Registratierapport 2014

Page 1

Registratierapport 2014 Een blik op ĂŠĂŠn jaar pleegzorg in cijfers



Inhoudsopgave Inleiding ...................................................................................................................................................................................................5 Kerncijfers ..............................................................................................................................................................................................6 1. Voortraject ......................................................................................................................................................................................... 8 1.1. Sensibilisering & Werving .................................................................................................................................................. 8 1.2. Selectie ........................................................................................................................................................................................9 2. Begeleidingen ................................................................................................................................................................................. 10 2.1. Pleegkinderen & pleeggasten .......................................................................................................................................... 10 Totaal aantal pleegzorgsituaties...................................................................................................................................... 10 Verdeling volgens geslacht, leeftijd, nationaliteit en aard van de plaatsing................................................... 12 2.2. Pleegzorgers .......................................................................................................................................................................... 15 2.3. Pleegzorgmodules ............................................................................................................................................................... 16 3. Gestarte begeleidingen .............................................................................................................................................................. 20 3.1. Opgestarte pleegzorgsituaties........................................................................................................................................ 20 3.2. Opgestarte typemodules.................................................................................................................................................. 23 4. Uitstroom ......................................................................................................................................................................................... 26 4.1. Beëindigde pleegzorgsituaties........................................................................................................................................ 26 4.2. Beëindigde pleegzorgmodules ...................................................................................................................................... 29 4.3. Pleegzorgers .......................................................................................................................................................................... 31 5. Conclusie.......................................................................................................................................................................................... 32

3



Inleiding Op 1 januari 2014 trad het nieuwe decreet pleegzorg in werking. Dit zorgde voor een grondige hervorming van het pleegzorglandschap: begin 2014 hergroepeerden de diensten voor pleegzorg zich tot 1 dienst per provincie. Daarnaast werd Partners in Pleegzorg opgericht, de zogenaamde partnerorganisatie. We kregen een ambitieuze nieuwe opdracht mee, namelijk het vertegenwoordigen van alle betrokkenen in pleegzorg: niet alleen de diensten voor pleegzorg maar ook de pleegzorgers, de kinderen en jongeren in pleegzorg, de pleeggasten Ên de ouders/familie van pleegkinderen en – gasten. Daarnaast namen we een aantal taken over van de vroegere koepelorganisatie Pleegzorg Vlaanderen, waaronder het opmaken van het jaarlijkse registratierapport. Van 1998 tot 2011 registreerde Pleegzorg Vlaanderen alle pleegzorgsituaties. Door de fusies van de verschillende diensten voor pleegzorg en de afbouw van de koepelorganisatie was het helaas niet mogelijk om betrouwbare cijfers te verzamelen voor de jaren 2012 en 2013. Ook voor 2014 was dit niet eenvoudig: er is immers nog geen gemeenschappelijk registratiesysteem voor alle diensten voor pleegzorg. Het rapport dat u nu in handen heeft is bijgevolg minder uitgebreid dan de voorgaande rapporten. Sommige gegevens zijn niet voor alle provincies beschikbaar, waardoor we soms een vertaling doen naar percentages. Niettemin kunnen we stellen dat deze cijfers een goed beeld geven van pleegzorg in 2014. We stellen u dan ook met plezier ons eerste registratierapport voor!

