PIDMAG - nr. 15 jaargang 5

Page 1

N°15

- JG 5

.STAM

WWW

MAG

E/PID

IA.B PMED

Dossier A.

Editie Master Journalistiek KU Leuven Campus Antwerpen


Natuurlijk vonden ze het raar om elkaar midden op straat vast te pakken en intens te zoenen. Voor ze naar de stad kwamen, had zij hem nog op het hart gedrukt zijn haar te kammen. Hij had dat niet gedaan. Het is niet omdat je al jaren samen bent, dat je altijd naar elkaar moet luisteren. Maar kijk, nu moesten ze kussen voor de cover van een jongerenmagazine over seks. Misschien vonden ze het wel een INHOUDSTAFEL prikkelend idee om elkaar daar op straat vast te pakken.

d r o o w r o o V

EL

VOORWOORD

Wat is dat toch Het lijkt zo gewoon, we doen het allemaal – of toch 2 met seks? Voorwoord bijna, want sommigen hebben ervonden nauwelijks behoefte Maar alswas we moeten 25 klaar omte mijn eigenen stekje te bouwen. Gesprekken met de elekNatuurlijk ze het raar om aan. elkaar midden op ik, straat vast pakken intens d praten over seks, we ban het Voor liever Omdeeerlijk zijn, toen ik zij de eerste tricien hoe ik alles zag.het Het was me allemaal nieuw, maar één ding wist ik te zestil. naar stad te kwamen, had hem nog op hart gedrukt 3 houden In zoenen. de van terreur keer hoorde de haar studenten journalistiek over seks zeker: rondom mijn huis er nachtverlichting worden aangebracht. te kammen. Hij hadeen datPIDMAG niet gedaan. Het ismoest niet omdat je almoest jaren samen about sex dat ik metzijn maken, dacht4ik: ‘Heeftbent, Goedele Liekens daar niet alles al over gezegd? Hebben Verlichting die begon te branden bij het vallen van de duisternis en de hele dat je altijd naar elkaar moet luisteren. Maar kijk, nu moesten ze kussen voor Drempel te hoog? wel daar luid genoeg) iets aan toe voegen?’ nachtMisschien zou branden tot ze hethet ochtendgloren. De man keek raar op. Geen de cover van jongerenmagazine vonden wel een etwe raar om nog elkaar midden opte straat vasteen te pakken en intens over seks. prikkelend idee om elkaar daar op straat vast te pakken. bewegingssensoren? Ik probeerde hem uit te leggen dat ik door mijn job arfor de astad kwamen, had zij hem nog op het hart gedrukt 6 Angst door een virtuele day wel.gedaan. Want hoe zit het met seks als je oud en bejaardals bent? Wat als journaliste vaak laat thuis kwam, midden in de nacht weer weg moest. ijBlijkbaar had dat niet Het is niet omdat je al jaren samen brilEn vinden we het wel oké om seks te hebben vanaf je nooit hebt in Maar seks? Wat is dat toch metzeseks? Het lijkt zo gewoon, we veiliger doen het allemaal – ofverlicht toch huis. De man bulderde van het laDat ik me voelde bij een lkaar moetzin luisteren. kijk, nu moesten kussen voor wereld Natuurlijk Moet vonden ze het raarwant om opkijken? straat vast te pakken en intens veertien? je seks. je schamen omelkaar naar midden porno te En hoe ziet seks dehij Maar bijna, sommigen hebben er nauwelijks behoefte aan. we ervaren. moeten Dat mannen onwetend zijn over de chen. Zelf in had nooit als zoiets erenmagazine over Misschien vonden ze het wel een 7 Wordt BANG te zoenen.eruit? Voor ze naar de stad kwamen, had zij hem nog op het hart gedrukt toekomst seks een mechanische bezigheid van eenzame mensen of zijn, toen over seks, houden we het liever stil. Om eerlijk te ik ook de eerste aar daar op straat vast tepraten pakken. angsten van vrouwen, blijkt in deze pidmag. Ik prijs mezelf gelukkig, ce zijn haarwe teelkaar kammen. had dat niet Hetstudenten is nietVoor omdat al jaren samen pakken tochHij nog steeds goed straat. de je foto. gewoon keer hoorde datgedaan. ikvast? met Op de journalistiek een PIDMAGisover moest bij de fobieën van anderen, waarwantOf mijn ‘angstje’ nietsseks vergeleken 8 innaar De 10 gekste fobieën bent, dat je altijd elkaar moet luisteren. Maar kijk, nuLiekens moesten ze kussen voor omdat zin hebben. maken, dacht ‘Heeft Goedele daar al over gezegd? eks? Hetwe lijkterzo gewoon, we doen hetik:allemaal – of toch doorniet ze alles amper verder kunnenHebben studeren, zich belemmerd voelen in hun No problem! de cover van een jongerenmagazine over seks. Misschien vonden ze het wel een we daar aan. nog iets aan voegen?’ hebben er nauwelijks behoefte Maar alstoe wetemoeten dagdagelijkse bezigheden. Mensen die terreur van erg dichtbij hebben 9 om elkaar Watdaar is op angst? prikkelend idee straat vast te pakken. den we het liever stil. Om eerlijk te zijn, toen ik de eerste meegemaakt, zoals vluchteling Osama, of plots met de dood bedreigd voor kwezels? Tine Hens Blijkbaar wel. Want hoe zit moest het met seks worden als je oud bejaard bent? stalker. Wat alsAl zijn er ook mensen die hun leven de studenten journalistiek een PIDMAG over seks dooreneen onbekende Wat is dat toch Het lijkt zo gewoon, we doen het –oké of toch 10met seks? “Zonder angst zou Hebben het nooit hebt in seks? En vinden weallemaal het wel om omgooien, seks te hebben vanaf t Gasthoofdredacteur Goedele Liekens daar je niet alleszin al over gezegd? door angst net het roer terug stevig in handen nemen en een t bijna, levensnood­ want sommigenveertien? hebbenals er nauwelijks behoefteom aan. Maar als te wekijken? moetenEn hoe ziet seks in de leven saai, Moet je je rechtlijnig schamen naar porno oe te voegen?’ nieuwe koers varen. En dat stemt me gelukkig, dat angst niet eeuwig verover seks, houden we het liever stil. Om te zijn, toen bezigheid ik de eerste welpraten belangrijk’ toekomst eruit? Wordt sekseerlijk een mechanische van eenzame mensen of en vlak ervaren worden” lammend moet werken. Lees onbevreesd deze pidmag en geniet van het keer hoorde dat ik metpakken de studenten journalistiek een PIDMAG over seks moest we elkaar toch nog steeds goed vast? Op straat. Voor de foto. Of gewoon oe zit het met seks als je oud en bejaard bent? Wat als leven. Het is nog zo mooi. dacht ik: ‘Heeft Goedele Liekens daar niet alles al over gezegd? Hebben kémaken, omdat zin intehebben. ks? En vinden 11 we het wel okéwe omerseks hebben vanaf Vluchten voor de angst we daar nog iets aan toe te voegen?’ chamen om naar porno te kijken? En hoe ziet seks in de peelgoed seks een mechanische bezigheid van eenzame mensen of 12 Dezitdunne lijn tussen Blijkbaar wel. Want hoe het met seks als je oud en bejaard bent? Wat als Tinestraat. Hens nog steeds goed vast? Op Voor de foto. Of gewoon Mieke Geysmans interesse enweobsessie je nooit zin hebt in seks? En vinden het wel oké om seks te hebben vanaf Gasthoofdredacteur ben. Gasthoofdredacteur veertien? Moet je je schamen om naar porno te kijken? En hoe ziet seks in de 14WordtSlapende angst bezigheid van eenzame mensen of toekomst eruit? seks een mechanische pakken we elkaar toch nog steeds goed vast? Op straat. Voor de foto. Of gewoon Column: omdat we er 15 zin in hebben.

ord Voorwoord

Bang voor het leven

AN DIT

Tine Hens 16 Gedicht otte Borghgraef, Gasthoofdredacteur t (filmtips), Laura De Rockelé, Lauranne Tedeschi, Nathalie nxel, Melissa Van Deze uitgave kwam tot stand n Seeters, Evelien met de steun van: Deze uitgave kwam tot stand met de steun van:

ACTEUR:

COLOFON WERKTEN MEE AAN DIT TIJDSCHRIFT: Thomas Bell, Beren de Vries, Chloë Foubert, Ruth Hamels, Lisa Huberts, Elise Mans, Sara Sels, Bieke Strauven, Ginette Thiellier, Joost van Beek, Tess Van Linden, Hanne Van Looveren, Isabelle Van Orshaegen, Marian van Sprakelaar, Jente Vandewijer GASTHOOFDREDACTEUR: Mieke Geysmans

Deze uitgave kwam tot stand met de steun van: EINDREDACTIE: Roel Coesemans

lissa Van Ostaeyen stand met de steun van: : s) ortretten) Deze uitgave kwam tot stand met de steun van:

ELIJKE UITGEVER: ekersstraat 25,

P. 2

LAY-OUT: IO - Els De Pauw COVER: Jente Vandewijer ACHTERFLAP: Elise Mans (tekening en gedicht)

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Fried Aernouts, Prekersstraat 25, 2000 Antwerpen


Moeten we bang zijn? IN DE BAN VAN TERREUR Door Chloë Foubert | Foto Bleri Lleshi

22 maart 2016, het is een datum die voor eeuwig in ons geheugen gegrift staat. België werd op ongekend harde wijze getroffen door terreur. Iedereen kreeg er op één of andere manier wel mee te maken: scholieren die op het punt stonden de eindejaarsreis van hun leven te maken, pendelaars die zich zoals elke dag met de metro naar het werk haastten. Het mag dan ook niet verwonderen dat één op drie Vlamingen sindsdien angst heeft om slachtoffer te worden van een terreuraanslag. Iedereen is op zijn hoede, angstig zelfs. Maar is dat gevoel wel terecht? Een gevangenis van angst “De veiligheidsdiensten en de bevolking dienen alert te blijven, maar een reden tot angst is er niet”, steekt Paul van Tigchelt, woordvoerder van het OCAD, van wal. “De dreiging is reëel maar angst is altijd een slechte raadgever. Als we bang worden, winnen de terroristen. We moeten onze democratische en verlichte waarden blijven uitdragen. Op termijn is IS op die manier kansloos. Ik ben positief ingesteld en hoop dat mijn kinderen in een democratische wereld kunnen opgroeien, waarin iedereen zich vrij kan bewegen.” Bij angstige gevoelens is het belangrijk een onderscheid te maken tussen twee soorten angst, benadrukt Bleri Lleshi in zijn boek Liefde in tijden van angst. Zo heb je enerzijds angst als overlevingsmechanisme voor een directe, fysieke dreiging en anderzijds angst die ons belemmert, uitput en ontwricht. “Vijftig procent van de mensen die onder de laatste vorm van angst leven, komen in een isolement terecht. Ze passen hun gedragspatroon aan, waardoor ze leven in een gevangenis van angst. Het is essentieel dat er tegenover die angst een alternatief wordt geplaatst, met name liefde. Uiteraard kan je terrorisme niet alleen met liefde aanpakken. Daarvoor moet je ook naar de oorzaken van terrorisme kijken en het soms hypocriete buitenlandse beleid van de westerse landen. Heel veel

vuurwapens uit het Midden-Oosten komen bijvoorbeeld uit België. Ik noem het een collectief falen, maar we moeten nu vooruitkijken. Niet reageren vanuit angst, maar wel vanuit solidariteit en liefde.” “Tot nu toe werd er vanuit gegaan dat multiculturaliteit een harmoniemodel is, maar dat is niet zo. Uiteraard ben ik voor multiculturaliteit, het is de toekomst van onze stad. Maar je moet durven erkennen dat dat spanningen met zich meebrengt”, zegt Luckas Vander Taelen, auteur van het boek De Grote Verwarring. “We moeten over de gevolgen van culturele verschillen durven praten zonder dat we daarbij mensen uitsluiten. Een school is de enige plek waar je jongeren bij elkaar brengt buiten hun vrienden- en familiekring. Daar moet je jongeren een maatschappelijke opvoeding geven.”

Het gevaar van stigmatisering Wanneer we de 23-jarige marketeer Mustafa Chaoui spreken, blijkt al snel dat de islam zelf steeds meer wordt geviseerd. “De situatie wordt vaak veralgemeend, waardoor men de schuld op één bepaalde geloofsovertuiging afschuift. Islamieten moeten zich opeens excuseren voor de gruweldaden van IS. Die strijders hebben hun eigen visie, maar betrekken er onterecht de islam bij. Zij verbrodden eigenlijk de hele reputatie van onze ge-

loofsovertuiging terwijl de islam zulke onmenselijke terreuracties uiteraard niet steunt.” Veralgemenen is contraproductief als je een probleem echt wil aanpakken, zegt ook Vander Taelen. “Je moet durven erkennen dat er een probleem is en dat probleem vervolgens durven benoemen. Maar je kan nooit zeggen dat dat probleem eigen is aan een bepaalde geloofsovertuiging. Het gaat hier om onderhandelen. Je kan daarbij nooit eerst iemand gaan beledigen. Daarenboven bestaat een grote meerderheid van de moslimgemeenschap uit brave, sympathieke en vredelievende mensen die het absoluut niet fijn vinden dat hun zonen terroristen zijn geworden.” Ook Lleshi wijst op de effecten van stigmatisering: “Wanneer een blanke Belg de metro neemt en een tasje bij zich draagt, wordt hij nu eenmaal niet op dezelfde manier bekeken als een jongere die in de islam gelooft. Dat wordt in de hand gewerkt door media en politiek. Iedereen heeft angst en dat is niet anders voor de Brusselse jongeren. Ze worden geconfronteerd met sociaaleconomische problemen, zoals racisme en discriminatie, die daarenboven vaak niet erkend worden. Er is geen ruimte voor debat en ze komen nooit aan het woord. Het is meestal een blanke professor van zestig jaar die het mag komen uitleggen en die eigenlijk niets van hun wereld begrijpt.”

P. 3


Drempel te hoog? 47,5 MILJOEN SUBSIDIE, EN TOCH WERKT STUDENTENBEGELEIDING NIET

Door Beren de Vries en Jente Vandewijer | Foto’s: Jente Vandewijer

Veel studenten vinden de weg naar psychologische begeleiding op school niet. Nochtans trekt het ministerie van Onderwijs 47,5 miljoen euro uit voor het sociale beleid op hogescholen en universiteiten. Pedagoog Tom Smets beaamt dat er veel drempels zijn die het studenten bemoeilijken om de juiste hulp te vinden: “Het aanbod is zo groot en zo complex dat veel studenten zoek raken in het kluwen. De complexiteit verhoogt de drempel om hulp te zoeken”. Astrid (20) vreest dat ze ieder moment kan braken en niet snel genoeg het lokaal uit kan. Ze kan zich niet concentreren op het hoorcollege en kijkt enkel op de klok. Ze wil zo snel mogelijk weg. Jirki (22) wordt in het eerste semester van haar bachelor overmeesterd door stress en angst. Ze kan de studie niet aan, het is te zwaar. Celien (25) heeft zo veel angsten bij het plannen van haar studies dat ze alles uitstelt en zelfs niet naar examens gaat. Als ze niet met iemand was gaan praten, was ze er nu niet meer geweest. Ze zijn niet alleen. Veel studenten zijn niet snel geneigd te praten over persoonlijke problemen die het studeren in de weg staan. Hulpvoorzieningen en vertrouwenspersonen zijn aanwezig op scholen, maar studenten stappen toch eerder naar een huisarts en zoeken hulp buiten de school. Dat terwijl de hulp aangeboden via school juist toegankelijker is en vergoed wordt. Probleem is dat het CLB en de studentenvoorzieningen van jongeren met psychologische problemen of angsten verwachten dat ze zelf op hen afstappen en open over hun problemen praten. Ze hanteren een ‘laat de kinderen tot mij komen’-aanpak, merkt Wim Schramme (foto) op, studentenbegeleider aan de KU Leuven (Campus Antwerpen).

P. 4

Verdwaald in het kluwen Het schort in de eerste plaats aan de informatieverstrekking. Veel studenten weten niet dat de studentenbegeleider ook kan helpen met niet-schoolgerelateerde zaken. Ze durven geen contact op te nemen als het niet met de studies zelf te maken heeft. Anderen weten zelfs niet dat er zoiets als een ombudsman bestaat. Tom Smets, pedagoog met specialisatie in de sociale en psychologische problemen van jongeren, bevestigt dat de informatieverstrekking rond hulpverlening onvoldoende is: “Het aanbod is zo groot en zo complex dat veel studenten zoek raken in het kluwen. De complexiteit verhoogt de drempel om hulp te zoeken. Vanuit institutionele hoek zou er een meer gestroomlijnd overzicht kunnen worden opgesteld van waar studenten hulp kunnen vinden. Zoals betere informatiekanalen of brochures.”

Ik heb een schaamtegevoel om te zeggen dat ik naar een psychiater ga, want daar hangt toch een taboe aan vast. Dat beaamt ook Schramme: “De informatie naar studenten is heel belangrijk. Ik probeer mij zichtbaar te maken. De bedoeling is dat ze mijn gezicht zien en weten waar mijn deur staat.”


Yassine en Burak (19) studeren aan de Universiteit Antwerpen en hebben geen idee waar ze naartoe kunnen met problemen. Ze kennen de ombudspersoon niet en weten die ook niet via het leerplatform te bereiken. Met problemen zouden ze “gewoon naar boven gaan”, waarmee ze het secretariaat bedoelen. Bij KU Leuven worden studenten doorverwezen naar het gecentraliseerde psychotherapeutisch centrum. Zij hebben vaak lange wachttijden, en de stap naar buiten de faculteit verhoogt de drempel. Dat belemmerde Jirki om sneller hulp te zoeken voor haar faalangst.

Probleem van hoger uit De voorzieningen worden vanuit verschillende lagen van de Belgische overheid gestuurd. De Vlaamse overheid subsidieert CLB’s, centra voor leerlingenbegeleiding, die samenwerken met de lokale scholen. Bij hoger onderwijs wordt de studentenbegeleiding uitbesteed aan de individuele instellingen. Die worden gecontroleerd door regeringscommissarissen. Studentenvoorzieningen evolueerden van de Diensten voor Studie- en Beroepsoriëntering naar sociale en medische hulp voor studenten. Doorheen de jaren pasten ze zich aan de noden van de tijd aan. Het lijkt echter dat de overheid deze drukke, snel veranderende tijd niet langer kan bijbenen. Daar speelt de complexiteit de effectiviteit van het beleid parten. Patrick Willems van het Departement Onderwijs en Vorming van het Vlaamse ministerie: “De studentenvoorzieningen (stuvo’s) controleren de kwaliteit van de zorg zelf. Ook zitten de Vlaamse Hogeschool- en Universiteitsraden (VLHORA en VLIR) samen om te discussiëren over zaken als kwaliteit. Wij krijgen jaarlijks een verslag van de stuvo’s, maar wij doen jaarlijks geen rechtstreekse evaluatie. De manier waarop die stuvo’s aan ons, de

overheid, rapporteren, zou meer geüniformeerd moeten worden. Dat maakt het voor ons makkelijker ze te vergelijken en te zien wat goed is en beter kan. Als ze dat meer op elkaar afstemmen, wordt het voor ons mogelijk om zaken te verbeteren en te versnellen. De kwestie kan op de kaart worden gezet als instellingen en studentenvertegenwoordigers een voorstel doen naar de overheid.”

Maatschappelijk fenomeen “Ik heb een beetje een schaamtegevoel om te zeggen dat ik naar een psychiater ga, want daar hangt toch nog wel een taboe aan vast. Ik wou ook niet toegeven aan anderen dat ik problemen heb”, verhaalt Celien. Ook Astrid voelde zich onbegrepen door haar angsten: “Voor mij kwam het over alsof ik de enige was, niemand begreep mij, en niemand kon me helpen. Het is nog steeds een heel gesloten onderwerp. Als er opener over gesproken wordt, is de drempel om hulp te zoeken lager voor mensen.” Smets merkt dat de volledige hulpverlening in een sfeer van taboe gehuld is: “Veel mensen hebben schrik dat we zullen zeggen dat ze iets misdoen. Dat is een zeer archaisch beeld. Hulpverlening, psychologen en psychiaters zijn taboe. Veel mensen weten ook niet dat wij er zijn om hun vragen te verduidelijken.”

sen erover praten.” Volgens Schramme is het belangrijk dat er vertrouwen ontstaat. In een nieuwe omgeving met nieuwe mensen duurt dat even. Daardoor beginnen studenten pas later over problemen die ze al een tijd hebben. Ze lopen dan de hulp mis die ze al die tijd nodig hadden. Toch zijn er ook oplossingen voorhanden. Zo kunnen het internet en de sociale media een mogelijke oplossing bieden. “Het internet kan een grote rol spelen. Veel jongeren willen liever anoniem getuigen. Zo zou een app kunnen helpen om ervaringen te delen en info over de verschillende soorten hulpverlening te verstrekken.” Catarina (19) heeft via de website van de Universiteit Antwerpen een online cursus gevonden om haar faalangst te overwinnen. Yoshi, Li Ming, en Yilmaz (20) kennen de ombudspersoon niet, maar weten wel hoe ze die via Blackboard snel kunnen bereiken. De regering heeft hier geen specifiek beleid voor. “Studentenbegeleiding behoort tot de autonomie van de instellingen”, besluit Patrick Willems. “Vanuit het ministerie doen we niet speciaal stimulerende acties. Wij ontwerpen de wetten en regels. De gedetailleerde invulling daarvan doen wij niet.”

Vanuit het ministerie doen we geen speciale stimulerende acties. “Studenten zijn volop bezig hun identiteit te ontwikkelen. Stoer doen hoort ook bij identiteitsvorming, maar niemand is perfect. Toch willen ze dat laten uitschijnen. Initiatieven zoals Rode Neuzen Dag zijn dan goed om de hulpverlening meer naar het normale te brengen. Dan gaan men-

P. 5


Angst door een virtuele bril Door Joost van Beek en Ginette Thiellier | Beeld ‘café Westers’: CleVR | Foto’s: Joost van Beek en Ginette Thiellier

Virtual Reality wordt steeds populairder. Ook in de gezondheidszorg wordt er geëxperimenteerd met deze techniek. Het blijkt een goede manier om van je diepste angsten af te komen. Ik stap voorzichtig de bus in en kijk vluchtig over mijn schouder als de deuren met een sissend geluid sluiten. Het is druk, maar achterin vind ik een zitplek. Ik plof neer naast een man met een strakke kaaklijn. Hij staart me vol afgrijzen aan. Een aantal mensen kijkt achterom en werpt me een vuile blik toe. Om mij heen klinkt onverstaanbaar gefluister. Op een scherm verschijnt de mededeling dat er een verdacht pakketje is onderschept. Ik voel een vervelende druk op mijn neus.

De ochtendspits in Mijn neusvleugels ontspannen als ik even later de Virtual Reality-bril van mijn hoofd trek. Voor mij ronkt een logge computer. Ik zit in de behandelingskamer van Roos Pot-Kolder, promovenda aan de Vrije Universiteit Amsterdam en als psycholoog werkzaam bij het psychiatrisch instituut Parnassia in Den Haag. De laatste jaren verkende zij de mogelijkheden van Virtual Reality (VR) als behandelingsmethode voor mensen met een belemmerende angst in sociale situaties. “VR-therapie is eigenlijk het verlengde van exposuretherapie”, vertelt Pot-Kolder. “Met die methode confronteren we cliënten met hun angst. Zo leren ze omgaan met situaties die angstgevoelens oproepen. Door die gewenning ebt de angst op den duur weg.” Exposure-therapie werkt alleen bij re-

P. 6 gelmatige confrontatie met de angst.

Daar zit het grote voordeel van een virtuele confrontatie, want de bril kan elk moment worden op- en afgezet. “Als je al dertig keer in een virtuele bus hebt gezeten, is de stap naar een echte bus een stuk kleiner”, zegt Pot-Kolder. “We doen bewust aan overexposure.“

Virtueel doktertje Pot-Kolder doet onderzoek naar exposure in de virtuele wereld. Deelnemers betreden tijdens zestien sessies de virtuele bus of het virtuele café. “Stap nu naar buiten en de wereld is al anders dan vanochtend”, zeg Pot-Kolder. “Maar de virtuele wereld kunnen we manipuleren. Ik kan de situatie afstemmen per cliënt. In het begin van de behandeling is het rustig in de bus en kijken de avatars vriendelijk uit hun ogen. Later kan ik die spanning opvoeren door avatars toe te voegen en ze nare dingen te laten zeggen.”

Ik weet dat het niet echt was en toch voel ik me beledigd. De resultaten van het onderzoek zijn verbluffend. Dankzij VR ligt de drempel om de confrontatie met angsten aan te gaan een stuk lager. Hoewel de angst daadwerkelijk voelbaar is, zijn patiënten zich ervan bewust dat er in de virtuele wereld weinig te vrezen is. Pot-Kolder heeft desalniettemin nog wensen voor

de toekomst: “We willen de wereld nog verder kunnen manipuleren. De systemen moeten ook compacter, zodat cliënten thuis kunnen oefenen. Een aantal personen deed nu niet mee aan het onderzoek omdat er nog een busrit zit tussen de praktijk en hun woonplaats.’’ Virtual Reality-onderzoeker Willem-Paul Brinkman (TU Delft) heeft daar een oplossing voor: “De patiënt krijgt een laptop, hartslagmeter en VR-bril mee naar huis. In plaats van een therapeut die op afstand meeluistert, zal er in de toekomst ook een virtueel doktertje in de laptop meereizen. Die kan je door de behandeling heen helpen.’’

Kapitein van je eigen leven Virtual Reality bestaat ook als behandelingsmethode voor prestatieangst. Dana-Maria Faneker is al jarenlang thuiscoach. Met drie VR-apps kan ze cliënten confronteren met angsten, zoals podiumvrees, spreekangst en netwerkvrees. Die confrontatie zorgt voor gewenning. Een stap in de echte wereld is zo veel makkelijker gezet. Faneker: “Zo word je weer de kapitein van je eigen leven.’’ Ik probeer de app SpeechCenter. Ik moet een presentatie geven. Een stuk of tien mensen staren me aan. Ik heb geen idee waar ik het over heb, dus ik ben blij wanneer het voorbij is. Faneker onderwerpt me aan een vol-


BANG

Angst is van alle tijden. Al vanaf het ontstaan van de mensheid leven we in angst. Hoe complexer de samenleving, hoe complexer de verschillende angsten. Angst vormt dan ook een rode draad doorheen onze geschiedenis.

... voor het bovennatuurlijke

Vanaf het moment dat de mensheid gelooft in een hogere macht, gaat dat gepaard met angst. De vele offers die gemaakt werden om de goden gunstig te stemmen, zijn hier een bewijs van. Niet enkel het goddelijke is een bron van angst, maar ook buitenaardse wezens jagen ons schrik aan.

... voor ziektes

Ziektes hebben altijd al slachtoffers gemaakt. De grote pandemieën die doorheen onze geschiedenis geraasd hebben, te beginnen met de pest, boezemden dan ook veel angst in. Ook vandaag de dag zien we die angst nog steeds, denk maar aan ebola en het zikavirus.

... voor oorlogen en genocides gende app, BeFearless. Ik kom terecht in een klaslokaal. “Wat zou je willen veranderen aan je basisschooltijd?’’, vraagt de virtuele docent. Het voelt zo lang geleden dat ik niet verder kom dan: “Ik had liever moeten zijn tegen mijn moeder.’’ Als ik om me heen kijk, is de helft van de klas aan het gapen of met zijn hoofd aan het schudden. Het lijkt een slecht verhaal. Ook de app bevestigt mijn gefaalde presentatie. So close, try again.

We willen de wereld nog verder kunnen manipuleren. Ik doe mijn bril af. Ik weet dat het niet echt was en toch voel ik me beledigd. Brinkman heeft een verklaring. “Mensen zijn niet gek. Ze weten dat het niet echt is. Maar het is net het onbewuste gedeelte in je hersenen dat reageert op angststimuli. Op die manier kan ook een virtuele wereld je angstgevoelens oproepen.’’

Als er al iets als beangstigend wordt ervaren, zijn het wel oorlogen en de vele sterfgevallen die daarbij onvermijdelijk zijn. De Tweede Wereldoorlog en de vervolging van joden zijn daar het perfecte voorbeeld van. Maar ook de Armeense of de Rwandese genocide zijn zwarte bladzijden uit onze geschiedenis.

... voor de natuur

De ontembare natuur is altijd al een veroorzaker geweest van angst. Als bron van leven en voedsel kon je er maar beter goed voor zorgen, al was het maar om allesverwoestende natuurrampen te vermijden. Toch ontstond de klimaatangst pas begin 19de eeuw, toen wetenschappers ontdekten dat het niet goed ging met het klimaat en dat de mensheid de schuldige was.

... voor het onbekende en ‘het andere’

Vanaf het moment dat de mens meer mobiel werd en grotere afstanden kon overbruggen, kwamen verschillende culturen met elkaar in contact. Omdat de culturen tot dan toe onbekend waren voor elkaar, boezemde ‘het andere’ veel angst in. Een oplossing was dan ook muren bouwen om ongewenste elementen buiten te houden, zoals de Chinese Muur.

... voor terrorisme

De grootste angst van vandaag is de angst voor het terrorisme. Die angst voor onaangekondigde agressie bestaat al langer, maar nam sterk toe na de aanslagen van 9/11 in 2001 en de opkomst van Islamitische Staat in 2014. De willekeurigheid van terreur versterkt die angst verder.

P. 7 Door Bieke Strauven


DE 10 GEKSTE FOBIEEN

Door Elise Mans

ANATIDAEFOBIE

Die kleine kraaloogjes die je volgen op je ochtendwandeling door het stadspark kunnen al eens voor een onbehaaglijk gevoel zorgen, maar mensen die lijden aan anatidaefobie leven dagelijks met de angst om door een eend in de gaten te worden gehouden.

Angst: iedereen heeft er wel genlijk? Wij vroegen het aan ven. “Angst is in feite een no bedreiging in de omgeving. omdat het je helpt te anticip Door Ruth Hamels en Lisa Huberts Foto’s: Ruth Hamels

COULROFOBIE

Iemand die lijdt aan coulrofobie is als de dood voor clowns. Bekende acteurs zoals Johnny Depp en Daniel Radcliffe kampen ook met coulrofobie.

DORAFOBIE

Niet te verwarren met het Mexicaanse meisje op Nickelodeon; dorafobie is de angst voor de huid of vacht van dieren.

A

GENIOFOBIE

Iemand die aan geniofobie lijdt, vindt kinnen het engste wat er is. De kin van iemand anders is natuurlijk makkelijker om te ontwijken dan die van jezelf.

HEXAKOSIOIHEXEKONTAHEXAFOBIE

Een hele mond vol, deze angst voor het getal 666. Het getal 666 wordt in de Bijbel aangeduid als het getal dat de antichrist zal ontmaskeren en wordt geassocieerd met de duivel. Vooral christenen jaagt het cijfer 666 de stuipen op het lijf. Zelfs president Ronald Reagan bleef er niet onbewogen onder. Wanneer hij samen met zijn vrouw naar Bel Air verhuisde liet hij zijn huisnummer veranderen van 666 naar 668 St. Cloud Road.

ITHYPHALLOFOBIE

Zowel mannen als vrouwen kunnen last hebben van deze fobie; het is de angst voor het zien, voelen of krijgen van een erectie.

MACROFOBIE

Angst om lang te wachten, dat kan een probleem vormen wanneer je in België de trein wil nemen.

1. Subjectief gevoel Het gevoel van angst, met de drang om te vechten, te vluchten of niet op te vallen.

NOVERCAFOBIE

Sneeuwwitje of Assepoester waren niet de enigen. Angst voor boze stiefmoeders bestaat ook buiten het Disney-universum.

THAASOFOBIE

Word je dan nooit moe van altijd recht te staan? Wie thaasofobie heeft, is bang om te gaan zitten.

VENUSTRAFOBIE P. 8

De angst voor mooie vrouwen, of nog de reden waarom je crush je niet ziet zitten. Het ligt niet aan jou.

2. Gedachteverandering

Je bent in gedachten enkel nog be het dreigende gevaar.


eens last van, maar wat is het eipsychologe Marlies Van Kerckhoormale reactie op een gevoel van Angstig zijn kan ook nut hebben, peren op mogelijk gevaar.”

Robert – “Met lege handen voor God komen staan. Dat mijn leven niet vruchtbaar genoeg is geweest, dat ik me niet genoeg heb ingezet voor anderen.”

ANGST

ezig met

W AT I S J O UW G R O O TSTE AN G ST?

Dady – “Aanslagen en terreur, dat is waarvoor ik bang ben. Je weet niet op welke dag, wanneer, op welke plaats iets kan gebeuren. Het is moeilijk vandaag de dag, want je leeft met angst.”

(volgens de psychologie)

4. Verhoogde motorische activiteit De drang om weg te lopen of hulp te roepen.

Ihsane – “Mijn grootste angst is mezelf niet kunnen zijn. Ik heb schrik dat mensen dat willen verstoren of daartussen willen komen. Ik vind het jammer om te zien dat bepaalde mensen zichzelf verliezen.”

3. Lichamelijke reactie Zweten, een snellere hartslag of ademhaling en verhoogde bloeddruk.

Taimur – “Op een gruwelijke manier sterven. Dat je bijvoorbeeld op een feestje wordt aangevallen door dronken mensen die wapens bij zich hebben. Ik heb het nog niet meegemaakt, maar ik heb veel video’s gezien. Sindsdien ben ik altijd op mijn hoede.”

P. 9


“Zonder angst zou het leven als saai, rechtlijnig en vlak ervaren worden.” Door Isabelle Van Orshaegen en Marian Van Sprakelaar | Foto: © Liesbeth Knaeps

Angst is een slechte raadgever. Het is een populaire uitspraak. Maar is dat eigenlijk wel zo? Of kan angst ook tot iets positiefs leiden? “Angst is een natuurlijke emotie en is een hele normale reactie op gevaar. Het is een signaal dat ervoor zorgt dat je lichaam in beweging komt om gevaar te bestrijden of om te vluchten”. Aan het woord is Koen Schruers, psychiater aan de Universiteit van Maastricht: “We maken er zelf iets negatiefs van.”

Ongrijpbaar Angst kan, hoe gek het ook klinkt, verrijkend zijn. “Het kan gevoelens, emoties, dromen en gedachten met zich mee brengen die bijdragen aan een rijker emotioneel leven”, vertelt Leslie Hodge, psycholoog en auteur van het boek Verborgen Kopzorgen. “Zonder angst zou het leven als saai, rechtlijnig en vlak ervaren worden.” Situaties die als moeilijk of dreigend overkomen, moet je aanpakken adviseert Schruers. “Je moet dat gradueel op je eigen tempo doen”, voegt Hodge toe. “Als je één keer de stap hebt gezet om de confrontatie aan te gaan, moet je dat blijven doen. Dan merk je dat de angst steeds minder wordt.”

IN DE PRAKTIJK Op het eerste gezicht is er niets te zien aan Anna en Sophie. Toch werd hun leven beheerst door een angststoornis. Hoewel dat een zware periode voor hen was, hebben ze dankzij hun angststoornis hun leven veranderd.

P. 10

Sophie is modeontwerpster en heeft een eigen plantenbedrijf. Ze is creatief en ondernemend, ook al kampt ze vanaf jonge leeftijd met faalangst. “Op het einde van mijn studie Fashion Design kreeg ik er steeds meer last van. Na mijn afstuderen kreeg ik de kans om mee te doen aan de Amsterdam Fashion Week. Dat wilde ik graag heel goed doen en ik werd steeds meer perfectionistisch. Ik was bang om te falen, dat het niet goed genoeg zou zijn. Op een gegeven moment werd haast alles me teveel en wilde ik alleen maar in bed liggen. Dat was vluchtgedrag waardoor mijn angsten alleen maar groter werden.”

Door mijn paniekstoornis heb ik moeilijke keuzes gemaakt. Sophie’s faalangst zorgde er uiteindelijk voor dat ze een burn-out ontwikkelde. Daardoor kon ze een tijdje helemaal niets meer en had ze nergens nog plezier in. “Maar dat heeft er ook voor gezorgd dat ik de tijd nam om stil te staan en na te denken over wat ik wilde halen uit het leven”, vertelt Sophie. “Ik ben opnieuw gaan ontwerpen, alleen ditmaal op mijn eigen manier. Zonder modeshows, die die ik ervaar als grote, lege gebeurtenissen waarbij niemand aandacht heeft voor de collectie en het verhaal. Ik pak het nu veel kleiner aan en focus me op dingen die ik leuk vind. Mijn faalangst zit zo ingebakken dat ik soms weer tegen dezelfde dingen aanloop. Maar nu herken ik de signalen en weet ik dat ik het anders moet aanpakken.”

Anna’s angststoornis kwam niet meteen aan het licht. “Ik was futloos, had warmte-aanvallen en was vaak duizelig. Ik dacht dat het gewoon een griepje was.” Na verschillende doktersbezoeken bleken de symptomen niet lichamelijk. “Ik was lichamelijk kerngezond, maar de klachten werden alleen maar erger. Ik begon te hyperventileren en kon slechts twee tot drie uur slapen. Ik wilde niet graag alleen zijn of activiteiten buitenshuis doen.” Een paniekstoornis bleek de oorzaak. Uiteindelijk kwam Anna op de crisisdienst terecht, waar ze geholpen werd om zowel fysiek als mentaal beter te worden. “Tijdens gesprekken met de psycholoog kwam ik tot het besef dat ik over mijn schaamte heen moest stappen en de moed moest vinden om mijn leven terug op te bouwen. De paniekaanvallen bleven komen, maar ik merkte dat het na een tijd afnam. Wanneer ik me weer angstig begon te voelen, kon ik er telkens beter mee om.” “Door mijn paniekstoornis heb ik moeilijke keuzes gemaakt. Het was tijd om mijn leven en carrière te veranderen. Met een oud-collega ben ik een bedrijf in jams en chutneys gestart. Die uitdaging en het feit dat ik mijn eigen baas ben, heeft ervoor gezorgd dat ik weer een gevoel van controle heb. Ik heb geleerd dat je uit een diep dal toch kan opklimmen naar iets moois.”


Vluchten van de angst

Door Sara Sels en Hanne Van Looveren Foto’s: Hanne Van Looveren, Julia Villanueva

In maart 2016 registreerde de Dienst Vreemdelingenzaken 1.374 asielzoekers in België. Op de vlucht voor de dood laten ze hun thuis, vrienden en familie achter. Maar niet hun angst. De Syrische vluchteling Osama Abo Amro vond een uitlaatklep in het theater. Met het stuk Dying for life brengt hij zijn angst en die van andere vluchtelingen over op het publiek. Maar hoe zit het met kinderen? Hoe en waar vinden zij een uitlaatklep? Julia Villanueva, klinisch psychologe bij de vereniging Solentra, begeleidt minderjarigen in het omgaan met angst en trauma.

Tien maanden geleden kwam je aan in België. Hoe verliep de reis van Aleppo naar Antwerpen? “We waren gelukkig dat we de oorlog in Syrië achter ons konden laten. Het was een harde reis, maar we waren blij bij elke grens die we overstaken. Tegelijkertijd konden we ook bij elke grens gestopt of teruggestuurd worden. Niet voor iedereen betekende die reis het ontvluchten van de dood. Mijn broer heeft het einde van de reis niet gehaald.”

