Prikkels Mixen Mag najaar 2019

Page 1

Cultuur op school

Najaar 2019

t

mixen ma g t hem

a

het leukste magazine over cultuur op school - lesideeĂŤn, nieuws en praktijkverhalen


mening Tekst: Jolanda Koning

Met vakintegratie leren kinderen meer

Ja

Wat muziek betreft, zou het zoeken naar vakintegratie niet nodig hoeven Als je vakgebieden met elkaar zijn. Muziek moet vanzelfsprekend verbindt, zijn leerlingen meer betrokken. Het brengt een ‘taal’ zijn als een middel om te meer energie teweeg. Tafels leren met een rap leren. Van oorsprong is muziek een ‘taal’, bijvoorbeeld. Je werkt tegelijkertijd aan de leerdoelen van een verbindend element. In de 19e eeuw rekenen en van muziek. Wanneer ik leerkrachten coach in werd het pas een kunstvorm. Tegenwoordig het geven van muziek, kan ik door vakgebieden te laten is goede muziek toegankelijk voor iedereen. De samenkomen, meteen laten zien dat muziekonderwijs valkuil daarvan is dat het ‘ongecompliceerd zingen meer is dan liedjes zingen. Je kunt thema’s de of spelen’ thuis, in de klas, op straat, steeds minder muziekles binnenhalen. Door vakken te integreren gebeurt. Er is blijkbaar een soort angst ontstaan om kunnen thema’s van verschillende kanten je muzikaal te uiten. De tafels of de Waddeneilanden in belicht worden. Het vergt wel wat meer de vorm van liedjes en muzikale spelletjes leren zou voorbereidingstijd en overleg tussen vanzelfsprekend moeten zijn. Maar wat muziek als bijvoorbeeld kunstvakdocent en kunstvorm betreft? Biedt dat aan als vak, zodat groepsleerkracht, maar het levert kinderen het écht leren. meer op.” Christiaan van der Weij, vakleerkracht muziek in het basisonderwijs

Ja

Otto de Jong, vakleerkracht muziek en dirigent. Hij geeft trainingen in binnen- en buitenland voor Musicians Without Borders.

Hoofdredactie: Hanna van der Veen (Plein C), Mirjam de Heer (Kunst Centraal) Tekstredactie: Marjolein Hovius (Kunst Centraal) Redactie: Marjolein Hovius (medewerker marketing en communicatie Kunst Centraal), Tamara Oortwijn (ICC’er St. Leonardusschool Heemskerk), Jesse Smale (ICC’er Delteykschool Werkhoven), Jolanda Konings (adviseur cultuuronderwijs Plein C) Met bijdragen van: Tamara Oortwijn,

2 prikkels

Jolanda Konings, Hanna van der Veen, Mirjam de Heer, Hille Takken en Jesse Smale. Illustraties: Jip van den Toorn, Mireille Schaap, Marloes Toonen Foto’s: Stephanie Driessen Vormgeving: Ykeswerk Drukwerk: Zwaan Prikkels is een gezamenlijke uitgave van Plein C en Kunst Centraal en komt tot stand met subsidie van de provincies Noord-

Holland en Utrecht en het Fonds voor Cultuurparticipatie. Prikkels verschijnt drie keer per jaar. Oplage: 4.500 Abonnementen: basisscholen in Noord-Holland, Utrecht en Noord-Brabantontvangen 1 exemplaar gratis. De distributie wordt verzorgd door Abonnementenland in Heemskerk. Losse nummers: € 5,50 Abonnement: € 15,- per jaar (3 nummers)

Adverteren: bekijk de mogelijkheden op www.prikkelsonline.nl Zesde jaargang, nummer 18 Alle rechten voorbehouden. Deze rechten berusten bij Plein C en Kunst Centraal c.q. de betreffende auteur. ISSN: 2214-3777

EXPERTS IN CULTUUR & EDUCATIE


inhoud

V

Aan tafel!

an het klappen van een ritme bij het opzeggen van de tafels, het tonen van een filmpje van de Noordpool bij topo tot een projectweek voor de hele school… Als je je verdiept in het thema vakintegratie kom je er al vrij snel achter dat bijna elke leerkracht hier wel aan doet. De meerwaarde zit in de subtiele en bewuste afstemming van de verschillende vakken en de leerdoelen. Vakintegratie is als het bereiden van een maaltijd. Als ingrediënten kies je vakken die goed harmoniëren, elkaar versterken of juist verrassend anders zijn. Ook zorg je dat de verschillende ingrediënten samen alle vitaminen en voedingsstoffen bevatten die nodig zijn voor een gezonde maaltijd. Oftewel: je bepaalt de leerdoelen van je lessen. Vervolgens kies je een bereidingswijze en misschien nog wat aanvullende ingrediënten die zorgen dat je een aantrekkelijke en smaakvolle maaltijd kan presenteren. Vakintegratie kan op ieder niveau: van broodje gezond tot een uitgebreid vijfgangen diner. De cultuurvakken zijn hierbij ideale ingrediënten. Niet alleen geven ze een nieuwe kijk op de geijkte ingrediënten, ze zijn bovendien zelf erg smakelijk, voedzaam en vitaminerijk. Verandering van spijs doet eten. De ene keer presenteer je rekenen met een dans-amuse, de andere keer kies je voor een uitgebreid vijfdagen diner over meten en wegen. In deze Prikkels vind je hiervoor inspiratie. Leer smakelijk!

08

Droom, Durf en Verwonder Moniek Warmers over hoe kunst helpt bij integreren

10

De voorstelling op de doos Over de waarde, de valkuilen en de successen van mixen

24

Spoorzoekers

Een erfgoedleerlijn van het Glasmuseum

Hanna van der Veen ( hoofdredacteur)

En verder

04 Prikbord 06 Klassefoto 14 Kunstwerk: Een vos verliest nooit zijn streken 20 Shopping: op reis!

21 23 26 28

3 x filosoferen over erfgoed Missie geslaagd! Door hun ogen Snelle les: Begin het jaar met dansen! prikkels 3


prikbord

3X

CULTUUR IN DE

KLAS

DE SNELSTE ZEBRA VAN DE WERELD (5+)

Bijeenkomst voor leerkrachten

Vrijheid

In 2020 viert Nederland 75 jaar vrijheid. Kunst Centraal sluit hierbij aan met een inspiratiebijeenkomst voor leerkrachten op 18 maart in Bunnik. Wij zijn vrij om te denken, te doen, onze mening te geven en te leven zoals wij dit willen. Deze vrijheid geven we door aan onze kinderen. We leren hen hun vrijheid te hanteren en te koesteren. Kunstenaars, de verdedigers van vrijheid bij uitstek, helpen je kinderen bewust te maken van wat vrijheid betekent. Interessante sprekers en praktische lesideeĂŤn brengen inspiratie en handvatten.

www.kunstcentraal.nl

Gamen

SPEEL JE MEDIAWIJS MET MEDIAMASTERS 2019!

8-15 november MediaMasters is een game voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Scholen kunnen hun klas hiervoor aanmelden via www.mediamasters.nl. De klas speelt het spel in de week van de mediawijsheid van 8 tot en met 15 november. Elke speldag start met een aflevering op het digibord. Daarna gaan de leerlingen op Mediamissie aan de hand van opdrachten. Tijdens de opdrachten overleggen zij, werken ze samen, maken ze zelf mediacreaties, interpreteren ze media en nemen ze hun eigen mediagedrag onder de loep. Zo worden ze met en van elkaar mediawijzer. www.mediamasters.nl 4 prikkels

Zebra wil iedere dag hardloopspelletjes doen: Hardrennertje, Sprinterdesprint, Vlugge Wilma. Als hij maar keihard kan rennen en winnen. Het is een humoristische voorstelling over lelijk winnen en mooi verliezen, over vriendschap en natuurlijk het belang van een goede schuilhut. www.sttprodukties.nl

DE KLEINE PRINS (7+)

Deze ontroerende dansvoorstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek waarin universele vragen gesteld worden over de reis die het leven is. Het mooie decor, de filmische beelden en verschillende personages maken dit tot een prachtige theaterbelevenis. www.groundbreakers.nl

ANNA’S OORLOG (10+)

Deze voorstelling sluit aan op 75 jaar vrijheid. Het is een indrukwekkend en meeslepend verhaal over de verschillende rollen die mensen gespeeld hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een herinnering aan de intolerantie van toen die we nooit mogen vergeten. www.verteltheater.nl/ vertellers/marjo-dames


MUZIEK IS EEN TAAL Dit praktische lesboek helpt je om muziek en taal met elkaar te integreren. Verschillende taalstrategieën zoals articulatie, instructie, luisteren en taalsteun zijn gekoppeld aan muziekcompetenties. Ze zijn uitgewerkt in een lessenreeks met liederen uit verschillende culturen, speelstukken, spreekteksten, dansen, luistervoorbeelden en meer. Het lesboek is samen met Stichting Taalvorming ontwikkeld en geeft groepsleerkrachten en vakdocenten inspiratie en praktische voorbeelden voor het integreren van muziek- en taalonderwijs. www.aslanmuziek.nl/product/ muziek-is-een-taal

Agenda ICC-CURSUS

Zorg voor een motor achter cultuuronderwijs op jouw school. Een gecertificeerde Intern Cultuurcoördinator initieert nieuwe ontwikkelingen en ondersteunt en begeleidt je hele team. Startdatum Bunnik: 6 november (www.kunstcentraal.nl) Startdatum Den Helder: 15 januari (www.pleinc.nl Startdatum ’t Gooi: 22 januari (www.pleinc.nl)

POST-HBO CULTUURBEGELEIDER

Een cultuurbegeleider kan zelfstandig cultuurbeleid voor je school formuleren, uitvoeren en evalueren. Cultuureducatie wordt zo onderdeel van het veranderproces van je school. Startdatum Utrecht: 5 november, Marnix Academie (www.kunstcentraal.nl) Startdatum Haarlem: 29 januari, Inholland Academy (www.pleinc.nl) Benieuwd naar deze opleiding? Bezoek de informatiebijeenkomst op 16 september bij de Marnix Academie Utrecht. Info: www.kunstcentraal.nl.

DE DAG VAN 8!

Ingezonden brief

Cultuuronderwijs in de praktijk! Deze tekening ontving de redactie van Prikkels van Brayden. Superleuk om te zien dat zijn juf aan de slag is gegaan met de ideeën uit Prikkels en dat Brayden en zijn klasgenootjes Ming, Shayne en Senna ons twee

prachtige tekeningen stuurden! Wat doet jouw klas met Prikkels? Wij zijn erg benieuwd! Stuur het naar hannavanderveen@pleinc.nl

2 april - Tilburg Vaderdag, moederdag, dierendag, de dag van de leerkracht. Iedereen heeft wel een dag. En 2 april 2020 is de dag van 8! Want in 2020 zijn we in Brabant 8 jaar op weg met de landelijke regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Op deze dag komen Brabantse leraren, cultuurcoördinatoren, groep 8’ers, kunstenaars en andere cultuurprofessionals bij elkaar in Tilburg voor een groot cultuureducatiesymposium. Zet 'de dag van 8' dus alvast in je agenda, ook voor groep 8. www.kunstloc.nl

prikkels 5


klassefoto Tekst: Hille Takken Foto: Stephanie Driessen

6 prikkels

Op excellente school De Sterrekijker in Beverwijk is er veel aandacht voor taal. Dat vind je er ook terug in cultuur, muziek, dans en creatieve ontwikkeling.


Rafael (11) “De Sterrekijker is een excellente school. We doen veel aan culturen. We zijn een keer naar het Rijksmuseum geweest – het mooiste vond ik De Nachtwacht.” Bersan (11) “Ik spreek thuis Turks en op school Nederlands. Werken we aan het vergroten van onze woordenschat? Wat is dat? Ik hou wel van taal. Ik vind rappen leuk. Bijvoorbeeld Boef en Lil Kleine.” Alayna (11) “Ik vind dit een leuke school - we doen vaak projecten. Dit jaar ging dat over de ruimte. We hebben planeten gemaakt met papier maché en verf.” Vita (11) “Het is gezellig in onze klas. Doordat er zoveel verschillende kinderen zijn. Iedereen heeft een ander geloof. Daar kunnen we dan ook over praten.” Lina (10) “Taal is belangrijk. Zonder taal kun je niet heel goed communiceren met mensen. Dat gaat je niet op weg helpen in de toekomst. Ik spreek Nederlands en ook beetje Marokkaans.” Amina (10) “Ik vind dagboekachtige boeken het leukst – boeken waarin telkens iets aan de hand is en dat dan weer goed komt. Ik lees nu Dagboek van een muts.” Kyan (11) “Ik spreek alleen Nederlands. Mijn vader komt uit Sri Lanka. Soms leert hij me wel woorden. Of hij zegt schatje in het Srilankaans. Dat klinkt als “magoeastana”. Hoe je het schrijft kun je niet weten, want het Srilankaans heeft een ander schrift, met allemaal kleine tekentjes.” Efe (11) “Ik spreek Turks en Nederlands en Frans. Mijn moeder is Frans. Thuis spreken we Nederlands. Soms geeft ze Franse les hier op school en dan luister ik goed.” Ipek (11) “Bij spelling werken we met het sexfokschaap. Dat vind ik een heel erg grappig woord.” Evi (10) “Ik vind De Sterrekijker een leuke school. De juffen zijn goed – ze geven veel aandacht aan taal. Het grappigste woord dat ik ken? Derrière.” Glenn (10) “Ik vind samenwerken in groepjes leuk, dan kun je een niveau hoger komen. Met spelling ben ik niet de beste maar iemand anders in mijn groepje wel. Bij rekenen kan ik diegene omhoog doen.”

