4 minute read

De driehoek: Chiel Egberts

Chiel Egberts is de bedenker van ‘de driehoek’. Een van de fundamenten in de zorg en ondersteuning van Ons Tweede Thuis. In deze heftige ‘coronawinter’ lijken die fundamenten door de ‘social distancing’ soms wat ondergesneeuwd te raken. Terug naar de basis dus, en op naar zijn werkplek in de bossen bij Holten, voor een gesprek met orthopedagoog Chiel Egberts.

Het begin

Advertisement

Chiel: “In de jaren 90 hield ik een verhaal voor boze ouders over ‘loslaten’. Het was in de tijd dat de zorgprofessional maatgevend was voor de ontwikkeling van een mens met een beperking. Toen ik de avond voorbereidde kwam ik steeds meer tot de overtuiging dat loslaten geen optie was. Ouders hebben een onverbrekelijke relatie met hun kinderen en de zorgprofessional komt daar als derde bij. Zou het niet veel meer gaan over samenwerken dan loslaten? De driehoeksgedachte was geboren.

Een driehoek

Aan de top van de driehoek staat ontegenzeggelijk de cliënt. Het is niet makkelijk om een beperking te hebben. Je bent kwetsbaar en hebt houvast nodig om jezelf te kunnen ontplooien. Die top moet dus gedragen worden door een sterke basis. Een basis van ouders en begeleiders. De laatsten nemen hun positie in met hun professionaliteit, maar kunnen die rol pas echt goed vervullen in samenwerking met de ouders. Natuurlijk is er een volgorde. Alles begint met kind en ouders, de professionals komen pas als derde. En omgekeerd, als er professioneel aan het werk gegaan moet worden is de volgorde: professional, cliënt en ouders.

Ontwikkeling

De zorg voor mensen met een beperking heeft zich sinds eind vorige eeuw relatief snel ontwikkeld. Eerst stond de professional op de voorgrond. Door nieuwe inzichten werd daarna de cliënt centraal gesteld, maar dat sloeg al snel door naar ‘u vraagt, wij draaien’ met alle overvraging en andere inschattingsfouten van dien. De ouders, die waren er natuurlijk altijd. Kinderen met een beperking blijven immers kind van hun ouders. Ouderverenigingen benadrukten dan ook constant dat hun rol niet op de achtergrond mocht raken. Naast ouder zijn ze als ervaringsdeskundige een bron van kennis en dus onmisbaar onderdeel van de stevige basis die iemand met een beperking nodig heeft om een goed leven te leiden. Tegenwoordig is er veel meer ruimte voor zowel de rol van de ouders als de autonomie van de professionele begeleider. Beiden hebben vanuit hun eigen optiek en ervaring hetzelfde voor ogen en dat zorgt voor een gezonde spanning in de basis van de driehoek.

JIJ IK

DOEN MEE!

WONEN WERKEN

RELATIES

&JIJ IK

VAN BETEKENIS ZIJN

onstweedethuis.nlPositie, bonus en verbinding

Een begeleider neemt een professionele positie in binnen de driehoek. Zij of hij heeft jaren gestudeerd om beperking en gedrag te herkennen en de benodigde ondersteuning te geven. Maar die ouders, wat willen die van een begeleider? In mijn ogen voornamelijk verbinding. Ze willen niet enkel een neutrale autoriteit maar ook een empathische gesprekspartner. Iemand die ze kunnen vertrouwen en die ze ziet staan. Iemand die oog heeft voor hun vaak ingewikkelde bestaan en de uitdagingen die ze hebben gehad met hun zoon of dochter. Ouders hebben mede daardoor wensen en eisen die soms de begeleidingsstijl doorkruisen en worden dan als lastig ervaren. Maar dat is eigenlijk helemaal niet nodig. Volgens mij heb je als professionele begeleider alles in huis om positie en verbinding te combineren. Door niet te veel te beloven aan ouders, maar datgene wat je belooft echt goed te doen maak je je professionaliteit waar en creëer je vertrouwen. Dat vertrouwen hebben ouders nodig om de zorg voor hun kwetsbare kind met jou te delen. Doe je dat extra goed, dat noem ik de bonus, dan zal je ouders juist meekrijgen. Maak vervolgens dan ook gebruik van de kracht van de ouders die 100% voor hun kind gaan. Bijvoorbeeld die ene vader en zijn dochter met downsyndroom. Ze had diabetes en hij was vreselijk precies in de verzorging daarvan, op het bezitterige af. Maar je kon hem midden in de nacht bellen als je om advies verlegen zat.

Handel vanuit je professionaliteit en maak gebruik van de kracht van de ouders die 100% voor hun kind gaan.

Wat neem je mee van jezelf

Een begeleider in de driehoek is een mens. Zoals iedereen, met ups en downs. Ik heb bijvoorbeeld last van depressies gehad. Dat maakt mij kwetsbaar. Moet ik dat verbergen? Ik denk van niet. Pas door het erkennen van je eigen leed kan je dat van anderen begrijpen en daar herkenbare compassie voor opbrengen. Tegelijkertijd ben je natuurlijk ook degene die zorgt voor professionele reflectie. Vervul die rol vooral goed. Het brengt veel houvast in moeilijke tijden.

Jij, ik en het

‘Het’... dat zijn dingen waarmee je kunt meten en weten. In de wereld om ons heen wordt dat steeds belangrijker. ICT-oplossingen voor bijna alles en verlichting van de werkdruk door domotica en robotica. Je hebt ‘het’ nodig om goede zorg te verlenen. Het gevaar is echter dat al die hulpmiddelen de driehoek gaan domineren. Bijvoorbeeld, de afspraken met de cliënt staan in het ECD dus iedereen is op de hoogte. Maar is dat wel zo. Ik weet het wel, maar jij? Misschien weet en begrijp jij het pas als ik met jou in gesprek ga. Dat er ruimte is voor hoor en wederhoor. De filosoof Buber ziet het zo: ‘een mens is pas mens in relatie tot de ander, al het werkelijke in het leven is ontmoeting’. Jij en ik dus. En ook al ben je als hulpverlener de derde in de rij, laat die ontmoeting de belangrijkste basis zijn voor de driehoek.”

This article is from: