COLUMN
Het beladen k-woord
E
en kaal, elfjarig meisje kijkt mij indringend aan vanaf een poster op een bushokje. Onderaan staat de tekst: ‘Kanker wil je nóóit horen.’ Schuldbewust loop ik er langs en denk na over mijn ochtend, aan het moment dat ik mijn vastlopende laptop – om het maar even quasipatserig als John de Mol te zeggen – verbaal alle hoeken van de kamer liet zien. Het was geen mooi gezicht. Onderweg naar huis denk ik na over mijn slechte gewoonte en het feit dat Nederland het enige land is waar mensen met zoveel namen van ziekten schelden.
Thijs Hoekstra masterstudent schrijven en vertalen
Dido Drachman illustrator en striptekenaar
36
Een scheldcultuur van een samenleving komt meestal voort uit het grootste taboe. Zo leerde ik van mijn oom in Spanje dat de meest gebruikte frase daar “Me cago en dios” is, die zo ongeveer neerkomt op: “Ik schijt op God.” Mediterrane landen zijn van oudsher erg katholiek, dus zo’n zin ligt dan gevoelig. Waarom is kanker dan het grootste taboe in Nederland? Omdat iedereen iemand kent die het heeft gehad? In mijn geval ken ik die iemand heel goed: ik heb op mijn veertiende een jaar lang met lymfeklierkanker op de kinderafdeling van het AMC gelegen. Toch vind ik dat enorme taboe op het k-woord in vergelijking met alle andere ziekten die Nederlanders in de mond nemen
overdreven. Het is vaak geen probleem als je je “de tyfus schrikt” of iets een “teringzooi” vindt, omdat die ziekten in het Westen al lang zijn uitgeroeid. Blijkbaar is het een stuk minder erg als er alleen nog maar duizenden mensen in derdewereldlanden aan doodgaan. Die ontmoeten we toch nooit. Thuis zoek ik de postercampagne van de bushalte op. Het is van de Bond tegen vloeken. Deze organisatie heeft de sisyfusachtige taak opgevat om Nederlanders te laten stoppen met schelden. Zogenaamd voor de kankerpatiënten, maar als je op hun website kijkt blijkt de christelijke organisatie vooral bezorgd te zijn om heiligschennis: ‘kanker wil je nóóit horen. Jezus is Álles, behalve een stopwoord. God is geen vloek, maar een zegen.’ Laten we hopen dat leden van de Bond tegen vloeken nooit naar Spanje op vakantie gaan. Onderaan hun websitepagina hebben ze een meldpunt, waar je mensen die vloeken kunt aangeven, zodat ze hun gedrag kunnen corrigeren. Deze organisatie wordt steeds gezelliger. Ik wil verder naar beneden scrollen, maar dan bevriest het scherm van mijn laptop voor de honderdste keer deze week en ik haal diep adem en… Maar ik houd me in.
NR 3 — 16 FEBRUARI 2022