Rennen tussen college en kind 12
Kokende ketels en kilometers kabels
Pal tegenover de medische faculteit staat het
meest industriële gebouw van onze campus: de energiecentrale 8
Guus Schreiber says goodbye
His Science Faculty faced a tremendous rise in student numbers, a troublesome IT system, mergers, a pandemic. And he ran it with flair 22
P6-7
Antropologiedocent Ellen Bal kreeg de meeste stemmen bij de verkiezingen voor de ondernemingsraad
Kokende ketels en kilometers kabels
P8-11
Ketel 6 slaat aan met een oorverdovend geluid, als van een opstijgend vliegtuig. En wat doen die palmbomen daar? Reportage vanuit de energiecentrale op de campus.
COVER Studerende moeders
P12-14
Een snack halen in de Spar, even kolven, rennen naar college, racen naar de kinderopvang. Hoe is het om te studeren als je zwanger bent of kinderen hebt? How to deal with a smelly colleague?
P26-27
We spend more time with our coworkers than with our families. But what to do when one of them smells bad? Social psychologist Josh Tybur gives advice.
‘I’m in favour of radical transparency’
P22-25
Guus Schreiber ran the largest Faculty of Science in the Netherlands. “A great community. People aren’t always trying to beat each other to the punch.”
Volg ons op Twitter @advalvas_vu en Instagram @advalvas
P30-31
As a VU Amsterdam trainee, Manon Swart strives to create a sense of togetherness.
‘Het bestuur heeft soms te weinig zicht op de werkvloer’
‘Connection is the greatest motivation for people’
Oogmerk
Dit is nog eens campagne voeren. Julian Arunratsami (Jay), student Communication Science, wil voor de SRVU in de universitaire studentenraad. Zijn motto: differences are beautiful, uniqueness should be celebrated.
‘Er is meer dan een verpleeghuisbed’
TEKST MARCEL CANOY ILLUSTRATIE BAS VAN DER SCHOTHet kabinet wil geen extra verpleeghuisplaatsen meer dan de huidige 130.000. Maar Actiz, de branchevereniging van zorgorganisaties, heeft geen vertrouwen in het overheidsbeleid dat de nadruk wil leggen op zorg thuis. Bevriezing van het aantal verpleeghuisplaatsen zou volgens Actiz onderbouwing missen en grote risico’s met zich meebrengen. De branchevereniging had een onderzoeksbureau ingeschakeld om deze boude bewering kracht bij te zetten. Detail: de bewering klopt niet. Het lijkt zo logisch. We kijken naar de huidige vraag naar verpleeghuisbedden. We trekken een lijntje door in het kader van de vergrijzing en het stijgende aantal mensen met dementie. En wacht eens? De minister wil niet meer verpleeghuisbedden? Dan komen we tekort! Moord en brand. Daar komt in het kort de analyse van de branchevereniging op neer. Alleen klopt die niet. Klassieke verpleeghuizen hebben een mix van somatische bewoners en mensen met dementie, in lichtere en zwaardere mate. De homogene populatie van verpleeghuizen heeft belangrijke nadelen. Het is zwaar voor het personeel, bewoners worden niet benut op wat ze nog wél kunnen, de buurt is onvoldoende betrokken en de focus ligt vooral op het vermijden van risico’s. Dat kan ook anders.
Steeds meer initiatieven onderkennen de waarde van het mengen van populaties. Zo zijn er woningcorporaties die goedkope huurcomplexen hebben waar ouderen met en zonder klachten samen wonen. En er zijn ook jongeren bij. Het gevolg is dat de ouderen, ook
die met zware klachten, nog volop ingezet kunnen worden daar waar het kan. Tante Sjaan kent de naam van haar man niet, maar kan wel prima aardappelen schillen. Zorg, ook zware verpleeghuiszorg, wordt gewoon ingekocht en geleverd. De buurt wordt volop bij activiteiten betrokken. De
focus ligt op kwaliteit van leven en vrijheid waar dat kan. Het zou Actiz sieren zich vol in te zetten voor het realiseren van moderne woon-zorgconcepten en buurtinitiatieven. Die zijn niet alleen goed voor burgers en kwetsbare doelgroepen, maar ook voor het zorgpersoneel zelf.
De roep om meer verpleeghuisbedden lijkt logisch, maar is het niet.
Dat kan namelijk doen waar het voor opgeleid is: zorg leveren voor hen die dat echt nodig hebben. Verpleeghuizen zijn nodig voor mensen met zeer ernstige psychische of somatische klachten. De rest is meer gebaat bij moderne initiatieven. Initiatieven die niet gebaat zijn bij het denken vanuit de zorg, maar vanuit burgers, wonen en welzijn. De zorg wordt ingekocht waar nodig. Die nieuwe initiatieven komen niet vanzelf tot stand. Door de stikstof- en wooncrisis en het gebrek aan personeel is het ook hier duwen en trekken. Maar de nieuwe concepten werken meer met vrijwilligers en maken slim gebruik van bestaande bouw. Zo zijn er voorbeelden waarbij traditionele verpleeghuizen omgebouwd worden tot moderne woon-zorgcomplexen.
Buurtinitiatieven en moderne woon-zorgcomplexen leiden tot minder eenzaamheid, sociale cohesie en samenredzaamheid. Die betalen zich op termijn dubbel en dwars terug. Dat geldt niet voor het uitbreiden van verpleeghuisbedden. Bedden waar over tien jaar niemand in wil liggen die een beter alternatief heeft. Branchevereniging Actiz kan zich beter inzetten voor deze nieuwe woonvormen en buurtinitiatieven, want daar wordt iedereen beter van.
Marcel Canoy is VU-hoogleraar gezondheidseconomie en dementie.
Reageren? Mail naar redactie.advalvas@vu.nl.
Zorg voor een gemengde vriendengroep
“Ze staan altijd in groepjes bij elkaar. Ze mengen niet.” Hoe vaak heb ik dit niet gehoord van mijn VU-collega’s en studenten van Nederlandse afkomst. En met “ze” wordt dan bedoeld: studenten met een migratieachtergrond.
De boodschap is duidelijk. Degenen die moeten mengen zijn de studenten met een migratieachtergrond. Maar ondertussen zijn in veel opleidingen aan de VU de studenten van Nederlandse afkomst zelf een numerieke minderheid. Dus wie moet met wie integreren?
In het ERC Advanced project Becoming a Minority hebben wij deze vraag proberen te beantwoorden. We hebben onderzocht of mensen zonder migratieachtergrond, die in de stad Amsterdam (en andere Europese ‘meerderheid-minderhedensteden’) ondertussen een numerieke minderheid zijn, de kunst van het samenleven verstaan? De uitkomsten van het onderzoek lieten zien dat de meeste mensen zonder migratieachtergrond het leven in een cultureel diverse stad als een verrijking zien, maar tegelijkertijd gaven de resultaten aan dat het
overgrote deel van hen geen gemengde vriendengroep heeft. Het blijkt dat veel mensen van Nederlandse afkomst zich onzeker voelen in een cultureel diverse omgeving. Ze zijn bang om de foute dingen te zeggen of te doen. Ze hebben de kunst van het samenleven met mensen met een andere achtergrond nooit geleerd.
Een kleiner deel van onze respondenten heeft dit wel geleerd omdat ze in een gemengde buurt zijn opgegroeid en op school hebben gezeten. Het blijkt dat deze respondenten zich aanzienlijk meer thuis voelen en meer plezierige interacties hebben in de stad dan de mensen die de kunst van het samenleven niet van jongs af aan hebben geleerd. Mensen van Nederlandse afkomst zijn veertig jaar lang de passieve groep geweest als het gaat om integratie. Daardoor staan ze nu feitelijk op een achterstand. Integratie is een tweezijdig proces.
Studenten van Nederlandse afkomst, grijp je kans om de kunst van het samenleven nu te leren.
Reageren? Mail naar redactie.advalvas@vu.nl.
Veel mensen van Nederlandse afkomst zijn bang om de fouten dingen te zeggen of te doen
Populairste OR-lid pleit voor minder prestatiedruk
Gefeliciteerd, u kreeg veruit de meeste stemmen bij de OR-verkiezingen. Hoe komt dat?
“Ik heb geen campagne gevoerd. Wel beweeg ik me op veel plekken in de universiteit. Dat begon in de tijd dat ik aangesloten was bij de Verontruste VU’ers. Toen speelde er een grote reorganisatie van het ondersteunend personeel. Er was veel cynisme en irritatie. Ik wilde zo niet werken, ik wilde er iets aan doen of ermee stoppen.”
Wat trekt u aan in dit werk? “Toen ik een paar jaar geleden was gestopt als opleidingsdirecteur, zag ik weer ruimte om op een nieuwe manier met de VU bezig te zijn. Onze wettelijke taak om jaarplannen, begrotingen en andere plannen en besluiten te beoordelen, is een hele klus. Die dossiers bieden wel een kans om het VU-beleid bij te sturen. Het is een zoektocht om daarnaast nog ruimte te vinden voor onze eigen ambities om de organisatie te verbeteren.”
Waar strijdt u dan voor? “Er is veel aandacht voor de te hoge werkdruk en de prestatiedruk, maar ik ben er niet gerust op dat die aandacht leidt tot een betere plek om te werken. Er zijn bijvoorbeeld ideeën om niet alleen wetenschappelijke publicaties en binnengehaald onderzoeksgeld bepalend te laten zijn voor iemands carrière. Prestaties in onderwijs en valorisatie moeten ook meetellen. Door onze diepgewortelde prestatiecultuur vrees ik dat je nu op die terreinen allemaal specialistjes krijgt die ook weer met elkaar concurreren. Ik haal uit mijn onderzoek ideeën voor onderwijs en valorisatie.”
