Pieter.05

Page 1

Pieter. 05

Jaargang 05 | 2023 MAGAZINE OVER DE PIETERSKERK LEIDEN

We zijn nog steeds trots op de restauratie van de Pieterskerk in Leiden. Een fantastische restauratie!

36 'Dat heertje met zijn witte das'

40 'Iedereen weet het gewoon: ik ben gek van de Pieterskerk'

44 Oekraïense vluchtelingen welkom in de Pieterskerk Leiden

46 Het Stedelijk Gymnasium en de Pieterskerk Leiden

48 1572: Kanteljaar inde geschiedenis van de Pieterskerk

52 Een andere kijk op de wereld

56 De Pieterskerk Leiden als leerbedrijf

58 Verborgen Schatten

60 Column: De Pieterskerk Leiden

50 jaar geleden

kijk op de wereld

Colofon.

Redactie

Ward Hoskens en Margot van Laar

De Pieterskerk Leiden staat graag stil bij de zeer gewaardeerde jarenlange bijdragen van Marianne Veltkamp aan de Vriendenmagazines, na haar plotselinge overlijden in de zomer van 2022.

Gastauteur

Johan Visser

Eindredactie

Frieke Hurkmans

Fotografen

Arjen Veldt, Claudia Claas, Mike van Bemmelen, Monique Shaw en Veronie Rouschop

Vormgeving

Valetti, Claudia Claas

Drukwerk

Drukkerij Van der Linden

Oplage

1500 exemplaren. Verzending door Promail

Donateur worden

Wilt u Vriend of Steunpilaar worden van de Pieterskerk Leiden?

Ga naar www.pieterskerk.com/steun-ons

De Pieter is een jaarlijkse uitgave van de Stichting Pieterskerk Leiden.

ISSN: 2665-9611

Kloksteeg 16, 2311SL Leiden

Tel. +31(0)71 512 4319 (ma-vrij 10:00-17:00 uur)

E-mail: info@pieterskerk.com

De Pieter wordt in het geheel mogelijk gemaakt door de bijdragen van de adverteerders. Er wordt geen donatiegeld aan het jaarlijks magazine besteed. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Pieter. 2
bijzonder jaar
het Van Hagerbeer orgel 05 Column 06 Restaureren met Passie 10 Een bijzonder jaar voor het Van Hagerbeer orgel 14 Hoogspanning in tijden van revolutie 16 Nalaten aan de Pieterskerk Leiden 18 De Pieterskerk lezingen 20 Rudolph Cleveringa en de Pieterskerk Leiden 24 De teloorgang van een veelbelovend leven 30 Een jaar vol activiteiten en onderhoud
Jaargang 05 | 2023 10 48 'Dat heertje met zijn witte das' 52
Een
voor
Inhoud.
Een andere
www.burgy.nl 90
JAAR

Column.

Matthäus Passion

Pieterskerk

IN 2020 WAS HET TIJD VOOR EEN NIEUW

MEERJARENPLAN VOOR DE PIETERSKERK LEIDEN.

DAARIN STAAT WAT ER DE KOMENDE PERIODE

GEDAAN WORDT EN HOE DAT GEDAAN GAAT

WORDEN BINNEN ONZE BEDRIJFSVOERING. DOOR

DE CORONAPANDEMIE WAS IK IN 2020 ECHTER

AL BLIJ ALS IK WIST WAT ER DE VOLGENDE WEEK

ZOU GAAN GEBEUREN, LAAT STAAN DAT IK EEN

REALISTISCHE AANNAME KON DOEN NAAR WAT

HET KOMENDE JAAR ZOU BRENGEN.

Na de laatste lockdown begin 2022, leek de coronapandemie tot een einde te komen. In februari begon ik dan ook met het schrijven van het nieuwe plan. De inkt van het voorwoord was echter nog niet droog of Rusland viel met veel machtsvertoon Oekraïne binnen. Een paar weken later kwamen de eerste Oekraïense vluchtelingen al in Nederland aan.

In ons magazine ziet u al jaren een advertentie staan van onze short-stay locatie Villa Rameau, de voormalige kosterswoning die wij aan toeristen verhuren. Deze Stadsvilla is vernoemd naar het kostersechtpaar Wim en Elisabeth Rameau die in WOII talloze mensen hebben laten onderduiken in de Leidse Pieterskerk. Het duurde dan ook niet lang om te bedenken wat de rol van de Pieterskerk Leiden in deze crisis moest zijn. Villa Rameau werd ter beschikking gesteld aan Oekraïense vluchtelingen. Gulle donateurs dekten vrijwel meteen de kosten van de derving van inkomsten en de benodigde extra huisraad. Op woensdag 16 maart 2022 stond ik samen met mijn collega Boy op het Centraal Station in Leiden om mensen uit Oekraïne op te halen.

Nu, een jaar later, wonen zij nog steeds bij ons. Wij zijn inmiddels door alle gebeurtenissen familie van elkaar geworden. Tania was docent Engels en geeft nu les aan

Oekraïense kinderen op een Leidse basisschool, waar ook haar 9-jarige dochter naar school gaat. Zoon Yehor, die in Leiden zijn 18e verjaardag vierde, werkt voor de Pieterskerk Leiden. Dat doet hij naast zijn studie die hij online in Cherson probeert te volgen. Ook Tania geeft nog online les aan haar klas uit Mykolaiev. Dagelijks is er via de iPad contact met de man van Tania, die in het Oekraïense leger vecht.

Dit alles zet het leven en werk van mij en mijn collega’s behoorlijk in perspectief. Natuurlijk heeft de Pieterskerk Leiden veel last van de energiecrisis en de historisch hoge inflatie maakt dat ook onze prijzen stijgen. Om nog maar te zwijgen van het personeelstekort, waardoor wij als klein team zwaar geraakt worden. Maar alle problemen die wij hebben staan in schril contrast met de angst die er heerst bij onze Oekraïense familie.

Inmiddels ben ik vorige herfst toch maar begonnen met het schrijven van een nieuw bedrijfsplan voor de periode 20232025. De titel van het bedrijfsplan luidt: ‘Moedig Voorwaarts!’. Deze titel verwijst naar een uitspraak van Gerard Reve, die hij vervolgde met: ‘Maar waarheen?’. Wij weten soms ook niet precies waarheen. Dat dit wel vaker voorkomt in de geschiedenis van ons monument is te lezen in de column over de Pieterskerk Leiden 50 jaar geleden waar exact dezelfde vraag gesteld werd. Maar één ding is zeker, met de ondersteuning van de Vrienden en de donateurs houden wij ons monument overeind en kunnen wij soms een hele kleine rol spelen in de wereldhistorie. Al is het niet meer dan een druppeltje op een enorme gloeiende plaat.

Ik hoop u ook in het komende jaar in de Pieterskerk Leiden te mogen begroeten.

Pieter. 5 Pieter. 4
Frieke Hurkmans
Leiden 6 & 7 april 2023 Nederlands Kamerkoor & Residentie Orkest o.l.v. Matthew Halls www.pieterskerk.com/mp23

Restaureren met passie

DE RESTAURATIE VAN 2001-2010 IN BEELD

DE LAATSTE GROTE RESTAURATIECAMPAGNE

IN DE PIETERSKERK LEIDEN IS INMIDDELS

ALWEER MEER DAN EEN DECENNIUM GELEDEN

AFGESLOTEN. DANKZIJ DEZE RESTAURATIE

VERKEERT HET MONUMENT NOG STEEDS IN EEN

EXCELLENTE STAAT. DOOR IEDER JAAR WEER

ONDERHOUD TE BLIJVEN UITVOEREN, ZORGT DE STICHTING PIETERSKERK LEIDEN ERVOOR DAT

DIT BEHOUDEN BLIJFT. DOOR NU TE INVESTEREN, WORDEN TOEKOMSTIGE RESTAURATIEKOSTEN

BOVENDIEN DRASTISCH VERMINDERD.

De restauratie van 2001-2010 werd uitgevoerd door de vakkundige medewerkers van het Leidse restauratieen bouwbedrijf Burgy. Samen met hun onderaannemers verrichtten zij jarenlang de meest complexe restauratiewerkzaamheden in het monument. En met veel passie! Nog altijd vertellen (oud-) medewerkers hoe zij jarenlang in ons eeuwenoude monument gewerkt hebben. Hoe trots zij zijn te hebben geholpen om die geschiedenis in stand te houden. En - zeer terecht! - op hun vakwerk in de Pieterskerk Leiden.

Van de restauratie is in opdracht van het Leidse restauratiebedrijf Burgy destijds een reeks foto’s gemaakt, om de bijzondere werkzaamheden voor altijd vast te leggen. Dit jaar deelde Burgy deze prachtige foto’s op verzoek met de Pieterskerk Leiden: het is materiaal met historische waarde. Daarom laten wij deze graag nog eens aan u zien in dit bijzondere beeldartikel.

Op deze foto’s ziet u werkzaamheden aan de natuursteen in de vensters en aan de zerkenvloer van de Pieterskerk Leiden. Bij deze laatste ingewikkelde operatie werden niet alleen de zerken hersteld en de vloer verder verstevigd, maar werd er ook een nieuwe - en veel efficiënterevloerverwarming aangelegd. Dankzij deze investeringen in energiezuinigheid tijdens de restauratie werd het energieverbruik met wel 66% gereduceerd! Die unieke prestatie is nog altijd heel belangrijk voor de Pieterskerk Leiden - en voor het klimaat.

Pieter. 6 Het aanbrengen van het voegwerk in de zerkenvloer van de Pieterskerk, 2008 Het aanbrengen van het voegwerk in de zerkenvloer van de Pieterskerk, 2008 Het aanbrengen van het voegwerk in de zerkenvloer van de Pieterskerk, 2008 Het uithalen van de natuurstenen grafzerken uit de Pieterskerk, 2008 Het inrijden van een zerk op een vorkheftruck bij het westportaal, 2008

De restauratie van 2001-2010

Het aanbrengen van mortel in de gotische venstersteen van de Pieterskerk, 2008 Zicht op het schip van de Pieterskerk in de eindfase van de restauratie, 2008 Het terugplaatsen van de natuurstenen grafzerken in de Pieterskerk, 2008 Zicht op de Pieterskerk vanuit de noordelijke zijbeuk in de beginfase, 2008
Het
Afdekking van delen van de Pieterskerk tegen stof en gruis, 2008 aanbrengen van mortel in de gotische venstersteen van de Pieterskerk, 2008 Groepsfoto van de medewerkers en onderaannemers van Burgy tijdens de restauratie, 2008

Een bijzonder jaar voor het Van Hagerbeer orgel

MUZIKALE INITIATIEVEN VOOR HET KLINKEND ERFGOED

HET JAAR 2022 WAS EEN BIJZONDER MOOI JAAR VOOR HET VAN HAGERBEER ORGEL. HET EEUWENOUDE INSTRUMENT WERD WEER VOLOP GEBRUIKT WAAR HET VOOR

BEDOELD IS: HET MONUMENT VULLEN MET MUZIEK. OMDAT DE CULTURELE

ACTIVITEITEN IN DE PIETERSKERK LEIDEN WEER TERUGKWAMEN NA DE LOCKDOWNS IN DE VOORGAANDE JAREN, KWAM OOK HET ORGEL

WEER VOLOP IN GEBRUIK. BIJVOORBEELD BIJ DE VELE LEIDSE

TRADITIES IN HET MONUMENT, ZOALS DE OPENING VAN HET ACADEMISCH JAAR, DE 3 OKTOBER DANKDIENST, DE KERSTNACHTDIENSTEN EN DE JAARLIJKSE

ORGELCONCERTEN VAN DE PIETERSKERK.

Bovendien waren er twee bijzondere orgelprojecten. Allereerst bleek de laatste lockdown in januari 2022 een uitstekend moment voor een CD-opname van de senior organist-in-residence van de Pieterskerk Leiden, Léon Berben. In het najaar van 2022 vond daarnaast de eerste van een tweedelige reeks orgelmasterclasses plaats. Drie jonge, getalenteerde organisten werden geselecteerd, waarvan er uiteindelijk één voor een periode van maximaal twee jaar de functie van junior organist-inresidence zal bekleden.

En dan werd het orgel ook nog uitgebreid gefotografeerd door de fotograaf Monique Shaw, die met prachtige detailfoto’s de rijke decoratie van de orgelkast goed zichtbaar heeft gemaakt. Met een hoogwerker kon zij het instrument, dat op grote hoogte hangt, tot zeer dichtbij naderen. Onderdelen die van veraf nauwelijks met het blote oog te zien zijn, zijn hierdoor ook goed in beeld gekomen. In dit artikel ziet u een selectie van deze schitterende foto’s.

Opnames in een stille Pieterskerk

De maand januari was de laatste in een jarenlange reeks van lockdowns; de Pieterskerk Leiden kon hierna gelukkig weer volledig geopend worden. Die laatste paar weken leenden zich echter nog bijzonder goed voor de opnames van de nieuwe CD van Léon Berben op het Van Hagerbeer orgel.

Vier dagen lang was een verstilde Pieterskerk het decor voor uitvoeringen van het werk van de 17e-eeuwse Nederlandse organist en componist Anthonie van Noordt (ca. 1619-1675). Het werk van Van Noordt wordt gerekend tot de beste composities uit Nederland in de 17e eeuw, samen met het werk van de beroemde organist Jan Pieterszoon Sweelinck (1561-1621).

In opperste concentratie werkten organist, producer en technicus, samen met het team van de Pieterskerk Leiden, aan de opnames. Het eindresultaat werd op zondag 13 november 2022 gepresenteerd tijdens een prachtig orgelconcert van Léon Berben. De CD is verkrijgbaar in het Museumcafé van de Pieterskerk Leiden.

De muziek van Van Noordt en het orgel

Het Van Hagerbeer orgel is tijdens de laatste grote restauratie in de jaren negentig teruggebracht naar de oorspronkelijke middentoonstemming. Dat maakt het wereldwijd tot uniek klinkend erfgoed. En ook uitermate

geschikt voor composities van voor circa 1700. Het is een origineel Hollands stadsorgel, dat nog bespeeld kan worden zoals het oorspronkelijk bedoeld was. Zoals in het werk van Van Noordt.

Tot het einde van de 17e eeuw was de middentoonstemming namelijk de gangbare stemming, maar daarna werden orgels juist met een hoge toonstemming ingericht. Composities werden strakker en moesten veel preciezer gespeeld kunnen worden. De middentoonstemming, ook wel bekend als ‘vrijzwevend’, was daar minder geschikt voor. Componisten componeerden vóór die tijd veel vrijer en lieten ruimte voor interpretatie bij de organist, die de werken als het ware meer naar eigen inzicht konden uitvoeren.

Boven: Léon Berben en het Van Hagerbeer orgel in de Pieterskerk Leiden, 2022

Onder: Léon Berben bespeelt het orgel tijdens de CD-opnames, 2022

Orgelpijpen in het rugwerk van het Van Hagerbeer orgel, 2022 Pieter. 10 Pieter. 11

Deze unieke kwaliteit maakt dat het Van Hagerbeer orgel een wereldwijd bekend instrument is. Organisten uit heel Europa, de Verenigde Staten en tot uit Japan, maken de reis naar Leiden soms speciaal om het orgel te kunnen bespelen, of het zelfs alleen te bekijken.

De masterclasses

Er was dan ook direct belangstelling toen de Pieterskerk Leiden aankondigde een reeks orgelmasterclasses te zullen organiseren, om een junior organist-in-residence te vinden. Voor jonge organisten is het een unieke kans om - onder begeleiding - te mogen spelen op dit eeuwenoude instrument. Het is een manier om talenten ten volle te benutten en om belangrijke stappen te zetten in de artistieke ontwikkeling.

In november 2022 vond de eerste van deze twee meerdaagse masterclasses plaats. De drie geselecteerde (internationale) kandidaten reisden naar Leiden af en maakten kennis met Léon Berben, directeur-bestuurder

Frieke Hurkmans, organist Jan Verschuren en het kantoorteam van de Pieterskerk Leiden. De artistiekinhoudelijke begeleiding van de masterclass werd verzorgd door Léon Berben, als senior organist-inresidence.

Het programma was verspreid over vier dagen en omvatte - naast uiteraard veel orgelspel, individueleen groepslessen - bijvoorbeeld ook een workshop over de bedrijfsvoering en het onderhoud van erfgoed, een introductie op de geschiedenis van de Pieterskerk Leiden en een introductie op het andere orgel van de Pieterskerk Leiden, het 19e-eeuwse Thomas Hill orgel, door organist Jan Verschuren.

In de volgende editie van De Pieter magazine zal een interview verschijnen met de kandidaat die wordt gekozen voor de tweejarige functie van junior organistin-residence

Een klinkende toekomst

Met de CD, de regelmatige bespelingen en de masterclasses is de muzikale traditie van het Van Hagerbeer orgel weer helemaal opgeleefd, na twee stille coronajaren. En wordt er bovendien vooruitgekeken naar de toekomst van de orgelmuziek en naar nieuwe talenten. Alles om dit unieke muzikale erfgoed en de rijke tradities levend te houden.

Na twee stille coronajaren, is de muzikale traditie van het Van Hagerbeer orgel weer helemaal opgeleefd
Pieter. 13
Pieter. 12 Detailfoto's Van Hagerbeer orgel.

HET LOT VAN DE STUDENT SAMUEL VAN SCHAAK (†1794)

Hoogspanning in tijden van revolutie

AAN HET EINDE VAN DE 18E EEUW STOND DE NEDERLANDSE SAMENLEVING ONDER

HOOGSPANNING. HET WAREN TIJDEN VAN REVOLUTIE, OORLOG EN POLITIEKE STRIJD. AL JAREN

WAS DE SAMENLEVING VERDEELD TUSSEN PATRIOTTEN EN ORANGISTEN. DE GEVOLGEN VAN

DE FRANSE REVOLUTIE IN 1789 VOERDEN DE SPANNING NOG VERDER OP. WE KENNEN DEZE

PERIODE VAAK AAN DE HAND VAN GROTE NAMEN, OORLOGEN EN GEBEURTENISSEN, MAAR DE ONRUST DOORDRONG DE HELE SAMENLEVING. HET VERHAAL VAN DE JONGE LEIDSE STUDENT

GENEESKUNDE SAMUEL VAN SCHAAK LAAT ZIEN HOE VER DIT KON GAAN.

Een noodlottige dag

Het voorval waar dit verhaal om draait kwam volkomen onverwachts. Het vond plaats op een kalme zondag in het voorjaar van 1794. Op 2 maart liep Samuel van Schaak met twee studiegenoten, Pieter Eikendal en Martinus Adrianus de Kempenaer, naar de schuttersdoelen in de stad. Ze waren van plan te gaan kijken naar de oefeningen van de cavalerie uit het regiment van generaal StavenissePous.

De cavalerie stond onder commando van majoor L.E. van de Graaff. Het was ongewoon dat de oefening op een zondag plaatsvond, omdat die dag normaal gesproken in het teken van de zondagsrust stond. Toen de studenten bij het terrein aankwamen was de oefening nog niet begonnen. Schildwachten begonnen mensen te verzoeken om te vertrekken. Majoor Van de Graaff, die nog niet te paard was, richtte zich tot de drie studenten en maande hen van het exercitieterrein te vertrekken.

Het gewelddadige voorval

De vrienden van Van Schaak gingen verschillende kanten op: De Kempenaer verliet het terrein, Eikendal begaf zich naar Herberg de Doele Van Schaak twijfelde een moment wie hij zou volgen, ging achter De Kempenaer aan en zei: “Marchons, ça ira” of “Allons, ça ira” (vrij vertaald: ‘We gaan, het komt goed’). Van de Graaff hoorde hem dit zeggen en vatte het op als een verwijzing naar een bekend revolutionair lied uit 1790, getiteld Ça ira. Dat gaf het een gevaarlijke lading. Hij zou Van Schaak hebben toegebeten “Soyez prudent” (‘wees voorzichtig’ of eigenlijk: ‘pas op!’).

Daarop pakte hij zijn sabel en haalde ongenadig uit. Hij raakte Van Schaak op zijn linkerwang en tweemaal op zijn rug met de vlakke kant van zijn geweer. Van Schaak bloedde hevig, maar wist zich naar de herberg te begeven. Daar werd onmiddellijk een arts opgeroepen, die hem per koets naar zijn praktijk bracht.

De universiteit reageert

Een paar studenten kwamen Van Schaak daar bezoeken en gingen daarna direct naar de rector magnificus toe. In 1794 was dit Jean Luzac, de hoogleraar, advocaat en hoofdredacteur van de Gazette de Leyde, voor wie in 1809 een monument werd opgericht in de Pieterskerk, na zijn tragische dood tijdens de Buskruitramp van 1807. Luzac reageerde aangedaan op het nieuws, maar handelde voortvarend.

Hij verzamelde als ervaren jurist zoveel mogelijk informatie over het voorval. Ook maakte hij diezelfde avond melding bij de diverse autoriteiten in Leiden. Onder de studenten verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje en de volgende dag kwamen zij in het Academiegebouw bijeen.

Het verloop van het recht

De universiteit was in die tijd een zelfstandige rechtsgemeenschap, die uitspraken mocht doen over haar eigen leden. Daar viel majoor Van de Graaff echter niet onder. Daarom stuurde Luzac de secretaris van de senaat, hoogleraar Sebald Justinus Brugmans, naar Den Haag om zich bij de stadhouder ervan te verzekeren dat de zaak vervolgd zou worden.

Tegelijk werd de studenten verzocht zich kalm te houden en niet op straat of elders te protesteren. Hier gaven zij gehoor aan, vertrouwend op de rechtsgang en de inzet van de universiteit. Veel studenten zeiden toe bij te dragen aan de kosten van het proces; eerst 98, later 146.

De hele stad had inmiddels de commotie onder de studenten meegekregen en Van de Graaff werd nerveus. Hij verzocht extra wachten en patrouilles te mogen inschakelen en scherpere patronen te mogen gebruiken. Dit verzoek werd afgewezen. Ook begon hij getuigenissen te verzamelen om Van Schaak weg te zetten als ‘twistzoeker’ en ‘Jacobijn’, terugvallend op die uitspraak ‘ça ira’.

Uiteindelijk vertrok hij zonder bericht naar Den Haag. Daar was Brugmans ondertussen succesvol: de stadhouder had voorkomen dat Van de Graaffs garnizoen uit Leiden zou vertrekken en gaf hem in Den Haag kamerarrest.

De consequenties

Van Schaak kreeg hevige koortsaanvallen. Op 11 maart stierf hij om negen uur ’s avonds in het bijzijn van zijn vrienden. Luzac werd diep geraakt door het nieuws. Hij stuurde een brief naar de stadhouder, om hem van het overlijden te verwittigen. Deze stuurde onmiddellijk een koets naar Van de Graaffs adres, om hem te arresteren. Hij bleek echter te zijn gevlucht en werd nu als deserteur beschouwd.

Er was al besloten om Van Schaak een universitaire erebegrafenis te geven, een zogenaamde Funus

Academicum in de Pieterskerk. Een grote stoet trok vanuit zijn huis aan de Hooigracht naar de Pieterskerk Leiden

en trok veel toeschouwers bij de route door de stad. Waar zijn graf in de Pieterskerk precies gelegen heeft is niet bekend.

Uniformen van de Nederlandse Cavalerie eind achttiende eeuw, 1787-1790.

C.R. Coopman. Collectie Nationaal Militair Museum

De herinnering aan Van Schaak

Er ontstonden veel initiatieven om Van Schaak te herdenken. Er werden ontwerpen gemaakt voor een gedenkmonument; één daarvan was voor de Pieterskerk Leiden bedoeld en lijkt erg op de monumenten voor Gerard Meerman en Jean Luzac. Ook werd een lang gedicht over Van Schaak gepubliceerd, wat later ook voor Luzac werd gedaan. Het gedicht was politiek gekleurd. Eén regel luidde: “uw wonden gaaven ons Bataafschen moed”. De boodschap was duidelijk:

In ons hart is reeds geschreeven, Wierd het op uw zerk gehoord! Schaak, de roem der Jongelingen, Ligt hier door De Graaf vermoord.

Het verhaal laat zien hoe diep de spanningen in de Nederlandse samenleving waren aan het einde van de 18e eeuw. Een opgefokte majoor, drie studenten en een half binnensmondse opmerking op een onopmerkelijke zondag in maart konden zo grote gevolgen hebben.

Pieter. 14
Allegorisch grafmonument voor de Leidse student S. van Schaak, 1794 Pieter de Mare, naar C. Bisschop. Collectie Rijksmuseum
Pieter. 15

CANTATEDIENSTEN

Nalaten aan de Pieterskerk Leiden

De Pieterskerk Leiden is voor het behouden en onderhouden van het monument mede afhankelijk van de giften van particulieren. Sommige particulieren kiezen er daarbij voor om de Pieterskerk Leiden op te nemen in hun nalatenschap.

Met een schenking als onderdeel van een nalatenschap draagt u op een bijzondere manier bij aan het behoud van Leids erfgoed. Overweegt u om de Pieterskerk Leiden op te nemen in een testament, dan zijn er twee mogelijkheden:

Legaat – U kunt in het testament een legaat opnemen voor de Stichting Vrienden van de Pieterskerk Leiden. Dit is een van tevoren vastgesteld bedrag.

Erfstelling – U kunt de Pieterskerk Leiden in het testament ook tot (mede-)erfgenaam benoemen. De stichting deelt dan samen met de andere erfgenamen in de nalatenschap.

Erfstellingen en legaten zijn door de culturele ANBIstatus voor de Pieterskerk Leiden vrijgesteld van schenken erfbelasting. Elke gift komt 100% ten goede aan het behoud van de Pieterskerk Leiden.

Meer informatie

Wilt u de Pieterskerk Leiden onderdeel maken van uw nalatenschap? Of ontvangt u graag meer informatie? Neem dan contact op via directie@pieterskerk.com.

Kom naar een cantate van Bach uitgevoerd in de oorspronkelijke kerkdienstsetting

Hooglandse Kerk & Pieterskerk Leiden

Bezoek ons | www.stichtingcantate.nl

Pieter. 16
EEN SCHENKING ALS ONDERDEEL VAN UW NALATENSCHAP
Oceanië 4 – 6014 DB Ittervoort (NL) E info@verschuerenorgelbouw.nl T 00 31 (0) 475 491882 I www.verschuerenorgelbouw.nl Leiden, Pieterskerk –restauratie 1998 / groot onderhoud 2017 Tarragona, kathedraal –nieuwbouw 2013 in orgelkast uit 1563

EEN LEZINGENREEKS TER ERE VAN HET 900 -JARIG BESTAAN VAN DE PIETERSKERK LEIDEN

De Pieterskerk Lezingen

IN 2021 BEGON HET JUBILEUMJAAR VAN DE PIETERSKERK LEIDEN, EXACT NEGEN EEUWEN NA DE INWIJDING OP 11 SEPTEMBER 1121. ALS ONDERDEEL VAN HET JUBILEUM ORGANISEERDE DE PIETERSKERK

LEIDEN IN SAMENWERKING MET STUDIUM GENERALE DE PIETERSKERK LEZINGEN, EEN REEKS WAARBIJ

BIJZONDERE HISTORISCHE ONDERWERPEN DOOR SPECIALISTEN WORDEN BENADERD VANUIT EEN VERRASSEND PERSPECTIEF.

PIETERSKERK LEZING 3

Charlotte Kleyn

De stillevens van Pieter de Ring: een culinaire historie

Charlotte Kleyn is culinair historica en conservator van de Gastronomische Collecties bij Allard Pierson, de collecties van de Universiteit van Amsterdam. Ze schrijft een wekelijkse column in Trouw en regelmatig artikelen voor Het Parool. Aan de hand van de rijke stillevens van de Leidse schilder Pieter de Ring (1615/201660), die in de Pieterskerk Leiden werd begraven, vertelt Charlotte Kleyn over de historische gastronomische cultuur in het Nederland van de 17e eeuw.

PIETERSKERK LEZING 4

Jori Zijlmans

Kerkinterieurschilderijen van de Pieterskerk Leiden in de museumcollectie

Dr. Jori Zijlmans is conservator geschiedenis van Museum De Lakenhal in Leiden. In haar lezing vertelt zij over kerkinterieurschilderijen van de Pieterskerk Leiden in de museumcollectie. Dit naar aanleiding van de recente aankoop op een veiling van een 17e-eeuws kerkinterieur van Anthonie van Borssom door Museum De Lakenhal. Daarbij betrekt Zijlmans ook andere geschilderde kerkinterieurs die bekend zijn van de Pieterskerk Leiden.

VOOR HET GEVAL U DE LEZINGEN NIET LIVE HEEFT KUNNEN VOLGEN, DELEN WIJ VOOR U IN DIT ARTIKEL

ALLE ZES PIETERSKERK LEZINGEN, DIE U KUNT TERUGKIJKEN DOOR DE QR-CODES TE SCANNEN.

PIETERSKERK LEZING 1

Ariela Netiv

Het Leidse stadsarchief en de Pieterskerk Leiden

Ariela Netiv is directeur van Erfgoed Leiden en Omstreken, de erfgoedinstelling die onder meer de archieven van Leiden beheert. In de archieven zijn vele bijzondere archiefstukken uit de 900-jarige geschiedenis van de Pieterskerk Leiden bewaard gebleven. In haar lezing vertelt Ariela Netiv over unieke archiefstukken over de Pieterskerk Leiden en hun betekenis in de geschiedenis van het monument en de stad.

PIETERSKERK LEZING 2

Ariadne Schmidt

Scheiding der seksen in de Pieterskerk Leiden

Dr. Ariadne Schmidt is bijzonder hoogleraar stadsgeschiedenis - in het bijzonder van Leiden - aan de Universiteit Leiden. Zij is gespecialiseerd in sociale geschiedenis en vrouwengeschiedenis. In haar lezing vertelt zij over vrouwen in de geschiedenis van de Pieterskerk Leiden en het bijzondere verhaal van de 17e-eeuwse Leidse Johanna de la Court. Haar begrafenis in de Pieterskerk Leiden bracht haar weer onder één dak met Adriaan Heereboord, de echtgenoot met wie zij nooit gelukkig is geweest.

PIETERSKERK LEZING 5

Merlijn Hurx

Kathedralen in de polder – Provinciale stadsgotiek of prefab perfectie?

Prof. Dr. Merlijn Hurx is hoogleraar aan de Universiteit Leuven en is gespecialiseerd in de architectuurgeschiedenis. In 2016 werd de publicatie van zijn proefschrift beloond met de Karel van Manderprijs, voor de beste architectuurhistorische publicatie in Nederland van 2011-2015. Prof. dr. Hurx vertelt in zijn lezing over de verrassende bouwgeschiedenis van de Pieterskerk Leiden, waarin innovatieve bouwmethoden een grote rol hebben gespeeld.

PIETERSKERK LEZING 6

Ward Hoskens

De vele perspectieven op 900 jaar Pieterskerk Leiden

Ward Hoskens is conservator van de Stichting Pieterskerk Leiden en promoveert op een onderzoek naar de Pieterskerk Leiden in de moderne tijd. Ter afsluiting van de reeks Pieterskerk Lezingen neemt hij de vele perspectieven op de geschiedenis van de Pieterskerk Leiden in beschouwing. Dit doet hij aan de hand van de onderwerpen van de lezingen, actuele discussies en de thema’s uit zijn promotieonderzoek, zoals de omgang met het verleden en – de beleving van – (dis)continuïteit.

Pieter. 18 Pieter. 19

DE AANLOOP NAAR DE HISTORISCHE PROTESTREDE IN 1940

Rudolph Cleveringa en de Pieterskerk Leiden

DE PROTESTREDE DIE PROFESSOR RUDOLPH PABUS CLEVERINGA (1887-1972) OP 26 NOVEMBER

1940 IN HET GROOT AUDITORIUM VAN HET ACADEMIEGEBOUW AAN HET RAPENBURG HIELD, ALS

AANKLACHT TEGEN HET ONTSLAG VAN ZIJN JOODSE COLLEGA’S AAN DE UNIVERSITEIT, IS EEN VAN

DE MEEST BEKENDE SPEECHES UIT DE NEDERLANDSE GESCHIEDENIS GEWORDEN. CLEVERINGA’S

UITING VAN VERONTWAARDIGING EN WOEDE OVER HET ONTSLAG VAN ZIJN COLLEGA’S, WAARONDER ZIJN LEERMEESTER HOOGLERAAR EDUARD MEIJERS (1880-1954), WAS EEN VAN DE EERSTE OPENLIJKE UITINGEN VAN PROTEST TEGEN DE SNEL ESCALERENDE MAATREGELEN VAN DE DUITSE BEZETTER.

Twee belangrijke momenten in de Pieterskerk Leiden die hij in het najaar van 1940 beschreef in zijn dagboeken, laten zien hoe de belevingswereld van Cleveringa eruit zag in aanloop naar de beroemde rede op 26 november 1940.

Het protest

Op 23 oktober 1940 ontving al het personeel van de Universiteit Leiden een brief waarin de Duitse bezetters eisten dat zij een zogenaamde Ariërverklaring ondertekenden, een verklaring waarin stond dat iemand geen Joodse achtergrond had. Een maand later werd al het Joodse personeel van de universiteit ontslagen. De hoogleraar rechtsgeleerdheid Ben Telders (1903-1945) was geschokt door de maatregel en schreef een brief aan de Hoge Raad.

De hoogleraren van de rechtenfaculteit kwamen in een spoedoverleg bijeen en besloten dat er een protestrede gehouden moest worden op het moment waarop de ontslagen professor Meijers normaliter zijn college gaf. Telders bood aanvankelijk zelf aan om de rede te houden, omdat hij geen vrouw en kinderen had die een risico op vergelding konden lopen. Maar Cleveringa

weigerde dit aanbod. Hij vond dat hij als decaan van de rechtenfaculteit de rede moest houden.

De hoogleraren overlegden met de studenten, die direct na de rede gaan in staking zouden gaan. Op dezelfde dag hield ook hoogleraar anatomie en embryologie Ton Barge (1884-1952) een rede waarin hij de rassenleer van de nazi’s volledig ontzenuwde. Hij had zich voor de oorlog ook al tegen deze leer verzet. Ook de hoogleraar theoloog Lambertus van Holk (1893-1982) sprak studenten toe en veroordeelde het ontslag van zijn Joodse collega’s als een schande, die schadelijk was voor de universiteit.

De protestrede

Cleveringa begon zijn rede op 26 november op ingetogen toon. Hij gaf een korte inleiding op de aanleiding voor zijn toespraak en zei dat hij niet zou pogen het bericht van de bezetter nader te kwalificeren, uit vrees dat zijn woorden “te ver achter zouden blijven bij de smartelijke en wrange gevoelens…die het heeft opgeroepen”. Vervolgens gaf hij een lange opsomming van de vele prestaties en wetenschappelijke werken, die Meijers gedurende zijn carrière behaald en gepubliceerd had. Het was een lofzang op een lange, succesvolle carrière.

Prof. mr. R.P. Cleveringa feliciteert F.H. Sobels met zijn tachtigste verjaardag, 1959. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken

Pieter. 21
Fragment uit de oorlogsdagboeken van Rudolph Cleveringa, 3 oktober 1940. Collectie Groninger Archieven

Tegen het einde van zijn rede gaf Cleveringa toch blijk van de heftige emoties die hem op dat moment beheersten:

“Ik zeide U niet over mijn gevoelens te zullen spreken; ik zal mij eraan houden, al dreigen zij als kokende lava te barsten door al de spleten, welke ik bij momenten den indruk heb, dat zich, onder den aandrang ervan, in mijn

In reactie op de protestredes en de studentenstaking sloten de Duitse bezetters de universiteit. Op 27 november werd Cleveringa gearresteerd en gevangengezet in Scheveningen, in het ‘Oranjehotel’. Daar werd hij tot in de zomer van 1941 vastgehouden.

De belevingswereld van Cleveringa

Uit de dagboeken die Cleveringa bijhield blijkt dat de diepe woede en verontwaardiging die hij tegen het einde van zijn protestrede uitsprak, hem al maandenlang in de greep hadden gehouden. Twee belangrijke momenten in de Pieterskerk Leiden geven een inzicht in zijn belevingswereld in deze periode.

De herdenking van Marnix van St.-Aldegonde

Het eerste van deze twee betekenisvolle momenten in de Pieterskerk Leiden vond plaats op 21 september 1940. Op die dag werd er een nieuw glas-in-lood venster voor Filips van Marnix van St.-Aldegonde (1540-1598) onthuld in het koor van de Pieterskerk Leiden. Het nieuwe venster werd geplaatst op initiatief van de universiteit, dus bij de onthulling waren veel hoogleraren aanwezig.

Op het raam staat Marnix gefigureerd naast Willem van Oranje, voor wie hij een belangrijke raadgever was. De onthulling had daardoor, ruim vier maanden na de Duitse inval, ook betekenis als blijk van nationale trots. Cleveringa noemde het in zijn dagboek “een zeer ontroerende plechtigheid”. Het programma sloot bovendien af met een uitvoering van het Wilhelmus op het orgel, onder koperbegeleiding.

Deze uitvoering ontroerde Cleveringa en alle aanwezigen: “Ieder zette terstond mee in; en ik heb het volkslied zelden hartstochtelijker hooren zingen… het verdrijven der tyrannie werd er als het ware uitgekreten. Ik kon mijn tranen niet helemaal bedwingen; maar er waren er velen, die dit niet konden. Toen het uit was, was het een oogenblik doodstil; verbeten, geladen stil. Toen werd alles weer quasi-gewoon”.

Cleveringa merkte nog op dat het volkslied hartstochtelijker gezongen werd dan in juni, eerder dat jaar. Het voortduren van de bezetting gedurende de zomermaanden en de van betekenis doordrongen Marnixherdenking hadden de emoties alleen maar versterkt.

Onwelkome bezoekers

De hoogopgelopen emoties blijken ook uit Cleveringa’s beschrijving van de tentoonstelling over Marnix, die na de onthulling te bezoeken was. Hij schreef: “Als om eens te toonen, dat zij werkelijk behooren tot het onedelste en meest tactlooze volk der wereld kwamen er drie Duitschers kijken bij de tentoonstelling…Ik kon een vloek niet weerhouden, toen ik ze zag”.

Ook twee invloedrijke Leidse NSB’ers, de broers Adriaan en Leo Krantz, waren de tentoonstelling komen bekijken. Met name Leo Krantz speelde een rol bij de verspreiding van de nationaalsocialistische ideologie in Nederland. Bovendien maakten zij beiden grote winsten doordat hun textielfabriek gedurende de oorlog produceerde voor de Wehrmacht en andere Duitse organisaties.

Hun bezoek aan de tentoonstelling bracht bij Cleveringa en de andere aanwezigen een grote verontwaardiging teweeg: “Indien blikken in staat waren geweest hen te verscheuren, waren ze nu wel uiteengereten. N.S.B.ers bij zoo iets!”. Cleveringa beschreef ook hoe hij op dat moment kookte van woede: “Ik voelde mij zoo wildbewogen en zoo heftig op het hoogste oogenblik, dat ik besefte bij de minste aanleiding door een onberedeneerde woede bezeten te hebben kunnen worden en tot alles in staat. Ik kan mij nu begrijpen, hoe onstuimige oproeren en opstanden, welke onzinnig lijken, op zulke oogenblikken losbreken!”.

Zijn omschrijving van die dag eindigt hij veelzeggend: “Wij houden ons in, omdat wij moeten en weten, dat het zich alleen maar tegen ons zal keeren; dat wij dom doen anders te handelen. Maar de moeite voor zelfbedwang wordt steeds grooter”.

Leidens Ontzet biedt hoop Het tweede moment waarop Cleveringa in de Pieterskerk Leiden stilstond bij het ondragelijke heden en een inspirerend verleden vond plaats tijdens de 3 Oktober Dankdienst van dat jaar. De predikant Ottevanger, die dat jaar de dienst verzorgde, vertelde het bekende verhaal van de Leidse bevrijdingsgeschiedenis in het geheel. De betekenis van dit verhaal in de context van de bezetting was voor iedereen duidelijk.

Cleveringa schreef: “De parallellie der feiten van toen met die van nu trof als vanzelf en iedereen zonder dat de predikant er een opzettelijk woord aan wijdde. Daardoor werd de preek indrukwekkend. In gewone omstandigheden zou zij een geschiedverslag zijn geweest, nu werd zij veel meer. En zij sterkte tevens: er lag iets in van: “Wat toen kon, kan nu ook weer”. Na afloop zei iedereen het den ander; men kwam alom bijna blijmoedig, maar ook vastberaden uit de kerk”. Ook nu werd er afgesloten met het Wilhelmus.

Een daad stellen

Deze twee betekenisvolle momenten in de Pieterskerk Leiden bieden een waardevol inzicht in de belevingswereld van professor Cleveringa, in aanloop naar zijn befaamde protestrede. Zijn gedachten bij de bijeenkomsten in het monument, zijn hevige emoties en zijn tegelijkertijd nuchter beredenerende beschouwingen geven zeer sterk

de indruk dat het stellen van een daad tegen de bezetter, zoals hij uiteindelijk deed met zijn protestrede op 26 november 1940, al maanden vooraan zijn gedachten had gezeten. De geschiedenis van de Pieterskerk Leiden en de unieke bijeenkomsten in het monument hebben daar onmiskenbaar een rol in gespeeld.

Pieter. 23 Pieter. 22
Fragment uit de oorlogsdagboeken van Rudolph Cleveringa, 21 september 1940. Collectie Groninger Archieven Herdenking Kunstenaarsverzet in Lutherse Kerk te Amsterdam, prof. mr. R.P. Cleveringa 2e van rechts, 1965. Collectie Nationaal Archief Prof. mr. R.P. Cleveringa en koningin Juliana bij een toneelvoorstelling in het Internationaal Cultureel Centrum te Amsterdam, 1949. Collectie Nationaal Archief

HET TRAGISCHE ONGELUK VAN DE GETALENTEERDE CORNELIA VOSSIUS (1613-1638)

De teloorgang van een veelbelovend leven

GEBOREN IN EEN GELEERDE EN GETALENTEERDE OMGEVING HAD CORNELIA VOS (OF VOSSIUS) ALLE

MOGELIJKHEDEN OM HAAR BIJZONDERE GAVEN TE ONTWIKKELEN. ZE SPRAK ZES TALEN EN OEFENDE ZICH

IN DE MUZIEK- EN SCHILDERKUNST. NA HAAR AL TE VROEGE DOOD IN EEN ONGELUK NET BUITEN LEIDEN

WERD ZIJ IN DE PIETERSKERK LEIDEN BEGRAVEN, NET ALS - JAREN NA HAAR - HAAR OUDERS: DE BEROEMDE

GELEERDE GERARDUS JOANNES VOSSIUS (1577-1649) EN ELISABETH JUNIUS (1585-1659), DE DOCHTER VAN DE LEIDSE HOOGLERAAR FRANCISCUS JUNIUS (1542-1602).

Opgroeien in een florerend gezin

Cornelia werd geboren in het tweede huwelijk van Gerard Vossius, met Elisabeth Junius. Haar vader was rector van de Latijnse School in haar geboorteplaats Dordrecht. Toen hij in 1615 een aanstelling kreeg aan het Statencollege in Leiden, waar predikanten werden opgeleid, en later aan de universiteit, verhuisde het gezin naar Leiden. In 1631 vertrok het gezin naar Amsterdam, waar Gerard Vossius en Caspar Barlaeus samen het Athenaeum Illustre oprichtten, een instelling dat hoger onderwijs mocht geven maar geen promotierecht bezat. Uiteraard herinneren het Barlaeus Gymnasium en Vossius Gymnasium in het heden nog aan deze geschiedenis.

Een oud-leerling van Gerard Vossius, Johan van Beverwijck (1594-1647) schreef in een werk getiteld Van de wtnementheit des vrouwelicken geslachts (1639) dat Vossius zijn dochters les gaf in talen, muziek en geschiedenis. Zijn kinderen leerden talen ‘al spelende’. Ook inwonende studenten van Vossius, die vaak uit andere landen en milieus kwamen, speelden een belangrijke rol in de opvoeding van zijn kinderen. Zo kwam het dat Cornelia naast Nederlands uiteindelijk ook het Frans, Italiaans, Spaans, Latijn en Duits beheerste. Er werd dus veel waarde gehecht aan de opleiding en ontwikkeling van zowel Cornelia en haar zus, als haar broers.

Tegelijkertijd schreef Van Beverwijck dat Gerard bij Cornelia en haar zus vooral inprentte “dat zij voornamelijk moesten letten op de huishouding, en ’t geen meest daarin de vrouwen bevolen wordt”. Als oudste dochter moest Cornelia ook steeds meer de rol van haar ziekelijke moeder in het grote huishouden overnemen. Cornelia had echter zoveel talenten dat de vraag opdoemt, hoe haar leven eruit zou hebben gezien als zij niet op jonge leeftijd op tragische wijze om het leven was gekomen.

Een tragisch ongeluk

Op 28 januari 1638, toen Cornelia 24 jaar oud was, werd een ongeval vlak buiten Leiden haar noodlottig. Haar vader beschreef de gebeurtenissen die tot het ongeluk

Gezicht op Leiden uit het noordoosten, 1650. Jan van Goyen. Collectie Museum De Lakenhal

Boven: Gravure van het ongeluk van Cornelia Vossius, 1859. D.J. Sluyter naar J.C. d'A. Gerkens

Onder: De Illustre School in Amsterdam, 1632. Pieter Schenk. Collectie Stadsarchief Amsterdam)

leidden uitvoerig in een brief. Cornelia was met haar zusje Johanna, broer Matthäus en enkele anderen in een door paarden getrokken slee vanuit Amsterdam over het ijs naar Leiden vertrokken. Het moet een snelle, zo niet de snelste, manier zijn geweest om deze afstand te overbruggen. Door een roekeloze voerman kwam de slee nabij Leiden echter op een te dun stuk ijs terecht, waardoor het voertuig en alle inzittenden te water raakten.

Gerard Vossius schreef: “Cornelia, mijn lieve dochter, werd wel het eerst uit het water getrokken, maar zij was al dood door de val in het ijskoude water en de schrik”. Haar broer Matthäus wist door snel te handelen echter alle andere inzittenden veilig te stellen. Het leed was echter al geschied. Gerard schreef in de brief: “Dat alles gebeurde dichtbij Leiden. Daarom is mijn kind daar begraven, in het graf van haar grootvader [Junius]”. Junius was als hoogleraar aan de Leidse universiteit al eerder in de Pieterskerk begraven.

In het Register van begravenen te Leiden staat dat Cornelia “den eersten februarij” in de Pieterskerk begraven is. De begrafenis moet dus al snel na het ongeluk hebben plaatsgevonden. Of haar vader en moeder uit Amsterdam daarbij hadden kunnen zijn in dat korte tijdsbestek is niet bekend, maar het zou niet onmogelijk zijn geweest.

De nagedachtenis aan Cornelia

Het droevige lot van Cornelia, als zeer getalenteerde dochter van Gerard Vossius, maakte veel los. Een aantal schrijvers wijdden gedichten aan haar, waaronder Jan van Someren, Vicentius Fabritius en in een bijzonder uitgebreid gedicht - de Amsterdamse kennis van Gerard Vossius en Barlaeus, de beroemde Joost van den Vondel (1587-1679). In zijn Klaghte over Cornelia Vos schreef hij als opening:

O jonge zon geteelt van d’ouwe

Hoe word ghy ons zoo ras ontrooft!

Hoe zit uw vader over ’t hoofd Gedompelt aen den Rijn in rouwe

Als aen den Po ’t geslacht der zon Weleer betreurde Faëton.

Dankzij Vondels gedicht is er meer over Cornelia’s talenten bekend gebleven. Hij besteedde er veel aandacht aan in zijn gedicht:

Een oogenblick heeft zoo veel gaven, Gedaelt van ’t hemelsch paradijs, Op u verslingert, in het ys En sneeuw, op ’t onverzienst begraeven. Een waterslang verbeet die bloem Van onze jeughd, der maeghden roem.

Het moest dus in haar tijd al bekend zijn geweest dat Cornelia meerdere talenten had. Over haar muzikale talenten schreef Vondel dat zij een snaarinstrument en de fluit speelde. Bovendien zong zij met “zoete keel”. En ook op artistiek vlak liet Cornelia zich niet onbetuigd, aldus Vondel:

Uw onvolwrochte beelden treuren, En roepen al: ick sterf, ick sterf. Papier, panneel verschiet zijn verf. Men ziet geen leven in de kleuren

Van uw tapijten, met de naeld En zijde na de kunst gemaelt.

Een eeuwige inspiratiebron

De 19e-eeuwse schrijver Jacob van Lennep (18021868) wijdde in het veertiende en laatste deel van zijn Romantische Werken ook een verhaal aan Cornelia, waarin hij haar opvoert als hoofdpersonage. De historische fictie draait om het vermoeden dat Cornelia verloofd was op het moment dat zij naar Leiden reisde. Vondel wijdde daar in zijn gedicht ook enkele regels aan:

Wij stonden reed met blijde rijmen Om u te leiden na[ar] het koor Te volgen het gebloemde spoor En ’t vrolijk licht van uwe hymen.

Van Lennep voert een Poolse jongeling, Winius, op als haar verloofde, terwijl de historische overlevering alleen ene Johan de Bruyn de Jonge als mogelijke huwelijkskandidaat kent. Dit wordt vermoed op basis van enkele door en voor hem geschreven gedichten. Zo droeg Jan van Someren zijn Lyck-tombe van iuffr. Cornelia Vossius op aan Johan de Bruyn de Jonge. Het is echter onduidelijk of hij daadwerkelijk Cornelia’s verloofde was, maar ook of zij überhaupt verloofd is geweest blijft onzeker.

Het verhaal van Van Lennep laat duidelijk zien dat Cornelia’s leven en reputatie breed bekend en veelbezongen zijn geweest, waardoor het zelfs eeuwen na haar tragische ongeluk op het ijs nabij Leiden nog werd herverteld.

Boven: Portret van Gerardus Joannes Vossius, ca. 16301676. Collectie Rijksmuseum

Onder: Detail register van begravenen te Leiden, 16361646, februari 1638. Nr. 4 is de vermelding van Cornelia Vossius. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken

26
Pieter.
“Cornelia, mijn lieve dochter, werd wel het eerst uit het water getrokken, maar zij was al dood door de val in het ijskoude water en de schrik”.

Onze advocaten ondersteunen met gespecialiseerde kennis en ervaring ondernemers, overheden en organisaties. Wat kunnen we voor u betekenen?

Blijf op de hoogte via lagrogeelkerken.nl

WWW.VALETTI.NL WANNEER TEKST EN BEELD ELKAAR ONTMOETEN ZORGT DE VORM ERVOOR DAT ZE ELKAAR VERSTERKEN Vliet 4a-6 2311 RE Leiden Telefoon: 071 - 512 08 15 info@drukkerijvanderlinden www.drukkerijvanderlinden.nl AL MEER DA N 115 J AA R HET A DRES VOOR UW DRUK- EN REPROWERK • Print, Kopie, Plot, Scan • in zwart en kleur • A4/A3 en groot formaat • Bouwtekeningen • Congresposters • Afwerken en inbinden DRUKKERIJ + • Briefpapier, Visitekaartjes, Enveloppen • Geboorte- & trouwkaarten • Flyers en brochures • Boekjes, Scripties, Proefschriften + REPRO Drukwerk, Print,
TROUW- & GEBOORTE kaarten Bestaande collecties en Ookeigenontwerp Oud Hollands! Promail Heerenweg 6-A1, 2222 AM Katwijk t (071) 401 54 60 f (071) 403 41 02 e info@promail.nl iwww.promail.nl Professionals in direct marketing & more mailing printing data-entry fulfillment 06 8393 3092
Kopie
Denk vooruit La Gro Geelkerken

HET ONDERHOUD VAN DE PIETERSKERK LEIDEN IN 2022

Een jaar vol activiteiten en onderhoud

NADAT DE LAATSTE CORONAMAATREGELEN IN DE EERSTE MAANDEN VAN 2022

WERDEN LOSGELATEN, BEGONNEN DE VERTROUWDE ACTIVITEITEN IN DE PIETERSKERK

LEIDEN WEER OP TE STARTEN. EEN GROTE GEBEURTENIS WAS DE TERUGKEER VAN DE UITVOERINGEN VAN DE MATTHÄUS PASSION VAN JOHANN SEBASTIAN BACH OP WITTE

DONDERDAG EN GOEDE VRIJDAG. DAARMEE ONTSTOND OOK WEER DE NOODZAAK

OM EEN DOORLOPENDE BALANS TE VINDEN TUSSEN DE VELE ACTIVITEITEN IN DE PIETERSKERK LEIDEN EN HET ONDERHOUD. WANT HOE DRUK HET OOK IS, HET ONDERHOUD MOET ALTIJD DOORGAAN.

De mogelijkheden in een stille Pieterskerk

Het lijkt inmiddels een verre herinnering, maar het jaar 2022 begon in een strenge lockdown. De maand januari zou dus bij voorbaat een rustige maand worden. Vaak is dat een goed moment om onderhoud in te plannen, maar een stille Pieterskerk leent zich ook heel goed voor andere dingen.

Zo vonden er in januari 2022 gedurende een aantal dagen opnames plaats voor de nieuwe orgel-CD van Senior organist-in-residence Léon Berben. Tijdens de opnames moet er natuurlijk absolute stilte heersen in het gigantische monument. Er hoeft maar een deur iets te hard dicht te vallen, of je kunt opnieuw beginnen met de opname. Meer hierover leest u in het artikel over de orgelmasterclasses.

Maar er was natuurlijk wel ruimte voor kleiner onderhoud in januari. Zo vond er regulier onderhoud plaats aan de brandmeldsystemen. En op 5 januari werd een van de speakers in het geluidssysteem gerepareerd door Audio Electronics Mattijsen. Niet onbelangrijk met alle aankomende activiteiten in het vooruitzicht. Begin februari zou immers weer de Dies Natalis van de Universiteit Leiden plaatsvinden in het monument.

Moderne systemen en oude stenen

In de tweede helft van februari werden de gedigitaliseerde verwarmings- en klimaatregulatiesystemen geijkt en onderhouden. Deze systemen zijn op meerdere manieren ontzettend belangrijk. Ten eerste laten ze precies meten wat de temperatuur en luchtvochtigheid

Pieter. 31 Schoonmaken van de Kerkmeesterskamer tijdens de vrijwillige schoonmaakdag in het kader van NLDoet, 2022
30
Pieter.

Boven: Reparatie van een speaker van het geluidssysteem in de viering, 2022.

Onder: Herstel van een beschadigd deel natuursteen bij het Zuidportaal, 2022

op een bepaald moment is, wat vervolgens allemaal wordt opgeslagen en tot op het uur nauwkeurig is uit te lezen. Het terug kunnen lezen van deze gegevens is met name bij restauraties van belang.

Ten tweede helpen de systemen bij het efficiënt verwarmen van het monument tijdens activiteiten. Op basis van het weer kan vooraf heel precies ingesteld worden wanneer het verwarmen moet beginnen en eindigen. Zulke methodes maken het energieverbruik controleerbaar als nooit tevoren. En het levert daardoor aanzienlijke besparingen in het energieverbruik op.

Tot slot helpen de nauwkeurige metingen om de optimale omstandigheden te creëren voor de talloze cultuurhistorische objecten in het monument. Dit is bijvoorbeeld ongelofelijk belangrijk voor het eeuwenoude Van Hagerbeer orgel en de 17e-eeuwse

Kerkmeesterskamer, die afhankelijk zijn van de precieze omstandigheden in de directe omgeving. Deze digitale systemen, die in de Pieterskerk al een aantal jaar in gebruik zijn, zijn dus van onschatbare waarde.

Tegelijkertijd was er in februari ook aandacht voor het betere historische herstelwerk: een van de natuurstenen in de gotische decoraties boven het Zuidportaal was beschadigd geraakt. De relatief kleine scheur leverde geen problemen op in de constructie, maar het was wel zichtbaar - vooral voor mensen met scherp zicht en een oog voor detail. Daarom is de scheur op 14 februari vakkundig hersteld door de specialisten van Burgy Bouwbedrijf.

Glimmende vloeren, afgestofte pilaren en gesnoeide bomen

Ook in maart werd er het nodige onderhoud gepleegd. Zo werd de compressor van de sprinklerinstallatie begin maart vervangen, die de druk in de leidingen op peil houdt. In een monument als de Leidse Pieterskerk is hier uiteraard behoorlijk wat kracht voor nodig vanwege de omvang van het systeem, dus een optimaal functionerende compressor is hiervoor van levensbelang.

Op 11 maart vond de jaarlijkse vrijwillige schoonmaakdag in het monument weer plaats, waarbij naast de vrijwilligers van de Pieterskerk Leiden - in het kader van NLdoet ook bedrijven zich aanmelden om te helpen bij het schoonmaken. Vol enthousiasme nemen zij samen met de vrijwilligers en het kantoorteam van de Pieterskerk de stoffer en het poetsdoek ter hand, om die delen van het monument schoon te maken die gedurende de rest van het jaar zoveel mogelijk met rust worden gelaten. Zo wordt bijvoorbeeld het 16e-eeuwse kansel in de was gezet, worden de waxineresten van de pilaren geschraapt en wordt al het stof en de spinnenwebben - hoog en laag - weggehaald. Voordat de uitvoeringen van de Matthäus Passion in de Stille Week plaatsvonden werd ook de gehele zerkenvloer weer in de bijenwas gezet door een gespecialiseerd bedrijf. Op deze momenten schittert en blinkt het monument weer volop.

In maart vond ook het vervolg plaats van het onderhoud van de tuinen, waarvan het eerste deel in het najaar van 2021 gestart was. Dit kreeg op 12 mei een vervolg met het snoeien van alle bomen in de tuinen door het hoveniersbedrijf Betgen. Tussen eind maart en begin mei vonden er weer bijzonder veel activiteiten plaats in het monument, waaronder de uitvoeringen van de Matthäus Passion, de Scratch Muziekdagen en de diplomauitreiking van Webster University.

Een volle planning

In de tweede helft van mei was er weer meer ruimte voor het uitvoeren van onderhoud, waar met het vooruitzicht van een drukke zomer volop gebruik van werd gemaakt. Daarbij geldt ook dat er zoveel mogelijk onderhoud wordt gepland, buiten de drukke momenten in de reguliere openstelling. Ook als er onderhoud plaatsvind wordt geprobeerd om het monument zo veel mogelijk geopend te houden voor bezoekers, bijvoorbeeld door alleen bepaalde delen af te zetten met linten en koorden.

In mei werd onder meer alle noodverlichting in het monument vernieuwd, vonden er reparaties en controles plaats voor de elektra in het monument en werd de droogsprinklerinstallatie gecontroleerd. Het is belangrijk te bedenken dat hoewel deze werkzaamheden in een zin zijn te omschrijven, er in de praktijk een hoop bij komt kijken.

Aan het eind van de maand, op 30 mei, vonden er nog twee belangrijke en bijzondere onderhoudsklussen plaats. Boven in de kappen voerden de specialisten van Van Lierop het 1e deel van de jaarlijkse inspectie op insecten uit, om te controleren of er geen schadelijke activiteit is voor het vele hout in de kappen. Ondertussen was een verdieping (of meer) lager het jaarlijkse onderhoud aan het Thomas Hill orgel bezig, uitgevoerd door Elbertse Orgelmakers, met ondersteuning van een vrijwilliger van de Pieterskerk Leiden als stemhulp.

Een drukke zomer

Het was heel gunstig dat deze werkzaamheden in mei gepland konden worden, want vanaf juni vonden er bijzonder veel activiteiten plaats in de Pieterskerk Leiden. Beginnende met een tentamenreeks aan het begin van de maand en het Veerstichting Symposium aan het eind van de maand. Eind juni konden er nog een aantal van de veelgebruikte - en zeer praktische - elektrische sloten worden vervangen, maar ook in juli zou het druk worden met onder andere de diploma-uitreiking van het Stedelijk Gymnasium en het weeklange congres EuroScience Open Forum in het kader van het jaar gehele jaar 2022 waarin Leiden European City of Science was.

De zichtbaarheid van het onderhoud

In het najaar kon er weer veel onderhoud uitgevoerd worden, hoewel er vanaf september tegelijkertijd ook veel activiteiten in het monument plaatsvonden. Zo werden eind september de moeren in de houten balken in de hoge kappen weer aangedraaid. Een terugkerende, noodzakelijke, maar ook tijdrovende klus. Ook werd op enkele plekken binnen het monument het plafond van de gewelven bijgewerkt met een nieuwe laag witte verf.

Een groot deel van het onderhoud vindt achter de schermen plaats, maar het is natuurlijk belangrijk dat een beeldbepalend, maar moeilijk te bereiken interieuronderdeel als de gewelven visueel in optimale staat verkeren. Daarom gingen de huismeesters van de Pieterskerk Leiden omhoog in een hoogwerker, om de plekken te bereiken waar je met een simpele ladder niet bij komt.

Er is daarnaast ook veel onderhoud dat alleen tijdens de uitvoer zichtbaar is voor het bezoekend publiek, maar dat cruciaal is voor het behoud van de Pieterskerk. Zo vond er eind september en in oktober een omvangrijke reeks van onderhoud, inspecties en keuringen plaats aan onder meer de takels, pendels en trussen van de lichtinstallatie, van alle blusmiddelen in het monument (en dat zijn er veel), van de verwarmingsketels, van de elektra en de krachtstroomkabels, van de brandmeldinstallatie, de sprinklerinstallatie en het aspiratiesysteem en tot slot het tweede deel van de inspectie op houtworm en andere insecten in de kappen. Uiteraard zijn er veel verschillende specialisten nodig voor zulke

Pieter. 32
in
2022
Een groot deel van het onderhoud vindt achter de schermen plaats
De houtworminspectie
de hoge kappen door Van Lierop,

De Orde van St. Pieter

Heeft uw organisatie of bedrijf belangstelling om lid te worden?

Kijk dan op www.pieterskerk.com. Indien u informatie wilt ontvangen over de Orde van St. Pieter kunt u zich wenden tot de directeur-bestuurder van de Pieterskerk Leiden, Frieke Hurkmans via directie@pieterskerk.com.

uiteenlopende klussen. Het is op de inspectiedagen dan ook een komen en gaan van experts die vaak al jaren de controles uitvoeren in de Pieterskerk en zo het monument van binnen en buiten kennen voor hun vakgebied.

