Sinds het afschaffen van het bordeelverbod in 2000 is het Nederlandse prostitutiebeleid steeds meer in het licht van controle en beheersing van sekswerkers komen te staan. Onder de noemer van de bestrijding van mensenhandel worden sekswerkers gevolgd, geregistreerd, en onbedoeld tot mobiliteit gedwongen. Het is de vraag hoe effectief dit beleid is. Op grond van ervaringen in Oostenrijk blijkt dat registratie nauwelijks een bijdrage levert aan het voorkomen van mensenhandel. Ook zijn de voorwaarden waaronder sekswerkers in Nederland en Oostenrijk werken nog weinig verbeterd.
Dit zijn enkele conclusies uit de vandaag verschenen publicatie ‘Complexiteit en uitdagingen van het prostitutiebeleid’, de samenvatting van een internationaal vergelijkend onderzoek naar prostitutiebeleid in Nederland en Oostenrijk. Het onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit van Leiden in samenwerking met de gemeenten Den Haag, Rotterdam en Utrecht en Platform31.