3 minute read
Jargon rond elektrische auto’s is een doolhof
from Fleet & Lease #7
De nieuwe Mercedes-Benz eSprinter : 475 kilometer van Stuttgart naar München en terug op slechts één acculading
De nieuwe Mercedes-Benz eSprinter beleeft begin februari 2023 zijn wereldpremière; de laatste testritten vinden momenteel plaats, meldt de fabrikant. Een preproductiemodel van de nieuwe Mercedes-Benz eSprinter heeft op 19 oktober 2022 een bijzondere testrit voltooid: op slechts één acculading en zonder bijladen reed de bestelwagen van het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart naar de luchthaven van München en weer terug. Dit komt overeen met een afstand van 475 kilometer, met een gemiddeld stroomverbruik van 21,9 kWh per 100 kilometer. En dat ondanks het feit dat de route uiterst veeleisend was qua energieverbruik door het grote aandeel snelwegen en het heuvelachtige landschap in de Zwabische Jura. De eSprinter komt op de markt met drie verschillende batterijgroottes. Voor de testrit werd een preproductiemodel met de grootste van de drie varianten geselecteerd.
Elektrische Citroën ë-C4 X is er vanaf 40 mille Jargon rond elektrische auto’s is een doolhof
Volgens het Franse merk is de Citroën ë-C4 X een alternatief voor conventionele hatchback- en SUVmodellen. Het moet het best uit beide werelden bieden. Deze vol-elektrische middenklasser komt op papier 360 kilometer ver en heeft nu een prijskaartje gekregen: vanaf 40.840 euro.
De ë-C4 X is voorzien van de nieuwste generatie infotainment, MyCitroën Drive Plus. Het biedt de klant een uitgebreid pakket aan connectiviteit en verbonden diensten. Vanaf de standaardversie is er een 10-inch touchscreen met Apple Carplay. En, zoals het een Citroen betaamt, wordt de auto uitgerust met de zogenaamde Citroën Progressive Hydraulic Cushions. Ook standaard zijn de drie rijmodi, het digitaal instrumentenpaneel, de 18 inch lichtmetalen velgen, het met leder bekleed stuurwiel en de automatische airconditioning met actief carbonfilter. De elektromotor is 100 kW (136 pk) sterk. Citroën produceert de nieuwe ë-C4 X uitsluitend in Europa, bij de Stellantis Villaverde-fabriek in Madrid, Spanje. EV-rijders zien het vermogen van elektrische auto’s liever aangeduid met ‘ouderwetse’ pk’s dan met kilowatts (kW). Dit omdat de oplaadsnelheid van elektrische auto’s óók wordt uitgedrukt in kW, en dat schept verwarring. De verwarring is toch al groot omdat fabrikanten verschillende waardes hanteren voor het aantal minuten aan een snellader én bruto en netto accucapaciteit door elkaar heen gebruiken.
Dit blijkt uit een enquête door EV Jaarboek. Met de opkomst van elektrische auto’s is een nieuw jargon ontstaan. Waar je ‘vroeger’ sprak over pk’s en liters brandstof, heb je het nu over kW, kWh en bruto/ netto accucapaciteit. In hun communicatie met de klanten gebruiken autofabrikanten die begrippen op verschillende manieren. Die begripsverwarring maakt het lastig om elektrische auto’s van verschillende fabrikanten met elkaar te vergelijken. Dan is er nog het percentage dat fabrikanten hanteren bij de opgegeven laadsnelheid. Die snelheid is bij een thuislader of een openbare laadpaal altijd gelijk. Maar bij snelladers neemt de oplaadsnelheid af naarmate de accu voller raakt, om de accu te beschermen. Het door de fabrikant opgegeven snellaadvermogen is altijd een piek. Automerken communiceren daarom additioneel een tijd van zeg twintig minuten om vanaf een SoC (State of Charge) van 0, 10 of 20 procent te laden tot aan 70, 80 of 100 procent.
Doordat fabrikanten en importeurs verschillende accu-percentages gebruiken voor de oplaadtijd in minuten, is het voor potentiële EV-rijders lastig om deze te vergelijken. 38 procent van de geënquêteerden geeft daarom de voorkeur aan één percentage van bijvoorbeeld 10 tot 80. Verder vindt 46 procent het nog steeds fijn als óók de maximale laadsnelheid gecommuniceerd wordt. Hoe snel je accu vol is, hangt uiteraard af van de capaciteit. Elke accu kent daarvoor een bruto en een netto aanduiding. Het verschil daartussen betreft een klein percentage dat je niet kunt meetellen voor de actieradius van de auto. Dit ‘bodempje’ blijft altijd aanwezig omdat een volledig lege accu de levensduur aanzienlijk zou beperken of dat je de accu helemaal niet meer kunt opladen. Wat je wél kunt opladen heet de netto-accucapaciteit, en díe bepaalt de actieradius. Autofabrikanten communiceren de bruto en netto accucapaciteit door elkaar, wat ook mag. Toch zou vier van de vijf (80%) geënquêteerden graag zien dat autofabrikanten alléén die netto capaciteit communiceren. De netto accucapaciteit bepaalt de actieradius én alleen dat gedeelte kun je opladen.
Joerie van Dam, een van de samenstellers van het EV Jaarboek, bij snellader