Lespakket diversiteit in de media

Page 1

Lespakket diversiteit in de media

StampMedia vzw, Prekerstraat 25, 2000 Antwerpen


Achtergrondinformatie 1. Toelichting Leerstof 2. Artikels a. Islam is de grootste religie van het land b. 'Superdiversiteit, hoe migratie onze samenleving verandert' c. The Media's Gender Problem Still Looks Awful d. Vechten tegen de angst begint op school e. Hoe divers is de Vlaamse pers? f. Genoeg rechtzettingen

p.2 p.4 p.7 p.10 p.13 p.25

1. TOELICHTING LEERSTOF Deze les kwam tot stand in samenwerking met het Minderhedenforum. De cijfers komen uit het boek ‘De Witte Media’ van Katleen De Ridder, dat verscheen bij uitgeverij Lannoo in oktober 2010, en van het Steunpunt Media dat onderzoek deed in opdracht van de minister van Media 2012-2015. De Universiteit Antwerpen, KU Leuven, Universiteit Gent en Vrije Universiteit Brussel verleenden hun medewerking aan de onderzoeken. Het Minderhedenforum vertegenwoordigt etnisch-culturele verenigingen in Vlaanderen en Brussel en geeft mensen met een migratieachtergrond een stem. Mensen met een migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in de nieuwsberichtgeving, en niet op een goede manier. Vooral tv-nieuwsuitzendingen zijn doordrenkt van pessimisme rond intercultureel samenleven. Nieuwsfeiten worden gekaderd als een conflict tussen witte en andere Vlamingen, waarbij de media de witte middenklasse bedienen. Hun denkkader bepaalt wat nieuws is en hoe dit wordt gebracht. Mediadebatten over intercultureel samenleven worden gedomineerd door blanke, hoogopgeleide mannen van middelbare leeftijd. Zij vertolken slechts één perspectief, dat wordt voorgesteld als neutraal. Mensen met een etnisch-culturele achtergrond willen meepraten, hun stem laten horen. Maar zij krijgen moeilijk toegang tot de media. Het gevolg is dat een karikatuur als de ‘mediamoslim’, die niets te maken heeft met de realiteit, vrij spel kan krijgen. Deze les moet leerkrachten en leerlingen duidelijk maken dat dat proces omgekeerd kan worden. Door zelf een actieve rol op te nemen en deel uit te maken van ‘de media’ kan bijgedragen worden tot een realistischer beeld van onze maatschappij waar ook jongeren en andere minderheden een forum krijgen.


2. ARTIKELS Islam is de grootste religie van het land De Standaard - 19/03/2016 Zo'n 400.000 Belgische moslims beleven actief hun geloof, terwijl naar schatting nog maar 200.000 katholieken naar de kerk gaan. Daarmee is de islam de grootste actieve religie van het land geworden. Maar die trend wordt politiek noch maatschappelijk erkend. Ruben Mooijman Officiële cijfers over het aantal mensen dat een bepaalde godsdienst aanhangt, zijn in België niet beschikbaar. Maar wetenschappers hebben zich wel over het vraagstuk gebogen. Vergelijking van bestaand onderzoek laat een duidelijke trend zien: het aantal praktiserende moslims stijgt, en het aantal praktiserende katholieken daalt. In België leven 728.000 moslims. Dat berekende Jan Hertogen, oud-medewerker van het Sociologisch Onderzoeksinstituut van de KU Leuven. Tweejaarlijks maakt hij de telling voor het Centre Interdisciplinaire d'Etudes de l'Islam dans le Monde Contemporain (Cismodoc) van de UCL in Louvain-la-Neuve. Het aantal actieve katholieken is berekend door Marc Hooghe, politicoloog aan de KU Leuven. In 2011 verrichtte hij studiewerk in opdracht van de Belgische Bisschoppenconferentie. Daaruit bleek dat veel mensen zich katholiek noemen, maar dat er maar weinig actief met het geloof bezig zijn. Hij kwam uit op ruim 315.000 actieve kerkbezoekers. Aangezien hij een dalende trend vaststelde, kan aangenomen worden dat het aantal sindsdien nog afgenomen is. Een extrapolatie zou het cijfer op minder dan 200.000 brengen. Bij de cijfers moet wel een kanttekening gemaakt worden. Hertogen gaat uit van het aantal mensen dat zich moslim noemt. Uit Duits onderzoek blijkt dat dat voor Marokkanen zo'n 83 procent is. Hertogen heeft niet onderzocht in hoeverre zij hun godsdienst actief beleven, en regelmatig de moskee bezoeken. Maar als vuistregel kan volgens hem worden gehanteerd dat de helft van de moslims praktiserend is. Dat hoeft niet te betekenen dat ze wekelijks de moskee bezoeken, maar wel dat ze bidden, deelnemen aan de ramadan of op bedevaart gaan. Maar zelfs als de helft van degenen die zich moslim noemen praktiserend is, dan zijn dat er nog meer dan het aantal katholieke kerkgangers.


Financiering De trend wordt maatschappelijk onvoldoende erkend, vindt Hertogen. Vooral de financiering van de islam blijft achter. 'Het geld dat vrijkomt door de daling van de kosten voor de katholieke eredienst, bijvoorbeeld door het dalende aantal priesters en de mortaliteit van de gepensioneerde priesters, had kunnen worden verschoven naar de islam. Maar dat gebeurt niet. Doordat de politiek weigert die malaise te doorbreken, dreigen we het vertrouwen van deze groep medeburgers te verliezen', zegt Hertogen. Opmerkelijk is dat geografisch gezien de moslims en de katholieken elkaars spiegelbeeld vormen. Het kerkbezoek is het laagst in de grote steden en het hoogst op het platteland. De islam daarentegen wordt juist het meest beoefend in de grote steden en veel minder op het platteland. Dat heeft er uiteraard mee te maken dat de populatie met een migratieachtergrond in de steden geconcentreerd is. Van alle inwoners van België is volgens de berekeningen van Hertogen 7 procent moslim. In Brussel is dat 23,6 procent, in Vlaanderen 5,1 procent en in Wallonië 4,9 procent. In Vlaanderen haalt de provincie Antwerpen het hoogste cijfer met 7,5 procent. Dat betekent dat op elke dertien inwoners er één moslim is. Het laagste percentage is voor de provincie WestVlaanderen: 2,1 procent van de bevolking is er moslim. Dat komt neer op één op de vijftig inwoners. Onder de gemeenten heeft Sint-Joost-ten-Node het hoogste aandeel moslims: 45 procent. In Vlaanderen voert Beringen de lijst aan met 20,9 procent. Dat is een erfenis van het mijnverleden. De Limburgse steenkoolmijnen boden destijds veel werk aan Turkse arbeidsmigranten. Ook in Heusden-Zolder benadert het aandeel moslims 20 procent. Dat is meer dan in de stad Antwerpen, waar het aandeel op 18,8 procent uitkomt. Ook industriële gemeenten als Genk en Vilvoorde tellen een relatief hoog aandeel moslims. De gemeente met het laagste aandeel is Horebeke: 0,1 procent, ofwel één op de duizend. Hertogen heeft de berekening uitgevoerd voor de jaren 2011, 2013 en 2015, zodat ook de evolutie zichtbaar wordt. In die periode is het aantal moslims met ruim 96.000 toegenomen. Vijf jaar geleden bedroeg het aandeel op Belgisch niveau 6,3 procent. Hertogen stelt vast dat iets minder dan de helft van de Belgische moslimpopulatie een Marokkaanse achtergrond heeft, en iets meer dan een kwart een Turkse. In Vlaanderen is de verhouding licht anders: 39 procent van de moslims heeft een Marokkaanse achtergrond, 33 procent een Turkse.


'Superdiversiteit, hoe migratie onze samenleving verandert': een boeiende zoektocht BOEKRECENSIE 01/01/2014 - dewereldmorgen.be Dirk Geldof is een productief publicist. Na 'Onthaasting', 'Niet meer maar beter' en 'We consumeren ons kapot' en 'Onzekerheid, Over leven in een risicomaatschappij' verschijnt nu 'Superdiversiteit, hoe migratie onze samenleving verandert'. Walter Lotens

Superdiversiteit Dirk Geldof (°1965) is lector sociologie en onderzoeker aan het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen in Brussel en doceert diversiteit, armoede & stad in de opleiding Sociaal Werk aan de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen. Daarnaast is hij ook een productief publicist. Na Onthaasting, Niet meer maar beter en We consumeren ons kapot en Onzekerheid, Over leven in een risicomaatschappij verschijnt nu Superdiversiteit, hoe migratie onze samenleving verandert. Over leven in een risicomaatschappij is een goed en overzichtelijk handboek. Hij zet de grote maatschappelijke problemen van deze tijd op een rij in de trant van de Duitse socioloog Ulrich Beck die in 2007 Weltrisikogesellschaft. Auf der Suche nach verlorenenen Sicherheit putbliceerde. Ook in zijn nieuwe boek is het denken van Ulrich Beck en dat van stadsocioloog Eric Corijn duidelijk aanwezig. Het gaat tegenwoordig in de grote steden op deze planeet niet meer over diversiteit tout court, maar over ‘superdiversiteit’, een term die in 2007 voor het eerst werd gelanceerd door de Engelse onderzoeker Steven Vertovec. Antwerpen De cijfers – en Geldof geeft er heel wat, vooral over zijn thuisstad Antwerpen – liegen er niet om. De grote steden worden steeds meer majority-minority cities: steden waar de meerderheid van de bewoners uit een brede waaier van minderheden bestaan. Ook Antwerpen, hoewel een kleiner broertje van de wereldsteden, volgt die tendens. Het volgende decennium zal de ‘meerderheid uit minderheden’ bestaan. Politiek stuit die ontwikkeling op veel tegenstand. Zo verwijst Geldof naar het afvoeren van de slogan “ ’t stad is van iedereen’ van het nieuwe stadsbestuur onder leiding van het Vlaams-nationalistische NVA: “Dat kan enkel gezien worden als een krampachtige poging om de verdwijnende meerderheidscultuur krampachtig in stand te houden.” (p. 125)


Enkele cijfers van die superdiversiteit? In Antwerpen is vandaag bijna 60 procent van de kinderen jonger dan tien jaar van allochtone origine. Bij Antwerpenaren onder de veertig jaar is iets meer dan de helft allochtoon. Bij 37 procent van de kinderen in het lager onderwijs in Antwerpen spreken ze thuis in 2011 een andere taal dan het Nederlands. In de superdiverse wijken zoals Antwerpen-Noord en Borgerhout, leeft op iedere twintig officiële bewoners minstens één zonder papieren. Dat laatste zegt iets over ‘de verborgen stad’ , over de werkelijke stad die steeds meer verschilt van de wettelijke stad. Geldof merkt terecht op dat bij het beschrijven van die etnisch-culturele diversiteit de bestaande begrippen maar een deel van de werkelijkheid dekken. Hij schrijft het mooi: “Onze woorden schuren langs de werkelijkheid en blijven steeds vaker haken.” (p. 34) De stedelijke werkelijkheid is wat ze: superdivers en ongelijk. Kosmopolitische bril Om te proberen die nieuwe werkelijkheid te begrijpen, mogen we geen verouderde bril hanteren, maar een kosmopolitische. Dat is de stelling van Geldof, waarvoor hij verwijst naar Ulrich Beck: “Cruciaal bij een kosmopolitische blik is de stap van een exclusief of/of-denken naar een inclusief en/en-denken. Wie de superdiversiteit vanuit een en/en-logica probeert te begrijpen, krijgt oog voor een realiteit waarin mensen niet op één kenmerk vast te pinnen zijn. Met de superdiversiteit krijgen we een samenleving van meervoudige en gelaagde identiteiten.” (p. 65) Het zou ook anders kunnen. In het spoor van Eric Corijn (‘Kan de stad de wereld redden?’) kunnen steden ook als emancipatiemachines werken, maar zo zegt hij, dan is ‘er nood aan een beleid op alle niveaus dat de voorwaarden schept om het potentieel van de huidige superdiversiteit maximaal aan te spreken in plaats van een deel van de tweede en derde generatie verloren te laten lopen tussen school en arbeidmarkt.’ (p. 183) Superdiversiteit is niet alleen een culturele maar zeker ook een sociaaleconomische uitdaging. De dualisering in de grote steden neemt toe – samen met de politiek apathie van een steeds groter worden groep jongere werklozen die no-future hebben. Daarvan is Geldof zich ten zeerste bewust en hij besluit dan ook: “De manier waarop we met onze superdiversiteit omgaan, zal de toekomst van onze steden en van onze samenleving mee bepalen. Wij hebben de keuze en de verantwoordelijkheid om er samen een scenario van hoop en empowerment van te maken.” (p. 183) Boeiende zoektocht Dit boek is het resultaat van een zoektocht naar bruikbare kaders die mensen in de praktijk kunnen inspireren bij het omgaan met de veranderingen die superdiversiteit meebrengt. Dat schrijft de auteur in ‘Coda’. Superdiversiteit is een boeiende zoektocht geworden.


De heldere en toch genuanceerde formulering maakt dat dit boek meer is dan voer voor uitsluitend sociologen; het richt zich tot een ruim publiek waarbij de auteur zeker ook zijn studenten voor ogen zal hebben gehad. De sterkte van dit boek heeft ook te maken met de achtergrond van de auteur die niet alleen kan terugvallen op zijn sociologische kennis, maar ook op zijn politieke ervaringen als politiek mandataris van Groen! en OWMW-raadslid in Antwerpen. Het combineren van die sociologische groothoeklens met het vergrootglas op Antwerpen maakt het universele thema specifiek en omgekeerd.


The Media's Gender Problem Still Looks Awful 06/04/2015 The Huffington Post It's 2015, and media is still a man's world.

According to an annual report by Women's Media Center analyzing 27,758 pieces of content, 62.1 percent of news in 2014 was produced by a man.

The report, titled "The Status of Women in the U.S. Media 2015," found that women are significantly underrepresented when it comes to all areas of the media industry, including reporters, broadcasters, contributors, writers, editors and guests. Last year, women were present on camera in the evening news just 32 percent of the time. Only 37 percent of print news stories were reported by a woman; just 38 percent of news articles in 2014 featured a female byline.


Take a look at the full breakdown from WMC:

The gender gap is particularly stark when it comes to political news. Sixty-five percent of all U.S. political stories in 2014 were reported by a man. With the 2016 presidential election fast approaching, the lack of female voice is shocking.

“Our research shows that media needs to do better,” Women’s Media Center president Julie Burton said. “The bottom line is this: Overwhelmingly, men still dominate media. Women are 51 percent of the population -- but hardly equal partners in telling the story."

The results are nearly identical to the year before, when 63 percent of content in 2013 was contributed by a man and 36 percent by a woman. Year after year, the majority of positions in broadcast news and print journalism are still held by white men.

In broadcast news, PBS once again was the only network where female presence dominated male presence. At PBS, women sat in the anchor chair 97 percent of the time, compared to 17.1 percent at "ABC World News," 15 percent at "NBC Nightly News" and 9.5 percent at "CBS Evening News."

On Sunday morning news shows, which have historically left women behind, men made up 74 percent of all guests. WMC also cited the departures of both former New York Times executive editor Jill Abramson and ABC "World News" anchor Diane Sawyer as two huge female losses in the news business, leaving an "all-male line-up" to anchor the evening news. And there were more male reporters and correspondents than female ones at every news network:


The statistics for print are no better. At the nation's top 10 newspapers, white men typically held seven of the 11 positions on editorial boards in 2014. There was nearly a 2-1 ratio of male bylines versus female bylines at almost every major U.S. paper:

For the second year in a row, The Huffington Post was No. 1 in highest percentage of female bylines: 53 percent of contributors were women and 46.5 percent were men.

But we all need to do better.

"The lack of women in decision-making and prominent positions in the media is the breeding ground for defamatory and sexist coverage and comments, and it lowers the standard of excellence by cutting in half the pool from which talent is chosen," Burton wrote. "It also results in media missing major stories -- and missing viewership."

-------


Vechten tegen de angst begint op school De Morgen - 08/01/2016 Na de aanslagen tegen Charlie Hebdo tierden de complottheorieën welig, ook op Franse scholen. Om het gehavende vertrouwen tussen media en jeugd te herstellen, trekt de publieke radiozender France Inter met dertig journalisten een vol jaar lang naar de klas. De moordaanslagen tegen Charlie Hebdo, een politieagente en het warenhuis HyperCacher, een jaar geleden, joegen een schokgolf door Frankrijk. Dat niet iedereen 'Charlie' was, tot daaraan toe. Maar toen luttele dagen later een minuut stilte werd gevraagd voor de slachtoffers, bleek ook dat een brug te ver. Met name op secundaire scholen in de voorsteden werd het eerbetoon her en der verstoord. Het was niet alleen dat: heel wat jongeren geloofden ook niet dat de terreur het werk van jihadisten was - ze zagen er liever de hand van duistere krachten in: hetzij de Amerikaanse inlichtingendienst CIA, hetzij de staat Israël, hetzij Frankrijk zelf. Waar de tieners die lezing vandaan haalden? Van het internet, mijnheer, van Twitter, Snapchat, YouTube en andere. Zo ongewapend stonden hun leerkrachten voor de klas dat velen de hulp van de media inriepen. De Franse overheid noemde de woekerende complottheorieën een reëel probleem in het onderwijs, een noodkreet die alvast bij de grote openbare radiozender France Inter niet in dovemansoren viel. Vanuit haar publieke opdracht vroeg directeur Laurence Bloch zich af hoe ze de band kon aanhalen met burgers die alle geloof in de professionele media waren kwijtgeraakt - laat staan daar ooit een beroep op zouden hebben gedaan voor hun interpretatie van de wereld. France Inter-journaliste Emmanuelle Daviet stelde Bloch alvast voor naar de scholen te stappen. "In de nasleep van Charlie Hebdo ben ik een leerkracht in Seine St-Denis (noordelijke banlieue van Parijs, LD) gaan interviewen. Een ontboezeming die mij erg trof, omdat het me daagde hoe eenzaam het onderwijzend personeel in dit verhaal wel stond." Natuurlijk, het gebeurde weleens dat een journalist een school bezocht, maar een groots effect sorteerde zo'n gelegenheidsbezoek niet. "Ons initiatief mocht met andere woorden geen one shot worden. Als medium moesten we een langetermijnrelatie met de betrokken leerlingen opbouwen, onze korte journalistieke tijd voor de pedagogische tijd verruilen dus, die veel langer duurt." Zo gezegd, zo gedaan. Bloch vertrouwde Daviet de taak toe om, samen met vijf 'gevoelige' scholen, het project InterClass' tot stand te brengen. In dat verband stelt France Inter een vol schooljaar lang 30 journalisten en radiotechnici ter beschikking. Aan de andere kant van het verhaal staan 22 leerkrachten en 125 leerlingen. Negen maanden lang zullen zij reportages