Els Van Achter

5


Kerncijfers

Voortraject Verstuurde infopakketten

3.069

Kandidaat-gezinnen op infosessies

1.007

Gezinnen gestart met selectie

301

Ingeselecteerde bestandsgezinnen

169

Begeleidingen Pleegzorgers op 31/12/13

3.554

Pleegzorgers op 31/12/14

4.036

Pleegkinderen & pleeggasten op 31/12/13

4.944

Pleegkinderen & pleeggasten op 31/12/14

5.344

Totaal aantal pleegkinderen in 2014

5.851

Totaal aantal pleeggasten in 2014

481

Totaal aantal pleegzorgsituaties in 2014

6.332

6


Pleegzorgmodules Ondersteunende pleegzorg

745

Perspectiefbiedende pleegzorg

5.303

Perspectiefzoekende pleegzorg

467

Crisispleegzorg

308

OPZ Ondersteunend

10

OPZ Perspectiefbiedend

5

Totaal

6.838

Rechtstreeks toegankelijk

18,9%

Niet-rechtstreeks toegankelijk

81,1%

Wisselingen & overgangen tussen pleegzorgmodules

527

In- en uitstroom Opgestarte begeleidingen pleegkinderen

1.573

Opgestarte begeleidingen pleeggasten

90

Totaal aantal opgestarte begeleidingen

1.663

Beëindigde begeleidingen pleegkinderen

1.259

Beëindigde begeleidingen pleeggasten

66

Totaal aantal beëindigde begeleidingen

1.325

7


1. Voortraject Al sinds 2011 (dus nog v贸贸r de fusie van 2014) sloegen de diensten voor pleegzorg de handen in elkaar om samen te werken in het voortraject. Met voortraject wordt bedoeld: promotie en werving, selectie van kandidaat-pleegzorgers, de intake van de hulpvragen en matching.

1.1. Sensibilisering & Werving De diensten voor pleegzorg verstuurden doorheen 2014 samen 3.069 informatiepakketten naar ge茂nteresseerde gezinnen. Daarnaast waren er 1.007 gezinnen aanwezig op de informatieavonden die over heel Vlaanderen georganiseerd werden. Vooral tijdens de Week van de Pleegzorg van 17 t.e.m. 23 november 2014 was het aantal belangstellenden, mede dankzij de grote mediabelangstelling, opmerkelijk. 1200

1070

1000 745

800 515

600 400 200

359

348 149

199

187

124

380

0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen Verstuurde infopakketten

Oost-Vlaanderen

Antwerpen

Kandidaat-pleeggezinnen op infosessies

8

Limburg


1.2. Selectie Kandidaat-pleeggezinnen krijgen eerst een vragenlijst toegestuurd. De gemiddelde tijd tussen het indienen van de vragenlijst en het eerste selectiegesprek bedroeg tussen de 1 Ă 2 maanden. De gemiddelde tijd tussen het eerste selectiegesprek en de definitieve selectie van een pleeggezin varieerde tussen 3 en 7 maanden. Nadat de kandidaat-pleegzorgers goedgekeurd zijn door het selectieteam is het wachten op de komst van een eerste pleegkind. De gemiddelde tijd tussen het inselecteren van een pleeggezin en het eerste pleegzorgattest (dat wordt afgeleverd bij elke nieuwe plaatsing) bedroeg tussen 0 en 8 maanden. In de loop van 2014 startten 301 gezinnen met de selectie. Dit resulteerde in de selectie van 169 nieuwe bestandsgezinnen. Door de grote toeloop van belangstellenden aan het einde van het jaar, waren nog niet alle selecties afgerond op 31/12/2014. 80 70 60 50 40 30 20 10 0

70 60

59

54

58

33

27

26

Vlaams-Brabant & Brussel

52

West-Vlaanderen

31

Oost-Vlaanderen

Gezinnen gestart met selectie

Antwerpen

Limburg

Ingeselecteerde gezinnen

Drie provincies hielden cijfers bij van het aantal nieuwe bestandsgezinnen dat in 2014 voor de eerste maal een pleegkind in hun gezin mochten verwelkomen: Vlaams-Brabant & Brussel - 34

Antwerpen - 35

Limburg - 28

Vier provincies telden ook de bestaande pleeggezinnen die een extra pleegkind in hun gezin begroetten: Vlaams-Brabant & Brussel - 24

West-Vlaanderen - 45

9

Oost-Vlaanderen - 30

Limburg - 14


2. Begeleidingen

2.1. Pleegkinderen & pleeggasten Totaal aantal pleegzorgsituaties Het aantal pleegzorgsituaties kende in de loop van 2014 een sterke stijging: op 31/12/2013 registreerden we 4.944 pleegkinderen en pleeggasten die in een pleeggezin verbleven. Op 31/12/2014 steeg dit aantal naar 5.344 pleegzorgsituaties. Dit betekent een netto stijging van 400 pleegzorgsituaties of 8% op ĂŠĂŠn jaar tijd. 2000 1517 1500 1000

791

836

1658

1053 1105

947 1016

636

729

500 0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Pleegkinderen & pleeggasten op 31/12/13

Antwerpen

Pleegkinderen & pleeggasten op 31/12/14

10

Limburg


In de loop van 2014 werden 6.332 pleegkinderen en pleeggasten opgevangen in een pleeggezin, waarvan 5.851 kinderen en jongeren en 481 volwassenen met een beperking. In dit cijfer zitten ook de pleegzorgsituaties die in de loop van het jaar gestart of beëindigd werden. 2500 110

2000 1500 1000 500

80

140 95

1807 939

1139

Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

55

1354 775

0 Oost-Vlaanderen

Totaal aantal pleegkinderen in 2014

Antwerpen

Limburg

Totaal aantal pleeggasten in 2014

We kunnen deze cijfers ook afwegen tegenover de cijfers die Pleegzorg Vlaanderen registreerde. Van 1998 tot en met 2011 noteerden zij in een jaarlijks registratierapport het totale aantal pleegzorgsituaties in de loop van een jaar. Zoals reeds in de inleiding werd gesteld, zijn er geen cijfers beschikbaar voor de jaren 2012 en 2013. Aantal pleegzorgsituaties 1998 3.929 1999 4.345 2000 4.645 2001 4.741 2002 4.803 2003 5.031 2004 5.050 2005 5.315 2006 5.773 2007 6.008 2008 6.061 2009 6.129 2010 6.277 2011 6.371 2012 Geen cijfers beschikbaar 2013 Geen cijfers beschikbaar 2014 6.332

Een vergelijking tussen de cijfers van de voorbijgaande jaren met de huidige cijfers vraagt echter om een woordje uitleg. Met de overgang naar het nieuwe decreet in 2014 werden alle vormen van pleegzorg ondergebracht bij Jongerenwelzijn. Aan de diensten voor pleegzorg werd de keuze gelaten of zij pleegzorg voor volwassenen wilden verderzetten onder Jongerenwelzijn of wensten onder te brengen in de sector van het VAPH. Dit resulteerde in de overgang van een aantal pleegzorgsituaties voor volwassenen naar de sector van het VAPH. Bovendien werd de woonvorm ‘Wonen onder Begeleiding van een Particulier’ (WOP) niet langer als een vorm van pleegzorg beschouwd.

Samengevat: de daling van het totale aantal pleegzorgsituaties in 2014 t.o.v. de voorgaande jaren is te wijten aan het feit dat een aantal situaties van opvang voor volwassenen met ondersteuning van een gezin niet langer als pleegzorg worden beschouwd.

11


Verdeling volgens geslacht, leeftijd, nationaliteit en aard van de plaatsing Geslacht In 2014 waren er in pleegzorg net iets meer meisjes en vrouwen geregistreerd dan jongens en mannen. 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0

934 912 669

622 657

602

507 527 423 408

71 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen Meisjes

Oost-Vlaanderen Jongens

Antwerpen

Limburg

Niet geregistreerd

Leeftijd Als we kijken naar leeftijdskenmerken van pleegkinderen en -jongeren, noteren we een grote groep 6- tot 12-jarigen. Ook de groep 12- tot 18-jarigen is goed vertegenwoordigd.

12%

8% 0 tot 2 jaar

15%

3 tot 5 jaar 6 tot 11 jaar

31%

12 tot 17 jaar 18+ 34%

12


701 pleegjongeren kozen er voor om nog een aantal jaren in het pleeggezin te blijven na hun meerderjarigheid. In het kader van de verlengde hulpverlening bestaat deze mogelijkheid tot ze de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben. Bij de volwassenen met een beperking noteren we een grote groep 20 tot 30 jarigen. We merken ook op dat heel wat pleeggasten ouder zijn dan 60 jaar.

15%

18 tot 20 jaar

9%

21 tot 30 jaar 26%

31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar

22%

51 tot 60 jaar 60+

7% 14%

8%

Niet geregistreerd

Een klein aantal pleeggasten verbleef als minderjarige reeds in het pleeggezin en ging in 2014 over naar pleegzorg voor volwassenen: 6

3 2 1 0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

13

Antwerpen

Limburg


Nationaliteit Het overgrote deel van de kinderen en volwassenen in pleegzorg heeft de Belgische nationaliteit, leren de cijfers. De statistieken omvatten vier Vlaamse provincies, Antwerpen registreerde geen cijfers rond nationaliteit.

2%

7%

2%

Belg Andere - Europees Andere - niet Europees Onbekend 89%

Aard van de plaatsing De meeste pleegkinderen en pleeggasten worden opgevangen door familie (familiaal netwerk) of door iemand die het kind reeds voor de plaatsing kende (sociaal netwerk). Gezinnen die een kind/pleeggast opvangen dat ze nog niet kenden voor de pleegzorgsituatie startte, noemen we bestandsgezinnen. Het aandeel van netwerkpleegzorg is iets groter dan bestandspleegzorg: 52% van alle pleegzorgsituaties is een netwerkplaatsing, waarvan 13% in het sociale netwerk en 39% in het familiaal netwerk. Voorts merken we dat 45% van de pleegkinderen of pleeggasten wordt opgevangen in een bestandgezin.

3% 13% Bestandspleegzorg 45%

Netwerkpleegzorg - Familie Netwerkpleegzorg - Sociaal netwerk

39%

Onbekend

14


2.2. Pleegzorgers Op 31 december 2014 waren er 4.036 pleeggezinnen die een pleegkind of pleeggast opvingen in hun gezin, ten opzicht van 3.554 pleeggezinnen op 31 december 2013. Dit houdt een stijging in van 13,5 procent op een jaar tijd. 1400 1200 1000 800 600 400 200 0

1332 1113

587

633

VBB

593

775

703

825 486

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Pleeggezinnen op 31/12/13

Antwerpen

543

Limburg

Pleeggezinnen op 31/12/14

Als we naar de leeftijdskenmerken van de pleegzorgers kijken, zie we dat de meeste pleegzorgers al wat ouder zijn: 55% van de pleegzorgers is ouder dan 50 jaar.

6% 2% 3%

21 tot 30 jaar

14%

31 tot 40 jaar

17%

41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 26%

61 tot 70 jaar 70+

32%

Onbekend

15


2.3. Pleegzorgmodules In het nieuwe decreet pleegzorg worden vier verschillende vormen van pleegzorg voorzien. Deze vormen worden in het vakjargon typemodules genoemd:    

Ondersteunende pleegzorg Perspectiefbiedende pleegzorg Perspectiefzoekende pleegzorg Behandelingspleegzorg

Pleegzorg Provincie Antwerpen ging in 2014 bovendien een samenwerking aan met OPZ Geel, waardoor kinderen met een psychiatrische problematiek terecht konden in een pleeggezin. Deze typemodule werd eveneens meegeteld binnen de typemodulering. Het aantal typemodules die werden gerealiseerd in samenwerking met het OPZ zijn echter beperkt: in totaal werden 10 ondersteunende en 5 perspectiefbiedende pleegzorgsituaties geregistreerd. Voor meer uitleg over de verschillende modules verwijzen we naar de website van Pleegzorg Vlaanderen. 2500 10