De cirkel van onderhoud

In het najaar waren de ambachtslieden van Bambam Restauratie Steenhouwers meerdere dagen in en rond de Pieterskerk aanwezig, om verschillende herstelwerkzaamheden uit te voeren die waren gesignaleerd door Monumentenwacht Zuid-Holland. Het waren veel verschillende werkzaamheden, bijvoorbeeld aan de hoge steunberen zoals op de cover van het magazine te zien is. Ieder jaar lopen medewerkers van de Monumentenwacht een uitgebreide tweedaagse inspectieronde om de staat van het onderhoud en eventuele nieuwe aandachtspunten op te nemen.

Eind november vond de inspectie voor 2022 plaats. Het daaruitvolgende inspectierapport dient vervolgens weer mede als basis voor het onderhoud in 2023. Jaar in en jaar uit gaat het onderhoudswerk door. Alleen op die manier, met continue zorg en aandacht, kan het behoud van de Pieterskerk Leiden worden gegarandeerd.

Van der Vegt staat al meer dan 100 jaar voor kwaliteit, duurzaamheid en vakmanschap. Door deze elementen te combineren met de passie van, Van der Vegt zijn wij in staat om uw monumenten in de originele staat te herstellen.

Reinigingsmiddelen

Reinigingsmachines

Reinigingsmaterialen

Hygiëne papier

Afvalbakken en dispsables

De authentieke stoeltjesprofiel puien gemaakt door Van der Vegt bieden kwaliteit, lange levensduur en een unieke uitstraling. Het proces van idee tot eindproduct gebeurd bij ons in de werkplaats (Bleskensgraaf) op traditionele wijze.

Veiligheid en milieu

Nelson Mandela, Churchill en Rembrandt wisten het al, de Pieterskerk is in Leiden de plek waar je moet zijn. Dit prachtige monument vertegenwoordigt dan ook een essentieel onderdeel van de Leidse geschiedenis. Ik vind het waardevol om met respect naar het verleden, bij te mogen dragen aan de toekomst van dit beeldbepalende monument. Henk Gerla, CFO

Gejoma Schoonmaakartikelen b.v. Waterland 25 1948 RK Beverwijk T. 0251 - 21 19 21 info@gejoma.nl www.gejoma.nl Wij vinden niets belangrijker dan uw herinneringen te behouden en nieuwe belevenissen te creëren.
35 © Foto: Claudia Claas
Pieter.
sound craftmanship 100 jaar toonaangevend sound craftmanship www.elbertse.com glas- en schilderwerk Flevoweg 4, Leiden 071-5223439 info@vanmuiden.nl|www.vanmuiden.nl Onderhoud aan het voegwerk bij de hekken rond de Pieterskerk Leiden door Bambam Restauratie
2022
Steenhouwers,
Raad van Bestuur Zorg en Zekerheid en voorzitter van de Orde van St Pieter
Stichting Werk en Onderneming starters zzp’ers ondernemers flexwerkers kunstenaars
Voor Starters Tieleman & Dros De Olga Ir. Driessen Haagweg 4 De Framboos betaalbare vergader-, cursus- en coachruimtes Starterskortingen tot 50% Gratis flexwerkplekken Kortlopende contracten www.werkenonderneming.nl Bel071 - 513 82 67
Bedrijfsruimte

DOMINEEDICHTERS EN DE PIETERSKERK LEIDEN

‘Dat heertje met zijn witte das’

DAT DE PIETERSKERK LEIDEN MEERDERE VERBANDEN MET DE NEDERLANDSE LITERATUUR KENT - VAN BILDERDIJK EN VESTDIJK TOT WOLKERS - WAS TE LEZEN IN DE PIETER.02. BINNEN DAT ONDERWERP BEVINDT ZICH ECHTER NOG EEN BIJZONDERE CATEGORIE, DIE OOK NAUW MET DE

LEIDSE GESCHIEDENIS VERBONDEN IS: DE DOMINEEDICHTERS. DE TITEL VAN DIT ARTIKEL IS EEN VERWIJZING NAAR HEN UIT EEN GEDICHT DOOR PIET PAALTJENS (PSEUDONIEM VAN FRANÇOIS

HAVERSCHMIDT, 1835-1894), ZELF EEN IN LEIDEN OPGELEIDE PREDIKANT EN DICHTER.

Een nalatenschap

Onlangs werd deze verbondenheid weer onder de aandacht gebracht door de aanbieding van drie boekjes uit een nalatenschap van een oudtante, die haar jeugd in Leiden had doorgebracht en in de Pieterskerk was gedoopt. Hoewel de Pieterskerk Leiden wegens het collectiebeleid doorgaans geen nieuwe objecten aanneemt, werd in dit geval een uitzondering gemaakt.

Twee boekjes waren namelijk van Eliza Laurillard (18301908; De scherpste doornen om het edelste hoofd, 1878 en Voor meer dan één leven, een twaalftal leerredenen, 1868) en één van J.J.L. Ten Kate (1819-1889; MengelPoëzy, 1846). Laurillard heeft een directe band met de Pieterskerk en was bevriend met Ten Kate.

Onderwerp van spot

Beiden werden genoemd in gedichten van Cornelis Paradijs (pseudoniem van Frederik van Eeden, 1860-1932). Hij was een van de Tachtigers en keek, net als zijn generatiegenoten, met enige spot en minachting naar de vrome, huiselijke en vaderlandslievende dichtstijl van de domineedichters.

De Tachtigers wilden afstand nemen van hun voorgangers en daarom parodieerde Van Eeden hun stijl in zijn dichtbundel Grassprietjes (Liederen op het gebied van Deugd, Godsvrucht en Vaderland) uit 1885. Over Ten Kate schreef hij:

Ten Kate! Ten Kate!

O koning der cantate!

Die hupp'lend in het priesterkleed, Den lusthof onzer taal betreedt, De schoonste bloemen plukkend, menglend, Met bonten zwier ze strikkend, strenglend, Verenglend 's levens duistre sfeer, Ons minzaam dichtend naar den Heer!

O, J.J.L. ten Kate, Wie zou u kunnen haten?

Over het koppel Ten Kate en Laurillard schreef hij in het gedicht Het Predikantenlied:

Maar, Goddank! zingt nu cantaten...

Daar komt J.J.L. ten Kate! Dankt den Heer met snarenspel Voor ten Kate, J.J.L.

En dan onze Laurillard!

Vormt met hem het schoonste paar: Dat men hun één standbeeld giet, Op één voetstuk van graniet:

De armen in elkander slaande, Samen op één Bijbel staande, Met één veder in de hand, Beurtlings vroom en schalks van trant.

De oorsprong van domineedichters in Leiden

Leiden was een ware kweekplaats voor domineedichters in de 19e eeuw. Er waren bovendien veel directe en

Pieter. 37
Pieter. 36 Portret van Frederik van Eeden, 1884. J. van Looy. Collectie Frans Hals Museum Portret van Jan Jacob Lodewijk ten Kate, 1875. J.H. Neuman. Collectie Rijksmuseum

indirecte verbanden naar de Pieterskerk. Dat gold in het bijzonder voor de predikant Eliza Laurillard, die enkele jaren in de Pieterskerk preekte en landelijk naam zou maken met zijn gedichten en geschriften. Aan zijn bijzonder productieve dichtersloopbaan ging echter nog veel vooraf.

Het begon vooral aan de universiteiten. Van alle vijftien in Nederland werkzame hoogleraren in de ‘wijsbegeerte en letteren’ in 1816 waren er negen die theologie hadden gestudeerd. In Leiden gold dat zelfs voor de gehele faculteit: Van der Palm, Wyttenbach, Siegenbeek en Van de Wynpersse hadden allen een achtergrond in de godgeleerdheid. Johannes van der Palm (1763-1840) was zelfs academiepredikant in Leiden en preekte zodoende vaak in de Pieterskerk. Er werd na zijn overlijden een monument voor hem opgericht in de Pieterskerk in het transept, nabij het noordportaal.

Student-auteurs

In deze academische omgeving, waarin dichtkunst, ‘redeneerkunst’ en welsprekendheid in elkaars verlengde werden beschouwd, is het niet verwonderlijk dat rond 1840 het fenomeen van de student-auteur opkwam. Een van hen, Nicolaas Beets (1814-1903), een theologiestudent, zou onder het pseudoniem Hildebrand nationale bekendheid verkrijgen met zijn werk Camera Obscura (1839). De Pieterskerk was voor hem en zijn studiegenoten zeker geen onbekend terrein.

Ook Jacob van Lennep (1802-1868) studeerde in Leiden (een van zijn werken wordt elders in dit nummer - in het artikel over Cornelia Vossius - genoemd). Weliswaar studeerde hij zoals enkele andere student-auteurs rechten, maar werd wel enkele jaren geïnspireerd door de orthodox-protestantse ideeën van de dichter Willem

Bilderdijk (1756-1831) bij wie hij private colleges volgde (Bilderdijk was zelf niet werkzaam aan de universiteit, maar ontving studenten thuis). Zijn vader schreef dat de colleges bij Bilderdijk zijn zoon tot een ‘proseliet’ hadden gemaakt, ofwel iemand met een sterke bekeringsdrang. Naar zijn vaders mening net iets te sterk. En ook de in de inleiding en titel aangehaalde Piet Paaltjens studeerde theologie in Leiden, weliswaar iets later: tussen 1852 en 1858.

Laurillard als domineedichter

Zijn literaire activiteit werd gekenmerkt door een bijzonder hoog productieniveau. Hij produceerde tientallen dichtbundels, lezingen, vertalingen, samengestelde publicaties en gedrukte preken. Tegen het einde van zijn leven maakte hij zelf een inschatting van zijn oeuvre en kwam op de volgende aantallen uit: 1700 gedichten, ruim 700 artikelen in tijdschriften en tientallen redevoeringen, bijdragen voor bundels en overige teksten.

Een populaire predikant

Laurillard was bijzonder populair in zijn aanstelling als predikant in Leiden (1857-1862). Zelf had hij ook in Leiden gestudeerd (1848-1853). Hij drukte echt zijn stempel op de zondagse preken in de Pieterskerk: een populaire predikant kon de kerkbanken doen volstromen, een impopulaire predikant had het tegenovergestelde effect. Men had het over zijn “zilveren stem”. Daarbij zou zijn toon niet prekerig zijn geweest, maar vooral eenvoudig. Ook was hij in Leiden op maatschappelijk vlak bijzonder actief.

Laurillards populariteit werd ook elders opgemerkt, hij kreeg meermaals aanstellingen in andere steden aangeboden, waaronder Amsterdam en zijn geboorteplaats Rotterdam. In Leiden deed de hervormde gemeente alles om hem te behouden. Bij het afwijzen van een beroeping elders werden Laurillard gunsten en giften verleend.

Zo werden in zijn naam twee zilveren doopvonten geschonken aan de Pieterskerk en de Hooglandse Kerk, kreeg hij een wijnblad en bokaal met een inscriptie (‘Leden van de Nederduitsch Hervormde gemeente aan dr. E. Laurillard, 26 december 1858’) en werd er in 1860 - zonder twijfel het grootste gift - een compleet nieuw auditorium (met 1200 nieuwe zitplaatsen) ingericht in de Pieterskerk. Dit auditorium werd in zijn naam en naar zijn voorkeuren gebouwd. Het effect op het interieur van de Pieterskerk was gigantisch: het auditorium vulde het schip en de zijbeuken bijna volledig. Bovendien werd er een gedenkplaat aangebracht naast het westportaal, waarin werd herdacht dat Laurillard in Leiden bleef. Desondanks vertrok Laurillard in 1862 alsnog naar Amsterdam, waar hij de rest van zijn carrière werkzaam bleef.

Met die aantallen in het achterhoofd is het opmerkelijk dat hij niet veel belletjes meer doet rinkelen in het Nederlandse literaire geheugen. Mogelijk waren de spottende Tachtigers hier debet aan en was Laurillards werk vooral kenmerkend voor zijn eigen tijd. Zelf was hij zich alleszins bewust van deze mogelijkheid. In een voordracht omschreef hij de potentiële toekomst van zijn literaire nagedachtenis:

‘Laurelierelard! Wat een gekke naam! Wie was dat?’ – ‘Ik geloof, een dominé’, zei de ander; ‘maar, al een vijfentwintig jaar geleden.’ – ‘Wie biedt daar geld voor?’ herhaalde de hamerman, ‘wie biedt vijftig cents? 40, 30, 20, 10 cents? Wie biedt 10 cents? niemand?’

Collectiebeleid van de Pieterskerk Leiden

De Pieterskerk Leiden hanteert een collectiebeleid met strikte criteria voor het aannemen of verwerven van nieuwe objecten. Zo moet er een aantoonbaar en concreet verband met de geschiedenis van het monument zijn. In de regel betekent dit dat er geen nieuwe objecten worden aangenomen.

Pieter. 38
Pieter. 39 Portret van Eliza Laurillard, ca. 1865. W.C.C. van Oudendorp. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken
Men had het over zijn “zilveren stem”. Daarbij zou zijn toon niet prekerig zijn geweest, maar vooral eenvoudig.
Gedenkplaat in de Pieterskerk Leiden voor het aanblijven van Eliza Laurillard, 2011

‘Iedereen weet het gewoon: ik ben gek van de Pieterskerk ’

HHet is een diverse groep liefhebbers: van vrijwilligers van het eerste uur tot Leidse studenten die meer willen weten over het monument. Mensen die bovenal enthousiast, betrokken en geïnteresseerd zijn.

Gedurende de coronalockdowns hebben wij geprobeerd om iedereen zo goed mogelijk te informeren en hebben wij verschillende belrondes gedaan en iedereen uitgenodigd om in tweetallen met ons te lunchen. In tegenstelling tot andere organisaties verloren wij geen vrijwilligers in coronatijd, maar groeide ons vrijwilligersbestand. Als kantoorteam kennen wij onze vrijwilligers allemaal, maar wat weten wij nu precies van hen en wat weten zij van elkaar?

Wij besluiten een groepje van vier vrijwilligers met verschillende achtergronden en rollen in de Pieterskerk Leiden uit te nodigen voor een borrel en een gesprek. Voor sommigen werd het na corona een eerste kennismaking, voor anderen een weerzien. Een mooi moment om stil te staan bij wat zij voor de Pieterskerk Leiden betekenen en wat het monument voor hen betekent.

Aan tafel in het museumcafé

Het is een prachtige zonnige zomermiddag, eind augustus, als de groep een plekje uitzoekt aan een van de tafels in het museumcafé van de Pieterskerk Leiden. Er worden wat drankjes besteld en het gesprek komt op gang. Naast de vier vrijwilligers - Karen de Vries, Brenda Assendelft, Mart Meeuwsen en Regine Sies-Scholtezitten conservator Ward Hoskens en Frieke Hurkmans aan tafel. De sfeer zit er meteen al goed in.

Karen de Vries (63 jaar)

Karen trapt af. Ik kom oorspronkelijk uit Santpoort, een klein plaatsje boven Haarlem. Ik heb een opleiding gedaan tot verpleegkundige en ben daarna deze kant op

verhuisd. Ik woon nu in Wassenaar en ben nog steeds werkzaam als verpleegkundige in het LUMC. Ik ben geboren als verpleegkundige en ben dat dus nog steeds. Ik ben nu 63 jaar.

Ik ben nog bijna fulltime aan het werk, dus ik vond het gewoon heel erg leuk om hier als vrijwilliger aan de gang te gaan, omdat ik de Scratch heb meegemaakt. Daar ben ik de hele dag geweest en ik ging op vleugels naar huis: ik was gewoon verkocht.

Een van de medewerkers zei: “Joh, we kunnen mensen zoals jij goed gebruiken en heb je geen zin?”. Dus ik heb geschreven en een babbeltje met Raymond (van Ruitenburg, bedrijfsleider en vrijwilligerscoördinator red.) gehouden en ik mocht blijven. Dus zo ben ik hier nu en ik moet zeggen dat ik het erg naar mijn zin in heb. De bar is mijn domein, maar ik ben me vooral nog een beetje aan het inwerken. En ik leer het vaste team nu beetje bij beetje kennen.

Pieter. 41 Pieter. 40
DE PIETERSKERK LEIDEN HEEFT TIENTALLEN VRIJWILLIGERS. ZIJ HELPEN OP ALLERLEI MANIEREN BIJ HET BEHOUD VAN HET MONUMENT. ZIJ HELPEN BIJ DE CATERING VAN CONCERTEN EN CULTURELE ACTIVITEITEN, ZIJ GEVEN RONDLEIDINGEN, ZIJ HELPEN IN HET MUSEUMCAFÉ, ZIJ ONDERHOUDEN DE TUINEN EN ZE ZIJN ALLEMAAL ENTHOUSIASTE AMBASSADEURS VOOR HET MONUMENT...KORTOM: DE PIETERSKERK LEIDEN KAN NIET ZONDER HEN.
EEN INTERVIEW MET VRIJWILLIGERS VAN DE PIETERSKERK LEIDEN
De vrijwilligers bij het kansel (vooraan: Regine en Karen, achteraan: Brenda en Mart), 2022.

Brenda Assendelft (28 jaar)

Ik ben 28 jaar oud. Ja, waar ik oorspronkelijk vandaan kom dat is een beetje een lastige vraag, want ik ben in mijn jeugd verhuisd. Van Leidschendam naar Lisse. Dus ik ben geboren in Leidschendam en heb daar acht jaar gewoond. En toen besloten mijn ouders om naar Lisse te verhuizen, omdat mijn ouders ook allebei oorspronkelijk uit de Bollenstreek komen. Dus heb ik sinds mijn achtste daar gewoond. Dus ik voel me ook meer Lisser dan dat ik mij iets anders voel.

Maar nu woon ik in Leiden - sinds drie jaar - in de binnenstad. Hoewel ik hier al wel langer kom, want ik studeer al tien jaar in Leiden. Of althans, ik studeerde zes jaar en ben nu de laatste vier jaar promovendus. Dat is mijn huidige baan tot januari 2023. Dan loopt mijn contract af en moet ik mijn proefschrift af hebben, dus dan moet ik op zoek naar een andere baan.

En, hoe ik hier bij de Pieterskerk ben gekomen? Nou ja, toen ik hier kwam wonen dacht ik van, ik heb wel een fulltime baan, maar ik had toch wel tijd over. Want ik was gewoon gewend om heel lang te studeren. Dus ik dacht: nou, dan kan ik er nog iets bij doen. En ik wilde iets dat met Leiden te maken heeft, om de stad wat beter te leren kennen. Want ik kwam hier wel al vele jaren, maar ja, ik wist eigenlijk niet zoveel van Leiden. En toen zag ik een keer de oproep hierbuiten staan en toen dacht ik: laat ik dat gaan proberen! En dat is goed bevallen.

Frieke: En waar ga je op promoveren?

Brenda: De invloed van het Frans op het Nederlands van 1500 tot 1900. Dus ik heb Nederlands gestudeerd en dit is een historisch onderzoek. Ik bestudeer eigenlijk het Nederlands van het verleden, vanuit een sociaal perspectief. En dan vooral leenwoorden, dus hoeveel leenwoorden er in het Nederlands terecht zijn gekomen uit het Frans.

Regine Sies-Scholte (84 jaar)

Ik ben geboren in Weststellingwerf. Dat is Wolvega, Friesland. Mijn vader zat in het onderwijs en heeft iedere keer een stapje omhoog gedaan op de onderwijsladder. Dus wij hebben een beetje door heel Nederland gewoond, want ik was de oudste van zeven, dus ik ging keurig mee natuurlijk. Dus ja, daar kom ik vandaan…ik weet niet waar ik vandaan kom eigenlijk.

Toen ik in Rijswijk ging wonen was ik aan een opleiding maatschappelijk werk begonnen. En toen had ik inmiddels ook verkering gekregen en ben ik getrouwd. En toen kreeg ik een kind en mocht ik niet meer werken, want dat was vroeger zo… En toen heb ik vier kinderen opgevoed; mijn man had een eigen bedrijf, dus ik ging wel eens bij hem werken. Ik woon nu weer in Leiden, tot mijn ongelofelijke vreugde.

Mijn jeugd heb ik hier doorgebracht en ik was zo ontzettend blij dat ik weer in Leiden woon.

Ik weet niet wat het is, maar dat gevoel had ik…dat ik op een gegeven moment tegen de burgemeester zei, die hier liep bij een concert of iets dergelijks, dat ik hem aangeklampt heb en gezegd: “Ik woon weer in Leiden en ik ben er zo blij om!”.

Hoe ben ik bij de Pieterkerk gekomen? 30 jaar geleden is mijn man overleden en er waren heel veel vrijwilligers van mijn generatie, die leraar waren op het Bonaventura. En dat was André (Sistermans red.) ook en die hadden elkaar opgejut.

Dus de eerste mensen woonden ook allemaal hier rond de Pieterskerk, dus dat gaf natuurlijk ook wel een soort band onderling. Nou een van die mensen was leraar op de Bonaventura en daar was ik bibliotheekmoeder: we gingen een dagje uit en ik zat naast hem. En hij zei: “Voel je er niks voor om vrijwilliger te worden?”. Toen was ik pas weduwe. En toen zei ik: “Ja, waarom niet?”. En sindsdien ben ik verknocht aan de Pieterskerk.

Iedereen weet het ook gewoon, dat ik gek ben van de kerk. En ik ben ook ontzettend blij met jullie allemaal! Want ik kan niet zoveel meer. Dus ik ben echt blij met jullie. Ik hou echt van de Pieterskerk, echt waar, al klinkt dat heel theatraal.

Mart Meeuwsen (66 jaar)

Van oorsprong kom ik uit Rotterdam, maar daar heb ik niet lang gewoond. Net als jij (zich kerend naar Regine) reisde mijn vader ook zijn carrière na; hij werkte bij de spoorwegen. Van stationschef naar een groter station, enzovoort. Wij hobbelden erachteraan en dat eindigde in Barendrecht of all places. Echt een gehucht, onder Rotterdam. Voor mijn opleiding ben ik naar Leiden

gegaan en sindsdien voel ik mij Leidenaar, eigenlijk. Ik wil hier niet meer weg.

Ik ben inmiddels vier jaar geleden gestopt met werken. Mijn hele leven heb ik in de zorg gewerkt: de geestelijke zorg, verslavingszorg en maatschappelijke opvang. Begonnen in de uitvoering als therapeut, als maatschappelijk werker. En later in het management terecht gekomen.

Ik was mijn hele leven al van plan om op mijn zestigste te stoppen, maar toen was de klus nog niet klaar, dus werd het 62. En toen dacht ik: nu heb ik tijd om te reizen en hele andere dingen te doen dan werk. En het eerste wat ik ging doen was vrijwilligerswerk! In eerste instantie niet hier, maar bij een bij een stichting die uitgeprocedeerde vluchtelingen opving. En daar heb ik twee jaar gewerkt als huismeester of conciërge. Dat heeft ermee te maken dat, voordat ik mijn studie ging doen, ik eerst nog twee jaar op de HTS heb gezeten omdat ik gek ben op techniek, nog steeds, maar daar nooit iets mee heb gedaan. Dus ik dacht: dit is mijn kans om met mijn handen te gaan werken.

Toen de gemeente Leiden er daar de stekker eruit trok waren er twee opties: de Pieterskerk en een hospice in de buurt zochten een huismeester. En ja, dat hospice trok natuurlijk vanwege de bewoners, maar dit gebouw,

daar kan natuurlijk niemand tegenop en toen heb ik hier gesolliciteerd. Een gesprek gehad met Raymond en met Frieke en ik was verkocht.

De mooiste momenten voor mij als vrijwilliger zijn, als ik maandagochtend vroeg wel eens als eerste hier ben, dan pak ik een stoel en een kop koffie en ga ik middenin het monument zitten. Dan drink ik mijn koffie en kijk ik alleen maar om me heen, hoe de zon schijnt.

Ward: En had je niet bij een van je eerste klussen een speciale constructie gemaakt om de convectorputten open te maken?

Mart : Ja, inderdaad. Dat zijn zware metalen rekken, waar je ook met een hoogwerker overheen kan rijden. Dus dat is stevig en heel zwaar. En dat moet je eraf halen om daarbij te kunnen, om te kunnen stofzuigen. Dus ik heb een haak gemaakt, die je met een steekkarretje zo omhoog kunt trekken en dan rij je zo die deksel eraf. En dat scheelt heel veel tilwerk.

Ja, ik vind het hier heel leuk. Ik ben gek op kunst en cultuur en vind het heel leuk om dat eens van de uitvoerende kant te zien in plaats van de consumerende kant.

Na de kennismaking wordt er druk verder gepraat. De conclusie is dat dit zo leuk is, dat wij in het nieuwe jaar regelmatig kleine bijeenkomsten gaan organiseren waar wij elkaar allemaal beter leren kennen. Dus to be continued…

Pieter. 43 Pieter. 42
De vrijwilligers in het museumcafé (vlnr: Regine, Brenda, Karen, Ward en Mart), 2022

BETROKKENHEID EN HISTORISCH BESEF ALS LEIDRAAD

Oekraïense vluchtelingen welkom in de Pieterskerk Leiden

HET STAAT IN ONS GEHEUGEN GEGRIFT: EIND FEBRUARI 2022 WERD OEKRAÏNE BINNENGEVALLEN DOOR HET KWAADWILLIGE

REGIME VAN DE RUSSISCHE PRESIDENT POETIN. HET LEED DAT DEZE OORLOG HEEFT VEROORZAAKT - VANAF 2022, MAAR OOK AL SINDS 2014 - IS IMMENS EN HEEFT SINDS DE INVASIE VELE MILJOENEN MENSEN GETROFFEN. MILJOENEN

OEKRAÏNERS ZIJN NAAR EUROPA GEVLUCHT. VELE TIENDUIZENDEN KWAMEN NAAR NEDERLAND EN OOK NAAR LEIDEN.

VANAF HET BEGIN VAN DE OORLOG HEEFT DE PIETERSKERK LEIDEN HAAR BEST GEDAAN OM IN DEZE TRAGEDIE EEN KLEINE POSITIEVE BIJDRAGE TE KUNNEN LEVEREN.

Het voorbeeld van de geschiedenis Leiden kent een lange geschiedenis met het opvangen van vluchtelingen. Dit gaat terug tot tenminste de 16e en 17e eeuw, toen Vlamingen en Hugenoten naar Leiden kwamen om oorlog en vervolging te ontvluchten. Veel van deze vluchtelingen en hun afstammelingen zijn in de loop van de geschiedenis ook verbonden geraakt met de historie van de Pieterskerk Leiden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de Pieterskerk Leiden ook een belangrijke rol voor mensen die voor de oorlog moesten schuilen. De toenmalige kostersfamilie van de Pieterskerk Leiden, Willem Rameau en zijn vrouw Elisabeth, wisten naast allerlei andere verzetsactiviteiten ook veel onderduikers tijdelijk in de Pieterskerk Leiden onder te brengen. Buurtbewoners leefden mee met hun ondergedoken stadgenoten: zo bracht de zoon van een melkboer voor de onderduikers iedere avond een melkbus vol met erwtensoep naar de Pieterskerk Leiden.

Het DNA van de Pieterskerk Leiden

Deze historische voorbeelden zitten in het DNA van de Pieterskerk Leiden, ook nu het monument al ruim een halve eeuw door een seculiere stichting beheerd wordt.

Mede hierom ontstond al snel het verlangen om vanuit de Pieterskerk Leiden iets concreets te betekenen voor de mensen die nu huis en haard moesten achterlaten om in veiligheid te leven.

Daarom is de voormalige kosterswoning, die onder de naam Villa Rameau als short-stay locatie wordt verhuurd, vanaf eind maart 2022 volledig voor de huisvesting van Oekraïense vluchtelingen ter beschikking gesteld. Daarbij werd nauw samengewerkt met de Gemeente Leiden.

De hulp die de Pieterskerk Leiden hulp kan bieden is mede te danken aan de genereuze steun van particuliere donateurs. De Villa wordt tot tenminste eind 2023 ter beschikking gesteld aan Oekraïense vluchtelingen. Nog altijd is de dekking door particuliere donaties hiervoor cruciaal; nieuwe donaties zijn daarom zeer welkom. Heeft u belangstelling om te doneren voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen, dan vindt u verderop in dit artikel de relevante gegevens (zie kader).

Oekraïnedag in de Pieterskerk Leiden

Vrij snel na de eerste toestroom van Oekraïense vluchtelingen was het Pasen. Het orthodox Pasen, een breed gevierde feestdag in Oekraïne, viel dit jaar

Steun de opvang van Oekraïense vluchtelingen in de Pieterskerk Leiden

Uw donatie ter ondersteuning van de opvang van Oekraïense vluchtelingen in de voormalige kosterswoning is zeer welkom. Wilt u doneren? Dan kunt u uw donatie overmaken op bankrekeningnummer IBAN: NL22 ABNA 0881 5283 07 t.n.v. Stichting Vrienden van de Pieterskerk Leiden te Leiden o.v.v. ‘donatie Oekraïne’. Voor donateurs uit het buitenland - BIC: ABNANL2A.

precies een week na ons Pasen. Vanuit de Pieterskerk Leiden was er de behoefte om vluchtelingen met elkaar in contact te laten komen en ook om andere Leidse gastgezinnen te ontmoeten. Daarom organiseerde de Pieterskerk Leiden op zondag 24 april 2022 een bijeenkomst in het monument.

In zo’n ingrijpende periode is het sociale contact vanzelfsprekend heel belangrijk om in een nieuwe omgeving te kunnen aarden. Vandaar dat er een gezellige inrichting was gecreëerd, met bijvoorbeeld een knutseltafel voor kinderen en eet- en drinkkraampjes door het hele monument. Vrijwilligers en het kantoorteam waren aanwezig om iedereen op te vangen en te begeleiden.

Deze Oekraïnedag werd van harte ondersteund door de gemeente Leiden, om de vele Oekraïense vluchtelingen in de regio de gelegenheid te bieden om in een informele setting met elkaar in contact te komen. Velen waren destijds pas enkele weken in Nederland en hadden vaak nog niet de kans gehad om een nieuw netwerk op te bouwen. Ook was er de gelegenheid om in gesprek te gaan met gemeentemedewerkers, om belangrijke praktische informatie op te halen. Het werd voor alle aanwezigen een hele bijzondere dag.

Met dank aan:

Pieter. 45
Burgemeester Lenferink spreekt met Oekraïense vluchtelingen tijdens de Oekraïnedag in de Pieterskerk Leiden, 2022 Kindertafel tijdens de Oekraïnedag in de Pieterskerk Leiden, 2022 De Oekraïnedag in de Pieterskerk Leiden, 2022 Stichting Vrienden van de Pieterskerk Leiden

DE EEUWENOUDE BAND TUSSEN HET STEDELIJK GYMNASIUM EN DE PIETERSKERK LEIDEN

Verleden, heden en toekomst

- werd ontworpen door stadsmetselaar Jacob Dircxz den Dubbelden (†1627) en stadssteenhouwer Claes Cornelisz van Es.

In dit gebouw gingen onder andere Rembrandt van Rijn (1606-1669) en Jan Steen (1626-1679) naar school. En het kan niet anders dan dat leerlingen gedurende al hun jaren bij de school ook wel eens binnenliepen bij de Pieterskerk Leiden. Het transept was in feite immers een doorgaande weg in het stadscentrum. Maar dat is niet de enige connectie tussen de school en de Pieterskerk Leiden.

Een rector herdacht

Als leerlingen van het Stedelijk Gymnasium vanaf het podium in het schip zouden doorlopen naar de andere kant van de Pieterskerk Leiden, zouden zij in het meest oostelijke deel van de kooromgang een epitaaf tegen het lijf lopen die teruggaat naar de historie van de 16e-eeuwse Latijnse School. De epitaaf herdenkt namelijk Nicolaas Stochius (1534-1593), die van 1556 tot zijn overlijden in 1593 rector was van de Leidse Latijnse School. Of zoals op zijn epitaaf te lezen staat:

PVBLICI GYMNASII RECTOR PERPETVVS.

zichtbaar vanuit de Pieterskerk-Choorsteeg. Op de andere gevelsteen staat: Beter benyt dan beclacht, alst Godt behacht. Deze stenen werden vermoedelijk rond 1600 geplaatst, ongeveer dezelfde periode als de epitaaf voor Stochius. De tweede spreuk was wel vaker te zien in deze tijd, bijvoorbeeld in een gedicht van Jacob Cats over Invidia, ofwel jaloezie:

't Is beter benijt, als beklaeght. Benijt is beter als beklaeght, Wanneer het Godt alsoo behaeght.

't Is den eenen hont leet dat d'ander in de keucken gaet.

Wie wel gedijt, Die wort benijt. Naer eer en staet Volght nijt en haet.

De lessen van Stochius pasten dus in de tijdsgeest en vertegenwoordigen nu de verstilling van een ver verleden.

Verleden, heden, toekomst

IEDER JAAR VINDT IN DE ZOMER EEN FEESTELIJK MOMENT PLAATS IN

DE PIETERSKERK LEIDEN: DE SLOTCEREMONIE VOOR DE GESLAAGDEN

VAN HET STEDELIJK GYMNASIUM LEIDEN. WAT VEEL LEERLINGEN ZICH

OP DAT MOMENT, BIJ DE BEKRONING EN HET AFSCHEID VAN HUN

SCHOOLCARRIÈRE, MISSCHIEN NIET REALISEREN IS DAT ZIJ DOOR DE

PIETERSKERK LEIDEN BINNEN TE STAPPEN, OOK HET VERLEDEN VAN HUN

EIGEN SCHOOL INSTAPPEN. HET STEDELIJK GYMNASIUM HEEFT NAMELIJK EEN EEUWENOUDE BAND MET DE PIETERSKERK LEIDEN, DANKZIJ HAAR VOORLOPER: DE LATIJNSE SCHOOL.

Op een steenworp afstand

Hoewel de Latijnse School in Leiden niet zo oud is als de Pieterskerk Leiden met haar 900 jaar, dateert de school naar alle waarschijnlijkheid al uit de vroege 14e eeuw. Dat het Stedelijk Gymnasium in 2023 haar 700-jarig bestaan viert heeft haar oorsprong in de grafelijke charter waar in 1323 voor het eerst gesproken over een schole of scoele in Leiden. In 1324 benoemde graaf Willem III van Holland (1287-1337) de schoolmeester Andries tot secretaris van zijn dochter Margaretha (1310-1356), die in dat jaar trouwde met de keizer Lodewijk van Beieren (1282-1347).

Waar het eerste schoolgebouw heeft gestaan is niet bekend, al is het vermoeden dat dit in de buurt van het grafelijk hof moet zijn geweest waar ook de Pieterskerk Leiden als grafelijke kapel deel van uitmaakte. In 1431 verhuisde de school naar een gebouw aan de Lokhorststraat. In 1599 werd dit afgebroken en vervangen door het monumentale pand dat tot op de dag van vandaag in de Lokhorststraat te vinden is. Het gebouw - met de klassieke renaissancistische trapgevel

Oorspronkelijke afkomstig uit het Duitse Recklinghausen in Westfalen, maakte hij als rector de Reformatie mee. Stochius was zelf een calvinist, vermoedelijk bekeerd, wat mogelijk gunstig was voor het behoud van zijn aanstelling. In de katholieke tijd waren leerlingen van de Latijnse School nog koorjongens in de Pieterskerk Leiden. Na de Reformatie zullen zij hooguit hebben meegezongen met de psalmen bij de diensten.

Spreuken van een onderwijzer

Als onderwijzer bij uitstek liet Stochius in zijn nagedachtenis ook nog lessen na. Zo zijn er op zijn epitaaf twee spreuken te lezen: Die lijdt en siet, doet nyde teniet en Leert sterven eer gij sterft. Soo kunt gij sterven als gij sterft. De tweede spreuk, die bovenaan de epitaaf te lezen is, is een toepasselijke memento mori voor een gedenkmonument. De eerste, die beter te lezen is omdat het aan de onderkant van de epitaaf is aangebracht (min of meer op ooghoogte), is opvallender.

Deze opmerkelijke spreuk is ook terug te zien op één van twee gevelstenen aan het pand op Langebrug 69,

De leerlingen van het Stedelijk Gymnasium worden tijdens de slotceremonie dus onderdeel van een eeuwenoude geschiedenis. Maar het heden en de ceremonie zelf nemen natuurlijk de meeste aandacht op: trots op het behaalde resultaat en een lichte melancholie over het afscheid van klasgenoten en de school. En daarna de blik voorwaarts, naar het vormgeven en deel uitmaken van de - nog onbepaalde - toekomst.

Pieter. 47 Pieter. 46
Slotceremonie voor de geslaagden van het Stedelijk Gymnasium in de Pieterskerk Leiden © Stedelijk Gymnasium De epitaaf van Nicolaas Stochius in de Pieterskerk Leiden

1572:

Kanteljaar in de geschiedenis van de Pieterskerk

NET ALS VEEL ANDERE STEDEN VOND LEIDEN IN 1572 AANSLUITING BIJ DE OPSTAND VAN WILLEM VAN

ORANJE TEGEN DE REGERING VAN DE GEHATE HERTOG VAN ALVA. HOEWEL PROTESTANTSE IDEEËN AL

ENKELE DECENNIA IN DE STAD CIRCULEERDEN, ZOU DE KLEINE CALVINISTISCHE GEMEENSCHAP PAS NA

1572 DEFINITIEF VOET AAN DE GROND KRIJGEN: HET BEGIN VAN DE LEIDSE REFORMATIE. EN DAT WAS EEN GESCHIEDENIS VOL GEWELD.

Pieter Adriaensz. van der Wer

Op 26 juni 1572 stroomden de geuzen Leiden binnen. Niet lang daarna, rond 2 juli, was er een oude bekende de stad binnengekomen: Pieter Adriaensz. van der Werff. De latere burgemeester was na 1566 naar Emden gevlucht. Hij had deelgenomen aan gereformeerde bijeenkomsten en daarom hadden Alva en de Raad van Beroeren hem op de korrel. Streng vervolgingsbeleid had er na de Beeldenstorm voor gezorgd dat tientallen Leidenaren in ballingschap waren vertrokken. Zoals andere ballingen radicaliseerde Van der Werff, sprak hij zijn netwerk aan en hielp hij mee stadsbesturen onder druk te zetten om partij te kiezen voor de opstandelingen.

Tijdens zijn ballingschap kwam Van der Werff in contact met de prins. In het voorjaar van 1572 keerde hij terug naar Holland met een geloofsbrief van Oranje op zak, die hem in staat stelde met de stadsbesturen te onderhandelen. De brief die Van der Werff op 2 juli aan de Leidse stadsbestuurders toonde, bevatte een lijst met punten die dringend ondernomen moeten worden. Ook op religieus gebied:

Ten derde dat men de belangrijkste kerk zal vergunnen aan de [gereformeerde] gemeente om daar Gods woord met de uitoefening van de gereformeerde religie te laten plaatsvinden, en dat men niet over elkaar mag kwaadspreken. Ten zesde dat het stadsbestuur alle plundering en roof zal voorkomen, zowel van geestelijke als wereldlijke [personen] en van kerken en kloosters.

De brief toonde Oranjes wens: godsdienstvrijheid voor katholiek en protestant en een geweldloze verhouding tussen die twee. Oranje had zich daar al tijden voor ingezet en wilde boven alles voorkomen dat er een heftige burgeroorlog uitbrak, zoals die in Frankrijk woedde. De praktijk van 1572 bleek weerbarstig: Oranje moest knarsetandend toezien hoe zijn religiepolitiek

N
Pieter. 49 Pieter. 48 Portret van Arent Dircxz. Bockenbergh alias van der Goude, 1570-1579. Collectie Museum Catharijneconvent Geloofsbrief van Willem van Oranje in bezit van Pieter Adriaensz. van der Werff 1572.

hem door de vingers glipte. Door de oorlog had de prins zelf andere prioriteiten en bovendien was hij afhankelijk van de steun van partijen die zijn afspraken schonden. Zo moest hij accepteren dat hij maar nauwelijks gezag had over geuzencommandant en katholiekenhater Willem van der Marck, de graaf van Lumey, die in Holland katholieken terroriseerde.

De laatste pastoor van de Pieterskerk

Niet lang na de politieke omwenteling van 26 juni sloten de Leidse kerken hun deuren, op 7 juli. Oranjes opdracht om kerkgebouwen voor de gereformeerde eredienst ter beschikking te stellen veroorzaakte

problemen: de katholieken moesten ten opzichte van de status quo inleveren. Ook in Leiden eisten de gereformeerden kerkelijke ruimte op. In de meeste plaatsen ging de overdracht van gebouwen er niet zachtzinnig aan toe en werd er flink gebeeldenstormd, al dan niet met hulp van of oogluikend toegestaan door de geuzen. Wanhopige stadsbestuurders hoopten vaak nog tevergeefs op een ordelijke ontruiming. Op 20 juli namen de gereformeerden vervolgens de Vrouwenkerk in gebruik. In de weken en maanden daarop werd er in meerdere kerken gebeeldenstormd, ook de Pieterskerk Leiden bleef niet gespaard. Op 6 september kregen de katholieken weer toestemming om hun eredienst te

houden, maar lang heeft die situatie niet geduurd. Op 5 oktober beklom er voor het eerst een gereformeerde voorganger de preekstoel van de Leidse Pieterskerk. Het stadsbestuur had daarvoor het majestueuze altaarstuk ‘Het Laatste Oordeel’ van Lucas van Leyden in veiligheid gebracht. Later is de preekstoel, die van voor de Leidse Reformatie dateert, mogelijk aangepast en zijn er beelden uit de nissen verwijderd. Ook de katholieke teksten op het middeleeuwse koorhek waren niet volgens de smaak van de nieuwe gebruikers, en raakten onder een nieuwe lijst versierselen verborgen.

Het was vooral het grootschalig antikatholiek geweld van de geuzen dat Oranjes plannen voor godsdienstvrijheid deed sneuvelen. Onder aanvoering van geuzenleider Lumey waren veel geestelijken lastiggevallen en soms zelfs bruut vermoord. Geen wonder dat in tal van steden geestelijken elders een veilig heenkomen hadden gezocht. Anderen bleven, maar durfden soms niet meer in hun geestelijke kledij over straat omdat ze dan herkend zouden worden en met geweld te maken konden krijgen. In november 1572 werd Jodocus Tollius, kanunnik van St. Pancras, vermoord. En zo zag ook Arent Dircxz. Bockenbergh van der Goude zijn leven veranderen. Hij was commandeur van de Duitse Orde en in 1566 aangesteld als pastoor van de Pieterskerk Leiden. Lang heeft de pastoor zijn parochianen niet kunnen bedienen. Bockenbergh ging de geschiedenis in als de laatste pastoor van de Pieterskerk.

Dat er in 1572 überhaupt een oorlog gevochten moest worden, droeg bij aan een context die er alle schijn van had dat de uitoefening van het katholicisme beperkt moest worden. Oorlogsvoering kostte geld, en dat had Oranje niet. In juli was er op een beroemde vergadering van de Staten van Holland in Dordrecht afgesproken dat de kerkelijke goederen die ‘meer tot chiragie [versiering] dan tot noodicheyt’ dienden ‘geleend’ konden worden. In de praktijk kwam dat neer op confiscatie. Het kerkzilver liet zich makkelijk omsmelten, om er vervolgens soldaten mee te betalen. Maar hoe verhield zich dat tot alle mooie woorden over vrije godsdienstuitoefening? Het misgerei, dat noodzakelijk was voor uitoefening van de katholieke eredienst, bleek namelijk ook niet veilig voor de nieuwe machthebbers. Zo zullen ook veel schatten van de Pieterskerk Leiden verdwenen zijn.

De dood van Cornelis Musius

Exemplarisch voor Oranjes zwakke positie en diens onvermogen zijn religiepolitiek door te voeren was het

tragisch lot van Cornelis Musius, de rector van het Delfse Sint-Agathaklooster (tegenwoordig het Prinsenhof). Musius was op 10 december opgepakt door Lumey’s geuzen en naar Leiden gebracht. Eerst werd Musius ondervraagd in het oude Huis van Lokhorst, het ‘’s Gravenhof’, aan de zuidkant van de Pieterskerk Leiden.

Vervolgens werd de 72-jarige pater in het nabijgelegen huis van de gevluchte notaris Cornelis van Veen aan het Pieterskerkhof afgrijselijk gemarteld. Op gruwelijke wijze bewerkten de beulen Musius met brandende fakkels en scherpe messen, alvorens ze hem een paar uur later naar buiten sleepten en via de Pieterskerk-Choorsteeg richting de Blauwe Steen op de Breestraat trokken. Daar was een galg opgericht, maar Musius was door de martelingen dusdanig verzwakt dat hij de trap niet meer kon opklimmen. Zodoende moest het touw dat bedoeld was voor de strop, om zijn middel worden geknoopt om hem op te hijsen. De geuzen scheurden een van zijn kledingstukken in stukken om er een nieuwe strop van te maken. De strop sloot niet goed, waardoor Musius een vreselijke dood kreeg.

Rond de middag van 11 december werd het levenloze lichaam van de bejaarde priester de galg afgehaald. Daarna zou het lichaam nog zijn verminkt, waarbij onder andere zijn geslacht zou zijn afgesneden. Uiteindelijk kregen enkele katholieken toestemming om Musius te begraven in de Leidse Pieterskerk. Zijn graf is nooit teruggevonden.

Hoe het verder ging Oranje regeerde woest op de moord op Musius. Diens dood vormde een tragische illustratie van Oranjes mislukte hoop op religievrijheid voor katholiek en protestant. Een katholieke mis is sindsdien niet meer in de Pieterskerk Leiden gevierd. In de 450 jaar daarna ontstond één nieuwe constante: de dankdienst. Na het ontzet in 1574 stroomde de bevolking het gebouw binnen om een dankdienst te houden “naer zoe veele ellenden miserien benautheyden hongernoot ende calamiteyt.” Een nieuwe traditie was geboren.

Johan Visser is historicus en verbonden aan de Universiteit Leiden. Hij is auteur van ‘Zutphen 1572: de geschiedenis van een bloedbad’.

Pieter. 51 Pieter. 50
Portret van Cornelis Musius omringd door taferelen uit zijn martelaarschap, 1572, 1632-1634. Jan van de Velde (II), naar Jacob Matham. Collectie Rijksmuseum

Een andere kijk op de wereld

GAIA IS EEN RONDREIZEND KUNSTWERK VAN DE BRITSE KUNSTENAAR

LUKE JERRAM. HET KUNSTWERK WAS EERDER TE ZIEN IN WERELDSTEDEN ALS LONDEN, ROME, PARIJS, MELBOURNE, SHANGHAI EN WASHINGTON. IN DE GRIEKSE MYTHOLOGIE IS GAIA DE PERSONIFICATIE VAN MOEDER

AARDE: EEN SYMBOOL VOOR DE NATUUR ALS BRON VAN AL HET LEVEN, DIE EERBIED VERDIEND.

