3 minute read
Twente Mobiel
from INN'twente #09
Corona legt onze mobiliteit onder vergrootglas
Maandag 16 maart zal voor velen een datum zijn die niet snel vergeten wordt. De intelligente lockdown was voor iedereen een noodgedwongen voet op de rem. Op het gebied van mobiliteit was dit ook letterlijk het geval. Een ongekende situatie volgens wethouder Johan Coes van de gemeente Wierden. ‘Van de ene op de andere dag was het ongekend stil op de wegen. Files waren er niet, omdat mensen massaal thuis moesten werken. Voor veel ondernemers had dit een enorme impact.’ Zijn collegawethouder Dennis Melenhorst van de gemeente Raalte herkent dit beeld. ‘Wat overkomt ons nu? Dat was vooral de eerste schrikreactie die we in het begin bij ondernemers zagen.’
Werkgeversaanpak Slimme en Duurzame Mobiliteit
In de regio’s Zwolle en Twente pakt de provincie Overijssel Slimme en Duurzame Mobiliteit op met het bedrijfsleven en de overheid. Samen creëren ze slimme en schone mobiliteitsoplossingen, om de regio aantrekkelijk en bereikbaar te houden. In Overijssel gebeurt dit vanuit de werkgeversaanpak Regio Zwolle Mobiel en Twente Mobiel. Wethouder Dennis Melenhorst van Raalte is voorzitter van de stuurgroep Regio Zwolle Mobiel en zijn collega wethouder Johan Coes van Wierden is voorzitter van de stuurgroep Twente Mobiel.
Corona Mobiliteitsprotocol
Om ondernemers en werkgevers in deze coronaperiode te adviseren en ondersteunen met hun mobiliteitsbeleid, heeft de provincie Overijssel samen met onder andere de werkgeversorganisaties het Corona Mobiliteitsprotocol ontwikkeld. Dit protocol biedt de werkgever handvatten om met verschillende concrete maatregelen hun mobiliteitsbeleid duurzamer en vitaler te maken.
Verscheidenheid
De coronacrisis heeft voor alle ondernemers en werkgevers ingrijpende gevolgen. Toch zien beide wethouders een grote verscheidenheid in die gevolgen bij ondernemers. Wethouder Melenhorst: ‘Er zijn veel bedrijven of bedrijfstakken die het heel zwaar hebben. Thuiswerken was bijvoorbeeld niet voor ieder bedrijf goed in te voeren. In Overijssel kennen we in verhouding tot andere regio’s veel productiebedrijven, waarbij het werk toch op locatie gedaan moet worden. Voor hen was dat dus een stuk lastiger.’ Wethouder Coes vult aan: ‘Veel bedrijven hebben een flinke klap gehad. Toch zie ik ook diverse bedrijfstakken waar tijdens de coronaperiode juist sprake was van een enorme drukte en omzetgroei. Die enorme verscheidenheid maakt het ook onmogelijk om in deze context te spreken over het bedrijfsleven in het algemeen.’
Ontvankelijk voor andere mobiliteit
Met de intelligente lockdown kwam de mobiliteit van medewerkers voor veel bedrijven onder een vergrootglas te liggen. Wethouder Melenhorst: ‘Toch stond in die eerste weken de mobiliteit voor de meeste bedrijven niet bovenaan hun prioriteitenlijstje. Dit kwam pas later, nadat eerst de aanvraag van diverse steunmaatregelen was geregeld. Hierin hebben we als gemeente ook zoveel mogelijk geprobeerd om bedrijven te ondersteunen. Daarna ontstond er pas ruimte om ook over mobiliteit na te denken.’ Wethouder Coes zag die verschuiving van aandacht ook heel duidelijk. ‘Het leek haast of bedrijven in een soort gedwongen bezinningstijd terechtkwamen.
Voor corona merkte je toch dat het nadenken over duurzamere manieren van mobiliteit minder tijd en aandacht kreeg. Nu zie en hoor ik dat bedrijven hier veel ontvankelijker voor zijn en ook concreet mee aan de slag willen. Vooral omdat ze de gezondheid en vitaliteit van hun medewerkers goed willen houden. Het Corona Mobiliteitsprotocol wordt door de meeste bedrijven heel positief ontvangen. Het biedt hun concrete handvatten om stappen te maken.‘
Goede basis
Zowel Melenhorst als Coes zijn het eens over het vervolg. ‘Dit is het moment om samen verder te gaan in het verduurzamen van onze mobiliteit. Met het mobiliteitsprotocol als ondersteuning, moeten we nu voortbouwen op de stevige basis die in de afgelopen maanden gelegd is. De middelen en instrumenten om dit te doen hebben we al. Het is vooral belangrijk dat we aan alle bedrijven, ook de kleinere, laten zien welke kansen er liggen om het mobiliteitsbeleid duurzamer te maken. En dat ze dit niet alleen hoeven te doen. De mobiliteitsmakelaars van de provincie kunnen hierin hulp bieden, met advies en mogelijk ook een subsidie. Eén ding is zeker, de effecten van deze coronacrisis zullen ook de komende jaren voelbaar blijven, ook op onze mobiliteit. Een duurzamere mobiliteitsaanpak kan, naast de blijvend noodzakelijke infrastructurele aanpassingen als bijvoorbeeld de verbreding van de N35, bijdragen aan een aantrekkelijke en bereikbare regio.’ \