ESSAY
Maatschappij. Doorbreek het stigma? Nederland en islam. MAATSCHAPPIJ/ U kent wel het stigma ‘Belgen zijn dom’ of ‘Nederlanders zijn gierig’. Van elke bevolkingsgroep hebben we een vooroordeel. Vaak wordt wordt dit ironisch bedoeld. Maar in sommige gevallen werkt het kwaadaardig. De sociale gevolgen van deze brandvlek zijn roddel en smaad. Hoe ver kunnen we gaan met stigmatiseren?
W
e gebruiken het begrip ‘stigmatiseren’ al vanaf de 16e eeuw. In de eerste plaats wordt het woord ‘stigma’ gebruikt voor een persoon. Maar in de meeste gevallen wordt het gebruikt om een bevolkingsgroep als homogeen te beoordelen. Als een probleem zich voordoet bij enkele personen, dan worden deze personen gepresenteerd als leden van de bevolkingsgroep en niet als zelfstandige individuen. Bij een stigmatiserende conclusie is de hele groep ‘fout’. Slechts een beperkte groep van de Nederlandse bevolking heeft ervaring in de psychiatrie. Uit een schatting blijkt dat ongeveer 2,5% van de Nederlanders door beroep of studie enige ‘objectieve’ kennis hebben van de psychiatrie. Daarnaast is een flink deel (20 tot 25%) van de Nederlandse bevolking ervaringsdeskundige. Degenen die weinig of geen kennis hebben van de psychiatrie ontlenen 80% van de informatie aan de massamedia. Journalisten zijn meestal ‘leken’ op het gebied van psychiatrie. De voorlichting in de media vergroot misvattingen en stigmatiserende opinies. Dan een ander voorbeeld. Door extremistische moslims zijn gewelddaden gepleegd. Ze deden dat in de naam van Allah. “We hebben wraak genomen voor de profeet.” Ondanks dat er door gematigde moslims afstand genomen wordt van deze daden, gaan we toch scheef denken over de islam. We krijgen een gestigmatiseerd beeld van de islam:
Elke moslim zou een aanslag of gewelddaad kunnen plegen. Een gematigd moslim zou tevergeefs zeggen dat de islam een religie van vrede is. Onbedoeld denken we negatief over de islam.
Roepen we een persoon op tot geweld door roddel en smaad? Kan een desbetreffend persoon zich gekwetst voelen? Ja? Stop met stigmatiseren. De grens is bereikt.
Een bedoeld stigmatiseren kan verschillend effect hebben. Bij satire wordt er eenvoudigweg gespot met alles wat mis lijkt te zijn aan een bevolkingsgroep of met een religie. “Die profeet van jullie is maar een oud mannetje met een baard.” Ouders gebruiken stigma’s om het voor de kinderen eenvoudiger te maken, oftewel zij denken dat het eenvoudiger wordt voor de kinderen: “Die buitenlanders moet je niet vertrouwen, want een paar straten verderop hebben ze laatst nog ingebroken.” Een laatste, kleine groep gebruikt stigma’s om mensen aan het denken te zetten en zelfkritisch te zijn. Vaak wordt er daarbij ironie gebruikt (wat een gevaar kan zijn als mensen het verkeerd opvatten), maar zij gebruiken dat absoluut niet om een bevolkingsgroep aan de kant te zetten.
O
Stigmatisering komt ook voort uit problematisering. Bij problematisering wordt immigratie simpelweg als probleem aangeduid. Een enkele feit wordt als een groter probleem neergezet, waardoor het als een grote bedreiging wordt gezien. De massamedia speelt hierop in. Er wordt groot gehoor gegeven aan het probleem. Vervolgens beginnen wij, Nederlanders, met onze injectienaaldmassamedia, negatief te denken over die bevolkingsgroep, want “zij vormen een bedreiging voor onze samenleving.”
niet dubbel zo goed? Ze zei: ‘dubbel zo goed is net niet goed genoeg. Bij drie keer heb je het’” . Dit voorbeeld maakt duidelijk dat er een stigma is. Neem bijvoorbeeld een Marokkaanse jongere. In de media lezen we immers vaak over Marokkanen die niet willen leren. We verwachten er niet veel van als hij gaat studeren. Hij is immers iemand die een probleem heeft en liever steelt dan leert. Zo kleefde er ook een stigma aan studeren. Gelukkig komen stigma’s over intellectuelen steeds minder voor. De afgelopen jaren (vanaf de jaren negentig) is het stigma over de intelligentie verkleind. De personen die onder het stigma liggen, gaan vaak knokken. Ze moeten bewijzen dat ze niet gelijk zijn aan het stigma. De gevolgen van een stigma kunnen groot zijn. Denk na of een kritische opmerking
Mogen we een grapje maken over moslims? Is het goed om te spreken over het ‘gejengel’ in de moskee? Mogen we denken dat alle Marokkanen gewelddadig zijn als er een oude vrouw is beroofd door een groepje? Bij beelden die we schetsen van bevolkingsgroepen moeten we nadenken over het effect ervan. Leidt het tot een goede en nuttige discussie? Prima. Een groep demonstranten roept op dat alle gewelddadige immigranten het land uit moeten. Een persoon die zich aangesproken voelt, deelt een verwijtende blik uit. In deze situatie moeten we een goede afweging maken.
nlangs las ik: “Mijn moeder zei altijd: ‘als jij iets wilt bereiken in Nederland, moet je drie keer zo goed zijn als de autochtone concurrent. Alleen dan krijg je die plek’. Ik vroeg, waarom
Een allochtoon moet drie keer zoveel inspannen om zich te bewijzen dan een autochtoon.
- Página diseñada por Santi Folch (info@maquetador-online.net). Licencia Creative Commons Atribution 3.0: uso libre pero se solicita citar al autor o vincular a la página de descarga: maquetador-online.net -