Hoe los je die prestatiedruk dan wél op? “We moeten af van de druk die bijvoorbeeld de Nationale Studenten Enquête [NSE, red.] oplegt. Je meet daarmee de tevredenheid van studenten, maar we zien het als een kwaliteitsmeting. Het punt is dat een student niet kan vergelijken. Maar een lagere ranking kan wel leiden tot
minder nieuwe studenten en dan moet je bij kleine opleidingen meteen vrezen voor je bestaan. En dat terwijl steeds minder studenten de enquête invullen en er soms bij hoorcolleges maar 30 van de 400 studenten komen opdagen. Studenten moeten geen anonieme evaluatie invullen, dat is grenzeloos. We moeten ze bij het onderwijs betrekken in een open gesprek. Nu zien we de universiteit te veel als een bedrijf, maar studenten zijn geen consumenten.”
Zou het afschaffen van de NSE de druk helemaal oplossen? “De NSE is maar een voorbeeld. De druk moet eraf in de organisatie. Je moet niet de hele tijd over je schouder hoeven kijken of een ander het beter doet. In Nederland zijn alle universiteiten ongeveer even goed. De mensen in de organisatie zijn intrinsiek gemotiveerd, die leveren goed werk.”
Wat hebt u al bereikt met de OR?
“Een recent succes boekten we bij het oplossen van het ruimtegebrek op de campus. Het VU-bestuur wilde colleges inkorten om de onderwijsroostering minder ingewikkeld te maken. Wij hebben aangestuurd op ophaalrondes waarbij het personeel met ideeën kon komen. Daar kwamen veel mensen naartoe die mooie alternatieven inbrachten. Het inkorten van de blokuren bleek niet nodig. Ik merk dat het bestuur soms te weinig zicht heeft op wat er zich op de werkvloer afspeelt. De ondernemingsraad stuurt erop aan dat behalve wijzelf als vertegenwoordigers van de medewerker ook de hele gemeenschap inbreng krijgt.”
Bent u nooit bang uw carrière te schaden door kritiek te leveren? “Ik heb me nooit echt beziggehouden met carrièreplanning. En uiteindelijk werd ik in de periode van de Verontruste VU’ers zelfs bevorderd tot universitair hoofddocent, daarna werd ik opleidingsdirecteur. Ik zag juist dat ik kon doen wat ik belangrijk vond. Het hielp misschien zelfs. Ik maak geen ruzie, maar ik uit mijn ideeën over hoe het beter kan.”
Antropologiedocent Ellen Bal kreeg de meeste stemmen bij de verkiezingen voor de ondernemingsraad (OR). Zij vindt een universiteit geen bedrijf en studenten geen consumenten.DOOR RIANNE LINDHOUT FOTO PETER VALCKX
‘Je moet niet de hele tijd over je schouder hoeven kijken of een ander het beter doet’
SLEUTELFIGUUR
Ellen Bal
55
Universitair hoofddocent culturele antropologie
Maart 2023
Met 171 stemmen gekozen voor tweede termijn als OR-lid voor FNV
2021
Voor het eerst in de ondernemingsraad, ook met de meeste stemmen
2018
Van der Duyn Schouten
Onderwijsprijs
2014 – 2022
Opleidingsdirecteur bachelor and master Culturele Antropologie
2012 – 2013
Lid van de Verontruste
VU’ers die streden tegen de managersuniversiteit 2001 – nu Universitair docent, later universitair hoofddocent antropologie, VU
1997 – 2001
Docent, Erasmus Universiteit Rotterdam en UvA
1986 – 2000
Student maatschappijgeschiedenis, daarna promovendus en docent, Erasmus Universiteit Rotterdam
Rechten van ondernemingsraad
De Wet op de Ondernemingsraden geeft de ondernemingsraad (OR) een aantal rechten. Advies-, instemmings- en initiatiefrecht en het recht op informatie van de werkgever.
Kokende ketels en kilometers kabels
Pal tegenover de medische faculteit staat het meest industriële gebouw van onze campus: de energiecentrale
turbines, buizen, leidingen, knoppen en meters.
Uitgerust met een veiligheidshelm en schoenen met stalen neuzen loop ik de energiecentrale binnen. Het is er fris, maar wat vooral opvalt is de constante herrie die de loeiende machines maken. De gids Pieter Smit, manager bedrijfsvoering onderhoud en support, komt nauwelijks boven het lawaai uit. “Dit zijn onze twee grootste verwarmingsketels”, zegt hij terwijl hij wijst naar twee vaalgroene metalen machines van zo’n vier meter hoog. “Hierin verwarmen we met aardgas water. Dat warme water gebruiken we vervolgens om de gebouwen op de campus te verwarmen.”
Op een ouderwets computerscherm is te zien hoe warm het water is dat naar de gebouwen gepompt wordt (135 graden Celsius) en hoe warm het water is dat terugkeert naar de energiecentrale (90 graden Celsius). Om warmteverlies in de energiecentrale te voorkomen, zijn de zilverkleurige waterbuizen volledig geïsoleerd en waar nodig extra ingepakt met isolerend materiaal.
Opstijgend vliegtuig
Naast warmte maakt het energiebedrijf ook koude om gebouwen te koelen. “Als het buiten 35 graden is, zoals afgelopen zomer één keer voorkwam, dan zijn de twee koelmachines die we hebben niet genoeg. Het klinkt een beetje gek, maar we gebruiken dan warmte om koude mee te maken om de gebouwen verder te koelen.”
We lopen langs een groot apparaat dat perslucht maakt. Want, zo vertelt Smit, de remmen van een aantal liften in het hoofdgebouw werken nog op perslucht. Dan lopen we langs ketel 6, die het logo van Bosch draagt. “Deze verwarmt het water tot wel 180 graden. Alleen hij was al na drie jaar lek, dat heeft ons een hoop geld gekost. Nu werkt hij gelukkig
‘Vier keer per jaar simuleren we stroomuitval’
‘De ketel gaat aan met een oorverdovend geluid’
. Ga mee door deze wereld vol ketels,TEKST EN FOTO’S BRYCE BENDA
weer.” Daar komen we niet lang daarna proefondervindelijk achter als de ketel ineens aangaat met een oorverdovend geluid, dat wat weg heeft van een opstijgend vliegtuig. Ik vervolg de rondleiding door twee gigantische glazen klapdeuren. Plots doemen er twee enorme palmbomen op, waarvan de groene bladeren in schril contrast staan met de industriële omgeving. Smit: “Die zijn van de botanische tuin hier verderop, in de winter staan ze hier vanwege de kou.”
Dieselmotoren van grote schepen
Via een binnenplaats kom ik in een gedeelte dat strak en nieuw oogt. Het staat er vol met indrukwekkende, helderblauwe machines. De ruimte is het domein van de nieuwste aanwinst van het energiebedrijf: Drups. Deze Diesel Rotary Uninterruptible Power Supply Devices verzorgen de noodstroom voor de VU en VUmc, zodat de zorg en belangrijke wetenschappelijke experimenten bij storingen onverstoord door kunnen gaan. De vier machines zien eruit als gigantische motoren, wat het praktisch gezien ook zijn. Elke Drups beschikt over een motor met 16 cilinders, onder autoliefhebbers ook wel bekend als een V16. “Als je die in je auto hebt, dan ben je de man”, lacht Smit. “Zulke dieselmotoren zitten ook in grote schepen.”
De gids verklaart waarom deze centrale vier stuks heeft.
“Je kunt het zien als een grote dynamo die continu draait. Eigenlijk hebben we maar twee van die dieselmotoren nodig. Eentje dient nog als reserve en de vierde is op de groei gekocht. We doen vier keer per jaar een oefening, dan simuleren we een stroomuitval. In de twee jaar dat we Drups hebben, zijn ze pas één keer nodig geweest.”
Noodstroomvoorziening
Even verderop staan de gasturbines, die voor de komst van Drups dienden als noodstroomvoorziening. Toch komen de gele machines nog goed van pas. “We gebruiken ze nog om warmte en elektriciteit mee op te wekken. Met die hoge energieprijzen is dat laatste best rendabel.”
Naast de gasturbines zien we een ingewikkeld schakelbord, waarop alle 179 hoogspanningsschakelaars van het
energiebedrijf staan. Het is een heel gedoe om die goed te onderhouden, vertelt Smit. “Het gaat om kilometers aan kabels die in een ring lopen. Dat is nodig, want zodra er iets uitvalt, kan de stroom alsnog via de andere kant geleid worden. Zo blijft het systeem draaien.”
Flauwgevallen
Na bijna een uur kom ik in de controlekamer, waar medewerkers het energiebedrijf en de machines in de gaten houden. Op meer dan twintig schermen valt de status af te lezen van elke machine in het gebouw. “Er zijn hier dag en nacht minstens drie mensen aanwezig, voor het bedienen van de machines en als bewaking”, zegt een medewerker. Voor hem liggen enkele muizen waarmee hij moeiteloos vier schermen bedient. “Vroeger pakte ik nog weleens de verkeerde, maar na een tijdje wen je eraan.”
Ik kom erachter dat de controlekamer ook het centrale meldpunt van de VU is, want plots komt er een melding binnen van een vrouw die flauw is gevallen. “Alle meldingen gaan naar deze meldkamer en wij sturen er dan bijvoorbeeld het EHBO-team op af.” Niet veel later krijgt de medewerker een seintje van een collega dat alles in orde is. Met een algemene oproep via de portofoon deelt hij mee dat de melding is afgesloten. Vervolgens wendt hij zijn blik weer naar de muur aan schermen voor hem, op zoek naar een afwijkende waarde bij een van de machines.
‘Soms gebruiken we warmte om de gebouwen te koelen’
‘Er zijn hier dag en nacht minstens drie mensen aanwezig’
Rennen tussen college en kind
Derdejaars geneeskundestudent Jaklin Abushama (31) heeft net college gehad en is onderweg naar de opvang in Alkmaar om haar eenjarige dochter op te halen. Als haar man vanavond thuiskomt van zijn werk, eten ze samen met hun twee zoons van zeven en negen. Pas wanneer alle kinderen in bed liggen, slaat ze haar studieboeken open.
