4 minute read

Van outcast tot pionier, erkenning voor de populier

Next Article
Samen voor

Samen voor

De afgelopen decennia keerde het Vlaamse beleid zich tegen populieren. Men schafte de voor herbebossingen met deze boomsoort af en verbood in sommige gebieden zelfs de aanplant ervan. Nochtans bieden populieren heel wat voordelen, ook op natuurvlak. Zo kozen we er bij het gezamenlijk natuurbeheerplan Hardelingen in Hoeselt bewust voor om oude populierenklonen in te zetten om waardevolle boshabitats te herstellen. Dat ANB hierin meegaat, betekent alvast een belangrijke erkenning voor de ecologische rol van populieren.

Wordt de populier weer populair?

Lange tijd bestond er in de natuursector en bij het beleid een negatief beeld van cultuurpopulieren. Dit werd gevoed door de gekende beelden van een brandnetelzee onder de bomen of de verwoestingen na een kaalkap zonder exploitatievoorwaarden. Het imago van de soort als opbrengstsoort hielp evenmin. Nochtans bezitten deze bomen met name voor onze regio een cultuurhistorische en landschappelijke waarde, vormen ze een belangrijk onderdeel van de duurzame houtproductie in ons land en fungeren ze als hotspot voor de biodiversiteit. Omdat steeds meer boomsoorten met ziekten kampen, is op bepaalde standplaatsen de keuze aan geschikte soorten erg beperkt. Populieren vormen hier een goede aanvulling. En last but not least: als pionierssoort kunnen ze een belangrijke rol vervullen bij bosuitbreiding en het herstel van boshabitats. De Bosgroepen ijveren al enkele jaren voor een meer genuanceerd beeld van populieren en voor uitzonderingen op het algemeen aanplantverbod in bepaalde gebieden. We krijgen daarbij o.a. bijval van Bos+ en uit wetenschappelijke hoek. De wetgeving en het subsidiebeleid veranderen echter traag, al is daar ook een en ander aan het bewegen. Zo stemt het hoopvol dat je populieren voortaan bij de bebossing van (landbouw)gronden mag mengen zonder dat dit een negatieve invloed heeft op het subsidiebedrag.

Habitatherstel met populieren

In Bosbelang nummer 70 hadden we het reeds over het boscomplex Hardelingen. De Bosgroep begeleidde elf eigenaars bij de opmaak van een gezamenlijk natuurbeheerplan voor dit waardevol gebied.

In het beheerplan staan de ecologische doelstellingen voorop, met het versterken van de oude boskernen en het herstel van verruigde populierenbestanden. Populieren krijgen in het verhaal van Hardelingen een niet onbelangrijke rol toegedicht. Er zijn heel wat locaties binnen dit gebied waar ooit een bostype 9160 (essen-eikenbos zonder wilde hyacint) voorkwam of zou kunnen voorkomen, maar veel van deze locaties beplantte men in het verleden met snelgroeiende canadapopulierklonen.

Een opvallende vaststelling is dat in populierenbestanden met onderetage vaak heel wat sleutelsoorten van habitattype 9160 opduiken. Bestanden zonder onderetage zijn meestal verruigd. Dit komt omdat door het wijde plantverband van de populieren er te veel licht invalt voor bosflora. Dit kan plaatselijk leiden tot zowel verdroging als verruiging (dat gebeurt als er veel fosfor in de bodem zit, bv. door vroeger landbouwgebruik). De bosflora verdwijnt en maakt op vochtige plaatsen de weg vrij voor soorten als brandnetel en kleefkruid. Waar hoge stikstofconcentraties voorkomen, krijgen we bramen. Dankzij de extra schaduwinbreng van een onderetage kun je dit probleem echter efficiënt aanpakken.

Populieren voor meer biodiversiteit

De bestanden in Hardelingen met veel relicten van de flora van bostype 9160 (essen-eikenbos) vormen we om naar 9160. We kregen toestemming van het Agentschap voor Natuur en Bos om hier maximaal 33 populieren per hectare in te plannen. Daartussen planten we groepen (kloempen) aan van doelsoortbomen.

