Prikkels najaar 2017

Page 1

OPEN

betrouwbaarheid

AUTISME

Cultuur op school

Najaar 2017

enthousiast

TIEF

A E R C

ADHD

D D A NAUWKEURIG

ENERGIEK

h c s i t a p m E

a them

Spontaan

& s e j Hok ls Labe Rekenwonder

het leukste magazine over cultuur op school - lesideeën, nieuws en praktijkverhalen


mening Tekst: Marijke Schäuikes

LABEL: STIGMA OF HULPMIDDEL?

Dirk Monsma (68), adviseur cultuureducatie en schrijver

HULPMIDDEL

STIGMA

Een stigma wordt een hulpmiddel als je samen optrekt. Kunst is een gereedschap, een Op mijn zesde kreeg ik de diagnose instrument om samen dingen te doen, zoals muziek of theater PDD-NOS. Ik ging van het regulier naar het maken. Iedereen heeft angst voor wat afwijkt, dan ga je al Speciaal Onderwijs, daarna naar het SBO, gauw stigmatiseren. Dat had ik zelf ook. Toen ik een doof nog even terug naar het regulier, om daarna meisje ging interviewen en met een tolk moest werken, naar het gymnasium te kunnen. Een vriend van voelde ik me ongemakkelijk. Maar na afloop van het mij die op het SBO bleef, werd ondanks zijn VWOgesprek was ik de tolk vergeten. Als verstandelijk advies afgewezen op de school van zijn keuze. of lichamelijk beperkte kinderen bezig zijn met Wat mij erg hielp was de muziek. Die ontdekte ik toen kunsteducatie vallen de belemmeringen weg. ik tien was, en ik bleek er goed in te zijn. Piano, gitaar, bas Zij voelen zich gezien en zijn trots op hun werk. - geef me een instrument en ik kan er wel iets mee. Ik kreeg Een label kan ook een handvat zijn. contact met andere muzikale mensen, werd gevraagd voor Autistische kinderen zijn goed in bandjes, en toegelaten tot het conservatorium. Mijn toekomst zie waarnemen, minder in verbeelden ik in de muziek en ik hoop dat ik mijn ‘label’ achter me kan laten. en verwoorden. Vraag ze dus naar Voor mijn ouders was het belangrijk om die diagnose te wat ze zien of horen bij een krijgen. Maar voor mij is het wel degelijk een stempel kunstwerk in plaats van wat dat ik liever kwijt zou zijn. hun gevoelens zijn. Reijer (20), bassist

Hoofdredactie: Vibeke Roeper Eindredactie: Hanna van der Veen Redactie: Tamara Oortwijn (ICC’er St. Leonardusschool Heemskerk), Marijke Schäuikes (adviseur cultuureducatie Plein C), Vincent Lamers (vakleerkracht muziek en ontwikkelaar bij Hart Cultuur in School) Met bijdragen van: Tamara Oortwijn, Vibeke Roeper, Marijke Schäuikes, Hille Takken, Hanna van der Veen, Ellie van den Bomen Illustraties: Studioski , Marloes Toonen,

2 prikkels

Studio Vonq Foto’s: Martijn de Vries, Plein C Vormgeving: Ykeswerk Drukwerk: Zwaan Printmedia Prikkels is een uitgave van Plein C en kwam tot stand met subsidie van de provincie NoordHolland en het Fonds voor Cultuurparticipatie. Prikkels verschijnt drie keer per jaar Oplage: 2.500 Abonnementen: Noord-Hollandse basisscholen, cultuuraanbieders en

gemeenten ontvangen 1 gratis exemplaar. De distributie wordt verzorgd door Abonnementenland in Heemskerk. Losse nummers € 5,50 Jaarabonnement € 15,Teamabonnement (3 exemplaren) € 40,Info en aanmelden: www.prikkelsonline.nl Adverteren: Ook adverteren in Prikkels? Dit kan al vanaf € 140,- per nummer. Bekijk de mogelijkheden op www.prikkelsonline.nl

Vijfde jaargang, nummer 16 Alle rechten voorbehouden. Deze rechten berusten bij Plein C c.q. de betreffende auteur. ISSN: 2214-3777


inhoud

Meetlat in de kast We zijn een vruchtbaar team bij Plein C. Met zijn achten hebben we wel een schoolklas aan nageslacht voortgebracht. Onze oogappels m/v vormen met elkaar een redelijke afspiegeling van de gemiddelde klas. Er zijn snelle types, en een paar die wat meer tijd nodig hebben. Drukke kinderen en dromerige; muzikale wonderen en beelddenkers; taaltalenten en natuurkundenerds. En zeker een kwart van onze nazaten heeft op enig moment in zijn schoolcarrière een stempel gekregen. Daar is dus officieel iets mee. Stempels en diagnoses, ik weet er alles van. En daarom ben ik blij dat deze Prikkels over ‘labels’ gaat. Ik moet denken aan de leerkracht die waarschuwde dat onze oudste ‘nooit een hoogvlieger’ zou worden. En ik herinner me de moeder wier zoon tegelijk met mijn middelste de diagnose PDD-NOS kreeg; in haar ogen een brandmerk voor het leven. Zelf zag ik een diagnose vooral als toegangskaartje voor de beste begeleiding. Mijn gelabelde kinderen zijn door hun leerkrachten en therapeuten goed opgevangen. Toch had ik wel gewild dat alle zorg wat minder zorgelijk was geweest, en dat de CITO-meetlat vaker in de kast was gebleven. Alle lof dus voor leerkrachten die de zorgdossiers dicht durven te laten, die onderzoeken wat het kind nú nodig heeft en stimuleren waar het nú goed in is. Die niet denken in achterstanden en die zorgen over ‘later’ kunnen relativeren. Mijn eigen kinderen doen het prima. Hun persoonlijkheid heeft zich ontwikkeld ondanks én dankzij hun handicap. Vibeke Roeper

10

en ‘Als e label t ing kled nip je he at t, k jeuk . Maar w n weg met ee je doe ologisch h psyc bel? ’ la er de tz ov erni in oë Z Z bels n an la y va v d i Essa he zaam wijs duur nder het o

20

r maa r a a spelb nnend r o o V spa toch C’ers over l en IC eciaa Twee in sp s ij derw wijs uron nder o d cultu en pass

PS Met dit nummer neem ik afscheid als hoofdredacteur van Prikkels. Ik wens redactie en lezers heel veel plezier met alle volgende afleveringen! Wil je de oude nummers nog eens nalezen? Kijk op www.prikkelsonline.nl

En verder 04 Prikbord 06 Speciaal op de Klassefoto 08 Stempels shoppen 14 Achtergrond 16 3 x Hokjesdenken

17 Erfgoedleerlijn geslaagd? 18 Uitgelicht 24 Kunstwerk in de stijl van De Stijl 26 Door hun ogen 28 Wonen in een kubus op zijn punt prikkels 3


prikbord

Jeugdcultuurfonds in heel Noord-Holland Goed nieuws, het Jeugdcultuurfonds werkt sinds kort in de hele provincie Noord-Holland. Wist je trouwens dat alle gemeenten extra geld hebben gekregen, speciaal om kinderen mee te laten doen met sport, cultuur en andere activiteiten? www.jeugdcultuurfonds.nl

