Boekenkrant augustus 2012

Page 1

zomer boekfragmenten De vrouw die naar Kashgar fietste

5 >>>

pag

adve rte n ti e

www.kewlox.nl

pag

Villa Triste

13 >>>

b o e k e n k r a n t v o o r n e d e r l a n d e n v l a a n d e r e n • G r a t i s • j a a r g a n g 6 • n u m m e r 7 • a u g u s t u s 2 0 1 2 • w w w. b o e k e n k r a n t. c o m

Luchtmeisjes

pagina 11

inhoud Jodi Picoult Een goede moeder Markus Zusak Als honden huilen Kevin Wilson Graven naar het hart van de aarde Suzanne Joinson De vrouw die naar Kashgar fietste

pagina 3

pagina 3

pagina 5

pagina 5

William Landay De verdediging van Jacob

pagina 7

Adriaan Bos Advocaat van de waarheid pagina 7

Tim van der Veer Runner’s high

pagina 9

Div. auteurs Kasteel Groeneveld, Buitenplaats voor stad en land

pagina 9

Show, don’t tell. Voor deze keer gaan we niet tussen boek en lezer staan. We gunnen de boeken alle ruimte, de pennen van de recensenten en interviewers blijven even dichtgeschroefd. Een kleine selectie: Cameron kijkt in Als honden huilen op tegen zijn broer, die elke week een andere scharrel mee naar huis neemt. Tot hij zijn meest recente meisje, Octavia, dumpt. Ze is te lief voor zijn broer, vindt Cameron, en eindelijk krijgt hij zijn kans.

In Villa Triste zien zusjes Caterina en Isabella, tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog, zich geconfronteerd met moeilijke beslissingen. Veertig jaar later komt de oorlog opnieuw tot leven wanneer een man is vermoord – destijds populair bij verzetsleden. Kasteel Groeneveld, Buitenplaats voor stad en land duikt, naar aanleiding van de verbouwing van Kasteel Groeneveld, in het verleden. Schrijvers en kunstenaars zijn er kind aan huis. Hoe beïnvloedden zij het leven van alledag op

het kasteel? Runner’s high probeert woorden te vinden voor de verslaving die hardlopen heet. Iets eenvoudigs als de Coopertest blijkt al aanleiding te kunnen zijn voor een levenslange aandrang om hard en ver te lopen. Wij zwijgen nog even. In september barst de najaarsstorm weer los. De boekenzomer duurt nog ruim een maand. Roel Weerheijm hoofdredacteur

Jan Kelley Path of the Patriots. A Tourist Guide to Paris During the French Revolution

pagina 11

Ingrid van der Chijs Luchtmeisjes. Verzet en collaboratie van twee stewardessen

pagina 11

Lucretia Grindle Villa Triste

pagina 13

a dv e rt e nt i es

Geef je op voor de Boekenkrant nieuwsbrief

Kijk voor meer informatie op www.kasteelgroeneveld.nl

via www.boekenkrant.com

1


a dv e rt e nt i e

Leestips voor de zomer!

J 10,-

‘Deze sprankelende roman laat je lachen en huilen tegelijk.’ – JAN

‘Dit boek mag je niet missen! Op een prachtige manier worden heden en verleden met elkaar verbonden.’ – LINDA

GRATIS

IN DE BOEKHANDEL

‘Een mooi, realistisch debuut over spijt, gemiste kansen en vergeving.’ – esta

‘Hoffman overtuigt met een ongeremde verbeeldingskracht.’ – de Volkskrant

www.leescluborlando.nl 2

Orlando Smaakmaker, boordevol leesfragmenten en kortingsbonnen


augustus

2012 •

w w w. b o e k e n k r a n t. c o m

internationale literatuur

EEN GOEDE MOEDER Jodi Picoult, Een goede moeder, Uitgeverij The House of Books, ISBN 978 90 443 3374 9 (€ 18,95)

Zoe probeert al jaren zwanger te worden. Net als het lijkt te lukken, verlaat haar man Max haar. Zoe stort zich op haar werk als muziektherapeut en krijgt een relatie met Vanessa Shaw. Ze willen kinderen, met de ingevroren embryo’s van Zoe en Max. Maar ze hebben zíjn toestemming nodig om zijn kind op te voeden… Op een heldere, zonnige dag in september zag ik mijn vader dood neervallen. Ik was zeven jaar. Ik zat op het stenen muurtje langs onze oprit met mijn lievelingspop te spelen, terwijl hij het gazon maaide. Het ene moment duwde hij nog de grasmaaier, en het volgende lag hij met zijn gezicht voorover in het gras. De grasmaaier reed in slow motion de flauwe helling van onze achtertuin af. Eerst dacht ik dat hij in slaap gevallen was of dat hij een spelletje deed. Maar toen ik naast hem neerhurkte op het grasveld, waren zijn ogen nog open. Er zaten plukjes vochtig, vers gemaaid gras tegen zijn voorhoofd geplakt. Ik herinner me niet meer dat ik mijn moeder ging roepen, maar dat moet ik wel gedaan hebben. Als ik terugdenk aan die dag, is het in

slow motion. De grasmaaier, die uit eigen beweging voorthobbelt. Het pak melk dat mijn moeder vasthield toen ze naar buiten kwam rennen, en dat op de geasfalteerde oprit viel. De klank van haar stem toen ze ons adres in de telefoonhoorn schreeuwde, zodat de ambulance kon komen. Mijn moeder reed met de ambulance mee naar het ziekenhuis en liet mij achter bij onze bejaarde buurvrouw. Die was best aardig, al rook haar zitbank naar pis. De buurvrouw bood me chocoladepepermuntjes aan die zo oud waren dat de chocolade bij de randjes wit uitgeslagen was. Toen haar telefoon rinkelde, drentelde ik de achtertuin in. Ik kroop onder een rij heggenstruiken en woelde in de zachte laag rottende bladeren. Ik begroef mijn pop erin en liep weg.

Mijn moeder heeft de verdwijning van mijn pop nooit opgemerkt. Maar eigenlijk leek het ook nauwelijks tot haar door te dringen dat mijn vader er niet meer was. Ze liet geen traan. Tijdens de begrafenis van mijn vader stond ze kaarsrecht en roerloos bij zijn graf. Wekenlang zaten we ’s avonds stilletjes samen aan de keukentafel. Af en toe zette ik nog steeds een bord neer voor mijn vader. Langzaam aten we ons door de enorme voorraad gehaktschotels en ovengerechten van macaroni met kaas en worstjes heen, die collega’s van mijn vader en mensen uit onze straat ons waren komen brengen. Ze hoopten vast dat ze met voedsel hun gebrek aan troostende woorden konden goedmaken. Want als een sterke, gezonde man van tweeënveertig sterft aan een acuut hartinfarct, lijkt het verdriet van de rouwende

familie opeens besmettelijk. Je kunt er maar beter niet te dichtbij komen, anders word je misschien aangestoken door hun vreselijke, botte pech. Zes maanden na de dood van mijn vader was mijn moeder nog altijd even stoïcijns. Ze haalde zijn kostuums en overhemden uit hun gezamenlijke kledingkast en bracht ze naar een kringloopwinkel. Ze haalde bij de slijterij op de hoek lege dozen, waar ze mijn vaders pijp in deed, zijn muntenverzameling en de biografie die hij aan het lezen was, tot op de avond voor hij stierf. Het boek had al die tijd nog op zijn nachtkastje gelegen. Alleen de collectie videobanden van Abbott en Costello liet ze staan, een beetje vreemd, omdat ze altijd tegen mijn vader had gezegd dat ze niet begreep wat er zo komisch was aan dat duo.

ALS HONDEN HUILEN Markus Zusak, Als honden huilen, Uitgeverij The House of Books, ISBN 978 90 443 3504 0 (€ 15,00)

Cameron Wolfe woont nog thuis. Hij kijkt op tegen zijn broer, die elke week een nieuwe vriendin lijkt te hebben. Als Octavia haar intrede doet in huize Wolfe, begrijpt Cameron niet hoe zijn broer zo’n lief meisje heeft kunnen inpalmen. Maar als Ruben haar dumpt, krijgt Cameron zijn kans… Het idee van de bierijsjes kwam van Rube’s vriendinnetje, niet van mij. Laat dat duidelijk zijn. Alleen was ik degene die erbij inschoot. Kijk, ik ging ervan uit dat ik ooit wel volwassen zou worden, maar zover was het gewoon nog niet. Punt uit. Om heel eerlijk te zijn, wist ik niet of er ooit wél een moment zou komen waarop Cameron Wolfe (dat ben ik) zijn leven op orde zou krijgen. Ik had wel eens een glimp opgevangen van een andere ik. Het was een andere ik, want tijdens die kortstondige momenten dacht ik daadwerkelijk dat ik wel eens een winnaar zou kunnen worden. De realiteit, daarentegen, was een beetje pijnlijk. Die realiteit confronteerde mij op keiharde, brute wijze met mezelf. Winnen zou bij mij nooit vanzelf gaan. Er zou voor

gevochten moeten worden, in alle uithoeken van mijn gedachten. In zekere zin moest ik hard op zoek naar momenten waarop ik wel oké was. Ik betastte mezelf. Soms. Oké. Oké. Best vaak. (Er is me verteld dat je dit soort ontboezemingen niet te snel moet doen omdat mensen er wel eens aanstoot aan zouden kunnen nemen. Tja, het enige wat ik daarop te zeggen heb is: waarom niet in godsnaam? Waarom de waarheid niet vertellen? Waar doen we het verdomme anders allemaal voor? Nou?) Maar ik wilde zo graag een keer door een meisje betast worden. Een meisje dat me niet zou zien als die geile, onzekere, glimlachende maar toch chagrijnige, laffe hond die indruk op haar probeerde

te maken. Haar vingers. Ik stelde me altijd voor hoe zacht die waren wanneer ze over mijn borstkas naar mijn buik gleden. Ze zou haar nagels in mijn benen zetten, precies zo dat het lekker aanvoelde en me kippenvel bezorgde. Ik stelde me het voortdurend voor, maar weigerde te geloven dat het alleen een kwestie van lust was. De reden dat ik dit zeg, is dat de handen van het meisje aan het eind van mijn dagdromen altijd uitkwamen bij mijn hart. Elke keer weer. Ik zei tegen mezelf dat dát de plek was waar ik betast wilde worden. We hadden natuurlijk ook seks. Waren naakt. In alle hoeken van de kamer en van mijn gedachten. Maar wanneer het voorbij was, verlangde ik naar haar fluisterende stem en naar iemand in mijn armen. Dat

had in mijn geval weinig met de realiteit te maken. Ik zat vast in fantasieën en ploeterde rond in mijn eigen hoofd met het gevoel dat ik me maar wat graag zou willen verliezen in een vrouw. God, wat wilde ik dat graag. Ik wilde me verliezen in een vrouw en in het gevoel en gezwijmel van de liefde die ik haar te geven had. Ik wilde verpletterd worden door de intensiteit van haar hartslag. Dat was wat ik wilde. Dat was hoe ik wilde zijn. En toch. Was ik niet zo. Ik moest het doen met hier en daar een blik, en mijn eigen vervlogen hoop en dromen. De bierijsjes. O ja. Ik wist dat ik iets vergat.

3


a dv e rt e nt i e

4


augustus

2012 •

w w w. b o e k e n k r a n t. c o m

internationale literatuur

Graven naar het hart van de aarde Kevin Wilson, Graven naar het hart van de aarde, Uitgeverij De Harmonie, ISBN 978 90 761 6834 0 (€ 17,50)

Kevin Wilsons verhalen zijn onweerstaanbaar grappig en doen denken aan het werk van David Sedaris. Graven naar het hart van de aarde werd bekroond met een Shirley Jackson Award voor de beste verhalenbundel. Dit is de baby en jawel, dat zijn de tanden. Die zijn niet belangrijk. Denk er verder niet aan. Het is niets bijzonders, een baby met tanden. Meestal gaat het om één tandje, één perfect gevormde tand in het kindermondje en deze baby heeft een volledig gebit. Maar goed, het is al eerder gebeurd. Het gebeurt nú, het zal vast nog wel eens vaker gebeuren. Jezus, stel je niet zo aan! Alsof het zo vreselijk is. Het zijn maar tanden. Dus vergeet het, want het doet er niet toe: de baby, de tanden, de rafelig gekauwde fopspenen. Dit verhaal gaat niet eens over de baby maar over zijn vader. Die heeft een affaire met de dirigente van het meisjeskoor op de school waar hij biologieles geeft. Dit verhaal draait om wellust, schuldgevoelens, bedrog – alles waar verhalen meestal om draaien. Het menselijk tekort, open en bloot. Maar toch, die baby. Een paar weken na de geboorte, als je op kraamvisite bent, stap je een pas inge-

richte, geelgetinte kinderkamer vol mobielen binnen. Je kirt tegen dit nieuwe wezen, deze welgevormde constructie van genen. En dan lacht de baby zijn tanden bloot en... gil je. De vader, die een affaire heeft met een beeldschone, roodharige vrouw die zingt als een vogel, praat je doodkalm bij over de tanden. Hij herhaalt wat hij van de artsen heeft gehoord en heeft gelezen in brochures over zeldzame geboorteafwijkingen. Zijn vrouw weet niet van de verhouding, maar wel dat haar man dingen voor haar verborgen houdt. Het wordt haar allemaal te veel en ze moet even de kamer uit. Je voelt je vreselijk, maar waarom hebben ze dit niet eerder gezegd? Even een kleine waarschuwing: als de baby lacht, schrik je misschien. De ouders hebben wel andere zaken

aan hun hoofd. De vader: een tien jaar jongere vrouw die haar nagels in zijn rug boort als hij haar neerdrukt op een tafel in de repetitieruimte. De moeder: zere tepels van het borstvoeden, kleine tandafdrukjes die ooit door haar man werden gemaakt, maar nu niet meer. Het zijn geen wereldschokkende zaken, maar toch zorgen ze er soms voor dat je andere aspecten van je leven uit het oog

zelfvoldaan. Door zijn toedoen zingt een vrouw en dat kan al het gejeremieer ter wereld niet verhullen. Hij vertelt dat ze een gespleten huig heeft en dat alleen de gedachte daaraan hem al wild maakt als ze hem afzuigt. Je voelt een zekere weerzin tegen de nonchalante, dierlijke manier waarop hij zich geil laat maken door de genetische afwijkingen van anderen. En dat terwijl boven een baby in bed ligt, een baby met tanden.

verliest. Later die avond, als de moeder de tandjes van haar baby flost en hem in bad doet, zit jij in de keuken met de vader. Jullie drinken bier terwijl hij vertelt over de koordirigente en de onvoorstelbaar hoge noten die ze haalt als ze klaarkomt. Hij beweert dat hij gebukt gaat onder schuldgevoel, vooral nu ze een kersverse baby hebben, maar in werkelijkheid is hij heel

DE VROUW DIE NAAR KASHGAR FIETSTE Suzanne Joinson, De vrouw die naar Kashgar fietste, Uitgeverij The House of Books, ISBN 978 90 443 3527 9 (€ 18,95)

In 1923 reizen de zussen Lizzie en Eva naar Kashgar. Onderweg helpen zij bij een bevalling, worden van toverij beschuldigd en gevangengenomen. In het huidige Londen hoort de eenzame, jonge Frieda dat ze de erfgename is van een pas overleden vrouw van wie ze nog nooit heeft gehoord. Het spoor wijst naar Kashgar. Kashgar, Oost-Turkestan, 1 mei 1923 Helaas moet ik opschrijven dat ik in onze huidige, hachelijke situatie helemaal niets heb aan Bicycling for Ladies met alle tips, die zijn gerangschikt onder DE KUNST VAN HET FIETSEN – ADVIEZEN VOOR BEGINNERS – KLEDING – ONDERHOUD VAN DE FIETS – DE TECHNIEK – TRAINING – OEFENINGEN, etc., etc. Het beste kan ik maar met de botjes beginnen. Ze waren geblakerd in de zon, gebleekt, als kleine fluiten, en ik riep naar onze voerman dat hij moest stoppen. Het was aan het begin van de avond; omdat we zo graag onze bestemming wilden bereiken, hadden we, op z’n Engels, op het heetst van de dag gereisd. Het waren vogelbotjes, op een hoopje voor een tamarisk-

boom, en ik neem aan dat ik mijn lot had kunnen aflezen aan de manier waarop ze in het zand lagen, als ik had geweten hoe je dat moest doen. En op dat moment hoorde ik een schreeuw, een gruwelijk geluid van achter een groep dode populieren. Wat een desolate vlakte was deze woestijn. Ik klom van de kar, keek of ik Millicent en mijn zus, Elizabeth, achter ons zag, maar beiden waren nergens te bekennen. Millicent reist liever te paard dan per kar, omdat ze dan gemakkelijker kan stoppen om een Hatamen-sigaret te roken. Vijf uur lang waren we door een stoffig bekken afgedaald, het laagste gedeelte. Hier en daar rezen tamarisken op uit hopen aarde en zand die waren voortgeblazen en zich rondom de wortels hadden verzameld; en toen zagen we die dode

populieren. Om elkaar heen gedraaide stammetjes van saksaulstruiken met hun grijze bast groeiden in bosjes tussen de boomstronken. En achter die vegetatie zat een meisje op haar knieën, voorovergebogen. Ze maakte een zeer vreemd geluid, bijna als het balken van een ezel. Onze voerman, die absoluut geen haast had, voegde zich bij me en samen keken we naar het meisje; hij kauwend op zijn houtje – arrogant en uit de hoogte zoals al dat soort mannen – en zwijgend. Toen keek ze naar ons op. Ze was een jaar of tien, elf oud en had een buik als een rijpe Hamimeloen. De voerman staarde alleen maar naar haar en voordat ik iets kon zeggen, viel het meisje voorover, met haar gezicht tegen de grond en met haar mond open alsof ze het stof wilde opeten. Ze vervolgde haar verontrustende

gekerm. Achter me hoorde ik het hoefgeklepper van Millicents paard op het pad met de losse stenen. ‘Ze staat op het punt een kind te baren,’ zei ik, omdat ik dat vermoedde. Millicent, de toegewezen leidster van onze groep en vertegenwoordigster van de Missieorde van het Vastberaden Gelaat – onze begunstiger – deed er een eeuw over om uit het zadel te komen, stijf als ze was geworden van het urenlange rijden. Insecten zoemden om ons heen, door de afnemende hitte tevoorschijn gelokt. Ik keek naar Millicent. Niets viel hier in de woestijn zo uit de toon als zij, zoals ze onelegant afsteeg, met haar prominente neus in de lucht en de ring met de grote robijn, die een schril contrast vormde met de rest van haar mannelijke kledij. ‘Zo jong, nog maar een kind.’

5


a dv e rt e nt i e

6


augustus

2012 •

spanning

w w w. b o e k e n k r a n t. c o m

DE VERDEDIGING VAN JACOB William Landay, De verdediging van Jacob, Uitgeverij The House of Books, ISBN 978 90 443 3501 9 (€ 18,95)

Andy Barber is al meer dan twintig jaar hulpofficier van justitie en leidt een gelukkig leven met zijn vrouw Laurie en hun zoon Jacob. Maar hun rimpelloze leventje wordt opgeschud door een steekpartij. Tot Andy’s verbijstering wordt zijn veertienjarige zoon verdacht van de moord. Andy doet alles om zijn zoon te beschermen, maar wanneer er belastende feiten boven water komen, zijn huwelijk uiteen dreigt te vallen en het proces in een stroomversnelling raakt, staat Andy voor een duivels dilemma… In april 2008 dagvaardde Neal Logiudice me dan toch eindelijk om voor de onderzoeksjury te verschijnen. Maar toen was het inmiddels te laat. In elk geval te laat voor zijn zaak, maar ook te laat voor Logiudice zelf. Zijn reputatie was toen al onherstelbaar beschadigd en daarmee zijn carrière. Een openbaar aanklager kan nog wel een poosje voortstrompelen met een beschadigde reputatie, maar zijn collega’s zullen hem als hongerige wolven in de gaten houden en uiteindelijk zal hij verstoten worden, in het belang van de roedel. Dat heb ik al zo vaak zien gebeuren: een plaatsvervangend officier van

justitie is vandaag onvervangbaar en morgen vergeten. Ik heb altijd een zwak gehad voor Neal Logiudice (uitgesproken als Le-dzjóé-dis). Hij was twaalf jaar geleden aangesteld op het kantoor van de hoofdofficier van justitie, zo van de universiteit. Hij was toen negenentwintig jaar oud, klein en kalend en met een beginnend buikje. Hij had vooruitstekende tanden waardoor hij moeite had om zijn mond dicht te houden, als een koffer die te vol zit, met als gevolg dat zijn gezicht vanwege zijn samengeknepen lippen altijd een knorrige uitdrukking had. Vroeger waarschuwde ik hem dat hij zo’n gezicht niet tegenover een jury moest trekken – niemand vindt het leuk om een standje te krijgen – maar hij deed het onwillekeurig. Dan stond hij hoofdschuddend voor de jurytribune,

zijn lippen getuit als een priester of een schooljuffrouw, met als gevolg dat ieder jurylid op voorhand de neiging kreeg tegen hem te stemmen. Op kantoor was Logiudice een beetje een gladjanus en een slijmerd. Hij werd veel geplaagd. Niet alleen door de andere officieren van justitie, maar door iedereen, zelfs door mensen die alleen maar zijdelings met het kantoor te maken hadden, politiemensen, griffiers, secretaresses, mensen die gewoonlijk niet zo openlijk blijk gaven van hun minachting voor een aanklager. Ze noemden hem Milhouse, naar een sullig figuur uit The Simpsons en verdraaiden zijn naam op allerlei manieren: LeFoolish, LeDoefus, Sid Vicious, JoDouchis en ga zo maar door. Maar ik mocht Logiudice wel. Hij was alleen maar naïef. Met de beste bedoelingen en zonder er ook maar één

minuut minder om te slapen, maakte hij het leven van anderen kapot. Hij had het per slot van rekening alleen maar op de slechteriken voorzien. Dat is de drogreden van de openbaar aanklager – het zijn slechteriken omdat ik ze vervolg – en omdat Logiudice niet de eerste was die daar intrapte, vergaf ik hem zijn eigengerechtigheid. Zijn eigenaardigheden zoals die onuitspreekbare naam en zijn rare tanden – die bij zijn collega’s op kosten van papa en mama met een dure beugel rechtgezet zouden zijn – en zelfs zijn openlijke ambitie waren voor mij juist reden om hem te steunen. Ik zag iets in de man. De manier waarop hij onder al die afwijzing overeind bleef, hoe hij het allemaal telkens weer pikte, gaf hem een bepaalde vastberadenheid. Hij kwam duidelijk uit een arbeidersmilieu en was vastbesloten geweest ervoor te zorgen dat hij datgene kreeg wat veel anderen zomaar in de schoot geworpen hadden gekregen. Wat dat betrof, maar dan ook uitsluitend op dát punt, was hij volgens mij net als ik.

Advocaat van de waarheid Adriaan Bos, Advocaat van de waarheid, uitgeverij Juwelenschip, ISBN 978 90 215 517 08 (€ 24,95)

Een thriller over liefde en vriendschap, over integriteit en het volgen van de innerlijke stem van waarheid, ook als dat tegen allerlei belangen ingaat. Op het maatschappelijke plan gaat het over de verholen ontwikkeling waarin een rechtsstaat over kan gaan in een kille, vooral door economische motieven gedreven controlestaat. Tijdens de pauze viel zijn oog op een aantrekkelijke vrouw met een wit T-shirt, een donkerroze linnen broek met een rand bloemen onderaan de pijpen en rode suède schoenen. Ze zat met een glas wijn in de hand op een muurtje en keek peinzend naar een groep luidruchtig pratende Italianen. Haar ogen glommen, maar op de een of ander manier had ze iets droevigs over zich. Toen hij haar een tijdje had gadegeslagen draaide ze zich plotseling naar hem toe, eerst met een onderzoekende blik, toen met een glimlach. Hij liep in een impuls op haar af, stelde zich voor en ging naast haar zitten. Ze vertelde al snel dat ze vier maanden eerder haar baan had opgezegd en haar huis in Parijs voor een jaar had verhuurd. Nu trok ze rond, alleen, vooral in

Toscane en Umbrië. Ze leefde van dag tot dag. Na de pauze zat ze naast hem terwijl zich aan de horizon boven de bergen een streep aftekende, overgaand van dieporanje naar grijs, als voorbode van de nacht. Na afloop van de opera vonden ze een trattoria, daar vervolgde Juliëtte haar verhaal. Haar vader was woedend, eerst haar oudste broer die zijn baan had opgezegd en in het niets was verdwenen, en nu zij. Was dat de dank voor zijn opvoeding, voor zijn inspanningen om zijn kinderen een goede carrière te bezorgen? Haar moeder was vooral verdrietig, ze waren toch een heel harmonieus gezin, wat had ze verkeerd gedaan? Haar vrienden verklaarden haar voor gek, hielden het op een burn-out. Vanaf haar 24e was ze fiscaliste geweest, ze was vennoot geworden bij een groot

internationaal opererend kantoor. Ja, hij kende het kantoor waar ze gewerkt had. Zij kende zijn oude kantoor ook. Ze was de hele wereld over gevlogen om grote bedrijven te adviseren bij ingewikkelde transacties met fiscale constructies, vaak zes dagen per week. Haar huwelijk was er aan onderdoor gegaan. Dat herkende hij. Nee, kinderen had ze niet, die pasten niet in haar carrière. Ze huilde geluidloos toen ze hem vertelde hoe ze, tijdens een tot diep in de nacht durende bespreking, in Boston op een marmeren trap was uitgegleden en een halve verdieping naar beneden was gevallen. Ze had ondermeer haar kaak gebroken, vier ribben gekneusd en een zware hersenschudding opgelopen. Daarna was ze maanden uit de run-

ning geweest. Het had haar laten zien waar ze mee bezig was, wat ze met haar leven deed, of eigenlijk wat ze er niet mee deed. Daarna had ze nog ruim een jaar gewerkt, maar zonder enige passie, achtervolgd door het groeiende besef dat ze ermee wilde stoppen. Het had haar de nodige tijd en veel strijd gekost om die stap te zetten. Nu ze de knoop had doorgehakt, voelde ze zich bevrijd. En soms ook helemaal niet, dan raakte ze in paniek. Ze was net 38 geworden, wist alles van fiscale constructies. Iets anders kon ze niet. Nu leerde ze om te zwerven, om niet te weten waar ze volgende week zou zijn, wat ze zou gaan doen.

7


a dv e rt e nt i e

8


augustus

2012 •

non-fictie

w w w. b o e k e n k r a n t. c o m

RUNNER’S HIGH Tim van der Veer, Runner’s high, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 8500 2 (€ 18,95)

Tim van der Veer liep vijftien marathons en tientallen wedstrijden en staat nog steeds niet stil. Als rode draad door Runner’s high loopt zijn verblijf in de Himalaya en de vriendschap die hij sluit met twee buitengewoon sterke maar onervaren Nepalese hardlopers. Samen bedwingen ze de uitlopers van de Annapurna en trainen ze voor een wedstrijd. Op een zaterdagmorgen in 1976 mocht ik op voetbal. Dat betekent alles voor een jongen van zeven. In onze oranje lelijke eend reed mijn moeder me van groeikern Spijkenisse naar Hekelingen, een boerengehucht dat bestond uit een kerk, drie straten, veertig huizen en een voetbalvereniging: v.v. Hekelingen. In een beschimmeld hok vol gillende jongetjes en snauwende ouders, die de jongetjes probeerden om te kleden, praatte mijn moeder met de coach. Er was een wedstrijd, ik mocht meteen meedoen. Of ik het tenue bij me had. Toen viel er een stilte. Langzaam wendde mijn moeder haar gezicht naar me toe: geen tenue, we hadden geen tenue! Ik begon te huilen. De coach, type ‘kappen met grienen’, wachtte niet af en scharrelde

snel wat bij elkaar. Dezelfde shirts als Ajax, stelde ik snikkend vast. Mijn moeder hees me in het geleende pakje, depte de tranen van mijn wangen en ik liep het veld op. Het reusachtige veld. Vanaf dat moment werd Hekelingen het centrum van mijn universum. Na een paar jaar voetballen onder de rook van Rotterdam in een Ajax-shirtje, waren mijn tranen stevig vergrendeld. Ik was laatste man en aanvoerder, een stofzuiger met een grote bek en een lange trap. Toen ik tien was, werd er een trainingsdag georganiseerd waar alle ouders bij konden zijn. Een belangrijk onderdeel van de dag was de coopertest: binnen 12 minuten een zo groot mogelijke afstand hardlopen. Met de afgelegde afstand kan het algemene conditiepeil worden bepaald. De test is ontworpen door Kenneth H. Cooper,

een arts bij de Amerikaanse luchtmacht die in de jaren zestig Amerikaanse astronauten begeleidde. Als ik dat had geweten, was de coopertest misschien niet in mijn geheugen blijven steken als een sadistisch middel van sacherijnige gymleraren. De coach floot en we spurtten weg. Na een paar maal om het voetbalveld was ik het overzicht volledig kwijt. Ik had een paar dikke kinderen op een ronde gezet maar kon niet uitmaken wie op kop lag en wat mijn positie was. Het kon me niet schelen hoe hard of hoe ver ik liep, maar een jongen van tien zoekt voortdurend naar zijn plek, zijn positie in de hiërarchie. Niet eens om de beste, de eerste of de sterkste te zijn, maar voor de duidelijkheid. Een duidelijke positie betekent mentale rust, ook tijdens een coopertest. Met tegenzin rende ik door. Langs de kant zag ik mijn

moeder wild zwaaien, mijn coach brulde iets in mijn richting. Het was warm en de noppen van mijn Quick-voetbalschoenen leken bij elke stap steviger in het gras te haken. Steeds meer kinderen haalde ik in maar de chaos en ergernis werden groter. Plotseling ging iedereen in het gras liggen. Verbaasd liep ik door. Mijn moeder kwam op me af: ‘Wat liep je mooi, Tiffie. Je zweefde helemaal.’ Langzaam drong tot me door dat de coopertest voorbij was. Toen rende de coach over het gras naar ons toe. Zijn snor trilde bij elke landing. ‘Je hebt gewonnen.’

KASTEEL GROENEVELD, BUITENPLAATS VOOR STAD EN LAND Div. auteurs, Kasteel Groeneveld, Buitenplaats voor stad en land, Uitgeverij Thoth, ISBN 978 90 686 8596 1 (€ 24,95)

De verbouwing van Kasteel Groeneveld was aanleiding tot een zoektocht in de tijd. Het verleden van Kasteel Groeneveld komt tot leven in vijf essays. De auteurs doen een aantal verrassende ontdekkingen. Zoals die van Barbara Joustra over Karel Appel en de schilderkunst in de Grote Zaal. “Ik schilder als een barbaar in een barbaarse wereld” roept Karel Appel. Zijn doek van ruim twee bij drie meter wankelt op de schildersezel, terwijl hij smijt met verf. Hij spuit het zo uit de tube, of mengt met grote kwasten en plamuurmessen kleuren en vormen dik op het linnen. Deze beelden werden legendarisch. Het was de al even rebelse journalist en documentairemaker Jan Vrijman die er voor koos de schilder Karel Appel in 1961 zo vast te leggen. Zijn film De werkelijkheid van Karel Appel ontstond dankzij de gastvrijheid van de familie Colson op Groeneveld. Want Vrijman had een grote ruimte nodig om de beweeglijke Appel te kunnen vastleggen. Als tijdelijk atelier koos Appel op de bel-etage de Grote Zaal, toen nog aangeduid als Wapenzaal:

diverse wanden waren volgehangen met antieke wapens. Hoewel juist deze ruimte onderdeel uitmaakte van de persoonlijke vertrekken van de Colson, schikten die zich zonder morren in de aangrenzende ruimte, de voormalige Eetkamer. Ze vonden alles prima. Zelfs toen Vrijman voorstelde de wanden van de Wapenzaal helemaal zwart te maken, zodat de schilderende Appel goed op de film kwam zonder afleidende achtergrondbeelden.

New York, Parijs en Kopenhagen als vernieuwend schilder werd erkend, bleven zijn werken en uitspraken in eigen land op grote weerstand stuiten. Zo verging het ook de film van Vrijman. Internationaal viel de film in de prijzen, maar in Nederland werd hij lange tijd verguisd. De kunstbeleving stond hier nog niet open voor dit werk. Hoe kon een schilder die zo ruw te werk ging, zichzelf een goede kunstenaar noemen? Zijn werken vond men maar kinderlijk en primitief.

De Colsons en hun kring waren in de jaren ‘50 en ‘60 ruimdenkend en ontvankelijk voor nieuwe ideeën en kunstvormen. Zij vormden in Nederland een uitzondering. Terwijl Appel vanaf de periode na de Tweede Wereldoorlog in

Bijna 200 jaar voordat Appel zich de Grote Zaal als tijdelijk atelier toe eigende, lieten de toenmalige bewoners in diezelfde zaal op de wanden zogenaamde geschilderde behangsels aanbrengen, een heel ander genre dan de “barbaarse” wer-

ken van Karel Appel. Behalve de raamwand werd het vertrek rondom voorzien van levensgrote arcadische landschappen, waardoor het lijkt alsof men zich in een fantasiewereld begeeft. Een geïdealiseerd landschap dat Italiaans aandoet met heuvels, waterpartijen, decoratieve gebouwen en ruïnes is “gestoffeerd” met figuren van verschillende standen: boerinnen en herders rusten met hun dieren, terwijl een adellijke dame en heer te paard stil houden voor het oversteken van een rivier. Ter weerszijden van de dubbele deuren naar de Eetkamer (de zogenaamd porte brisée) zijn een dame en een heer geportretteerd. De interieurschilder Hieronymus Lapis signeerde dit werk in 1766 precies op de plaats waarin een verborgen deur naar de aangrenzende Muziekkamer in het behangsel is opgenomen. Deze behangsels hadden de tand des tijds bijna niet doorstaan – ten tijde van de Colsonperiode had men er al geen weet meer van, omdat ze onder verschillende lagen behang uit het zicht waren geraakt. Pas 15 jaar na de film van Vrijman kwamen ze tijdens de restauratie weer aan het licht.

9


a dv e rt e nt i es

Heerlijk houten huis te huur in de Ardennen. De Boekenkrant biedt haar lezers in samenwerking met boekhandel Roelants een rustieke vrijstaande landhuisje aan in de Belgische Ardennen. Het ligt in het dorpje Daverdisse. Hier is de laatste 40 jaar weinig veranderd. Ideaal voor een verblijf vol ontspanning of inspanning. De huisbibliotheek staat garant voor wekenlang leesplezier.

Een weekend (vrij-ma) of een midweek (4 nachten) kost 250,– en een week 350,–. Kijk voor meer informatie op www.roelants.nl

GRNVLD

Societeit Literair 16 september Meldt u aan voor de GRNVLD Sociëteit Literair op zondag 16 september 2012.

Cineast/schrijver Peter Delpeut, dichter/docent schrijven Gerard Beentjes e.a. delen en bediscussiëren hun kijk op het Goede Leven. Van 14 uur tot 15 uur in de Muziekzaal. Geniet van 11 uur tot 17 uur van het goede leven op het Groeneveld Festival, toegang gratis. Geef je op via redactie@boekenkrant.com. Kijk voor meer informatie op www.boekenkrant.com en www.kasteelgroeneveld.nl

10


augustus

2012 •

non-fictie

w w w. b o e k e n k r a n t. c o m

PATH OF THE PATRIOTS Jan Kelley, Path of the Patriots. A Tourist Guide to Paris During the French Revolution, Kemper Conseil, ISBN 978 90 765 4250 8 ( € 24,95)

Path of the Patriots, een Engelstalige uitgave, bestaat uit twee delen en omvat tien wandelingen door het Parijs van de Revolutie. Path of the Patriots biedt een unieke ervaring van Parijs tijdens een van de meest dramatische periodes uit haar geschiedenis. De val van de Bastille staat symbool voor die dramatiek. The Storming of the Bastille ‘Paris,Wednesday 15 July 1789. My dear friend, how can I describe the bloody scenes that have taken place since the dismissal of M. Necker. Please excuse the disorder of my letter; it reflects the state of my mind. Blood is flowing, cannons roar, the alarm bell sounds everywhere, and rage is in every heart. On Sunday evening, the city was full of people drunk and furious, running through the streets in a frenzy, breaking into shops and arming themselves with anything they could get their hands on. They pressed everyone they met to join them. The Prince de Lambesc, Colonel of the Royal German Guard, arrived at the Place Louis XV [now Place de la Concorde] where there was an immense crowd of

people, some simply out walking, some waiting for news from Versailles. The Prince charged in at full gallop, lashing out with his sabre in all directions, slaughtering women, children and old men. Then they came into the Boulevard de la Chaussée d’Antin, with the intention of preventing any action by the people of the faubourgs Saint- Antoine and Saint-Honoré, when along came a detachment of French Grenadier Guards, intent on annihilating the Royal Germans. Ten German Guards were killed, and the rest took flight, killing about thirty more citizens as they retreated.’ ‘In fear of seeing Paris burned and pillaged by the rabble, people assembled everywhere, according to their electoral districts, alarm bells sounded in

every quarter. Fifty thousand people registered in their districts; I was in the district of the Filles Saint-Thomas, where there were twelve hundred of us. On Monday a mob of people set fire to Saint-Lazare, where they discovered an astonishing amount of grain and flour. They also liberated the prisoners in the Hôtel de la Force. Carriages were prevented from leaving Paris, and some of them were pillaged. The Duc de Châtelet, leaving for Versailles, was taking the ferry at Invalides. Someone recognized him and tried to throw him out of the boat. Three Grenadiers stopped him from falling into the Seine, and the duke begged on his knees for mercy. The people were going to drown him, but he saved himself by declaring that he and his Regiment supported the Third Estate.’

‘A hundred thousand men broke into the armoury of the Invalides, where forty thousand guns were distributed to everyone. M. Desombreuil had the good sense to surrender immediately. They took half the cannons to the Place de Grève and the other half to the PalaisRoyal. Then they set off for the Bastille. At 2 a.m. about two hundred men arrived and asked the Governor, M de Launay, to open the gates; he raised the drawbridge and massacred the two hundred unfortunates. The rage of the people knew no more limits. At 3 a.m. they rushed back to the Hôtel-de-Ville to fetch three cannons, and took them to the Bastille. Then commenced the siege that lasted two hours. People jumped into the moat of the Bastille, the sturdiest of them climbed up on each other’s shoulders, and a dozen of the most vigorous, armed with hatchets, broke down the door. This operation took three-quarters of an hour. Two thousand people entered, and soon a white handkerchief announced that the Bastille was ours.’ (…) (Rossel, André)

Luchtmeisjes Ingrid van der Chijs, Luchtmeisjes. Verzet en collaboratie van twee stewardessen, Nijgh & Van Ditmar, ISBN 978 90 388 9434 8 (€ 19,95)

Hilda Bongertman en Trix Terwindt zijn twee daadkrachtige, mooie meisjes die midden jaren dertig door de KLM worden opgeleid. De Tweede Wereldoorlog breekt uit. Hilda maakt carrière binnen de NSB, Trix gaat in het verzet en raakt als spion betrokken bij het Englandspiel. Dat beide levens niet simpelweg het predicaat ‘goed’ of ‘fout’ verdienen, blijkt uit de zeer opvallende keuzes die Trix en Hilda ná de oorlog maken. In dichte mist begon de Lijster, zoals de Douglas DC-2 heette, in de ochtend van 9 december 1936 vanaf het Londense vliegveld Croydon aan de terugvlucht naar Schiphol. Op één na waren alle veertien stoelen bezet. Hilda Bongertman nam snel de klamme wollen jassen van de passagiers aan en legde die in de netten boven de stoelen, zodat ze konden drogen. Het was benauwd in de cabine. De raampjes besloegen al snel. Niet zo erg, dacht Hilda, zo zagen de passagiers ook niet dat het weer steeds slechter werd. Ze maakte een laatste ronde langs de stoelen. Op de eerste rij ging een pasgetrouwd paar uit Polen zo in elkaar op, dat ze haar niet opmerkten. Daarachter

zaten een Duitser en een Spanjaard. De laatste klaagde in gebrekkig Engels over het weer. Hilda wist dat het meneer Juan de la Cierva y Codorníu was, de uitvinder van de autogyro, een vliegtuig met een motorloze rotor. Al in 1923 was hij erin geslaagd zo’n toestel met bestuurder de lucht in te krijgen. Het had in alle kranten gestaan. Onder de passagiers was nog een beroemdheid: admiraal Arvid Lindman, voormalig premier van Zweden en leider van de conservatieve partij. Eén passagier stond niet op de namenlijst die ze, zoals gebruikelijk, voor vertrek had gekregen. Een Nederlander, die volgens zijn ticket A. van Donkelaar heette, zou eigenlijk pas met het volgende vliegtuig mee teruggaan naar Amsterdam, maar omdat hij zo aandrong had Hilda hem aan boord genomen.

Het was tijd om zelf te gaan zitten. Ze wilde al naar voren lopen waar ze een lege stoel zag toen haar een opmerking van een boordwerktuigkundige te binnen schoot: Ga nooit voor in een Douglas DC-2 zitten als het niet strikt noodzakelijk is. Bij een ongeluk bleef meestal alleen het staartstuk heel. Niet dat achterin zitten veel garantie bood op overleven. De zilveren vogel mocht er dan in de lucht prachtig uitzien, er waren maar weinig mensen die een mislukte landing met de Douglas konden navertellen. Hilda was ze zich heel goed bewust van de gevaren van het vliegen. Een jaar geleden nog was haar collega Ans Hermanides tijdens de opleidingsperiode verongelukt. Gelukkig was Hilda niet bang uitgevallen. Toch ging ze achter in de cabine zitten. Omdat het zicht zo beperkt was, sleepte

een tractor het vliegtuig naar de startbaan. Bij het opstijgen bood een witte streep op de baan de piloot houvast, maar gezagvoerder Ludwig Hautzmayer week, net los van de grond, vrijwel direct van die kaarsrechte lijn af en maakte een scherpe bocht naar links. Het staartwiel raakte de schutting die om het vliegveld stond. Angstige blikken van passagiers. Hilda kon niet veel meer doen dan hen geruststellend toeknikken en hopen op een noodlanding in een van de weilanden rondom de luchthaven. De klap waarmee de Lijster zich in een huis boorde, deed die hoop teniet. Het laatste wat Hilda hoorde voor ze het bewustzijn verloor, was het geluid waarmee het voorste gedeelte van het toestel versplinterde, alsof het niet van modern metaal was gemaakt maar net als vroeger van hout en linnen. Vlammen likten aan haar uniform toen ze weer bijkwam en veroorzaakten een penetrante schroeilucht. Het vuur laaide op. Nog even en ze zou ingesloten zijn. Hilda keek om zich heen, zag nergens passagiers, hoorde niemand om hulp roepen of gillen van pijn. Afgezien van het knetteren van de vlammen was het verdacht stil. Toen een harde knal.

11


a dv e rt e nt i es

102012

MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND

grnvld nr.10 2012 MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND

Dierenfobie versus vogelgriep Vinex-jagers en worstmakers

MENEER WATEETONS

Eendagskuikens en paarden op Schiphol

‘Angst geeft vleugels’

EN VERDER

Slimme dijken Tien Top buitenplaatsen Nudge oprichter, Jan Betten

LB172_GRNVLD_magazine#10_2012_DTP.indd 1

27-06-12 15:32

www.pathofthepatriots.com KEMPER CONSEIL Publishing

12


augustus

2012 •

internationale literatuur

w w w. b o e k e n k r a n t. c o m

VILLA TRISTE Lucretia Grindle, Villa Triste, Uitgeverij A.W. Bruna, ISBN 978 90 229 9946 2 (€ 19,95)

Twee zussen nemen tijdens de Tweede Wereldoorlog een moedige beslissing die veertig jaar later grote consequenties heeft… Op de Lungarno aangekomen, beseften Isabella en ik allebei tegelijk dat er iets mis was. Die wetenschap flitste snel en onmiskenbaar als een stroomstoot door ons heen. Door het eeuwige tekort aan benzine was er toch al nooit meer zoveel verkeer, maar nu reed er helemaal niets. We wachtten even, keken naar beide kanten en zagen dat de lange, rechte laan griezelig stil was. Onder aan de muren stond het rietgras suf en stil en stroomde de Arno traag en glazig. Nevel glinsterde boven het bruine water. Maar ondanks de hitte was er niemand die op de brug voor ons liep of tegen de leuning hing. In plaats daarvan stonden mensen op een kluitje bijeen. Hechte groepjes die niet meer op de stoep pasten. Stemmen die gonsden als een zwerm bijen. Isabella en ik keken elkaar aan. De vreemde geladenheid die in de lucht hing was ons niet geheel onbekend. De stad had al eerder zo aangevoeld, nog maar zes weken geleden, toen Mussolini was afgezet. Sindsdien had het hele land

eigenlijk in staat van verbijstering verkeerd, alsof het al ronddwalend uit een diepe slaap probeerde te ontwaken. Nu leek er iets anders aan de hand te zijn, maar ik kon niet bedenken wat. De geallieerden hadden een eerste poging gedaan het vasteland in Calabrië binnen te vallen – maar dat was al dagen geleden. Oud nieuws. Bovendien was het zo ver weg dat het net zo goed in het buitenland gebeurd had kunnen zijn. Zonder iets te zeggen stapte Isabella van haar fiets en gaf die aan mij. Ik duwde het stuur tegen mijn dij en keek toe hoe ze op het dichtstbijzijnde groepje mensen afliep. Enkele ogenblikken later kwam ze terug; haar raar uitziende hoed in de ene hand, en met de andere hand gebarend, alsof ik moest raden wat ze te zeggen had. Toen

ze bij me kwam staan, viel ze stil; haar blik naar binnen gekeerd, alsof ze probeerde te bevatten wat ze zojuist gehoord had. ‘Issa?’ vroeg ik uiteindelijk. ‘Isabella? Wat is er?’ Uit haar gezichtsuitdrukking maakte ik op dat de koning misschien dood was, of anders Winston Churchill, of Stalin, of de paus. Maar dat was het allemaal niet. Mijn zus keek me aan, haar blauwe ogen donker. ‘Ze zeggen dat het voorbij is.’ ‘Voorbij?’ ‘Ja.’ Ze knikte. ‘Wat is voorbij?’ ‘De oorlog.’ Ik staarde haar aan. ‘De oorlog?’ ‘In Italië, althans,’ zei ze. ‘Het is maar een gerucht. Maar ze zeggen dat Badoglio uit Rome is vertrokken.’ Isabella greep

haar fietsstuur vast, maar stapte niet op. Zonder nadenken stapte ik zelf van mijn fiets. ‘Uit Rome vertrokken?’ Ik wist dat ik net een papegaai was, of een idioot, of allebei. Maar de woorden wilden niet tot me doordringen. De geallieerden hadden toch niet op de een of andere manier Rome weten te bereiken en de premier verjaagd? In nog geen week tijd? Zonder dat wij er iets over gehoord hadden? ‘Waarom zou hij uit Rome vertrekken? Hoe bedoel je?’ vroeg ik. ‘Waar heb je het over?’ ‘Een wapenstilstand.’ Isabella keek naar me, haar ogen dwaalden opzij vanonder de rand van haar hoed. ‘Een wapenstilstand?’ Daar had je de papegaai weer. Wrevel trok over haar gezicht. ‘Ze zeggen dat Badoglio een wapenstilstand heeft gesloten met de geallieerden,’

a dv e rt e nt i es

Texel, een inspirerende reisgids Texel, ander land. Een reis in feiten en verhalen Nog geen buitenland. Maar ook geen binnenland meer. Texel, dat is ander land. Schitterend stukje grond van een onstuimige schoonheid. Land omringd door zee, geen etmaal gelijk. Duinruggen als bastions. Kilometerslange stranden. Land van stolpboerderij en schapenboet. Kaarsrechte poldergrond, zoute kreken, uitgestrekte bossen. Zilte wind en vruchtbaar land, met het beste van eigen bodem. Biotoop voor schapen, zeehonden, lepelaars. Land waar alles dichtbij en bereikbaar is, en toch rust en ruimte regeren. Waar het nog echt stil, echt donker is. Roemrijk land, bol van historie. Thuishaven van legendarische zeehelden, voor anker op De Rede van Texel. Texel, ander land is een praktisch kompas boordevol feiten en foto’s. Met spannende verhalen van schippers, jutters, rovers en redders. En met heel veel vakantietips en nuttige informatie voor een kort of langer verblijf op het eiland. 144 pagina’s dik en rijk geïllustreerd. Prijs slechts

15,-

IN DE BOEKHANDEL, VIA INTERNET (WWW.NOORDBOEK.NL) OF TELEFONISCH (9-12 UUR): 0344- 637085

Het verraad van Holland Geschreven door Siebe Huizinga, hoofdredacteur van de Boekenkrant!

Thomas, zoon van de Schoolmeester, kan erg goed tekenen. Hij brengt het tot knecht bij koopman Bitter, voor wie hij menig stadskaart natekent. Wanneer Bitter hem op een belangrijke missie stuurt, doemen er duistere figuren op. Het wordt Thomas duidelijk dat de koopman zich met verdachte zaken inlaat. Inmiddels verzamelen zich Spaanse troepen ten zuiden van de grote rivieren van de Nederlanden; hun onoverwinnelijke Armada bereidt zich voor op een grote zeeslag.

NEEM NU EEN ABONNEMENT EN ONTVANG DE BOEKENKRANT THUIS! 6 NUMMERS VOOR € 15.

Ja,

ik wil een abonnement op de Boekenkrant – 6 nummers voor € 15,inclusief bezorgkosten

Naam Straat Postcode Land e-mail Handtekening

: : : : : :

Plaats

Siebe Huizinga, euro 9,95, ISBN 9026131763 Exclusief verkrijgbaar via Boekenkrant boekhandels en te bestellen via info@boekenkrant.com

Stuur deze bon naar : Boekenkrant Visschersplein 160 3511 LX Utrecht Nederland

13


a dv e rt e nt i e

een Kewlox boekenkast past ook bij jou in huis

3 boekenkasten van h 286, b 80, d 32 cm. uitvoering beuken, staal en mdf naturel, prijs per kast 249,-

? t s a k e d r u le k e g e g la n of heb je lieve r ee ! jk li e g o m s e ll a is x lo Bij Kew Kewloxkasten kan je eenvoudig online samenstellen en bestellen op kewlox.nl, je hebt ze dan binnen twee weken in huis. Kijk op kewlox.nl voor nog veel meer mooie voorbeelden en ideeën van Kewloxkasten. Kom je liever langs in onze showroom? Je bent van harte welkom. De koffie staat klaar. In de showroom staan veel mooie voorbeelden, een aantal is uit voorraad leverbaar. Showroom Nieuwegein Ravenswade 98b Showroom Amsterdam Overtoom 205 Open van maandag t/m zaterdag

www.kewlox.nl GRATIS BROCHURE! met stalenkaart en DVD. Vraag ‘m aan op Kewlox.nl of bel 030 2314041.

14


boekhandel

w w w. b o e k e n k r a n t. c o m • a u g u s t u s

2012

Hallo boekhandel!

De Boekenkrant stelt elke maand enkele boekhandelaren aan u voor. Waarschijnlijk kent u ze. Dankzij hen leest u immers de Boekenkrant – en heel veel goede boeken! boekhandels die de boekenkrant verspreiden Alblasserdam

Beilen

Eindhoven

Heerlen

Monnickendam

Tilburg

Boekhandel de Krekel dekrekel.nl

Boekhandel Het Logboek hetlogboek.org

Plantage Doomen plantagebooksandmore.nl

Bij Het Raethuys bijhetraethuys.nl

Nimo Boek nimoboek.nl

Stripboekwinkel Silvester silvesterstrips.nl

Boekhandel Feijn feijn.nl

Eerste Bergensche Boekhandel eerstebergenscheboek­handel.nl

Plantage Vermeer vermeer.plantage.nl

BLZ Lektura lektura.nl

Boekhandel Manschot boekhandelmanschot.nl

Boekhandel Libris boekhandellibrisutrecht.nl

Bilthovense Boekhandel bilthovenseboekhandel.nl

Smit en Co Boek- en Kantoorboekhandel kantoorboekhandelsmitenco.nl

Boekhandel Broekhuis boekhandelbroekhuis.nl

De Nijmeegse Kinderboekwinkel lezenisleuk.nl

Boekhandel van Kooten boekhandelvankooten.nl

Boekhandel Muilenburg boekhandelmuilenburg.nl

Boekhandel Broekhuis Boekhandelbroekhuis.nl

Enschede

De Hoevelakense Boekhandel hoevelakenseboekhandel.nl

Roelants [in LUX] roelants.nl

Bek Boeken bekboeken.nl

Boekhandel Bloemendaal boekhandelbloemendaal.nl

Plantage Etten-Leur plantage-ettenleur.nl

Etten-Leur

Heusinkveld – Holten meerdaneenboekhandel.nl

Boekhandel van de Moosdijk moosdijk.com

Boekhandel Jansen & de Feijter eenpassievoorboeken.nl

Exloo

Hoornse Boekhandel hoornseboekhandel.nl

Het Boekeneiland boekeneiland.nl

Franeker

Boekhandel Leeskunst leeskunst.nl

Alkmaar

Boekhandel Het Keerpunt boekhandelhetkeerpunt.nl Boekhandel Van der Meulen’s vandermeulensboekhandel.nl Alphen a/d Rijn

Boekhandel Haasbeek haasbeek-libris.nl Amersfoort

De Algemene Boekhandel algemeneboekhandel.nl Amsterdam

De Nieuwe Boekhandel denieuweboekhandel.nl Boekhandel Mulder boekhandelmulder.nl Amsterdam-Z.O.

Boekhandel Barends & Donkersloot boekhandelbend.nl ALMELO

Boekhandel Broekhuis boekhandelbroekhuis.nl Apeldoorn

Nawijn & Polak Boekverkopers nawijn-polak.nl Arnhem

De Arnhemse Kinderboekwinkel lezenisleuk.nl Assen

Boekhandel Iwema iwema.nl Baarn

Boekhandel Den Boer denboer.nl

Bergen NH

Bilthoven

Bleiswijk

Bloemendaal

Boxtel

Boekhandel Elckerlijc elckerlijc.nl Brugge

De Reyghere Boekhandel dereyghere.be Castricum

Scholte boek-en kantoorboekhandel boekhandelscholte.nl Den Bosch

Stripboekwinkel Silvester silvesterstrips.nl Den Haag

Boekhandel Van Stockum vanstockum.nl Doorn

Boekhandel Binkhorst info@binkhorstboekverkopers.nl Dronten

Voster Boek & Kantoor voster.nl Druten

Boekhandel Maas & Waal boekhandelmaasenwaal.nl

Emmen

Enkhuizen

Geerts Warenhuis geertswarenhuis.nl Wever boek- en kantoorvakhandel boekhandelwever.nl Groningen

Boekhandel Wolters boekhandelwolters.nl Haarlem

Boekhandel Gillissen & Co boekhandelgillissen.nl Stripboekwinkel Silvester silvesterstrips.nl Haren GN

Boomker Boeken boomker.nl Harlingen

Wever boek- en kantoorvakhandel boekhandelwever.nl Heemstede

Boekhandel Blokker boekhandelblokker.nl

Heeze

Hengelo

Hoevelaken

Holten

Hoorn

Kerkrade

Krimpen aan den IJssel

Nieuwegein

Nijmegen

Nuenen

Purmerend

Boekhandel Van den Hoorn vandenHoorn@zonnet.nl Puttershoek

Boekhandel De Korf boekhandeldekorf.nl

Boekhandel Marjan Houtman marjanhoutman.nl

Boekhandel Cazemier Boekhandelcazemier.nl

Boekhandel De Boekenwurm deboekenwurm.info

Boekhandel Lovink boekhandellovink.nl

Plantage Benissimo plantagebenissimo.nl

Boekhandel Het Keizerrijk hetkeizerrijk.nl

Boekhandel Scheveningen boekhandelscheveningen.nl

Leiden

Lochem

Maassluis

Meppel

Boekhandel Barth boekhandelbarth.nl Middelburg

De Drvkkery de-drvkkery.nl Mijdrecht

Boekhandel Mondria boekhandelmondria.nl

Utrecht

Veenendaal

Veghel

Velp GLD

Venlo

Boekhandel Koops koophetbijkoops.nl Venray

Boek- en kantoorvakhandel van den munckhof boekhandelvenray.nl Wormerveer

Roosendaal

Pasman Boek & Hobby pasmanboekenhobby.nl

Rotterdam

Groenveld Boeken groenveldboeken@planet.nl

Scheveningen

Sittard

Deeder Boekhandel deeder.nl

Zeist

Zeist

Boekhandel Kramer & Van Doorn kramerenvandoorn.nl Zwolle

Waanders Boekverkopers waandersboekverkopers.nl

Boekhandel Krings boekhandelkrings.nl Steenwijk

Steenwijcks Boeckhuys boekwinkel.com

Staat uw naam niet op de lijst, of heeft u aanpassingen? Geef het door via info@boekenkrant.com

De Boekenkrant is een uitgave van Uphill Battle Boekpromotie, Visschersplein 160, 3511 LX Utrecht, Nederland. Telefoon +31 30 2231718; fac +31 30 2145823; e-mail redactie@boekenkrant.com

in memoriam Rutger Kopland (1934-2012)

De laatste dichtbundel die Rutger Kopland schreef, Toen ik dit zag (najaar 2008), was ook een van zijn beste. De bundel had de gebruikelijke zweem van nostalgie, dankzij bekende thema’s als herinnering, vergezichten en het verglijden van de tijd. Strofen zoals “er was een grazig weiland / er stroomde een vredige beek / de wereld was nog als toen” zijn vertrouwde Kopland-observaties. Toen ik

dit zag had echter een diepte die niet eerder in Koplands werk voorkwam. Enkele jaren daarvoor overleefde hij ternauwernood een auto-ongeluk. Toen Kopland de bundel presenteerde, was hij nog niet geheel hersteld – en dat zou nooit meer gebeuren. In Toen ik dit zag ontbrak de lichte toon, de gemoedelijke ironie, die óók zo bij Kopland hoort. Alsof hij wist dat dit zijn laatste bundel zou worden.

in memoriam Gerrit Komrij (1944-2012)

Nog maar enkele maanden geleden verscheen De loopjongen, een roman over vriendschap en de opstandige adolescenten in de jaren zestig. Gerrit Komrij foeterde al jaren op zijn generatiegenoten, die er volgens hem een ontstellend zooitje van hebben gemaakt. Ook in literaire fictie geeft hij zijn kritiek, omgeven met liefde en ironie, gestalte. De loopjongen bevat Komrij’s testa-

ment en is een portret van een oude vriend die de radicaal-linkse kant op is geduwd. In het laatste hoofdstuk bevindt de jongen zich in een ZuidAmerikaanse jungle. Eenzaam, met alleen een zwaargewonde “kameraad” die hij gezelschap moet houden. Symboliseert hij de buitenstaanderpositie die Gerrit Komrij zichzelf met overgave toedichtte?

15


a dv e rt e nt i e

16

Met dank aan De Gooi- en Eemlander


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.