Andere studenten hebben dan misschien al een paar uur Netflixen erop zitten, zijn hun stress ergens aan het uitstellen in een kroeg of hebben hun opdrachten afgemaakt na college en komen thuis in een deadlinevrij huis. Maar er is geen weemoed bij haar te bespeuren. “Overdag ben ik moeder, ’s avonds student.” En vrije tijd dan? Ontspanning? Tijd met haar partner? “Met drie drukke kinderen overdag voelt mijn studie als mijn hobby. Als ik studeer is dat echt míjn tijd. In de weekenden kunnen we leuke dingen doen.”
Geen vangnet
Abushama vluchtte in 2015 vanuit Syrië naar Nederland nadat haar man dat anderhalf jaar eerder had gedaan. Hun beider families wonen in Duitsland, dus een groot vangnet hebben ze hier niet. “Gelukkig heb ik een goede man. Als ik druk ben, in het weekend moet leren voor een tentamen bijvoorbeeld,
Jaklin Abushama ‘Met drie drukke kinderen overdag voelt mijn studie als mijn hobby’
neemt hij de kinderen naar de speeltuin. Zonder hem had ik niet kunnen studeren.”
In het eerste jaar van haar bachelor werd Abushama zwanger van haar derde kind. Ze had een probleemloze zwangerschap, van de rustruimtes op de campus hoefde ze geen gebruik te maken en nadat ze was bevallen plande ze haar tijd zo in dat ze zoveel mogelijk thuis was en niet op de campus hoefde te kolven. Om tijd te besparen nam ze de auto in plaats van het openbaar vervoer vanuit haar woonplaats Alkmaar. Maar omdat DUO die kosten niet vergoedt, liepen de benzine- en parkeerkosten flink op. De coronaperiode gaf haar wat meer flexibiliteit. Zo werden veel colleges opgenomen die ze ’s avonds kon terugkijken, en de anatomielessen die ze gewoonlijk niet zou mogen bijwonen omdat daar stoffen vrijkomen die giftig zijn voor zwangere vrouwen, werden online gegeven.
Tentamen na keizersnee
‘Als je een kind ziek thuis hebt zitten en je partner moet werken, dan hang je’
Portretjes: eigen foto
Ze beviel van haar dochter net voor het einde van het academisch jaar, en dus zat ze een week na de keizersnee alweer in de collegebanken om haar laatste tentamen te maken. Ze haalde de toets in één keer. “Ik kwam met de auto, het was prima te doen.” Het studeren rond de bevalling ging haar ook goed af. “Ik had me van tevoren goed voorbereid. Mensen maken een situatie soms groter dan die hoeft te zijn. Als je het
dan eenmaal doet, merk je dat het allemaal wel meevalt.”
Haar enige zware moment was toen een van haar zoontjes opgenomen werd in het ziekenhuis met longproblemen. Ze bleef de hele nacht wakker aan zijn bed en moest de volgende ochtend naar de VU voor een tentamen. “Gelukkig sliep hij.” Heeft ze in zulke momenten nooit overwogen om uitstel te vragen? “Ik verwacht dat ze dan zouden zeggen: ga maar naar de herkansing. Dat vind ik zonde.”
Schoolgaande kinderen
Rechtenstudent Marija Rinsma (45) heeft wél vaker moeten zoeken naar creatieve oplossingen. De covidperiode trok een zware wissel op haar oudste zoon die autistisch is. “We hebben alles geprobeerd, maar konden hem thuis niet de structuur bieden die hij nodig had.” Na lang overwegen woont hij nu in een woongroep waar hij therapie krijgt, hij komt er langzaam bovenop. “Jarenlange zware zorg viel daarmee opeens weg. Ik dacht toen: wat ga ik doen met de rest van mijn leven, niet achter de geraniums zitten.” Ze meldde zich in 2021 aan voor rechtsgeleerdheid en notarieel recht. Maar studeren met drie schoolgaande kinderen van acht, elf en twaalf, hoe doe je dat eigenlijk? Veel informatie kon ze niet vinden op de VU-site. “Men gaat vaak ervan uit dat studenten met kinderen alleenstaande moeder zijn,
Een snack halen in de Spar, even kolven, blokken in de bieb, racen naar de kinderopvang. Hoe is het om te studeren als je zwanger bent of kinderen hebt?DOOR EMMA SPRANGERS FOTO’S MARTIJN GIJSBERTSEN Marija Rinsma
Studerende moeders
baby’s hebben en deeltijd studeren, niet dat ze een partner hebben met schoolgaande kinderen en een fulltime studie volgen. Ik kon nergens tips vinden over het regelen van buitenschoolse opvang bijvoorbeeld.”
Voor eerstejaars worden de roosters ingedeeld. “Handig dat ze dat zelf niet hoeven doen, maar lastig met het plannen van de kinderopvang, die zitten vaak ver van tevoren vol en zijn niet zo flexibel met dagen wisselen”, zegt Rinsma. Uiteindelijk wist ze het na veel op en neer gemail met de onderwijsadministratie te regelen. Voor de inschrijfmomenten van vakken zet ze nu een wekker, zodat ze colleges zo veel mogelijk op dezelfde dag(en) kan plannen en de rest van de week vrije tijd heeft.
Maar niet alles is te plannen. “Als je een kind ziek thuis hebt zitten en je partner moet werken, dan hang je. Zeker met een aanwezigheidsplicht.” In die gevallen nam ze aantekeningen over van anderen. Ze vertelde de docent dan niet dat ze niet kon komen vanwege haar kinderen. “Iedereen mist weleens een college, of docenten daar nou begrip voor hebben interesseert me niet zo. Ik betaal me scheel aan collegegeld.”
‘Gigantisch duur’
Ondanks haar zorgvuldig geplande rooster gaan Rinsma’s kinderen alle dagen naar de buitenschoolse opvang.
“Sommige mensen halen voldoening uit thuiszitten met hun kinderen, ik heb het als heel zwaar ervaren. Toen ik werkte in de luchtvaartindustrie was ik altijd onderweg. Thuis met kinderen voelde het soms als een gevangenis. Het is belangrijk dat je je blijft ontwikkelen, ook om zelfstandig te blijven.” Maar is dat niet ook een luxe? Sommige ouders krijgen minder loon binnen dan ze kwijt zouden zijn aan fulltime kinderopvang. “Die periode heb ik ook gehad, dat mijn salaris direct naar de kinderopvang ging. Vanwege mijn leeftijd kan ik ook geen studiefinanciering of lening meer aanvragen. Maar mijn man verdient redelijk, we hebben vakantiegeld opgespaard en krijgen kinderopvangtoeslag. Het blijft gigantisch duur.”
Toch was ze vastberaden om te gaan studeren. “Zodat ik mijn kinderen later
kan begeleiden in hun schoolkeuze. Mijn moeder heeft in het buitenland gestudeerd en kent het Nederlandse systeem niet, met mijn vader had ik na de scheiding weinig contact, die kon me niet begeleiden. Ik heb dat wel gemist. Ik wil mijn kinderen laten zien dat de universiteit geen enge plek is.”
Moedergroepen
Voor wie behoefte heeft aan contact met lotgenoten, raadt de VU op haar website twee groepen aan: Stichting Steunpunt Studerende Moeders en Amsterdam Mamas. Maar de vaders dan? Studentendecaan Fatiema Khadje houdt nauw contact met studerende ouders die daar behoefte aan hebben, maar is daarbij alleen nog vrouwen tegengekomen. “Over het algemeen zijn het ook moeders die de grootste verandering doormaken met de zwangerschap en eventuele vertragingen.
Faciliteiten voor studerende ouders
Op de campus zijn er rustruimtes voor studenten die daar behoefte aan hebben vanwege een chronische ziekte of zwangerschap. Elk gebouw heeft een kolfruimte voor studenten en medewerkers.
Studenten kunnen ook een profileringsfonds aanvragen om de kosten voor eventuele studievertraging te compenseren. Via DUO is er een eenoudertoeslag beschikbaar. Studentendecanen kun je benaderen voor algemene tips en contact met andere studerende ouders, studieadviseurs zijn er onder meer voor roosterproblemen en studentenpsychologen om je hart bij te luchten. “Behalve voor zwaardere zaken als postnatale depressie, dan kunnen ze beter met hun huisarts contact opnemen”, aldus studentendecaan Khadje.
Vaders zullen misschien roostertechnische problemen hebben met het ophalen van kinderen bijvoorbeeld, maar daar hoor ik ze niet over. Ik weet natuurlijk niet zeker waarom ze geen contact zoeken. Maar het staat ze vrij met mij een afspraak te maken.” Het feit dat informatie vooral gericht is op vrouwen, ziet Rinsma als symptoom van een groter probleem. “Van vaders wordt minder verwacht. Toen ik ging studeren, zeiden mensen tegen me: Je gaat je kinderen toch niet vijf dagen naar de opvang sturen? Tegen mannen zeggen ze nooit: Ga jij vijf dagen werken? En je kind dan?! Als mijn man de kinderen ophaalt van de kinderopvang, vermoeden ze dat we gescheiden zijn. Dat zijn de vooroordelen waar we in onze samenleving mee leven. Dat vind ik ook lastig aan dit interview: ik profileer mezelf nu echt als moeder, maar ik ben meer dan dat.”
‘Tegen mannen zeggen ze nooit: Ga jij vijf dagen werken? En je kind dan?!’
‘Hybride colleges maken universiteit inclusief’
Isabelle Kohler, universitair docent Bioanalytische Chemie, vindt dat de VU colleges hybride moet blijven aanbieden omdat het inclusiever is. Ze neemt al haar colleges op met haar eigen laptop en microfoon, zodat studenten ze op hun eigen moment kunnen terugkijken.
Studenten hoeven van u niet per se naar elk college te komen. Waarom niet? “Begrijp me niet verkeerd, ik wil natuurlijk dat ze wel komen, maar ze kunnen goede redenen hebben om een college te missen. Als je als docent colleges alleen fysiek aanbiedt, maak je het sommige studenten onnodig moeilijk.”
Pamperen we studenten niet te veel door opnames van colleges ter beschikking te stellen? “De studenten die daar gebruik van maken, zijn vaak de studenten die het al wat moeilijker hebben. Omdat hun gezondheid niet optimaal is bijvoorbeeld, of omdat ze veel moeten werken om hun studie te bekostigen, of voor iemand moeten zorgen. Het is me opgevallen dat studenten met een minderheidsachtergrond bijvoorbeeld vaker mantelzorger zijn. Niet iedereen heeft alle omstandigheden mee in het leven. De studentenpopulatie wordt steeds diverser, daar moeten we als docenten rekening mee houden. De VU wil graag een inclusieve universiteit zijn, dat begint in mijn ogen bij het wegnemen van dit soort barrières. Alle studenten kunnen er voordeel van hebben als we de hoorcolleges standaard opnemen.”
U blijft uw colleges online aanbieden ondanks dat sommige docenten vinden dat het studenten stimuleert om in bed te blijven liggen. “Mijn ervaring is dat verreweg de meeste studenten het liefst naar college komen. Je moet het natuurlijk wel een beetje leuk maken. Niemand kan meer een monotoon verhaal aanhoren van drie kwartier, dus ik wissel verschillende elementen af en probeer studenten actief te betrekken bij de stof.
Science
blog
Om wetenschappelijke kennis toegankelijk te maken voor een breed publiek en om tegenwicht te bieden tegen de onzin die op internet verschijnt, heeft Isabelle Kohler een blog waarin ze schrijft over gezondheid en lifestyle. www.alittlebitofscience. com.
“Studenten gebruiken mijn opnames vooral om dingen terug te kijken die ze niet meteen snapten of als ze door omstandigheden niet konden komen. Als studenten niet komen, sturen ze me soms een mailtje waarin ze de reden uitleggen. Ik benader ze op een open manier en krijg die openheid ook vaak terug.”
Misschien geven de docenten die voor aanwezigheidsplicht zijn gewoon saai college. “Dat durf ik niet te zeggen.”
Voorstanders van aanwezigheidsplicht zeggen dat het de prestaties van studenten verbetert. “Ik heb daar nog geen overtuigend bewijs voor gezien. Het gemiddelde cijfer zou omlaag gaan als je cursussen hybride aanbiedt, maar bij de vakken waar ik bij betrokken ben, is dat zeker niet het geval.”
U lijdt aan PDS, het prikkelbare-darmsyndroom. Denkt u dat u zich door deze aandoening meer bewust bent van de problemen waar studenten mee kunnen worstelen?
“Ik weet door mijn aandoening hoe het is om af en toe vanuit huis te moeten werken. Dat maakt misschien dat ik me meer bewust ben van de problemen die studenten kunnen hebben om naar college te komen. De wetenschappelijke wereld is lang niet altijd inclusief en ik vind het belangrijk om als docent wel zo inclusief mogelijk te zijn.”
Reageren? Mail naar redactie.advalvas@vu.nl.
Scheidingsleed
Hij komt binnen met een glimlach en een vrolijk “Goedemiddag!” Zijn ongestreken overhemd boven een spijkbroek met grote koffievlek erop geeft een wat slordige indruk. We gaan zitten. Ik zie zijn linkerbeen snel op en neer wippen en zijn vingers grijpen in elkaar. Hij lijkt nerveus. Toch zeggen de zelfverzekerde uitdrukking op zijn gezicht en luide stemgeluid wat anders. Hij begint gelijk te praten: het studeren lukt hem niet. Hij stelt opdrachten uit of laat zijn groepsgenoten al het werk doen doordat hij niet op whatsappjes reageert. “Waarom is dat?” vraag ik. “Geen idee”, zegt hij. “Dan vergeet ik het en als ik er weer aan denk is het al te laat. Dus dan reageer ik maar helemaal niet meer.” Colleges slaat hij over en studieboeken gaan pas open in de week voor de tentamens. We praten verder. En terwijl ik zijn zelfverzekerde voorkomen langzaam zie verschuiven naar ietwat ongelukkig, komen er meer details boven. Vaak komt hij pas tegen de middag zijn bed uit, áls dat al lukt. Soms doucht hij dan, vaak ook niet. Hij komt maar weinig zijn kamer uit. Eten met huisgenoten is wel oké, hoewel hij meestal weinig trek heeft. Naar de sportschool gaat hij al lang niet meer en de kroeg in met vrienden? Liever niet eigenlijk.
Twee jaar geleden zijn z’n ouders gescheiden. Zijn moeder huilde veel nadat zijn vader vertrok. Die heeft hij sindsdien ook nauwelijks meer gezien. Te druk met zijn nieuwe vriendin. Hij probeerde zijn moeder op te vangen, maar moest dat jaar ook zijn eindexamens halen. Toen het met zijn moeder beter ging dacht hij dat hij verder kon met zijn leven. Maar dat blijkt lastiger dan gedacht. Ik zie de tranen in zijn ogen springen. Hij denkt veel aan die tijd. Hij mist zijn vader en hoe het was voor de scheiding. Soms ziet hij het allemaal even niet meer zitten. Gedachten als: waarom zou ik m’n best nog doen? en het heeft toch allemaal geen zin komen dan op.
Ik zeg voorzichtig dat ik denk dat het goed zou zijn als hij eens langsgaat bij het inloopspreekuur van de studentenpsychologen of zijn huisarts belt voor een doorverwijzing naar een psycholoog. Erover praten kan helpen. Dat lijkt me fijn, zegt hij, en er verschijnt een klein glimlachje op zijn gezicht. Hij ziet er verdrietig maar opgelucht uit. Bij het afscheid zegt hij dat hij me over een tijdje zal laten weten hoe het gaat. Ik hoop echt dat hij dat doet.
Hij dacht dat hij verder kon met zijn leven, maar dat blijkt lastiger dan gedachtStudentenbegeleiders bloggen elke maand over hun werk op advalvas.vu.nl/blogs-columns
Megatijdschriften verliezen impactfactor, wat nu?
Moet
Er ging een kleine schokgolf door de academische gemeenschap toen citatie-index Web of Science afgelopen maand besloot om ruim 50 tijdschriften uit zijn index te schrappen en daarmee hun impactfactor te ontnemen. Een van die tijdschriften is de International Journal of Environmental Research and Public Health, het op twee-nagrootste blad ter wereld. Het paradepaard van uitgever MDPI opereert volgens Web of Science te veel buiten haar oorspronkelijke kennisgebied. MDPI zelf ligt al langer onder vuur en wordt door sommige wetenschappers bestempeld als predatory.
Roofzuchtige bladen
Wat betekent het eigenlijk als een tijdschrift of uitgever roofzuchtig is? “Zo’n tijdschrift rekent verwerkingskosten – je betaalt als auteur om daar open access te kunnen publiceren – maar je krijgt er verder geen diensten voor terug”, zegt Anne van den Maagdenberg, Open Access Librarian van de UB. “Dus geen fatsoenlijke peer-review en geen opmaak van je paper. Het draait puur om geld, het zijn scam-operaties.” De UB-expert schaart uitgever MDPI daar niet onder. “Ze functioneren als een normale open
Herken predatory journals in 5 stappen
1 Controleer of de impactfactor klopt
2 Controleer of het blad in de index DOAJ 1 staat
3 Bekijk of de editors gerenommeerde wetenschappers zijn
4 Vraag collega’s om ervaringen
5 Gebruik de checklist 2 van de UB
1 https://doaj.org/
2 https://vu.nl/nl/over-de-vu/diensten/ universiteitsbibliotheek/meer-over/tips-tricksopen-access
access-uitgever, inclusief peer-review en andere diensten. Het nadeel van MDPI en soortgelijke uitgevers is dat ze in een grijs gebied opereren. Hun businessmodel is om zo veel mogelijk te publiceren, want ze verdienen bij elke publicatie aan de verwerkingskosten. In de afgelopen jaren – met de stijging van populariteit van open access – is MDPI exponentieel gegroeid. Veel wetenschappers vroegen zich toen af: is dat niet predatory? Kun je de kwaliteit nog wel waarborgen als je als uitgever zoveel publiceert? Dat is het lastige vraagstuk waar we nu tegenaan lopen.” De UB kan wetenschappers niks verbieden, maar de afdeling geeft ze graag advies. Dat een blad van Web of Science is gehaald, is voor Van den Maagdenberg geen reden om af te raden erin te publiceren. “Ik zou ook niet naar de uitgever kijken, maar naar het blad. Vind je dat betrouwbaar? Zoek de editors op, staan die goed aangeschreven? En vraag in je netwerk naar ervaringen van anderen met het blad.” Wat Van den Maagdenberg verder aanraadt: kijk in de DOAJ, de Directory of Open Access Journals. Daarin worden alleen tijdschriften opgenomen die aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen, zoals peer-review en transparantie. “Als het in die index staat, is het in principe een betrouwbaar tijdschrift.”
Publicatiedrift
Hebzuchtige uitgevers valt van alles te verwijten, maar ook het wetenschappelijke systeem lijkt niet te deugen. Van den Maagdenberg is het daarmee eens. “Een van de belangrijkste outputs van wetenschappers is het schrijven van papers. Als je hoog wilt stijgen op de academische ladder, dan moet je veel publiceren. Dat versterkt de marktwerking bij uitgevers. Er ligt een taak bij de universiteiten om dat om te vormen. Bij de VU werken we daar bijvoorbeeld al aan met ‘Erkennen & Waarderen’. Dus dat je niet alleen focust op een impactfactor, maar dat je ook kijkt naar de maatschappelijke impact van onderzoek of dat iemand open science verder helpt. Daar is een cultuurverandering voor nodig. Dat is lastig, maar je ziet wel dat daar nu momentum voor is.”
je als wetenschapper nog wel publiceren in tijdschriften van uitgeverij MDPI, nu haar grootste blad zijn impactfactor kwijt is? “Maak per tijdschrift de afweging.”
Draaien maar
Op de eerste dag van de studentenraadsverkiezingen zetten (kandidaat-) USR-leden hun campagnemateriaal op. De harde wind over het campusplein maakt van het rad van fortuin haast een windmolen en de banner waait meer dan eens om. Te winnen zijn condooms, tegoedbonnen voor Doppio, bieropeners, notitieblokken. Maar om een draai aan het rad te mogen geven, moet er wel eerst gestemd worden. (ES)
Houd je van schrijven, fotograferen of filmen?
Word student-reporter!
WWW.ADVALVAS.VU.NL
Redactieadres
De Boelelaan 1105 BelleVue, Kamer 1H-43 1081 HV Amsterdam redactie.advalvas@vu.nl
Hoofdredacteur
Marieke Schilp
Redactie
Bryce Benda, Peter Breedveld, Nour Khamis, Emma Sprangers, Welmoed Visser
Mail de redactie: redactie.advalvas@vu.nl, of loop binnen in de redactiekamer 1H43 (gebouw Bellevue), dan bespreken we samen de mogelijkheden.
Ad Valvas, journalistiek platform van de Vrije Universiteit
Eindredactie
Win Castermans, Emma Sprangers
Secretariaat en VU-advertenties
Anna Jansen (020) 5985630 secretariaat.advalvas@vu.nl
Art-direction/vormgeving
Rob Bömer – rbbmr.nl
Medewerkers
Yvonne Compier, Dido Drachman, Cynthia van Elk, Peter Gerritsen, Martijn Gijsbertsen, Rianne Lindhout, Nicole Santé, Bas van der Schot, Taalcentrum-VU, Peter Valckx, Wout van Zaale
Copyright HOP-kopij
Hoger Onderwijs Persbureau, Amsterdam
Commerciële advertenties
Bureau Van Vliet (023) 5714745
Druk Tuijtel, HardinxveldGiessendam
Werken bij de VU
Bijdragen aan een betere wereld, door onderscheidend onderwijs en grensverleggend onderzoek. Dat is de ambitie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Persoonlijke vorming en maatschappelijke betrokkenheid staan hierbij centraal. Vanuit verschillende disciplines en achtergronden werken wij samen aan innovaties en nieuwe inzichten op het hele wetenschappelijke spectrum.
Aan de VU studeren 31.700 studenten en werken 4.500 medewerkers. De uitstekend bereikbare VUcampus ligt in het hart van de Amsterdamse Zuidas.
Aan de VU studeren 31.700 studenten en werken 4.500 medewerkers. De uitstekend bereikbare VUcampus ligt in het hart van de Amsterdamse Zuidas.
Ben jij geïnteresseerd in werken bij de VU?
Kijk dan op: werkenbij.vu.nl
Ben jij geïnteresseerd in werken bij de VU? Kijk dan op: werkenbij.vu.nl
Werk jij al de VU? interne vacatures in de gaten op: interne.vacatures.vu.nl
Werk jij al bij de VU? Hou dan de interne vacatures in de gaten op: interne.vacatures.vu.nl
en krijg journalistieke bijscholing in ruil voor een prachtig podium om op te publiceren.
JOURNALISTIEK PLATFORM VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT
Nieuws, interviews, blogs en achtergrondverhalen
Elke dag actueel op advalvas.vu.nl
Niks missen? Abonneer je op onze wekelijkse Ad Valvas Mail Update: https://tinyurl.com/updateadvalvas
JOURNALISTIC PLATFORM OF VU AMSTERDAM
News, interviews, blogs, features Daily updated on advalvas.vu.nl/en
Don’t miss out! Subscribe to our weekly Ad Valvas Mail Update: https://tinyurl.com/updateadvalvas
FOSSIELE BRANDSTOFFEN
VU stopt samenwerking met fossiele industrie (grotendeels)
De kogel is door de kerk: de VU gaat alleen nog maar nieuwe onderzoekssamenwerkingen aan met bedrijven uit de fossiele industrie die zich houden aan de energietransitie volgens het klimaatakkoord van Parijs. Lopende onderzoeken met fossiele bedrijven worden afgemaakt, omdat het onderbreken daarvan “een ramp” zou zijn voor de betrokkenen.
STUDENTENRAADSVERKIEZINGEN
Nieuwe studentenpartij wil af van ‘privileges’ VU Pride
Van de drie nieuwe partijen in de universitaire studentenraad, springt de Vrijmoedige Studentenpartij eruit. Partijleider Marlon Uljee, die eerder kandidaat was voor Forum voor Democratie Almere, weigert Engels te spreken en keurt de ‘privileges’ af die groepen zoals VU Pride zouden krijgen.
MEDEZEGGENSCHAP
Uiteindelijk kreeg vertrekkend OR-voorzitter Henk Olijhoek de smaak te pakken en bleef achttien jaar lang lid. De mogelijke fusie van de bètafaculteit van de UvA en de VU, het debat rond kortere collegetijden, het Marsdebacle – hij maakte het allemaal van dichtbij mee. Binnenkort gaat hij met pensioen.
Government investigates potential risk posed by Chinese PhD candidates
POLITICS Chinese PhD candidates that want to go abroad on a scholarship from the China Scholarship Council have to sign declarations affirming their loyalty and promising frequent updates on their activities. After various media reported that Chinese researchers pass on sensitive information to China, Education Minister Robbert Dijkgraaf will be starting an investigation.
FOSSIL FUEL INDUSTRY
VU breaks from fossil fuel industry –mostly
The die is cast: VU Amsterdam will only be starting new research collaborations with fossil fuel companies who are committed to the energy transition stipulated by the Paris climate accords. Ongoing research with fossil fuel companies will be allowed to finish, because interrupting them would be “a disaster” for those involved.
STAFF Not for a little while, probably. But in about a year or two, expectations are that issues like the revolving door system where lecturers and researchers are submitted to a string of temporary contracts, will be discouraged or even disappear.
More permanent contracts: will lecturers benefit?
‘In het begin dacht ik: Wat doe ik hier? Ik viel bijna in slaap’
Farewell to Faculty of Science dean
in favour of radical transparency’
During Guus Schreiber’s time as dean, ‘his’ Faculty of Science expanded to 10,000 students, a two-fold increase in five years. Add to this the close shave of a merger with the University of Amsterdam’s science faculty, the Covid pandemic, the merger between the faculties of Sciences and Life Sciences, plus the relocation to new buildings and you will understand that Schreiber’s time as dean was eventful to say the least.
“But it is a great community to work with”, Schreiber says of the faculty. “The atmosphere is good. There is mutual understanding. People aren’t always trying to beat each other to the punch.” He is proud of the way the faculty has operated in recent years. “During the pandemic, the first lockdown was announced on a Thursday. We were able to provide the first online lectures the following Monday, and two weeks later almost the entire programme was up and running. There was a real sense of ‘we’re all in this together’.”
Reaching the limits of growth
BY WELMOED VISSER PHOTO YVONNE COMPIERThe immense growth in student numbers – which made the Faculty of Science by far the largest faculty within VU Amsterdam and the largest science faculty in the country –posed another challenge that was well met by the staff. “In 2018, we were assigned to a new building that was already too small by the time we moved in”, Schreiber recounts. “Some programmes have grown so quickly; it’s been almost impossible to keep up. There are now six hundred first-year Computer Science students. Biomedical Sciences has grown tremendously, and so has Health and Life Sciences. We offer a total of forty programmes and they’re all expanding. This is tough work for everyone. We reached the limits of our growth some time ago.”
One third of the VU budget
As an executive, Schreiber values transparency above all else. One of his early priorities as dean was to strive for a clear and unambiguous financing model. “Since there used to be two faculties, the approach to financing was not consistent across the board. At the former Faculty of Earth and Life Sciences, the model was lacking in transparency. In my view, that’s detrimental because it can easily lead to conflicts between departments, with each one thinking that the other is receiving too much money.”
The new financing model, which the Faculty Board worked on in collaboration with department heads, was public from the start. “I’m in favour of radical transparency. The documents that we as Faculty Board are working on
Guus Schreiber ran the largest Faculty of Science in the Netherlands with flair. Faced with a tremendous rise in student numbers, a disastrous IT system, the Covid pandemic, relocations and mergers, he remained undaunted.
‘I’m
‘Fortunately, I had people around me who said: Guus, take it down a notch. This is not helpful’
Voor vrienden van de VU
De oprichters van de VUvereniging wilden in 1879 een andere universiteit in Nederland. Los van de overheid, voor eigen keuzes met een eigen kompas. Een universiteit die staat voor rechtvaardigheid, medemenselijkheid en verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de wereld. Zo ontstond de bijzondere universiteit waar iedereen welkom is: de Vrije Universiteit.
De VUvereniging subsidieert jaarlijks met 1 miljoen euro bijzondere projecten en activiteiten op het snijvlak van onderzoek, onderwijs, zorg en maatschappij. Daarnaast organiseren we verrassende en inspirerende evenementen.
De VUvereniging is een maatschappelijk netwerk voor vrienden van de VU.
Lid van de VUvereniging ben je al voor €10 per jaar.
Je bent van harte welkom.
Farewell to Faculty of Science dean
can be viewed by anyone throughout the entire process, not only once they are finished.” This approach yielded a model in which 95 per cent of funding is distributed among the departments according to the VU Amsterdam standard. As for the remaining five per cent, the departments can request additional funds to cover expenses, such as chemicals or laboratory costs.
“The advantage of this is that the other departments don’t make a fuss, because they understand why that department needs additional funding.”
Guus Schreiber
> Guus Schreiber was dean of the Faculty of Science from December 2016 to December 2022.
> Aletta Kraneveld is his successor.
> Schreiber is Professor of Intelligent Information Systems.
He was Head of the Computer Science Department at VU Amsterdam from 2014 to 2016.
> Schreiber studied medicine at Utrecht University, worked briefly at Leiden University and, between 1986 and 2003 at the University of Amsterdam.
> After his retirement, he will continue to chair the steering group for the collaboration between VU Amsterdam and the University of Twente.
The Faculty of Science budget amounts to two hundred million euros, nearly one third of the entire VU budget. In the sciences, everything is done on a large scale: procurement and logistics, monitoring externally funded projects (which account for 60 per cent of all projects at VU Amsterdam), provisions for temporary staff and the IT facilities necessary to keep everything running. “So, when facilities are not up to par, we bear the brunt,” says Schreiber.