Dat we bij het habitatherstel in Hardelingen populieren inzetten, is gebaseerd op wetenschappelijk advies van het INBO. Hun sterke groeikracht maakt dat er sneller een bosklimaat en bosbodem ontstaan dan bij traaggroeiende soorten zoals eik en beuk. Door de populieren in een wijd plantverband aan te planten, creëren we een lichtdoorlatend scherm, waaronder andere bomen en struiken vlot kunnen groeien. De populieren beschermen de jonge bomen tegen de weerselementen, fel zonlicht en uitdroging.

Het bijmengen van cultuurpopulieren in nieuwe bosaanplantingen leidt sneller tot een hoge ecologische waarde. Omdat populieren zo snel groeien, creëren ze op relatief korte termijn structuurrijke bosbestanden met monumentale bomen en zwaar dood hout. Daar profiteren onder meer zwammen en kevers van.

Beplanten met populieren: 2 x anders

Bij nieuwe bebossingen op rijke bodems kan het inpassen van cultuurpopulieren een meerwaarde vormen.

Concept 1

Een eerste voorbeeld van hoe je populier kan inpassen in een bebossing, zie je op onderstaand beplantingsplan. Hierbij komt bij een eerste bebossing van 3 ha een dubbele rij snelgroeiende populier aan de buitenkant. Omdat de bomen aan de rand staan, is een dichter plantverband mogelijk (ong. om de 7 m).

Tussen de populieren werden groepjes van inheemse struiken geplant. Het is de bedoeling om de populieren na ongeveer 25 jaar te kappen voor het hout en niet meer te herplanten.

Door deze exemplaren aan de buitenkant te concentreren, geeft hun oogst geen verstoring in het bos. Bovendien vereisen bosranden een periodieke kapping om de geleidelijke overgang naar hoog bos te behouden. De geplante en spontane zaailingen van bomen en struiken zullen tegen dan voldoende zaad verspreiden om de zone snel weer te herstellen zonder bij te planten. Dieper in het gebied opteerde de eigenaar voor een inheemse aanplanting, met verspreid een aantal ouder wordende populierenklonen en grauwe abeel de Moffarts, die zo lang mogelijk behoude blijven.

Concept 2

De eigenaars van een klassiek bosperceel van 2,9 ha van populier met een diverse, inheemse onderetage en enkele natte zones klopten na de kapping van de populieren aan bij de Bosgroep voor hulp bij de herbebossing. Omdat het bos voor de bewoners van het naast gelegen rusthuis belangrijk was, wilden ze graag zo snel mogelijk het bosklimaat herstellen. In overleg kwamen we tot het volgende plan.

Aan de buitenkant komen oud wordende populierenklonen, met romantische namen als Serotina De Selys en Blauwe van Eksaerde. Om de 12 m, zodat ze echt mooi kunnen uitgroeien en oud worden. We planten deze bomen langs de beken die het bestand in het westen en zuiden begrenzen omdat populier zo graag vlak naast een waterloop groeit, maar ook langs de andere buitengrenzen.

Aan de straatkant ten oosten komt de rij populier op 15 m van de per- ceelsgrens met een bosrand van gemengde inheemse struiken aan de buitenkant, om de overburen te plezieren en de veiligheidsrisico’s te beperken. Intern planten we groepjes inheemse soorten (zomereik, boskers, winterlinde, haagbeuk, gewone esdoorn, Noorse esdoorn, fladderiep) per 25 stuks met daartussen veel ruimte voor spontane zaailingen.

Om intern snel enkele imposante habitatbomen te bekomen, planten we ook hier verspreid een 30-tal oud wordende populieren. In de natste zones kiezen we voor zwarte els. Het is de bedoeling om de kaderbomen zo oud mogelijk te laten worden en om de bomen intern als gewoon inheems loofhout in het beheer mee te nemen en minstens enkele exemplaren op stam te laten afsterven.

This article is from: