AG
/PIDM IA.BE MED 22 TAMP G 7 - N r. .S W WW GAN JAAR
H oe oe t? is t? Editie master journalistiek KU Leuven Campus Antwerpen
INHOUDSTAFEL 2
Voorwoord
3
“ We raakten gewend aan het geweld in Afghanistan”
4
Huisjes met kruisjes
6
eg met stress? Probeer W mindfulness
7
“ Medicatie als laatste optie”
8
Kop op bij Overkop
9
oudt witte beeldvorming H taboe in stand?
10
rme kinderen worden A soms dubbel gestraft
12
“ De blijvende onzekerheid weegt zwaar”
13
lapeloze nachten in een S nieuw leven
14
iet elke student is N zorgeloos
15
tandpunt: Laat van je S horen!
16
Praat erover!
COLOFON WERKTEN MEE AAN DIT TIJDSCHRIFT: Lotte Bode, Julie Bogaerts, Sebastian Dory, Jules Hameleers, Vincent Jespers, Kelly Keasberry, Jef Kennis, Ciara Reid, Alexandra Vandenberghe, Elvira van Duuren, Emma Van Zundert, Annick Wellens GASTHOOFDREDACTEUR: Wilfried Vanden Bossche
VOORWOORD ‘Goed Gek?! – Anders spreken over geestelijke gezondheid’ is de veelzeggende titel van een brochure van de Koning Boudewijnstichting. Met deze publicatie wil de stichting de zogenaamde ‘framing’ in kaart brengen. We moeten af van de – dikwijls veroordelende – clichés om over geestelijke gezondheid en psychische aandoeningen te praten. En dat is exact wat we in dit magazine willen doen: anders spreken over geestelijke gezondheid in het algemeen. In dit magazine besteden we onder meer aandacht aan asielzoekers en vluchtelingen, die proberen een nieuw leven op te bouwen. De verschrikkelijke omstandigheden waarin ze hun land verlaten hebben, is één ding. Maar er is meer: keer op keer geven asielzoekers aan hoe de administratieve rompslomp waarin ze hier terechtkomen, een tweede horde wordt. Niet zelden klappen ze dicht wanneer hen weer eens gevraagd wordt het verleden op te rakelen. Geef ons een zekere toekomst, hou ons geen maanden of jaren aan het lijntje, dat willen ze uitschreeuwen. De overheid neemt dan wel initiatieven als asielcentra, lessen Nederlands, … Maar traumabegeleiding en traumabehandeling zijn blijkbaar nog veraf. Eerst Nederlands leren en dan – misschien - geholpen worden. Ook de geestelijke gezondheid van jongeren, en dan zijn we dichter bij huis, laat soms te wensen over. Ze kunnen behoorlijk eenzaam zijn, wat niet zelden leidt tot heuse trauma’s. “Het is bizar dat ik me nog steeds schaam om te vertellen dat ik een depressie heb”, getuigt een van onze jonge gesprekspartners. En nog: “De schaamte om de armoede uit mijn jeugd geraak ik nooit meer kwijt.” Of nog: “Je hoeft niet alleen te zijn om je eenzaam te voelen.” Hoe geraken jongeren uit de depressie waarin ze beland zijn? En hoe reageert de onmiddellijke omgeving hierop? Ook hier durven we ons aan framing bezondigen. Jongeren moeten daar snel komaf mee maken, toch? Lukt dat niet, dan zijn er de wonderbaarlijke pillen om je uit je dipje te helpen? Sommige jongeren stappen bewust van de medicatie af en redden het wel, zo blijkt. Gelukkig maar. Want ook dat is natuurlijk de essentie van framing. Zoals een geïnterviewde het verwoordt: “Iedereen in eenzelfde systeem willen inpassen, dat kan toch eigenlijk niet?” Twaalf studenten werkten een week lang aan een magazine over geestelijke gezondheid en psychische kwetsbaarheid. In die week is gebleken dat ze niet overal en bij iedereen welkom waren. Initiatieven als praat- en begeleidingshuizen voor jongeren, asielcentra en studentenclubs voor eenzame jongeren staan niet altijd open voor journalisten in spe. Jammer, want geestelijke gezondheid bespreekbaar maken, was hun enige bedoeling. Wilfried Vanden Bossche Gasthoofdredacteur
EINDREDACTIE: Roel Coesemans LAY-OUT: IO - Els De Pauw COVER: Emma Van Zundert
P. 2
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Fried Aernouts, De Coninckplein 26, 2060 Antwerpen
Deze uitgave kwam tot stand met de steun van:
“We raakten gewend aan het geweld in Afghanistan” Tekst: Sebastian Dory | Foto: Sebastian Dory
Wasim Khosti (18) ontvluchtte drie jaar geleden samen met zijn familie Afghanistan. Via ATLAS, een organisatie voor integratie en inburgering in Antwerpen, kwam hij terecht in een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, kortweg OKAN. Hier werd lerares Leen Massei al snel meer dan een leerkracht: een psychologe, een sociaalassistente en zelfs een tweede moeder. Heb je veel van de oorlog in Afghanistan meegemaakt? Wasim: “Ja, in mijn provincie Khost is het leven zeer moeilijk. Het is daar normaal wanneer mensen met een AK-47 rondlopen. Bijna iedereen heeft wapens in huis. Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe mensen elkaar afschoten, maar ik stond er niet lang bij stil. Wij zijn met zo’n situatie opgegroeid. Het is erg om het te zeggen, maar we raakten gewend aan het geweld in Afghanistan.” Heb je het moeilijk met wat je hebt meegemaakt? Wasim: “Het moeilijkste was dat ik al mijn vrienden moest achterlaten, niet zozeer wat ik heb gezien. Ook de onzekerheid in België zorgt voor heel veel stress. En wat er met mijn zussen of met mijn vrienden gebeurt. Via sociale media proberen we dit te volgen, maar het is moeilijk om contact met hen te hebben. Twee maanden geleden kreeg ik via Facebook het nieuws dat mijn beste vriend is omgekomen bij een bomaanslag
van de Taliban. Wij zijn samen opgegroeid en hebben jarenlang samen gevoetbald. Dat heeft me enorm veel verdriet gedaan.” Hoe gaat jouw familie ermee om? Wasim: “Mijn moeder is echt ziek geworden door alles wat ze zag op sociale media van wat er gebeurde in Afghanistan. Vorig jaar was er een aanslag in Kabul waarbij 80 doden en 350 gewonden waren gevallen. Daar is ze echt lang heel ziek van geweest. Ze is zelf een moeder van negen kinderen en ze voelt de pijn van al die andere moeders.” Bij wie kon je terecht met je mentale problemen? Wasim: “Bij mijn OKAN-leerkrachten, ze luisterden altijd naar mij. In het bijzonder Leen, zij was voor mij een tweede moeder. Ze hielp mij niet alleen met materiaal, maar ook op geestelijk vlak. Ik heb één jaar en drie maanden in de OKAN-klas gezeten en zag haar wekelijks. Wij hadden een zeer goede relatie, dus het was voor mij gemakkelijker om met haar te
praten dan met bijvoorbeeld een sociaal-assistente die ik niet goed kende.” Leen, is het moeilijk voor jou als leerkracht om hiermee om te gaan? Leen: “Ik vond dat in het begin veel makkelijker om te dragen. Vijf jaar geleden waren dat enkelingen in een klas, maar nu worstelt vaak meer dan de helft met mentale problemen. Ik heb klassen vol Syriërs, Irakezen en Afghanen. Het aantal probleemgevallen is zo groot geworden dat het moeilijk wordt. Ik ben een leerkracht, geen psycholoog of sociaal-assistente, maar ik doe die taken wel. Ik kan wel luisteren, maar ik heb niet het gevoel dat ik de leerlingen echt kan helpen. Het wringt soms wel dat ik niet meer kan doen.” Praat je nu nog met mensen over je problemen, Wasim? Wasim: “Nee, nu wil ik dat niet meer. Ik heb hier een goed leven in België en ben gelukkig. Ik wil niet blijven denken aan het leed dat ik daar heb gezien. Dat ligt nu achter mij.”