prikkels 7


essay Tekst: Mirjam de Heer Illustratie: Jip van den Toorn

8 prikkels


Droom, durf en verwonder! “Nederland is het enige land waarin methodes centraal staan binnen het onderwijs. In alle andere landen is het beroep van leerkracht er een van onderwijs geven én onderwijs ontwerpen.” Moniek Warmer begeleidt scholen bij het ontwikkelen van hun eigen onderwijs.

“I

k ben geschoold als leraar beeldend en Nederlands. Mijn eerste baan was 32 jaar geleden. Ik was lerares Nederlands op een MAVO in een arme wijk van Rotterdam. Geen leerling in de hele school die boeken las. Daarom las ik ze voor. Dan waren ze stil en werden gegrepen door het verhaal. Ik wilde hen helpen om hun fantasie te ontwikkelen. Om zichzelf te ontdekken. Daarom organiseerde ik een bezoek aan een voorstelling van het Ro Theater. We bereidden het bezoek voor door te bespreken hoe je je in een theater gedraagt, wat je aan doet. Het werd een groot succes: kinderen voelden zich betrokken, ze hoorden erbij. Kunst was ook voor hen. Zo ontdekte ik mijn missie: kinderen laten ervaren dat kunst je raakt, je

aan het denken zet en op nieuwe gedachten kan brengen.

Logisch Als ik nu terugkijk naar mijn eerste school is er veel veranderd: cultuureducatie is vanzelfsprekender geworden. Er zijn weinig scholen meer die het niet logisch vinden dat de klas van tijd tot tijd naar een voorstelling of museum gaat. Als gevolg daarvan kunnen leerlingen meer aan. Het is niet snel te moeilijk of te vaag. Kinderen van nu zijn meer gewend dat kunst iets is waar je een mening over kunt en mag hebben. Ik bouwde de kunstlessen uit. Ik was niet bang dat de theatervoorstellingen, gesprekken in de klas of maaklessen ten koste

prikkels 9


essay

Moniek Warmer is educatief ontwerper. Ze is werkzaam als ZZP’er voor onder meer Kunst Centraal, Landschap Erfgoed Utrecht en diverse musea. Daarnaast is zij betrokken bij www.neuewelle.nl, een collectief met een website met actuele kunstbronnen die als inspiratie in het onderwijs gebruikt kunnen worden.

zouden gaan van de examenresultaten. Bij Nederlands doe je examen in tekstbegrip. Kunst gaat over begrip, over de rust nemen om meer te zien, meer te begrijpen, verbanden te zoeken. De andere talen en de zaakvakken, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, zijn precies zo. Voor leerkrachten die zelf hun lessen maken is integratie van vakken heel gewoon. Zij gaan uit van vragen die bij de leerlingen leven. Bijvoorbeeld vragen als: Wat is vrij? Wat is tijd? Dat zijn vragen waar je moeiteloos alle vakken aan kunt koppelen. Als ik een les ontwerp zoek ik bij de vraag een kunstwerk. Mijn les begint dan met samen kijken en bespreken wat we zien, wat er in het kunstwerk gebeurt. Kinderen zeggen dan vaak dingen die je niet verwacht.

Lentekriebels Het is belangrijk om de tijd te nemen om de bovenliggende vraag te formuleren. Ik heb een keer met een team een bestaand voorlichtingsprogramma, ‘Lentekriebels’ vertaald naar een project over verbinding. Het kunstwerk dat ik erbij zocht was een performance van Marina Abramovic. Zij zat aan een tafeltje in het Museum of Modern Art. Bezoekers konden op de stoel tegenover haar plaats nemen. De kinderen waren gefascineerd. Na afloop schreef de leerkracht de reacties en ideeën van de kinderen op. Deze werkte ze uit in allerlei vakgebieden. Bij taal gingen de kinderen op zoek naar verbindingswoorden. Ze ontwierpen en maakten een lichaamsdeel dat communiceren kon. Ze oefenden bij drama met non-verbale communicatie. Ze verdiepten zich bij biologie in de nestjes die vogeltjes maakten. Naar aanleiding van dat ene filmpje lag er een heel scala aan leermogelijkheden rondom ‘Verbinding’ open.

“Het onverwachte is geen vijand, maar een vriend.” 10 prikkels

Deze manier van werken vraagt twee dingen: loslaten en een nieuwe structuur. Als je een beeldende les gaat geven waarin kinderen een lichaamsdeel ontwerpen dat communiceert begin je en vraag je waaraan kinderen zien dat iets communiceert. En als je de les koppelt aan een bepaalde vaardigheid, bijvoorbeeld papier maché, dan demonstreer je eerst die vaardigheid. Je ontwerpt niet het eindresultaat, maar het proces. De kracht van werken vanuit een kunstwerk is dat je aansluit bij dat waar kinderen zelf mee bezig zijn. Neem daarbij niet genoegen met de eerste antwoorden. Vraag door. De eerste vier dingen die ze noemen zijn soms heel voor de hand liggend. En dan ineens noemt iemand iets dat het hele onderwerp kantelt. En dat is iets prachtigs om mee te maken. Ik was een keer in een kleuterklas om met de kleuters na te denken over sport. De eerste vier begonnen over een tekening, maar de vijfde wilde een sportauto bouwen van dozen. En toen gebeurde er iets waar ik nog altijd kippenvel van krijg. Ineens stelden we onszelf vragen: wat is sport eigenlijk? Is autorijden wel sport?

Het onverwachte Methodes zijn geschreven door leerkrachten. Het zijn pogingen van collega’s om onderwijs te ontwerpen. Dat kan helpen, maar je kunt het ook naast je neerleggen. Ik gun leerkrachten dat ze de moed vinden om te durven schuiven in lessen, ze aan te passen, naar hun hand te zetten, zich te focussen op hun belangrijkste taak: kinderen zien. Het onverwachte is daarbij geen vijand, maar een vriend. En niets is zo onverwacht als kunst. Het staat daar ineens in je klas, in de gymzaal of in het theater en het roept vragen op. Het past niet in de methode, maar het raakt, jezelf en de kinderen. Neem je tijd om het samen te onderzoeken. Er kunnen vast ook dingen weg. Een Vaderdag cadeautje knutselen, alle opdrachten maken. Niet alles ‘moet’. Schrappen schept ruimte. Ruimte om in gesprek te gaan met de kinderen, om eens bij een collega te gaan kijken, om het onverwachte te laten gebeuren. Mijn advies aan leerkrachten die vakken willen integreren? Droom, durf en verwonder!”


jeugdfondssportencultuur.nl

A-P-S&C-1

Meedoen= meer kansen! prikkels 11


in gesprek Tekst: Hille Takken Foto: Stephanie Driessen

Jenaplanschool Wittevrouwen uit Utrecht werkt met de methode Alles-in-1. Blink in Culemborg geeft vakverbinding zelf vorm met een dagelijks workshopprogramma.

Ze had haar passie gevonden Marjon Smits is directeur

van Blink, een algemeen bijzondere school in Culemborg. Zij heeft een achtergrond als leerkracht en orthopedagoog. Blink zet in op een brede ontwikkeling. De motivatie van het kind staat centraal.

Jaap Nelissen is sinds 1999 directeur van Jenaplanschool Wittevrouwen. Ook hij heeft voor de klas gestaan. Voor hij in 1986 les ging geven op de Jenaplanschool begeleidde hij op diverse plekken kinderen met opvoedproblemen.

12 prikkels

Jaap: “Wereldoriëntatie is in de Jenaplanfilosofie het hart van je school. Je gaat uit van de verwondering van kinderen. Die beperkt zich niet tot één vak. Bij het thema Middeleeuwen bespreken we niet alleen geschiedenis en aardrijkskunde, maar ook middeleeuwse uitdrukkingen. En brengen we een bezoek aan ‘DOM under’, de afgravingen onder de Dom. Of aan het Romeinse Castellum Hoge Woerd.” Marjon: “De wereld bestaat niet uit losse hokjes, dus vinden we verbindingen leggen belangrijk. Een schooldag verloopt dan minder gefragmenteerd. Dat daagt kinderen uit breder te denken. Door een werkstuk te maken landt de lesstof ook beter.” Jaap: “Wij hebben gekozen voor de methode Alles-in-1, die alle vakken integreert, behalve rekenen en gym. Omdat spelling en grammatica daarin te weinig aan bod kwamen, werken wij daarnaast met de taalmethode Alles-apart.”

Ontdekkend leren Marjon: “Lange tijd bestond er geen methode voor integratie. Ook misten we de aandacht voor onderzoekend leren. Dus zochten we zelf naar een rode lijn in ons lesaanbod. Dat is soms een hele puzzel. Leerkrachten hebben hun eigen expertise, dus sommige vakken komen wat meer aan bod dan andere. De voorloper van Blink was een Iederwijs school. Daar kiezen kinderen helemaal zelf wat ze willen doen. Vijf jaar geleden hebben wij dat concept losgelaten en zijn meer structuur gaan bieden. Nu hebben kinderen in de ochtenden rekenen, taal en lezen. Het middagprogramma bestaat uit twee keuzeworkshops, opgezet vanuit kerndoelen en leerlijnen. Sinds we deelnemen aan Cultuureducatie met Kwaliteit focussen we in dit workshopprogramma op integratie.” Jaap: “Alles-in-1 was de eerste geïntegreerde wereldoriëntatiemethode voor het Jenaplanonderwijs die op de markt kwam.


prikkels 13


in gesprek Marjon: “Nu er meer methodes op de markt zijn die ruimte laten aan ontdekkend leren, willen we misschien alsnog een methode aanschaffen. Daarmee borg je de kerndoelen en beschermen we onszelf. Alle lessen zelf maken vraagt veel van leerkrachten. Het is mogelijk dat we gaan werken met een bronnenboek dat als leidraad kan dienen. We zouden ook graag een portfolio bijhouden, zodat we de ontwikkeling van de leerlingen kunnen (laten) zien.” Jaap: “Faqta is een moderne digitale methode met veel mogelijkheden, zoals ontdekkend leren, schoolthema’s en werken aan talenten. Ik verplicht niemand om de methode exact te volgen. We zien graag eigen inbreng. Maar nu het personeelsverloop hoger is dan vroeger, is het wel handig dat we op een methode kunnen terugvallen. Dat geeft houvast.”

Kiezen waar het past Marjon: “Je moet niet alle thema’s willen integreren met beeldende kunst. Dat wordt te geforceerd. Wil je een vakdocent een les beeldende kunst laten verzorgen? Dan moet je heel bewust kiezen waar dat past.” Jaap: “Al onze kinderen krijgen les van een leerkracht handenarbeid. Als ze een link kan maken met een thema, dan doet ze dat. Maar niet altijd.”

“De wereld bestaat niet uit losse hokjes, dus vinden we verbindingen leggen belangrijk.” We haalden veel ideeën uit de boeken en de dvd’s. Maar we misten het ontdekkend leren. De methode is bovendien nogal talig. In sommige lessen lag het accent te veel op begrijpend lezen. En het is een nadeel dat de boeken snel verouderen. Ook met Alles-apart waren we niet helemaal tevreden. Het bevatte te veel invuloefeningen en de kinderen zelf hadden niet veel inbreng. Zeker de meer begaafde kinderen wilden we meer verdieping aanbieden. Dus hebben we na een half jaar onderzoek besloten dat we volgend jaar overstappen naar Faqta.”

14 prikkels

Marjon: “Wij deden een keer een geweldig project met kleuters: ‘Zo schildert Vincent van Gogh’. En we hebben de klas ook een keer veranderd in een serieus atelier, waar de kleuters met kwasten en paletten in de weer waren. Dat heeft veel indruk op de kleuters gemaakt.” Jaap: “Op deze school werken groep 8 kinderen al vanaf maart aan de eindmusical. Die voeren we op in de stadsschouwburg. In een bewerking van ‘Mama Mia’ hadden we de hoofdrol gegeven aan een meisje dat het niet makkelijk had gehad op school en een talent heeft voor zingen. Toen wij de musical opvoerden in de blauwe zaal, stond de professionele Mama Mia productie in de Grote Zaal. Onze kinderen werden uitgenodigd daar op het grote podium te komen. Dat meisje heeft toen ‘The winner takes it all’ gezongen. Terugdenkend schieten de tranen me nu nog in mijn ogen. Daarna is ze in een band gaan zingen. Ze had haar haar passie gevonden. Daar doe je het voor.”


MUZIKAAL shoppen rond de wereld Een reis om de wereld in 6 instrumenten

Portugal Thomann Portuguese Mandolin 2 - € 129 * China Artino Marco Polo Chinese GuQin - € 589

Schotland Thomann Ocarina 7H Celtic clay flutes - € 19,90 *

Mexico Studio 49 GU Guiro - € 23,90

India Thomann Nataraj Gopichand Cocos - € 39 *

Afrika Nino NinoADJ4-XS Moon Rhythm Djembe - € 48 *

prikkels 15


Waaraan zie je iemands karakter? Uiterlijke kenmerken, de manier waarop hij beweegt, de manier waarop hij praat. En de omgeving waarin hij het liefst is.

Kunst werk

Tekst: Jesse Smale en Mirjam de Heer

Een vos verliest nooit zijn streken

Onder bouw

Het stokpoppentheater Lees!

Lees uit twee verschillende jeugdboeken een korte dialoog voor. Een goed uitgangspunt zijn de verhaaltjes uit ‘De schelmenstreken van Reinaert de Vos’, bewerkt door Koos Meinderts. Ook de Kikker-boeken van Max Veldhuijs of de boeken van Toon Tellegen bevatten mooie voorbeelden. Gebruik je stem anders bij de verschillende karakters.

Onderzoek!

Kies één van de dieren uit het verhaaltje. Bekijk samen hoe het dier eruitziet. Is hij klein of groot? Welke kleur heeft hij? Heeft

16 prikkels

hij een grote mond, lange oren, veel haar? Hoe praatte het dier toen jij zijn tekst voorlas? Deed hij gemeen, lief, boos, bang, serieus, nieuwsgierig, onverschillig of… Schrijf alle kenmerken en eigenschappen die de kinderen noemen op. Doe ditzelfde voor twee andere dieren.

Maak!

Zorg voor een stuk stevig karton op A4 formaat en een bamboestokje per leerling. Laat elke leerling een van de besproken dieren kiezen. Eerst tekenen zij hun gekozen dier zo groot mogelijk op het vel papier. Stimuleer hen details toe te voegen: een

lange neus, grote voeten. Daarna kleuren ze het dier in met vetkrijt en knippen het uit. Tot slot bevestigen ze het bamboestokje met plakband op de achterkant.

Speel!

Maak tweetallen van kinderen met verschillende stokpoppen. Geef elk tweetal een beginzin voor een dialoog: “Wie ben jij?”. Laat hen oefenen met verschillende stemmetjes en bewegingen. Zet nu het digibord aan op een wit scherm. Om de beurt spelen de tweetallen met hun poppen die als silhouet voor het scherm verschijnen. Laat de klas vragen stellen aan de poppen.


Boven bouw

De Fortniteshow Lees!

Lees uit twee verschillende jeugdboeken, bijvoorbeeld uit Harry Potter of de Hongerspelen, een beschrijving van een persoon en de beschrijving van een omgeving voor. Voor iets jongere kinderen kies je bijvoorbeeld beschrijvingen uit Mees Kees of Dummie de Mummie. Bespreek aan de hand van de voorbeelden hoe karakter en omgeving samenhangen.

Onderzoek!

We gaan een omgeving maken bij de personages uit het spel Fortnite. Verdeel daarvoor de klas in viertallen. Elk vier-

tal benoemt twee decormakers en twee Fortnite dansers. De dansers kiezen een van de Fortnite karakters uit en bestuderen het bijbehorende dansje. Welke karaktereigenschappen zie je in dat dansje? Welke omgeving hoort er bij dit karakter? Laat de groepjes hun ideeĂŤn opschrijven.

Maak!

De groepjes bedenken bij de twee karakters een passende omgeving. Deze omgeving maken de decormakers in de vorm van een collage. Als inspiratie kun je legopoppetjes, takken, bladeren, dennenappels en allerlei keukenmateriaal zoals spatels, gardes en

een stamper klaarleggen. Maar stimuleer kinderen ook zelf op zoek te gaan naar materialen.

Speel!

Tijd voor een Fortniteshow! Zet de overheadprojector voor in de klas. Een voor een komen de groepjes hun act doen. De dansers staan steeds voor het lichtvlak van de projector, zodat hun bewegende silhouet te zien is. De decorbouwers leggen voorwerpen op de projector. Zo ontstaat de omgeving om de dansers heen. Als de show een succes is kun je hem ook voor ouders doen.

prikkels 17


achtergrond Tekst: Mirjam de Heer Illustraties: Mireille Schaap

De voorstelling

op de doos

Een stukje spelling, een stukje rekenen, een stukje geschiedenis‌ Via methodes leren kinderen de wereld in puzzelstukjes kennen. Soms zien ze een beeld ontstaan, meestal komt dat pas als ze volwassen zijn. Wat als we nu eens beginnen met de voorstelling bovenop de puzzeldoos?

18 prikkels

U

it een onderzoek dat het Landelijk Kenniscentrum voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) uitvoerde samen met DUO Onderwijsonderzoek en Advies blijkt dat meer dan de helft van de leerkrachten een of meerdere cultuurvakken koppelt aan overkoepelende thema’s of projecten. Integratie van vakken is blijkbaar iets waar leerkrachten waarde aan hechten en cultuureducatie helpt daarbij. Leerkrachten die aan het onderzoek meewerkten zien dat leerlingen meer gemotiveerd en betrokken zijn als de lesstof in samenhang wordt aangeboden. Dat integratie populair is bij leerkrachten heeft alles te maken met die voorstelling bovenop de doos. Boven alles willen leerkrachten kinderen leren zichzelf te verhouden tot de wereld. Integratie bouwt een brug tussen de wereld in de school en de wereld daarbuiten. Kinderen zien dat de kennis die zij verwerven een link heeft met de wereld om hen heen. Zo leren kinderen zichzelf en de wereld beter kennen.


prikkels 19


achtergrond

“Integreren vraagt om een bepaalde lenigheid van denken.” Over lasagna en smoothie Elke leerkracht of school integreert op zijn eigen manier. De ene stemt leergebieden op elkaar af. Hij plant de excursie naar de Piramide van Austerlitz als het bij geschiedenis gaat over de Franse tijd. Het blijven twee losse lessen met eigen doelen. Ze hebben wel met elkaar te maken en versterken elkaar. Je zou dit de lasagnamethode kunnen noemen: vakken worden als laagjes over elkaar gelegd, waarbij ze afzonderlijk nog wel zichtbaar blijven. Deze methode vraagt vooral om goede planning. Er zijn ook leerkrachten en scholen die werken vanuit specifieke vragen. Zo’n vraag is bijvoorbeeld: hoe bouwden de Romeinen een Castellum? Om deze vraag te kunnen beantwoorden husselen kinderen stukjes kennis van geschiedenis en cultuur door elkaar. Ze maken als het ware een salade van stukjes kennis. Deze methode vraagt vooral om tijd en middelen. Je zorgt als leerkracht dat er boeken, sites, afbeeldingen en bouwmaterialen voorhanden zijn die de kinderen kunnen gebruiken om de vraag te beantwoorden. Ze gaan zelf aan de slag, maar jij levert de ingrediënten. Er is nog een derde aanpak: de smoothie-

20 prikkels

methode. Leerkrachten en scholen die deze methode gebruiken verweven vakken zo met elkaar dat er geen afzonderlijke puzzelstukjes meer te herkennen zijn. Zij werken vanuit thema’s of brede onderzoeksvragen. Deze methode vraagt meer dan tijd alleen. Allereerst: het formuleren van een betekenisvolle opdracht, die kinderen uitdaagt om zelf vragen te stellen en op zoek te gaan naar antwoorden. Daarnaast: het coachen van groepen kinderen.

Over mixers en appatizers Hoe je ook integreert, integreren kost tijd. Je hebt tijd nodig om de lessen voor te bereiden. En je leerlingen hebben tijd nodig om ze te doen. Integreren vraagt ook om een bepaalde lenigheid van denken. Leerkrachten zijn erg gewend te denken in activiteiten en resultaten. Bij integreren ligt de focus meer op het verdiepen van een thema door de deelnemers. Je legt de doelen vast en de weg die kinderen bewandelen. Je begeleidt hun onderzoek. Een derde randvoorwaarde voor integreren is samenwerken. Er is een sfeer nodig van collectief leren, van stap voor stap veranderen van onderwijs dat uit puzzelstukjes bestaat naar onderwijs dat gaat over de

voorstelling op de doos en vertrouwen hebben dat leerlingen de puzzel als ze het beeld op de voorkant kennen zelf kunnen maken. Cultuur kan je bij het integreren helpen. Cultuur is namelijk zowel maken als meemaken, zowel vormgeven als reflecteren. Het is persoonlijk én maatschappelijk. Bovendien zijn de diverse cultuurdisciplines uit zichzelf al nauw verbonden met andere leergebieden. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen erfgoed en geschiedenis, tussen dans en beweging en tussen muziek en taal. Kunst en erfgoed zijn de ideale mixer voor het onderwijs. Je kunt kunst en erfgoed op verschillende momenten in het proces inzetten: als inspirerende appetizer aan het begin van een thema, als reflectie-instrument of als verbeelding en verslaglegging van het eindresultaat. Daarnaast kun je de stappen uit het creatief proces als leidraad nemen voor het onderzoek van de leerlingen. Net als kunstenaars doorlopen de leerlingen een maakproces dat begint bij inspireren en dan via onderzoeken en uitvoeren uitkomt bij presenteren en reflecteren. En wil je hulp? Betrek dan partners bij het ontwerpen of uitvoeren van je project. Elke gemeente heeft wel kunstenaars of culturele instellingen die graag met het onderwijs samenwerken.


Een recept voor integreren Dus: we vinden integreren belangrijk. We kunnen het allemaal op onze eigen manier aanpakken. En we hebben de cultuurvakken, kunstenaars en culturele instellingen die ons kunnen helpen. Aan de slag dan maar!

Ingrediënten • Grote tekenvellen • Stiften in alle kleuren • Een thema • Het hele team Bereidingswijze

1

Neem het team en de tekenvellen. Het team schrijft of tekent hierop alles waaraan je denkt bij dit thema. Wat weet je? Welke herinneringen heb je? Welke beelden zie je? Wat hoor je, ruik je of proef je bij dit thema?

2

Verdeel het team in bouwgroepen. Per bouwgroep is er een groot tekenvel. Maak hierop per bouwgroep een mindmap of woordveld met onderwerpen die passen bij het thema. Omcirkel de onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Kies de twee onderwerpen uit die het dichtst bij de kinderen liggen en waar ze het best op kunnen reflecteren. Zet deze op een apart vel. Plaats om deze twee onderwerpen woorden die bij de leerlingen horen. Zet er ook de cultuurvakken en elementen uit de culturele omgeving bij die daarop aansluiten. Sluit af met een plenaire terugkoppeling van de twee aparte vellen.

3

Verdeel het team in bouwgroepen. Bepaal je doelen als leerkracht voor het project. Vertaal deze doelen naar doelen die voor leerlingen relevant zijn. Bedenk hoe je leerlingen via waarneming en verbeelding meeneemt in het onderwerp. Denk aan een spannend verhaal, een mooi kunstwerk, een leuke gastdocent, een bijzondere plek of een populaire game, een inspirerende serie, een grappige mime of muziek waar de kinderen mee bezig zijn. Formuleer een opdracht die leerlingen uitdaagt om op onderzoek uit te gaan. Focus op de opdracht en doelen voor de leerlingen. Laat je eigen doelen en die van de vakgebieden los.

Literatuursuggesties:

• Emiel Heijnen, Remix je curriculum! Een ontwerpmodel voor kunsteducatie, Amsterdam 2016. • Barend van Heusden, Astrid Rass en Jeroen Tans, Cultuur, basis voor cultuuronderwijs, Assen 2016. • SLO, Cultuur in de Spiegel in de praktijk, een leerplankader voor cultuuronderwijs, Enschede 2014. • Eeke Wervers, Over het waarom en hoe van samenhangend onderwijs, www.lkca.nl 2017 • Vera Meeuwis, Kunst integreren in het curriculum, www. lkca.nl 2017. • Eeke Wervers, Visie op vakoverstijgend werken essentieel, www.lkca.nl 2017. • Zoë Zernitz en Eeke Wervers, Vakintegratie: maak van je onderwijs een smakelijke smoothie, www.lkca.nl 2018. • Vera Meeuwis, Met kunst lesstof onthouden, www.lkca. nl 2017. • Emiel Heijnen, Een nieuw model voor authentieke kunsteducatie, Amsterdam 2016.


3x Erfgoed

Mixen met erfgoed Erfgoed leent zich uitstekend voor koppeling met andere vakken. Drie tips voor een erfgoedmix!

2 Verrijk je geschiedenisles met erfgoed

1 Begin je rekenles met erfgoed Wil je kinderen leren rekenen met kilo’s en grammen? Begin dan met een verhaal uit de tijd van de Steden en Staten. Toen had niet ieder huishouden een weegschaal. Wilde je weten hoe zwaar iets was, dan ging je naar De Waag. Daar wogen ook handelaren de goederen die zij in de stad wilden verkopen. Was er bij jou in de buurt ook een Waag? Kijk het na op www.monumenten.nl/monumenten. De geschiedenis van meten en wegen vind je in het Weegschaalmuseum: www.weegschaalmuseum.nl. 22 prikkels

De geschiedenisles komt tot leven als je het koppelt aan lokaal erfgoed. Bezoek eens een oude stadsmuur als je het hebt over de tijd van steden en staten, of een monument als het gaat over de Tweede Wereldoorlog en de pruikentijd worden werkelijkheid in de eigen leefwereld. Op www.entoen.nu vind je van elke streek een regionale (onderwijs) canon. De belangrijkste gebouwen en gebeurtenissen in je regio zijn per tijdsvenster geordend. Soms zit er kant en klaar educatief materiaal bij. Kijk op www.utrechtaltijd.nl voor plaatselijke verhalen. Zo maak je de geschiedenis op een makkelijke manier tastbaar.

3 Verdiep je topo-lessen met erfgoed Het landschap om ons heen is in de loop van tijd veel veranderd. Meren werden ingepolderd, nieuwe wegen aangelegd, moerassen werden bos. Toch is het landschap van vroeger nog wel te herkennen. Op oude kaarten kun je ontdekken welke sloten, wegen en dorpen al eeuwenoud zijn. Hoe zou het komen dat het landschap zo is veranderd? Wat heeft de natuur zelf gedaan en wat is door de mens veroorzaakt? Op uu.georeferencer.com vergelijk je oude en nieuwe kaarten van Nederland.


missie geslaagd? Tekst: Tamara Oortwijn Foto: Stephanie Driessen

Deuren, koekjes en gevels Op basisschool De Brug in IJsselstein staat Astrid Verbokkem. Behalve leerkracht in groep 5-7 is zij adjunct-directeur én cultuurcoördinator. De school is aan de slag gegaan met het erfgoedproject ‘De week van IJsselstein’. Het idee “Erfgoed komt hapsnap aan bod binnen de school. De vraag aan het team was of er geen IJsselsteinweek moest komen, om zo erfgoed centraal te stellen. We maakten een schoolbreed project rondom het thema ‘Bouwen’.” Het doel “We wilden de kinderen bewust maken van hun culturele omgeving. De groepen 1 en 2 gingen door het project anders kijken naar deuren. Kun je aan een deur zien wie er woont en daar verder over fantaseren? De groepen 3 en 4 gingen naar de molen en bakten koekjes. Ze lopen nu anders langs die molen, want daar komt het meel vandaan. De trots die ze uitstralen is zo leuk! De bovenbouw ging op zoek naar verschillende soorten gevels en vergeleken foto’s van nu en vroeger. Ze hebben dingen gezien die ze nooit eerder hadden gezien.” De cultuurpartner “Samen met Kunst Centraal en Landschap Erfgoed Utrecht hebben we het project in elkaar gezet. Landschap Erfgoed Utrecht dacht inhoudelijk mee, zorgde voor materialen en keek mee in de klas. Kunst Centraal begeleidt ons door middel van co-teaching in de klassen.” En… “Iedereen was laaiend enthousiast; kinderen, collega’s en ouders. Door dit project voelden de leerlingen zich verbonden met hun eigen plaats. De stadsgeschiedenis ging voor hen leven. Volgend jaar doen we een tweede project, daarna een derde, we willen het cyclisch terug laten komen.”

prikkels 23


xxxxxxxx

UI TGE LI C HT

Tekst: Mirjam de Heer

Beeld: Het Nationaal Glasmuseum

CULTUUREDUCATIE GLASMUSEUM LEERDAM

Spoorzoekers

Kapstok Het Nationaal Glasmuseum, coördinator Cultuureducatie met Kwaliteit in de regio, zag kansen voor een erfgoedleerlijn voor de hele regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden: ‘Spoorzoekers’. Een werkgroep met leerkrachten werkte de leerlijn uit. Kapstok zijn de vijf thema’s uit de erfgoedleerlijn van Plein C: ‘voorwerpen’, ‘toen & nu’, ‘gebouwen’, ‘landschappen’ en ‘feesten en gewoonten’ en de leerdoelen van Erfgoed Brabant. Het Fonds voor Cultuurparticipatie ondersteunt financieel.

Tijd en gebied Voor elk leerjaar worden lessen ontwikkeld. De kleuters blijven dicht bij huis en wat kort geleden is gebeurd. Zij verdiepen zich in het leven van hun oma en opa. Hoe ouder de kinderen, hoe groter het gebied waar de lessen over gaan en hoe verder ze teruggaan in de tijd. Groep 3-4 ontdekt de geschiedenis van de boerderij uit de vorige eeuw en werkt in een moestuin. Groep 5-6 onderzoekt de middeleeuwse stad en maakt een maquette van een boerderij. De

24 prikkels

Zederik is een streek in het prachtige landelijke gebied tussen Lek en Linge. De directeuren van de zes scholen wilden hun leerlingen stimuleren op zoek te gaan naar sporen uit het verleden.

bovenbouw zoekt sporen van de Tweede Wereldoorlog en de Oude Hollandse Waterlinie.

Glasmuseum Het Glasmuseum Leerdam heeft ervaring met het ontwikkelen van leerlijnen. Zo is er bijvoorbeeld speciaal voor de leerlingen in Leerdam de leerlijn ‘Culturele ankers Glas’ bedacht. Aan de hand van beeldende opdrachten leren de leerlingen meer over de geschiedenis van de glasstad Leerdam.

Sporen zien Voor ‘Spoorzoekers’ werkt het Glasmuseum samen met Stichting Boerderij & Erf A.K.V.. Boerderijen zijn dé culturele ankers van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Daarnaast werken Landschap Erfgoed Utrecht, Kunstgebouw en de Historische Verenigingen mee. Samen zorgen zij ervoor dat de kinderen als zij door hun regio fietsen oog krijgen voor de sporen van een bewogen verleden.


xxxxxxxx

Boerderijen zijn dé culturele ankers van de streek. Meer informatie over ‘Spoorzoekers’ vind je op www.cultuureducatiemetkwaliteit.nl.

prikkels 25


door hun ogen Tekst: Hille Takken Foto: Stephanie Driessen

De meeste woorden leer ik op school Openbare Basisschool de Egelantier is Kunstmagneetschool en maakt onderdeel uit van de brede school in Soest. De school heeft een nieuwkomersklas met kinderen van 7 tot 12 jaar. Om hun woordenschat te vergroten zet de school diverse kunstvakken in.

26 prikkels

Evin (12) “Ik ben geboren in Aleppo. Ik ging eerst naar Turkije, toen naar Nederland. Nu kan ik Koerdisch, Arabisch, Turks en Nederlands. Ik wil ook Engels leren. Ik wil dokter worden. Mijn moeder zegt: ‘wat je wil leren, dat kun je leren. Je bent 12 jaar.’ Ik ben bijna twee jaar in Nederland. Het eerste woord dat ik leerde was negentwintig. Dat was het nummer van ons huis in het kamp. Ik kwam gelijk in de nieuwkomersklas. In het begin snap je niks. Maar dan doe je woordenschat, lezen, tafels en rekenen. Schrijven vind ik leuk. Ik ben in schrift C2 met schrijven. Nog één bladzijde en dan ben ik klaar! We kwartetten ook. En we doen drama. Dan moet je iets uitbeelden. Soms gaan we zingen. We zingen bijvoorbeeld ‘Ik voel me ozo heppie.’ Dat is een beetje Engels. Heppie betekent blij. Lezen vind ik ook leuk. Kijk, ik lees dit boek: Tonje en de geheime brief. Het gaat over een meisje dat met een slee van een berg sneeuw af gaat. Soms gaan we naar de bibliotheek om daar twee uur te lezen. Maar de meeste woorden leer ik op school. Ik zit nu in groep 7. Heel leuk! We gaan kamperen, twee nachten!”


Rojin (9) “Mijn broertje en ik zijn geboren in Syrië. Van daar zijn we naar Turkije gegaan. Daar zijn we vijf jaar geweest. Ik ging er naar school. Toen schreven mijn ouders onze naam op een papier. Ze wilden naar Nederland. Die naam was goed, het mocht. En toen zijn we naar Nederland gekomen. Ik leer Nederlands. Dan kan ik kinderen verstaan en antwoord geven. Thuis spreken we Koerdisch. Maar mijn ouders leren ook Nederlands, op een laptop. Zij lezen mij voor uit een boek over geiten en apen, en ik lees hen voor. Het grappigste Nederlandse woord vind ik ‘poep’. Mijn ouders vinden dat ook. ‘Poep’ is raar. In het Koerdisch zeg je: ‘goe’. In het Turks: ‘bok’. Je moet veel boeken lezen als je goed Nederlands wilt leren. Thuis hebben we boeken van de bibliotheek, over een prinses en een draak bijvoorbeeld. Juf geeft goed les. Ik vind haar lief en zij vindt mij ook lief. De leukste les vind ik woordenschat. Soms leest juf een verhaal voor, dan mogen wij kleuren. Een Mickey Mouse bijvoorbeeld. Soms zingen we in de klas. Over ridders, die met een zwaard tegen draken vechten. Of over de lente en de zomer. Daar word ik blij van.”

Mohammed (8) “Ik vind lezen leuk. Kijk, ik lees dit boek: Meester Max en de minimonsters. Ik weet nog niet waar het over gaat. Ik ging het boek pakken en toen kwam jij. Het leukste boek dat ik ken? Ik weet de naam niet, maar het ging over de politie. Ze gaan in een vliegtuig. De meester zei: ‘wie springt krijgt een parachute.’ Toen ging iemand springen. Zijn buik ging zo omhoog. En dat voelde als ‘woew-woew’. Zelf heb ik ook in een vliegtuig gezeten. Ik was toen klein. Ik weet er niks meer van. Ik ben geboren in Syrië. Vanaf daar gingen we naar Turkije. Daar was het leuker. Later gingen we naar Nederland. Ik ben hier nu een jaar en acht maanden. Hier op school vind ik knutselen leuk. Mijn neef kan met een schaar een meisje knippen en een echte aap. Juf kan dat ook. Ze is lief. Als ik zeg: ‘mag ik ook computeren?’, zegt zij ‘ja’. Op de i-pad en op de playstation leer ik woorden. Maar altijd spelen mag niet van mijn vader. Ik moet thuis ook lezen, iedere dag twee uurtjes. Zoals in dit boek, maar dan veel moeilijker!”

prikkels 27


Dansen met breuken Een mooie dans- en rekenoefening voor in het nieuwe schooljaar. Samen werken, leren én plezier maken door middel van dans. Leuk! Benodigdheden: Muziek met een duidelijk ritme. Enveloppen en briefjes. Voorbereiding Breuken bestaan uit tellers en noemers. Op elke enveloppe zet je een teller. Deze tellers staan voor het aantal kinderen dat

de oefening doet. Op elk briefje zet je een noemer. Deze noemers staan voor het aantal keren dat kinderen een dansbeweging doen. Zorg dat er van elke noemer twee zijn waarbij de tellers elkaar aanvullen. Maak bijvoorbeeld 2/5 en 3/5. In het geval van een enveloppe met 2 en een briefje met 5 zijn er 2 kinderen, die hun dansbeweging 5 keer doen. De dans Deel de enveloppen uit en maak groepjes. De kinderen van elk groepje bedenken samen één dansbeweging. Denk bijvoorbeeld aan een sierlijke zijstap of een stoere manier om te hurken. Zet, bij voorkeur instrumentale muziek aan met een duidelijke ritme zodat de kinderen samen de beweging ritmisch kunnen herhalen.

Snelle les

Tekst: Phyllis Kneefel

Prikkels is een uitgave van Plein C en Kunst Centraal

Quiztime! Laat elk groepje hun breuk uitvoeren. De anderen kijken en mogen aan het eind vertellen welke breuk ze denken dat ze hebben gezien. Spannend! Wie heeft er goed opgelet? En welk groepje denkt hierbij te horen om de teller en de noemer even groot te laten worden? Laat maar zien! Je kunt zelfs twee matchende breukgroepjes tegenover elkaar zetten en na elkaar laten beginnen. Een heuse dancebattle! Muziektips Jálale instrumental – Mexican Institute of sound. Spinning Dolphins – George Fenton.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.