Tamino Deze Prikkels gaat over cultuuronderwijs voor kinderen met een ‘label’. Wie daar alles van weet is Stichting Tamino. De stichting organiseert innovatieve cultuurprojecten voor kinderen met een beperking, op school en in de vrije tijd. www.stichtingtamino.nl

Lang Leve de Muziek Op 21 oktober strijden in de Lang Leve de Muziekshow drie Noord-Hollandse scholen om een plek in het ‘grootste schoolorkest’ dat optreedt op het Kerstgala in Ahoy. De show en het gala worden allebei op tv uitgezonden. Spannend, vooral voor de finalisten: Elckerlyc uit Heiloo, De Cirkel uit Amstelveen en het Klaverblad uit Amsterdam! Op www.meermuziekindeklas.nl kun je alle inzendingen zien.

4 prikkels

Winnaar Cultuurschool Noord-Holland De Montessorischool Beverwijk en de Bosbeekschool uit Santpoort Zuid waren waardige tegenstanders, maar De Boemerang uit Purmerend sleepte zowel de publieksprijs als de juryprijs in de wacht, en mag zich dit jaar Cultuurschool van Noord-Holland noemen!


xxxxxxxx check! www.prikkelsonline.nl Hier vind je alle werkbladen en lessen uit Prikkels én je leest er alle oude Prikkels.

3 x griezelen voor de Kinderboekenweek GROEP 7/8

Spuitende slagaders Jesse Goosens, 2017 Lemniscaat Hoeveel botten kan je breken? Wat was de grootste aardbeving ooit? Een boek met vierendertig grote en kleine rampen én grappige, griezelige en geweldige weet– jes over alle mogelijke catastrofes. Mét lesbrief, op www.lemniscaat.nl

Geld is geen excuus meer Overweeg je de post-hbo-opleiding Cultuurbegeleider te gaan volgen? Dan is er goed nieuws: je kunt subsidie aanvragen voor de cursuskosten, lesmaterialen, reiskosten én vervangingskosten. OCW vindt dat scholing op dit gebied goed toegankelijk moet zijn, zodat de verankering van cultuuronderwijs een stevige impuls krijgt. Aanvragen kan bij DUO. www.inholland.nl/Academy

GROEP 5/6

Knekelstad Joëlle Jolivet en Jean-Luc Fromental, 2016 Uitgeverij De Harmonie Bibberende skeletten, spoorloos verdwenen botten, een verdacht oranjekleurig schepsel, welk gevaar bedreigt toch het lieflijke Knekelstad? De beroemde speurneus Sherbot Holmes leidt gelukkig het onderzoek, gewapend met pijp en zakjapanner. Een kleurrijk boek waar de skeletten doorheen rollen en buitelen.

De Schoolschrijvermaand De Schoolschrijver is een kinderboekenschrijver die op school komt en jouw leerlingen aan het schrijven zet. Nieuw is de Schoolschrijver-maand, waarbij je digibordlessen en opdrachten krijgt, en een schoolschrijver op bezoek komt. www.deschoolschrijver.nl/aanbod

GROEP 1/2

Joke wil spoken Jeroen Schipper en Cindy van de Ven, 2015 Uitgeverij C. de Vries Browers Een origineel prentenboek over een geest die op zoek is naar een mooie doek om lekker mee te spoken. Een wit laken vindt Joke maar saai en suf. Ze zoekt en zoekt, maar het valt niet mee om de juiste lap te vinden! Op www.jokewilspoken.nl vind je een passend lied en een kleurplaat.

Welke wordt het? Op zaterdag 25 november organiseert Music+Academy een ‘Methodeproeverij’ voor iedereen die overweegt een muziekmethode aan te schaffen. In één dag komen vijf muziekmethodes uitvoerig aan bod. Dat maakt kiezen een stuk eenvoudiger. www.musicplusacademy.nl prikkels 5


klassefoto Tekst: Hille Takken Foto: Martijn de Vries

6 prikkels

SO-school De Meerpaal gebruikt weinig werkbladen. De kinderen, met een IQ van 70 of lager, leren vooral door te doen. Zelfredzaamheid staat voorop.


De Meerpaal werkt samen met kunstencentrum Triade om cultuur te integreren in alle lessen. Een docent van Triade bedacht liedjes waarin woorden uit de taal- en rekenlessen voorkomen. Al zingend en dansend bereidt ze de kinderen voor op een verhuizing van de school, van Julianadorp naar Den Helder. Op de foto staan kinderen die goed kunnen praten (beginnend links boven, met de klok mee). Charlene (11) We gingen met Jantien spelen met dozen. Je moest doen of een doos heel zwaar was, alsof er een kat met kittens in lag. Bij een andere doos moest je doen alsof die heel licht was, alsof er alleen een kitten in lag. Ik houd heel erg van dieren. Keano (9) We gaan naar een nieuwe school, achter het politiebureau. We houden een markt waar we gaan optreden. Voor die markt maken we mooie dingen met papier en stiften. Ik heb bijvoorbeeld een krokodil geknutseld met heel veel grote tanden. Jasmijn (11) We hebben met Jantien vrolijke liedjes gezongen. Over verhuizen - je moest met je handen gebaren maken, de dozen dicht doen. Daarna gingen we nog dansen op muziek van K3. Ik ken alle liedjes van K3 en zou best naar een concert van K3 willen! Miranda (11) Jantien kan heel mooi zingen. Ze zit op YouTube. Ze maakt altijd grapjes. Dansen is voor je hele lichaam belangrijk. Het is goed voor je benen en je voeten, en zelfs voor je hoofd. Ariane (9) We moeten dat liedje zingen op de markt, maar ik weet de tekst even niet meer. Dat staat altijd op het digibord. Brenth (8) Van dansen en zingen word je blij. Schilderen en knutselen vind ik ook leuk. Dan maken we wat de juffen zeggen met picto’s. Hafra (10) Ook Hafra kan goed praten, maar tijdens het interview hield ze het bij verlegen, maar zeer innemend lachen. Gomy (12) Bij muziekles gaan we dansen en bewegen, heupen heen en weer wiegen. En dan moest je je armen naar voren doen, alsof je een doos vast had. Lucas (12) We zijn bezig met dansje over verhuizen. Dat was leuk om te doen. Je moest eerst lopen, en op tijd stil staan. Tellen en zingen tegelijk, lastig!

prikkels 7


shopping

Druk jouw stempel op de klas met deze stempels om vrolijk van te worden!

Reflectiestempels liefhebberen.nl € 3,95 Je eigen stempel! Op liefhebberen.nl of jufz.nl laat je hem helemaal op maat maken. Vanaf € 12,50

Nakijkstempels liefhebberen.nl € 3,75

Letterstempels in houten doosje € 10,95 Whatsinabag.nl

Mooie herfststempels, € 14,95 meerleuks.nl Reflectiestempels met kattenkoppen durftestempelen.nl € 9,00

Schattige mini-stempeltjes (voor op kapstokken, stoeltjes etc) € 2,50 op winkelvanpapier.nl

8 prikkels


CIRCUS MOVIMENTO

het circus dat (geen) beperkingen kent. www.circusmovimento.nl

Het Leven Leven aan aan Het

We l ko m i n d e G o u d e n Ee uw !

boord

Zonder de scheepvaart Zonder de scheepvaart geen Nederland geen Nederland

Educatie die aansluit bij úw project, in het Westfries Museum en op de Halve Maen. mail voor meer informatie of een afspraak naar educatie@wfm.nl. www.wfm.nl | www.halvemaenhoorn.nl

W W W. M A R I N E M U S E U M . N L

prikkels aangepaste advertentie_2017.indd 1

24-12-16 13:25

prikkels aangepaste advertentie_2017.indd 1

24-12-16 13:25

Geschiedenis in het echt

PROEF VOEL RUIK ZIE HOOR & DOE! OBS de Pijlstaart

ju

ni o

r

“Leuk, leerzaam & lekker bezig zijn” n1

92

0

er

ze

e

H u is h o u d e

Feest! Aa

Kom naar het Marinemuseum

ui d eZ

j

d

st i

nd

◆ Ontdekken

De plek waar je de marine écht kunt beleven!

Leven in

de b

ron

◆ Beleven ◆ Doen

Sinds 1285 Informatie en reserveringen:

Aa n h

et w

! e rk

ZUIDERZEEMUSEUM ENKHUIZEN Info & boekingen: www.zuiderzeemuseum.nl

gen voor de theatervoorstellin

héle school!

www.hilaria.nl


essay Tekst: Zoë Zernitz Illustraties: Studioski

Als een kledinglabel jeukt, knip je het weg. En van een jampot week je het etiket zo los. Maar hoe je het ook probeert: van een psychologisch label kom je niet meer af.

Mens in meervoud Zoë Zernitz is Adviseur Cultuuronderwijs bij K&C Drenthe en medewerker onderzoek bij het LKCA. Ze studeerde in 2015 af aan de RUG op een masterscriptie over kunsteducatie voor leerlingen met een autismespectrumstoornis. Lees meer van Zoë op het blog Cultureel Kapitaal, www.lkca.nl

Labeltjes. Ze zijn ontzettend handig. Ze vertellen je hoe je de jam moet bewaren en op welke temperatuur je je shirt moet strijken. Hoeveel zout er in je cracker zit en of die blouse in de droger kan. Ze maken ons leven een heel stuk gemakkelijker. De afgelopen jaren hebben ook steeds meer mensen een label gekregen. Daardoor weet ik – zonder aan iemand te hoeven ruiken, proeven of voelen – ineens een stuk beter ‘wat erin zit’ en hoe ik met iemand om moet gaan. Zo kreeg een goede vriendin van mij het labeltje ‘ASS’: ze had een Autisme Spectrum Stoornis. Aha, dacht ik destijds, dát is het dus. Maar ik vergiste me. Net als de huisarts, de psychiater, een aantal leerkrachten en alle andere mensen die graag met labeltjes werken.

Streepjescode

Het begon toen ze een jaar of twaalf was en naar de middelbare school ging. Ze verruilde haar kleinschalige, vertrouwde basisschool voor een grote school met grote kinderen in een grote stad. Hoe ze

10 prikkels


prikkels 11


essay

JÍJ AUTISTISCH? NIEMAND GELOOFDE HET het ook probeerde, het lukte haar niet goed om aansluiting te vinden bij klasgenoten. Steeds vaker werden er dingen naar haar geroepen. Werd er op haar tas gespuugd als ze een groepje inhaalde op de fiets. Werd haar band lek gestoken. Ze ontweek de pesterijen door zich ziek te melden of kilometers om te fietsen. Haar ouders zagen dat ze stiller werd en zich terugtrok, maar ze vertelde hen niets, omdat ze zich schaamde. Het was de schoolarts die dankzij stevig doorvragen ontdekte wat er gaande was. Ze adviseerde haar om hulp te zoeken en gaf een folder mee van een creatief therapeut. Met haar had ze meteen een goede klik. Door te schilderen en kleien kon ze vertellen wat ze niet durfde te zeggen. Toen de kosten voor de sessies opliepen en de situatie op school niet verbeterde, adviseerde de therapeute om een afspraak te maken met een psychiater. Als mijn vriendin een diagnose zou krijgen, kon ze een Persoonsgebonden Budget aanvragen om de therapie van te betalen. Mijn vriendin werd in een potje gestopt. De psychiater observeerde haar van verschillende kanten, schudde haar een paar keer door elkaar. Na een paar weken viel het verlossende rapport op de deurmat: mijn vriendin had een milde vorm van ASS. Haar ouders, maar ook leerkrachten, waren opgelucht omdat ze nu wisten wat er aan de hand was. Op het labeltje zat een PGB‘streepjescode’ waarmee verdere zorg en antidepressiva eenvoudig afgerekend konden worden.

12 prikkels

Jíj autistisch?

De creatief therapeute drukte mijn vriendin op het hart dat ze niet autistisch was, maar gewoon heel gevoelig, en dat het etiketje vooral van praktisch nut was. Door de therapie werd mijn vriendin steviger, meer ontspannen en zelfverzekerder. De beeldende werkvormen hielpen haar zich voor te stellen dat alles anders kon zijn. Daarbij ontdekte ze dat ze goed kon schilderen. De therapeute moedigde haar aan om dat talent verder te ontwikkelen. Ze mocht de vooropleiding van de kunstacademie volgen en leerde daar nieuwe technieken – nieuwe manieren om zichzelf te uiten. Op school reageerden haar docent beeldende vorming en klasgenoten enthousiast op het schilderij dat ze als examenwerkstuk maakte. Door de positieve reacties en het besef dat ze niet alleen een beperking had, maar ook een talent, durfde ze langzaamaan weer contact te maken met de mensen om haar heen. Ze werd toegelaten tot de kunstacademie en vond daar meteen aansluiting. Nu, jaren later, heeft ze vriendinnen (waar ik er gelukkig nog steeds een van mag zijn) met wie ze vaak afspreekt, en een vriend. Pas onlangs kwam haar diagnose ter sprake. “Jíj, autistisch?”. Niemand geloofde het.