P. 3
Huisjes met kruisjes Ook het gezin leeft met een psychische aandoening Tekst: Jules Hameleers, Emma Van Zundert en Elvira van Duuren | Foto’s: Jules Hameleers en Elvira van Duuren
Een dochtertje van zes met een angststoornis en een moeder met 22 persoonlijkheden. Hoe gaan deze ouders en kinderen om met de psychische uitdagingen binnen hun gezin?
Mirte (45) en haar vrouw Ingrid (47) zijn de ouders van Lotta (15). Mirte heeft door een erg traumatische jeugd een dissociatieve identiteitsstoornis ontwikkeld. Ze heeft 22 persoonlijkheden. Het is voor Mirte net alsof ze altijd in een heel druk restaurant zit, met huilende baby’s en roepende mensen. Ze kan alleen nooit opstaan en de deur uitlopen als ze er genoeg van heeft.
P. 4
“Ik heb nooit ervaren dat ze anders was dan andere ouders”, vertelt dochter Lotta. “Ik vind het vooral lastig voor haar.” Lotta’s schoolgenoten doen nooit vervelend. Van Lotta mag iedereen alles vragen. “Maar ik vind niet dat ik een coming out voor mijn moeder moet houden.” Lotta vindt het heel erg wanneer mensen oordelen over psychisch zieken met een gezin. “Alsof je geen kinderen mag hebben dan. Vreselijk! Het
heeft me niks gekost, eerder dingen geleerd.” Ingrid vertelt dat hun dochter daardoor niemand veroordeelt. “Het is nooit te gek voor hen.” Door haar vrouw en kinderen is Mirte gestopt met vechten tegen zichzelf. “Omdat zij me accepteren zoals ik ben, ben ik ook mezelf gaan accepteren. Maar mijn kinderen mogen nooit voor mij gaan zorgen. Ik ben de moeder, hoe dan ook.”
Irisa* (12) heeft al drie jaar anorexia. Haar moeder Andrea* (43) vertelt over het gevecht tegen de ziekte, die als een bom insloeg in hun gezin. “Irisa was vroeger een grote snoeper”, vertelt haar moeder Andrea. “Altijd maar tzatziki eten en tonnen drop, vol levenslust.” Totdat ze die plots verloor. “Ze had nergens meer zin in en zat op de speelplaats alleen op een bankje te wachten tot de dag om was.” Het duurde langer dan een half jaar voordat haar ouders ontdekten dat Irisa anorexia had. “Toen de leerkracht zei dat ze altijd blauwe lippen ‘van de koude’ had, zijn we eerst naar een hartspecialist gegaan. Alles was oké. We wisten dat er iets was, maar geen haar op ons hoofd dacht aan anorexia.” Na een half jaar zei Irisa tegen haar oudere zusje dat ze niet at omdat ze bang was om dik te worden. “Toen we voor het eerst naar de kinderafdeling van het ziekenhuis gingen, moest ze zich uitkleden. Je kon haar ribbetjes op haar rug zien. Ik heb zo gehuild.” Andrea vertelt dat het zwaar is, dat ze sterk moet zijn voor haar kind en dat ze tegelijkertijd vecht met een enorm schuldgevoel. Waar de oorzaak ligt? Dat weet niemand, ook de therapeut niet. Waarschijnlijk is Irisa vatbaar voor psychische problemen. Ze staat nu voor haar pubertijd met dat donkere stemmetje in haar hoofd waar ze een leven lang tegen zal moeten vechten.
Aïda* (6) heeft last van verlatingsangst. Papa Wim* (34) vertelt hoe het is om een kindje te hebben met deze angst. ‘Ik ga trouwen met papa en daardoor maak ik mama verdrietig, omdat ik papa afpak’, die gedachte speelde onbewust door het hoofdje van de zesjarige Aïda. “Onze lieve vrolijke dochter was plotseling vaak verdrietig en had crisissen waarin ze zichzelf niet meer was. Ze was bang dat ik zou sterven, telkens als ik wegging.” “In het begin denk je dat het wel zal overgaan en dat het normaal is”, aldus Wim. “Maar de angsten bleven. Je probeert met haar te praten, maar ze is zelf nog zo klein dat je er met woorden niet uitkomt. Je voelt je machteloos.” Na zes sessies met de kindertherapeute bleek dat ze relaties begon te begrijpen en verliefdheid begon te voelen. “Ze was verliefd op mij en dacht oprecht dat ik met haar zou trouwen”, zegt Wim. “Na de sessies zei Aïda opnieuw: ‘Papa, ik ben verliefd op jou, ik wil met je trouwen’. Toen maakten we altijd heel duidelijk dat kindjes op kindjes verliefd worden en grote mensen op grote mensen. Zonder hulp van een therapeute zou ons dat nooit gelukt zijn.”
