YELULT Arts & mediacrafts
Voetballers & Muziek Waar luisteren ze eigenlijk naar?
Europees teambelang De speech die onze minister vergat
18 e eeuwse rockpianist Jan Ladislav Dussek
Zandvoor t - toekomst Duitsers zijn like-able, nu wij nog!
Magazine 20 14 05
“Even you can afford a decent style now” Go to deadsheap. com
YELULT
Inhoud
4
Voetballers & muziek
8
Europees teambelang anno nu
18e eeuwse rockpianist Dussek
14
10 Duitsers zijn like-able, nu wij nog...
Colofon Contact info@prvanstekelenborg.nl www.prvanstekelenborg.com Volg Yelult op facebook Verschijningsfrequentie Elke maand verschijnt een gratis nieuwe editie in de publicaties op Issuu. Cover foto Panoramic Disclaimer
Voetballers & muziek
We staan aan de vooravond van het Wereldkampioenschap Voetbal. Dit keer op heilige grond van Brazilië. We gaan in de aanloop weer zien hoe de grootste voetballers op aarde chagrijnig maar geconcentreerd de spelersbus uitrollen met een ‘Beats by Dr. Dre’-koptelefoon op hun hoofd. Precies het merk koptelefoon dat eigenaar Dr. Dre onlangs voor 3 miljard dollar overdroeg aan Apple. Qua timing probeerde de miniscule concurrent JBL van de week met Wesley Sneijder een deuk in een pakje boter te slaan. Sneijder promootte precies op de dag dat Louis van Gaal zijn Oranje-selectie voor het WK bekendmaakte een koptelefoontje waar niemand in de wereld op zit te wachten. Maar, waar luisteren de heren voetballers nu het liefst naar? Van Wesley weten we dat hij fan is van Nederlandstalig werk en een plaatje van Armin van Buuren wel weet te waarderen. Jan Smits oude oeuvre blijkt echter nog steeds wat gevoelig te liggen. Hoe zit het met de muzikale smaak van wereldvoetballers? Ruim 25 jaar nadat Frank Rijkaard aangaf van The Pixies te houden, zien we weinig opvallende muzikale uitspattingen van de grootverdieners op de groene mat. Dirk Kuyt houdt van Kings of Leon en Coldplay. Juist van een rasechte Katwijker zou je iets anders mogen verwachten.
Dat soms een voetballer alle vooroordelen bevestigt, bewijst Christiano Ronaldo. Hij houdt van ‘La Vida Loca’ van Ricky Martin en R. Kelly’s ‘I Believe I Can Fly’. Okee, Swedish House Mafia, Eric Prydz, Elton John, George Michael, Phil Collins en Alicia Keys staan ook in zijn favorietenlijst, maar toch. Als je dan nog geen homo bent, dan weet ik het niet meer. Dan kun je beter een smaak opgeven waar wij Europeanen geen verstand van hebben. Messi doet dat. Zijn favoriete muziekgenre is het volkse Cumbia dat in de genen zit van elke latino in Midden-‐ en Zuid-‐Amerika. Verrassend is de Amerikaanse keeper in dienst van Everton Marcus Hahnemann die Slipknot, Mastodon, Five Finger Death Punch en Machine Head als favoriete acts opvoert. Samen met Fullham-‐ voetballer Kasey Keller is hij vaak gespot bij optredens van Tool en Disturbed. Terry Butcher, de oud-‐aanvoerder van het Engelse nationale team is op en top Brits en houdt daarom waarschijnlijk zoveel van Iron Maiden. Manchester United-‐keeper David de Gea houdt van Avenged Sevenfold en Metallica maar hij steekt zijn liefde voor The Stone Roses (Manchester) ook niet onder stoelen of banken. Nu moet gezegd worden dat stadions al jaar en dag dezelfde anthems draaien wanneer een team het veld opkomt, wanneer er gewonnen is of wanneer er prijzen moeten worden uitgereikt. Op Old Trafford komt zowat elke week ‘This Is The One’ van The Stone Roses voorbij. Bij PSV werd jarenlang elk doelpunt met Scooters ‘Maria, Maria, I Like It Loud’ opgeleukt. Grote voetballers als Andres Iniesta vinden alle muziek goed die is verwerkt in de Fifa-‐game van EA. En dus vindt hij ‘Club Foot’ van Kasabian prachtig. En zal hij van Fifa14 waarschijnlijk Imagine Dragons en John Newman fantastisch vinden. Wat hij verder aardig vindt is de Spaanstalige band Estopa. Arjan Robben luisterde het vorig WK in Zuid-‐Afrika nog veel naar Rihanna, Stromae en Black Eyed Peas. Maarten Stekelenburg draaide Chuckie, David Guetta en André Hazes dwars door elkaar heen terwijl Ryan Babel behalve naar zijn eigen hiphop-‐ avonturen luisterde naar Tinie Tempa, Lil Wayne en Perry Mystique. Robin van Persie gaf onlangs in het AD aan dat hij Rihanna en Guus Meeuwis beluistert. Memphis Depay is een groot hiphop-‐fan en rapte vroeger zelf bij het hiphopcollectief Rotterdam Airlines. Het grappige is dat Wesley Sneijder sinds 2008 in de spelersbus en in de kleedkamer van het Nederlands elftal steeds vaker bepaalde dat Oranje wel wat energieke en ‘uplifting’ anthems kon gebruiken. Door zijn toedoen wist het grote publiek bij de inhuldiging in 2010 wat Swedish House Mafia, Avicii, Hardwell en Armin van Buuren was. Zelf zegt hij dat hij van Nederlandstalig en house houdt met een opzwepende bounce. Klaas-‐Jan Huntelaar houdt van ‘Drive’ van Train, ‘We Are Young’ van Fun, The Killers, Editors en om zichzelf op te peppen zet hij het liefst Iron Maidens ‘Number Of The Beast’ op. Nederlandse voetballers zijn niet zo van de uitspattingen. De excentriekelingen zijn in 2014 ver te zoeken bij Oranje. De namen Rio, JR, Lerra F en Priester zullen nog bij weinig mensen een belletje doen rinkelen, totdat ze horen dat dit de alter ego’s zijn van profvoetballers Ryan Babel, Vurnon Anita, Leroy Fer en Mitchell Burgzorg. Ook Royston Drenthe was een lauwe hiphopper in hart en nieren die op menige mixtape te horen was. De enige echt verrassende blanke tegenpool kwam van ex-‐voetballer Bjorn van der Doelen, de man die ooit een vinger in zijn oog kreeg geprikt van Edwin Gorter. Hij leidt de Brabantse folkrock-‐band Allez Soldaat op gitaar en is beneden de rivieren bekender als muzikant dan hij was als voetballer.
Atelier / Galerie
Vennik Nieuwe Raamstraat 10, 2011 ZE Haarlem
We weten dat de grootste voetballer ter wereld Pélé zelf maar al te graag een Braziliaans samba-‐ deuntje speelde op gitaar en dat Eusebio verliefd was op de songs van Otis Redding. Diego Maradona is verslaafd aan cumbia, salsa en merengue en eigenlijk alles wat een latino een echte latino maakt. Cubaanse traditionals, de Argentijnse rockband Los Piojos, de volkse Argentijnse zangeres ‘Princesita’ Karina tot en met opzwepende samba, als Diego maar kan dansen. Er wordt zelfs beweerd dat Maradona vaker op de dansvloer heeft gestaan dan op een voetbalveld. En wat deed John Cruijff? Niet veel, hij belichaamde de Nederlandse smaak met carnavalssingles, flauwe Johnny Hoes-‐teksten, polderpop en smartlappen. Nederlanders en een verfijnde muzieksmaak, het