Reactie op Reporter Radio voor de uitzending van 5-11-2017 Tie Schellekens, namens het Havenbedrijf Rotterdam 3 november 2017 De binnenvaart is een belangrijke achterlandverbinder van de haven van Rotterdam. We willen dat transport verschuift van de weg naar binnenvaart en/of spoor. Dit is nodig voor de bereikbaarheid van de haven en de verduurzaming van het goederentransport. Er is op allerlei niveau overleg met de binnenvaartorganisaties. Het Havenbedrijf werkt nauw samen met deze organisaties om de positie van de binnenvaart in de Rotterdamse haven te versterken. Recent hebben wij bijv. een incentiveregeling in het leven geroepen om efficiÍntere afhandeling van de binnenvaart te stimuleren. Maar de binnenvaart moet ook verduurzamen. Als Havenbedrijf streven wij naar het toevoegen van economische en maatschappelijke waarden en het realiseren van duurzame groei. Dus spelen we een belangrijke rol in het veilig, gezond en attractief houden van onze haven en omgeving. Vanuit die rol is het logisch dat we ook de verduurzaming van de binnenvaart stimuleren. Met incentives proberen we de binnenvaart te stimuleren om milieumaatregelen te nemen. Dat doen we onder andere door het geven van korting op het binnenhavengeld voor schone schepen. Ook wordt een opslag op het binnenhavengeld toegepast voor schepen die niet aan de CCR-2 norm voldoen. Ontvangen opslagen komen ten goede aan de Stimuleringsregeling Schonere Binnenvaart en worden door Havenbedrijf afgedragen aan het Expertise- en Innovatie Centrum Binnenvaart (EICB). Na een zeer zorgvuldige consultatie van belangenbehartigers van de binnenvaart is in 2008 afgesproken dat het vanaf 1 januari 2025 verboden is om met een binnenvaartschip in de Rotterdamse haven te varen dat wordt voortgestuwd door een dieselmotor die niet voldoet aan de emissiewaarden van fase 2 van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn van de Centrale Commissie van de Rijnvaart (de zogenoemde CCR-2 norm). Later is deze afspraak bij wijze van artikel 13.2 vastgelegd in de Havenbeheersverordening, de regelgeving in de haven Rotterdam. De Havenbeheersverordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Deze maatregel is tot stand gekomen als onderdeel van een pakket maatregelen dat in 2008 noodzakelijk was om de aanleg van Maasvlakte II mogelijk te maken. De afgelopen tien jaar heeft de techniek niet stilgestaan. In het kader van Green Deal Cobald stimuleren we het objectief vaststellen van milieuprestaties van motoren zodat getoetst kan worden of schepen – met aanpassingen van hun schip – ook voldoen aan de CCR2 norm.
Artikel 13.2 Verbod voor binnenschepen in de haven 1. Het is vanaf 1 januari 2025 verboden zich in de haven te bevinden met een binnenschip met een – ten behoeve van de voortstuwing – inwerking zijnde dieselmotor die niet voldoet aan de emissiewaarden van fase II van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart of niet voldoet aan het bepaalde in Richtlijn 97/68/EG, dan wel het bepaalde in eventuele opvolgende richtlijnen. 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen voor binnenschepen van bijzondere aard of met bijzondere lading, functie of bestemming. Toelichting artikel 13.2 In artikel 13.2 wordt voorts bepaald dat het verbod op “vuile” motoren inwerkingtreding treedt op 1 januari 2025. Er is gekozen voor de datum van 1 januari 2025 aangezien op die datum het merendeel van de (Europese) binnenvaart op basis van de gemiddelde vervangingsinvesteringen naar verwachting voldoet aan de gestelde normen. Deze gemiddelde vervangingsinvesteringen zien niet alleen op het in zijn totaliteit vervangen van een dieselmotor, maar ook op het retrofitten van (voorzieningen op) een bestaande dieselmotor. Bij het retrofitten van een bestaande dieselmotor van een binnenschip worden zodanige aanpassingen gedaan, dat ook een bestaande motor aan de gestelde emissiewaarden voldoet. https://www.portofrotterdam.com/nl/nieuws-enpersberichten/constructief-overleg-efficientere-afhandelingcontainerbinnenvaart-leidt-tot