De Chileense Florencia* (38) is een trotse moeder van drie kinderen: Mats* (9), Dieter* (11) en Bas* (13). Voor de buitenwereld lijken ze het perfecte gezinnetje, maar dat is wel anders geweest. In 2015 kampte Florencia namelijk met een zware depressie. Toen zijn moeder volledig crashte was Bas pas tien jaar: “Ik herinner me vooral dat het een zware periode was. Mama was constant moe, en als we nog maar iets verkeerd deden of zeiden, begon ze te roepen.” Florencia zat negen maanden thuis, waardoor het gezin er niet meer omheen kon. “We wilden mama helpen, maar wisten niet hoe. Er zijn periodes geweest waarin we niet wisten hoe dit zou aflopen”, vertelt Bas. Hoewel het een donkere periode was in het leven van het gezin, heeft Bas er toch iets van geleerd. “Ik denk dat ik mensen nu beter kan helpen omdat ik er zelf zo dicht heb bijgestaan. Mama is uit haar depressie geraakt dankzij onze steun en dankzij de hulp van een psycholoog. Praten en er vooral zijn voor een persoon, is dus enorm belangrijk.
Tarana* (52) werd geboren in Zuid-Afrika, waar ze sinds haar dertiende een moeilijke jeugd kende. Ze ontwikkelde anorexia, een zware eetstoornis die vandaag nog steeds sporen nalaat. Ook oudste zoon Keon* (23) draagt de gevolgen ervan. “In zekere zin neem ik het mijn moeder kwalijk dat ze nooit goed voor zichzelf gezorgd heeft. Ze vond het belangrijk dat wij gezond aten, maar ze verwaarloosde zichzelf. Daar hadden we het moeilijk mee”, vertelt Keon. Wanneer Tarana een mindere periode heeft, kan ze nog moeilijk eten. Daar heeft zoon Keon ook last van. “Ik geloof niet dat zoiets genetisch is. Ik heb dezelfde moeilijkheden – in mindere mate weliswaar – als mijn moeder, omdat ik het zo heb aangeleerd gekregen.” “Door te zien hoe het niet moet, ben ik nu heel bewust bezig met voeding. Ik kies ervoor om voor mijn lichaam te zorgen. Dat doe ik voor mezelf, en ik voel me er veel beter door. Ik wou dat mijn mama dat ook kon”, besluit Keon. * De namen werden aangepast om de anonimiteit van de getuigen te garanderen.
P. 5
Weg met stress? Probeer mindfulness! Tekst: Ciara Reid | Illustratie: Tara Reid
Studenten kampen met stress en concentratieproblemen. Prestatiedruk en overprikkeling kan leiden tot angsten, chronische stress of burn-out. Veel studenten grijpen naar medicijnen, oppeppende drankjes of drugs om hun geest scherp of net kalm te houden. Maar jongeren gebruiken ook steeds meer mindfulness als een alternatief om met spanningen om te gaan en meer bewust in het leven te staan.
Mindfulness is een combinatie van oosterse meditatietechnieken en westerse psychologie. Via adem halingsoefeningen en meditatie wordt er geleerd om aandacht te geven aan wat nu is, in plaats van na te denken over vroeger of angstig te zijn voor wat komt. Op sommige scholen worden al lessen mindfulness gegeven.
“Mindfulness is geen quick fix, het is een proces waar je elke dag mee bezig moet zijn.” Christophe
P. 6
Christophe Vandeputte (24) zit in zijn laatste jaar bio-ingenieur. Sinds zijn zeventiende kampt hij met zware angststoornissen. “Mijn situatie was redelijk extreem, maar ik wilde geen medicatie. In onze maatschappij grijpen mensen te snel naar pillen, maar dat pakt de oorzaak niet aan.” Christophe ging zelf op zoek naar een manier om met zijn
paniekaanvallen om te gaan. “Mindfulness is geen quick fix, het is een proces waar je elke dag mee bezig moet zijn. Het gaat over hoe je zelf met je problemen of zorgen omgaat en hoe je leert om emoties te accepteren.” Christophe, op sociale media bekend als BEmindfool, heeft een website en een YouTube kanaal waarop hij het taboe rond angststoornissen tracht te doorbreken. Hoewel hij overtuigd is van de positieve impact van mindfulness, geeft hij wel aan dat je er nuchter mee moet omgaan. “Het is goed dat mindfulness bekendheid verwerft, maar de term wordt soms als een marketingtool gebruikt. Bovendien is er een soort van instagramification van mindfulness waarbij alles fleurig voorgesteld wordt, maar dat is het juist niet! De realiteit is soms lelijk en emoties zijn niet altijd positief.” Yassine Abdellaoui (20) kwam na het overlijden van zijn neven in een depressie terecht. Hij vond steun in zijn geloof en in spiritualiteit. Het begrip
mindfulness kende hij niet, maar hij maakt in zijn leven wel ruimte voor bezinning: “Ons geloof pusht ons om alles te onderzoeken. Als je van mindfulness hoort, moet je het een try geven, snap je?” Lachend vult zijn vriend Mohamed Ikkan (20) aan: “Dus als je een leerkracht kent, vraag dan maar dat ze hier een paar uurtjes les komt geven”.
“Ons geloof pusht ons om alles te onderzoeken. Als je van mindfulness hoort, moet je het een try geven, snap je?” Yassine
Mindfulness: bij sommige jongeren nog onbekend, maar daarom niet onbemind. In onze samenleving heeft iedereen baat bij het onthaasten, ongeacht cultuur, leeftijd of geslacht. Hoewel het geen wondermiddel is, spreekt bewuster in het leven staan toch veel jongeren aan.
“Medicatie als laatste optie” Tekst: Lotte Bode | Foto’s: Sofie Serrien, Dymphna Reid, UPC KU Leuven
Een psychische aandoening wordt vaak beschouwd als een probleem dat op te lossen valt met medicatie. Toch ziet niet iedereen het zo: je kan met de aandoening leren leven of via andere wegen dan medicatie herstellen.
Dymphna Reid (24) studeert Nautische Wetenschappen op de Zeevaartschool in Antwerpen. Ze stopte een paar weken geleden met het nemen van medicatie.
Sofie Serrien (23) studeert sociaal-cultureel werk in Antwerpen. Ze besloot geen antidepressiva te nemen. “Toen ik in het vijfde leerjaar zat, werd bij mij en mijn zus ADHD vastgesteld. “Ik heb een posttraumatische stress- Sindsdien kreeg ik medicatie. Ik werd stoornis gekregen nadat mijn mama er rustiger van, maar ook een beetje een hersenbloeding kreeg. We gingen dood vanbinnen. Mijn eetlust nam af, ik samen zwemmen in een meer in de had minder zin om iets te doen. Mijn winter. Op een bepaald moment zei ze vriendinnen vroegen wat er mis was. Ik dat ze hoofdpijn had en plots lag ze on- was niet depressief of verdrietig, maar dersteboven in het water. Ik dacht dat voelde gewoon niets. Werken voor ze dood was. Het gebeuren heeft iets school ging dan wel heel vlot.” getriggerd, waardoor ik heel paranoïde ben geworden.” “Onlangs ging ik varen en toen overtuigde mijn kapitein me om te stoppen met “Als je een angststoornis hebt, moet je medicatie. Ze vond dat je zorg moest antidepressiva nemen. Mijn huisdokter dragen voor je hersenen, en niet zostelde dat voor. Ik zag de noodzaak er maar van alles kon innemen. Ik wilde niet van in, zij drong aan. Ik zag medi- aanvankelijk pas stoppen wanneer catie als de laatste optie. Als ik hoofd- ik me meer zelfzeker voelde in wat ik pijn heb, neem ik ook niet zomaar altijd deed. Bovendien had ik nog een thesis een pijnstiller. Ik wilde eerst andere ma- en een job waarvoor ik moet prestenieren proberen om van de angsten af ren. Volgens haar zou ik zo nooit aan te komen. Uiteindelijk ben ik geholpen stoppen toekomen. Ze was bereid me door gesprekken met de psycholoog, te steunen in het proces. Ik besloot om EMDR therapie en, hoe cliché ook: tijd er mee op te houden: now is as good a heelt alle wonden.” time as any.”
Jeroen Decoster, psychiater en psychotherapeut aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven, vindt overleg noodzakelijk. “Als het gaat om psychotische aandoeningen, dan vormt medicatie een hoeksteen van de behandeling. Elke arts die in aanraking komt met iemand met een psychotische problematiek, zal medicatie voorstellen. Bij andere problemen zoals angststoornissen of depressieve klachten, moet je eerst psychotherapie overwegen. Wanneer je al te snel heil zoekt in medicijnen, dreig je een gevoel van onmacht aan te wakkeren. De bottomline is om in overleg te gaan met je huisarts en eventueel een psychiater. Samen beslis je of medicatie een rol zal spelen naast psychotherapeutische behandelingen.”
P. 7
Kop op bij OverKop Tekst en foto: Julie Bogaerts
Elke jongere heeft wel eens een dipje. Een gezellige babbel, een rondje Jungle Speed of een leuke boks initiatie kunnen wonderen doen. Soms is professionele psychologische hulp toch aangewezen. Voor al deze zaken kunnen jongeren gewoon binnenwandelen in één van de vijf OverKop-huizen in Vlaanderen. Op een zonnige woensdagnamiddag staat een groepje jongeren te boksen in een tuintje. Er hangt een gemoedelijke sfeer. Voor Kelly en Diego is het de eerste keer dat ze in het OverKop-huis in Gent zijn. “Ik zit hier op kot, maar ik kende dit huis niet. Ik zag het event op Facebook en kwam naar hier met wat vrienden,” zegt Diego.
“Thuis heb ik het niet gemakkelijk en in het Overkop-huis vind ik rust.” Bert
Voor Brandon is het niet de eerste keer. Hij is vaste klant: “Ik vind het een heel goed initiatief. Ik kan hier altijd terecht als ik iemand nodig heb om te praten en dat heeft me in het verleden al vaak geholpen.” Ook in Tienen vinden steeds meer jongeren de weg naar het OverKop-huis. Bert is door zijn thuisbegeleidster naar het huis gestuurd en is sindsdien niet meer weg te slaan: “Het is nu de zevende keer dat ik hier kom en ik geef OverKop tien op tien. Thuis heb ik het niet altijd even gemakkelijk en hier vind ik rust door mee te koken of met de honden te wandelen.”
Jongeren centraal P. 8
De twee gebouwen in Tienen en Gent zijn duidelijk goed onder handen ge-
nomen. “Voor de inrichting zijn we de jongeren zelf gaan bevragen. We vonden het belangrijk dat ze de inrichting van het huis zelf konden invullen naar hun eigen behoeften en wensen,” zegt Charlotte Vanhoof, een van de begeleiders van het OverKop-huis in Tienen. In Gent zijn heel wat muren in het gebouw nog wit. “Die hebben we opzettelijk wit gelaten. We willen projectmatig de jongeren hun eigen invulling aan de muren laten geven. Zo is er bijvoorbeeld al een graffitiproject voor een van de muren,” zegt Joy, het kloppend hart van het OverKop-huis in Gent.
Op weg helpen Ook praktische zaken waar jongeren mee zitten, worden er meteen aangepakt. Dat is handig voor de 18-jarige Arta uit Iran. “Ik woon nu in een asielcentrum, maar ik zou graag in een appartement gaan wonen. Hier in huis praten ze met mij en helpen ze me op weg.” Jongeren in de juiste richting wijzen is één van Joys voornaamste doelen. “Het klinkt misschien raar, maar ik krijg de meeste voldoening wanneer ik merk dat ik niet meer nodig ben. Dat is meestal de eindfase van een groepsdynamisch proces: de jongeren zijn volledig zichzelf, helpen elkaar en ik ben gewoon deel van de groep.” Wil je meer weten? Surf naar https://overkop.be/.
Wist je dat...… … de OverKop-huizen er kwamen met een deel van de opbrengst van Rode Neuzen Dag 2016? … er in elke provincie een OverKop-huis staat: in Gent, Mechelen, Genk, Tienen en Oostende? … hoewel ze met verschillende visies werken, ze toch dezelfde missie delen: jongeren een plaats bieden waar ze zichzelf kunnen zijn en terecht kunnen met al hun kopzorgen? … elk OverKop-huis samenwerkt met bestaande organisaties zoals het JAC, Awel, het CLB en nog vele andere? … drie van de vijf OverKop-huizen zich op een bestaande locatie hebben gevestigd en enkel Gent en Tienen volledig from scratch begonnen zijn? … de toegang volledig gratis is en je er altijd zonder afspraak welkom bent?
Houdt witte beeldvorming taboe in stand? Tekst: Vincent Jespers
Met Rode Neuzen Dag en Te Gek!? zijn er in Vlaanderen twee grote campagnes die aandacht vragen voor het psychisch welzijn van jongeren. Al is het moeilijk om iedereen te bereiken, wanneer boegbeelden van dergelijke acties de diversiteit in onze samenleving onvoldoende weerspiegelen.
Kanker of psychisch welzijn? Koen Wauters, Evi Hanssen, Guy Swinnen en Selah Sue hebben twee zaken gemeen: ze zijn wit en maken als gezichten van Rode Neuzen Dag en Te Gek geestelijke gezondheid bespreekbaar. Het viertal is tekenend voor de acties van beide organisaties. Zo berekenden we dat 92,31% van alle bekende personen die in het verleden een campagne ondersteunden, geen diverse achtergrond hebben. Wat die organisaties precies doen, blijkt bij jongeren van diverse origine dan ook minder bekend. “Rode Neuzen Dag is die dag waarop je een rode neus moet dragen tegen kanker”, zegt Angelo Cer-
Marc Hellinckx van Te Gek!?: “We hebben onszelf ook al de bedenking gemaakt dat we in onze acties enkel witte jongeren laten getuigen, maar wij richten ons wel naar de brede bevolking. We willen in de toekomst dan ook graag bekijken hoe we jongeren van diverse origine beter kunnen bereiken. Daarin zijn we heel erg geïnteresseerd. Meer diverse gezichten kunnen het taboe helpen doorbreken.”
chedean (16) overtuigd. Hij is lang niet de enige die er zo over denkt. “Zij zamelen geld in voor kankeronderzoek”, aldus Sainalon Johm (21). Ook zij valt uit de lucht wanneer ze te horen krijgt dat het gaat om een actie rond psychisch welzijn. “Oei, dan ben ik totaal fout.”
“Blanken” boven Dat de acties niet zo gekend zijn, is niet noodzakelijk de schuld van ‘witte beeldvorming’. Zo zegt Sainalon: “In het algemeen denk ik dat het logisch is dat er in de Vlaamse media veel meer witte mensen te zien zijn dan personen met een andere huidskleur, want ze zijn met meer. Wat niet wegneemt dat ik er zeker voor open sta dat iemand met een diverse achtergrond in een campagne over psychisch welzijn opduikt.” Of zoals Angelo het verwoordt: “Je moet iedereen een beetje blij kunnen maken.” Toch is niet iedereen even positief. Adam El Hessaini (14): “Bij sommige acties zie ik bijna alleen witte mensen in beeld en geen mensen met een andere huidskleur. Dan denk je snel aan iets racistisch. Er wordt daardoor ook minder over gepraat en dat is een probleem.” Een opvallende uitspraak, die suggereert dat het taboe rond psychisch welzijn mee in stand wordt gehouden door de witte beeldvorming eromheen. Tseten Dolkar (18) beaamt dit: “Ik denk dat jongeren van een andere origine sneller zouden praten over hun psychische problemen, mocht iemand als Boef campagne voeren. Iemand die
veel jonge fans heeft en naar wie wij opkijken.”
Cultuurgebonden Voor anderen is de link tussen witte beeldvorming en het in stand houden van het taboe dan weer minder duidelijk. Pauline Campo (19) denkt dat de taboesfeer rond psychisch welzijn voor een groot deel cultuurgebonden is: “Veel mensen van andere origine komen hier minder voor uit, omdat het in hun cultuur onaanvaardbaar is. Daar wordt gewoon niet over gesproken, alsof het niet bestaat. Al zou het zeker helpen, mocht iemand van een andere origine daar wel over willen spreken. Zoals Kamal Kharmach over zijn gewichts problemen, dat vind ik wel knap.”
Sara Vercauteren, woordvoerster van Rode Neuzen Dag: “Op radio en televisie laten we jongeren aan het woord en daarbij laten we heel wat diversiteit zien, dus we werken niet enkel met witte mensen. Dat is ook het meest krachtige: dat jongeren van andere jongeren verhalen te horen krijgen in wie iedereen zich kan herkennen.” P. 9
Kinderen in armoede worden soms dubbel gestraft Tekst: Kelly Keasberry | Foto’s: Céline, Kelly Keasberry, Els De Pauw
Hippe sneakers of de nieuwste iPhone: wie droomt daar niet van? Voor veel jongeren blijft het bij dromen. Ook vandaag groeit één op de vijf Belgische kinderen op in armoede. Het overkwam Chantal, Céline en Fatima*. Ze blikken terug op hun jeugd. Céline (29) herinnert zich nog hoe jaloers ze was toen haar buurmeisje een roze-witte picknickauto kreeg. Haar ouders konden zo’n speelgoedauto niet betalen. De boekwinkel van haar vader was na een brand verloren gegaan, en het gezin met vier kinderen leefde van één minimuminkomen. De 42-jarige Fatima was op school vaak niet in orde. Dan had ze bijvoorbeeld geen geodriehoek bij, omdat haar ouders niet begrepen wat dat was. Haar vader werkte als arbeider, haar moeder was huisvrouw. Chantal (47) groeide op in het rijke Nederlandse Hilversum. Haar moeder en stiefvader runden samen een marktonderzoekbureau. “Toen mijn moeder van mijn vader scheidde, merkte ik pas dat ze grote schulden had.”
Boterham met kaas
P. 10
De verhalen van Céline, Fatima en Chantal staan niet op zichzelf. Als we de cijfers mogen geloven, telt elke klas met twintig leerlingen gemiddeld vier arme kinderen. Maar wanneer ben je
precies arm? Socioloog Jan Vranken omschrijft armoede als een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het bestaan. Dat gaat verder dan geldgebrek alleen. Arme kinderen kunnen niet aan de heersende normen voldoen. Daardoor ontstaat er een kloof tussen hen en hun leeftijdsgenoten.
Bij Chantal thuis was geld geen onderwerp van gesprek. “Maar op een gegeven moment ga je erop letten. Het verschil zit soms al in kleine dingen, zoals foto’s. Bij rijkere mensen hangen bijvoorbeeld foto’s van vergezichten en vakanties.” Zelf ging ze nooit op vakantie. Fatima keek dan weer verlangend toe als klasgenoten hun lunchbox openden. “Ik heb jarenlang gedroomd van een boterham met kaas.”
“Het was lastig om te moeten uitleggen dat we geen cola Schaamte konden betalen.” Céline
Armoede is vaak omgeven door schaamte. Zo vroegen klasgenootjes bij Céline thuis vergeefs om cola. “Het was lastig om te moeten uitleggen dat we dat niet konden betalen. We voelden ons er vaak ongemakkelijk door.” Chantal ervoer die schaamte als een dubbele last. Enerzijds was er het verdriet omdat ze nooit kreeg wat ze hebben wilde. Anderzijds had ze het gevoel dat ze zich moest verantwoorden. “Ik liep continu op mijn tenen om maar niet gekwetst te worden”. Die schaamte zou ze graag zien verdwijnen. “Het zou zo goed zijn als het normaal wordt om te zeggen: wij hebben
“Ik heb jarenlang gedroomd van een boterham met kaas.” Fatima
het thuis niet zo breed, maar ik kan wel sporten omdat de gemeente bijdraagt en dat vind ik fijn. Rijkdom en armoede kun je niet veranderen. Het zijn vooral de waarden en normen die moeten veranderen.”
Chantal is postbezorger en volgt nog therapie om haar jeugdherinneringen te verwerken. Ze ziet de toekomst hoopvol tegemoet. “Ook al heb je een laag inkomen, het is niet per se zo dat ook je kinderen
Fatima en Chantal zijn voorstanders van het schooluniform. Ook meent Fatima dat leerkrachten zich bewust moeten worden van hun invloed op kinderen. “Leraren kunnen veel kapot maken zonder dat ze het beseffen. Als een kind er belabberd bijloopt of niet in orde is, krijgt het soms straf. Arme kinderen worden dan dubbel gestraft.”
Positieve kanten Met Céline is het uiteindelijk goed gekomen. Ze is historica en zal binnenkort doctoreren in de Verenigde Staten. Hoe kijkt ze terug op haar jeugd? “Het feit dat anderen ons als ‘zielig’ zagen en ons daarmee in een hokje duwden, vond ik veel erger dan het feit dat wij minder geld hadden dan het gemiddelde gezin.” Armoede heeft ook positieve kanten, stelt ze. Zo leerde ze om creatief te zijn, financieel zelfstandig en om anderen te respecteren.
“Ook al heb je een laag inkomen, het is niet per se zo dat ook je kinderen laag uitkomen.” Chantal
laag uitkomen.” Haar zoon kan korfballen dankzij een speciale regeling voor mensen met een minimuminkomen. “Het is niet erg als je het minder hebt. Het is niet leuk, maar er zijn veel regelingen die ervoor kunnen zorgen dat je toch een goed leven hebt. Arme mensen zijn bovendien al blij met een bloemetje. Rijke mensen willen altijd maar meer, meer, meer.” Het gezin van Fatima leeft van twee inkomens. Fatima studeerde op latere leeftijd en werkt als jeugdbegeleidster. Eens per jaar neemt ze haar kinderen mee naar de Voedselbank om te helpen. “Ik wil mijn kinderen leren dat het niet evident is dat alles voorhanden is. Dat er nog steeds mensen zijn die een uur moeten aanschuiven voor een litertje melk.” Ze gelooft niet dat armoede het leven van jongeren hoeft te tekenen. “Als je studeert en volhoudt, dan kom je er wel. Elk kind heeft dromen. Het is belangrijk om vast te blijven houden aan die droom en die niet kapot te laten slaan.”
* Deze naam werd aangepast om de anonimiteit van de getuige te garanderen.
P. 11
“De blijvende onzekerheid weegt zwaar” Tekst en foto: Alexandra Vandenberghe
P. 12
Het Vlaams integratiebeleid verplicht Inwoonster Ulyana (37) uit het Rusmedische begeleiding, inclusief psy- sische Dagestan beaamt dat: “We chologische bijstand voor asielzoe- kunnen steeds terecht bij de sociaal kers. Door de opgelopen trauma’s, assistent als we met iets zitten of de onwetendheid en het constante willen praten over onze situatie. Er is afscheid nemen, vormen asielzoe- altijd een luisterend oor.“ Ulyana verkers immers een psychisch kwets- blijft ondertussen tien maanden in bare groep. Veel asielzoekers zijn het centrum samen met haar dochook gefrustreerd. Ze willen opnieuw tertje maar leeft al tien jaar in België. beginnen, maar hebben het gevoel In die tien jaar waren er veel periodat ze de kans niet krijgen. Hun pre- des van eenzaamheid. “Ik heb hier caire situatie zorgt er voor dat pra- veel steun van de andere inwoners“, ten over mentale kwetsbaarheid niet gaat Ulyana verder. “We zitten in hetevident is. De angst is groot om iets zelfde schuitje. Dat maakt het draagfouts te zeggen, met mogelijk nega- lijker. We vangen elkaar ook op. Als tieve gevolgen voor hun procedure. er iemand een negatief advies krijgt, Dat ondervonden we bij het zoeken doet dat telkens pijn.” naar getuigenissen in het opvangcentrum in Kapellen en het Stedelijk Afscheid nemen went nooit Opvanginitiatief in Gent. In Opvangcentrum Linkeroever van het Rode “Het constante afscheid nemen Kruis in Antwerpen lukte het wel. went nooit”, zegt Ulyana. “Als er een mede-inwoner wordt teruggestuurd, weet ik dat hij problemen zal hebPsychologische ondersteuning ben in zijn land van herkomst. Veel jongere kinderen zijn hier geboren, De nood aan begeleiding voor asiel- of kwamen hier aan op jonge leefzoekers gaat verder dan hen louter tijd. Het is emotioneel voor hen nog administratief bij te staan. “Want er zwaarder om zich ginder thuis te zijn trauma’s die ze oplopen in hun voelen dan hier in België.” Ulyana land van herkomst, maar ook tijdens wil vooral verder met haar leven, met de reis naar Europa. Daarbovenop een permanent verblijf in België. “Ik komt vaak nog de onzekerheid over kan hier terecht bij de psycholoog hun situatie hier. Het zorgt ervoor dat met mijn problemen. Ik ben daar sommige inwoners hopeloos wor- dankbaar voor, maar over sommige den. Het is onze taak om naar hen te dingen wil ik het niet langer hebben. luisteren en erop te letten dat ze niet Het is niet altijd makkelijk wanneer moedeloos worden”, zegt centrum- je constant met je neus op de feiten manager Jan Herthogs. wordt gedrukt.”
Slapeloze nachten in een nieuw leven Tekst en foto: Jef Kennis
Vluchtelingen uit conflictgebieden hebben vaak te kampen met psychische problemen. Depressie, angstaanvallen, eenzaamheid en slapeloosheid komen regelmatig voor. Toch is niet enkel de situatie in het thuisland daarvan de oorzaak. Ook in België zijn de nodige stressfactoren aanwezig.
We gaan op bezoek in een klas van het Centrum voor Basiseducatie in Antwerpen, waar dertien volwassen asielzoekers Nederlands komen leren. Ze komen uit alle windstreken: Syrië, Afghanistan, Irak, Burundi. Allemaal zijn ze op zoek naar een beter leven. Toch krijgen velen met dezelfde problemen te maken
“Ik denk nog steeds met angst aan Irak, omdat mijn kinderen daar nog zijn.” Mohammed
en lijdt hun geestelijke gezondheid hieronder. “Het is normaal,” volgens Safwan Younes (45) uit Syrië, “dat mensen uit oorlogsgebieden dikwijls depressief zijn of nachtmerries hebben, als je weet wat ze allemaal hebben zien gebeuren.” Ook Mohammed Rashid (29) heeft moeite met slapen: “Ik denk nog steeds angstig aan de oorlog in Irak. Dat komt niet alleen door de beelden die door mijn hoofd blijven spoken, maar ook doordat mijn kinderen daar nog steeds zijn.”
Pillen en muziek Tien van de dertien personen in de klas lijden aan slapeloosheid. De meesten grijpen naar medicatie, maar er zijn er die een eigen manier hebben om ermee om te gaan. “Ik probeer mijn gedachten te verzetten door zo vaak mogelijk te gaan sporten. Zo word ik moe en kan ik ook beter slapen”, getuigt Jawad Shakuri (22) die Afghanistan moest ontvluchten onder bedreiging van de Taliban. Voor Ange Ndayikengurukiye (39) is muziek een hulpmiddel: “Zonder muziek kan ik niet meer slapen. Anders denk ik te veel aan mijn twee kinderen die nog in Burundi zitten.” Slechts twee cursisten gaan naar een psycholoog. De anderen denken dat zo iemand geen hulp kan bieden of ze willen gewoonweg niet over hun ervaringen praten. “Ik neem slaappillen, dat helpt beter dan praten”, zegt Mustapha Bouchankoukt (52) onder goedkeurend geknik van de meerderheid van de klas. Rahima Asghari (60) is blij met de lessen Nederlands: “Je kan hier praten met mensen die vaak hetzelfde hebben meegemaakt. Dat sociaal contact vind ik heel belangrijk. Het verdrijft ook
deels de eenzaamheid bij diegenen die hun familie en vrienden hebben moeten achterlaten.”
Administratieve chaos Over de opvang in België zijn de meesten tevreden. Toch zijn er enkele factoren die voor veel stress zorgen, zoals eenzaamheid, werkloosheid en heimwee naar het eigen land. De belangrijkste oorzaak van stress blijft de administratieve procedure. “Bij mij duurde de onzekerheid langer dan
“Slaappillen helpen beter dan erover te praten.” Mustapha
twee jaar. Bij de immigratiedienst moest ik vier keer op gesprek komen en daar was ik altijd heel bang voor”, aldus Hussein Al-Behadili (30), die medicatie neemt tegen de stress. “Tot slot kan ook het weer beter!”, grapt Jawad met een brede lach. Iets waar we ons allemaal wel in kunnen vinden. P. 13
Niet elke student is zorgeloos Tekst: Jules Hameleers | Foto: Mirte Andeweg
Een leven vol bier, feestjes en nieuwe vrienden. Mirte Andeweg (21) was zo’n studententijd niet gegund. Ze heeft namelijk last van een depressie. “En ik heb helemaal geen tijd om depressief te zijn.” Mirte Andeweg (21) dacht dat het er Zelfs na haar diagnose en therapieën gewoon bij hoorde, zich af en toe slecht mocht ze niet depressief zijn van zichzelf. voelen. Toen ze in 2015 begon met stude- “Ik bleef maar denken: stel je niet aan, ren maakte ze veel vrienden via een ver- kom met je reet van de bank af.” Toen ze eniging. Ze vond haar studie International haar gevoelens onder ogen zag, werd het Event Managment fantastisch. Tuurlijk, zwaar. “Mijn leven stond een tijd, eigenlijk ze was wel eens eenzaam, maar was dat juist niet op z’n kop, maar het stond stil. niet normaal wanneer je alleen naar een Ik sliep vaak zestien uur per dag.” vreemde stad ging? Na een goede zomer kwamen afgelopen september al haar donkere gevoelens terug. Ze wist dat er iets mis was, maar bleef toch doorgaan. In januari 2017 had Mirte op aanraden van haar beste vriendin een gesprek bij een psycholoog. Hij zei dat ze depressief was. “Ik dacht twee dingen. Eén: fijn om te horen dat ik niet helemaal gek ben en dat er echt iets met me aan de hand is. En twee: hoe de fuck ga ik hier vanaf komen?”
Taboe
P. 14
Onlangs kwamen schrikbarend hoge cijfers naar buiten over depressie onder studenten, maar toch wordt er volgens Mirte nog steeds niet over gepraat. “Het is bizar dat ik me nog steeds schaam om te vertellen dat ik een depressie heb. Het is gewoon zo dat ik sommige stofjes te kort heb in mijn hersenen. Ik zei ook tegen mijn psycholoog: maar ik kan helemaal niet depressief zijn. Ik ben namelijk een student. Ik heb geen zwaar leven.”
Ongezellig Waar Mirte in haar omgeving nog tegenaan loopt, is het verschil tussen willen en kunnen. “Wanneer ik zeg dat ik niet mijn bed uit kom, dan denken mensen dat ik daar geen zin in heb. Dat ik gewoon een schop onder mijn kont nodig heb. Maar zo werkt het niet. Als dat zo zou zijn, hadden veel minder mensen last van een depressie.”
“Ik kan helemaal niet depressief zijn, want ik ben een student en heb geen zwaar leven.” Mirte
Ook telkens uitleggen dat ze geen alcohol drinkt, blijft Mirte vermoeiend vinden. Door de katers voelde ze zich zo slecht dat ze soms geen uitweg meer zag. Nu mag ze niet meer drinken door haar zware antidepressiva. “Ik vind het wel vervelend dat ik vaak ongezellig genoemd word. Ik vind mezelf al zo stom, ben ik eindelijk zover dat
ik de deur uit ga en dan krijg ik ook nog te horen dat ik niet leuk ben omdat ik geen tien biertjes naar achter gooi.” Heeft ze nog vertrouwen in het beter worden? “Ik wil er heel erg graag vertrouwen in hebben. Op dit moment denk ik ook niet dat het zoveel uitmaakt of ik dat vertrouwen heb of niet. Wanneer je levenskwaliteit na een jaar behandeling nauwelijks beter is en je geen zin hebt om zo de komende zestig jaar te leven, dan moet je wel door.”
Om studenten te ondersteunen startte de KU Leuven MindMates. Ze houden zich op vele vlakken bezig met de mentale wereld van jongeren. Bijvoorbeeld door een buddyprogramma waarbij een jongere student gekoppeld wordt aan een ouderejaars buddy. Student Jan raakte door zijn buddy uit een sociaal isolement na een depressie. “Het is een springplank om daarna de stap zelf makkelijker te kunnen maken.” Volgens coördinator Samira Akhtar draait MindMates om “de mentale gesteldheid van studenten verbeteren en het taboe doorbreken.”
Meer info vind je op http://www.mindmates.be
STANDPUNT Tekst: Annick Wellens | Cartoon: Jules Hameleers
Laat van je horen! Hoe maak je een onbespreekbaar thema zoals psychische problematiek bespreekbaar? Niet onmogelijk volgens ons want een probleem is volgens het Van Dale woordenboek slechts een op te lossen vraagstuk. En een taboe blijft maar taboe tot je erover praat. We hadden gesprekken met ouders van kinderen die in de put zitten en vluchtelingen deelden openhartig hun levensverhaal. Zij gooiden de eerste vooroordelen buiten. Hoera! Niet elke psychisch kwetsbare ziel hult zichzelf in stilzwijgen. Maar laat taart en feesthoedjes achterwege. Sommige vooroordelen werden ontkracht, andere vooroordelen werden keihard bevestigd. De Vlaming praat niet graag over persoonlijke problemen en als hij dat wel doet, doet hij dat anoniem. Sommigen deelden hun verhalen, om ze daarna opnieuw in te slikken. Door het besluit te nemen bepaalde woorden niet te delen, houd je het taboe jammer genoeg in stand. Organisaties waar iedereen zomaar binnen en buiten mag wandelen, sluiten plots de deuren wanneer je jezelf als journalist aanmeldt en vragen stelt. Respect voor de privacy van bewoners is een veelgebruikt smoesje. Maar wat als die bewoners wel willen praten? Hebben ze dan niet het recht om naar voor te treden en hun hart te luchten?
Heb je nood aan een gesprek? Je kunt altijd terecht bij de jongerentelefoon van Awel via het gratis nummer 102 of surf naar https://www.awel.be. Daarnaast is er de zelfmoordlijn op het nummer 1813 of surf naar https://www.zelfmoord1813.be.
Dankzij dappere getuigenissen formuleert deze PIDMAG heldere antwoorden op moeilijke vragen en tonen we meer dan enkel ongegronde vooroordelen over psychische kwetsbaarheid. Jammer genoeg blijven sommige vraagstukken onbeantwoord. En dat is niet onze schuld. Soms wilden we uitschreeuwen: mensen, verenig jullie en kom naar buiten met jullie verhalen. Zoek mensen die in hetzelfde schuitje zitten en praat. Dan zal je merken hoeveel mensen kunnen meespreken over geestelijke gezondheid en psychische kwetsbaarheid. Roep, schreeuw het van de daken, maar los een moeilijk vraagstuk niet alleen op. Dan wordt het een probleem.
P. 15
d e o g l e e p s (St)oud
Rosalie (18) •
ADD
“Toen ik twaalf was, ging alles zó veel moeilijker. Ik had constant Glenn Aerts & Melissa Van Ostaeyen huilbuien, kon niet opletten, niet orPrehistorische porno ganiseren, niet opruimen. Mijn papa Deze 35.000 jaar oude rondborstige heeft ook een depressie gehad en hij dame van mammoetslagtand is het heeft mebekende aangezet seksobject. om met iemand te gaan praten. Mijn mama oudst heeft een burn-out gehad. Bij ons thuis hangt er echt geen taboe rond en ondertussen zijn we allemaal met een psycholoog gaan praten. Uiteindelijk kreeg ik het etiket ADD opgeplakt, Geile Grieken een geruststelling. Ik moest trucjes mezelf verzinnen: Dehele oude Griekse dildo’s of olis bos,voor waren zovan liggen er overal papiertjes met dingen die ik hout, steen of leer. Om hun olisbos innog moet regeteIkvetten gebruikten ze olijfolie, de inbasis len. neem ook rilatine omdat ik anders deze maatschappij van uw sladressing. niet zou passen. Je moet kunnen meedraaien, maar iedereen in eenzelfde systeem inpassen, dat kan eigenlijk toch niet?”
Vrouwen met ballen
Als de geisha deze twee holle balletjes met een gewichtje in haar vagina stopt, traint ze niet alleen haar bekken(18) • maar brengt bodemspieren, ze ook menig man in extase.
Emma
Dwangneurosen
Yassine (21) • Depressie De mens is altijd dol geweest op seks – hoe was u
gekomen? eneen begon al heel lang geleden “Ik er hebanders twee neven verloren– op met het fabriceren van hulpmiddeltjes. korte periode. Dat was heel zwaar voor mij. Ik heb toen troost gevonden in mijn geloof en ik ben daar sterker uitgekomen. Eerst was ik kwaad op alEva’sheb dildo les en iedereen, maar uiteindelijk ik het kunnen accepteren. Voorlopig is dit twintig centimeter Ik had ook heel veel aan mijn familie en vrienden. Zij hebben mij lange exemplaar van gepolijste erdoor geholpen. Elkaar steunen is belangrijk, want mensen met steen uit de Hohle Felsgrotten met zijn 26 àworden. 28.000Die jaar de oudst een depressie mogen niet afgezonderd moeten hun bekende dildo. verhaal kunnen doen.”
Bronstige Chinezen
Tijdens de Chinese Han-dynastie staken dienstmeiden al eens een handje – of beter een dildotje toe om de vrouw(en) des huizes te bevredigen.
Praat erover!
Melk spuiten
In de 17de en 18de eeuw waren er ivoren, zilveren en glazen dildo’s die men kon vullen met warm water of melk. Het speeltje kwam daardoor aangenaam op temperatuur en ejaculeerde op zijn manier.
“Rond mijn twaalfde kreeg ik dwangneurosen. Voor het slapengaan moest ik allerlei handeVreselijke vibrators lingen dwangmatig uitvoeren: De eerste vibrators eind de deur tien keer 19de eeuw sluiten, het lichtleken twintigmeer keer aan- en uitdoen... op handboren, haardroAnders zouden er slechte dingen gebeuren. Waargers en eierkloppers. Ze De toekomst schijnlijk heeft naar het ietsweinig te maken met de depressie van mijn mama: luisterden Watmoest dacht u van Mojowijo, waarbij je op lange afstand met ikopwin mijn angst op andere manieren overwinnen? Ik ben anderhalf jaarWii-afstandbediening naar dende namen als de de vibrator van je spelpartner kan beTekst: Jefde Kennis en Emma Van dienen? bewegingen viaZundert comRolling Pin Heat Massager een therapeute geweest, maar ik ben ermee gestopt, omdat zij meer aan Of van teledildonics, waarbij Ciaravoor Reid puter worden overgebracht? Tenga werkt aan eenFoto’s: systeem of Vibrosage. het woord was dan ik. Ik heb nu enkel nog wat kleine dwangmatige trekjes.”
Geen taboes
CGI-porno. Met behulp van een virtual reality-bril kan je oog in oog staan met een anime-bedpartner. Voor wie het liever wat minder extreem heeft, is er Frebble, een apparaatje dat mensen in staat stelt om handen vast te houden vanop afstand.
KU Leuven in Antwerpen.
Ook voor een master in de journalistiek KU Leuven, Campus Sint-Andries Antwerpen www.arts.kuleuven.be/antwerpen