2000

1500

5 108

46 1600

1000

36

12 23

1219 790 500

0

100 143 VBB

858

716

65 98 West-Vlaanderen

11 158

166 207

Oost-Vlaanderen

Antwerpen

91 71 Limburg

Ondersteunende pleegzorg

Perpectiefzoekende pleegzorg

Perspectiefbiedende pleegzorg

Crisispleegzorg

OPZ Ondersteunend

OPZ Perspectiefbiedend

16


Voor een pleegkind of pleeggast kunnen meerdere modules ingezet worden in de loop van een jaar, zowel achtereenvolgens (bijvoorbeeld een overgang van crisispleegzorg naar perspectiefzoekend) als gelijktijdig (bijvoorbeeld een kind dat in een perspectiefbiedend pleeggezin verblijft maar ondertussen ook af en toe een weekend naar een steungezin gaat). Hieronder geven we een overzicht van het aantal overgangen en wisselingen tussen modules. 3 300 250 250 200 150 104 82

100 56 35

50 0

Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Antwerpen

Limburg

Deze verschillende vormen van pleegzorg zijn rechtstreeks (RT) of niet-rechtstreeks toegankelijk (NRT). De meeste vormen van pleegzorg zijn ingrijpend en intensief; de toewijzing gebeurt door de jeugdrechtbank (JRB) of via de integrale toegangspoort. Ondersteunende pleegzorg, behandelingspleegzorg, sommige crisispleegzorg en alle vormen van pleegzorg voor volwassenen zijn rechtstreeks toegankelijk. Dit betekent dat de dienst voor pleegzorg zelf over de inzet van dit aanbod beslist. De meeste vormen van pleegzorg zijn niet rechtstreeks toegankelijk. 2500 2000 1500

1771

1000

1230 809 807

500 0

224

204

325

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Antwerpen

Rechtstreeks toegankelijk

Niet rechtstreeks toegankelijk

17

94 Limburg


Als we kijken naar de plaatsende instantie merken we enkele regionale verschillen: zo werden er in OostVlaanderen en Limburg meer kinderen aangemeld via de Jeugdrechtbank dan in de andere provincies. De gegevens van de provincie Antwerpen waren niet beschikbaar. 800

745

600

689

655

700 513

556

530

500 378

400

336

300 200 100

35

0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen Jeugdrechtbank

Oost-Vlaanderen Andere

18 15

Niet geregistreerd

Limburg



3. Gestarte begeleidingen

3.1. Opgestarte pleegzorgsituaties In 2014 waren er 1.663 nieuwe pleegzorgplaatsingen waarvan 1.573 kinderen en 90 volwassenen. 600

19

500 20

400 20 300

12

504

200 100

235

361

298

19 175

0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Pleegkinderen

20

Pleeggasten

Antwerpen

Limburg


De verhouding jongens/mannen en meisjes/vrouwen was ongeveer gelijk. 300

272 251

250 200 150

175

190

191

143 123

124 100

100

94

50 0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen Meisjes

Antwerpen

Limburg

Jongens

Als we naar de aard van de nieuwe plaatsingen kijken, merken we een groei in bestandspleegzorg ten opzichte van netwerkpleegzorg in 2014.

1% 17% Bestandspleegzorg Netwerkpleegzorg - Familie 54%

Netwerkpleegzorg - Sociaal netwerk

28% Onbekend

21


In 2014 kende pleegzorg een opvallende stijging van het percentage jonge kinderen: 21% van de kinderen die in pleegzorg terecht kwamen, was jonger dan 3 jaar.

7% 21%

0 tot 2 jaar 3 tot 5 jaar

26%

6 tot 11 jaar 12 tot 17 jaar

19%

18 tot 21 jaar 27%

Bij de instroom van pleeggasten zien we dat de grootste groep jonger dan 30 jaar is.

13%

18 tot 20 jaar 21 tot 30 jaar 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 60+

22%

12% 8% 7% 38%

22


3.2. Opgestarte typemodules In 2014 werden er 1.905 nieuwe pleegzorgmodules opgestart. We merken hierbij opvallende regionale verschillen: zo werden er in West-Vlaanderen verhoudingsgewijs meer ondersteunende modules opgestart, terwijl er in Oost-Vlaanderen veel meer perspectiefbiedende plaatsingen waren. 700

5 10

600 233

500 400 93

155

300 200

100

223

83

6 46

30 73

131

106

VBB

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

84

105

73 100

83 155

49 21 41

Antwerpen

Limburg

0 Ondersteunende pleegzorg

Crisispleegzorg

Perpectiefzoekende pleegzorg

Perspectiefbiedende pleegzorg OPZ Ondersteunend

OPZ Perspectiefbiedend

De meeste pleegzorgmodules waren niet rechtstreeks toegankelijk: 56% van het totale aantal aanmeldingen gebeurde via de jeugdrechtbank of de integrale toegangspoort. 700 600 393

500 400 176 229

300 200 100

142 270

231

152

118

63

0 Vlaams-Brabant & Brussel

136

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Rechtstreeks toegankelijk

Antwerpen

Niet rechtstreeks toegankelijk

23

Limburg


Iets meer dan een kwart van de nieuwe plaatsingen (25,92%) gebeurde op vraag van de jeugdrechtbank. In West-Vlaanderen was het aandeel niet-gerechtelijke plaatsingen groter dan in de andere provincies. Dit is te verklaren door het grote aantal ondersteunende pleegzorgsituaties dat werd opgestart. Voor de provincie Antwerpen waren er geen cijfers beschikbaar.

350

324

300 250 183

200 150

198

140 120

111 81

100

63

50

25 2

0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen Jeugdrechtbank

Oost-Vlaanderen Andere

24

Niet geregistreerd

Limburg



4. Uitstroom

4.1. BeĂŤindigde pleegzorgsituaties 1.325 pleegzorgsituaties werden in de loop van 2014 beĂŤindigd. In totaal telden we 1.259 pleegkinderen en 66 pleeggasten die uitstroomden. 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0

18 14 10 15

408 315 253

9

190

93 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Pleegkinderen

26

Pleeggasten

Antwerpen

Limburg


Ook in de uitstroom van pleegkinderen en pleeggasten merken we dat de verhouding meisjes/vrouwen en jongens/mannen ongeveer gelijk is. 250

219

200

170 134

150 102

207

159

129

103

100 61 41

50 0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen Meisjes

Antwerpen

Limburg

Jongens

Er werden ongeveer evenveel bestands- als netwerkplaatsingen beĂŤindigd.

16%

1% Bestandspleegzorg 50%

Netwerkpleegzorg - Familie Netwerkpleegzorg - Sociaal netwerk

33%

Onbekend

27


Als we naar de leeftijdsverdeling van de uitstroom kijken, zien we dat 59% van de kinderen jonger dan 12 jaar is.

15%

15%

0 tot 2 jaar 3 tot 5 jaar 17%

6 tot 11 jaar

26%

12 tot 17 jaar 18 tot 21 jaar 27%

Bij de pleeggasten zien we een grote uitstroom van 20 tot 30-jarigen. Zij zijn goed voor 38% van het totale aantal beĂŤindigde situaties.

18%

18 tot 20 jaar

29%

21 tot 30 jaar 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 5% 5%

51 tot 60 jaar 5%

38%

60+

28


4.2. BeĂŤindigde pleegzorgmodules In totaal werden 1.483 modules beĂŤindigd in 2014. 600 3 500

400

265

300 120

53

209

200 94

34

17 33

83

66

68

74

Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

100

102 1 45

68 110

0

Ondersteunende pleegzorg

Crisispleegzorg

Perspectiefbiedende pleegzorg

OPZ Ondersteunend

Antwerpen

19 2 17 Limburg

Perpectiefzoekende pleegzorg

57% hiervan was niet rechtstreeks toegankelijk. 350

318

300 250 210

215

200 157 150 100

148

119

119 91

87

50

19

0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Rechtstreeks toegankelijk

Antwerpen

Niet rechtstreeks toegankelijk

29

Limburg


In 39,8 % van de beĂŤindigde plaatsingen werd de beslissing door de jeugdrechtbank genomen. Voor de provincie Antwerpen waren geen cijfers beschikbaar. 250

230

200

178 151

150 117 100

93 75 59

50

28

0 Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen Jeugdrechtbank

Oost-Vlaanderen Andere

30

Niet geregistreerd

Limburg

19


4.3. Pleegzorgers In een beperkt aantal gevallen besliste de dienst voor pleegzorg om een pleegzorgattest in te trekken of te weigeren. Dit houdt in dat een pleeggezin niet (langer) geschikt bevonden werd om aan pleegzorg te doen. Vlaams-Brabant & Brussel

West-Vlaanderen

Oost-Vlaanderen

Antwerpen

Limburg

Geweigerde attesten

5

2

9

15

0

Ingetrokken attesten

1

3

2

0

6

31


5. Conclusie In 2014 kende pleegzorg een grote groei: het aantal pleegzorgsituaties steeg met 8%, van 4.944 eind 2013 naar 5.344 eind 2014. Ook het aantal pleegzorgers groeide: eind 2014 telde Vlaanderen 4.036 pleeggezinnen, wat een stijging is van 13,5% tegenover eind 2013. Naar aanleiding van de wervingscampagne voor nieuwe pleegouders tijdens de Week van de Pleegzorg (november 2014) kende pleegzorg een grote toestroom van belangstellenden tijdens de informatiemomenten: niet minder dan 1.007 geïnteresseerden namen deel aan zo’n informatiesessie. Dit resulteerde in een grote instroom aan kandidaat-pleegouders, die zich ook begin 2015 nog voortzette. Nieuw in 2014 was de modulaire opdeling in pleegzorg en de mogelijkheid tot combinaties van verschillende modules. Zo werden er 6.838 pleegzorgmodules ingezet voor 6.332 pleegzorgsituaties. Combinaties van pleegzorgmodules kunnen nu niet alleen achtereenvolgens plaatsvinden (bijvoorbeeld een kind dat in crisispleegzorg geplaatst wordt maar na 2 weken nog niet naar huis kan en overgaat naar een perspectiefzoekende plaatsing), nieuw is vooral dat verschillende vormen van pleegzorg gelijktijdig kunnen worden ingezet (bijvoorbeeld een kind dat in een perspectiefbiedend pleeggezin verblijft maar, bij wijze van respijtzorg, één maal per maand naar een ondersteunend pleeggezin gaat). Perspectiefbiedende pleegzorg neemt het grootste aandeel in pleegzorg voor zijn rekening (77,55 %), gevolgd door ondersteunende pleegzorg (10,89 %). Als we naar de leeftijd van pleegkinderen kijken, zien we een opvallend grote instroom van pleegkinderen tussen 0 en 3 jaar: in 2014 was 21,42% van de kinderen die in een pleeggezin werden geplaatst jonger dan 3 jaar, terwijl deze leeftijdscategorie over het hele jaar slechts 8,63% van het totaal aantal lopende pleegzorgsituaties uitmaakt. We menen hieruit te kunnen concluderen dat de beleidsmaatregel om bij de beslissing van uithuisplaatsing altijd eerst pleegzorg in overweging te nemen zijn vruchten afwerpt. Voor meer vragen over registratie van pleegzorg in Vlaanderen, kan u contact opnemen met Partners in Pleegzorg.

32



Partners in Pleegzorg vzw Ravenstraat 98, 3000 Leuven www.partnersinpleegzorg.be info@partnersinpleegzorg.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.