maken die straks, in de zomervakantie, op antenne zullen komen. In afwachting daarvan zendt France Inter in periodieke programma's het work in progress uit. InterClass', een unicum in Frankrijk, behelst tweerichtingsverkeer, zegt Daviet. "Wij trekken naar de scholen. Intussen is een eerste groep leerlingen - derde- en vierdejaars die in de eigen buurt moeilijk een stageplaats vonden - ook een week lang op werkbezoek gekomen bij France Inter. Op die manier kregen ze een blik achter de schermen." Een uiterst dankbare ervaring, zegt de journaliste, want het resultaat is productief. "Zoveel is zeker, toen we de leerlingen aan het begin van ons avontuur vroegen welk beeld ze van de media hadden... (denkt na) Tja, dat was rampzalig, hé. Wij gingen door voor je reinste leugenaars, heel wat jongeren herkenden zich niet in het beeld dat van henzelf en van de banlieue werd opgehangen. Als je daarnaast ziet welke nieuwswaarde ze aan de minste geringste tweet toeschrijven, die ze vaak sneller geloven dan een kop in Le Monde, tja, dan weet je dat er werk aan de winkel is." Dicht bij huis Voor Ali Arab, directeur van het Collège Jean Vilar in Grigny, een van de betrokken scholen, is het vooral zaak de leerlingen gerust te stellen. "Na de aanslagen hebben we een antwoord moeten bieden voor de bezorgdheid van ouders en leerkrachten, maar vooral ook voor die van de jongeren. Zij snappen niet met welk recht een bepaalde gebeurtenis plots hun hele bestaan en toekomstperspectief ter discussie komt stellen. Ze beschikken niet altijd over de nodige maatschappelijke en burgerlijke inzichten om te begrijpen wat er gebeurt, en voelen zich gestigmatiseerd." Vaak zit het probleem scholen en jongeren ook heel dicht op de huid. Amedy Coulibaly, de terrorist die zich in de joodse supermarkt verschanste en daar vier moorden pleegde, groeide op in Grigny, wat de zaak er emotioneel alleen maar heftiger op maakte. "Het ging om iemand die sommige ouders blijkbaar gekend hadden", zegt Arab, die inmiddels zelf al meermaals op France Inter aan het woord kwam. "Mensen vroegen ons hoe ze konden vermijden dat hun zoon of dochter zich met Coulibaly zou identificeren. Pubers die nooit de Franse radio of tv aanzetten, laat staan een krant lezen, zien geen verschil tussen een objectief feit en een gerucht. Op basis van geruchten construeren leerlingen dus hun eigen collectieve waarheid, en dat gaat best wel snel." Ook Rudy Reichstadt, specialist complottheorieën en bezielende kracht achter de Franse website Conspiracywatch.info, verwelkomt het initiatief van France Inter. "Revisionisme in real time", zo noemt Reichstadt wat er in sommige scholen gaande is. "Toen de aanslag op de Bataclan begonnen was, bleek er amper een halfuur nodig om de eerste complottheorieën al op het internet te zien verschijnen. Terwijl de professionals van de desinformatie, mensen als (de


felomstreden komiek, LD) Dieudonné, tot voor twee decennia hooguit een klein groepje waren, heeft het internet hen een gigantisch klankbord gegeven. Hoewel ook de senioren een gewillig publiek blijken, zijn vooral jongeren, de 15- tot 30-jarigen zeg maar, heel vatbaar voor complottheorieën." Goed en kwaad De ingrediënten zijn simpel: er doet zich een bepaald feit voor, de oorsprong van het feit wordt aan een verborgen samenzwering toegeschreven, de believer stelt zichzelf tot doel de samenzwering te onthullen en zijn medemens duidelijk te maken dat hij wordt gemanipuleerd door macht en media. Aan het eind draait het verhaal altijd uit op een strijd tussen goed en kwaad. Een bij sommige leerlingen populaire complottheorie is die van de illuminati, een vermeend plot van joden en vrijmetselaars. Die zouden op de heerschappij van de wereld uit zijn en de burger daar uiteraard op boosaardige wijze in het ongewisse over laten. "Het is cruciaal dat we de omvang van het probleem beginnen in te zien", zegt Reichtstadt. "En ja, ook tot het Franse ministerie van Onderwijs is de ernst ervan inmiddels doorgedrongen. We mogen niet toegeven. Klassieke media moeten opletten dat ze zelf niet met complottheorieën gaan flirten, wat weleens gebeurt. Macht en regering moeten gedemystificeerd worden en leerlingen moeten het onderscheid tussen betrouwbare en onbetrouwbare bronnen leren kennen." Emmanuelle Daviet is alvast opgetogen over het resultaat dat InterClass' tot dusver opgeleverd heeft. "We zijn op zoek gegaan naar leerlingen die in het beste geval passief stonden tegenover Charlie Hebdo, in het slechtste geval de lessen dwarsboomden. We hebben een erg menselijke relatie met hen opgebouwd, vertrouwen geschapen dus, en zijn daarvandaan vertrokken." "In het begin", zegt de journaliste, "vonden ze een radiofragment van vier minuten al eindeloos; nu luisteren ze veel analytischer en maken ze ook hun eigen persoverzichten. Al hun vaardigheden worden aangesproken en jazeker, hun schoolresultaten gaan erop vooruit." Bij sommigen is de omslag inmiddels helemaal gemaakt, veel leerlingen zijn trouwe luisteraars van 's lands beste nieuwszender geworden. "Een iemand", zegt Daviet, "staat zelfs 's zondags om halfzes op om naar France Inter en de kroniek van zijn journaliste te luisteren. (lacht)"


Hoe divers is de Vlaamse pers? Leeftijd, gender en etniciteit in het Vlaamse krantennieuws 01/10/2013 - Nieuwsbrief steunpunt Media

Uit een steekproef van krantenberichten uit april en mei 2012 blijkt dat in de binnenlandse berichtgeving van de Vlaamse pers vooral volwassen mannen van de etnisch-culturele meerderheid worden opgevoerd. In verhouding met hun werkelijke aandeel in de Belgische bevolking komen vrouwen (28%), jongeren (3%), oudere volwassenen (4%) en etnischculturele minderheden (3%) in de Vlaamse pers beduidend minder aan bod. Grotendeels is dit te verklaren door het overheersende gebruik van ‘elitebronnen’ (86% van alle nieuwsbronnen). Jongeren behoren namelijk nog niet, oudere volwassenen niet meer en vrouwen minder tot de groep van de actieve professionals. Ook als vox pop (persoon in de straat) laten journalisten eerder een volwassen man van de etnisch-culturele meerderheid aan het woord. Het onderzoek stelt de klassieke, terugkerende verbanden tussen personen en nieuwsthema’s vast: vrouwen komen relatief meer aan bod in het welzijnsthema; etnisch-culturele minderheden relatief meer in nieuws over rechten en vrijheden, en in gerechts- en criminaliteitsnieuws.

Steunpunt Media Het steunpunt Media is een aanspreekpunt en expertisecentrum voor alles wat met nieuws en media te maken heeft. In opdracht van de Vlaamse Overheid doet het steunpunt wetenschappelijk onderzoek naar nieuwsberichtgeving en mediawijsheid in Vlaanderen. Het steunpunt Media maakt deel uit van de steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek van de Vlaamse Overheid voor de periode 2012-2015. De vier Vlaamse universiteiten die onderzoek doen naar nieuws- en massamedia zijn partner van het steunpunt: de Universiteit Antwerpen, de KU Leuven, de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Gent. Het steunpunt Media baseert zich voor het onderzoek op wetenschappelijke data. Voor meer informatie, raadpleeg de website van het steunpunt Media.