kan verkeren. Nooit zal ons Oranje opgeleukt worden door bijvoorbeeld de Argentijnse cultheld Dario Dubrois die op en naast het veld zijn liefde voor deathmetal liet zien. Geschminkt en getooid met studs betrad hij zijn werkplek; het voetbalveld. Toen de Argentijnse voetbalband hem dat verbood ging hij over op het dragen van metal-‐merchandise onder zijn clubtenue en plakte het liefst de shirtsponsor af met ducktape. Dubois leidde zelfs een eigen metalband genaamd Tribute Rock. In 2008 was hij per ongeluk betrokken bij een schietincident en kwam om het leven. Nooit zal Oranje geleid worden door een type trainer als Jürgen Klopp van Borussia Dortmund. Klopp gaat er vanuit dat voetballers tot een maximum moeten worden opgejut en als metalmuziek daarbij kan helpen om 90 minuten lang de spelers voor elkaar door het stof te laten bijten, dan moet dat maar. Extreme spelletjes en extreme prestaties kun je alleen met extreme middelen motiveren. Klopp is dan ook niet vies van Slayer en Metallica op het trainingsveld en in het stadion. ‘Spelers die een beetje getikt zijn, maar daardoor grote hoogtepunten bereiken, snappen dat.’ Zo mocht de Zweed Jonas Olsson graag luisteren naar oude hardrock en zette hij net zo graag een plaatje van Morbid Angel of Cannibal Corpse op. Slaven Bilic, manager van het Kroatische nationale elftal hield van Slayer, Metallica, Megadeth, Iron Maiden en AC/DC. De Deen Daniel Agger nam ‘Here I Go Again’ van Whitesnake aan als lijflied. En de oude coach van het Schotse nationale team Walter Smith zwoer bij Iron Maiden. Keeper Victor Valdès van Barcelona blijft troost vinden in het werk van AC/DC en Guns ’n Roses, net als oud-‐collega-‐keeper Ronald Waterreus. Zlatan Ibrahimovic is een verhaal apart. Voor hem is muziek heel persoonlijk en pakt hij ieders muzikale smaak op als een spelletje wat zijn psychologische oorlogsvoering ten goede komt. Zo kraakte hij David Beckham stelselmatig af op zijn liefde voor Justin Bieber, Selena Gomez en The Jonas Brothers. Hij wraakte Mario Gotze voor het feit dat hij als jongeling ook naar Justin Bieber luisterde. Zelf voert Zlatan een mooie lijst van favorieten op die bijna uit een compleet reggae-‐genre bestaat. Bob Marley is zijn grote held. Meteen gevolgd door Alpha Blondy en Timbuktu. Maar, voor de wedstrijd luistert hij naar hiphop en alternatieve rock. Reggae is enkel voor de ontspanning en ontlading achteraf. De Braziliaanse superspits Neymar houdt het bij Braziliaanse samba. De Engelse Wayne Rooney is een uitgesproken Stereophonics-‐fan. Naar verluidt heeft hij zelfs de albumtitel ‘Just Enough Education to Perform’ op zijn arm laten tatoeëren. Daarnaast weten we dat Wayne ook The Arctic Monkeys vrij hoog heeft zitten en bevriend is met Bruce Springsteen. Twee maanden geleden diende ik officiële persaanvragen in voor een interview met de Oranje-‐selectie over muziek. Ik kreeg nul op mijn rekest omdat alle aanvragen met betrekking tot de selectie door Louis van Gaal moeten worden getoetst. En nu kan ik heel dom zijn of is Louis heel slim door niet al te veel muzikale voorkeuren van onze jongens aan de grote klok te hangen. Onze gedeelde muzieksmaak zou tijdens het WK weleens tegen ons kunnen werken.
Europees teambelang
Een tijdje terug sprak minister Timmermans zich uit voor het belang van een sterk EU, al was het maar in het belang voor Nederland. Om high en low cultures met elkaar te verenigen deed hij dat met voetbal als voorbeeld. In Rotterdam, in Ahoy. Â
Europa is een team dat nog net niet lekker loopt. We weten echt wel wie de basisspelers zijn, wie welke uitzonderlijke talenten hij of zij wil inzetten in het belang van het team. Ik kies bewust voor een parallel met een teamsport omdat wij in Europa een voorliefde met elkaar delen; voetbal. En dan heb ik het niet over een enkele blinde clubliefde maar over de liefde voor de tactiek achter het spelletje. Nederland heeft als land maar een kleine fysieke inbreng. Weet u wat het grote voordeel is van een relatief klein landje op de wereldkaart? Dat wij als geen ander weten en beseffen hoe onmetelijk belangrijk en groot ons buitenland is. Nederland is afhankelijk van hoe anderen tegen de wereld, Europa en tegen ons aankijken. Wat Nederland een speler maakt van niveau is dat het over ego’s kan heenkijken en een teambelang met een duidelijke koers wil inzien en herkennen. Nederland stelt pas iets voor als wij de grote ego’s kunnen laten snappen wat samenwerken en dus teambelang is. We kunnen een SWOT-analyse loslaten op Europa. Dan zien we per land karaktereigenschappen die elkaar prima aanvullen. Nederlanders hebben visie en richtingsgevoel. Belgen verstaan de kunst om zich te onttrekken van het alledaagse, Engelsen hebben traditie, Fransen hebben bravoure, Italianen passie, Zwitsers precisie, Duitsers doorzettingsvermogen, Spanjaarden vurigheid, Portugezen wereldkennis en Polen hoop. Precies alle bouwstenen die je nodig hebt om op volle kracht een eenheid te smeden. Wij Europeanen weten hoe we elkaar kunnen vertrouwen en op elkaar kunnen bouwen. Er is een zwakte die dat tegenhoudt en dat is: onzekerheid. De onzekerheid om elkaar te bevragen welke koers we ook alweer aanhielden, de onzekerheid om informatie en uitleg in te winnen. Dan laten we ons verblinden door wat passjes over de volle breedte van het speelveld en noemen we dat een zorgvuldig opgebouwd spel terwijl het feitelijk het aftasten van elkaars mogelijkheden is. Maak duidelijk bespreekbaar wie waarom ook alweer welke bijdragen levert in de EU. Je eigen land en je standpunten verdedigen lijkt een groot goed maar het wordt wereldwijd beschouwd als ‘met de punt naar achter spelen’ en is een teken van onzekerheid en onkunde. Het grappige is dat we in het voetbal dat allemaal snappen. Vertrouw op dat ene unieke talent van de goalgetter, de souplesse, de dieptepass, de balvastheid en de gedrevenheid van je teamgenoten. Houd vol, ga door en laat niet los, maar bespreek op voorhand wat je van elkaar kunt verwachten. Ons kleine koninkrijk heeft al 200 jaar zijn visie gericht op het buitenland en zet haar expertise in om land te maken en een maatschappij maakbaar te houden. Dat kan Nederland alleen maar als onderdeel van een hecht, samenwerkend Europees team.
Jan Ladislav Dussek
18e eeuwse rockpianist Hij staat bekend onder de namen Jan Ladislav, Johann Ladislaus (Ludwig) Dussek, Dussík, Dusík. Men neemt aan dat zijn geboortedatum 12 februari 1760 is aangezien hij onder die datum in het doopregister staat ingeschreven. Sommige bronnen zoals Proylaën, Welt der Musik geeft 9 februari 1760 als geboortedatum op. Zijn geboorteplaats is in ieder geval duidelijk; Càslav of Tschaslau in Bohemië. Over Dusseks sterfdag is iedereen eensgezind. Hij is bij Parijs in het dorpje St. Germain en Laye op 20 maart 1812 gestorven. Hij was 52 jaar oud. Hij stamde uit een muzikale familie. Zijn vader Jan Dussek was een gevierd componist en organist, zijn moeder Veronika Stebetová een talentvol harpiste. Hij kreeg zijn eerste muziekonderricht van vader. Hij studeerde piano op vijfjarige leeftijd en orgel op negenjarige leeftijd. Zijn vorderingen op de piano en het orgel als ook op het gebied van de zang waren buitengewoon.
Hij werd koorknaap bij ‘The Iglau Minorite Church’ in Iglau, Moravië. Hier werd hij onderwezen door een familielid; pater Ladislaus Spinau. In deze periode was hij ook leerling op het Jezuïten Gymnasium. Na vervolgstudies op het Kuttenberg Jezuïten Gymnasium (= Kutná Hora), studeerde hij theologie op het Praagse Nieuwe Gymnasium (= Neustadt Gymnasium) in de periode 1776-‐1777. Daarna studeerde hij wijsbegeerte en filosofie op de Praagse Universiteit maar hield dat slechts een jaartje vol, 1778 om precies te zijn. Hij voelde zich tot het kloosterleven aangetrokken en meldde zich aan bij de Cisterciënserorde maar werd daar geweigerd omdat hij te jeugdig was. Hij vond een patriarch (beschermheer) in de persoon van Graaf Männer. Hij wordt door deze graaf meegenomen naar de Nederlanden waar voor de jonge Dussek een bewogen leven begint. Een jaar lang was Dussek in Den Haag een huis-‐ en muziekleraar voor de kinderen van de Hollandse prins-‐ stadhouder Willem V. Door de medewerking van de graaf die voormalig artillerie-‐officier was en het muzikaal talent van de jonge Dussek erkende, kon Dussek op twintigjarige leeftijd naar het huidige Mechelen waar hij in 1779 pianoleraar en organist werd. Op 16 december 1779 maakte hij zijn publiek debuut als pianist en zette een succesvolle toernee neer door Bergen op Zoom, waar hij dus als organist optrad, door Amsterdam waar hij als pianist in 1782 furore maakte en door Den Haag waar hij als pianist en pedagoog voor de kinderen van de prins-‐stadhouder diende. Daarna reisde hij door naar Hamburg, waar hij onder andere Ludwig Spohr en C.Ph.E. Bach ontmoette. Laatstgenoemde gaf Dussek zelfs in 1783 enig onderricht. Dussek gaf een concert in Hamburg op 12 juli 1782. In 1783 speelde Dussek voor het hof van St. Petersburg in dienst van Prins Karl Radziwill als orkestmeester in ‘Lithuania’. Er wordt gespeculeerd over het feit wie Dussek naar St. Petersburg heeft gehaald. De een zegt dat hij door Karl zelf en de ander zegt dat hij door de Poolse prinses Sapieha is meegenomen. Eind 1783 en in 1784 maakt de componist een grote toernee door Duitsland waar hij in de smaak viel bij notabelen in Berlijn, Mainz (in 1785), Kassel (in 1783) en in Frankfurt als een piano-‐ en glasharmonica-‐virtuoos. In 1786 reisde Dussek in dienst van de Franse gezant in Berlijn, naar Parijs waar hij optrad voor het hof van Marie Antoinette. “Er begeisterte sie”. Marie Antoinette had een grote verering voor de virtuoos. Dussek zelf herdacht haar in 1794 in twee composities: Musique Allegorique en La Mort de Marie Antoinette. Behalve voor een korte trip naar Milaan waar hij bij zijn broer Franz Benedikt op bezoek ging en voor een kleine toernee door Italië (Bohemen) waar hij met piano en glasharmonica furore maakte, bleef hij tot het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789 in Parijs. Door de revolutie echter werd hij genoodzaakt naar Londen uit te wijken. Door zijn relatie met vele Franse adellijken moest hij wel vluchten. In Londen sloot Dussek vriendschap met Clementi en werkte in vele concerten samen met Jozef Haydn. Op 1 juni 1789 maakte Dussek zijn Londens debuut in de ‘Hanover Square Rooms’. Spoedig daarop werd hij een succesvol pianist en leraar in de Engelse hoofdstad. Hij verscheen regelmatig bij ‘Salomons’ concerten en was een actief deelnemer aan deze concerten gedurende de twee bezoeken van Haydn. In 1792 trouwde Dussek met de zangeres, pianiste en harpiste Sophia Corri. Met zijn schoonvader Domenico Corri, die operacomponist was richtte hij een muziekhandel/uitgeverij op. Beide heren bleken niet voor zo’n onderneming geschikt, tel daarbij het bourgondische leven dat Dussek leidde op en je kon op je klompen natellen dat de onderneming zou mislukken. In de winter van 1799-‐1800 vluchtte Dussek voor de schuldeisers van zijn failliete bedrijfje naar Hamburg. Hij liet zijn schoonvader achter in het gevang waar hij zijn gemaakte schulden kon aflossen. Waarschijnlijk zag Dussek zijn vrouw en kind (een dochter) niet meer.