Hoe verliep je leven in Syrië? Waarom moest je er weg? “Het is verschrikkelijk om in Syrië te blijven. Je ziet elke dag vrienden en familie voor je ogen sterven. Alle plekken waar ik vroeger naartoe ging, zijn vernield. Je kan niks meer voor de mensen doen en moet zelf echt weggaan om te overleven.”

Waarom ben je naar België gekomen? “Omdat ik gehoord had dat België het eerste land was dat een systeem had voor gezinshereniging en dat je hier het snelst papieren kon krijgen. Dat was dus niet zo. Het duurt hier zelfs langer dan in de meeste andere landen. Mijn papieren zijn nu wel in orde, maar mijn vrouw en dochter kunnen nog steeds niet naar hier komen. De overheid wil papieren zien die bewijzen dat zij echt mijn vrouw en dochter zijn. Het probleem is echter dat die papieren nog in Syrië zijn en ik kan niet gewoon terug om die papieren te halen.”

Wat waren de grootste angsten die je in Syrië had? “De angst om te sterven. Ik was bang van alles, de Syrische overheid, IS en nog vele andere groeperingen. Maar ook nu ben ik nog bang. Niet om terug naar Syrië te moeten, want mijn papieren zijn in orde, wel voor de toekomst hier, of mensen me hier zullen accepteren, of ik ooit mijn carrière terug zal kunnen opstarten, of ik de taal ooit zal beheersen. Ik ben ook bang voor mijn familie, of ik ze zal terugzien en wanneer. Er zijn zoveel dingen om bang voor te zijn, maar ik kan niet op alles tegelijk focussen. Ik neem het stap voor stap.”

Zijn er problemen bij vluchtelingen die je regelmatig ziet terugkomen en waarbij je kan spreken van een trauma? “De gesignaleerde gedragsproblematiek wordt al snel aan een trauma toegeschreven. Maar een traumatische ervaring is zelden de enige verklaring voor de psychosociale problemen van het kind. Zo leidt het migratieproces waarbij het kind en het gezin in een andere omgeving terechtkomen vaak tot ontworteling. Gaat papa plots niet meer werken, kan hij geen brood meer op tafel brengen en is hij afhankelijk van opvangcentra, waardoor hij niet meer de volle verantwoordelijkheid voor het gezin kan dragen. Dan valt het evenwicht weg en moet elk gezinslid zichzelf heruitvinden, wat heel wat spanning en angst met zich meebrengt. De manier waarop ouders met de migratie en hun vlucht omgaan, heeft grote repercussies op het kind. Het kind ervaart de spanning waarmee de ouders kampen, waardoor het beeld van een beschermende ouder die de wereld aankan wegvalt. Dat kan zich manifesteren als een algemeen gevoel van angst of als selectief mutisme, een specifieke vorm van angst waarbij het kind in vreemde sociale situaties niet spreekt terwijl het de taal wel machtig is. Een vroege detectie van het probleem is daarbij van groot belang. Bij een traumatische gebeurtenis is angst een normale reactie op een abnormale gebeurtenis. Trauma heeft ook een natuurlijke genezing nodig, angst maakt daar deel van uit.”

P. 11


De dunne lijn tussen interesse en obsessie Door Tess Van Linden en Thomas Bell

In Duitsland bestaan er aparte parkeerplaatsen voor vrouwen, dichtbij de ingang van het gebouw en in het zicht van de garagebewaker of van de veiligheidscamera’s. Na de massale verkrachtingen in Keulen worden er voor vrouwen en kinderen aparte treinwagons voorzien. Een verregaande vorm van sociale segregatie? Mannelijke aandacht blijft vaak ‘onschuldig’, maar escalatie kan desastreuze gevolgen hebben. In extreme gevallen leidt het zelfs tot aanranding en stalking. “Blote benen? Uitdager!”, “Prachtig kontje!”, “Jou zou ik wel eens doen!”. Het zijn maar enkele uitdrukkingen die vrouwen dagelijks naar het hoofd geslingerd krijgen. Zo ook Sarah (26): “Natuurlijk is het niet oké als een wildvreemde me zulke zaken toeroept. Maar ik probeer er zo weinig mogelijk aandacht aan te geven.” Ook Nomida (19) en Deborah (20) storen zich er aan. Toch negeren ze het zoveel mogelijk. “Wat kun je er tegen doen?” Waarom zoveel vrouwen seksistische opmerkingen en soms zelfs aanrakingen van mannen op straat bagatelliseren? “Ze doen dat om zichzelf gerust te stellen. Soms voelen vrouwen zich niet vrij om te laten merken dat ze iets niet oké vinden. Ze zijn bang dat mannen agressief zullen reageren. Ze denken dat het om ‘onschuldige’ opmerkingen gaat, die een confrontatie niet waard zijn”, verklaart psycholoog Herman Dierickx. Aline (18) werd betast door een oudere man op straat en is dat gaan aangeven bij de politie. De man hebben ze nooit gevonden. Aline was dapper, want de meesten durven geen klacht in te dienen. Uit officieel cijfermateriaal blijkt namelijk dat 90% van de gevallen met betrekking tot seksueel geweld niet worden aangegeven. Maar wat doe je als iemand je herhaaldelijk blijft lastigvallen? Wat als iemand je jarenlang begint te stalken? Het overkwam een vrouw, die onder de schuilnaam Lien haar verhaal wil doen.

P. 12

Massastalken “Ik heb hem ontmoet na mijn eerste schooldag op de universiteit in Eindhoven. Ik stond te wachten op de trein en was in een foldertje van de universiteit aan het bladeren. Hij zag een opening.” Lien studeert momenteel in Leuven. Drie jaar lang werd ze achtervolgd en lastiggevallen door een man die ze op de trein in Nederland had leren kennen. Ze was pas afgestudeerd aan de middelbare school en klaar voor een nieuw avontuur bij onze noorderburen. Dat nam echter een heel andere wending.

Hoewel er nog mensen waren, was er niemand die reageerde toen de man me lastigviel. “Niemand van mijn vrienden studeerde in Eindhoven, dus was ik vaak alleen. Het leek of hij de momenten waarop ik afgezonderd was ook opzocht. Zo volgde hij me een keer van de winkel tot op de trein. Hoewel er nog andere mensen op de trein zaten, was er niemand die reageerde toen duidelijk werd dat de man me lastig viel. Ook niet toen ik tegen hem begon te roepen dat hij me met rust moest laten. Dat is net het enge. Het besef dat je alleen bent, ook al zijn er andere mensen in de buurt. Zij beseften niet dat ik me op dat moment in een heel bedreigende situatie bevond.” Nadat Lien de man een bericht had gestuurd dat ze bij het volgende contact

naar de politie zou stappen, hield het stalken even op. Ze was het incident al bijna vergeten, toen ze de man opeens opnieuw zag, een jaar later, in Leuven. Hij was haar over de Belgisch-Nederlandse grens heen gevolgd, verscheen vanaf dat moment op feestjes, op straat, op een festival en deed telkens uitermate zijn best om met haar in contact te komen, ondanks haar herhaaldelijke vraag haar met rust te laten. Soms draaide hij de rollen zelfs om. “Ik was aan het uitgaan in Leuven toen hij naar me toe kwam en me verontwaardigd vroeg om hem eens eindelijk met rust te laten. Ik stond perplex. Toch wilde ik op dat moment nog niet naar de politie stappen. Het kon nog toeval zijn. Maar toen ik hem op dat festival zag, wist ik dat het kwaad opzet was.” Na twee jaar besloot Lien hulp te zoeken. Eerst contacteerde ze een vertrouwenspersoon aan de KU Leuven, die haar vertelde dat er al eerder soortgelijke klachten tegen de man waren neergelegd. Die volgde op dat moment zoveel mensen tegelijkertijd, dat hij zelfs een boekje moest bijhouden als geheugensteun. Daarin stond opgeschreven waar iemand zich op een bepaald moment zou bevinden. “Ik was zo bang dat de politie me niet zou willen helpen omdat de man me nooit echt heeft aangerand. Toch hebben ze wel naar me geluisterd.” Uiteindelijk legde Lien bij de lokale politie in Leuven een klacht neer tegen haar stalker. Hij werd opgepakt, verhoord en


kreeg een voorwaardelijke straf opgelegd. Vijf jaar lang mag hij geen contact zoeken met Lien. Verder is hij voor een bepaalde tijd verbannen uit Leuven en krijgt hij verplicht psychologische bijstand. Een teleurstellend verdict, vindt Lien, zeker omdat het niet de eerste keer is dat hij voor die feiten werd opgepakt. Lien heeft sindsdien moeite met vertrouwen. “Ik was bang wanneer iemand me aansprak op openbare plaatsen. Ook op café gaan met vrienden was heel vermoeiend. Ik wilde altijd met mijn rug tegen de muur staan om er zeker van te zijn dat ik iedereen kon zien binnen- en buitengaan.” Ondertussen gaat het beter. “Ik voel me terug veilig wanneer ik alleen over straat loop. Maar toch zijn er nog momenten waarop dat moeilijk is.” “Voor de slachtoffers van stalking en aanranding is het heel belangrijk dat ze daarin erkend worden door hun omgeving”, bevestigt Dierickx. “Het is niet evident om dat te verwerken. Het is van groot belang dat de slachtoffers erover praten en ermee naar buiten komen.”

Van anonieme berichtjes tot poging tot doodslag Lien kon op veel steun rekenen van vrienden en familie, hoewel er ook enkelingen waren die vonden dat ze zich druk maakte om niets: er is toch nooit echt iets gebeurd? Dat stalken kan escaleren, weet Nele V. (40) maar al te goed. In haar geval begon het met anonieme berichtjes

waarin stond dat één van haar kinderen misbruikt werd door haar nicht. Een valse beschuldiging. Tot vier keer toe werd haar auto gevandaliseerd. Ook vond ze stoelgang in haar tuin. Na de diefstal van dure koersfietsen belde ze de politie. De fietsen werden nooit teruggevonden en ze kreeg het advies een hond in huis te nemen of een alarm te installeren. Een advies dat ze opvolgde, maar dat niet mocht baten.

Ze dreigden ermee me te verkrachten en te vermoorden. “Ik bleef berichtjes krijgen die me onder andere beschuldigden van zwartwerk en vreemdgaan.” Nele vermoedt dat er meerdere personen bij betrokken zijn. “Ze dreigden ermee me te verkrachten en te vermoorden. Ook mijn kinderen worden bedreigd. Ze weten op elk moment waar ik ben en wat ik doe. Ook krijg ik anonieme telefoontjes. De beller legt meteen weer op.” Van telefoonnummer veranderen is geen optie: Nele is zelfstandige. Haar nummer is dus altijd te vinden. Anonieme oproepen negeren kan evenmin: veel leveranciers bellen met een anoniem nummer. De politie kan de berichtjes en de bellers niet traceren. “Ze veranderen elke keer van nummer en geven elke keer een andere naam op.” De doodsbedreigingen werden op een bepaald moment ook werkelijkheid.

Op een avond werd ze achtervolgd door drie auto’s die haar van de weg probeerden te rijden. Ze kwam er zonder schrammen vanaf en kon één van haar belagers identificeren. Die persoon werd opgepakt en verhoord, maar nadien weer vrijgelaten. “Dat is ondertussen al vier jaar aan de gang. En de politie doet niets. Ik reik ze al het bewijs aan dat ze nodig hebben, maar er komt geen schot in de zaak. Ik ben radeloos.” “Het is zo vermoeiend om dat elke keer weer aan te geven. Op het politiekantoor zeggen ze me dat ik er niet meer mee moet langskomen. Ik probeer er na vier jaar mijn leven niet meer door te laten leiden. Ik kijk zelfs niet meer door mijn achterruit.”

Een falend systeem Het idee dat de politie elke zaak tot een goed einde brengt, over ongelimiteerde middelen beschikt en zich in een specifiek dossier vastbijt, is een indruk die vooral opgewekt wordt door televisieseries als Witse en Code 37. De realiteit is anders. In België bestaat er geen aparte dienst die zich concentreert op stalking. Dat de politie onderbemand is, is ook een publiek geheim. De politie wenste geen commentaar te geven op de manier waarop het onderzoek gevoerd wordt, maar geeft de tip om vooral zelf geen contact op te nemen met de stalker en altijd zelf bewijzen te blijven verzamelen.

P. 13


Slapende Angst Lorem ipsum Door Ruth Hamels en Lisa Huberts | Foto: Ruth Hamels

dolor sit amet

Roerloos lig je in bed. Vanuit je ooghoek zie je een donkere gedaante opdoemen. Je voelt angst, probeert recht te staan, weg te lopen. Maar dat lukt niet. Je bent verlamd, het is onmogelijk om terug te vechten. Net voor het ergste kan gebeuren, verdwijnt de schim weer. Neen, dit is geen auteur | illustratie horrorfilm, maar slaapverlamming. Een aandoening waarmee 25 tot 30% van de mensen minx stens één keer in zijn leven te maken krijgt. Dat kan Beatrice* (23) bevestigen. De Antwerpse heeft het inmiddels drie keer meegemaakt. Zo’n anderhalf jaar geleden lag ze voor het eerst verlamd in bed, terwijl ze dacht dat er ingebroken werd in haar appartement. “Ik maakte bewust mee hoe mijn vriend naar school vertrok, wilde nog iets zeggen, maar kon niet spreken. Daarna hallucineerde ik dat er iemand aan het inbreken was. Ik wilde mijn vriend roepen, maar die was er niet meer. In die verlammingsfase vraag je jezelf af of je echt wakker bent of niet. Wanneer je dan ontwaakt, is dat heel eng. Je weet niet meer of dingen echt gebeurd zijn. Ik was enorm in paniek.”

Tussen dromen en waken

P. 14

“Slaapverlamming is een toestand waarbij mensen na het ontwaken merken dat ze wel wakker zijn, maar dat ze zich gedurende enkele seconden, soms zelfs een minuut, niet kunnen bewegen. Ze hebben het gevoel dat ze op dat moment niet goed kunnen ademen of spreken. Dat is heel beangstigend, maar verdwijnt vrij snel”, licht Ilse De Volder van het Slaapcentrum van het UZA toe. Zo’n verlamming is niet abnormaal, maar komt meestal enkel voor tijdens de REM-slaap oftewel droomslaap. Verlamde spieren zijn in die fase noodzakelijk om te voorkomen dat je tijdens je slaap handelingen begint uit te voeren. “Problematisch wordt het

echter wanneer mensen gefragmenteerd beginnen wakker worden. Ze krijgen dan hun bewustzijn terug, maar de spierafschakeling is nog niet ongedaan gemaakt”, merkt dr. De Volder op. Dr. Paul Louis van de Eenheid voor Slaap

Regelmatig voel je de aanwezigheid van een indringer of iets kwaadaardigs, vergezeld van een stem. van AZ Monica Antwerpen sluit zich daarbij aan. “Je kan nog met je ogen bewegen, maar geen gerichte arm- of beenbewegingen uitvoeren. De slaapverlamming treedt meestal ’s morgens op. In feite is de patiënt op dat moment niet echt wakker, maar beleeft hij een droom.”

Hallucinaties Sommige mensen krijgen tijdens de verlamming last van hallucinaties, zoals Beatrice die een inbreker dacht te zien. “Die hallucinaties zijn heel levendige droombeelden”, legt dokter De Volder uit. “Dat is heel vervelend, en soms erg griezelig.” Wat regelmatig voorkomt, is het voelen van de aanwezigheid van een indringer of iets kwaadaardigs, soms vergezeld door een stem. Hoe vaker het gebeurt, hoe meer je eraan

gewend raakt. “Meestal kan de patient gerust gesteld worden wanneer hij weet dat het spontaan voorbij gaat en dat het ook geen ernstige ziekte is”, verklaart dr. Louis. Erger wordt het wanneer de angst nog dagen nadien blijft voortduren. “De nacht na een aanval durf ik niet te slapen”, zegt Beatrice. “De laatste keer dat ik het had, ben ik de volgende dag tot vier uur ’s nachts wakker gebleven uit angst dat het opnieuw zou gebeuren.”

