praktijktips
praktijktips
Tekst: Oswin Schneeweisz Foto’s: Karel Derickx
J
e kunt nog zulke mooie akkerrandjes aanleggen en zorg dragen voor een geschikte biotoop waar weidevogels en andere dieren zich thuis voelen, als je niets doet aan de stand van de vos zal het effect op de biodiversiteit beperkt blijven. Sterker nog: die mooie akkerranden vormen voor Reintje gewilde foerageergebieden. Hoewel in de ranstijd (en vooral in de periode waarin de jongen worden grootgebracht) de vos ook wel overdag actief is, jaagt hij toch vooral ’s nachts. Dat is dus de meest effectieve periode om vossen te bejagen. Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk: lichtbakken? Waar moet je op letten en wat moet je vooral niet doen? Een lesje lichtbakken voor dummies.
Effectief vossen bejagen
LICHTBAKKEN VOOR DUMMIES De teruggang van weidevogels in ons land is niet los te zien van onder meer predatie en een hoofdrol komt daarbij toe aan de vos. Daarom komen in gebieden met weidevogels steeds meer ontheffingen los voor het werken met de lichtbak. Dat geldt ook voor gebieden waar Freilandkippen worden gehouden.
40
De Jager #2 - februari 2018
Tijdens een heldere nacht blijven de vossen vaak in de dekking Dimbaar
‘Een jaar of zeventien geleden kregen we hier in Drenthe, vanwege schade, een ontheffing’, zegt boer en jager Geert van der Spoel. ‘Sinds die tijd heb ik veel met de lichtbak gewerkt en heb ik dus ook veel praktijkervaring op kunnen doen. Daarbij heb ik gemerkt dat lichtbakken tijdens een heldere nacht minder succes geeft dan wanneer het bewolkt is. Tijdens een heldere nacht blijven de vossen namelijk vaak in de dekking. Ook gebruik ik de lamp zo min mogelijk, anders verstoor je de boel alleen maar. Als ik het veld in ga zwaai ik een paar keer met de lamp heel snel over het veld heen. Vervolgens rijden we rustig een eindje door en maak ik af en toe een zwaai met de lichtbundel over het veld. Als de vos er zit zal hij direct op de lamp kijken.’ Net zoals Van der Spoel werkt ook Marco Hendriks uit Eerbeek met een handlamp. Hendriks: ‘Het grote nadeel van een vaste lamp op het dak van je auto is dat de hoek te klein is. Soms moet je ook vlak naast je kunnen stralen en dat gaat beter met een losse handlamp. Ik gebruik altijd een dimbare lamp. Mijn ervaring is dat dimbaar licht het beste resultaat geeft, want het creëert iets meer rust in het veld en daar is ook de vos gevoelig voor. Hoe dat in de praktijk werkt? De eerste lichtbundel is fel, zodat je de vos kunt opsporen. Als Reintje in het licht staat doe je het licht uit, leg je het geweer aan en dan geef je een tweede lichtstraal met dimlicht. De vos zal dan minder snel de neiging hebben om weg te rennen, wat een grotere kans geeft op een weidelijk en goed schot.’
#2 - februari 2018 De Jager
41
praktijktips
praktijktips
Een vos maakt voordat hij in de dekking verdwijnt nog altijd een keer oogcontact
Marco Hendriks benadrukt het belang van veldkennis om tijdens het lichtbakken de juiste afwegingen te kunnen maken
Rolverdeling
Lichtbakken gebeurt meestal vanuit de auto. Een hoge auto (een jeep of een busje) heeft daarbij de voorkeur aangezien een laag voertuig te weinig zicht op het veld geeft. ‘Wij werken altijd met drie man die een vaste rolverdeling hebben: de bestuurder en lamper, de schutter en een paar extra ogen met een verrekijker in de aanslag achterin’, zegt Hendriks. ‘Zo zijn de verantwoordelijkheden duidelijk en kan ieder zich op zijn eigen taak focussen. Ik ben de schutter, maar ik schiet pas als we alle drie zeker weten dat het schot eruit kan. Het kan namelijk in het donker zomaar gebeuren dat je een hond, een kat of een ree voor een vos aanziet en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. De communicatie is dus heel belangrijk. Daarom draag ik tijdens het lichtbakken ook het liefst oordoppen met geluidsversterking. Dat communiceert wel zo makkelijk. Deze aanpak werkt goed: wij hebben hier tijdens het lichtbakken in elk geval nog nooit een misser begaan. Mensen onderschatten het werken met de lichtbak vaak: het is niet “lamp aan en schot eruit”. Je moet juist de rust bewaren om in moeilijke omstandigheden, met slecht zicht, de juiste keuzes te kunnen maken.’
42
De Jager #2 - februari 2018
Periode
‘Er is geen norm hoe vaak je in het veld moet zijn’, stelt Hendriks. ‘Maar als je een groot veld hebt is één tot twee keer per maand toch wel raadzaam. Wij gaan zelf regelmatig het veld in en ondernemen ook direct actie op meldingen die binnenkomen. Als iemand ergens een vos gezien heeft, gaan we er zo snel mogelijk op uit. Wat de goede perioden zijn? In de ranstijd zijn de vossen veel op de lopers, ook overdag, en heb je dus redelijke kans om ze aan de randen van de dag ook zonder lichtbak te schieten. Je hebt in deze periode ook een grotere kans dat je een moer en een rekel bij elkaar hebt. Een mooie periode is ook juli tot en met september. Dan gaan de jonge, nog niet zo slimme rekels op zoek naar een nieuw leefgebied. Die fluit je zo naar je toe of ze blijven gewoon staan op honderd meter.’ De Jagersvereniging adviseert dat het zwaartepunt van de vossenbejaging plaatsvindt in de periode voorafgaand aan de nestel- en broedperiode van de weidevogels. Zo voorkom je dat tijdens de zoogperiode van vossen nog een zware jachtdruk noodzakelijk is.
Essentieel
Qua apparatuur gebruikt Hendriks een Tracer lamp van 17 cm doorsnede, een Blaser R8 Professional Succes en een nachtzichtkijker van Lahoux Optics. Op zijn geweer heeft hij een Swarovski Z6i 3–18 x 50 richtkijker. Hendriks: ‘Ik vind dat voor dit werk essentieel, net zo essentieel als een sterke vergrotingsfactor van je richtkijker, want als je met een simpel 3 x 9-kijkertje op de buks wilt gaan lichtbakken wens ik je veel succes. Negen keer vergroting vind ik namelijk in het donker veel te weinig. Je moet goed kunnen inzoomen om zeker te weten dat de vos die jij dacht te zien geen haas is.’ Er is tegenwoordig veel goede apparatuur. Een warmtebeeldcamera maakt het gebruik van een lamp zelfs bijna overbodig. Hendriks: ‘Dat is waar, maar dan praat je al snel over een Varmint-patronen maken de kans behoorlijke investering. Zo’n apparaat kost al snel op ricochet aanzienlijk kleiner vierduizend euro. Een echt goede warmtebeeldcamera is efficiënt. Je houdt immers veel meer rust in je veld. Maar uiteindelijk is het ook weer zo dat je bij wijze van spreken beter kunt werken met een wat duurdere lamp dan met een goedkope warmtebeeldcamera.’
Aanrader
Varmint patronen zijn, aldus Hendriks, een aanrader tijdens het werken met de lichtbak. Deze patronen versplinteren namelijk zodra ze iets raken, wat de kans op ricochet aanzienlijk kleiner
maakt. Hendriks schiet met kaliber .223 Rem en gebruikt de V-max punt van Norma. Hendriks: ‘Je schiet niet zelden in lastige situaties met slecht zicht, dus je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Als mijn kogel ook maar een prikkeldraad zou raken valt hij meteen uiteen. Een ander voordeel is dat de vos ook meestal meteen ter plaatse ligt. Met een deelmantel kan het soms gebeuren dat de vos toch nog dertig of veertig meter doorloopt en dat wil je ‘s nachts zeker niet hebben. Dan moet je weer met licht gaan zoeken en verstoor je de boel. Verder heb ik altijd mijn schietzakje bij me. Die leg ik over het autoraam heen, zodat je een stabiele basis hebt voor je geweer.’ Het belangrijkste voor het werken met de lichtbak is echter niet te koop: veldkennis. Hendriks: ‘Als je in het donker werkt met de lichtbak moet je heel veel kennis hebben van je veld. Stel dat er ergens een vos opduikt, dan is het wel zo praktisch als je meteen de risico’s voor de omgeving kunt inschatten. Daarnaast is het noodzakelijk omdat je door veldkennis ook afstanden in het donker beter kunt inschatten. Als ik overdag door mijn veld rijd ben ik vaak in de weer met mijn Swarovski verrekijker met ingebouwde afstandsmeter. Door dat vaak te doen ontwikkel je gevoel voor de afstanden in je veld. Ik vind veldkennis voor het lichtbakken heel belangrijk. Als je het veld niet kent kun je de juiste afwegingen niet maken.’
Veldkennis
‘Daar ben ik het helemaal mee eens’, zegt Van der Spoel. Veldkennis is hartstikke belangrijk. Ik doe dit op mijn eigen
#2 - februari 2018 De Jager
43
praktijktips land en ken dus elk hoekje. Ik weet waar de reeën, vossen en hazen zitten. Daarnaast heb ik met bevriende boeren de afspraak dat ik op hun land mag rijden als het eens nodig is. Ik heb geen favoriet tijdstip. Ik ging vroeger meestal na het melken nog even het veld in, maar ik heb de vossen op alle tijdstippen geschoten.’ Van der Spoel ging vaak lichtbakken in zijn eentje of nam een gast mee in de auto. Hij zegt: ‘Als je met teveel geweren in de auto zit krijg je vervelende situaties. Ik heb het een keer meegemaakt dat ik met vier geweren in een auto zat en toen de vos zich liet zien wilden ze allemaal tegelijk schieten. Levensgevaarlijk! Dat doe ik dus nooit meer. Hooguit
met twee geweren: de een schiet links, de ander rechts. Of ik nog een tip heb? Als de vos van je wegloopt. Zorg dan dat je je geweer gericht hebt op de dekking waar hij heen loopt, want ik beloof je; hij zal gegarandeerd op het allerlaatste moment nog een keer omkijken en dan pak jij – in die ene split second – je kans.’ Hendriks: ‘Klopt, een vos maakt voordat hij in de dekking verdwijnt nog altijd een keer oogcontact. Verder zou ik elke jager willen adviseren om veel naar de schietbaan te gaan. Je moet als schutter een geheel worden met je buks en je kijker. En bij twijfel: niet schieten.’ •
Tijdens het lichtbakken gebruikt Marco Hendriks de volgende attributen:
Blaser R8 Professional Succes, .223 Rem. Lamp Tracer Light 170 Variable Power Norma V-max patronen
Swarovski EL Range 8x42 met ingebouwde afstandsmeter in combinatie met Swarovski Z6i 3-18x50 met ballistische toren
Warmtebeeldkijker Pulsar Helion XP50
44
De Jager #2 - februari 2018
Ballistische toren
Oordoppen Lep-100
Lahoux Restlichtkijker D545 Select Premium met IR straler Laserluchs 850 Pro II inclusief dimmer
Schietzakje