Turbulent time
The introduction of the IT system Mars in the summer of 2021, was one of the biggest challenges Schreiber faced, with services faltering on all fronts: students were no longer able to register, procurement was disrupted, freelancers and people with temporary employment contracts were not paid on time, departments were no longer able to access their own budget and hiring new staff was impossible. In summary, almost every aspect of the organisation that involved the IT system was out of order.
Schreiber looks back on this as a turbulent time: “There were times when I found myself in meetings where people were in tears because they couldn’t get anything sorted out. And then I would be sitting with across from executives that same afternoon who seemed to be living in a different reality, oblivious to the practical implications of everything that wasn’t working.
“I am known to be outspoken, and I lost my temper on more than one occasion. Fortunately, I had people around me who said: Guus, take it down a notch. This is not helpful. I did my best to listen to them, but I
struggled to let things go.”
When asked about the current state of IT facilities, Schreiber replies, “It’s still worse than it used to be, but it is more or less functioning again, so we’re learning to live with it.”
Making way for the younger generation
One of the things Schreiber has always put a lot of effort into as an executive is creating space for young people in science. “As dean, I felt it was important for older professors to retire to make way for younger ones.” At the age of 66, Schreiber is walking the talk and is no longer on payroll. On 21 April, he delivered his farewell address. However, he continues his activities for VU Amsterdam.
For now, he continues to chair the steering group that shapes the collaboration between VU Amsterdam and the University of Twente. The ultimate aim being to produce more technically skilled people. Last summer, the first forty students graduated from the Bachelor’s programme in Mechanical Engineering. Next academic year, a second programme will be launched: Creative Technology. “One of the programme’s goals is to attract more women to the field of technology”, says Schreiber. The overall objective is to offer six joint programmes with the University of Twente by 2030.
“Rationally speaking, it is still very foolish that the sciences faculties in Amsterdam decided not to merge, but I have come to learn that there is more to management than reason alone. Cooperation with the University of Amsterdam was difficult from the start because both parties had a deepseated mistrust, with UvA staff especially being strongly opposed to becoming part of VU Amsterdam. No matter how rational it may seem, under those conditions it still won’t work out.”
Schreiber’s experience with the University of Twente has been completely different. “Within 18 months, we had the first programme up and running. That is remarkably fast. And it was rated as the best Mechanical Engineering programme in the Netherlands in last year’s Keuzegids ranking.”
Embracing your mistakes
All told, Schreiber is leaving behind a well-run faculty. Yet his farewell speech focused on embracing mistakes. Where did he drop the ball as an executive? He recognises that he was not always tactful: “I could be ruthlessly hard on people at times. That’s not a nice way to behave and it doesn’t get you any further. Another thing is that I talk too much sometimes. I have an opinion on everything, but sometimes it’s better to hear what others think about something, especially as a dean. That is why it’s crucial to have people around you who are willing to tell you to your face what you’re doing wrong.”
After a short pause, he adds: “I have played bridge at the highest level for years. In bridge, you play with a partner and both of you make mistakes. That’s inevitable. Things often go wrong when people get angry about their partner’s mistakes. In the end you make more progress by accepting your partner’s mistakes and owning up to your own. That’s what makes you better.”
‘Some programmes have grown so quickly that it’s almost impossible to keep up’
‘People aren’t always trying to beat each other to the punch’BY BRYCE BENDA
Help! I have a smelly colleague
‘Dear Ad Valvas, I have a colleague who smells bad and I’m not sure how to deal with it’, a VU employee writes. ‘This colleague smells of sweat and spicy herbs. There’s a really penetrating odour in our office, which I can’t get used to and is really distracting. It’s also annoying for that colleague because people are going to avoid him at some point.’ Regardless, the reader decides not to say anything about it to his colleague. ‘He is an expat and may have a hard enough time feeling included. Possibly, he can’t do much about it either. So I try to sit somewhere else as much as possible.’
Damage relationships
Head of Social Psychology at VU Amsterdam Josh Tybur explains why these kinds of situations can be difficult to deal with. “You want to solve them, but going about it the wrong way could cause damage to relationships on the work floor. I think that’s especially the case with someone who smells bad.”
According to Tybur, telling someone that they smell, might make them feel that they’re socially evaluated negatively by others in the workplace. “When we feel that others think we’re dirty or unclean, we’re likely to withdraw – to feel like others don’t respect us and that we don’t have allies in the workplace. And that can be pretty difficult.”
What could also happen is that the person who gets the message, might assume that there’s been gossip about them in the workplace. Tybur: “They can wonder who else thinks this, or if the person who told them they smelled bad, told five other people before and now everyone thinks they smell.”
So maybe we shouldn’t say anything, just like our reader did? Tybur refers to a paper comparing the effects of being avoided at work versus being harassed at work. The findings suggest people don’t experience harassment as negatively as they do being avoided. Tybur: “It’s not to say that harassment is good – it’s just that being excluded and avoided is especially bad. So someone who wants to be nice, might decide to avoid the person rather than bring up the odour. But that approach can also have negative effects.”
Empathetic communication
Tybur suggests an alternative to confronting or avoiding a smelly colleague: discuss the issue with a manager. He says this approach can have two positive effects relative to the colleague confronting the other colleague. Firstly, managers typically are trained in communicating empathically with their employees. “It’s part of their job to think strategically about conversations before they have them. The person who
‘It seems we’ve lost the ability to talk to each other about difficult topics’
Social psychologist Josh Tybur
We spend more time with our coworkers than with our families, so what to do when one of them smells bad?
‘Addressing someone in the wrong way can lead to difficult situations.’
wrote to you, might have really good intentions in mind. But if they’re not experienced with these types of difficult conversations, they could say something the wrong way and the message might be received differently than what was intended.”
A second reason to call in a manager could be because they are accustomed to having confidential conversations with their employees. According to Tybur, employees generally understand that conversations with a manager aren’t shared with other members of the team. “If the manager has this conversation in a safe space with the employee, there might be less of a perception that everyone on the team thinks that the colleague smells or that other team members are talking about it to each other. Of course, managers should have some experience with – and hopefully training on – conducting these types of delicate conversations.”
Sounds like a good idea, but what about the feeling the person in question has about everyone gossiping about them in the workplace? “If the person who wrote in is especially mindful about the thoughts and feelings of this other employee, they could also approach the manager and suggest strategies like ‘don’t tell the person that you heard it from me or someone else on the team’. The manager could then communicate it like it’s just coming from themselves and point it out in a nice way, just in case other people might notice it in the future.”
Practice social situations
According to HRM Director Renée-Andrée Koornstra, VU Amsterdam doesn’t have a protocol for these kinds of situations. However, the newly launched ‘Art of Engagement’ concept encourages transparency and clear communication between colleagues. Koornstra: “Somehow, it seems as if we lost the ability to simply talk to each other, with good intentions, about difficult topics. So we often just say nothing in order to prevent the conversation from getting out of hand. Because I also know that not everyone is equally tactful and capable of giving this ‘feedback’. Addressing someone in the wrong way can lead to difficult situations”, she agrees with Tybur.
For staff members and managers who want to practice social situations – like dealing with a smelly colleague – VU Amsterdam offers two in-house trainers.
But how would Koornstra herself deal with a smelly colleague? “In a personal conversation I would discreetly explore whether the person in question is aware of the unpleasant odour. I’ve done it that way before, based on how I myself would like to be approached if it happened to me. I would prefer that someone discusses this separately with me in a pleasant tone. Personally, I would find involving the supervisor very unpleasant. To think that my supervisor
would address this with me! But that is just me. It may be different for others, also depending on the context.”
Accepting flaws
Is there any behaviour we should avoid in similar situations? Tybur: “Well, let’s take middle school or elementary school as an example. The way that children often deal with abnormalities like smelling bad is that they gossip with everyone else. There might be five people who hold their nose and point at the other person. Of course that’s very damaging, and the goal there is actually to devalue and bully the other person. Doing something similar in the workplace might change your colleague’s behaviour. But there’s going to be a lot of costs associated with that approach.”
Another advice from Tybur is for the person who is bothered by the odour to figure out ways for them to deal with it themselves. “Try to keep in mind that life is not going to be perfect and there are going to be these types of annoyances. Think of strategies to not let this bother you so much. Sometimes, you just have to suck it up a little bit. Because as annoying as colleagues can be, it’s often upon us to accept them for their flaws. And hopefully they accept us for our own!”
‘Sometimes, you just have to suck it up a little bit’
Shakiba
Iran
Assistent interne geneeskunde
‘Via een voorbereidend jaar aan de VU ben ik ingestroomd in de studie geneeskunde. Zonder de hulp van het UAF was dat nooit zo snel gelukt.’
Kom in actie voor gevluchte studenten!
Wij zetten ons in voor de ontwikkeling van gevluchte studenten en professionals en hun integratie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Dat doen we al sinds 1948. We behartigen hun belangen, geven advies en bieden begeleiding en financiële steun. Onze kennis en ervaring delen we met onderwijsinstellingen, werkgevers en gemeenten.
Het UAF helpen kan op veel manieren. Organiseer bijvoorbeeld een sponsorloop met medestudenten of doneer samen met collega’s vakantiedagen. Met de opbrengst draag je bij aan kansen voor gevluchte studenten en professionals.
The university student council is the representative participation council of and for students of VU Amsterdam. The council concerns itself mainly with the quality and accessibility of education at VU Amsterdam and with the student policy of this university. The council consults with the executive board periodically.
Soul of the Griffin
More than a century ago, a group of seekers of knowledge came together on this piece of earth to sow the seeds for the birth of the Promised One in a progression of the freedom of knowledge and the development of humanity.
For what it’s worth, and for lack of better words, we have come to know this energy within the VU community as the Soul of the Griffin.
As close friends of the animal races, be it the dog or the lioness, a flying feline, a variation of the fenix, was particularly suited to captain the ship of the collective soul of this Dutch institute of knowledge seekers. She has been resting on the main frame for many years, as it did not take her long to take her place in the physical dimension of the university. And now that her cycle is complete, we can expect many more appearances. Do not look at those who have not understood that the Griffin is a humble gift from the Mother, called Mithra, and those people who are still being reminded by her of a part of themselves that they cannot bring into the Universal Community.
This is what I presented to the Universal Community on the 6th of June 2022 and as a University we celebrated our inauguration with the last New Moon of the year, we called it the 21/12 PLASMA LEAP.
This means that from now on knowledge seekers associated with VU Amsterdam will have the opportunity to be supported by the Soul of the Griffin in their studies of deep space or any other kind of exploration of energy dimensions. The only condition is that you do this in peace. And for no other purpose than the peaceful advancement of knowledge. In the coming time, I’m sure you will see many lights in the skies over mainland Europe, and especially around Amsterdam, as the celebrations will attract visitors from all over the space span.
Our request to the defence forces of the governments and armies of the nations is that they stop spending taxpayers’ money on childish assaults on these travellers of the universe who have come to pay their respects and join in the celebrations. Frankly, it’s becoming embarrassing.
My final request to you is that you sign the World Peace Treaty, sign it with your pen, but really sign it with your soul.
“We/I as citizen(s) of the Earth from this moment on accept to lay down all tools of aggression and war, we/I shall never think about getting involved or incite war or develop or use any tools of war on this planet or in space, and to this we/I all agree and swear with our/my Nation, territory, council, religion, city, town, body(-ies) and soul(s).”
Galib Gedik General councillor usr.galib.gedik@vu.nlWhat’s going on
A selection of the topics that the USR is currently considering or negotiating.
• Menstrual products. Free menstrual products will be provided by FCO in the near future.
• Sports discount. Study associations and Faculty Student Councils will be given up to an 80% discount at the sports center at VU Amsterdam.
• Education free week. We’ve been working on ensuring that Faculties follow the education free week programmes they’ve signed up to.
The only condition is that you do this in peace
Management trainee believes communities are fundamental
BY NICOLE SANTÉ PHOTO CYNTHIA VAN ELKWhy is it so important to form communities?
“I believe that the connection with others is the greatest motivation for people. You want to not only be connected to someone who inspires you but also feel understood by a certain group - that you are not alone, you can fall back on something. Without communities, climate fighters would give up much sooner for example. Communities create a sense of togetherness, security and connection. And feeling a part of something gives energy.
With the sustainability network at VU, I try to help people find each other so they can join forces more easily. At Young.VU we try to organise activities where you get to know other young employees because you have different conversations with your peers.”
How do you get people involved?
“By having personal conversations with them and by listening. People like to be heard. In addition, I think it works well to express appreciation.”
What is wrong with society in its present form and how can we make it better? “That’s a difficult question. There’s not necessarily more polarisation than in the past, but social media makes us much more aware of each other’s opinions. If we were to broadcast our opinions less and focus more on overlap and agreement - meeting in the middle - we would get further. I also think we lack the courage to make important decisions. You can never please everyone.”
Are you more top-down or bottom-up in your decisionmaking? “That depends on the subject. I think important decisions like ending ties with the fossil industry should be taken top-down: I’ll leave that to those who actually understand it. Bottom-up you can create much more support for issues that require change from all of us. If we all want a more sustainable university, that will happen automatically through the things we
propagate, do, feel and want. Creating that desire for sustainability can be approached much better from the bottom up.”
Which part of your job appeals to you the most and why? “I am responsible for the sustainability network at VU. One of its components is the Green Ambassador Programme, in which I set up sustainability teams at all services and faculties. I now come across many people who are intrinsically motivated to be more concerned with this topic in their work, which is great to see. Because this is a new role, I have a lot of freedom in shaping projects and I learn what works and what doesn’t.
My role at Young.VU is more voluntary: it mainly involves organising fun things with and for other young employees. I wanted to do something socially relevant and that’s what I’m doing in both roles. I especially enjoy being able to connect.”
Do you believe in the intrinsic goodness of people? “Yes, but I also believe that your experiences cause you to do bad things or see no other option than to do bad things. Listening to another goes beyond hearing what someone is saying. It is essential to understand why people act the way they do; questioning behaviour can help see that intrinsic goodness beneath the surface. Anger can also come from a place of good intentions. As a psychologist, I’m finding digging into behaviour and the ‘why’ all too fun and interesting.”
What does your ideal society look like? “A lot of happy people. When you work on your own happiness, you have room to give and to do something good for someone else. Social wellbeing is therefore extremely important and the basis for getting other things done. The world is what we make of it ourselves, but you need stable, happy people. The best investment is the investment in your own wellbeing. Undoubtedly, in the future we will have to compromise on what we have now. But if we don’t rely on external things for our happiness, that should not be a problem.”
As a VU Amsterdam trainee, Manon Swart is Sustainability Community Manager, programme manager of the Social Campus and board member of Young.VU. A community person in heart and soul who believes in the power of connection, listening and respect.
‘If we focus more on overlap and agreement, we would get further’
Manon Swart
28
September 2022 - now Sustainability
Community Manager, VU Amsterdam
September 2021 - now
Board Member Young.VU
September 2021 - now
Programme Manager Social Campus VU
September 2021 - now Management Trainee, VU Amsterdam
2019
Master Economic Psychology, Tilburg University
2014-2018
Bachelor Psychology, Tilburg University
Management traineeship
VU offers management traineeships of twentytwo months. Trainees work at a certain department or faculty for one year and then switch to another with the goal of improving VU Amsterdam’s business operations.
De nieuwe ondernemingsraad
Uiteindelijk toch verkiezingen
Van 13 tot en met 19 maart brachten medewerkers van de Vrije Universiteit hun stem uit voor de samenstelling van een nieuwe Ondernemingsraad (OR). Gelukkig waren er verkiezingen want in januari luidde OR voorzitter Henk Olijhoek in Ad Valvas nog de noodklok. Het was op dat moment erg moeilijk om kandidaten te vinden. Maar het lukte de drie vakbonden die deelnamen aan de verkiezingen uiteindelijk toch om lijsten met in totaal 42 kandidaten voor 25 plaatsen in de raad te presenteren.
Start in september
De raad gaat in de nieuwe samenstelling pas in september 2023 aan het werk. Tot nu gebeurde dat altijd op de eerste woensdag van april. Er is nu voor gekozen om te starten in september na de opening van het academisch jaar. Op die manier krijgen medewerkers die in de OR zijn gekozen de tijd om bij de eigen afdeling de werkzaamheden aan te passen aan de nieuwe situatie. Om een goede start te kunnen maken staat er voor de nieuwe OR een inwerkconferentie gepland.
Een bijkomend voordeel van starten in september is dat dit gelijk valt met het aantreden van de nieuwe Universitaire Studentenraad (USR) waarvoor jaarlijks verkiezingen worden gehouden. De leden van de Ondernemingsraad en de USR, vormen samen de zogeheten Gezamenlijke Vergadering (GV) die minimaal zesmaal per jaar bijeenkomt in een overlegvergadering met het College van Bestuur. De Gezamenlijke Vergadering heeft onder meer instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de VU begroting
Compensatie voor medezeggenschapswerk
Leden van de OR worden een dag per week gecompenseerd om naast de gewone werkzaamheden het medezeggenschapswerk te kunnen doen. Er zijn piekmomenten waarbij de medezeggenschap meer tijd vraagt dan een dag per week. Daar wordt over het algemeen pragmatisch mee omgegaan, OR leden zijn zeer betrokken bij het medezeggenschapswerk.
Ook ACTA stemt dit jaar voor OR van de VU
Nieuw was dit jaar dat ook alle medewerkers van ACTA (een samenwerkingsverband van de tandheelkunde faculteiten van VU en UvA) hun stem konden uitbrengen voor de OR van de VU, ook de medewerkers die een arbeidscontract hebben bij de Universiteit van Amsterdam. Tegelijkertijd is er bij ACTA een onderdeelcommissie (ODC) ingesteld, net zoals bij de alle andere faculteiten het geval is. ACTA is gevestigd is op het VU campusterrein in een VU gebouw en werkt met VU IT systemen. Tot nu toe kon het ACTA personeel daar op centraal VU niveau niets over zeggen. Met het instellen van een ODC bij ACTA wordt dit nu wel geborgd1
Opkomst kon beter
Op donderdag 23 maart is in een openbare bijeenkomst de uitslag bekend gemaakt. Van de ruim 6800 kiesgerechtigden maakte bijna een kwart van de kiezers (24,25%) de weg naar de digitale stembus. De OR is blij met elke stem maar dit kan natuurlijk beter, de medezeggenschap wil graag een afspiegeling zijn van alle medewerkers, een hoger opkomstpercentage blijft ook voor de toekomst het streven. Er hebben drie partijen meegedaan aan de
VUture
Een belangrijk onderwerp waar ook de nieuwe OR zich mee zal bezighouden is het verandertraject Vuture. Nog voor de zomer wil het College van Bestuur een richting bepalen die verder uitgewerkt gaat worden zodat in het najaar gestart kan worden met de implementatiefase. De huidige OR heeft een speciale werkgroep in het leven geroepen die op regelmatige basis spreekt met het beleidsteam van Bestuurszaken en met medewerkers van McKinsey die de opdracht hebben gekregen om dit traject te begeleiden. Voor de OR staat bovenaan dat ook de medewerkers die het werk doen gehoord en betrokken worden bij dit proces. Voor deze -mogelijk ingrijpende- verandering op de VU is een groot draagvlak essentieel.
verkiezingen. En er waren deze keer 25 zetels te verdelen. Daarvan gingen er 13 naar de FNV, 7 naar de AOB en 5 naar het CNV.
Meer wetenschappers in de raad
Opvallend is deze keer dat bijna de helft van de gekozenen, lid van het wetenschappelijk personeel is. Daarmee is het traditionele evenwicht WP-OBP hersteld.
Ondernemingsraad wordt tweetalig
Wat nieuw is de komende zittingsperiode, is dat een aantal leden een niet Nederlandstalige achtergrond heeft. De OR heeft -als onderdeel van de Gezamenlijke vergadering met de USR- al ervaring met vergaderingen waarin niet iedereen Nederlands spreekt, een aantal leden van de USR spreekt in die vergadering Engels. Bij de vergadering is verder standaard een tolk aanwezig die simultaan vertaalt.
Onderdeelcommissies
Zoals eerder gezegd heeft ook elke faculteit en elke ondersteunende dienst een personeelsvertegenwoordiging. De medezeggenschap op dat niveau wordt gevormd door een door de OR ingestelde Onderdeelcommissie (ODC). De grootte van de dienst of faculteit, bepaalt het aantal zetels van de ODC. Bij de meeste ODC’s zijn er evenveel kandidaten als plaatsen of minder. In dat geval worden er geen verkiezingen gehouden. Bij twee diensten vonden er dit jaar verkiezingen plaats. Verheugend was ook dat de opkomst bij de diensten Bestuurszaken (59%) en Student en Onderwijszaken (51%) goed is geweest. Dat laat zien dat wanneer er lokaal iets te kiezen valt en er campagne wordt gevoerd, dit leidt tot een hoger opkomstpercentage.
Alle uitslagen van de verkiezingen zijn na te lezen op de website van de VU. Daar is ook te lezen wie er als lid zijn benoemd in de ODC’s
Wanneer
waar geen verkiezingen zijn geweest. Bij de start in september zal er door de OR een nieuw dagelijks bestuur worden gekozen.
1 De ODC van ACTA zal worden gevormd uit de leden van de ondernemingsraad van ACTA. Deze OR maakt deel uit van de medezeggen schaps structuur van de UvA. Op deze wijze is inbedding in de medezeggenschap van VU én UvA geregeld.
Colofon
Commissie Communicatie OR Eric-Jan
Hartstra, Henk Olijhoek, Katinka Quintelier, Jeroen Rodenberg en Houkje Vlietstra
Tekst Eric-Jan Hartstra, Henk Olijhoek en Houkje Vlietstra Beeld Peter Valckx Vormgeving Haagsblauw
facebook.com/ondernemingsraad.vu
er lokaal iets te kiezen valt, leidt dit tot een hoger opkomstpercentage
War Pony
Rialto VU
Nieuwe Universiteitsgebouw De Boelelaan 1111
War Pony is vanaf donderdag 18 mei te zien.
Check www. rialtofilm.nl voor de speeltijden.
Intiem portret van het leven in het Pine Ridge
Reservaat rond de 23-jarige Bill en 12-jarige Matho, twee Oglala Lakota-jongens die elkaar niet kennen, maar wel veel gemeen hebben. Bill is vader, leeft van dag tot dag, maakt zich nergens druk om en ziet altijd kans om geld te verdienen. Matho kan niet wachten tot hij volwassen is. Als hij de meth-voorraad van zijn drugsdealende vader vindt, besluiten hij en zijn vrienden die zelf te gaan verhandelen.
Dit realistisch coming-of-agedrama is in nauwe samenwerking met de lokale gemeenschap tot stand gekomen. De film werd bekroond in Cannes.
Daniël Beltman, marketingLentekriebels
De dagen worden langer, de lucht wat blauwer en de temperatuur gaat langzaam omhoog. Dat betekent dat de buitensporten weer op gang komen. We hebben een breed aanbod.
Denk bijvoorbeeld aan een heerlijk actieve bootcamp, geschikt voor alle niveaus, in de omgeving van Uilenstede. Ook de wielrenliefhebber kan weer op het zadel, Skits biedt hiervoor fietscursussen voor beginners en gevorderden, of sluit je aan bij wielertrainer Kees de Vrij voor trainingen in Waterland. Niet alleen op het campusplein wachten de beachvolleybalvelden op jullie, ook op onze locatie Uilenstede. De hardlopers kunnen op dinsdag de benen weer strekken, deze trainingen zijn voor iedereen toegankelijk.
Check de tijden op https://sportcentrumvu.nl/ lesrooster.
Sportcentrum
VU
VU campus (OZW-gebouw) Boelelaan 1109 020-5983656
maandag - vrijdag: 12 – 20 uur
zaterdag - zondag: gesloten
Uilenstede Uilenstede 100 020-5985090
maandag - vrijdag: 08 - 23 uur
zaterdag - zondag: 10 - 18 uur
sportcentrumvu.nl
De kern van broederschap
VU Griffioen 20 Jaar Ashton Brothers (try-out)
Nieuwe Universiteitsgebouw
De Boelelaan 1111
Zondag 7 mei
Aanvang: 20 uur
Toegang:
Studenten
betalen 17 euro en VU-medewerkers 20,50.
griffioen.vu.nl/ voorstellingen
Na het immense succes van hun zomerspektakel Ashtonia en hun coronaproof Medicine Show zijn de Ashton Brothers terug met een jubileumshow waarin ze op zoek gaan naar de kern van hun broederschap. Het magische element dat ervoor zorgt dat ze al twintig jaar de zalen in binnen- en buitenland plat spelen.
Met hun rebelse, onverschrokken, hilarische en ongeëvenaarde stijl gaan ze dwars door de fysieke grenzen van het theater rechtstreeks naar je hart.
Hoe doen ze dat? Met allerlei sketches, lang en kort, vol muziek, cabaret, clownerie en slapstick.
Het belooft weer zo’n voorstelling te worden waar je continu op het puntje van je stoel zit.
Zaterdag is al bijna uitverkocht, dus wees er snel bij om deze unieke avond uit niet te missen.
Yoni van Hees, marketingcoördinatorSpaans in de Jordaan
SFEER Een traditioneel huiselijk tapasrestaurant. Bij binnenkomst word je meteen goed ontvangen en naar de tafel geleid. De inrichting is knus en de houten tafels met kaarsen maken het gezellig. ETEN De kaart bestaat uit enorm veel tapasgerechtjes, de keuze is dus reuze. Wij beginnen met gefrituurde aardappeltjes met pittige saus en gehaktballetjes in tomatensaus. De aardappeltjes zijn warm en krokant, de gehaktballetjes zijn erg lekker en zeker mijn favoriet van de avond. De behoorlijke porties worden geserveerd in mooie schaaltjes. Daarna kiezen wij voor gevulde aubergine en Spaanse quiche. Vooral de aubergine met feta en tomatensaus bevalt goed. Daarna eten we gegrilde kippenpootjes en garnalenkroketjes. Tot slot delen wij samen een bolletje huisgemaakte chocolademousse. Zo’n toetje mag je echt niet overslaan.
BEDIENING Geweldig. Snel, ontzettend aardig en grappig. Met Spaanse woorden en zinnen erbij wordt de sfeer alleen maar beter.
TIP Albondigas: gehaktballetjes in tomatensaus.
AANRADER Zeker. Vooral voor een gezellige avond met een vriend of vriendin, maar ook als date.
PRIJS Niet duur, we redden het makkelijk met 50 euro. Het verschilt wel per gerecht, vis is bijvoorbeeld duurder. Maar er zijn genoeg goedkope opties.
Myrthe de Vries, masterstudent klinische psychologie
Duende Dos
Nieuwe Willemsstraat 3 cafedos.nl
Wil je ook GRATIS ETEN, in ruil voor een restaurantrecensie?
Mail naar redactie. advalvas@vu.nl.
Zondigen mag?
In het VU-restaurant overbruggen we de drieënhalf uur tot het volgende college. Vanochtend kwam ik een halfuur te laat binnen en het teleurgestelde gezicht van de docent houdt me meer bezig dan ik zou willen. “Ah joh, trek het je niet zo aan.” Een medestudent kijkt op van haar laptop. “Er waren toch wel meer laatkomers? Je hoeft je echt niet schuldig te voelen.”
Twee meisjes onderbreken ons gesprek. Ze vertellen dat ze rond het middaguur een toespraak organiseren over zingeving. Wij zijn van harte welkom. O ja, en er zijn gratis broodjes. Vooral op dat laatste slaan we aan. Het bijwonen van een christelijke lezing is namelijk best een schappelijke prijs voor een lunch, zeker vergeleken met het restaurant.
Zo komt het dat we even later zitten te luisteren naar een predikant. Hij heet Johan Visser en wil het vandaag met ons hebben over zonden.
Zijn boodschap is dat we ons niet meer moeten schamen voor ons morele wangedrag. Wees blij dat je een zondaar bent! Accepteer je onvolmaaktheid en de vrijheid stroomt je tegemoet.
Mijn gratis broodje is op, dus ik kauw door op de woorden van de predikant. Zondigen is menselijk, daarover zijn we het eens. Anders dan bij dieren
gaat er bij ons iets knagen wanneer we niet het juiste doen. Het begaan van een zonde geeft ons een kwelling die we het liefst ergens diep in de onderbuik wegmoffelen. Dat morele schuldgevoel is volgens mij juist gezond. Onze natuurlijke afkeer van zondigen motiveert ons om onze levensstijl aan te passen ten gunste van het algemeen belang. Vegetarisch eten, minder vliegen, afval niet in de natuur laten slingeren; ethisch handelen houdt onze wereld leefbaar.
In de woorden van de predikant proef ik echter de hippe opvatting dat dit allemaal maar iets is voor ‘deugers’. Zonden worden tegenwoordig schouderophalend aanvaard, zodat we die heerlijke carpaccio of welverdiende vliegvakantie niet hoeven te laten schieten.
De predikant is klaar. Na het applaus is er ruimte voor vragen. Ik heb er wel een paar. Zou het kunnen dat er een essentieel verschil zit tussen het erkennen en het accepteren van je eigen onvolkomenheid? En dat die acceptatie een vrijbrief is om er maar niks aan te doen? En dat dit op termijn onze ondergang kan betekenen?
Maar ik krijg mijn vragen niet gesteld. Ons volgende college begint namelijk binnen een paar minuten en ik wil eigenlijk niet te laat komen.