Behandelen of niet? Hoewel slaapverlamming te behandelen is, kiezen zowel dr. Louis als dr. De Volder er meestal voor om dat niet te doen. “Bij een geïsoleerd, zeldzaam geval van slaapverlamming is de enige behandeling op tijd te gaan slapen”, vertelt dr. Louis. Ilse De Volder besluit: “Een behandeling zou betekenen dat je elke dag medicatie moet nemen voor een verschijnsel dat maar zelden voorkomt. Als er toch een reden is voor medicatie zou je moeten kiezen voor antidepressiva. Die beïnvloeden namelijk de droomslaap en het is die droomslaap die voortduurt bij het ontwaken. Ondanks de angst die je ervaart, is slaapverlamming doorgaans een onschuldig fenomeen.” * schuilnaam


COLUMN

Bang voor het leven Door Beren de Vries | Foto: Jente Vandewijer De familie was heel enthousiast over me, maar ik keek bang uit mijn ogen. Mijn vader zag het en pakte me vast. Daar werd ik rustig van. De eerste schooldag op de basisschool liep ik met hem naar de deur. Ik klampte me vast aan zijn been. Hij bracht me een keer naar de dokter. Die vroeg of we binnenkort iets nieuws gingen doen, ergens heen gingen. Dat was het. Nieuwe situaties, nieuwe mensen, dan krijg ik spanning. Ik wist dat zelf alleen nog niet. Ik vond het eng om op kamers te gaan, maar kon het gevoel niet plaatsen en zei niks. Mijn huisgenoot, een jongvolwassen vent met een stoornis, noemde me ‘pikkie’. Op een paar vierkante meter woonde ik met hem samen, met dunne muurtjes. Op een avond lag ik bijna te slapen en deed hij met een vriend ongevraagd mijn deur open om naar me te kijken. Even later zei hij tegen die vriend: “als je homo bent, moet je hiernaast zijn, want dit is echt een boytoy”. Ik heb me nooit echt gepest gevoeld tot ik op kamers ging. Na het eerste jaar van mijn opleiding dacht ik: “Is dit studeren? Eitje”. Niemand vertelde me dat het in de volgende jaren pittiger werd. Ik verwachtte niet dat ik het moeilijk ging krijgen. Ik had nooit om hulp gevraagd bij mijn huiswerk en zag dat niet als optie. Met mijn boodschappen liep ik de trap op tot ik niet meer kon lopen of staan. Ik moest zitten en verschrikkelijk huilen en schreeuwen. Ik wist niet waarom, maar kon het niet tegenhouden. Op mijn kamer kreeg ik aanvallen waarbij mijn ledematen alle kanten opgingen. Ik moest huilen tot er geen vocht meer in mijn lijf zat, en schreeuwen; zo diep, hard en lang dat mijn nieuwe huisgenoot het wel gemerkt moest hebben, maar hij zei en deed niks. Ik kon de aanvallen niet stoppen, ze moesten vanzelf overgaan. Ze konden een half uur tot drie kwartier duren en ik had ze regelmatig. Ik vertelde niets aan mijn ouders of vrienden. Na een aanval ging ik weer door met studeren. Ik was opeens doodsbang om naar college te gaan. Door vrees kon ik soms helemaal

bevriezen. Ik had het gevoel alsof ik leeg was; niks meer dan een verzameling botten en spierweefsel. Ik keek in de spiegel en zag een gezicht. Ik wist niet meer wie ik was, waar ik was. Ik was nergens meer zeker van en bang voor alles. Iedereen in mijn buurt was een bedreiging. Ik zocht en vond psychologische hulp, maar er bleek niet echt iets aan de hand te zijn. Ik was gewoon bang. Als ik wist hoe ik mijn angst moest uiten en delen, was het heel anders gelopen. Als ik er soms aan denk, krijg ik meer pijn en verdriet dan ik kan verdragen. Dat heet een trauma, geloof ik. Ze zeggen dat de studententijd de leukste tijd van je leven is en ik ging daarin geloven. Niemand vertelt je of waarschuwt ervoor dat veranderingen heftig kunnen zijn, dat het belangrijk is naar je gevoel te luisteren en daarover te praten. Anders gaat het niet goed. Over mijn angst praten is net zo spannend en eng als uit de kast komen. Tegen mijn ouders durf ik het te zeggen, maar tegen de wereld? Het is een enorme blootstelling, maar zolang je er niet open over bent, gaat het aan je knagen. Je leven gaat dan een kant op waar je doodongelukkig van wordt. Angst is niet zichtbaar, maar het bepaalt veel. Ik vind het niet gek dat zelfmoord en depressie toeneemt onder jongeren. Er wordt zo gigantisch veel druk op studenten gezet. We moeten presteren en presteren op het hoogste niveau. En als we hulp nodig hebben,moeten we die zelf zoeken, aanvragen of onderzoeken. We worden gepusht, maar niet goed opgevangen. Ik vind nieuwe situaties met nieuwe mensen nog altijd spannend. Ik vind het doodeng om te gaan werken. Ik kan nog altijd erg schrikken van onverwachte dingen en heb nog steeds af en toe stuiptrekkingen. Ik zal een manier moeten vinden om er mee te leven. Ik wou gewoon dat iemand het aan me kon zien en met me erover sprak. Bang zijn is al niet leuk. En ik wil geen dokters die me proberen te diagnosticeren of pillen voorschrijven. Ik wou dat elke dag iemand mij gewoon een knuffel gaf, een echte, en zei: je hoeft niet bang te zijn.

P. 15


Glenn Aerts & Melissa Van Ostaeyen

en

kn i j p

eDen dmens is altijd dol geweest op seks – hoe was u

er anders gekomen? – en begon al heel lang geleden met het fabriceren van hulpmiddeltjes.

zo

e ke n d

h ebben m e bi j mijn kn ie e

n

in g e wa nd n e

en

d e o g l e e p s (St)oud Prehistorische porno

Voorlopig is dit twintig centimeter lange exemplaar van gepolijste steen uit de Hohle Felsgrotten met zijn 26 à 28.000 jaar de oudst bekende dildo.

ta s

te n

Geile Grieken

d

De oude Griekse dildo’s of olisbos, waren van hout, steen of leer. Om hun olisbos in te vetten gebruikten ze olijfolie, de basis van uw sladressing.

ie to td a t er n

Bronstige Chinezen

ed ed og en

Tijdens de Chinese Han-dynastie staken dienstmeiden al eens een handje – of beter een dildotje toe om de vrouw(en) des huizes te bevredigen.

Vrouwen met ballen

m

zon

d

Melk spuiten

ts

ov

er

Als de geisha deze twee holle balletjes met een gewichtje in haar vagina stopt, traint ze niet alleen haar bekkenbodemspieren, maar brengt ze ook menig man in extase.

er

Eva’s dildo

d o or

Deze 35.000 jaar oude rondborstige dame van mammoetslagtand is het oudst bekende seksobject.

bli

In de 17de en 18de eeuw waren er ivoren, zilveren en glazen dildo’s die men kon vullen met warm water of melk. Het speeltje kwam daardoor aangenaam op temperatuur en ejaculeerde op zijn manier.

jft

Bl o e d d o o rl o p e n o g e n

De eerste vibrators eind 19de eeuw leken meer op handboren, haardrogers en eierkloppers. Ze luisterden naar weinig opwindende namen als Rolling Pin Heat Massager of Vibrosage.

Elise Mans

De toekomst

ge hul s dan een l e

Vreselijke vibrators

Wat dacht u van Mojowijo, waarbij je op lange afstand met de Wii-afstandbediening de vibrator van je spelpartner kan bedienen? Of van teledildonics, waarbij de bewegingen via computer worden overgebracht? Tenga werkt aan een systeem voor CGI-porno. Met behulp van een virtual reality-bril kan je oog in oog staan met een anime-bedpartner. Voor wie het liever wat minder extreem heeft, is er Frebble, een apparaatje dat mensen in staat stelt om handen vast te houden vanop afstand.

KU Leuven in Antwerpen.

Ook voor een master in de journalistiek KU Leuven, Campus Sint-Andries Antwerpen www.arts.kuleuven.be/antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.