Jeuk

Als een kledinglabeltje jeukt, pak je een tornmesje en verwijder je het in een handomdraai. Als je een glazen jampotje wilt hergebruiken, week je het etiket zo los. Maar hoe je het ook probeert: van een psychologisch label kom je niet meer af. Hoe langer ze erover nadacht, hoe meer ze inzag dat ze bij het stellen van de diagnose inderdaad in een potje was gestopt. Haar omgeving – de school, klasgenoten en pesterijen – was niet in het onderzoek meegenomen. Er was alleen naar háár gekeken, los van de context. Door het wantrouwen, de angsten en het negatieve zelfbeeld vermeed ze sociale contacten en was ze in zichzelf gekeerd. Door het label geloofde ze dat dat aan haar zelf lag. Haar omgeving geloofde dat ook. Hoe sterk


houdbaarheidsdatum aan moeten verbinden. Omdat mensen een enorme kracht hebben om te groeien en veranderen, in samenspel met hun omgeving. Ik denk dat ‘labelen’ niet per definitie verkeerd is – het is goed bedoeld en een belangrijke stap naar de juiste zorg, zoals mijn vriendin die ook heeft gekregen. Maar het label van mijn vriendin heeft zijn functie vervuld, en is nu duidelijk niet houdbaar meer. Wie kan haar etiket weer lostornen?

Mens als kunstwerk

ze nu ook veranderd is, de mensen die haar label kennen, blijven haar zien als ‘autistisch’. Onlangs tipte haar tante haar over een reisorganisatie die groepsreizen aanbiedt speciaal voor mensen met autisme. De huisarts wilde de diagnose niet uit haar medisch dossier verwijderen. Toen ze pasgeleden veel gewicht verloor, verwees hij haar door naar de psycholoog – het bleek achteraf door een virus te komen. Los van deze opmerkingen en voorvallen blijft ze zichzelf ook afvragen of ze nu autistisch is, of niet. Het label blijft jeuken.

Houdbaarheid

In een openbare les van Nico de Vos* las ik een mooie analyse van het woord ‘individu’,

dat in het Latijn ‘ondeelbaar’ betekent: “De mens is niet zozeer een in-dividu, als wel een dividu: hij is deelbaar. Voor alles is hij een mens in meervoud, een relationeel ‘wezen’ dat vanaf het meest prille begin lichamelijk en zintuiglijk verbonden is met de ander”. Deze zin betekent voor mij dat je een mens, bij het stellen van een diagnose, nooit ‘an sich’ zou moeten bekijken, zoals bij mijn vriendin is gebeurd, maar altijd in relatie tot de ‘ander’, tot zijn omgeving. De zin impliceert ook dat een label hoe dan ook tekortschiet, omdat het ervan uit gaat dat mijn vriendin een mens ‘in enkelvoud’ is. Een label geeft maar één perspectief op haar, dat onmiddellijk hét perspectief wordt. Ook zou je, als je met labels werkt, er een uiterste

In haar kunst is de strijd met het label een belangrijk thema. Ze vertelde me laatst dat ze liever als kunstwerk gezien wil worden, dan als mens, omdat het bij kunstwerken wel algemeen aanvaard is dat er niet één juiste interpretatie is. Mensen en kunstwerken hebben veel met elkaar gemeen. Ze zijn allebei heel complexe verschijnselen. Beiden betekenen puur op zichzelf vaak niet zo veel. Ze krijgen betekenis in het licht van hun tijd, de ruimte en de mensen die met hen omgaan. Ook al beseffen we dit, dan nog kunnen we de neiging om complexe zaken in hokjes te plaatsen maar met moeite onderdrukken. Gelukkig weten zowel mensen als kunstwerken zich altijd weer uit die hokjes te wurmen. Kijk maar naar mijn vriendin. * Nico de Vos, ‘Participatie en stedelijke ontwikkeling, de impact van sport, kunst en gemeenschappen’. HKU juni 2017.

DE HUISARTS WEIGERT DE DIAGNOSE UIT HAAR DOSSIER TE VERWIJDEREN


achtergrond Tekst: Vibeke Roeper Beeld: Studio Vonq

Nieuw repertoire gezocht!

14 prikkels


Het is misschien wel een van de meest bevredigende onderwijservaringen: zien hoe een kind van wie je dat helemaal niet had verwacht, bovengemiddeld presteert. Vaak gaan de voorbeelden die je daarbij hoort over cultuureducatie. Zelden hoor je: Robin had zo’n moeite met breuken, maar kijk hem nou eens gáán met die procenten! Veel vaker is het: Zo dyslectisch als Dylan zijn er weinig, maar zijn tekeningen kun je zó tentoonstellen. Of: Lieke kan zich slecht concentreren, maar zet haar op een podium en ze speelt de hele zaal plat!

Logisch? Natuurlijk. Het is nu eenmaal leuker om getuige te zijn van iets uitzonderlijk knaps (heel mooi tekenen) dan van iets dat iedereen uiteindelijk wel doorkrijgt (procenten). Vooral als het kind in kwestie op cognitief gebied geen hoogvlieger is. Dat is het ‘Underdog Effect’, ook bekend uit de sport. Denk aan Vitesse: toen die club voor het eerst in zijn geschiedenis de KNVB-beker dreigde te winnen, leefde het hele land mee om deelgenoot te kunnen zijn van het wonder dat zich hier voltrok. Degenen die het niet op een presenteerblaadje krijgen aangereikt, gun je het nu eenmaal meer om ergens in uit te blinken. De hierboven genoemde voorbeelden liggen om nog een andere reden voor de hand. Onvermoede talenten komen namelijk veel vaker aan het licht bij kunstonderwijs dan bij de leervakken. Is dat omdat kunstzinnig talent zich minder makkelijk laat voorspellen? Of zou het zijn omdat we veel beter weten hoe taalvaardigheid zich ontwikkelt dan bijvoorbeeld tekenvaardigheid? Vermoedelijk dat laatste, en dat is natuurlijk jammer. Helemaal als je bedenkt dat sinds de invoering van het passend onderwijs in elke klas wel een paar leerlingen zitten die niet in een van de reguliere cognitieve ontwikkelprofielen passen en voor wie het des te belangrijker is om de eigen, unieke, sterke kanten te vinden en talenten te ontwikkelen. Kunstonderwijs is niet veilig. Dat maakt het spannend en uitdagend, maar ook risicovol. Durf je het aan om kinderen die het beste

gedijen in een prikkelarme omgeving, bloot te stellen aan de ogenschijnlijke chaos van een muziekles? En hoe krijg je je hyperactieve leerlingen gefocust bij een vrije beeldende opdracht? Op de pabo leer je dat niet, en in het professionele discours zijn dit meestal niet de thema’s die er echt toe doen. Daardoor zijn het meestal buitenstaanders, zoals kunstenaars die voor een project in de klas komen, die laten zien dat het binnen veilige kaders heel waardevol is om nu en dan de chaos een plek te geven in je onderwijs. Daar komt nog iets bij: de toegenomen diversiteit in de klas betekent niet alleen dat je als leerkracht moet kunnen organiseren en differentiëren, maar dat je je ook telkens moet afvragen wat ‘leren’ eigenlijk betekent. Hoe groter de verschillen, hoe minder goed de standaard-ontwikkelprofielen zullen passen. In het zeer lezenswaardige onderzoeksverslag uit 2016 De bomen en het bos van Jelle van der Meer vertellen leerkrachten en ouders hoe het onderwijs is veranderd met de invoering van passend onderwijs. Een leerkracht zegt bijvoorbeeld: “Voor passend onderwijs hebben we allerlei lessen gehad over kenmerken en tips, maar de praktijk is anders, met 32 leerlingen in de klas.” Lesgeven gaat niet meer (alleen) over het overdragen van vakinhoud, maar (vooral) over het begeleiden van de leerling bij zijn algehele ontwikkeling. ‘Leren’ is dus niet het resultaat van het volgen van een methode en het afleggen van toetsen. Het draait om de vraag wat voor déze leerling in déze situatie de beste vervolgstap is, en wat je moet doen om daar

te komen. Voor de cognitieve vakken zijn die vervolgstappen al redelijk verfijnd. Voor de kunstvakken staan we nog maar aan het begin. Hoe ideaal zou het zijn om een handelingsrepertoire te hebben dat raad weet met elk gedrags- of leerprobleem. Het lijkt een utopie, maar dat komt ook doordat er nog zo weinig onderzoek plaatsvindt. Gelukkig lijkt daar verandering in te komen. Stichting Tamino zet zich in voor meer en beter cultuuronderwijs voor kinderen met een beperking. Samen met Plein C ontwikkelde Tamino een nascholing voor cultuurdocenten die willen uitzoeken hoe hun kunstdiscipline ‘werkt’ voor speciale doelgroepen. Dat leverde fantastische leerervaringen op, zowel voor de kunstdocenten als voor de groepsleerkrachten én de leerlingen. Ook het recente, lovend ontvangen boek van Dirk Monsma, Fluisterzacht en haarzuiver gaat over kunstonderwijs en kunstbeoefening door kinderen met een handicap. Bovendien wordt sinds kort in de jaarlijkse ‘monitor cultuureducatie’ het speciaal onderwijs meegenomen, waarmee er meteen meer aandacht komt voor de plaats van cultuur bij de ontwikkeling van zorgleerlingen. Er broeit dus wat. Laten we hopen dat het vlam vat. Want of je nu voor een speciale of ‘normale’ groep leerlingen staat, kennis over de kracht van cultuuronderwijs is onontbeerlijk. Omdat je je leerlingen dan op nieuwe manieren leert kennen, en je erachter komt dat Lieke zich beter focust als ze in de spotlight staat, en dat Dylan helemaal geen grammatica nodig heeft om zich uit te drukken.

prikkels 15


3x Hokjes Verzameld door Hanna van der Veen

HOKJESDENKEN Of je het wil of niet, iedereen denkt in hokjes. Drie lestips om te ontdekken hoe uniek én gelijk iedereen is.

2 Categoriseren als kunst

1 De hokjestest De Deense omroep TV2 maakte vorig jaar een commercial over hokjesdenken. Ze plaatsen allemaal mensen in een ruimte en lieten mensen met een bepaalde eigenschap of ervaring naar voren komen. Zo ontstonden steeds andere groepjes van uiteenlopende mensen die toch iets gemeen bleken te hebben. Google op ‘TV2 All that we share’ om het filmpje te laten zien in de klas. Bedenk met de klas hoe je de leerlingen en jezelf in een hokje kan plaatsen. Op haarkleur, sport, vakantieland, lievelingskleur, talenten etc. Voer dan het hokjesexperiment uit. Je ontdekt vast meer verschillen én meer overeenkomsten dan jullie dachten. 16 prikkels

Kunstenaar Ursus Wehrli houdt van ordenen. Hij ordent situaties en zet ze op de foto. Google maar eens op zijn naam, dan vind je mooie voorbeelden. Leuk om ook eens met de klas te doen: hoe kunnen de leerlingen de inhoud van hun laatje op deze manier ordenen? Maak een foto voor & na.

3 Exact hetzelfde? Exactitudes is het fotoproject van Ari Versluis en Ellie Uyttenbroek. Zij maakten twintig jaar lang verzamelingen van mensen die elkaar niet kennen maar in hun kleding en stijl precies op elkaar lijken. Google op ‘exactitudes’, dan vind je 154 van zulke mensenverzamelingen. Dat roept allerlei vragen op: als je je hetzelfde kleedt, lijk je dan ook vanbinnen op jouw lookalike? Een simpel antwoord is er niet, dus filosofeer er maar op los!


missie geslaagd? Tekst: Tamara Oortwijn Foto: Martijn de Vries

Voor een cultuurproject haal je alles uit de kast. En als het stof is neergedaald, vraag je af: was deze missie geslaagd?

Erfgoedleerlijn Velsen In het hart van IJmuiden staat een riant schoolgebouw waarin onder andere SBO De Boekanier is gevestigd. Ellis Muurling is leerkracht van groep 7/8, ICC'er en bovenschools ICC'er voor de scholen van OPO IJmond. Het idee Alweer bijna tien jaar geleden kwam de voorganger van Ellis, bovenschools ICC’er Eugénie van den Berg, op het idee om voor Velsen een erfgoedproject op te zetten. Ze gingen aan de slag met een project over de Ruïne van Brederode voor de groepen 1/2 en 6. Het doel Ellis: ‘Na dat eerste jaar hebben we met andere scholen gewerkt aan vergelijkbare projecten voor de andere groepen. Dit groeide uit tot de Leerlijn Erfgoed Velsen. Elke groep krijgt een leskist, gaat op excursie, krijgt een kunstenaar in de klas of gaat naar een voorstelling. Ik vind het heel belangrijk dat de kinderen de geschiedenis van hun eigen plaats kennen.ʼ De cultuurpartners Ellis: 'Erfgoedinstellingen, leerkrachten en de ICC'er werkten samen aan de invulling van de leskisten. Eugénie is nu coördinator van de leerlijn en onderhoudt het contact met de instellingen en de scholen. Wanneer er dingen niet lopen wordt er gelijk actie ondernomen.’ En? ‘Het is een fantastisch project en het draait nog steeds. Dus niet een project dat als een paddenstoeltje uit de grond komt en weer verdwijnt met ‘oké doei.’ Dit jaar sloot het project op onze school af met een inloopavond waarbij elke groep een presentatie hield. Er was een kerkuil geregeld, een schavot waar foto’s gemaakt konden worden, het shantykoor stond op het podium. Iedereen had het ontzettend groots aangepakt. Het was helemaal dubbel en dwars geslaagd!’

prikkels 17


xxxxxxxx Tekst: Plein C

UI TGE LI C HT

Foto’s: Francesca Vonk

KUNST IN HET SO

Een betoverende ervaring

Schaars Het educatieve aanbod van culturele organisaties en kunstenaars is enorm, maar lang niet alles is geschikt voor de bijzondere doelgroepen in het SO en SBO. Bovendien zijn deze scholen (terecht) voorzichtig met het inschakelen van externe docenten. Stichting Tamino wil graag dat er meer en beter cultuuronderwijs komt voor kinderen met een beperking, en dat er voor de scholen meer te kiezen is. Daarom ontwikkelde Tamino samen met Plein C de nascholing Cultuurdocent Speciaal Onderwijs. Ervaren kunstdocenten leren daar wat ze met hun kunstvak en hun talent kunnen bijdragen aan het SO.

Praktijk Werken met bijzondere doelgroepen kan behoorlijk veeleisend zijn. Daarom leren deelnemers aan de nascholing heel bewust naar zichzelf te kijken, feedback ter harte te nemen en met een gedegen plan aan de slag te gaan. Veel cursisten kozen voor een lange praktijkstage en bouwden zo een relatie op met een school. Dat was ook voor de scholen waardevol. Leerkracht Astrid Stevens van SBO De Satelliet in Haarlem: ‘Dansen is iets wat we hier niet veel doen. Het plezier dat de kinderen hebben en de mogelijkheid zich op een andere manier te

18 prikkels

uiten – dat is heel waardevol, voor het kind en voor de groep.’ En Bob van Bohemen van de Klimopschool in Hilversum: ‘De leerlingen genoten van de lessen waar ze verkleed op de foto gingen. Je moest eens zien hoe trots ze waren.’

Poëzie Door Cultuureducatie met Kwaliteit is er veel aandacht voor de kennis en kunde van ‘de mens voor de klas’. Samen met Stichting Tamino ontwikkelde Plein C een speciale nascholing (mét stages) voor kunstdocenten die ervaring willen opdoen in het Speciaal Onderwijs.

Elke cursist werd gekoppeld aan een school waar zijn of haar project kon worden uitgevoerd. Beeldend kunstenaar Francesca Vonk trof op De Schelp in Haarlem een groep zeer moeilijk lerende kinderen. Ze bedacht een project waarbij ze de kinderen figuurtjes liet maken van klei en allerlei kringloopmaterialen. Vervolgens vroeg ze de kinderen iets over hun figuurtje te vertellen en voegde tekst en beeld samen in een poster. Het resultaat doet niet onder voor de bekende poëzieposters van Plint.

Afstemmen En zo zijn er veel meer betoverende ervaringen geweest, voor kinderen, groepsleerkrachten én de kunstdocenten. Tanja van Dijk, directeur van Stichting Tamino: ‘Het succes van een les hangt af van de samenwerking tussen de kunstdocent en de leerkracht. Dat is een proces van continu afstemmen en uitwisselen. Doe je dat goed, dan heb je altijd iets om op terug te vallen.’


xxxxxxxx

Meer informatie

Benieuwd naar kunstdocenten die ervaring hebben met kinderen met een ĘťlabelĘź? Vraag info@pleinc.nl naar de contactgegevens.

prikkels 19


in gesprek Tekst: Hille Takken Foto: Martijn de Vries

Twee ICC'ers in gesprek over hun ervaring met cultuuronderwijs in passend en speciaal onderwijs.

Voorspelbaar, maar toch spannend

20 prikkels


Marijke Kay (links) werkt bijna 40 jaar in het onderwijs. Ze wilde als kleuter al kleuterleidster worden en ging na het VWO inderdaad naar de KLOS. In de avonduren volgde ze nascholing. De laatste jaren geeft ze les aan de bovenbouw. Ongeveer acht jaar geleden werd ze na een ICC-cursus cultuurcoördinator op OBS De Zonnewijzer in Hoorn.

Lidwien Bruin (rechts) is zo’n 25 jaar leerkracht en heeft voor alle groepen gestaan. Sinds 10 jaar werkt ze in het Speciaal Basis Onderwijs bij basisschool De Wissel in Hoorn. Haar directeur vroeg vier jaar geleden of ze haar creatieve talent ook op school wilde inzetten. Lidwien heeft toen het Wisselatelier opgezet en aansluitend een ICCcursus gevolgd.

Hoe ziet cultuureducatie in het speciaal onderwijs eruit? Lidwien: Het SBO is sterk gericht op structuur en voorspelbaarheid. Zo komt het dat onze leerlingen niet altijd even vrij kunnen werken. Maar ik vind dat kinderen met een laag IQ of heftige gedragsproblemen die ruimte juist wel moeten krijgen. Daarom heb ik een atelier ingericht. Wat blijkt? Gedragsproblemen vallen weg als kinderen kunnen timmeren. Marijke: Wat goed! Best spannend als kinderen met gedragsproblemen met een hamer rondlopen. Lidwien: In het atelier kunnen kinderen bijvoorbeeld kleien, schilderen of knutselen. Bij iedere werkvorm hoort een webpagina met uitleg. Voor kinderen die dat nodig hebben, is er een gedetailleerd stappenplan. Op het bord staat volgens welk patroon juf door de klas loopt. Wie het spannend vindt om klei aan te raken, krijgt plastic handschoenen. Marijke: Ik vind de naam ‘atelier’ leuk. Wij hebben een lokaal waar we op vaste tijden solderen of figuurzagen bijvoorbeeld. Ik zou willen dat we kinderen ook tijdens het zelfstandig werken even naar ‘het atelier’ kunnen sturen. Daar hebben we helaas geen bemanning voor. Lidwien: Soms zetten wij oudere leerlingen in. Dat is bij toeval ontstaan, toen ik eens een bovenbouwleerling op de werkbank zag staan om een jonger kind te helpen zagen. Marijke: Sinds 2014 moeten ook reguliere scholen passend onderwijs bieden. Het idee erachter, dat kinderen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving naar school gaan, is goed. Maar daar moet meer mankracht

prikkels 21


in gesprek

Gedragsproblemen vallen weg als kinderen kunnen timmeren tegenover staan, anders raken ‘kwetsbare’ kinderen gemakkelijk ondergesneeuwd. Jarenlang hadden we een ‘timmeropa’, maar ook grootouders zijn druk tegenwoordig. Betekent cultuureducatie extra stress voor kinderen in het speciaal onderwijs? Lidwien: Soms wel. Ik denk aan ‘De Cultuurwissel’: verschillende leerkrachten geven op een vast dagdeel drie workshops, en sluiten af met een presentatie. Ook kinderen met complexe problemen doen mee. Zij komen soms niet verder dan passief toekijken. Hoe kunnen we juist deze kinderen toch cultuurlessen aanbieden? Daarover sparren met collega’s vind ik leuk, over de manier van instructie geven bijvoorbeeld. Een

