7 minute read

Thema economie

Economie

Innovaties in crisistijd

‘Zie het als ongevraagd goedbedoeld advies’

Emmely Lefèvre

Break Out Team spoort Nederland aan tot verandering

Het begon met een tikfout in een tweet: in plaats van ‘outbreak team’ schreef hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans ‘Break Out Team’. Het berichtje op Twitter ontving vervolgens zo veel reacties, dat Rotmans besloot om samen met de Zwolse innovator Emmely Lefèvre (Ditis’Em) het Break Out Team op te richten. Leden van het team acteren op persoonlijke titel en inspireren Nederland tot een alternatief voor de COVID-19exitstrategie. Lefèvre vertelt:

‘We waren natuurlijk al actief met Zorgeloos, het initiatief om de zorg menselijker, eenvoudiger en goedkoper te maken. Want, als we zo doorgaan met de zorg, zijn we in 2030 failliet als Nederland. Nederland vergrijst en mensen worden steeds ouder. Er moet dus iets veranderen. Zorgeloos heeft tot een maatschappelijke discussie geleid die de zorgverzekeraars op scherp heeft gesteld. Zij zijn nu begonnen met onderzoek naar mogelijkheden om de omslag te maken van behandeling naar preventie. En toen kwam corona. De mensen in de zorg waren plotseling helden. Ineens werd zichtbaar dat we afhankelijk zijn van de mensen in de zorg en van het aantal ic-bedden. Álles was ineens afhankelijk van de zorg. Nederland stond op zijn kop. Toen besloten we het Break Out Team op te zetten. Onze beweging is niet activistisch, niet tegen het kabinet en niet tegen Rutte. Onze ideeën zijn puur inspirerend bedoeld, om dingen in ander perspectief te plaatsen. De teamleden variëren van creatieven tot wetenschappers. Allemaal doen we dit onbezoldigd.

Wij zien de periode waarin we nu zitten als hét moment voor transitie. De weeffouten van het Nederlandse systeem worden nu zichtbaar, omdat ze in deze crisis meer zeer doen. Symptomen van die weeffouten zijn sociaaleconomische ongelijkheid, machtsconcentraties van grootbedrijven, onderbezetting in de zorg, lerarentekorten en te weinig inclusie in de samenleving. Laten we deze crisis zien als dé tijd voor verandering. Het Outbreak Management Team (OMT) was nodig om slim in lockdown te gaan. Dat hebben we als land nodig gehad om de gezondheidscrisis snel te beheersen. Maar in de periode die daarop volgt, de exitstrategie en alles wat daarna komt, moeten we vooruitkijken. De virologen in het OMT zijn opgeleid om risicomijdend te denken. Terwijl we deze periode ook kunnen aangrijpen voor verandering. En dat is juist een kans. Dit is immers niet het laatste virus dat de wereld in zijn greep zal houden; er komen opnieuw wereldrampen. Laten we dus niet wachten tot alles weer tot rust is gekomen, laten we nu alvast de grote economische en maatschappelijke vraagstukken oppakken.

We hebben veel bijval gekregen. Van maar liefst 1.000 mensen die zich ook bij het Break Out Team wilden voegen en van de media. We hebben een opiniestuk gepubliceerd in Trouw en mede als gevolg daarvan richten we nu meerdere kleinschalige Break Out Teams in het land op. Zo ontstaat een stem vanuit de samenleving. Daar komt een opinie uit voort die breed wordt gedeeld, met Nederland, met het RIVM en met het kabinet. Zie het als ongevraagd goed bedoeld advies.’ >

Online congres, compleet met chatrooms

Easyfairs organiseert al ruim twintig jaar wereldwijd vakbeurzen. Tijdens de intelligente lockdown was dat ineens anders; de ene na de andere beurs werd afgelast. Als marktleider zijnde, bedacht de in Hardenberg gevestigde Nederlandse afdeling van Easyfairs een online alternatief.

‘We hebben drie evenementenhallen, in Hardenberg, Gorinchem en Venray. Onze beurzen organiseren we hoofdzakelijk onder eigen dak, maar we gebruiken ook andere locaties, zoals RAI Amsterdam en Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch. Ook huisvesten we partijen die zelf een congres of iets dergelijks organiseren. Denk aan bijeenkomsten van de overheid, hondententoonstellingen, autoverzamelingen en bijeenkomsten voor vrijwilligers van stichtingen. Kortom, we zijn voortdurend druk bezet. We organiseren jaarlijks zo’n zestig beurzen.

Toen corona ons overviel, hebben we in eerste instantie - heel naïef – alle events 1 à 2 maanden verschoven. Toen duidelijk werd dat het niet zomaar zou overwaaien, hebben we een definitieve planning gemaakt. Dat betekende ook dat we een aantal vakbeurzen dit jaar niet meer organiseren. Want veel beurzen hebben een bepaalde datum. Een landbouwbeurs verzet je niet naar een moment tijdens de oogst. En verwarmingsmonteurs komen niet graag wanneer net het winterseizoen begint. Daarom hebben we besloten om in ieder geval veel contact te houden met bedrijven uit de branches die dit jaar niet tijdens een beurs samenkomen.

Een manier om dat te doen, is met virtuele vakbeurzen. In Gorinchem hebben we studio’s ingericht, waar presentaties worden gegeven door professionals en toonaangevende sprekers. Ons eigen beursteam praat alles aan elkaar. Vergelijk het met de Redroom van televisieprogramma The Voice. Vanuit die ‘room’, waar onze mensen de bezoeker ontvangen, kunnen bezoekers navigeren naar verschillende congresruimtes. Ter plekke kunnen zij ook chatten met andere bezoekers. De exposanten hebben een virtuele portal, waarin ze zichzelf presenteren. We hebben bij zo’n virtueel event tot nu toe 1.500 tot 2.000 bezoekers, die gemiddeld 2 uur blijven. Bezoekers voeren in de chat meer dan 1.000 een-opeengesprekken. Bij een ‘normale’ beurs gaan we richting de 10.000 bezoekers. Voor ons bedrijf was het mooi om na weken in lockdown te zitten, weer samen aan een doel te werken. Het gaf inspiratie en energie.

Overigens kon slechts een klein deel van ons team hiermee aan de slag. We werken in Nederland met 250 tot 300 mensen. Bij zo’n online event heeft slechts 10 tot 15 mensen een rol.

De kosten voor het organiseren van online events komen voor onze rekening. Voor zowel exposanten als bezoekers was het dus gratis. We willen hier eerst mee experimenteren, voordat we het aanbieden als product.

Als blijkt dat hier vraag naar blijft, doen we het vaker. Maar we weten eigenlijk al zeker dat écht contact de hoofdmoot blijft.’ >

‘We willen eerst experimenteren’

Inspectie-app als oplossing voor horeca

‘Heb je last van hoestklachten in de afgelopen 24 uur?’ ‘Last van neusverkoudheid?’ ‘Last van koorts?’ Het zijn de eerste drie vragen op het lijstje van acht dat horecaondernemers hun gasten volgens de RIVMrichtlijnen moeten voorleggen voordat zij hen mogen binnenlaten. Die vragen kunnen nu handig, snel en anoniem worden afgewerkt via de app van het Zwolse bedrijf Checkbuster. De app bestond al en blijkt in coronatijd ook toepasbaar voor welkomstchecks in openbare gelegenheden zoals cafés, restaurants, sportscholen en sauna’s. Aan het woord is Joop de Haan, verantwoordelijk voor sales bij Checkbuster.

‘We ontwikkelden vijf jaar geleden een inspectie- en veiligheidsapp. We hebben klanten in meer dan zestig landen; de app geeft handvatten om in allerlei situaties, ongeacht sector, land of cultuur, eenvoudig en snel inspecties en veiligheidscontroles uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan controles op het gebied van voedselveiligheid. De innovatie zit ‘m in het feit dat die checks dankzij de app niet meer op papier hoeven te worden gedaan en dus ook niet daarna hoeven te worden uitgewerkt tot een inspectierapport; de inspecteur klikt antwoorden aan en vult data in en daar rolt vervolgens vanzelf een rapport uit. Handige extra functie: als de inspecteur iets ziet dat niet in orde is, kan ‘ie direct een taak aanmaken. Bijvoorbeeld voor de installateur die de koeling repareert als blijkt dat het voedsel te warm staat.

Het idee om de app tijdelijk gratis beschikbaar te maken voor alle openbare gelegenheden van Nederland ontstond toen de horeca na de intelligente lockdown de deuren weer mocht openen, met de voorwaarde dat iedere bezoeker werd gecheckt. Zo’n check is een flinke klus voor het personeel; alle gasten moeten acht vragen beantwoorden. Bovendien, mensen die een avondje uit zijn, vinden het natuurlijk niet leuk om bij iedere gelegenheid die vragen te krijgen.

Wij bedachten een oplossing: de ondernemer downloadt via Veiliguiteten. nl gratis een poster met een QR-code. Die hangen ze zo op, dat gasten de QR-code makkelijk kunnen scannen met hun mobiel. Na het scannen verschijnen de acht vragen in beeld. Die beantwoordt iedere gast en vervolgens verschijnt een groen of een rood scherm. Die laat de gast zien bij binnenkomst.

De gast hoeft geen gegevens achter te laten. We scoren dus honderd punten voor privacy, om het zo maar te zeggen. Wie wel zijn gegevens achterlaat, is de ondernemer. Die vult zijn mailadres in om de poster met QR-code te ontvangen. Via dat mailadres ontvangt hij of zij vervolgens mailings over hoe ‘ie de app nog meer kan gebruiken in zijn organisatie. Bijvoorbeeld voor inspecties op het gebied van voedselveiligheid. Via die mailings hebben we al nieuwe klanten gekregen.’ \

‘Het idee ontstond toen de horeca weer open mocht’

Joop de Haan

This article is from: