MEDI A COVERAGE 2013 JAZZI SM
Reisreportage Manhattan aan de Maas: ooit sloeg hier het jazzvirus over van New York naar Nederland.
Wat de skyline betreft, is Rotterdam onze enige echte wereldstad. Maar Rotterdam heeft ook de naam dé jazzstad van Nederland te zijn. Is die reputatie terecht? Bestaat er een hedendaags vervolg op de rijke Rotterdamse jazzhistorie? Of draait alles alleen maar om North Sea? Jazzism trok naar ‘010’ en zocht de antwoorden op die vragen. Tekst: Leo Polak
Foto’s: Joost Leijen
Jazz in Rotterdam
Sterker door strijd
Veteraan Dick de Graaf vindt dat het nóg beter kan met de Rotterdamse jazz.
Jazz in het wild, op het Schouwburgplein, door het Broken Brass Ensemble.
Straatcultuur: flamencohiphop op het Noordplein.
Le Vagabond is overdag een buurtkroeg, maar ’s avonds de ‘hangplek’ van lokale jazzstudenten.
“De Rotterdamse jazz geschiedenis begint natuurlijk met de HollandAmerika Lijn en die verbinding met New York”
240 J U N I / J U L I 2 0 1 3
Wie dicht bij het vuur zit, heeft de mooiste verhalen. Frank Bolder, programmeur voor het North Sea Jazz Festival, vertelt: “Tijdens het festival rijden de chauf feurs van de artiesten het liefst door de Maastunnel. Daarom zeggen we altijd tegen ze: ga nou eens over de Erasmusbrug. Als de muzikanten Rotterdam eenmaal zo hebben gezien, hoor je: gaaf, die brug en die skyline!” Bolder is ook muziekprogrammeur van LantarenVenster. Het meest prominente jazz podium van Rotterdam zit in een gebouw dat New Orleans heet. Een fraaie symbolische band tussen de Amerikaanse havenstad waar de jazz ooit ont stond en de Nederlandse havenstad die de reputa tie heeft onze eigen jazzstad te zijn. Is dat laatste terecht? Of komt het vooral door het North Sea Jazz Festival, dat zich sinds 2006 in het Rotterdamse Ahoy-complex afspeelt? Een interes sante kwestie om uit te zoeken. En tevens een goed excuus om de nodige tijd in Rotterdam door te brengen. Niet bepaald een straf, anders dan veel Nederlanders merkwaardig genoeg blijven denken.
U itwe d strijd Maar laten we ons op de muziek richten. Hoe denkt bijvoorbeeld Dick de Graaf over het Rotterdamse jazzklimaat? Ondanks zijn Hilversumse roots is de veelzijdige saxofonist al decennia lang vergroeid met de stad. “Na wat in de Utrechtse scene gerommeld te hebben, ben ik hier in 1980 gaan studeren op het conservatorium, dat drie jaar daarvoor als eerste in Nederland met een afdeling lichte muziek was begonnen. Dat trok allerlei gasten aan die - net als ik - al jaren speelden en het verhaal achter die mu ziek ook wel wilden horen. We vormden meteen bandjes. In Amsterdam had je de Instant Composers Pool met Breuker, Mengelberg en Bennink, maar Rotterdam had toen ook een avant-gardebeweging. Die speelde zich af rond de Jazzbunker, een www.jazzism.nl
geweldig hok onder de Willemsbrug waar veel workshops werden gehouden.” De Graaf studeerde in 1985 af en werd in 1989, toen zijn leermeester Ferdinand Povel naar de hoofdstad vertrok, saxofoondocent aan het Rotterdamse conservatorium. Dat conservatorium is inmiddels onderdeel van de hogeschool voor de kunsten Codarts. De jazzafdeling valt niet meer weg te denken uit de Nederlandse muziekwereld. “We hebben weleens lijstjes gemaakt”, zegt De Graaf, “overal, in tv-programma’s en tijdschriften, ook natuurlijk live, zie je altijd wel een paar mensen die hier gestudeerd hebben.” Maar de workshops van weleer zijn verdwenen. “Dat vind ik jammer. Daar moet nodig eens iets aan gedaan worden. Wat ik ook ga doen trouwens.” En zo is er in Rotterdam op jazzgebied nog wel het een en ander dat wat De Graaf betreft beter kan. Daarover later meer. Eerst livemuziek. Op naar LantarenVenster, waar de Amsterdamse gitarist Reinier Baas in het kader van de Young VIPs Tour 2013 een uitwedstrijd speelt. Baas en zijn mannen doen waar ze goed in zijn: eigenwijze, maar nooit gewild moeilijke muziek maken. De volle zaal geeft zich meteen gewonnen.
R ot t erdam s m odel In het café van LantarenVenster spreken we Mijke Loeven. Samen met programmeur Frank van Berkel en marketingman Gilles de Sitter vormt Loeven de Stichting Jazz International Rotterdam, waarvan zij zichzelf de directeur mag noemen. Jazz International ontstond halverwege de jaren negentig. Loeven: “Er was op dat moment nauwelijks een jazzpodium in Rotterdam. Niet voor concertante jazz tenminste. Als je onder goede omstandigheden, dus met perfect licht en geluid en een garderobe, naar jazz wilde laten luisteren, kon dat eigenlijk nergens.” Op de JIR-website staat: ‘Jazz International heeft
Niet alles in Rotterdam is van ‘na de oorlog’.
geen eigen podium en ambieert dat ook niet.’ Loeven legt uit: “Dat geeft ons de mogelijkheid om door de stad te bewegen. Wij programmeren op bestaande locaties, bijvoorbeeld hier in LantarenVenster. Of in De Doelen. Maar we werken ook samen met een organisatie als Music Matters, de BUMA Jazzdag, BIRD, het Red Ear Festival en North Sea Round Town. We hebben goede banden met het North Sea Jazz Festival.” Het feit dat zoveel partijen de handen bereidwillig ineenslaan, is volgens Loeven kenmerkend voor de lokale jazzscene. “Dat heet in de wandelgangen ‘het Rotterdamse model’. Misschien komt het voort uit schaarste, maar ik denk dat we met z’n allen de muziek centraal stellen en steeds op zoek gaan naar publiek voor jazzconcerten. Het is niet vanzelfsprekend dat je dat krijgt; daar moet je hard voor werken.” Bolder schuift aan en beaamt onmiddellijk het bestaan van dat Rotterdamse model. “Ja, dat is wel heel bijzonder aan deze stad: dat je er samen voor gaat, in plaats van elkaar de vliegen af te vangen. Het is voorgekomen dat die jongens van BIRD zeiden: we hebben een te gekke band, maar hij is te groot voor ons. Nou, dat hebben we toen hier gedaan, in samenwerking met hen. En in oktober heb ik Gregory Porter in De Doelen geboekt, want die past hier niet meer in.”
De b r ug ov er Bolder werkt sinds 2009 bij LantarenVenster. Hij heeft dus de verhuizing meegemaakt, in 2010, van het legendarische, maar ondertussen volledig afgeleefde gebouw in de Gouvernestraat naar de huidige - van alle 21e-eeuwse gemakken voorziene locatie - op de Wilhelminapier. Met andere woor den: op de zuidelijke oever van de Nieuwe Maas. “Bij de eerste concerten die we hier hadden, maakte ik me een beetje druk: komen die mensen de brug wel over? Dat staat in Rotterdam bijna gelijk aan
Inmiddels ook al bijna klassieke architectuur: de kubuswoningen.
En zo is het maar net… De sleepboot Boulder, letterlijk een trekpaard van de Nederlandse economie.
“Door North
Gitarist Reinier Baas speelt een uitwedstrijd in LantarenVenster, met Joris Roelofs als vervanger voor zijn twee vaste blazers.
HOT SPOTS LantarenVenster In feite het Rotterdamse equivalent van het Amsterdamse Bimhuis. Ook nieuw, ook aan het water, ook een restaurant. Iets minder jazz dan in 020 (zo’n twee keer per week), maar wel een topbioscoop!
Sea Jazz kan Rotterdam
www.lantarenvenster.nl
in het
BIRD
buitenland
De jongste loot aan de Rotterdamse jazzboom.
verkocht worden als
Mijke Loeven (Jazz International Rotterdam): “We werken hier op een unieke manier samen.”
jazzstad, dat is belang rijk”
242 J U N I / J U L I 2 0 1 3
een reis naar het buitenland. Maar we merkten er eigenlijk geen bal van. Het eerste jaar hadden we meteen hartstikke goede bezoekcijfers.” Zoals gezegd is Bolder als programmeur eveneens betrokken bij North Sea. “De komst van het festival heeft natuurlijk veel betekend voor de jazz in deze stad. Daardoor kan Rotterdam in het buitenland ook verkocht worden als jazzstad. Dat is belangrijk geworden in de marketing van deze hele stad.” Ook zonder NSJF zou Bolder het in Rotterdam niet temin uitstekend naar zijn zin hebben. “Het is een leuke stad om in te programmeren. Je merkt wel dat er een mentaliteit heerst van: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Daar houd ik wel van. En de bezoekersaantallen van Amsterdam, dat voor alles veel meer publiek heeft, zul je elders in Neder land toch nooit halen, dus ook in Rotterdam niet. Maar ik vind het daarom wel een uitdaging om hier honderd concerten per jaar neer te zetten, met veel internationale acts, veel goede Nederlandse dingen en met een paar honderd bezoekers per concert.” Als Bolder vanuit zijn kantoor naar buiten kijkt, prijst hij zich extra gelukkig. “Ik zie dan die pier en denk: wow, wat een plek om te werken!” Daar komt nog bij dat even verderop Hotel New York zit, in het voormalige directiegebouw van de Holland-Amerika Lijn. “De Rotterdamse jazzgeschiedenis begint natuurlijk met de Holland-Amerika Lijn en die verbinding met New York. Al die jazzmuzikanten die op schepen werkten en van boord kwamen. Dat is de bakermat van de jazz in Rotterdam.” De Rotterdamse jazzhistoricus Hans Zirkzee schrijft: “Het Rotterdamse publiek verkeerde als gevolg van Rotterdams positie als internationale havenstad niet in een culturele achterstandsituatie. Veel Amerikaanse artiesten die in Engeland optraden, maakten de www.jazzism.nl
www.bird-rotterdam.nl De Doelen Bijna elke vrijdagavond een jazzconcert in de Eduard Flipse Zaal. Daarnaast is er ruimte voor grotere concerten, zoals op 4 juli van Keith Jarrett. En op 22 november speelt de Rotterdamse jazz veteraan Dick de Graaf met zijn Out Of The Blues-trio en de gecombineerde bigband van Codarts en het Koninklijk Conservatorium.
oversteek naar het vasteland van Europa en arriveerden meestal als eerste in de Maasstad.” Zirkzee doet dat op de website van de Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial, kortweg RJAM, die zich onder andere heeft ingespannen om plaatselijke grootheden als blazer Meijer Wery, drummer Dick Rijnooy, zangeres Mitsey Smeekens en toetsenist Rob Franken te laten voortleven. Het leidde ertoe dat in april van dit jaar op de Oude Binnenweg een aantal aan deze muzikanten gewijde portretten, gemaakt door onder anderen Joost Swarte, Martin Lodewijk en Jan Kruis, werd onthuld.
Nog meer Rotterdamse poëzie, ditmaal van J.H. Leopold, in de Witte de Withstraat.
www.dedoelen.nl Dizzy Dit bijkans legendarische etablissement maakte begin 2012 een doorstart. In de eerste maanden van dit jaar kwakkelde het er muzikaal gezien, maar ondertussen moet de programmering weer op de rit zijn. Sowieso doet Dizzy ditmaal opnieuw mee aan North Sea Round Town, de warming-up voor het NSJF.
St raat t aal De Oude Binnenweg was niet zomaar gekozen. Daar bevond zich vanaf 1934 de jazztent Mephisto. Het personeel achter de bar was zwart en ook de band op het podium, al bestond die meestal uit Surinamers die deden alsof ze Amerikanen waren. Mephisto, dat welbewust als ‘Negro Palace’ en het Rotterdamse equivalent van de New Yorkse zwarte wijk Harlem in de markt was gezet, brandde in 1938 af. Twee jaar later legde de Luftwaffe het centrum van Rotterdam in de as en maakte daarmee een eind aan de tientallen plekken, zoals het danspaleis Pschorr aan de Coolsingel, waar de Rotterdammers van uit de VS afkomstige dansmuziek genoten. Na decennia van wederopbouw kreeg het Rotterdamse jazzleven in 1977 een doorstart met de geboorte van jazzcafé Dizzy. Dick de Graaf: “Op dinsdagavond had je er bebop en hardbop. Toegan kelijke muziek, waar op orkaankracht doorheen ge luld werd. Als je daar stond te spelen, kwam het lawaai als een deken over je heen. Maar de volgen de dag had je meteen weer zin.” Alles aan Dizzy was tumultueus en in 2011 werd de
Meer dan een jazzpodium, want tevens café, restaurant en club. Muzikaal gezien kan het hier alle kanten op gaan: jazz, funk, elektronica en alles wat daartussen zit. Zowel tijdens het North Sea Jazz Festival als North Sea Round Town speelt BIRD een sleutelfunctie.
De Kop van Zuid, met rechts Hotel New York.
www.dizzy.nl Le Vagabond Door iedereen in Rotterdam natuurlijk gewoon De Vagebond genoemd. Staat bekend als hangplek voor lokale jazzstudenten. Op donderdagavond jamsessies.
www.levagabond.nl De Machinist Nieuw initiatief van Jack Rothuizen, voormalig directeur van Jazz International Rotterdam, in Delfshaven. Dat klinkt ver, maar het ligt net voorbij de Euromast. Elke zondagmiddag live-jazz.
www.demachinist.com
Sinds 2010 gevestigd in het gebouw New Orleans.
Jah Wobble (rechts) tijdens Motel Mozaïque in BIRD.
Niet voor niets heet het NSJF nu Port of Rotterdam North Sea Jazz Festival.
Twee BIRD-mannen: Vinod Singh en Philip Powel.
Voormalig Codartsstudente Stephanie Francke, in 2012 winnaar van de Erasmus Jazz Prijs. De grootste ‘woonboot’ van Nederland, het hotelschip ss Rotterdam.
Foto: Jan Hordijk
Het nieuwe Rotterdam, gezien vanaf de ruim vijftig jaar oude Euromast.
zaak failliet verklaard. David Crouwel, een door de wol geverfde Rotterdamse horeca-ondernemer, zag zijn kans schoon, liet de boel voor een aanzienlijk bedrag vertimmeren en heropende Dizzy in januari 2012. Maar tijdens onze recente verkenningstocht door de Rotterdam jazzscene leek iedereen erg bezorgd te zijn over het voortbestaan van het feno meen Dizzy. Crouwel begrijpt daar niets van: “Wat omzet betreft, hebben we vorig jaar heel leuk gedraaid. Het klopt dat we in februari en maart veel jamsessies hadden. Dat kwam doordat de program mering financieel gezien uit de hand liep. Maar ik wil niet tot het einde van het jaar jamsessies heb ben, want dan word je gewoon een muziekcafé. Ik vind het belangrijk dat we door kunnen gaan zoals we in 2012 begonnen zijn: zonder concessies te doen en zonder flutbandjes neer te zetten.” Duidelijke Rotterdamse taal. Straattaal. Want Mijke Loeven heeft ons al gezegd: “Je hebt hier een mix van stijlen. Hele goede jongens en meisjes die van het conservatorium komen, maar ook veel R&B en hiphop.” Daarmee zijn we aanbeland bij het etablis sement waarvan de naam nu al een paar keer geval len is: BIRD. Meer ‘street’ dan dit zul je het in het centrum van Rotterdam niet snel vinden. BIRD zit sinds 2011 onder een voormalig spoorwegviaduct bij het Hofplein. Grondlegger Philip Powel: “Je had in Rotterdam de instituten, zoals LantarenVenster, de Doelen en Dizzy. Maar ik zag dat er behoefte was aan een jazzclub die veel meer met de actualiteit bezig is. Inmiddels heb ik zelfs getwijfeld of we moeten vast houden aan dat jazzlabel. Eigenlijk zijn we een podium voor zwarte muziek. En jazz is daarin een uitgangspunt, want we maken ook uitstapjes naar funk, soul, hiphop en elektronica. Daarom noem ik BIRD liever een jazzclub nieuwe stijl.” Wat dat betekent, zagen we begin april, toen zich in
En wie zei dat Rotterdam ongezellig was?
Aanstormend jazztalent Niek de Bruijn voor het nogal eens stormachtige Dizzy.
244 J U N I / J U L I 2 0 1 3
www.jazzism.nl
Rotterdam het festival Motel Mozaïque afspeelde. “Jullie treffen het niet”, zei Vinod Singh, die de pr voor BIRD verzorgt en de website Jazz010 runt. Hij bedoelde: we hebben dit weekend Motel Mozaïqueacts en dus geen jazz. Maar dat viel erg mee. In BIRD speelde namelijk Jah Wobble. De man die ooit verwoestende baslijnen voor de post-punkband Public Image Limited neerlegde, deed dat nu met zijn Modern Jazz Ensemble. Een betere illustratie van wat de avonturiers achter BIRD voor ogen hebben, kunnen we ons eerlijk gezegd niet voorstellen.
Vol gend e st a p ? Ondertussen is BIRD misschien ook al een Rotterdams instituut geworden. “In BIRD speel je niet zomaar”, zegt Stephanie Francke. De jonge saxofoniste, die in maart 2012 de Erasmus Jazz Prijs won en drie maan den later met een dikke voldoende afstudeerde aan het Rotterdamse conservatorium, bracht dit voorjaar haar fraaie debuutalbum Florigen uit. In eigen beheer. Wat volgens docent Dick de Graaf kenmerkend is voor Francke: “Een interessante dame, met een enorme gedrevenheid.” Na aanvankelijk in Tilburg te hebben gestudeerd, belandde Francke in Rotterdam. “Op een gegeven moment wilde ik naar een grotere school waar meer gebeurt, waar meer docenten zitten. En in deze stad is natuurlijk gewoon meer aan de hand dan in Tilburg.” Ook zij plukte de vruchten van het Rotterdamse model. “Door de school heb ik echt heel goede mensen in Rotterdam leren kennen.” Al wil dat hele maal niet zeggen dat Francke altijd in Rotterdam zal blijven. “In de muziek verhuist iedereen uiteindelijk naar Amsterdam, krijg ik de indruk.” Ook Niek de Bruijn, die deel uitmaakt van Stephanie Franckes kwartet, dit jaar de Erasmus Jazz Prijs won én door artistiek leider Eric
Vloeimans werd uitgekozen als drummer voor de 2013-editie van het Nationaal Jeugd Jazz Orkest, lijkt niet voor eeuwig aan Rotterdam vast te zitten. Hij wil vooral vaak spelen en een hele goede drummer worden. Dat kan in Rotterdam, bijvoorbeeld in Le Vagabond, Hemingway of Café Labru. “Maar ik ben niet alleen in Rotterdam bezig. Ik speel zoveel mogelijk door het hele land. In Den Haag heb je bijvoorbeeld ook een hele leuke scene.” Wat ons terugbrengt bij ervarings deskundige Dick de Graaf. Na ruim dertig jaar in de Rotterdamse jazzwereld te hebben rondgestruind, moet hij concluderen: “Elke Nederlandse stad heeft een plek waar jazzmuzikanten bij elkaar komen. Dat is hier absoluut niet het geval. Af en toe loop je iemand bij toeval tegen het lijf. Daarom zou het mooi zijn als we nu eindelijk eens een Rotterdams jazzcentrum krijgen.” Wat niet is, kan nog komen. ‘Sterker door strijd’ luidt immers de wapenspreuk van de stad Rotterdam. Het talent en de organisatorische kracht lijken aanwezig om die volgende stap te zetten. Maar ook nu al hoeven jazzliefhebbers zich in Rotterdam dus absoluut niet te vervelen. Zelfs als er geen North Sea Jazz Festival is!
Info Deze reportage kwam tot stand met medewerking van Rotterdam Marketing, Hilton Rotterdam Hotel en het hotelschip ss Rotterdam. Ga voor meer informatie naar: www.rotterdam.info/bezoekers www.jazzinternationalrotterdam.nl www.jazz010.com
www.jaz z is m .nl
J U N I/J U L I 2 0 1 3 245