www.prvanstekelenborg.nl | www.prvanstekelenborg.com
Hij verbleef naar alle waarschijnlijkheid twee jaar in Hamburg waar hij actief was als artiest en leraar en vanuit Noord-‐Duitsland vele grote reizen maakte. Er wordt beweerd dat hij hier een amoureuze verhouding had met een dame van hoge adellijke bloede die zich bij de Deense grens ophield. Of hij ook voor haar moest vluchten weten we niet. In het algemeen wordt dit verhaaltje naar het rijk der fabelen verwezen. De reizen die hij vanuit Hamburg maakte gingen onder andere naar Ottensen en Braunschweig. In 1802 maakt Dussek zijn langverwachte reis naar zijn geboorteplaats Cáslav om zijn oude vader te bezoeken. Hij geeft tevens twee concerten, een op 14 september 1802 en een op 15 september 1802 met de hoornspeler Giovanni Punto. Vervolgens gaf hij in oktober 1802 in Praag drie succesvolle concerten. Pianist en componist Václav Jan Tomasek was erg onder de indruk van zijn spel en vermeldde dat Dussek de eerste was die de piano dwars op het podium plaatste zodat het publiek het profiel van de componist beter kon zien
In Maagdenburg of Berlijn, daar heerst onenigheid over in de bronnen, werd Dussek door vorst Radziwill aan prins Louis Ferdinand van Pruisen voorgesteld die tot zijn dood beschermheer van Dussek werd. Van oktober 1804 tot oktober 1806 diende Dussek als orkestmeester bij deze prins. Spohr vermeldt in zijn autobiografie dat de twee; Louis en Dussek een wild en roekeloos leven geleid moeten hebben toen ze van slagveld naar slagveld trokken.
Nadat de man in de strijd om Saalfield op 10 oktober 1806 om het leven kwam, componeerde Dussek een pianosonate ter nagedachtenis; Elegie harmonique sur la mort du Prince Louis Ferdinand du Prusse op. 61. Ook eerde hij de prins door een artikel over de vorstelijke musicus in de Allgemeine Musikzeitung. Dussek was erg kapot van zijn dood. Enkele maanden verbleef hij nog in het paleis waar hij musiceerde voor het gevolg van de overleden prins.
Zeer kort daarna diende hij voor Prins Issenburg waarna hij zich in 1807 in Parijs vestigde waar hij Prins Talleyrand, prins van Benevento diende. De officiële naam van de prins luidt: Charles Maurice de Talleyrand-‐Périgord en leefde van 1754 tot aan 1838. Dussek had hier weinig verplichtingen. Hij gaf hier concerten en gaf les. Dussek was inmiddels te veel een ‘mode’-‐componist maar onder zijn latere werken vinden wij er vele van opmerkelijke kwaliteit; bestudeert men deze werken nader dan blijkt toch dat Dussek in die gevallen ten onrechte vergeten is. De nog gespeelde instructieve pianomuziek (sonatines) behoren niet tot het beste van zijn hand. Zijn gezondheid nam af door buitensporig drankgebruik waardoor hij genoodzaakt was zijn carrière te beëindigen. Hij trok zich al vlug terug en verviel in een ziekelijke melancholie die tot zijn dood duurde. In deze laatste periode bij Talleyrand gaf hij nog pianoles aan wat leerlingen en gaf hij talrijke concerten, vaak in de Odeon met de violisten Rode en Baillot en cellist Lamare. In de laatste maanden van zijn leven bleef Dussek in bed, vrat en dronk, had geen lichaamsbeweging meer en werd daardoor zeer corpulent. Hij stierf aan jicht.
Zandvoort in de toekomst
Aardig doen loont!
Duitsers zijn like-able, nu wij nog...
Wees aardig en beleefd; de Duitse toerist komt weer. Om de gewoontes van onze Oosterburen beter te doorgronden krijgt de politie in Zandvoort ook dit jaar in de zomermaanden versterking van Duitse collega’s. Zij leren onze politiemensen hoe je de Duitse toerist de weg kunt wijzen, hoe je hen informeert en hoe je hen kunt behoeden voor bekeuringen. In navolging hierop informeert de gemeente Duitse toeristen via QR- Simpel. 80% van de toeristen in Zandvoort is tenslotte Duits. De Zandvoortse politiemensen doen door samen te werken met de Duitse politie kennis op van de Duitse cultuur, taal en werkwijze. Hoffelijkheid en correct gedrag spelen daarbij een hoofdrol. In 2009 gaven Duitse politie-‐agentes al aan dat Nederlandse agenten veel dichter bij de burger staan en meer in ‘gesprek’ zijn met mensen. Rol van de burger en de gemeente De gemeente Zandvoort gaat in navolging van de politie Duitse toeristen in het Duits informeren via QR-‐codes en mobiel internet. Daarmee kan de gemeente op een interactieve manier en in een open tone-‐of-‐voice de Duitse toerist laten zien hoe hun verblijf in onze badplaats zo voordelig en goed mogelijk voor hen kan uitpakken.
De gemeente kan met één druk op de knop de Duitse toerist voortdurend blijven informeren van de laatste aanbiedingen, ingelaste evenementen en wijzigingen op bijvoorbeeld de vertrektijden van de trein of bus richting Haarlem en Lisse of parkeertijden in en rondom het centrum van Zandvoort. Dé Duitser bestaat niet Omdat Zandvoort financieel afhankelijk is van Duitse toeristen mogen we ons afvragen wie de Duitse toeristen van vandaag eigenlijk zijn? En klopt het beeld dat wij Nederlanders van Duitsers hebben eigenlijk nog? Nee, de Duitse kuilengravende bierbuik is allang verleden tijd. De Duitsers die we elk jaar in Zandvoort mogen verwelkomen zijn jonge ouders die ons strand willen bezoeken omdat Duitsland zelf nauwelijks strand heeft. En daar hebben ze best veel geld voor over. Geld waarop de gemeente blijft vertrouwen. Omdat het toerisme terugloopt is het voor de gemeente van belang om blijvend te investeren in positieve aandacht voor de Duitse toerist. Alleen op die wijze haal je trotse toeristen binnen de gemeentegrens die zich welkom en gewaardeerd voelen in Zandvoort. Het belang van een positieve, directe benadering Nederland is op elk vlak afhankelijk van onze grote buur Duitsland. Dat is een simpel feit. Ook nu in tijden van crises haalt Duitsland in de EU voor ons heel wat kolen uit het vuur. Anno nu daalt het aantal Duitse toeristen in Zandvoort. Ook zij moeten op de euro’s letten. Des te gemotiveerder is de gemeente dus om in direct contact te treden met de Duitse toerist die Zandvoort verkiest boven een weekje Egypte of Turkije. Des te bewuster we moeten zijn van de Nederlandse gastvrijheid en directe communicatie. Om in te spelen op interesses van de Duitse toerist kunnen we passend en interactief service verlenen. Bovendien kun je met behulp van mobiel internet de toerist aan je weten te binden en hen direct aanbiedingen doen voor het volgend seizoen. De gemeente krijgt inzicht in wie de Duitse toerist werkelijk is en wat hij wil. Naast de politie wil dus ook de gemeente in samenwerking met de ondernemersvereniging de Duitse toerist direct kunnen informeren over ons parkeerbeleid, onze evenementen en eigenlijk alles waar we als Zandvoort trots op zijn. Het is voor het eerst dat de gemeente haar informatievoorziening wil afstemmen op de interesse en het gedrag van de Duitse toerist. Dat doet de gemeente met QR-‐simpel, een QR-‐code die Duitstalige info op maat bevat waarmee de Duitser gedurende zijn verblijf zijn weg weet te vinden in Zandvoort op zoek naar evenementen, goed eten, leuke winkels, concerten en tentoonstellingen. Kortom, met de QR-‐coderingen gaat de gemeente Zandvoort meer ‘in gesprek’ met de Duitse toerist. Wat de gemeente eigenlijk doet is dat het voor het eerst investeert in aandacht en waardering. De Duitse toerist wordt op een open, hartelijke manier benaderd. Wij zijn ervan overtuigd dat, in tegenstelling tot ge-‐ en verboden op billboards, flyers en brochures , de QR-‐info een positieve werking heeft op de directe communicatie tussen gemeente en toerist. Maar, dat kan de gemeente natuurlijk nooit alleen via een enkel digitaal kanaal. Ook in de fysieke wereld moet de toerist zich welkom voelen en bij vertrek het idee opvatten dat hij volgend jaar weer voor Zandvoort kiest. Dat kan dus alleen met uw steun. Als u zich openstelt en op positieve wijze met de toerist in gesprek bent en blijft over bijvoorbeeld het idee van de QR-‐code-‐service, dan pas zet u Zandvoort bij onze Oosterburen op de kaart. Wie goed doet, goed ontmoet, zullen we maar zeggen.