkedoe - www.mojjak.com - www.jhjakkedoe.be - www.facebook.com/mojjak

Broei.on - Jeugdhuis Wollewei - www.jonggeweld.net - www.wollewei.be - www.broeion.be www.facebook.com/Wollewei - www.twitter.com/jhwollewei - www.instagram.com/jhwollewei Snapchat: jhwollewei - www.facebook.com/Broei.On - www.instagram.com/broei.on www.youtube.com/channel/UCiq93BCS834lNxPhkELQECw

Klankgas - Jeugdhuis Wollewei - www.jonggeweld.net - www.wollewei.be - www.klankgas.be www.facebook.com/Wollewei - www.twitter.com/jhwollewei - www.instagram.com/jhwollewei Snapchat: jhwollewei - www.facebook.com/pages/Klankgas/809972729053327

Artafact - Jeugdhuis De Moeve Lier www.moeve.be - www.facebook.com/jeugdhuis.demoeve www.twitter.com/demoeve - www.artafact.be - www.facebook.com/artafact2500

Jeugdhuis Krak Avelgem & GC Spikkerelle - Spacemakers - www.krak.be www.facebook.com/jeugdhuis.krak - www.spacemakers.tv - www.facebook.com/krakspacemakers www.krakspacemakers.tumblr.com - www.twitter.com/clubsodafest -

Project Wolf - Jeugddienst Mechelen - www.mechelen.be/jeugd - www.facebook.com/pr0jectw0lf www.twitter.com/pr0jectw0lf

Fabrik a Brak - jeugdhuis Lodejo (Lochristi) en jeugdhuis ’t Kasseiken (Wachtebeke) - www.lodejo.be www.kasseiken.be - www.fabriekabrak.be - www.facebook.com/fabriekabrak www.pinterest.com/fabrak -

Medialab MIG Geraardsbergen - www.radiomig.be - www.facebook.com/mig1049 www.twitter.com/RadioMIG

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

34


Stoorzender - www.stoorzender.be - www.facebook.com/stoorzender.be www.twitter.com/Stoorzender - www.mixcloud.com/Stoorzender - www.instagram.com/stoorgram www.youtube.com/user/stoorzendertube

Stampmedia - Storylab - Chips vzw - Antwerpen - www.chipsvzw.be - www.stampmedia.be www.storylab.be - www.facebook.com/stampmedia - www.facebook.com/CHIPSStoryLab www.twitter.com/StampMedia - www.twitter.com/_storylab_ - www.instagram.com/stampmedia www.instagram.com/_storylab_ - www.flickr.com/photos/stampmedia www.youtube.com/user/StampMedia - www.vimeo.com/chipsstorylab www.pinterest.com/CHIPSstorylab

REC Radiocentrum - http://www.radiocentrum.be - https://www.facebook.com/recradiocentrum https://twitter.com/recradiocentrum - https://instagram.com/recradiocentrum https://vimeo.com/recradiocentrum - http://www.slideshare.net/recradiocentrum https://www.linkedin.com/company/rec-radiocentrum https://www.youtube.com/user/recradiocentrum - https://storify.com/recradiocentrum -

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

35


Bijlage 2: Bestaande smartphone-apps in het jeugdwerk Spelfiches: Jeugddienst Don Bosco Beschrijving Meer dan 200 spelideeën in je broekzak. Ben je actief in het jeugdwerk? Dan is deze app echt iets voor jou! Zoek op naam, leeftijd, terrein of type spel. Ontdek welke spelen andere enthousiastelingen het leukste vonden en sla je eigen favorieten op. Ben je avontuurlijker ingesteld? Schud met je telefoon en ontdek welk spel jij gaat spelen! Kortom: alle spelfiches van Jeugddienst Don Bosco vzw in één handige app. Screenshots:

https://lh3.googleusercontent.com/nxYQd5ixI_nkPXzzKg7lI4Wh048PggzfqlPprjHkDUHqvJTIwktrDraw Z02O2AI2aZw=h900-rw https://lh3.googleusercontent.com/sxe2GP4X_jyaIGNKXsOdSc7qFuR16UaLP69qN9fGRQEKBgyZHgO9 KcYp5xwmEXxqKXQU=h900-rw https://lh3.googleusercontent.com/YOLIGAMV9O152lbZQkhMZHsEkaWwGJJThS4faVNKDghq8BUBT Hfun84qwSc8iMI4CJk=h900-rw

Chiro Beschrijving Een bivak is tien dagen genieten. Maar soms loopt er iets mis. Krijg je het niet zelf opgelost? Of wil je advies? Een antwoord op je vragen? Met één druk op de knop bereik je de bivakpermanentie. Je

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

36


gegevens kunnen daarna naar ons worden doorgestuurd, zodat we je zeker kunnen bereiken en beter kunnen helpen. De rest van het jaar is deze app ook handig. Ga op zoek naar een Chiro in jouw buurt, Schud een tussendoortje uit je mouw en krijg notificaties met alle belangrijke dingen die je absoluut niet mag vergeten. Screenshots:

https://lh3.googleusercontent.com/Xf21F4ETOtrAR7-9kgrUde_TsdYZ0yscqF_GyhqtaZdvLpWlCmUTh4dvdTv3D8vFQ4=h900-rw https://lh3.googleusercontent.com/onRWjwshhqdhVvH_vP1Za7lGsLfxMPVCfS7GNarav_rhuD5bjndrr ADGkRM4i3cId8BH=h900-rw https://lh3.googleusercontent.com/6UL7y7MomZWjDIJmy1vq3fC-n3WIM_60ZMMC8j-arQkkP2LDbxQPa5uJkC8KOiAyA=h900-rw https://lh3.googleusercontent.com/WCMN0RjlRscLvdPi4ExVdiIQ38CyK0hiCxwuJB2R1kgVbcobSxWmc KYU9O0IhBMWYxFn=h900-rw

Chiro Ommekeer Beschrijving Een applicatie voor de leden, leiding, ouders en sympathisanten van Chiro Ommekeer. Via deze app blijf je op de hoogte van het laatste nieuws. Ontvang pushberichten met het laatste nieuws op je gsm. Je kan je zelf aan- of afmelden op bepaalde categorieën. Categorieën: - Website: blijf op de hoogte van de laatste foto's, video's, instagramfoto's, nieuwsberichten en geluidsfragmenten. - Nieuwsbrief: krijg een melding wanneer er een nieuwe nieuwsbrief beschikbaar is. - Herinneringen: we sturen u eventuele herinneringen, zoals bv morgen geen Chiro, zondag gaan we zwemmen, ... - Facebook: blijf op de hoogte van de laatste berichten op onze Facebookpagina. Screenshots:

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

37


https://lh5.ggpht.com/E6PBcwbuv5gDpE19Dzk_Vwz7dWkI4LqWMMEmPel880C4QWWaPoGdPdb32Idan0zjiA=h900-rw https://lh3.ggpht.com/lPy7Weixiy0rrZPcWIfinQPXVvJwH106R2IJUz7sEgyNFnRmKYgP8yHrUzqbnXV3uE=h900-rw

Chiro Wezemaal Beschrijving Deze applicatie is gemaakt uitsluitend voor Chiro Wezemaal. De app dient om gemakkelijk aan informatie te komen over de chiro. Er zijn verschillende zaken die je met deze app kunt doen: - Kijken welke activiteiten er de komende maanden zijn op de chiro. - De knipoog raadplegen, de programma's bekijken van elke groep. - Informatie zoeken over alle leiding of comitĂŠleden; met als optie om deze te bellen of mailen vanuit de applicatie.

Screenshots: PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

38


https://lh4.ggpht.com/RzR4TVX4Ddgaq3gimpiToZRjRve_y4W1_1NiOJajrXLoKLTYFWbqGHpVLFjvka1QA=h900-rw https://lh4.ggpht.com/yF1oyLqRb_ATvVT_xfmlyCoxEinELYIdKiL0XR2HibsCyyAw6_IX99nmjML4fZdih71=h900-rw https://lh3.ggpht.com/9jX1yN7dcdZyCxTEow1R0la9tzf1mKxzQjq8n33i3dCrqr80Zav3gdOgwtZbowe7_Y=h900-rw https://lh6.ggpht.com/AXBd2_7amwFPwmIfZtcpT5kcluEZIk2LS35xmJNMkyn16rXhE5w9MKR30twSUz7oFE=h900-rw

Chiro Bilzen Beschrijving Blijf op de hoogte van alles in en rond Chiro Bilzen met onze App! Lees onze berichten, bekijk onze kalender, vind onze contactgegevens,…

Screenshots: PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

39


https://lh5.ggpht.com/s9BqGz9KKzF_RrKGo3xnbhN54wH21YRtSNLOYWHsdGyiUznlzm_S8il1u570hJo tGQ=h900-rw https://lh3.ggpht.com/zEglP9nl-gucyCpeENAL-PTLxivovEacZCoBS3X_vYpNsaaYeShIQdQDWeVzLADV3t6=h900-rw https://lh5.ggpht.com/VFMgnB8_04GmCNuaIyVkEj_Ja4uuOQBUxJWzZTcV7__2mgnBHxarj74CrHfEEy eVy8w=h900-rw https://lh4.ggpht.com/DdbcVimbpzpOMfIdjTvZTvkSdwQXFRg3OaM5OSnt2Ql2j5L0C988EbAk9elVbG3 ymNg=h900-rw

Lomap Beschrijving “Download Lomap en geef je ongezouten mening over je buurt of stad! Trek de straat op, neem foto's van je wijk of een andere plek waar je een mening over hebt of straffe uitspraak over wil doen. Is het een doorn in je oog of net één van de troeven van je buurt? Je huis, vrienden, favoriete park, mooie deurklink, maar ook zwerfvuil, gebrek aan zebrapad? Alles kan. Met een kleurfilter en tags geef je de foto je gevoel, je mening mee. En dankzij het lomo-effect weet de wereld zo niet alleen wat er volgens jou goed gaat en misloopt, maar heb je in een klap een mooie fotoreportage van je buurt.

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

40


Upload je foto’s naar http://www.lomap.be. Hier kan je er een fotomozaïek van maken, ze sorteren op tags, delen met je vrienden of gewoon in hoge resolutie downloaden om uit te printen. Of kijk wat andere Lomappers te zeggen hebben over jouw buurt of stad. De lomomuur op de website is namelijk niet alleen een mooi, kunstig en tastbaar resultaat van je inspanning maar is meteen ook een snapshot van hoe het met je wijk gesteld is. En via deze site raakt jouw mening misschien wel tot bij de beleidsmakers uit jouw buurt en maken ze daar het verschil!”

Screenshots:

https://lh3.ggpht.com/VStmDJs74dCQhkWOPLCHcu_qyhqPIkcnwbSc45CfPeh06qDKpeQy1CQ0wpY9B Ma5D4A=h310-rw https://lh5.ggpht.com/LqN9IeakoL24LY1LjgQHmqzcCmZZoR5oPnqdveKet6V5oX59HEnxDKNagCwUI5 RvIC4=h310-rw https://lh3.ggpht.com/EXT-8MbyAIHas1XP-C_c5PKoFRN0qxDL65M3CazCdhHOs8EDlCZVKOTu1_EDvQaxRQ=h310-rw https://lh5.ggpht.com/_4RG-baZuA6PMQGQ1dV9XjvzFPrXJWIMeUORgYhl6ZlXIDQfRoZa9g-nqQ-LZoIeTM=h900-rw https://lh4.ggpht.com/14dhC_cl6qAZ9KpaC9IGgik_PK8gpv5KGDOJDSUTe1y8kqjui8T5Oe88X7ZST_bPo0=h900-rw https://lh5.ggpht.com/ScW3BcgO6bsdmDThbWSDSJoeedDNzTDsi5QOQS40pnRMqIxX2rm84mrr5bZZ xXINzKM=h900-rw

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

41


Bijlage 3: Website - participatie Jonggezegd Beschrijving Jonggezegd.be is een online participatietool, waarmee steden en gemeenten jongeren inspraak kunnen geven in het gemeentelijk beleid via bevragingen. Het einddoel van Jonggezegd.be is de betrokkenheid en de band van jongeren met hun gemeente verhogen. De tool laat enerzijds jongeren toe om zelf hun onderwerpen en items aan te brengen, anderzijds kunnen de gemeenten ook zelf vragen en thema's naar voren schuiven. Jonggezegd.be staat niet op zich, het is een aanvulling op eventuele instrumenten of momenten die de gemeente al organiseert om jongeren te laten participeren. Het moet de gemeente een extra dimensie geven om te bespelen. Jonggezegd.be werd in eerste instantie opgezet voor de jongeren en gemeentes uit het plattelandsgebied Meetjesland-Leie-Schelde op initiatief van de betrokken LEADER-regio en Mediaraven vzw. Elke stad of gemeente kan echter gebruik maken van de tool, daarvoor kunnen ze een eigen pagina aanvragen met de url 'http://gemeente-x.jonggezegd.be'. Jonggezegd.be richt zich op jongeren tussen 12 en 25, met 15-18-jarigen als focus. Screenshots

PWO - Arteveldehogeschool - Jeugdwerk en online tools - Peter Van Mullem

42


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.