22 prikkels

leerling bij een marionettenworkshop werd woedend, omdat hij niet had verwacht dat een marionet een dier werd. De voorbeeldpop had toch duidelijk een mensenlichaam? Marijke: Voor kinderen met een autismeverwante stoornis is een uitje best spannend. Voor hen helpt het wel als we het goed voorbereiden – tevoren plaatjes laten zien. Wij gaan vaak op stap. Lopend of fietsend naar de molen, en naar het Bakkerijmuseum of het Zuiderzeemuseum. Echt super. De kinderen gaan met steen graan malen, of met stokjes schapenwol spinnen en weven. Lidwien: Wij kunnen er weinig op uit. Het is lastig om professionele begeleiding te regelen voor kinderen die niet weten hoe ze zich in een museum moeten gedragen. Als je ze niet kent, is hun gedrag lastig te hanteren. Sommige kinderen raden wij aan weg te lopen als de boosheid te hoog oploopt. Als een onwetende museumvrijwilliger zo’n kind terugroept, gaat het van kwaad tot erger. Marijke: Zou je dan liever zelf zo’n museumles geven? Lidwien: We passen onze ambities aan om beter aan hun behoeften te kunnen voldoen. Onze directeur – die als vrijwilliger op de watertaxi door Hoorn vaart – heeft onze kinderen vanaf het water cultuurhistorisch Hoorn laten zien. Ze kregen allemaal een zwemvest aan. Te gek! Of biedt cultuureducatie kinderen met leer- of gedragsproblemen juist kansen? Lidwien: Zonder meer! Ze zijn hier niet voor hun zweetvoeten – ze zijn vastgelopen in het reguliere onderwijs – juist dan is het belangrijk dat ze kunnen opbloeien op cultureel vlak. Thuis komt een deel van onze leerlingen nauwelijks met cultuur in aanraking. Marijke: Je ziet dat kinderen door creatieve vakken ook meer ruimtelijk inzicht verwerven en hun emoties kwijt kunnen. Lidwien: Dat is mooi meegenomen, maar cultuureducatie op zich is ook onmisbaar. Het geeft plezier – en het doet iets met je groepsdynamiek. Marijke: Zeker. Ik heb een meisje dat niet goed kan rekenen en spellen, maar kan tekenen als een ware kunstenares. Zó fijn dat zij ook haar talent kan laten zien. Lidwien: Mijn advies is: denk niet in beperkingen maar blijf steeds onderzoeken wat wél lukt. Ik moest eens onverwacht invallen. Onvoorbereid koos ik voor iets dat mijzelf raakt: De Notenkraker. Klassieke muziek, ik verwachtte een lauwe reactie. Maar het verhaal greep ze – ze hebben er prachtige tekeningen bij gemaakt.


Van ambitie naar goed én concreet cultuuronderwijs

Je leerlingen ontdekken hun eigen talenten en ontwikkelen zich als maker, deelnemer en publiek.

De Cultuur Loper is een traject waarbij je onder begeleiding van een coach en samen met je hele team, je ambities voor cultuuronderwijs vertaalt naar praktisch en duurzaam onderwijsaanbod. De 6 kwaliteiten van De Cultuur Loper 1. Door de aanpak van De Cultuur Loper werk je aan een plan dat aansluit bij de ambities en mogelijkheden van de school 2. Leerlingen én leerkrachten ontdekken met De Cultuur Loper hun eigen talenten 3. De gewenste leeropbrengsten worden geformuleerd met de competenties Reflecterend, Creërend en Onderzoekend vermogen 4. Een uitgebreid scholingsprogramma zorgt voor kennis en kunde bij leerkrachten en cultuuraanbieders 5. De Cultuur Loper heeft verschillende methoden om te zorgen dat cultuur geborgd wordt in je onderwijs 6. Je werkt gedurende het traject in een eigen digitale omgeving. Alle opbrengsten van De Cultuur Loper worden gedeeld op www.decultuurloper-nh.nl

Meer weten? Meedoen? Kijk op www.decultuurloper-nh.nl!

Al ruim 300 scholen werken met De Cultuur Loper!


Kunst werk Tekst en beeld: Kunstgebouw

HOKJES, VAKJES EN HET KUBISME

Onderbouw

Rood, geel en blauw Lesdoel De leerlingen kunnen met

rechthoeken en vierkanten een ritmische compositie maken.

Materiaal Per leerling een vel wit

tekenpapier van 25 x 35 cm en een schaar. Per tafel gekleurd papier (rood, geel, blauw en zwart) en lijm. Op www.kunstgebouw.nl/mondriaan - afbeeldingen 9 en 10 - bijlage 4

Inleiding Vertel de leerlingen over

het leven en het werk van Piet Mondriaan. Gebruik hiervoor de verteltekst Het leven van Piet uit de handleiding. Mondriaan maakt zijn schilderijen nog eenvoudiger. Bij bomen bijvoorbeeld schildert hij alleen de stam en takken. Uiteindelijk werkt hij alleen nog maar lijnen, kleuren en vlakken van verf.

Opdracht De leerlingen gaan zelf

een compositie maken van vierkanten en rechthoeken. Deze vormen ordenen ze horizontaal en verticaal. Om het geheel zo levendig mogelijk te maken is het van belang dat de leerlingen veel afwisseling toepassen in grote en kleine vormen, ritme, herhaling en het kleurgebruik en kleurcontrast. Bekijk samen afbeelding 9 en 10. Geef elke leerling een vel tekenpapier. Elke tafel krijgt een stapeltje gekleurd papier. Hieruit knippen de leerlingen vierkanten en rechthoeken in verschillende formaten

24 prikkels

en kleuren. Hiervan stellen ze op hun tekenpapier een compositie samen in horizontale en verticale lijnen. Laat het wit van de ondergrond meespelen in het geheel van de compositie. Zorg ervoor dat de leerlingen niet meteen alle vormen vastplakken op de ondergrond, maar dat zij eerst schuiven met losse vormen. Als ze ongeveer weten hoe deze

eruit moet gaan zien, mogen ze beginnen met het vastplakken van de vormen.

Afsluiting Hang de werkstukken één

voor één tegen elkaar aan, tot een grote compositie. Zijn er werkstukken die op elkaar lijken? Is er goed met grote en kleine vlakken gewerkt?


Dit jaar viert De Stijl haar 100e verjaardag. Een belangrijk lid van De Stijl was Piet Mondriaan. Zijn naam is bekend, maar wat weten we eigenlijk van hem en zijn werk? Kunstgebouw maakte vier mooie lessen voor de hele school over Mondriaan. Hier vind je twee verkorte lessen.

Bovenbouw

Wat stelt dit nou weer voor? Lesdoel De leerlingen kunnen herkenbare vormen ontdekken in geabstraheerd werk.

Materiaal Per leerling kleurpotloden,

een potlood en een kopie van Bijlage 2: Kerk in Domburg. Let op: zorg dat je de teksten niet mee kopieert, want dan weten de leerlingen wat de bovenkant is. Op de site staat een versie zonder tekst. Op www.kunstgebouw.nl/mondriaan - afbeeldingen 7 en 8 - bijlage 2 en 3

Inleiding Bekijk afbeelding 7 en 8 van Mondriaans bomen met de leerlingen. Mondriaan schildert steeds abstracter. Alleen door de drie bomen bij elkaar te bekijken, is de meest abstracte versie nog te herkennen. Mondriaan probeert in deze serie schilderijen steeds hetzelfde onderwerp te vereenvoudigen en slechts

die lijnen over te houden die de essentie van het begrip ‘boom’ aangeven. Zouden de leerlingen een boom herkennen als ze alleen het laatste schilderij zien?

Opdracht Geef alle leerlingen een

kopie van bijlage 2. Vertel wel dat het werk van Mondriaan is, maar noem de titel niet. Vertel ook niet wat de onder- of bovenkant is. Laat de leerlingen proberen in deze abstracte voorstelling een tekening te maken, waarvan zij denken dat het de originele voorstelling is, bijvoorbeeld door vlakken in te vullen met kleurpotlood of door lijnen te verbinden met potlood. Laat de leerlingen niet met elkaar overleggen of hardop roepen wat het voorstelt.

Afsluiting Hang het werk op en

vergelijk de tekeningen. Waarom zijn bepaalde voorstellingen gekozen? Waarom verschillen de onder- en bovenkanten? Laat nu de realistische versie van Mondriaan (bijlage 3) zien. Welke tekening benadert deze het meest?

Alles bekijken?

Op www.kunstgebouw.nl/mondriaan vind je al het uitgebreide lesmateriaal.

prikkels 25


door hun ogen Tekst: Hille Takken Foto: Martijn de Vries

Op De Parel in Haarlem zitten kinderen die door hun lichamelijke handicap of ziekte niet naar een gewone school kunnen. De school organiseerde dit voorjaar een filmproject samen met De Haarlemse Montessori School. Nina, Madelief en Ayuna (van links naar rechts op de foto) vertellen over hun samenwerking.

Nieuwe vriendinnen Nina (10), leerling op De Parel: Wij zitten op een gehandicaptenschool met zieke kinderen en werkten voor dit project samen met leerlingen van de Montessorischool, een normale school. Ik zit met 11 kinderen en zij zitten met wel 30 kinderen in maar één klas – dat is best veel. Tussen de kinderen zie je niet veel verschil, behalve als ze in een rolstoel zitten. Ayuna (9), leerling van De Parel: In de film doe ik een modeshow met vier kinderen van de Montessorischool. Dat zijn normale kinderen. Ikzelf zit op deze school omdat ik astma heb. Eli kan niet goed lopen, die heeft een rollator nodig en weer een andere jongen kan zomaar best wel boos worden in de klas. Kinderen zitten op De Parel omdat ze een ziekte hebben, maar we kunnen wel gewoon denken. Nina: Aan mij kun je ook niets zien, maar ik heb wel iets, een soort slaapziekte, maar ik weet niet hoe het heet. Een paar jaar

terug zat ik op een normale school – kinderen daar wilden niet echt weten wat ik heb. Als ik tijdens het rekenen op een gang sliep op een zitzak, gingen zij even naar de wc en dan zaten ze vaak raar naar me te kijken. Ik werd op die school ook gepest – op De Parel niet. Madelief (8), leerling op de Haarlemse Montessori School: Er zijn ook veel dingen hetzelfde. Sommigen kunnen gewoon praten en/of lopen. We hebben allemaal gewone kleren aan. Of gehandicapte kinderen ook minder slim zijn? Dat geloof ik niet. Misschien. Bij sommige kinderen van De Parel heb ik wel gemerkt dat zij zich jonger gedragen dan ik, terwijl zij ouder zijn. Dat is niet erg. Ze zijn gelukkig. Nina: Voor het filmen moesten we eerst groepjes maken. Wij vieren


hadden bedacht: Donald Trump versus Donald Duck – dat vonden wij leuk, omdat je die naam zo vaak hoort in het nieuws. Dat idee hebben we echt samen met de kinderen van de Montessorischool bedacht. Ayuna: Ik vond het zeker leuk om samen te werken met de Montessorischool. Zo konden we nieuwe vriendinnen en vrienden maken. Zouden we de film alleen met kinderen van De Parel maken, dan is dat minder speciaal. Dan zouden alleen onze ouders kijken, en die kennen ons al. De film is een kans om andere kinderen kennis te laten maken met ons. Ik hoop dat de kijkers mij op de film zien en dan denken: ‘dat lijkt mij wel een leuk meisje.’ Madelief: Het was leuk om samen te werken met De Parel. Dan zie je dingen waarvan je niet wist dat die bestonden. Ik zag bijvoorbeeld een kind een rolstoel besturen met z’n kin, en een schommel voor iemand in een rolstoel. Fascinerend. Nina: We hadden de film ook best zelf

kunnen maken, maar samen was het leuker, omdat we zo nieuwe kinderen hebben leren kennen. Madelief: We hebben ook een keer ‘handicapbeleving’ gedaan. We deden een wedstrijdje in rolstoelen en we moesten legoblokjes in elkaar doen terwijl er een elastiekje om je hand zat. Of met je verkeerde hand vakjes inkleuren, of een puzzel maken terwijl je alleen het spiegelbeeld kon zien. Moeilijk! Ayuna: Bij dit filmproject heb ik geleerd dat er veel verschillende mensen nodig zijn om een film te maken. Er zijn kinderen die niet gefilmd willen worden, die kunnen achter de schermen aan het werk, als regisseur bijvoorbeeld. Juffen en meesters die ook een film willen maken met kinderen zou ik willen zeggen: doe rustig aan, zodat de kinderen goed onthouden wat ze moeten zeggen. Madelief: Als juf van gehandicapte kinderen kun je beter niet meteen streng doen, want ze kunnen er niets aan doen. Ik hoop dat er veel juffen en meesters nadenken hoe ze kinderen van De Parel kunnen leren timmeren of kleien.” Nina: Ik kijk wel eens op internet naar beroemde sporters of zangers die een interview geven. Dat wil ook wel. Als we nog eens kunnen samenwerken met de Montessorischool zou ik dat leuk vinden, dat ze dan een interview met mij willen. Ben ik aan de beurt om op de foto te gaan? Oh leuk!”

prikkels 27


Kijkles over de Kubuswoningen van Piet Blom

S nelle les

28 prikkels

Zoek op internet afbeeldingen van de kubuswoningen, ook van het interieur. Laat ze zien op het digibord. De architect van deze gebouwen heet Piet Blom. De woonwijken die in zijn tijd werden gebouwd waren best saai. Hij wilde dat anders doen. Piet Blom hield van herkenbare vormen. Zo bedacht hij de kubuswoningen. Uit welke vormen bestaat een kubuswoning? Uit welke vormen bestaat een gewoon huis?

De scheve buitenmuren lopen binnen ook scheef. Wil je een kast of een bed tegen zo’n muur zetten, dan moet je hem op maat laten maken. Dat zie je op foto’s van het interieur. Ben je wel eens in een bijzonder gebouw geweest, bijvoorbeeld met schuine muren of een vloer van glas?

Een kubuswoning bestaat uit drie woonlagen. In de ‘boomstam’ is de ingang en de trap naar boven. In het onderste deel van de kubus is de keuken en de woonkamer. In het midden zijn de slaapkamers en boven is een serre. Wat zou jouw lievelingsplek zijn in een kubuswoning?

Elke kubuswoning is een boom, en de woningen samen zijn een woonbos. Onder de woonbomen kun je buitenspelen of je fiets parkeren. Als jij een woonwijk zou ontwerpen, hoe zorg je er dan voor dat er genoeg ruimte is om te spelen en om te wonen?


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.