Van 20 augustus tot en met 25 september 2022 was het in de Pieterskerk Leiden te bezichtigen: tijdens de openstelling, de Open Monumentendagen en de Nacht van Ontdekkingen hebben duizenden bezoekers Gaia bezocht.

The Blue Marble

De kunstenaar maakte de bol op schaal, namelijk 1,8 miljoen keer kleiner dan de echte aarde. Wanneer je op een afstand van 211 meter van dit werk zou staan, zie je de aarde zoals ze vanaf de maan zichtbaar is. Precies zoals de astronauten onze planeet hebben gezien: als een kleine, kwetsbare planeet in een groot universum.

Dit beeld is ook wel bekend van de iconische foto The Blue Marble: een foto genomen op 7 december 1972 door een astronaut van de Apollo-17 missie, onderweg naar de maan.

Gaia

en de Pieterskerk Leiden

De tentoonstelling Gaia is gericht op de toekomst van de planeet. Het paste daarom bijvoorbeeld ook perfect bij het thema van de Open Monumentendagen op 10 en 11 september 2022, dat dit jaar in het kader stond van duurzaamheid.

Door het kunstwerk in de eeuwenoude Pieterskerk Leiden tentoon te stellen, werd het ook met de geschiedenis verbonden. Het laat de tijdloosheid zien van de planeet Aarde als de godin Gaia, de bron van al het leven.

Pieter. 53
52 De tijdelijke tentoonstelling Gaia in de Pieterskerk Leiden
Pieter.

Kraamkamer van de Universiteit Leiden

446 jaar geleden is de Universiteit Leiden in de Pieterskerk opgericht. Sindsdien zijn we onlosmakelijk aan elkaar verbonden in het hart van de stad. Onze wetenschappers en studenten ontmoeten elkaar onder het schitterende dak. We vieren er onze verjaardag (de dies natalis) en verwelkomen elk jaar onze nieuwe eerstejaars. Nelson

Mandela en Prinses Beatrix kregen er een eredoctoraat. Aanstaande studenten leren hier de universiteit kennen op onze Open Dagen. En voordat onze kersverse alumni hun handtekening in het Zweetkamertje kunnen zetten na het behalen van hun bul, hee menigeen gezweet op een tentamen in de Pieterskerk.

Pieter. 54 Bij ons leer je de wereld kennen
De Pieterskerk
Ook in de toekomst. Helpt u mee? www.dunea.nl/dwtoekomst De duinen zorgen voor ons water. Wij zorgen voor de duinen. Als betalen niet vanzelf gaat Boommarkt 3a 2311EA Leiden • Postbus 11122 2301EC Leiden • Tel 071-5161010 • www.buikenvanderhorst.nl

Hulp gezocht!

in de Pieterskerk Leiden. Sindsdien heb ik het gevoel dat ik gevolgd word. Ik ben daarom dringend op zoek naar mensen die mij kunnen helpen bij het veiligstellen van het geheim.

Ben jij de geschikte kandidaat?

KENNISMAKEN MET DE PRAKTIJK BIJ EEN UNIEKE ORGANISATIE

De Pieterskerk Leiden als leerbedrijf

VOOR DE VELE MBO EN HBO STUDENTEN DIE IEDER JAAR EEN STAGEPLEK ZOEKEN IS DE PIETERSKERK

LEIDEN EEN UNIEKE PLAATS OM ERVARING OP TE DOEN IN DE CULTURELE- EN EVENEMENTENSECTOR.

DE PIETERSKERK LEIDEN IS EEN DOOR DE SAMENWERKINGSORGANISATIE BEROEPSONDERWIJS

BEDRIJFSLEVEN (SBB) ERKEND LEERBEDRIJF. EIND 2022 WERD DEZE STATUS OPNIEUW VERLENGD.

Een unieke leerplek

Hoewel de stagemogelijkheden vanwege de ingrijpende coronamaatregelen in de afgelopen jaren - zoals overalbeperkter waren, biedt de Pieterskerk Leiden inmiddels weer meerdere stageplaatsen aan voor leergierige en enthousiaste MBO en HBO studenten. De Pieterskerk Leiden heeft al jarenlang diverse stageplaatsen voor studenten kunnen bieden.

De unieke bedrijfsvoering en doelstellingen van de Pieterskerk Leiden maken het een bijzondere plaats om een stage te lopen. Studenten komen te werken in een 900 jaar oud historisch monument middenin de Leidse binnenstad, met een one-stop-shop evenementenbureau en hoogwaardige technische installaties voor producties. Studenten kunnen meekijken bij het faciliteren en produceren van evenementen, het facilitair management en onderhoud, maar ook de algemene bedrijfsvoering waar bijvoorbeeld het museumcafé en de Mayflower Escaperoom onder vallen.

Ervaring in een dynamische omgeving

Alle verschillende bedrijfsonderdelen en taken maken de dagelijkse praktijk in de Pieterskerk Leiden heel divers. In één week kan er een hoop gebeuren: de organisatie van een groot evenement, meerdere boekingen voor de Escaperoom, honderden bezoekers voor de reguliere openstelling, lunchreserveringen in het café, belangrijk onderhoud. En dat is maar een korte opsomming. De

gevleugelde uitspraak never a dull moment gaat heel goed op voor de Pieterskerk Leiden.

Ruimte voor talent

De Pieterskerk Leiden staat dan ook open voor studenten van verschillende opleidingen. Studenten van de Hotelschool (middelbare en hogere), Marketing & Communicatie en Facilitair Management zijn van harte welkom om hier ervaring op te doen, waar ze de rest van hun carrière plezier van hebben. Bovendien worden studenten actief begeleid bij het succesvol afronden van hun stageopdrachten.

Er is veel ruimte om vaardigheden en talenten verder te ontwikkelen bij de Pieterskerk Leiden, of om juist meer ervaring op te doen bij de moeilijke klussen. Of het nu gaat om het dagelijkse reilen en zeilen van een groot publiek toegankelijk monument, of om unieke uitdagingen in een hoogwaardige omgeving: bij de Pieterskerk Leiden valt veel te leren.

Ben jij geïnteresseerd in een stage bij de Pieterskerk Leiden?

Ben jij of ken jij iemand die geïnteresseerd is in een stage bij de Pieterskerk Leiden?

Heb je vragen of wil je meer weten?

Neem dan contact op via: personeel@pieterskerk.com.

Pieter. 57
Carel Stolker. © Foto Mike van Bemmelen
Bij mijn onderzoek naar de Pilgrims heb ik een groot geheim ontdekt
B 6 B 7 % 63 www.mayflowerescaperoom.nl R 5 * XS 2 R 7 4 K 2 8 3 0 G 6 6 y i 6$ & 2

DE GRAFZERKEN IN HET KOOR VAN DE PIETERSKERK LEIDEN

Verborgen schatten

DE INDRUKWEKKENDE ZERKENVLOER VAN DE PIETERSKERK LEIDEN, DOOR HET GEBRUIK VAN BLAUWE HARDSTEEN VAN EEN EGAAL UITERLIJK

VOORZIEN, SPRINGT METEEN IN HET OOG BIJ HET BETREDEN VAN HET

MONUMENT. HET IS ZONDER TWIJFEL EEN VAN DE MEEST BEELDBEPALENDE

ONDERDELEN VAN HET HISTORISCHE INTERIEUR. ZEKER WANNEER HET

PAS IN DE JAARLIJKSE BIJENWAS IS GEZET EN IEDERE STEEN WEER GLIMT

ALS NIEUW. MAAR EEN GEDEELTE VAN DE ZERKENVLOER IS AL ENIGE

DECENNIA AAN HET ZICHT ONTTROKKEN…DE ZERKEN IN HET KOOR. IN DIT ARTIKEL SPECIALE AANDACHT VOOR DEZE VERBORGEN SCHOONHEID.

In het koor, de plek waar katholieken de hoogmis vierden en protestanten na de Reformatie het avondmaal, werden eeuwenlang - net als door het hele monument - mensen begraven. En dus werden ook hier de sierlijke zerken geplaatst die de rest van de monumentale vloer kenmerken. Sterker nog, de zerken in het koor zijnhoewel smaak uiteraard een subjectief gegeven is - waarschijnlijk de mooiste van de Pieterskerk Leiden.

Grote namen liggen of lagen in het koor begraven. Leidens eigen Jan Steen en zijn familie liggen er nog altijd begraven in hun familiegraf, Filips Marnix van St. Aldegonde - de medestander van Willem van Oranje - lag er begraven, leden van de bekende Leidse uitgeversfamilie Elzevier, de abdissen Susanna van Etten en Johanna van der Does en nog vele anderen. Het koor was een voorname plaats om begraven te worden, omdat het in de katholieke tijd als de meest gewijde plek van het gebouw gold. Voor de abdissen en de katholieke familie Steen was het daarom van extra betekenis om hier begraven te worden; zij werden allen ná de Reformatie in de Pieterskerk Leiden ter aarde besteld.

Sinds eind jaren zeventig van de twintigste eeuw ligt er echter een houten vloer in het koor, die bovenop de zerken rust. Hiervoor waren meerdere redenen: op deze plek konden elementen van de oorspronkelijke kerkbanken bewaard blijven (met name de goed herkenbare Herenbank); de ruimte was indien afgesloten zeer geschikt voor separate evenementen, lezingen, concerten, recepties, diners en dergelijke; en tot slot kon de ruimte zo beter verwarmd worden, vanwege het aanbrengen van vloerverwarming. Het feit dat de vloerverwarming onder het hout ligt, maar niet onder de zerken, is dan ook de reden dat het koor van de Pieterskerk Leiden de enige plaats is waar nog mensen op hun oorspronkelijke laatste rustplaats begraven liggen.

De oude foto’s van de zerken geven een indruk van de schoonheid van de oorspronkelijke zerkenvloer. Het weer - beschermd en wel - zichtbaar maken hiervan is een verlokkelijke wens, maar het zal flink wat ‘voeten in de aarde’ hebben om dit daadwerkelijk ooit te realiseren.

Koor van de Pieterskerk Leiden naar het zuidoosten, 1932. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Het koor van de Pieterskerk Leiden, 1907. Foto J. Goedeljee. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Pieter. 59 Grafzerk van Susanna van Etten,1981. Foto G.J. Dukker. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Grafzerk van Francois Boudewyns van Berlecom, 1981. Foto G.J. Dukker. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Grafzerk van Catharina de Malapert,1981. Foto G.J. Dukker. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Grafzerk van de familie Van Buren,1981. Foto G.J. Dukker. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Grafzerken in het koor van de Pieterskerk Leiden,1981. Foto G.J. Dukker. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

VAN KERK, CONCERTZAAL EN AULA TOT STICHTING PIETERSKERK LEIDEN

De Pieterskerk Leiden 50 jaar geleden

IN DE VORIGE EDITIE VAN DE PIETER WERD IN DEZE COLUMN - IN

HET KADER VAN HET JUBILEUMJAAR - UITERAARD STILGESTAAN

BIJ DE PIETERSKERK LEIDEN 900 JAAR GELEDEN. DITMAAL GAAT DE BLIK WEER IETS MEER DAN 50 JAAR HET VERLEDEN IN, NAMELIJK

NAAR 1972. IN DAT JAAR BEREIKTE DE ONDUIDELIJKHEID OVER DE

TOEKOMST VAN DE PIETERSKERK LEIDEN EEN HOOGTEPUNT. HET

WAS AL DUIDELIJK DAT DE HERVORMDE GEMEENTE HET MONUMENT

DEFINITIEF ZOU AFSTOTEN, MAAR IN 1972 VIEL OOK DE UNIVERSITEIT

AF ALS POTENTIËLE NIEUWE BEHEERDER VAN HET MONUMENT. NA

JARENLANGE ONDERHANDELINGEN OVER EEN OVERDRACHT AAN DE

UNIVERSITEIT WERD DUIDELIJK DAT OOK ZIJ HET BEHEER VAN HET

MONUMENT NIET ZOUDEN KUNNEN DRAGEN.

Onderhandelingen zonder resultaat

De eerste contacten met de universiteit waren gelegd in april 1967, omdat de universiteit de Pieterskerk mogelijk kon gebruiken als Auditorium Maximum (‘Grootst Auditorium’). Het interieur zou daarvoor wel ingrijpend veranderd moeten worden. Bovendien wist men ook dat er een nieuw verwarmingssysteem nodig was. Er werden drie commissies ingesteld om het project uit te werken en de overdracht voor te bereiden: een technische, een financiële en een juridische commissie.

Na vier jaar werk in deze commissies waarin onder andere een verbouwingsplan was opgesteld, dat tevens was voorgelegd aan de Rijksbouwmeester en waarbij een door beide partijen aanvaardde huurovereenkomst was opgesteld, bleek dat de onderhandelingen toch afgebroken moesten worden. De universiteit had “geen financiële middelen om ook maar ’t bescheidenste plan te realiseren”, aldus de redacteur van de Nieuwe Leidsche Courant in een artikel van 6 januari 1972.

Onzekerheid troef

De situatie was kortom uitermate penibel, nu zowel de hervormde gemeente, de universiteit als de Rijksoverheid geen verantwoordelijkheid konden of wilden nemen voor het beheer van de Pieterskerk. Daarom werd er ook al over alternatieven nagedacht zoals een stichting, maar in het Leidsch Dagblad werd het vermoeden uitgesproken dat deze er niet op korte termijn zou komen. Dit leidde begrijpelijkerwijs tot de vraag die ook als titel boven de column verscheen: Pieterskerk, waarheen?

Deze vraag was ook de titel van een tijdelijke tentoonstelling, die in het gemeentearchief aan de Boisotkade was ingericht. Het werd in de column aangekondigd. Hoewel de toekomst van de Pieterskerk onzeker was, beantwoordde de expositie volgens de columnist “wel de vraag welke plaats de kerk in het Leidse verleden heeft ingenomen”.

De expositie toonde de Pieterskerk als kleine kapel, met en zonder toren, als katholieke kerk en als protestantse kerk. Er waren “indrukwekkende tekeningen, maar ook eenvoudige brieven van het kerkbestuur” te zien, die onder meer het verhaal van de 17e-eeuwse pestepidemieën vertelden. De tentoonstelling was de hele maand oktober te zien en was geopend op werkdagen, zaterdagochtenden en zelfs op de donderdagse koopavond van half acht tot tien uur.

Er was veel aan gelegen om de hachelijke situatie van de Pieterskerk bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. Het was, aldus de columnist, duidelijk “dat de Pieterskerk niet weg mag uit het Leidse stadsbeeld”.

Pieter. 60 Pieter. 61
Column.
"De kerk vervalt nog verder en steeds meer mensen zeggen dat de Pieterskerk niet weg mag uit het Leidse stadsbeeld."

Weihnachts Oratorium

Pieterskerk Leiden

23 december 2023

Nederlands

Kamerkoor

o.l.v. Peter Dijkstra

Een heldere administratie is altijd winst

De ene onderneming is meer de M, de andere meer de K van MKB. Maar hoe het ook is: altijd levert de stroomlijning van de bedrijfsadministratie een interessante besparing op. Niet alleen in geld, maar ook in tijd. Wij bezorgen de opdrachtgever de voordelen van een heldere administratie. Ook profiteren van de kennis en kunde, die wij al meer dan 30 jaar delen met onze klanten? Bel of mail: 071 523 55 88 | info@apek.nl | www.apek.nl

www.pieterskerk.com/wo-23

Administratie

Belastingen

Controlling

Detachering

Pieter. 63 Pieter. 62
Pieterskerk Leiden
16 2311SL Leiden +31(0)71 512 43 19
www.pieterskerk.com
Kloksteeg
info@pieterskerk.com
Onderhoud door Bambam Steenhouwers aan de natuursteen in het exterieur van de Pieterskerk Leiden, 2022.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.