Technische fiche

Onderzoeksperiode

een samengestelde week in april – mei 2012 (data: 3/04, 12/04, 16/04, 27/04, 05/05, 09/05)

Aantal kranten

46

Krantentitels

De Morgen, De Standaard, De Tijd, Metro, Het Belang van Limburg, Gazet van Antwerpen,


Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws Aantal artikelen

1.527

Aantal vermelde personen

3.196

Hoe divers is de Vlaamse pers? Leeftijd, gender en etniciteit in het Vlaamse krantennieuws Hanne Vandenberghe, Leen d’Haenens & Baldwin Van Gorp Diversiteit is een kenmerk van journalistiek in een democratische samenleving. De (nieuws)media hebben vanuit hun publieke functie de maatschappelijke rol om een representatieve weerspiegeling van onze diverse samenleving weer te geven. Het belang van diversiteit neemt alleen maar toe aangezien onze samenleving gekenmerkt wordt door een stijgende veelvormigheid. Voor vele mensen zijn media, en nieuws in het bijzonder, de bron bij uitstek om kennis en informatie op te doen. Net daarom is het cruciaal hoe nieuws de verschillende groepen in de samenleving afbeeldt. Zeker voor groepen zoals etnisch-culturele minderheden spelen media een grote rol. Vele mensen hebben immers geen rechtstreeks contact met hen en vertrouwen daarom op de informatie die de (nieuws)media hen aanreiken. Vereiste voor diversiteit is dat elke groep voldoende in verschillende nieuwsverhalen aan bod komt. Deze Nieuwsmonitor stelt de vraag in welke mate de Vlaamse krantenpers in haar binnenlandse berichtgeving erin slaagt de verscheidenheid van de samenleving naar voren te brengen. Deze Nieuwsmonitor gaat na wie in de binnenlandse berichtgeving (nieuws dat enkel handelt over België of Belgen) van de Vlaamse dagbladpers aan bod komt. Meer specifiek vragen we ons af: presenteert de Vlaamse pers een brede waaier aan personen? Voor elke persoon die genoemd wordt in een nieuwsartikel analyseren we een aantal kenmerken aan de hand van ofwel expliciete weergave in het artikel ofwel via afleiding op basis van onder meer naam of beroep. Het gaat over de volgende kenmerken en afbakeningen: ° Leeftijdscategorie: jongeren (min 18-jarigen), volwassenen (tussen de 18 en 65 jaar) of oudere volwassenen (65-plussers) ° Gender: man of vrouw ° Etniciteit: etnisch-culturele minderheidsgroep (niet-behorend tot EU 15) of etnischculturele meerderheidsgroep (behorend tot EU 15) Deze percentages van leeftijd, gender en etniciteit in de pers vergelijken we met de Belgische


bevolkingsstatistieken geregistreerd door Eurostat, ter indicatie van de mate waarin de verschillende groepen in het nieuws aan bod komen. Echter, een proportionele verdeling van bijvoorbeeld mannen en vrouwen in het nieuws in verhouding tot de bevolkings- cijfers is slechts één aspect van diversiteit. Daarom gaan we ook op zoek naar wie in welke rol in de binnenlandse krantenpers een stem krijgt, alsook onderzoeken we de mate waarin jongeren, (oudere) volwassenen, mannen, vrouwen en etnisch-culturele minder- en meerderheden verbonden worden met verscheidene dan wel specifieke nieuwsthema’s. Een persoon die enkel bij naam en/of functie in het nieuws wordt vermeld, brengt zelf geen boodschap over. In dat geval wordt er enkel iets over die persoon geschreven. Een persoon kan ook zelf aan het woord komen via een quote (bv. interview) of een parafrasering. De persoon die zelf een boodschap verkondigt, beschouwen we in deze Nieuwsmonitor als een nieuwsbron. De nieuwsbronnen delen we in volgens de rol die ze in nieuws kunnen vervullen. Ten eerste kunnen personen spreken vanuit hun werkgerelateerde functie of als expert binnen een welbepaald domein. Omwille van hun beroep, expertise of status worden ze door de journalist om toelichting gevraagd bij een welbepaald onderwerp. Dit zijn de ‘elitebronnen’, voorbeelden zijn politici, professoren of woordvoerders van bedrijven of organisaties. Ten tweede zijn er de getuigen: dat zijn zorgvuldig geselecteerde actoren die geïnterviewd worden omdat ze exclusieve informatie bezitten over het nieuwsitem of er zelf het onderwerp van zijn, waardoor dit type actor als het ware onvervangbaar is. Enkele voorbeelden van deze categorie zijn slachtoffers, ooggetuigen of kennissen van bekende personen.

Ten derde wordt de persoon in de straat, de vox pop, onderscheiden. Het gaat hier om passanten die de journalist ‘willekeurig’ selecteert om hun mening te geven of hun ervaring te delen over een gebeurtenis of fenomeen. Vox pops zijn vervangbaar omdat ze geen exclusieve informatie bezitten; andere mensen beschikken over dezelfde informatie en zouden gelijkaardige quotes kunnen leveren. Voorbeelden van vox pops zijn klanten, deelnemers aan een betoging of toeschouwers. Komen mannen en vrouwen ongeveer even vaak in het binnenlandse nieuws aan bod? Zijn er typisch mannelijke of vrouwelijke thema’s te onderscheiden? Tot welke leeftijdsgroep behoort de gemiddelde persoon in de Vlaamse binnenlandse pers? Hoe vaak worden personen van een etnisch-culturele minderheid opgevoerd als ‘elitebronnen’? De resultaten van deze Nieuwsmonitor zijn gebaseerd op een samengestelde week die bestaat uit de binnenlandse nieuwsartikelen van alle Vlaamse dagbladen verschenen op dinsdag 3 april, donderdag 12 april, maandag 16 april, vrijdag 27 april, zaterdag 5 mei en woensdag 9 mei 2012. Het gaat om de volgende kranten: De Morgen, De Standaard, De Tijd, Metro, Het Belang van Limburg, Gazet van Antwerpen, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws. In totaal werden 1.527 nieuwsartikelen uit 46 kranten geanalyseerd. Daarin kwamen 3.196 personen aan bod, dat wil zeggen ze werden vermeld en/of kwamen aan het woord.

Gender Wat is de man-vrouwverhouding?


De volgende resultaten geven een overzicht van de genderdiversiteit in de Vlaamse binnenlandse krantenpers. Gender werd ofwel bepaald op basis van expliciete vermelding ofwel afgeleid op basis van de naam (bv. Jan) of de functieomschrijving (bv. woordvoerster). Bij 3.025 personen (95% van de steekproef) kon het geslacht vastgesteld worden. De man-vrouwverdeling van alle personen in het binnenlandse krantennieuws is 72% mannen en 28% vrouwen (grafiek 1). Vrouwen blijken in de pers sterk ondervertegenwoordigd in verhouding met hun reële voorkomen (51%) in de Belgische bevolking (Eurostat, 2012).

Man-vrouwverhouding als bronnen Bovenstaande grafiek (grafiek 1) geeft de genderverhouding van alle personen in het binnenlandse nieuws weer. Grafiek 2 focust enkel op de nieuwsbronnen of de personen die aan het woord komen via een quote of parafrasering. We bekijken hierbij in welke rol de bronnen aan bod komen. Ongeacht hun geslacht worden binnen de nieuwsbronnen hoofdzakelijk ‘elitebronnen’ (86%; niet in grafiek) aan het woord gelaten, en in mindere mate getuigen (11%; niet in grafiek) en vox pops (3%; niet in grafiek).

Nieuws wordt dan ook vooral gevoed door actieve professionals zoals academici, politici en zakenlui. Van alle 1.744 nieuwsbronnen konden we bij 95% het geslacht afleiden. Algemeen geldt voor nieuwsbronnen een verhouding van 72% mannen en 28% vrouwen. Uit grafiek 2 blijkt dat vrouwen (25%) vooral als ‘elitebron’ minder aan het woord komen in verhouding tot mannen (75%). Ten dele is dit te verklaren door het kleiner aandeel vrouwen ten opzichte van mannen in topfuncties in de politieke, zaken-, of academische wereld. Binnen de zakenwereld bijvoorbeeld werkten in 2010 in België slechts 20% vrouwelijke bedrijfsleiders en 23% vrouwelijke directeurs in de privésector (FOD Economie, 2010). Ondanks deze nuancering zijn vrouwen binnen de zakenwereld in de pers verhoudingsgewijs licht ondervertegenwoordigd: er worden namelijk 18% vrouwelijke bedrijfsleiders en directeurs in het binnenlandse nieuws aan het woord gelaten. De categorie van getuigen toont een heel ander beeld: mannen (48%) moeten in het nieuws lichtjes het onderspit delven ten aanzien van de reële man-vrouwsleutel. Tot slot valt nog op dat journalisten ook meer mannen dan vrouwen aanspreken op straat: de vox pops zijn immers voornamelijk mannen (66%). Ook als journalisten dus min of meer de vrije keuze hebben, opteren ze eerder voor een man dan voor een vrouw.


Zijn er vrouwen- en mannenthema’s in het nieuws?

Grafiek 3 geeft het aandeel mannen en vrouwen in het Vlaamse nieuws weer, opgedeeld per nieuwsthema. Links in de grafiek staan de thema’s waarin vrouwen het meest vertegenwoordigd zijn en rechts de thema’s waarin ze het minst vertegenwoordigd zijn. Op geen enkel thema halen vrouwen de overhand: in alle thema’s zijn minstens zes vermelde personen op tien van het mannelijke geslacht. In feite kan men dus niet spreken van ‘vrouwelijke’ thema’s. Het blijkt dat vrouwen ten aanzien van mannen het meest aan bod komen in de thema’s welzijn (39%), cultuur (29%), en gerecht en criminaliteit (28%). De dominantie van mannen is het meest uitgesproken in de thema’s oorlog en vrede (88%), politiek (85%) en economie (83%). Vrouwen komen dus meer aan bod in de eerder zachtere thema’s dan in de eerder hardere thema’s.


Leeftijd Welke leeftijd heeft de gemiddelde nieuwsactor? In onderstaande grafieken brengen we de leeftijdsdiversiteit van de personen op de binnenlandse nieuwspagina’s van de Vlaamse kranten in kaart. We leidden de leeftijd af op basis van expliciete vermeldingen in de tekst of op basis van beroepsstatus. De leeftijd kon echter niet van alle personen worden bepaald: onderstaande resultaten zijn gebaseerd op 2.864 personen (90% van de steekproef) waarvan de leeftijd werd vastgesteld. Grafiek 4 toont de diversiteit wat betreft leeftijd van alle vermelde personen in het Vlaamse krantennieuws. De personen zijn voor het overgrote deel volwassenen (93%), dit zijn de personen tussen 18 en 65 jaar. Jongeren (min 18 jaar) en oudere volwassenen (65+) komen beduidend minder aan bod: 3% jongeren en 4% oudere volwassenen. In verhouding met de werkelijke Belgische bevolkingscijfers (Eurostat, 2012) zijn zowel jongeren als oudere volwassenen sterk ondervertegenwoordigd in de Vlaamse persberichtgeving: 3% jongeren in het nieuws ten opzichte van 16% in de werkelijkheid en 4% oudere volwassenen in het nieuws in verhouding tot 20% in de werkelijkheid.

Volwassenen voeren het woord Volgende grafiek (grafiek 5) maakt een onderscheid tussen de verschillende types van nieuwsbronnen die aan het woord komen. Bij 1.652 nieuwsbronnen konden we de leeftijd bepalen (95% van de steekproef). In elke rol blijken volwassenen sterk te domineren. Als ‘elitebron’ voeren volwassenen (99%) bijna alleen het woord. ‘Elitebronnen’ worden dan ook opgevoerd net omwille van hun beroep, expertise of status. Jongeren behoren nog niet tot deze categorie, terwijl de meeste oudere volwassenen zich er niet meer in bevinden. Ook in de rol van getuige (92%) en vox pop (75%) domineren volwassenen sterk. Als personen van de straat, waar journalisten in principe willekeurig hun keuze maken, krijgen jongeren (18%) wel representatief het woord, maar blijven oudere volwassenen (7%) op de achtergrond.


Jongeren en ouderen en hun specifieke thema’s Zijn er typische jongeren- en ouderenthema’s te onderscheiden? Grafiek 6 toont de verschillende thema’s verdeeld volgens de leeftijdsgroepen jongeren, volwassenen en oudere volwassenen. Links in de grafiek staan de thema’s waarin jongeren en oudere volwassenen het meest vertegenwoordigd zijn en rechts de thema’s waarin ze het minst vertegenwoordigd zijn. Over alle thema’s heen blijken volwassenen het nieuws sterk te overheersen, behalve binnen het thema rampen. Hier komen verhoudingsgewijs oudere volwassenen (23%) en volwassenen (70%) meer aan bod dan jongeren (7%). Het thema welzijn kunnen we een eerder jongerenthema noemen, aangezien jongeren (9%) het meest evenredig vertegenwoordigd worden in berichtgeving over welzijn.

Etniciteit Etnisch-culturele minderheden in de Vlaamse pers Gelijklopend met de huidige definitie van de diversiteitsmonitoring van de VRT bakenen we etnisch-culturele minderheden af als: ‘alle personen die een nationaliteit hebben van een land buiten de oorspronkelijke 15 Europese Unie landen, of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een nationaliteit hebben van een land buiten de EU 15’. De EU 15 omvat de 15 lidstaten die vóór de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004 deel uitmaakten


van de Europese Unie. Dit zijn België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Bovenstaande definitie voor etnisch-culturele minderheden is een theoretisch uitgangspunt, maar in de praktijk blijkt het bepalen van de etniciteit van een persoon aan de hand van de gegevens in een krantenartikel niet altijd mogelijk. Bij slechts 8% van de 3.196 actoren in het binnenlandse nieuws werd expliciet de nationaliteit vermeld. Dit maakt dat etniciteit niet louter via nationaliteitsvermelding gemeten kan worden, daarom is gekozen om etniciteit ook op basis van naamherkenning te meten. De diversiteitsmonitoring van de VRT gebruikt naamherkenning eveneens als één van de parameters om iemand tot een etnisch-culturele groep in te delen, naast onder meer huidskleur. Door het ontbreken van dergelijke visuele informatie in een krantenbericht, beperkt dit onderzoek zich tot naamherkenning en de expliciete vermelding van nationaliteit om iemand tot de etnisch-culturele meerderheidsgroep dan wel minderheidsgroep in te delen. Daarbij is het onmogelijk om in te schatten of één van de ouders of grootouders van een persoon een nationaliteit heeft buiten de EU 15. Immers, de familienaam van een persoon geeft (bijna) enkel informatie weer over iemands voorgeschiedenis in mannelijke lijn.

Daarnaast kan iemand met de Belgische nationaliteit een vreemdogende naam hebben die afkomstig is van één grootvader, waardoor deze persoon volgens de definitie een etnischculturele meerderheid is, maar in dit onderzoek tot de etnisch-culturele minderheidsgroep wordt ingedeeld. Dit onderzoek probeert dan ook aan de hand van de beschikbare informatie in het krantenbericht zo goed mogelijk de etniciteit van een persoon te bepalen. Daarom is er bewust gekozen om namen niet in te delen op basis van voorkennis, maar consequent op basis van naamherkenning. Zo beschouwen we in dit onderzoek Emmanuel Jacubowitz (advocaat) als behorende tot de etnisch-culturele minderheidsgroep en Elio Di Rupo als deel uitmakend van de etnisch-culturele meerderheidsgroep. Bij twijfelgevallen en indien bovendien de nationaliteit niet vermeld stond, werd de persoon gecategoriseerd als ‘onbekend’ (bv. Jeffrey Alenus, woordvoerder van Klimaatfonds Limburg). Voor 87% van alle personen (n = 2.767) konden we op basis van de vermelde nationaliteit en de naam een inschatting maken van de etniciteit. Grafiek 7 toont deze verdeling van de etnischculturele minderheden versus de etnische-culturele minderheden in de binnenlandse krantenpers. In verhouding met hun werkelijke aandeel van 9% in de Belgische bevolking (gebaseerd op land van geboorte) worden etnisch-culturele minderheden (3%) ondervertegenwoordigd in de Vlaamse pers. Dit relatieve cijfer geeft, gezien de methode, slechts een indicatie van de etnisch-culturele minderheidsgroep in de Vlaamse binnenlandse krantenpers, en dient dus met enige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.


Krijgen etnisch-culturele minderheden het woord? Bij 91% van de nieuwsbronnen (n = 1.583) in de binnenlandse pers is etniciteit geanalyseerd. Van de 92 personen van een etnisch-culturele minderheid in het binnenlandse nieuws, komen er 31 aan het woord. Of anders gesteld: 2% van alle nieuwsbronnen deelden we in als een etnisch-culturele minderheid. Grafiek 8 maakt de verdeling in de drie types van nieuwsbronnen volgens etniciteit. Het blijkt dat etnisch-culturele minderheden in de drie categorieën zijn ondervertegenwoordigd in verhouding tot hun reële voorkomen. Vooral als ‘elitebron’ komen er weinig etnisch-culturele minderheden aan het woord (2%). Als getuige en als vox pop komen etnisch-culturele minderheden verhoudingsgewijs beduidend meer aan het woord (elk 5%), hoewel dit nog veraf ligt van hun werkelijke aandeel in de samenleving (9%). Ook hier zijn dit relatieve cijfers van de etnisch-culturele minderheidsgroepen in de binnenlandse berichtgeving van de Vlaamse pers.

Aan welke thema’s worden etnische minderheden gekoppeld? Grafiek 9 geeft het aandeel etnisch-culturele minderheden versus etnisch-culturele meerderheden in het binnenlandse Vlaamse krantenpagina’s opgedeeld per nieuwsthema weer. Links in de grafiek staan de thema’s waarin etnisch-culturele minderheden het meest zijn vertegenwoordigd en rechts de thema’s waarin ze het minst vertegenwoordigd zijn. Uit de grafiek blijkt dat etnisch-culturele minderheden het meest voorkomen in de thema’s rechten en vrijheden (9%) en gerechts- en criminaliteitsnieuws (6%).


En wat met het sportnieuws? Voor alle bovenstaande resultaten werden de 494 binnenlandse sportartikelen (met 1.838 personen) in de onderzochte periode uit de steekproef weggelaten. Nemen we deze toch op, dan worden de vastgestelde verschillen voor gender en leeftijd nog groter. De algemene manvrouwverhouding verschuift van 72% mannen en 28% vrouwen naar 87% mannen en 18% vrouwen. Vrouwelijke sporters blijven duidelijk onderbelicht op de binnenlandse sportpagina’s. Met het sportnieuws erbij stijgt het aantal personen in de leeftijdsgroep ‘volwassenen’ verder tot 95% (in verhouding tot 93% zonder sportnieuws): sporters behoren immers bij uitstek tot de actieve groep van volwassenen. Tot slot stijgt het aandeel van etnisch-culturele minderheden in het binnenlandse nieuws spectaculair van 3% tot 13% als sportnieuws wel wordt meegerekend, dit omdat vaak dezelfde sporters van een etnisch-culturele minderheid de sportpagina’s vullen.

Besluit Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat de Vlaamse pers vooral volwassen mannen van de etnisch-culturele meerderheid opvoert en aan het woord laat. Door het overheersende gebruik van ‘elitebronnen’ die omwille van hun beroep, status of expertise worden geraadpleegd, komen oudere volwassenen en jongeren, en ten dele ook vrouwen, structureel minder aan bod in de berichtgeving in de Vlaamse kranten. Etnisch-culturele minderheden blijken daarnaast mondjesmaat in het binnenlandse nieuws voor te komen (3% in verhouding met de reële 9%). In de Vlaamse pers komen vrouwen, jongeren, oudere volwassenen en etnisch-culturele minderheden dan ook in verhouding met de Belgische demografische werkelijkheid systematisch minder aan bod. Dit is grotendeels te verklaren doordat het nieuws hoofdzakelijk wordt gevoed door ‘elitebronnen’ (86% van alle nieuwsbronnen). De beroepsactieve bevolking vormt de hoofdmoot van de ‘elitebronnen’, waardoor een proportionele verdeling van de gehele samenleving in de berichtgeving uitblijft. De expertendatabank (www.expertendatabank.be) kan voor journalisten een hulpmiddel zijn om ‘elitebronnen’ van het vrouwelijke geslacht en/of van een etnisch-culturele minderheid prominenter in het nieuws te betrekken. Ook zouden


journalisten, indien ze min of meer willekeurig personen aan een nieuwsitem toewijzen zoals bij vox pops, er meer naar kunnen streven om vrouwen, jongeren, oudere volwassenen en etnischculturele minderheden aan het woord te laten. Dit betekent geenszins dat we streven naar meer vox pops in het nieuws, maar naar een betere verdeling van de samenleving binnen de opgevoerde vox pops. Daarnaast bevestigt de studie dat vrouwen en etnisch-culturele minderheden met specifieke nieuwsthema’s in verband worden gebracht die eerder al in de wetenschappelijke literatuur zijn beschreven: vrouwen komen relatief meer voor in een welzijnscontext en etnisch-culturele minderheden komen relatief meer voor in nieuwsverhalen over rechten en vrijheden, en gerecht en criminaliteit. Journalisten zouden de verschillende groepen in de samenleving bewust in verscheidene contexten aan bod kunnen laten komen, door onder meer actief experten te kiezen uit de expertendatabank.

Samenvatting Uit een steekproef van 1.527 krantenartikelen uit 2012, dat wil zeggen alle binnenlandse artikelen verschenen in een samengestelde week tussen 3 april en 9 mei 2012, blijkt dat de Vlaamse geschreven pers niet iedereen evenveel aan bod laat komen: ° Er is een sterke dominantie van volwassen mannen van de etnisch-culturele meerderheid in het nieuws. ° Vrouwen, jongeren, oudere volwassenen en etnisch-culturele minderheden zijn in de binnenlandse berichtgeving van de Vlaamse pers in verhouding tot de reële Belgische bevolkingscijfers ondervertegenwoordigd. ° Etnisch-culturele minderheden (9%) worden wel representatief opgevoerd in het nieuwsthema rechten en vrijheden en oudere volwassenen (23%) in het thema rampen. Vrouwen en jongeren worden in geen enkel nieuwsthema verhoudingsgewijs met de werkelijkheid voldoende gepresenteerd. ° Door het overheersende gebruik van ‘elitebronnen’ (86%) als nieuwsbron komen jongere en oudere leeftijdsgroepen, in minder mate vrouwen, systematisch minder aan bod. Jongeren behoren namelijk nog niet, oudere volwassenen niet meer of vrouwen minder tot de groep van de actieve professionals. ° Als nieuwsbronnen komen vrouwen (28%) beduidend minder voor dan mannen (72%) in het Vlaamse binnenlandse nieuws. Als ‘elitebron’ is de kloof het grootst: 25% vrouwen in verhouding met 75% mannen. Ook als vox pop overheersen mannen met 66%. Enkel als getuige voeren krantenjournalisten vrouwen (52%) vaker op dan mannen.


° Volwassenen domineren als nieuwsbron sterk. Bijna alle ‘elitebronnen’ zijn volwassen (99%), maar ook als getuige (92%) en als vox pop (75%) overheerst de volwassen groep in de binnenlandse berichtgeving van het Vlaamse nieuws. Als vox pop komen jongeren (18%) wel representatief aan het woord. ° Etnisch-culturele minderheden worden in het binnenlandse nieuws in Vlaanderen in verhouding met de reële bevolkingsgegevens weinig opgevoerd als nieuwsbron. Ze komen vooral weinig voor in de rol van elitebron (2%), maar ook relatief weinig als getuige (5%) en als vox pop (5%). ° De onderzoekers stellen de klassieke, steeds terugkerende verbanden tussen actoren en nieuwsthema’s vast: vrouwen komen relatief meer aan bod in het welzijnsthema; etnisch-culturele minderheden komen relatief meer voor in nieuws over rechten en vrijheden en gerechts- en criminaliteitsnieuws.


Genoeg rechtzettingen 15-02-2016 - Kif Kif “We hebben gefaald”, stond op 11 februari te lezen in De Morgen. Commentator Bart Eeckhout beschrijft hoe de media qua berichtgeving over de gebeurtenissen in Keulen de grenzen overschreden hebben. Het is echter niet de eerste keer dat een dergelijk artikel in De Morgen verschijnt, waarbij “excuses” worden aangeboden voor het schrijven van stukken waar grove fouten in zitten of die onnodig polariserend werken. Na de beledigende column van Hans Vandeweghe over Afrikaanse voetballers en de cartoon die de Amerikaanse president Barack Obama vergeleek met een aap, brak het Brusselse stadstheater KVS de banden met De Morgen, waarna er ook een opiniestuk van Bart Eeckhout verscheen, getiteld “Wij zijn geen racisten. Punt. Geen maar. Geen mits.” Daarin, naast de verdediging die de titel aangeeft, zou hij toegeven dat de berichtgeving van De Morgen onvolledig is: “Op het verwijt dat De Morgen een te blanke redactie heeft die onvermijdelijk met te blanke blik naar de wereld kijkt, pleiten wij schuldig.” Het zal niemand verrassen dat zo’n “blanke blik” gevolgen heeft: een gelijkaardig voorbeeld zagen we na de “beruchte” uitzending van De Afspraak, met Younnes Delefortrie. De dag nadien verscheen in de krant een foto van Delefortrie die de wijsvinger opstak, en waar als beschrijving bijstond dat hij het IS-teken maakte. Naast de honderden andere betekenissen die dit kan hebben, is het voor moslims vaak een gebaar dat gepaard gaat met het uitspreken van de geloofsgetuigenis en die dus niets te maken heeft met terreur of IS. Na een storm van reacties verscheen er de volgende dag een minuscuul zinnetje in De Morgen om dit recht te zetten. Maar het kwaad was al geschied. En hoewel we dergelijke correcties niet meer dan normaal vinden (en zelfs voorbeeldig zijn, want bij vele andere media komen ze niet zo ver om verontschuldigingen aan te bieden), vragen we ons af hoe vaak dit nog moet gebeuren voor media gaan inzien dat er iets structureel fout zit. Wanneer stoppen de rechtzettingen en zal er werk gemaakt worden van het aanpakken van de oorzaken? Was het onvermijdelijk om zulke grove fouten te maken als die van de berichtgeving over Keulen? Neen, er zijn media geweest (zoals De Wereld Morgen) die voorzichtiger zijn omgegaan met de situatie en prioriteit hebben gegeven aan de pijnlijke vaststelling dat de feiten nog niet bekend waren. Er waren opiniemakers die gewaarschuwd hebben voor de paniekerige reactie van media en politici. Uiteindelijk is dit een self fulfilling prophecy: als de Duitse politie effectief de achtergrond van de daders verborgen heeft om hysterische reacties te vermijden tegenover vluchtelingen, dan hebben wij bewezen dat ze gelijk hadden, dat wij heel snel toegeven aan veralgemeningen en dat onze politici graag vervallen in paniekvoetbal om in peilingen te scoren.


Natuurlijk was het mogelijk zoiets te vermijden. Maar niet door redacties die herhaaldelijk dergelijke fouten maken. Is het niet duidelijk dat onze media hulp nodig hebben om te vermijden dat zulke situaties zich blijven herhalen? Wanneer gaan ze hulp vragen? Wanneer gaan ze nederig genoeg zijn om hulp te vragen van anderen? Kif Kif vzw probeert al jarenlang meer duiding te brengen in het dominante discours. Want de media beĂŻnvloeden niet alleen onze samenleving maar oefenen ook impact uit op de politiek en het beleid. Correcte berichtgeving over zaken zijn van cruciaal belang voor een gezonde democratie. Want ondertussen blijven we schade berokkenen aan onze al broze superdiverse samenleving


Lesvoorbereiding KLASOMGEVING Een klaslokaal met internet en beamer. INBURGERINGSMONITOR Zoek in de integratiemonitor het percentage van mensen met migratie-achtergrond in je gemeente op voor je les. Vul dat percentage ook in op de tweede slide (onder puntje 3) van de presentatie. http://aps.vlaanderen.be/lokaal/integratiemonitor.html (zie DEMOGRAFIE - Personen van Buitenlandse Afkomst - % t.o.v. totaal aantal inwoners) De inburgerings- en integratiemonitor van de Vlaamse Overheid kan je raadplegen voor relevante inburgeringsstatistieken over de gemeente waar je les geeft. Die monitor werd op vraag van de Vlaamse minister van Inburgering ontwikkeld als ondersteuning van het integratiebeleid van de Vlaamse steden en gemeenten. De monitor bundelt gegevens op gemeentelijk niveau over de omvang en de maatschappelijke positie van de groep vreemdelingen en personen van buitenlandse herkomst om zo de lokale besturen met betrouwbare cijfergegevens te ondersteunen bij de planning en ontwikkeling van hun beleid ter zake. KRANTENTEST Zorg dat er drie of meer verschillende recente kranten aanwezig zijn in het klaslokaal. Tijdens de krantentest verdeel je de klas in zoveel groepen als er verschillende kranten zijn. Iedere groep telt in hun krant het aantal namen van: 1. mannen 2. vrouwen 3. personen waarvan ze vermoeden dat die een migratie-achtergrond heeft Als een naam meer dan één keer voorkomt, mag de groep die telkens opnieuw tellen. De uitkomst van de test zal uitwijzen dat de meerderheid van de journalisten op Vlaamse krantenredacties mannelijk is. Er zijn proportioneel weinig vrouwen, en nog veel minder personen met een migratie-achtergrond. VIDEOTEST Toon de twee filmpjes met als thema ‘De hoofddoek in beeld’ - filmpje 1: https://www.youtube.com/watch?v=8AssGptlI70 - filmpje 2: http://www.een.be/programmas/iedereen-beroemd/hadj


STEEKKAART GEPASTE BEELDVORMING

❏ Etnisch-culturele minderheden komen zelf aan het woord ❏ Etnische origine of geloof is niet het enige thema, ook andere thema’s komen ruim aan bod ❏ Troeven, realisaties, gebeurtenissen van en rond personen met een migratieachtergrond staan centraal ❏ Deze persoon of minderheid komt in beeld als expert in een bepaald domein ❏ Het artikel of nieuwsitem leidt tot inzicht in de leefwereld, de eigenheid of beweegredenen van de persoon of zijn of haar situatie ❏ Tegenover mogelijk negatieve beeldvorming staat nuance of een tegenstem ❏ De reportage of het artikel is niet belast met vooringenomenheid of clichédenken over minderheden of het clichédenken wordt er in gecounterd


inleiding Voor vele mensen zijn media, en nieuws in het bijzonder, de bron bij uitstek om kennis en informatie op te doen. Net daarom is het cruciaal hoe nieuws de verschillende groepen in de samenleving afbeeldt. Zeker voor groepen zoals etnisch-culturele minderheden spelen media een grote rol. Veel mensen hebben immers geen rechtstreeks contact met hen en vertrouwen daarom op de informatie die de (nieuws)media hen aanreiken. Vereiste voor diversiteit is dat elke groep voldoende in verschillende nieuwsverhalen aan bod komt.

doceren De les begint met een korte definitie van de term “etnisch-divers”: Heel wat mensen in onze samenleving hebben een etnisch-diverse achtergrond. Maar wat betekent dat? - Met etnisch bedoelen we alles wat met eigenschappen van een volk te maken heeft, bijvoorbeeld: ras, religie, taal, ... - Met de term diversiteit duiden we alle manieren aan waarop mensen van mekaar verschillen.

test Vervolgens lossen de leerlingen vragen 1 tot 3 op. Laat de leerlingen hun antwoord noteren, en duid dan enkele leerlingen aan die als steekproef hun antwoord voor heel de klas geven. Schrijf de antwoorden eventueel op het bord. Geef daarna het goede antwoord, en schrijf ook dat op het bord (in een andere kleur). 1. Hoeveel procent van personen met een etnisch-diverse achtergrond hadden in 2013 een job in de media? Het juiste antwoord is 1% 2. Hoeveel procent van de personages in Vlaamse series hadden in 2013 een etnisch-diverse achtergrond? Het juiste antwoord is 5% 3. Hoeveel procent van de inwoners van jouw gemeente hebben een etnisch-diverse achtergrond? ……. (zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/integratiemonitor.html)


De volgende vraag is de conclusie die de leerlingen zelf moeten trekken. De cijfers onder “Waarom (niet)?” kan je klassikaal invullen. Duid per ontbrekend cijfer één leerling aan die een gok mag doen. 4. Zijn de cijfers bij vraag 1 en 2 een representatieve weergave van onze maatschappij? (ja of nee) Het juiste antwoord is “nee”. Waarom (niet)? ! In de stad Antwerpen heeft 45% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond (65% van de Antwerpse jongeren onder de 30 jaar heeft ten minste één grootouder met een migratie-achtergrond) ! In het Limburgse Genk heeft 54% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond. ! Op het platteland heeft 10% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond. ! In heel Vlaanderen hebben gemiddeld 20% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond.

doceren Wat willen deze cijfers zeggen? We stevenen (zeker in de steden) af op SUPERDIVERSITEIT: in de Verenigde Staten gebruiken ze de term ‘Minority Majority’. De optelsom van alle kleine groepen van etniciteiten vormt de nieuwe meerderheid. De ‘pure Vlaming’ zal in de toekomst dus in de minderheid zijn, en de verzameling van personen met buitenlandse roots zal de meerderheid vormen.

test De leerlingen hebben afbeeldingen van de skylines van New York, Amsterdam en Antwerpen in hun bundel staan, én de drie mogelijke antwoorden “150, 164 en 177”. Laat hen raden naar het aantal verschillende nationaliteiten in die steden. De juiste antwoorden zijn: New York: 150 nationaliteiten Amsterdam: 177 nationaliteiten Antwerpen: 164 nationaliteiten

doceren Om een correct beeld te vormen van onze maatschappij lijkt het vanzelfsprekend dat ook de mensen die in de media werken een weerspiegeling is van die maatschappij. Maar is dat wel zo? Aan het begin van de les, bleek (bij de meesten) dat jullie inschatting niet de juiste was.


Maar hoe zit het bijvoorbeeld bij de Vlaamse krantenredacties? We doen even de krantentest.

test Verdeel je klas in even veel groepjes als er verschillende kranten zijn. Ieder groepje telt in hun krant het aantal namen van: 1. mannen 2. vrouwen 3. personen waarvan ze vermoeden dat die een migratie-achtergrond heeft Als een naam meer dan ĂŠĂŠn keer voorkomt, mogen de leerlingen die telkens opnieuw tellen. Bespreek het resultaat klassikaal.

doceren Is het resultaat een ramp? Nee Een blanke journalist kan in principe perfect schrijven over diversiteit, en een zwarte man uit Roeselare is niet per se een expert in diversiteit. Maar meestal vind je de onderwerpen vanuit je eigen omgeving het meest interessant. Logisch toch? Dus je krijgt in de media een referentiekader binnen de redactie (wat is nieuws voor mij, en dus voor mijn lezers). Gemengde redacties geven dus een grotere kans op een bredere waaier aan uitgangspunten.


Wat is dan het probleem? Minderheden komen vaak enkel aan bod wanneer het gaat over de reden waarom ze een minderheid zijn. Moslims moeten het vaak hebben over het moslim zijn, over de ramadan, over hoofddoeken, enzovoort. Mensen met een fysieke beperking moeten het altijd hebben over mobiliteit, hun handicap, enzovoort. Vaak komen ze ook pas in het nieuws als er iets negatief te melden is. Daarom heeft het Minderhedenforum een checklist opgesteld waaraan neutrale verslaggeving zou moeten beantwoorden. Het Minderhedenforum vertegenwoordigt etnisch-culturele verenigingen in Vlaanderen en Brussel en geeft mensen met een migratieachtergrond een stem. De checklist ziet er als volgt uit: ❏ Etnisch-culturele minderheden komen zelf aan het woord ❏ Etnische origine of geloof is niet het enige thema, ook andere thema’s komen ruim aan bod ❏ Troeven, realisaties, gebeurtenissen van en rond personen met een migratieachtergrond staan centraal ❏ Deze persoon of minderheid komt in beeld als expert in een bepaald domein ❏ Het artikel of nieuwsitem leidt tot inzicht in de leefwereld, de eigenheid of beweegredenen van de persoon of zijn of haar situatie ❏ Tegenover mogelijk negatieve beeldvorming staat nuance of een tegenstem ❏ De reportage of het artikel is niet belast met vooringenomenheid of clichédenken over minderheden of het clichédenken wordt er in gecounterd

Je kan eventueel voorbeelden geven van volgende fictieve krantenkoppen (die omgekeerd wel voorkomen): “Autochtonen veroorzaken ravage in Marokkaanse wijk” “Christelijke relschoppers veranderen Brusselse Hallepoortlaan in oorlogszone” “Radicale Vlamingen steken tientallen wagens in brand in Brusselse moslimwijk” “Moslims weer het slachtoffer van blanke terreur na vakbondsbetoging”

doceren Het beeld dat we van minderheden hebben, bepaalt vaak de stijl van de reportage of de vraagstelling. Neem je checklist bij de hand en beantwoord de vragen die bij de volgende twee filmpjes horen. Het thema is ‘De hoofddoek in beeld’.


test In plaats van deze oefening te doen, kan je ook de oefening met de krantenartikels doen (zie onderaan bij ‘alternatieve oefening/huistaak’). De hoofddoek in beeld We bekijken twee filmpjes: ! Moslimjongeren belagen meisjes zonder hoofddoek in Antwerpen https://www.youtube.com/watch?v=8AssGptlI70 ! HADJ http://www.een.be/programmas/iedereen-beroemd/hadj Het beeld dat we van minderheden hebben, bepaalt vaak de stijl van de reportage of de vraagstelling. Horen de volgende omschrijvingen bij filmpje 1 of filmpje 2? Omschrijving

filmpje 1

filmpje 2

Ja, maar negatief

Ja, maar positief

ja

nee

Er wordt weinig inzicht geschapen in de motieven en beweegredenen van personen met migratieachtergrond.

Ja, weinig inzicht

Nee, veel inzicht

Er wordt door iemand over etnisch-culturele minderheden gesproken, ze komen niet zelf aan het woord.

Ja, amper aan het woord

Nee, komen zelf aan het woord

De persoon wordt in beeld gebracht rond één aspect van zijn identiteit, met name zijn afkomst (of geloof). De afkomst of het geloof wordt in verband gebracht met problemen.

conclusie? Om stereotypering te vermijden, is het nodig dat de media een correct, divers beeld geven van wie in onze maatschappij aanwezig is. Minderheden kunnen een verschil maken in die stereotypering en beeldvorming door een actieve rol op te nemen in ‘de media’. (Minderheden komen vaak enkel aan bod wanneer het gaat over de reden waarom ze een minderheid zijn. Moslims moeten het altijd hebben over het moslim zijn, mensen met een fysieke beperking moeten het altijd hebben over mobiliteit, hun handicap, enzovoort. Vaak komen ze ook pas in het nieuws als er iets negatief te melden is.)


alternatieve oefening/huistaak In de map ‘Bijlage’ zitten vier artikels die berichten over personen met een etnisch-diverse achtergrond. Verdeel de klas in (maximaal vier) groepjes en geef alle leerlingen van een groep hetzelfde artikel. Binnen hun groep bespreken ze of het artikel beantwoordt aan de steekkaart voor gepaste beeldvorming. Naderhand worden de bevindingen klassikaal besproken. Als je de oefening als huistaak geeft, kunnen de leerlingen allemaal hetzelfde artikel gebruiken, of je verdeelt de klas in drie groepen, waarvan iedere groep een ander artikel bespreekt.


MEDIAWIJSHEID

Diversiteit in de Media


Diversiteit in de media

Heel wat mensen in onze samenleving hebben een etnisch-diverse achtergrond. Maar wat betekent dat, een “etnisch-diverse” achtergrond? -

Met etnisch bedoelen we alles wat met eigenschappen van een volk te maken heeft, bijvoorbeeld: ras, religie, taal, ... Met de term diversiteit duiden we alle manieren aan waarop mensen van mekaar verschillen.

Doe de test! Hoe etnisch-divers is onze samenleving volgens jou? Geef het antwoord op volgende drie vragen. 1. Hoeveel procent van personen met een etnisch-diverse achtergrond hadden in 2013 een job in de media? Jouw antwoord: …. Juiste antwoord: ……... 2. Hoeveel procent van de personages in Vlaamse tv-series hadden in 2013 een etnisch-diverse achtergrond? Jouw antwoord: …. Juiste antwoord: ……... 3. Hoeveel procent van de inwoners van jouw gemeente hebben een etnisch-diverse achtergrond? Jouw antwoord: …. Juiste antwoord: ……...


Zijn de cijfers bij vraag 1 en 2 een juiste weergave van onze maatschappij? (ja of nee) Jouw antwoord: …. Juiste antwoord: ……... Waarom (niet)? !

In de stad Antwerpen heeft ….% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond. (....% van de Antwerpse jongeren onder de 30 jaar heeft ten minste één grootouder met een migratie-achtergrond.)

!

In het Limburgse Genk heeft ….% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond.

!

Op het platteland heeft ….% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond.

!

In heel Vlaanderen hebben gemiddeld ….% van de inwoners een etnisch-diverse achtergrond.

Wat willen deze cijfers zeggen? We stevenen (zeker in de steden) af op …………………………….…..: in de Verenigde Staten gebruiken ze de term ‘Minority Majority’. De optelsom van alle kleine groepen van andere nationaliteiten vormt een nieuwe meerderheid. De ‘pure Vlaming’ zal in de toekomst dus in de


minderheid zijn, en de verzameling van personen met buitenlandse roots zal de meerderheid vormen.

STADSTEST Hoeveel verschillende nationaliteiten denk je dat er in volgende steden wonen? De mogelijke antwoorden zijn 150, 164 en 177.

Stad

Aantal verschillende nationaliteiten

…………………………………………………..


…………………………………………………..

…………………………………………………..


KRANTENTEST Om een correct beeld te vormen van onze maatschappij lijkt het vanzelfsprekend dat ook de mensen die in de media werken een weerspiegeling is van die maatschappij. Maar is dat wel zo? Aan het begin van de les, bleek (bij de meesten) dat jullie inschatting niet de juiste was. Maar hoe zit het bijvoorbeeld bij de Vlaamse krantenredacties. We doen even de test. Je leerkracht verdeelt je in groepjes. Ieder groepje krijgt een krant. Bekijk alle pagina’s en tel het aantal namen van: 1. mannen 2. vrouwen 3. personen waarvan je vermoedt dat ze een migratieachtergrond hebben Als een naam meer dan één keer voorkomt, mag je die telkens opnieuw tellen. Wat is het resultaat? Bespreek klassikaal.

Een blanke journalist kan natuurlijk perfect schrijven over diversiteit, en een zwarte man uit Roeselare is niet per se een expert in diversiteit. Maar meestal vind je de onderwerpen vanuit je eigen omgeving het meest interessant. Logisch toch? Dus je krijgt in de media een referentiekader binnen een redactie (“Wat is nieuws voor mij, en dus voor mijn lezers?”). Gemengde redacties geven dus een grotere kans op een bredere waaier aan uitgangspunten.


Wat is dan het probleem? Minderheden komen vaak enkel aan bod wanneer het gaat over de reden waarom ze een minderheid zijn. Moslims moeten het vaak hebben over het moslim zijn, over de ramadan, over hoofddoeken, enzovoort. Mensen met een fysieke beperking moeten het altijd hebben over mobiliteit, hun handicap, enzovoort. Vaak komen ze ook pas in het nieuws als er iets negatief te melden is. Daarom heeft het Minderhedenforum een checklist opgesteld waaraan neutrale verslaggeving zou moeten beantwoorden. Het Minderhedenforum vertegenwoordigt etnisch-culturele verenigingen in Vlaanderen en Brussel en geeft mensen met een migratieachtergrond een stem. De checklist ziet er als volgt uit:

CHECKLIST GEPASTE BEELDVORMING ❏ Etnisch-culturele minderheden komen zelf aan het woord ❏ Etnische origine of geloof is niet het enige thema, ook andere thema’s komen ruim aan bod ❏ Troeven, realisaties, gebeurtenissen van en rond personen met een migratieachtergrond staan centraal ❏ Deze persoon of minderheid komt in beeld als expert in een bepaald domein ❏ Het artikel of nieuwsitem leidt tot inzicht in de leefwereld, de eigenheid of beweegredenen van de persoon of zijn of haar situatie ❏ Tegenover mogelijk negatieve beeldvorming staat nuance of een tegenstem ❏ De reportage of het artikel is niet belast met vooringenomenheid of clichédenken over minderheden of het clichédenken wordt er in gecounterd


VIDEOTEST Het beeld dat we van minderheden hebben, bepaalt vaak de stijl van de reportage of de vraagstelling. Neem je checklist bij de hand en beantwoord de vragen die bij de volgende twee filmpjes horen. Het thema is ‘De hoofddoek in beeld’.

FILMPJE 1 - Moslimjongeren belagen meisjes zonder hoofddoek in Antwerpen

FILMPJE 2 - Iedereen Beroemd: “Hadj”

Horen de volgende omschrijvingen bij filmpje 1 of filmpje 2? Omschrijving

filmpje 1

filmpje 2

De persoon wordt in beeld gebracht rond één aspect van zijn identiteit, met name zijn afkomst (of geloof). De afkomst of het geloof wordt in verband gebracht met problemen. Er wordt weinig inzicht geschapen in de motieven en beweegredenen van personen met migratieachtergrond. Er wordt door iemand over etnisch-culturele minderheden gesproken, ze komen niet zelf aan het woord. Vergelijk de omschrijvingen met de checklist voor gepaste beeldvorming. Welk filmpje is het neutraalst? Conclusie:


………………………………………………………………………………………………………………. .……………………………………………………………………………………………………………… ..


STEEKKAART GEPASTE BEELDVORMING ❏ Etnisch-culturele minderheden komen zelf aan het woord ❏ Etnische origine of geloof is niet het enige thema, ook andere thema’s komen ruim aan bod ❏ Troeven, realisaties, gebeurtenissen van en rond personen met een migratieachtergrond staan centraal ❏ Deze persoon of minderheid komt in beeld als expert in een bepaald domein ❏ Het artikel of nieuwsitem leidt tot inzicht in de leefwereld, de eigenheid of beweegredenen van de persoon of zijn of haar situatie ❏ Tegenover mogelijk negatieve beeldvorming staat nuance of een tegenstem ❏ De reportage of het artikel is niet belast met vooringenomenheid of clichédenken over minderheden of het clichédenken wordt er in gecounterd


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.