4 minute read

Het kan verkeren

Next Article
DEVENTER INKIJK

DEVENTER INKIJK

TEKST: Marjan Bauling BEELD: privébezit Marjan Bauling

Toen ik nog jong was, oef dat is lang geleden, stond er op de hoek van de Brinkgreverweg en de Ceintuurbaan De Landbouwschool, die oorspronkelijk Rijks Middelbare Koloniale Landbouwschool heette en in 1912 werd gesticht. Het schoolgebouw staat er nog steeds, maar er zijn appartementen in gemaakt.

Advertisement

“Ik vond alles erg interessant, zelfs het ontbreken van waterleiding”

NAAR SURINAME

Door de jaren heen kwamen er heel wat buitenlandse studenten op deze school studeren. En nogal wat Deventerse meisjes werden verliefd op een student en vertrokken naar het land van hun geliefde. Ik ook en wel naar Suriname. Ik heb er 25 jaar gewoond en wil vertellen hoe het is om naar een land met andere culturen en gewoonten te verhuizen. Suriname was destijds een kolonie van Nederland. Er wonen heel veel verschillende bevolkingsgroepen, ieder met hun eigen taal. Die eigen taal wordt overigens vooral thuis gesproken. Dat komt natuurlijk hier in Nederland ook voor. Mijn buren bijvoorbeeld spreken binnenshuis dialect. In Suriname is de voertaal gewoon Nederlands, dus dat is gemakkelijk. Ook wordt er op de scholen in het Nederlands onderwezen. Toch werd er destijds tegen mijn kinderen, die hier verder gingen leren, gezegd: ”Zo, je hebt de taal wel snel geleerd”, en mij werd gevraagd of mijn man ook Nederlands sprak.

DAGELIJKS LEVEN

Suriname is een groot land. Ik kwam met mijn man in het district Nickerie, in het noordwesten van Suriname, terecht, waar zijn familie woonde. Dat waren hardwerkende middenstanders met een winkel. Na een weekje bij hen te hebben gebivakkeerd, de weg naar de polder werd namelijk geasfalteerd, vertrokken we naar een bedrijfswoning in de rijstpolder Groot Henar. Mijn man werd daar manager. Ik vond alles erg interessant, zelfs het ontbreken van waterleiding. In de droge tijd werd er leidingwater aangevoerd en in een grote betonnen bak naast het huis gestort. ’s Morgens werd het in een bak onder het dak gepompt. Dat was wennen. Zelfs standaard elektriciteit ontbrak. We hadden een aggregaat dat een paar uur per dag voor stroom zorgde en verder gebruikten we kokolampoes (olielampen). Het allerleukste vond ik mijn menagerie: kippen, lekkere verse eitjes, poezen en honden. Er was ruimte genoeg voor de dieren om te spelen. Wat een verschil met Nederland en altijd mooi weer. Soms was het me wat te warm.

NAAR NEDERLAND EN WEER TERUG

Maar toch had ik er, na ruim drie jaar, genoeg van en verhuisden we naar het dorp Nieuw Nickerie. Daar was wel elektriciteit en waterleiding en we hadden alles bij de hand. Ik kon op de fiets naar de markt en naar de winkel van mijn schoonfamilie. Manlief wilde echter wat bijleren en zo vertrokken we naar Nederland. Ik was wel blij om weer naar mijn eigen landje te gaan, maar hij kon niet wennen aan dat hele koude Nederland. Zo verkasten we weer naar Suriname en kwamen we op een bananenplantage terecht mèt waterleiding èn elektriciteit. Inmiddels hadden we drie kinderen, die hier veel ruimte hadden om te spelen. Ons huis stond niet al te ver van het dorp. Daar was zo nu en dan

wat te doen, zoals voetballen en muziek- en dansles waarvoor iedere week iemand uit Paramaribo kwam. Er was ook een zwembad en je kon tennissen.

WEER VERKASSEN

De situatie werd wel steeds slechter in Suriname. In Paramaribo moesten de mensen in de rij staan om eten te bemachtigen. In het district was het wat makkelijker. Mijn schoonfamilie bevoorraadde de winkel door zelf een truck naar Paramaribo te sturen om de levensmiddelen op te halen. Verder hadden wij inmiddels koeien, zodat we de melk konden verkopen en we verbouwden onze eigen groenten. De koeien werden door iemand anders verzorgd. Maar het ging steeds slechter in Suriname. Het geld werd steeds minder waard. Er waren constant stakingen en regelmatig stokte het onderwijs weer. Daarom kozen we ervoor om naar Nederland te gaan. Daar moest ik weer aan heel veel zaken wennen, vooral aan het weer. En in Nederland is het: afspraak is afspraak en je komt op tijd. Dat gaat in Suriname anders en daar heb ik altijd moeite mee gehad. Ik heb wel veel geleerd over hoe de mensen leven en met elkaar omgaan. Ze haasten zich niet zo en ze zijn niet zo stresserig.

TERUG IN DEVENTER

Ik woon nu al heel wat jaren weer in mijn geboorteplaats Deventer. Ik ben nu op leeftijd en de gezondheid loopt gestaag achteruit, maar ik ben blij dat ik er nog ben en kan genieten van mijn mooie grote appartement en het prachtige uitzicht. Ik heb me ontwikkeld, kan met de computer omgaan en heb er zelfs les in gegeven. Door de computer is er een wereld voor me opengegaan, ik kan er mijn ontboezemingen kwijt en mijn kinderen en kleinkinderen mee appen en mailen. Ik raad het iedereen aan. Je bent er nooit te oud voor. Een gevleugelde uitspraak van mijn moeder: “Alleen de duvel is oud!”

“Ik was wel blij om weer naar mijn eigen landje te gaan, maar hij kon niet wennen aan dat hele koude Nederland”

This article is from: