De Roede van Tielt jaargang 1977

Page 1

,I! ^

, 1.,-tA eI

•3. >> ' i )

' i h i U , , <&, rJTJ ; i » , ' ■ ■

>.<v// >

C o rn e t c/t'n

V ’ ! V 'W é & î ’

1 g

^

ï ï ! T l/' r

«vio'IuTijer

T.J-b

s

^

i:

R

G

R

À

V

I

A Æ 7 /(7 ; i f t r u . h / e

-

i

> tffu u. »-y >.m ui,./Æs> j j

\

/

-nOiîjï&g}

/ i e t \ d c / it ir e

\

}

\

L

-j ; i - 4 ^ ï * i 4

, 0 1

B

\

A ltè r e

l1ItUh

±

m U r t u b iifo/ , o n < le o lie .

a. M

Ù

U

H0

î / >tî\/

ï?

Ile, iV XReeeUte j /j

' te r Ile r c k .

" i * ( ; 3 ) ^ /{ » « /n o o r d

' “ o te u F flu lIc “ ( I „ƒ }„ ]J C ir n /e h ie f

i

\

^ ^ g ft \^ $ r / it tti e tyîltf t

'3 '

°

r C R / / •,

^ /U M ’c U w j ' n

’/Ieeek hoont «

„ $

/

I ) >v n - i . ^

M ftUdehrf-re n iJ e h o e y e Ç~

* 'f , l, \ ir i/ x d e r ,

ii v ^ V

•\ X - u M *1

\ ? È f ÿ } ) * à ir , J> R ^ o- !if

^ ?a £ V ’ •5 l ; '< > ' *

A(JfL \ C V p l t ’ ' C/ty * ^ V i'r f\rj'f/h '> '

\ 1 ’ : ■ v - i r- th e rp .

*■ )

\ ^ r l V t e j h e m / \ '■■<i î “

’ U f.

A -\

r * î

0 / L:ï fî l/ di l

'1 i ï - ' i j j j , i ^ :A r > < J f 7 ) ' 1 - C "

C h e rh

3 ^ï ^£ %.'•.

w /jr

*.

, Je K tr c k r O

^

,

,

— l f j . c c r t . r i -cii_L ,

H t■e hk \ u A fa , i

t

• r iîîB

c?

"t

*

■/ W iV l'r//1:1 ^ • ,<W à lf Y Cil Ÿ r ’ „-K h

2 n je h n u ii\ t e r t , < lly

J~Aur)ken^

Mander y ï r r *\A,RoOtehfcke /P r - 3X-. d Taa tn m ve A ._ . . jC/ î .

- lU l)

\ v * h r tr\r r V ,

f i ’/ * * ™

1 .

^

î

k

,

*

d S ' ë ë l / ■■%'?■•' J tV

•’ *

y - lia —^ | % nuye'Chat

i 'i - ,

LftKuyrhjuàvi

f f iï t A : * tC e ld ie /ie m 1-.'1''’ '•’ ( y. u t t e % '-J i ? %J\ jifit/ii>Cfuit~_1!t/,.i: r ^ f t

l * >/ r

~

'h 'il . i n n e . f / ie / r î r - * ! ^ . r °

h / f t ’.

^

j

^ ^\Io'&û ïfftfn \ l l t ilh u jh e m ^ d f .

OuJel'et.ii. t

tLamteve/d,l 3i},W/e " 0 \

t//‘,’/hht^ /e% \\fJeBaryt- ’ ; >'i

1 •■

U iie lù c t u p c l

^

t

* 4^

jt e r l. n e h t f S ~ * '■ l ) t e r 'J u n [ c k

-w

i n it t h e r n

,-Sy7)etttrvnern(

y \ / / / ie lt h 'ti H

v f

Ut

mdbete/.

^eeU ÇÇnynfcr.A n 'o n te *\flite > > L ,

. I

.

.

^H am am

l\

'r t Z f c > Ly t .V-N— A te iti‘m \[te t l 4i î

Jjnevet en C u rm /J

D .ir /ie k

'f'.r/ •/ Aet'Urrvesr.yl. ^vT ï t

O nu

r y

X X y ^ rU

r i e . 7/

lIy/ùn yi tuj v ( i l f t ' ù u v D r ie m a a n d e lijk s H e e m k u n d ig T ijd s c h r if t

H w h a ù * ï (S,

S e ja a r g a n g , n r . 1, m a a r^ T 9 7 7 ^ - ' ' J

I

v

/

■ /V l

e y ^ /> ^ /3 j

f/\ r/ •/

f , /

;

■ n iJ Y

*

)

,

V ^ d w e \r ^ jn ^ m ‘.IA

Æ 7 //w ë «'ftt. , l . )Ü v ; e / / h , C ^ W » r t j ' v v ^ ^ /.r le tte rh e t

eek e n t

//

A — rM ..o

^Y <t o

' -ft-V l- .w /.-:./^ / '-.i K T -

.

>

Y-hn<?e,rente Jleintll

. / -''Acart * ^ :’h ’i r r 2 > -■ J, 2 ln ie ty ftn •teert ■■., ^ J le iie C ü /iA

.

Rutverrde /: ( n ii U 'i

w i'

\a

> L \ » liw ,

J l -k ^ ^ R

A ^t/ÆeeÀ> ’^ J te M y ffin

■/re - «w»v

n

\

T

,

3 0L /

^J L ' l ^ r ^ V"4 S ! ,mt5 l.iN K X»

r , ^ "

e .r F e r t^ e e lv e y

y

i

a

k

j ,j T [ jTtr u \ir t : *i c i r * ™ « * “ '* - *

(s ^ v _ : T d " ' 4i , u

* ' •• ••' 1, j cyzA'r \ ^ tl ***V*’ \l / t# \ / óV Ajlaurftt'Yui yJÏ*Xk

' \Æ£'rf(ttrr -

7? < v ? c r

-•;.

\A

- Jnunvw c

L. <.

y>tisnsi/\ , v. . r

i/ .

r

\

)

A iv o 'e rt W

h


ONTELBAAR

zijn de diensten die de Bank U kan-verstrekken zowel wat geldbeleggingen als wat kredieten betreft. Een goede raad ... bespreek in vertrouwen al uw financiĂŤle zaken met een deskundige van de

BANK VAN ROESELARE EN W E S T - V LA A N D E R E N

zo wint U zeker tijd en geld !

Agentschap Tielt. Markt 24


DE ROEDE VAN TIELT Heemkundige Kring voor Tielt en de gemeenten van de vroegere Roede van Tielt. Lid van het Westvlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde

Voorzitter : P. Vandepitte, Driesstraat 9, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.17.00 Ondervoorzitter : Gh. Vandeputte, Statiestraat 83, 8780 Oostrozebeke. Tel. 056/66.90.91 Secretaris : Ph. De Gryse, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.18.38 Redactie : J. Billiet Ph. De Gryse W. Devoldere P. Vandepitte R. Vanlandschoot W. Vanseveren Lidmaatschapsbijdrage : 250 fr. (te storten op PR. 000-0398411-32 van De Roede van Tielt, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt). Verschijnt viermaal per jaar. Er worden geen losse nummers verkocht.

INHOUD VAN DIT NUMMER M. Castelein-Van Wonterghem, Het volkslied als spiegel van een tijd

blz. 2 en 16

G. Lams, Openbare verlichting te Wingene

3

G. Lams, Aanvulling bij J.B. Van Lokeren (16871731)

9

W. Devoldere, De Pittemse zouaven

17

W. Devoldere & R. Vandenbulcke, Beelden uit het oude Wakken

19

R. Vanlandschoot, Boekbespreking : J. Claerhout. Gemiste kans of menselijk tekort ? (J. Persyn)

26

R. Vanlandschoot, Het Tieltse en de Vlaamse Be­ weging

36 Druk Veys, Tielt


HET VOLKSE LIED ALS SPIEGEL VAN EEN TIJD Lied der Tieltse opgeëiste arbeiders voor Duitsland (14-18) Met een valiezeke naar onzen zin, Mee en beetje beer (1) erin, Zo trekken wij naar de statie, Maar t ’ is van per occasie. Ze steken ons op den trin, Maar ’t is tegen onze zin ! Ze voeren ons naar Duitsland. Is dat nu toch geene schand ? Wij die zijn van ’t Vlaamsche bloed, En bezield met leeuwenmoed ! We zijn voorwaar die echte Tieltenaars ! Trein op trein zijn wij aan ’t voyageren, Naar Duitsland moeten wij nu gaan slaven, ’t Is een schande voor die Deutsche barebaren ! Lied gezongen door de jongelingen uit den Rijckegemkouter als ze moesten naar het Meldambt gaan. Een, twee, drie, vier, de Kouter is hier ! De Kouter is hier, een, twee, drie, vier. De Kouter is hier op zwier. En had de Kouter hier niet geweest, ’t En had hier geen plezier geweest. Een, twee, drie, vier, De Kouter is hier op zwier ! En ’t zal nen tijd komen dat den oorlog Is gedaan, ’t Zal geen eene knul In ons Belgenland bestaan. Mee al die schanderij en al die moorderij. Ze hebben naar ons geschoten zonder medelij. Zulk een oorlog, zulk een leven, In ons rustig Belgenland ! En op zijn graf zullen wij schrijven : Hier ligt de moordenaar ! Zulk een afschrift al voor den keizer. Hier lijdt Belgenland. Deze liederen werden in 1976 opgetekend door Maria Van Wonterghem, echtgenote Castelein Gérard, 0 Tielt 1904, thans wonende te Ruiselede 2


OPENBARE VERLICHTING TE WINGENE

Frans Wautermartens was veel jaren lantaarnaansteker te Wingene. Met nieuwjaar bezorgde hij de mensen van de dorpskom zijn wensen voor het nieuwe jaar (zie de twee «voorbeelden»), in de hoop in de meeste huizen een stukje drinkgeld op te strijken. We bezitten een tiental dergelijke «nieuwjaarsbrieven». Sommi­ gen zijn bovenaan gedateerd, bij anderen is er een aangepast jaarschrift om die te kunnen dateren. Het oudste exemplaar dateert van 1876, het laatste van 1893. Hoelang Frans Wautermartens dit bijberoep uitoefende, konden we niet achterhalen. De eerste lantaarnen werden in 1858 ge­ plaatst, vijf in totaal (1). In 1864 werden er nog eens tien lantaar­ nen bijbesteld, zodat er in zijn geheel een 15-tal verlichte punten waren in de dorpskom (2). De lantaarnen waren uit ijzer vervaar­ digd, eerst op een houten paal gemonteerd, van 1872 af op een zware gietijzeren voet (3). De lantaarnaansteker deed iedere avond zijn ronde met een kleine ladder, juist gepast om die tegen de lantaarnpaal te zetten. Hij stak de lamp aan met een waswiek, daalde terug van zijn ladder af, zwierde die met uen hup op de schouder en zette zijn ronde verder, en dat van september tot mei van het volgende jaar. De volgende morgen, het uur was aangepast aan het opkomen van de zon, werden de licht gedoofd. Iedere morgen moest de voorraad petroleum worden aangevuld (in totaal werden per winter ca. 2.500 liter verbruikt), nieuwe wieken geplaatst en het geheel gereinigd van roet en aanslag. De gemeente had gezorgd voor de aankoop en het plaatsen van de (1 ) Er zullen 5 lanteernen aengekocht worden aen 40 fr ’t stuk, 4 in de Tieltstraat 1 in de straat leidende naar de Lochbal (Beernemstraat). (Begroting 1857). (2) Aankoop van 10 lantaernen aan 35 fr. 't stuk, totaal 350 fr; dus van heden af zijn er 15 lantaernen. (Gemeenteraad 4 november 1864). Aen Karei Blesseel, voor 9 nieuwe lanteernen voor de dorpsplaats 147,75 fr. Voor de oppasser der lanteernen 20,53 fr. (Gemeenterek. 1865). (3) Pieter Vandewiele : ijzerwerk + plaatsen 66,94 fr. Félix Anseeuw, vensterruiten van de lanteernen 30,48 fr. August Vandevoorde : lament en olie 7,56 fr. Ch. Blesseel : oppas lanteernen tot april 10,65 fr. (Gemeenterek. 1858). A 46 Krediet van 100 fr. voor het vervangen der houten staken der lanteernen door ijzeren...» (21-7-1871, begroting 1872).

3


BAUDEWIJN DESERRANNO geboren te Wingene op 31 mei 1903 laatste lantaarnaansteker tot 1939 gestorven te Aalter op 20 januari 1946

EDUARD (Wardje) VERCOUTERE geboren te Wingene 20-9-1895 gestorven te Wildenburg op 24-8-1954

4


lantaarnen en betaalde ook op het einde van ieder «seizoen» de lantaarnaansteker (4). Het betalingsbevel nr 50, van het dienstjaar 1901, geeft ons een idee van de werkprestaties, de verbruikte brandstof en wat het allemaal kost.

m aand

p e tro ­ le u m

g la z e n

m . w ie k

p in te n

dagen

b e d ra g

la n ta a rn o lie

1900

1901

sept. okt. nov. dec.

163 273 368 326

24 12 24 12

jan. febr. maart april mei

295 290 268 199 93

24 24

2.275

132

10 6 5 9

2 2 2

5,5 11

12

1

46,5

7

17 25 30 26

34,85 51,25 61,5 53,3

23 24 23 21 10

47,15 49,20 47,15 43,05 20,5

199

407,95

Daarbij dienden nog gevoegd: 104,5 liter petroleum, 55 dagen werk en 2,5 frank waswiek aan koster Bouckaert voor vijf lantaar­ nen rond de kerk, zodat Eduard Vercoutere, die Frans Wautermartens opvolgde, 667,67 frank uitbetaald kreeg (5). In 1913 werden de petroleumlantaarnen vervangen door gaslantaarnen. Het scenario bleef echter nagenoeg hetzelfde. De lan­ taarnaansteker deed nu zijn ronde per fiets, gewapend met een lange stok, waarin bovenaan een oliepitje brandde (petroleum of raapolie). Bij elke lantaarn duwde hij met zijn stok de gaskraan open en ontstak de vlam. ’s Morgens werd de kraan met dezelfde stok weer dichtgeduwd. Camiel Vercoutere volgde zijn vader op als lantaarnaansteker. Wanneer er in 1926 grote schaarste van brandstof was, werd het (4) 1725 liters petrol aan 9 fr./100 I. 63 glazen aan 0,18 fr. ’tstu k 31 meters wieke aan 0,30 fr. de m. 3 1/2 1. lanteernolie à 1,21 fr. de I. waslavement voor de lanteern aan te steken loon lanteernaansteker

155,25 fr. 11,34 fr. 9,30 fr. 4,20 fr. 9,00 f r. 312,30 fr. 501,39 fr.

totaal (Gemeenterekening 1895). (5) Voldaan op 15 september 1901 Edw. Vercoutere (Gemeentearchief).

5


MIJne WensChen Voor aLLc WYugensChe LIcDea. Mijnheer, w aa r gij ’s avonds wandelt, keert of gaat, Vindt gij ’t lichtje branden, ’t zij op m arkt o f straat ; Daarvoor zorg ik stipt, a! is het zoo bitter koud, Rap en ga u w loop ik de straten op voor jong en oud, Op mijn’ ladder klimmend, om te verdrijven de donkere nacht ; En om u veilig te behouden ’t zij uit modder, plas of gracht, W a n t maaktet gij eene tuimelperle of liepet gij m alkaar op ’ t lijf, 't En w are toch niet wel gekomen noch voor man of w ijf. Ja, door storm, regen of sneeuw, altijd breng ik u hulpe in nood, W an t ik moet aan vro u w en kinders bezorgen patatten en brood ; ’t Is ook slecht koude lijden, en voorzeker is ’t daarom, Voor hun daarvan te bevrijden, w erk ik mij raoê en dom. ’k W ensch u betere zaken, w arm e stoof en buikske vol en goed, W an t met dit maakt men ’t leven ’s winters aangenaam en zoet. En daarbij, gezondheid, welvaren, w are vreu gd e n vrede, Zij en blijve steeds voor u allen mijne Nieuwjaarsbede.

De dorpsverlichter, F rans W A U T E R M A R T E N S .

6


aantal lantaarnen fel beperkt (6). Gelukkig duurde de crisis niet al te lang, zodat in 1927 terug 54 lantaarnen brandden (7). Toen in 1928 de electriciteit in Wingene zijn intrede deed (8) en gas en petroleum verving, dacht men dat het beroep van lantaarnaansteker ook vlug tot het verleden zou behoren. Niets was echter minder waar. Het zou tot na de tweede Wereldoorlog duren tot alle straten van Wingene elektrisch verlicht waren. Hier en daar werden wel enkele elektrische lichtpunten aangebracht (9) maar gedurende de mobilisatiemoeilijkheden was er in Win(6) k.B. van 8 nov. 1926 in zake beperking van het verbruik en de verdeeling der brandstof. a. nopens de beperking der openbare verlichting 1. van 15 tot 20 nov. GEEN verlichting uit oorzaak van maneklaarte 2. nadien een klein getal lantaarnen te laten branden op de hoeken der straten en enkele andere, die nog zouden kunnen ofwel vroeger uitge­ doofd worden bv. rond 9 uur, in ’t afgaan der maan, ofwel in nachten van klare maan in ’t geheel niet aangestoken worden. (Beraadslaging schepencollege, 10 nov. 1926). Schrijven van het gasbestuur van 11 dec. 1926 nopens de beperking der straatverlichting ... heeft besloten 28 gaslichten te laten branden op de 54 lan­ taarnen, te rekenen van 13 dec. 1926. (7) Tabel der openbare verlichting van de winter van 1927-1928. aansteken om 7u30 4-5-6-7-8 sept 1927 uit om 5u 6u 2 okt. tot 22 okt. 6u 5u30 23okt. tot 19 nov. 6u30 4u45 20 nov. tot 10 dec. 7u 11 dec. tot 8 jan. 1928 4u 7u30 9 jan. tot 21 jan. 4u30 7u 5u 22 jan. tot 11 febr. 6u 5u40 12febr. tot 11 maart 5u30 6u30 12 maart tot 1 april 5u 2 april tot 15 april 7u30 4u30 16 april to t8 mei 8u 4u30 (8) G. Bouckaert, ingenieur Gembloux: ereloon electrificatie van de gemeente 6.130,60 fr (Nr. 20) Maatschappij van electriciteit: 100.000 fr. (Nr 43) — 58.548 fr (Nr 132) — 3.082,47 fr (Nr 163). (Gemeenterekening 1929). Het kollege, Heeft bericht ontvangen dat HEDEN AVOND van de EERSTE KEER kabien en laagspanningsnet in dienst wordt gesteld en elektrisch licht zal verschaft worden. Enkele aansluitingen aan bijzondere woningen zijn reeds gedaan. (Schepencollege 18 december 1928). (9) Het Kollege, heeft tot verlichting der Leenmolenstraat, eene openbare ELECTRISCHE LAMP laten plaatsen op den eigendom van het gemeenteraadslid Mr Vandemoortele Henri, in wiens woning de teller ook werd opgesteld. Deze lamp heeft een eerste maal gebrand op 9 januari 1936 en heeft een lamp van 75 W. De Hr Vandemoortele zal ze aansteken en uitdoven. De tarief zal berekend worden aan -20% (gemeente) (schepencollege, 10 jan. 1936).

7


gene nog steeds sprake van «openbare gasverlichting» (10). Ge­ durende de oorlog was de verduistering algemeen, zodat pas in 1945 de openbare verlichting in het schepencollege weer ter sprake kwam. Camiel Vercoutere, die naar Frankrijk uitgeweken was, werd opgevolgd door Baudewijn Deserranno. Hij huwde in 1939 en vestigde zich in Aalter, zodat Baudewijn uiteindelijk de laatste lantaarnaansteker was te Wingene.

Guido LAMS

LIEVE BURGERS. Als hel zwarte avond duister, kom t benev’len ’t maneluister, W ie ik ook mijn hulpe biën, Aan ons Wyngenscbe goede liên, Spoedig neem ik mijne leder, En die klimmend op en neder, Met mijn keersken in de hand, Verspreidt ik 't licht ’t allen kant, Op dat men met vaste schreden, Over poel of plas mogt treden, En zijn kop of kin of neus, Aan geen paal of meur en kneus, Vrienden, ’k wil nog meer verrigten, Dan hier dorp en straat verlichten. Ik moet U naar gebruik niet waar, Wenschen heil in ’l Nieuwejaar.

De dorpsverlichter.

François Wanteraartens,

(10)

8

... gedeeltelijke mobilisatie ... 280 mannen ... opeising van 44 paarden, 1 autocamion en 3 moto's ... Wat de openbare GASVERLICHTING betreft, werd besloten er GEEN te doen. (Schepencollege, 25 september 1939).


AANVULLING BIJ JOANNES BAPTISTA VAN LOKEREN 1687-1731 In het artikel over Joannes Baptista Van Lokeren dat verscheen in de 7e jg ., nr 2, pp. 43-56, werden enkele veronderstellingen geuit, o.m. over de schenking van de kelk en pateen van pastoor Van Lokeren, zijn zorg voor de armen en het weeshuis van Tielt, zijn oogziekte en de schenking van zijn bibliotheek aan de paters van Tielt. Door het vinden van een afschrift van het testament en uit­ treksels van verkoop en betalingen, gedateerd 1742, kan dit nu allemaal bevestigd worden. Dit afschrift werd overgeschreven door Dr. Carton uit Wingene en berust in R.A. te Kortrijk in de bundel aanwinsten van Dr. Carton. Voor de duidelijkheid voegden wij er een ondertiteling en een nummering aan toe.

J.B. VAN LOKEREN 1687-1731 STAET ende inventaris van alle de goederen soo meuble als im­ meuble, baeten ende crediten, midtsgaeders lasten ende schul­ den achtergelaeten ende bevonden ten sterfhuyse van Wylent Heer ende Meester JOANNES BAPTISTE VAN LOKEREN, in syn leven Pastor der prochie van WYNGENE, overleden buyten poortere der Stede ende Roede van Thielt, op den sesden octobre zeventhien hondert een en dertich, wiens ziele Godt ghenaedigh zy in geschrifte gestelt bij Joannes Frans Bouckaert, coster der voornoemde prochie, tot uytreedynge van den voorseyden sterf­ huyse, by de gemeene hoirs ghecommitteert ende tot het over­ brengen deser betrocken in syne voorseydequaliteytvan weghen dheeren Wethouderen der voornoemde Stede ende Roede van Thielt, by requestre in den raede van Vlaenderen midtgaeders ordonnantie ende toestemminge van Jan Bapt. Strack, Sr Jacobus van Lokere, Pieter ende Jacobus van Caneghem, midts­ gaeders Lodewyck Simoens, alle hoirs soo van svaders vaderlycke, als svaders moederlycke syde, ten geseyden sterfhuyse omme naer examinatie ende liquidatie te vinden al sulcke parten ende deelen als de weesen dieder sullen bevonden worden sal competeren, midtsgaeders oock omme daer uyt te connen be9


grooten de thiende penninghen die de non-poorters haeldinghers sullen schuldigh syn, ende is den selven alsoo presen­ terende aen myn heeren Bailliu, Burgmeestre ende schepenen der voornoemde Stede ende Roede van Thielt, in ponden, schel­ lingen grooten als volght : Alvooren wordt alhier te kennen gegeven datter ten desen sterfhuyse GEEN LEENEN bevonden en syn ... memorie Alhier wordt geexhibeert het TESTAMENT van den Heere overledenen, luydende van worde te woorde als volgt : VIVE JESU ET POSSEDE NOS PRO DEO lek onderschreven geve aen CLARA VAN OOST, Fa Jan, in leven lanek de woonste daer in sy nu woont door toestemminghe van myn heer Verranneman, sic testor hoe 20 febr. 1725 ondt Joannes B. Van Lokeren, pastor van Wingene VIVE JESU ET POSSEDE NOS, Ego infra; remetto ecclesiae de Wingene quidquid supra eam boni habere pretendo similiter mensae pauperum de Wingene quidquid mihi debet ob Deum remitto (quytschelde) et calicem meam relinquo ut mihi anniversarium fundent. ondt Joannes B. Van Lokeren, pastor de Wingene, hoe 7 martii 1727 (1) Item do per modum testamenti tertiam partem nostris pauperibus de Wingene, bonorum meorum mobilium seu immobilium quorum redditus annue per pastores sz Wingene dictus pauperibus, sic volo ondt J.B. Van Lokeren, pastor de Wingene hoe 7 martii 1727 (2)

(1) LEVE JEZUS EN HIJ BEZITTE ONS Ik ondergetekende (a) laat aan de kerk van Wingene, alles wat ik beweer dat zij van goed bezit; (b) zo ook scheld ik, om Godswil, aan de armendis kwijt, hetgeen zij aan mij schuldig is; (c) Mijn kelk laat ik, als fondatie voor mijn jaargetijde. (2) Zo ook geef ik onder de vorm van testament, het derde deel van mijn bezittin­ gen, zowel de roerende als onroerende goederen, aan de armen van Wingene, waarvan de opbrengsten elk jaar door de pastoor van Wingene aan de armen moet gegeven worden. Dat wil ik.

10


Libri mei (exceptio flandricis idiomatis) dabantur recollettis Thiletanis (3). Bona quae mihi debent communientes amici ex annus vatatitio censu mihi debito applicabuntur missis celebrandis ad intentionem quam modo formo et formadi cetra sunt amicorum cominiensium. ondt J.B. Van Lokeren, pastor de Wingene 9 martii 1727 (4) Volo dure donni pupillarum (quarum sum thileti director) villam (5) UITTREKSELS 1. Gronden van erven verkocht 2. Crooserende renten 3. Constante penningen ten sterfhuyse bevonden a. 50 ponden, 12 schellingen en 8 grooten bevonden boven de sacristie van de kerke van Wingene, dagh naer de begraefdach, ter presentie van den heer Landtdeken ende eenighe van d’hoirs. b. 37 ponden, 15 schellingen en 6 grooten ontvangen uyt dhanden van den jegenwoordigen heer pastor van Win­ gene, synde tselve geldt gevonden als het voorgaende boven de sacristie. c. 15 ponden, 6 schellingen en 1 groote soo vele de dienstmaerte van den heer overledenen naer het begraeven in handen hadde, benevens eenige goude ringhen ende noch andere juweelen, dewelcke wierden gepresendeert door de regierders van de kercke van Wyngene, terwylen het waerschynlynck was dat het waren offerhanden die den heer overleden ontvangen hadde ende midts sy ook waeren pretenderende aen het geldt dat gevonden was boven de sacristye. Soo ist dat tusschen d’hoirs ende den heer pastor, kerck ende armmeester, midtsgaeders Burg(3) Mijn boeken (uitgezonder deze in de Vlaamse taal) worden gegeven aan de Recoletten van Tielt. (4) De goederen die mij toekomen uit de vriendschap van vriendelijke samen­ horigheid, worden aangewend tot het opdragen van missen ter intentie van en naar de wens van mijn vrienden. (5) Ik wil het huis, waarvan ik directeur ben te Tielt, geven aan de dames bestuur­ sters der wezen.

11


meester der voornoemde prochie van Wyngene seker accordt ofte transactie waer by die van de kercke van Wyn­ gene cederende laeten vaeren hunne pretentien die sy maeckten aen het voorseyde gevonden geldt ende dhoirs van den anderen cant het voorseyde gevonden geldt ende van den anderen cant cederen in profyte van de voornoem­ de kercke de geseyde goude ringen ende andere juweelen, midtsgaeders eene silvere goudt vergulde patene, de welcke beneffens eenige andere goederen van den heer overleden tot Brugge is bevonden, dus hier in profyte van het sterfhuys 15-6-1 4. Meubilaire goederen De vlaemsche boeken wierden verkocht, de fransche en latynsche by terstamente gelegateert aen de Eerw. Paters recolletten van Thielt. 5. Pastoreele Thienden ende landpachten pastoreel Item comt alhier noch in gemeene baete de somme van acht ponden grooten soo veele den kelck met syne toebehoorten die is in de kercke van Wyngene ende competeert aen dit sterfhuys by ghemeenen consente is geextimeert tot acht ponden grooten, waer vooren die van de voorseyde kercke hebben geconsenteert te sullen besetten een eeuwich jaergetyde ter intentie van den heer overledenen ingevolge het testament, dus hier 8-0-0 BETAELINGEN (de nummers zijn er heden bijgezet) 1. Item brengt den rendant in betaelinghe de somme van seven en vyftigh ponden, veerthien schellingen, eene groote en ses deniers soo veele hij heeft betaelt aen d’ heeren Van Hoonacker ende de pape diservitores ten tyde van het vacheren van de pastorie van Wyngene naer de doodt van den heer overledenen over hun contingent en de pastoreele revenuen ten jaere seventhien hondert een en dertigh, de welcke hier vooren in ’t geheele syn verantwoordt ende goedt gedaen, daer inne begrepen de somme van vyf ponden neghen schellinghen en ses grooten, soo veele den heer overledenen in syn leven hadde ontfangen op het geseyde jaer 1731 — 57-14-1 1/2 2. Item betaelt aen den heer Landtdeken van het District van Thorhout de somme van dry ponden, thien schellinghen gr. over de funeraille rechten van den heer overledenen — 3-10-0 12


3. Item betaelt aen den voornoemden heere Landtdeken de somme van twee ponden grooten in voldoeninghe van d obli­ gatie van de confraterniteyt van alle de respective pastores van de voorgemelde dekenye — 2-0-0 4. Item betaelt Mre Paulus Blommaert, chirurgyn tot Wingene, de somme van een pont dry schellingen en vier grooten over diversche visiten ende leveringhen van medicamenten gedaen in den doodtsieckte van den heer overledenen, con­ forme de specificatie ende quittance danof synde, dus — 1-3-4 5. Betaelt aen Sr Laureyns Willems, Mre chirusin tot Canegem, de somme van twee ponden twee schellingen en acht grooten over diversche visiten inde doodtsieckte van den heer over­ ledenen ende leveringhe van medicamenten ghedaen con­ forme syn quittantie dus — 2-2-8 6. Item betaelt aen dheeren Deservitores van de pastorye van Wyngene de somme van seven ponden sesthien schellingen en ses gr. soo over hun recht funeraille in qualiteyt van onder­ pastor in ’t uythaelen, sinckinghe ende uytvaert van den heer overleden, als het doen van missen binnen het leven van den selven ende andersindts, breeder conforme hunne specifica­ tie ende quittantie dus — 6-16-6 7. Item betaelt aen Anthone van Brabant, peirdesmet tot Pitthem de somme van vyf grooten over het beslaen van het peirdt van den heer overledenen, conforme de quittantie, dus — 0-0-5 8. Item betaelt aen Pr Tavernier d’ oude, de somme van eenen schellynck en acht grooten, over twee maenden dienst van den heer overledenen thebben GESCHOREN, conforme syne presentie ende quittantie dus — 0-1-8 9. Item betaelt aen den heer Bailliu van d’ heerlykhede van Willecomme de somme van eenen schellynck grooten over een extract bij orde van d’ hoirs ghelicht uyt den heer. renteboeck. dus — 0-1-0 10. Item betaelt aen CHRISTOFFEL DE MUYNCK, marktschipper tot Haltere, de somme van vier schellynghen en acht grooten over SCHIPVRECHT van den serck ofte grafsteen van den heer overledenen, te brengen van Gendt tot Meulewalle — 0-4-8 11. Item betaelt aen LAUREYNS ANDRIES, herbergier tot het geseyde Meulewalle, de somme van seven schellingen en vier 13


grooten over thairen t ’ synen huyse gedaen by 10 a twaelf persoonen, dewelcke geholpen hadden om de voorgenoemden sercksteen te helpen lossen ende weder omme op den waegen te laeden, daer inne ook begrepen de thairen van den voerman ende peirden de welcke den selven naer Wyngene gebroght hebben, conforme de quittantie dan of synde dus — 0-7-4 12. Item betaelt aen JOANNES DE POORTERE, meester metsenaere, de somme van vyf schellynghen, vier grooten over het leggen van den geseyden grafsteen, daer inne begrepen de daghure van synen diender ende den mondtcost, con­ forme de quittantie dan of synd — 0-5-4 13. Item betaelt aen JOSEPH VEROUGSTRAETE de somme van acht grooten en ses deniers over synen dienst in ’t helpen lossen en leggen van den meer geseyden grafsteen — 0 0-8 1/2 -

14. Item betaelt aen JOSYNE VERGOTE, huysvrouwe van Jan de Jaghere meester steenhouwere tot Gendt, de somme van thien ponden, sesthien grooten en acht grooten, over coop van meer geseyden serck ofte grafsteen van den heer overledenen — 10-16-8 15. Item betaelt aen Mre Pr BOUCKAERT, chirusin tot Lichtervelde de somme van vier ponden, acht schellingen en ses grooten, over diversche expresse voyagien tot visiteren van D'OOGEN van den heer overledenen ende leveringe van medicamenten — 4-8-6 16. Item betaelt aen Pr de Tavernier, fs Guille, de somme van ses­ thien ponden, ses schellingen en acht grooten in restitutie ofte wederom keeren van een jaer competentie van d’ onderpastorie ten laste van het capittel van Sinte Pieters tot Cassel, het welcke door het misschryven van de leste quittantie een jaer voorder betaelt was als dat men by de voorseyde quittan­ tie conde sien sulcx dat men de selve competentie noch eens heeft ontvangen, enz. — 16-6-8 17. Item betaelt aen CORNELIS RAPPALLIERE, peracquier tot Thielt, de somme van twee schellyngen en seven grooten, soo vele hy noch te goedt vondt soo hy seyde, van reste van een perasque aen den heer overledenen gelever — 0-2-7 18. Item betaelt aan G. VAN SEVEREN, coopman in haut binnen de stede van Thielt, de somme van vijfthien schellinghen 14


grooten courant, over leveringhe van wagheschot tot het maecken van de doodtkiste van den overledenen — 0-15-0 19. Item betaelt aen MATHEUS HOUTEKIER, timmerman, de somme van achtthien schellingen en vier grooten over het maecken van de doodtkiste ende het kisten van het doodt lichaem van den heer overledenen — 0-18-4 20. Item betaelt aen de Mr JACQUES VAN BRABANT tot Thielt, de somme van sesthien schellingen grooten over leveringe van twee paer schoenen aen den heer overledenen gedaen in de jaeren 1730 en 1731 — 0-16-0 20. Item betaelt aen AMANDUS VYNCKE, de somme van vier schellingen grooten soo vele hy was goedt vindende over huysheure van een arme dochter, waervooren den heer over­ ledenen hadde verantwordt— 0-4-0 22. Item brenght den rendant in betaelynghe de somme van twee ponden grooten soo vele hy heeft betaelt aen de kercke van Wyngene in redemptie van d’ ornamenten ofte priesterlyck gewaet daer mede den heer overledenen is begraeven als wesende ordinaire, dus — 2-0-0 23. Item betaelt aen Heer ende Mre JOANNES DE BUSSCHERE, pastor van Wyngene, de somme van twee ponden grooten over het doen van vier solemnele jaergetyden bij orde van d’ Hoors het leste octobre 1 735 — 2-0-0 Desen 24 décembre 1742 Toire als greffier ende was ondt. G.H. De Cock

Guido LAMS

15


HET VOLKSE LIED ALS SPIEGEL VAN EEN TIJD

Refrein uit het lied der Tieltse gefusiljeerden A. Vermeersch, A. Matthijs, A. Vankeirsbulck. Zij stierven met den kreet op hunne lippen : Wij sterven voor ons land Door beulen van Deutsland ! Maar uit ons graf zal nog ons geest aanstippen : Dat eenzaam keizerrijk zal vallen in het slijk ! Dat eenzaam keizerrijk zal vallen in het slijk !

Liedje uit 14-18 Pa, hoe gaat het aan den Ijzer ? vroeg den kroonprins aan den keizer. Slecht, mijnen jongen, we kunnen er niet door. De Belgische soldaten, die staan er altijd voor. Maar ge moet daarom niet treuren. Den oorlog zal niet lang meer deuren. Al was ons leger nog zoo groot, We moeten er al te gader dood. O ! beziet die groote Keizer ! Al zijn volk ligt in den IJzer. En beziet hem daar nu met zijne groote macht, Hij en kan nog niet door zulk’eenen gracht ! En wie gaat de kroone dragen ? En wie zal er zegepralen ? ’t Is voor onzen koning Albert. Ja, hij is de kroone weerd. Deze liederen werden in 1976 opgetekend door Maria Van Wonterghem, echtgenote Castelein Gérard, ° Tielt 1904, thans wonende te Ruiselede.

16


DE PITTEMSE ZOUAVEN

In het decembernummer (nr. 4) van de 7e jaargang van De Roede van Tielt verscheen van de hand van J. Goddeeris het artikel «Zouaven uit het Tieltse». Destijds zochten we — wat de twee Pittemse zouaven betreft— naar hun wedervaren na hun afzwaai.

AUGUSTIN ROOS (blz. 147) (1) Na zijn afzwaai in februari 1869 huwt hij te Gent, einde augustus 1869, met Maria Prudentia De Bruycker uit Vurste, en gaat in deze stad wonen op 2 september van hetzelfde jaar. Hij had er vier kinderen : Georgius, Romanus, Camilla en Ernestus. Augustin Roos stierf te Gent op 2 juli 1914 als winkelier. Zijn vrouw overleed er in augustus 1922.

CLEMENT LEFEVRE (blz 142) In 1846 was hij te Pittem hulponderwijzer bij meester Scherpereel ( 2). Hoe komt het dan, dat hij zijn verbintenis tekent met een kruisje ? (blz. 142) Bij zijn indiensttreding woonde hij te Tielt bij een zekere Goemaere, samen met een zekere Henri Dereuck. Hijzelf en deze Dereuck worden beiden vermeld als «tydelyk afwezig». Was Henri Dereuck ook een zouaaf ? Na zijn terugkeer werd hij dienstknecht in het Klein Seminarie. Omtrent zijn dood en begrafenis volgend getuigenis uit Biekorf (3 ): «Als een medelid overleden was, hielden de zouaven er aan het stoffelijk overschot naar zijn laatste rustplaats te dragen. Zo ge­ schiedde o.a. op 15 maart 1876 te Beveren-Roeselare de uitvaart van Clement Lefevre, die op zondag 12 maart gedood werd, toen tijdens een geweldige storm, het dak van zijn hofstede instuikte. (1) Gegevens verstrekt door Michiel Boussauw uit Gent. (2) Het Volksonderwijs te Pittem - 1800-1872 door V. Arickx. (3) Biekorf, 1950, blz. 204-209, De West-Vlaandersche Pauselijke Zouaven-maatschappij — Kanttekening bij het Ratte Vyncke-jaar, door MIS VAN COPPENOLLE.

17


Het verslag vermeldt dat vier kloeke zouaven het lijk droegen : boven op de kist lag de zouavenuniform van de overledene, met het kruis van Mentana versierd, ’en vijftien kinderen uit de ge­ meenteschool, in eene schoone en prachtige pauselijke sol­ datenuitrusting gingen langs de beide kanten van den stoet’.»

Wilfried DEVOLDERE

18


BEELDEN UIT HET OUDE WAKKEN W. Devoldere Bronnenmateriaal : Roger Vandenbulcke

Wacken

KASTEEL VAN WAKKEN De eerste vermelding van Wakken zou dateren uit de jaren 811-870. In 1281 beheerde Arnold van Oudenaarde het goed van Wakken in naam van Gwijde van Dampierre. In 1369 hadden de heren van Harelbeke — wier familie een bastaardtak was van de graven van Vlaanderen — het domein in hun bezit. Onder het beheer van Filip Uuterswaene werd Wakken verkocht aan André Andries. Door het huwelijk van zijn dochter met Antoon II van Bourgondië verwierf Wakken een nieuwe luister, want vanaf 1480 werd Wakken dus de residentie van een tak der Bourgondiërs. In 1614 werd Wakken een baronie, in 1626 een graafschap. Na meer dan 200 jaar verblijf van de Bourgondische familie, werd het kasteel

19


Wackerç

Het kasteel. ■ Le château.

eigendom van de familie Hardion-Wakken (1715), daarna van de familie Maldegem-Wakken (1818) en vervolgens van Kervijn de Lettenhove. Het kasteel werd vooral in de tijd van de Bourgon­ dische bewoners luisterrijk ingericht. In 1573 wordt het «De Warande» genoemd. FOTO 1 : De gevel van het kasteel. Het handschrift is van de toen­ malige «kasteelvrouw» Madeleine de Blondelle. FOTO 2 : Het kasteel langs de achterkant. SCHANDPAAL In het park van het kasteeldomein (ook de «Wandeling» ge­ noemd) bevindt zich een zuil, Wakkens schandpaal van eertijds. In zijn Flandria lllustrata van 1642 tekende Sanderus deze zuil op de «plaetse van de wekelycke marckt». De paal verzeilde vroeger in een wei en diende er als hekkenpaal. Op initiatief van één van de kasteelheren kwam ze later in het park van het kasteel terecht.

20


KERK Van de vroegere kerk rest niets meer. Dit gebouw veranderde tal­ loze malen van structuur en stijl, doch zou opgetrokken zijn rond de 13e eeuw in romaanse stijl. Verdween deze kerk rond 1790 ?

21


ivackbs

K ffÂ

Tijdens de eerste Wereldoorlog werd de toenmalige herberg «StEloi», gelegen in de Kapellestraat, ingericht als «Duits kwartier». De Wakkenaars herdoopten het gebouw in het «luizekot». Na de oorlog werd het in brand gestoken. Op de foto zien we een hondenkar, op de deur in de hoek staat «Deutsches Bier» geschreven, dit waarschijnlijk om de aandacht van de Duitse soldaten te trekken.


ร feMtรณi


Deze foto toont ons het pensionaat ÂŤSaint-JosephÂť tijdens de bezetting 1914-18, met op de voorgrond enkele speldewerksters. Het gebouw staat in de Kapellestraat en is nu als winkel ingericht.

Reeds vroeg ontstond de nu nog wekelijkse gehouden dinsdagmarkt. Vanaf 1561 werd die gehouden, en reeds gauw verdeeld in Korenmarkt of Graanmarkt (1615) en Garenmarkt (1681), het westelijk gedeelte. Op de foto zien we dat de markt bij de opname nog niet geplaveid of verhard was.

24


m

i

Hôtel de 9 ille et Place d!ftrmes. Ôemeentehuis en Wapenplaats,

De Wakkenaars waren trots op hun adellijke dorpsgenoten. Wellicht hebben ze dan ook hun invloed laten gelden op de naamgeving van de vele herbergen. Een voorbeeld is «Het Boergondisch Kruis» (links op de foto). De eerste vermelding dateert uit 1664. Het gebouw bestaat nog steeds, doch werd herdoopt in «De Sportman» ...

25


J. ('la e rh o u t in z ijn laai.sic levensjaren. ... un des prêtres les plus savants de n o tre pays, c/ui n était n i professeur d ’ U niversité, n i m em bre de / ’ A cadém ie de B elyu/iie. n i mêm e chanoine honoraire, ("e s t à peine s 'il était ch e va lie r de l'O rd re de l.é o p o ld van 24 fe b ru a ri 192V).

I A c tio n nationale


BOEKBESPREKING : JULIAAN CLAERHOUT. GEMISTE KANS OF MENSELIJK TEKORT ?

Dr. Jan Persyn, Juliaan Claerhout (1859-1929). Gemiste kans of menselijk tekort ? Teksten en Studiën uitgegeven door het Cen­ trum voor Gezellestudie bij de Universitaire Faculteiten St.-lgnatius te Antwerpen, nr 4. Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel, Ant­ werpen, 1975. Van de biografie getuigen de historici dat ze ofwel het moeilijkste genre is in het rijke domein van de geschiedschrijving (Jan Romein), of — en wat veel erger is, — erg ondankbaar (JeanMarie Mayeur, in zijn meesterlijke studie over de Frans-Vlaamse abbé Jules Lemire, ongeveer een tijdgenoot van priester Juliaan Claerhout). Inderdaad, de opgaven voor een biografie zijn niet te versmaden. Men verwacht een nauwkeurige en precies door de détails scherp getekende levenslijn van de betrokken figuur. Daartoe moet meestal een ontzaglijk grote berg documenten, brieven, snip­ pers, getuigenissen meesterlijk beheerst worden. Dat heeft dr. Jan Persyn met acribie, zeggen de meesten van zijn critici en re­ censenten, volbracht. Niet alleen heeft de auteur rijkelijk geput uit de schriften en correspondentie van deze Westvlaamse pries­ ter, hij heeft achteraan in het boek 66 brieven chronologisch en geannoteerd gepubliceerd; maar daarenboven ook een keuze aangeboden uit studies en nagelaten handschriften (23 blad­ zijden). De geportretteerde is dus zelf rijkelijk aan het woord. Maar het hertekenen van een langlopende levenslijn zou ver­ zanden indien de schrijver geen of te weinig aandacht opbracht voor de dieperliggende achtergronden waartegen Claerhout zich met zo ruime veelzijdigheid heeft bewogen, de sociaal-culturele, de religieuze, de wetenschappelijke wereld van West-Vlaanderen in het laatste kwart van de negentiende en het eerste kwart van de twintigste eeuw. Uiteraard hebben wij in deze bespreking méér oog voor de rijke bron van biografische en culturele gegevens voor de eigen West­ vlaamse streek. Het curriculum vitae van deze op 9 december 1859 te Wielsbeke geboren priester Juliaan Claerhout doorsnijdt dit fysische en geestelijke landschap voortdurend. 27


In 1867 wordt hij «ter schole gezonden naar het nabije Oostrozebeke. Daar onderrichtte één van die onschatbare onderwijzers uit de vorige eeuw, meester J.B. Hoste, de jeugd van het platteland» (blz. 15). De lokale zoekers en zanters, die maar al te graag het doen en laten van deze onschatbare «meesters» van de dorpen uit de plooien van de vergetelheid willen halen, zullen op hun honger blijven zitten. Maar dit verloren zinnetje is meteen een uit­ nodiging om het bredere kader van deze biografie op verschillen­ de punten aan een meer gedetailleerd lokaal onderzoek te onder­ werpen. Het boek van Persyn is rijk gezegend met zulke vragen naar lokale precisering. En dit is geen verwijt! Integendeel. Pas nadat je het boek hebt gelezen en de lange, grillige weg van Juliaan Claerhout hebt gevolgd, ontdek je, in de eigen vertrouw­ de omgeving, zoveel onvermoede vragen. We zullen er in de loop van deze bespreking nog wel enkele signaleren. Vier jaar later arriveert Claerhout in het Sint-Amandscollege van Kortrijk en blijft daar tot in de zomer van 1878. Nadien volgt een jaar filosofie in Roeselare en vier jaar theologie in Brugge. Hon­ derd jaar na de «Groote Stooringe» vraagt men zich nog altijd af via welke verborgen lijnen deze flamingantische actie van Roese­ lare, over Thielt, naar Kortrijk overkwam. Zeker is de collegeleerling onder de invloed van Albrecht Rodenbach gekomen «Histo­ risch gesitueerd verschijnt Juliaan Claerhout ons : nagenoeg drie decennia jonger dan zijn later zo aangebeden Guido Gezelle, drie jaar jonger dan Albrecht Rodenbach, wiens invloed hij zou ondergaan, twee jaar jonger dan Pol De Mont, die hij als een groot kunstenaar zou vereren; als jonge man zou hij getuige worden zowel van het overal om de figuur van Hugo Verriest op­ borrelende leven, als van de opkomst van en de tribulaties rond de Tachtigersbeweging en Van Nu en Straks, de verwoede strijd om de taalwetten en de opkomende democratische beweging» (blz. 15). Op 18 september 1884 werd hij leraar te Tielt. Persyn beschrijft indringend die drie luttele jaren dat Claerhout zijn veelzijdige activiteit in Tielt ontplooide. Zijn geheel eigen wijze van onder­ richt, zijn reusachtige deelname aan de deken De Bo-herdenking in Tielt in 1885, zijn geschil met de plaatselijke Davidsfondsafdeling (waar we zelf verder nog op speurtocht zijn), zijn onverzadelijke werklust in de redactie van het belangrijke tijdschrift Het Belfort. Uit deze razend intensief beleefde Tieltse periode dromen we na over de vraag naar de medewerking van leraar Claerhout aan de Gazette van Thielt, van Désiré Minnaert. In het najaar van 1887 werd de collegeleraar in pijnlijke omstan­ digheden overgeplaatst naar Torhout waar zijn onderwijsloop­ 28


baan twee schooljaren later voor goed afknakte. Eind september 1889 werd hij onderpastoor in Sint-Denijs. Tot zijn allereerste pastorale bezorgdheid behoorde de gildenwerking van de christelijke sociale beweging voor Rerum Novarum. En de wortel van deze, in wezen, christen-democratische opzet, ligt reeds in het Tieltse in de jaren 1884-1885. Maar ook hier moet nog verder gezocht worden naar de incubatieperiode van deze beweging in de streek ten noorden van Waregem en ten zuiden van Roeselare. Uiteraard is Claerhout in zijn eerste onderpastoorswerk gericht op Kortrijk, het Kortrijk van deken De Gryse (blz. 69). «Duidelijk lag sociale toewijding hem meer dan politiek geschreeuw. Reeds enkele maanden na zijn aankomst te Sint-Denis kwam daar een eerste belangrijke sociale organisatie tot stand : in maart 1890 — na een der verschrikkelijkste winters van de vorige eeuw, waarin vee op de weiden doodgevroren was en men alom in Vlaanderen met overstromingen had moeten afrekenen — werd in dat dorp een afdeling van de «hoerengilde» van Kortrijk gesticht ...» (blz. 81). Men blijft stilstaan bij het zo genuanceerde oordeel van Claerhout over de strijd tegen het socialisme. Eind 1894 wordt hij in Pittem benoemd tot «bestierder van de katholieke scholen van Pitthem». Dat zou hij blijven tot in het voorjaar van 1911. Meer dan 15 jaar was hij opnieuw werkzaam in het Tieltse. Hier zou zijn roem van archeoloog ontstaan, met nationale en toenmaal zelfs Europese repercussie : de opgravin­ gen in Pittem en Dentergem, het «Heidensch Kerkhof» en hetz.g. «Paaldorp» uit het Neolithicum. Ook hier zouden zijn contacten met «Daensisten» blijven. Maar ook hier zou hij ziek worden, en voor het verdere leven getekend. «Iemand die zo door arbeidswoede bezeten is, heeft uiteraard geen oog voor het gevaar dat dreigt. Het onvermijdelijke moest in dit leven komen. Of er recht­ streekse oorzaken zijn van Claerhouts plotselinge zware inzin­ king? Natuurlijk, veel te veel werk kan nare gevolgen hebben. Maar die onverdroten arbeid was onmiskenbaar een gevolg en geen oorzaak. Een gevolg van Claerhouts psychische constitutie; hij behoorde (evenals Gezelle wellicht ?) tot het type van de hypomanen, de gepassioneerden, die op alle terreinen tegelijk actief willen zijn, en die zichzelf in het zwoegen nooit ontzien» (blz. 116). Hier raken we aan één van de delicate punten van de biografische opzet Is de diepere verklaring voor deze psychische ontwikke­ ling via de accurate historiografie wel te achterhalen ? Sluiert niet in elk mens een diepe kern van niet op te helderen mysterie? Toch missen we in het boek een breder zicht op deze afglijdende levensbaan van priester Juliaan Claerhout. 29


Eind 1911 werd hij pastoor in Kaster. Een onvergetelijk mooie streek. Ondanks zijn ziekte werd zijn wetenschappelijke roem zo mogelijk nog groter en geconcretiseerd in het door hem eigen­ handig opgerichte en opgezette archeologisch museum in deze kleine plattelandsparochie. Zowel zijn studie over de landelijke woning als dit museum waren baanbrekend werk. Hij werd er door beroemd en erkend door groot en klein, door de Franstalige kringen van Brussel zowel als door de eenvoudige parochiaan van te lande die in hem een «geleerde pastoor» zag. Toch had zich een drama voltrokken, waarvan vele hedendaagse lezers nauwelijks kunnen begrijpen dat zo iets aan het begin van deze eeuw in Vlaanderen mogelijk was. Zijn archeologische roe­ ping, zijn passie voor het wetenschappelijk aftasten van het men­ selijke verleden en de evolutie, kon niet doorgaan in de eigen taal. Onvermijdelijk is de vervreemding van oude, flamingantische vrienden erop gevolgd. Volgens ons ligt daar wél een reden voor zijn afwezigheid op de grandioze Verriesthulde in Ingooigem op 17 augustus 1913. De redenering van Persyn op blz. 139-140 overtuigd ons niet helemaal. De hoofdstukken X, Oorlog in Vlaanderen (blz. 141-149) en XI, Laatste levensjaren van Claerhout (blz. 150-159) vallen mager uit. Over deze 15 jaren nauwelijks 20 bladzijden. Hoofdzakelijk gaat de aandacht van Persyn naar de verhouding tussen Claerhout en Gezelle, in de jaren 1882-1899. Ongetwijfeld is dit boek een belangrijke bijdrage in de bloeiende Gezellestudie in het Nederlandse taalgebied. Maar daarvoor moeten we de geïnteresseerde lezer verwijzen naar de gespecialiseerde recen­ sies en besprekingen o.a. in de Gezelle-Kroniek. Aan het einde van het boek kan de lezer ook kennis nemen van de uitgebreide bibliografie van Juliaan Claerhout. Ze beslaat aan bij­ dragen in allerlei tijdschriften minstens 384 nummers (blz. 251-281). Een index van persoonsnamen (528!) is uiterst com­ pleet (blz. 282-287).. Persyn besluit zijn Juliaan Claerhout als volgt: «Zonder uiterlijk vertoon is deze bezielde mens zijn weg gegaan, van uit de roman­ tiek der Blauwvoeterie, weldra gesterkt door de weldoende vriendschap van een der nobelste geesten uit de geschiedenis van zijn volk, door een totaal-beleefd priesterleraarschap en sociaal engagement heen, naar een steeds diepere studie van al wat het Vlaamse volk eigen was, van voedingsbodem en leef­ milieu van Vlaanderen, maar weldra ook van andere volkeren. Claerhout bezat een meer dan gewoon historisch en cultureel be­ wustzijn als : bewoner van het westerse continent; zijn lange weg 30


eindigde in een eerste vermoeden van de hoge gedachtenwereld van P. Teilhard de Chardin. En dat alles is toch een grote rijkdom voor één mensenleven» (blz. 167). Wij kunnen dit besluit onder­ schrijven. Romain VANLANDSCHOOT

Ten slotte wilden we de lezer van deze bespreking laten «proe­ ven» van één van Claerhouts beschrijvingen. De «geleerde pas­ toor» had aandacht voor de dagelijkse gebeurtenissen.

WIELSBEEKKERMESSE (Handschrift in papieren DR; zie p. 18) 't Is kermesse te Wielsbeke, den vierden zundag van oestmaand en wij hebben kermesse. Den zaterdagavond, in het donkerblauw dumsteren, ga ik met vader naar Roosbeke, om de koekebroon; smoorend, met zijnen blauwen kiel aan, met den bleeken, taaien schoorband in den nekke, stapt hij tusschen de twee tramen van de kortewagen, die altemets ne keer piept en zucht, in de stilte van den avond; ’k ga neens hem en vetelle een verhaal, dat ik gelezen hebbe; ’t is al late als wij werekeeren; ’t ligt wel hier en daar, ne groenen blekhoorn te glariën in ’t gers van de kalsijdijk en de sneeuwwitte smoor hangt doodstille in de elshagen; de koekebroon liggen op nen zak, op de kortewagen, drie efene en e krentebrood; de zakskes liggen er boven, waarin de blomme naar de bakkerie gedregen wierd. De dag gaat open; ’t geluchte groent en blauwt en klaart; stop­ pels en boomen, hagen en ween, tintelen wel nog zoo helder en nog zoo feestelijk, in den rijzenden zonneglans, omdat het zundag en omdat het kermis is. ’t Wordt omtrent den noene en brandend heet; de hinnen zitten gefokt onder de schelven in mokskes en schudden hulder vlerken in ’t zand. De kermesgasten komen af al twee kanten; wij hebben twee poorten aan ’t hoveke; al de eene, nevens ’t huis, komen wij op ne gerskant, die breed genoeg is, om met wagens bereen te worden en die ons rechte naar de kalsij leedt, naar Vlissinge; al de andere poorte, bachten ’t ovenbuur, komen wij op een wegelke en verder op een koeidreefken, nevens Overscheldens en twaalfhonderd en dat dreefke brengt ons op de kalsij, eenige stappen over de her31


berg Sébastopol, ’t Zijn de nonkels en de tanten; de mans dragen hulder zijden klakke in hulder rechter hand; ’t zweet staat op hulder rood, bruinverband, beenderig aangezicht; ze gaan in hulder hemdemouwen en ze dragen hulderen frak in den linker­ arm, of op de linkerschoere; twee hoekskes van hulderen hemdeband zijn over hulderen zwarten, zijden halsdoek geplooid en de enden van dien halsdoek liggen vast onder ’t onderlijf; de broek is met en striepe, volgens de mode van den tijd. De jongens die mee zijn, gaan barvoets, met hulder kousen in de zakken van hulder frakske en ne schoen in elk een hand; ’t zijn zware kazakkeschoetjes. De mutsebinders van de vrouwen liggen over hulder schoeren; ze dragen witte mutsen met roo blommen en 't zweet stroomt over hulder roodglimmend aangezicht; hulder zwarte kassefiks hangen met truizels over ’t lijf van hulder bruin kleed of van huldere zwarte zijdene rok. En zoo komen ze traag­ zaam op het hof gestapt. — Dag Stant. Dag Amelie. — Wellekomme... en ze zetten hulder en ze begun van 't were, van de hitte, hoe dat ze naar de messe gegaan zijn, hoe dat met de jongens gaat, wie dat ze gemoet hebbe onder wege, hoe dat ze met ander kermisgasten op mal­ kaar gebotst zijn. ’t Draait rond den een en de kermesgasten gaan aan tafel in de kamer; twee tafels staan nevens malkaar, de vierkante, witge­ schuurde tafel uit het huis en de vierkante, bruine, groengetinte tafel uit de kamer; ze zijn gedekt met een witblauw, geperkt tafel­ kleed; elke gast zit op nen stoel, met eene breede, bruine, ge­ kromde lene al boven; hij heeft voor hem, een witte, diepe telloore en daarnevens een tin lepel, een tinnen ferkette en een mes met beenen nicht en stompe snee; op de tafel staat er een telloore met brood en een wit mostaardpotje, met mostaard, dat wij zelve den zaterdag achternoene gemaakt hebben, met nen kanonbal, in ne houtene kom, uit mostaardzaad en azijl; elke gast heeft ook voor hem een kleen bierglas, waarvan het voetje van minder doorsnee is als de bovenste rand en dat maar nen halve kapper in en houdt. Bier staat in een kleen glaren karafke, dat de vorm heeft van een flassche met platten grond. Als ze gelezen hebben zet moeder de soepekom op de tafel; ’t is een bruine kom, met rebben, geluw gespekeld, met twee ooren; elk steekt zijn telloore bij en vader vult ze met den tinnen soepelepel. De soepekom wordt wederom gevuld en elk nut twee, drie tellooren soepe; ze is dikke van de bruine korsten, de silderij en de witte krullekes, die erin gekookt zijn en ’t staan groote, geluwe oogen op. 32


Daarachter komen de wortelkes en koeivleesch op tafel; ’t ge­ kookt vleesch is in dikke schellen in huis gesneen en ’t ligt op een telloore; ’t gaat rond en elk stekt en schelle met zijn terkette; om hulder vleesch te snien, houden ze de ferkette tusschen twee vin­ gers en den duim van de linker hand; als ze brood noodig hebben, stekken ze ook een snee met hulder ferkette. De wortelkes gaan rond in de soepekom; ’t liggen geluwe brokskes vet in en ze worden met ’nen houtenen lepel in dezelfde diepe tel­ loore geschept; elk pakt een redelijke potie; ze zijn geen kermes­ eten gewend en ze steken al zoovele weg of dat ze vermeugen. Als de wortelkes op zijn, worden de eerappels opgediend, weder­ om in dezelfde soepekom; elk schept een schoon hoopke doomende eerappels, schoone milders, die met witgeluwe blomme lachend en bekoorlijk openbersten; de sauce, van ’t ge­ braad vet gemaakt, gaat rond in eene witte sauciere; daarachter worden de worstenden rondgegeven, die allichte in den diepen mond verdwijnen; iedereen trekt toe; men hoort de smekkende kakebeenen ruttelen en ’t wordt wederom nu en dan een endeke gestekt met de ferkette, van de telloore, die ievers wat verder op de tafel staat. Ondertusschen wordt er ook een glazeke bier gedronken en ze drinken binst dat hulder mond vol vleesch en eerappels zit. Dan komt de taart op tafel; ’t is een paptaarte met bleuzende, geluwbruine schele, in een rood, eerden pateel; ze wordt met het broodmes in ruitjes gesneen en de stikskes worden op een tel­ loore geleid en rondgegeven; al den eenen kant van de tafel staat er een telloore met krentestuiten en al den anderen kant een tel­ loore met effene stuiten; elke boterham is in twee dilten verdeeld; ’t liggen eerst twee dilten van elkaar gescheed; ’t komen der dan twee boven in tegenovergestelde richting, dan weerom twee lijk de eerste en alzoo kruiswijze voort; ’t en zal van die hoopkes niet vele overschieten. Binst dat ons kermesvolk eet, wordt er geklapt en verteld van Bruin Vercruisse, die getrouwd is met Barbara Nolf, waar dat ze gaan weunen, hoe dat ze aan de occasie gekomen zijn en hoevele dat ze elk thoope brengen; — van den ouden tijd en van de slechte jaren veertig, hoe dat Nonkel Pier eens met zeventien lijken op zijnen wagen naar de kerke reed; — van de koeien die vernieuwd zijn, hoevele dat ze geven en wat dat ervan de kalvers geworden is; — van Stijn Bakeland, waar dat hij nu weunt, waar dat hij vroeger geweund heeft; — hoe dat het vlas verkocht wierd en hoeveel dagen dat het loopen en bien, het dingen en dangen gedeurd heeft; — hoeveel hectoliters van ’t honderd, dat ze van de terwe verwachten, wanneer dat ze aan de tweede snee klaver 33


begun hebben en hoeveel bakken suikerijen ’t honderd lands zal geven; — hoe dat ze gevaren hebben, als ze achteren nieuwe koe gingen : — ’k Ging zundag avond nen keer gaan aansteken naar den Naaipander; ’k kwam daar Nijfels teugen. Ko, zegt hij alzoo, ’k weet entwat stane voor u, bij Cies Landeghem, ge weet wel, die daar getrouwd is met Liete Dinge, met Liete Dendauw, uit het Otteka; ze weunen al de kanten van Merchem; hij heeft daar een koe te koope staan; ze is precies bij de bate; ’t is ’t derde kalf en ze zal wel veertig pinten geven; den maandag nuchtend, als me in­ komen van koeistal, ’k doe mijne kiel aan, ’k pakke mijne mispelare en ’k schiet er mij naar toe. ’k Kome in huis, pak ne stoel, zet u en aansteekt, zegt de boerinne, den boer is achter klaver, maar hij zal allichte naar ’t hof komen; ’k heb daar gehoord, zeg ik al­ zoo, dat ge een melkkoe te koope hebt. Ze is verkocht, zegt ze, 't is ne makelare achtergekomen en den boer heeft ze verkocht, voor den nieuwen boer aan de Wakkensche Sneppe — Den boer komt thuis, ’k vertelle hem hoe dak vare; ’k weet nog entwat staan zegt hij alzoo, bij Jan Verzele van Asele; ge moet maar vragen waar dat hij weunt en ge zult hem gemakkelijk vinden; hij en weunt niet verre van de roete; hij heeft eene schoone melkkoe te koope; ’k heb het gehoord van de makelare. ’k Doe mijne pijpe wederom veuzen en ’k ga der naartoe en den boer komt precies op het hof als ik daar kome en me gaan rechte naar de koeistal. ’t Is een schone koe; ’k bezie ze al alle kanten, ’k taste aan den eur; ze is nog eenige dagen van de bate. Boer, zeg ik alzoo, hoevele zoudt ge wel vragen voor uw koe ? 520 fr., zegt hij. Boer, zeg ik al­ zoo, ’t is wat vele; zoudt niet gaan voor 490 fr?... Me gaan in huis. Zet u en aansteekt, zegt de boerinne. Me klappen van ’t vlas en van ’t slijten en den boer vertelt dat hij ’t schoonste vlas opge­ daan heeft van geheel de streke en dat hij ’t voor 175 frank van ’t honderd verkocht heeft. Me komen weerom op de koe; de boe­ rinne wilt opperwaarduit dak daar bluive om te eten en ’s achternoens doe ik de koe al mee naar huis. Als ik snavends thuis kome, wijf, zeg ik alzoo, ge en zoudt nooit graan, waar dak dees koe ge­ kocht hebbe en ’k vertelle hoe dak gevaren hebbe op mijn bane. Als ze geten en gelezen hebben, staan ze op van tafel; ’t vrouw­ volk gaat in huis-, om te klappen met moeder en de mans gaan naar de schure of naar den dilte, om te slapen; rond de vieren komen ze wederom af; ze gaan ne keer naar den koeistal gaan kijken en ze komen in huis, om hespe te eten met terwenbrood en koekestuiten met kaffie. Dan keeren er eenige wederom naar huis, met e stik taarte en en 34


dikke snee koekebrood; nievers vooren en zou moeder laten van dat mee te geven. De andere gaan gaan kermessen met vader naar de plaatse; men komt in eene herberge; de eene zetten hulder en aansteken hulder peupe uit de vierpot; de andere van ’t ge­ zelschap blijven rechte staan en klappen; ’t wordt ne stoop bier gevraagd en hij wordt in kleene glazekes geschonken, die al in mekaar zitten, een voor een genomen, gevuld en besteld worden. Zoo trekt men van de eene herberge naar de andere; dezelfde vertellingen worden wederom gedaan; ’t komen ook kennissen bij ’t gezelschap; als er een jongheid onder is, hij komt op het vrouwmensch, waarmee dat hij gaat en waarmee dat hij naar een jaar of twee zal trouwen, als ze op iets gekomen zijn en ze klap­ pen juist lijk al de andere, in ’t gedrumsel, in ’t geruchte, in den dompenden tabakrook, van Dingens die hier weunen, van Dingens die daar getrouwd zijn en van Dingens die ginter hulder vlas verkocht hebben. ’t Wordt tiene en ’t volk verdunt in de herbergen; langs de zan­ dige kalsij, met dauw bedekt, komt men in den bleeken manesching weerom naar ’t hoveke; ’t lontje brandt en moeder is nog op; ’t wordt wederom hesp opgezet en men eet nog een laatste koekestuite. Ze pakken een schippe asschen uit den heerd en aansteken hulder peupe. — Tot de kermesse, zeggen ze en ze stappen huiswaarts in de stille nacht, al luide klappen, om ten een, ten tween thuis te komen en snuchtens weerom het boerewerk te begun.

35


HET TIELTSE EN DE VLAAMSE BEWEGING Onder de redactie van Jozef Deleu, Gaston Durnez, Reginald de Schryver, Ludo Simons, het redactiesecretariaat van Johan Ducheyne en het wetenschappelijk advies van (wijlen) Hendrik Elias en Arie Willemsen, werd door de uitgeverij Lannoo een even om­ vangrijke als belangrijke Encyclopedie van de Vlaamse Beweging in twee delen, resp. in 1973 en 1975, op de boekenmarkt ge­ bracht. In enkele heem- en geschiedkundige tijdschriften, o.a. in Rollariensia in de afleveringen V en VII, van de hand van J. Huyghebaert, en in de Leiegouw in de bibliografische overzichten van N. Maddens, in de aflevering 4 van de jaargang XVII, 1975 (voor het deel I, in 1973 verschenen) en in de afl. 4 van de jg. XVIII, 1976 (voor het deel II, verschenen in 1975), werd reeds, telkens voor één bepaald geografisch gebied, een lijst gepubliceerd van interessante trefwoorden. Maddens maakt daarbij de volgende bedenking : «Wij beperkten ons tot een opsomming van de overleden personen. Daarnaast bevat de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging talrijke notities betreffende nog levende figuren, de ene al meer (of minder) Vlaamsgezind dan de andere» (blz. 373, aantekening 3). Wij zouden hier graag, zoals Huyghebaert, «verduidelijken in welke mate de lokale geschiedenis van de Vlaamse Beweging in deze encyclopedie weerspiegeld is» (blz. 244 van nr VII, 1975). Daarbij poogde de auteur een chronologische orde op te bouwen. Hier beperken wij ons tot een alfabetische volgorde en citeren als volgt : eerst de titel van het trefwoord, met een zeer summiere biografische aanduiding, daarna de vindplaats in het tweedelig werk (resp. I en II, met de paginering) en tenslotte tussen haakjes de naam van de auteur. Deze opsomming is wellicht niet volledig en verwijst uiterst schaars naar grotere trefwoorden. Het bewijst inmiddels dat onze streek ruimschoots is vertegenwoordigd. Behalve Tielt, werd ook gekeken naar figuren uit de gemeenten Aarsele, Ardooie, Dentergem, Egem, Koolskamp, Meulebeke, Ooigem, Oostrozebeke, Pittem, Ruddervoorde, Wakken, Waregem, Wielsbeke, Wingene en Wontergem ... Antoon AMPE, Oostrozebeke 29 april 1901 (sedert het ver­ schijnen van deel I overleden), studentenbeweging A.K.V.S., I, 98-99 (L. Vos). 36


August BEERNAERT, 1829-1912, volksvertegenwoordiger voor het arrondissement van 1874 tot aan zijn dood, regerings­ leider, I, 146-147 (M. D’Hoker). Pieter BEHAEGHEL, Tielt 28 augustus 1783 - Brugge 11 decem­ ber 1857, schoolman en taalparticularist, 1,149 (R. Haeseryn). Karel BLANCKE, Wingene 30 juni 1849 - Handzame 18 januari 1934, priester, studentenbeweging, de Vlaamsche Vlagge, I, 187 (J. Boets). Ftenri BLONDEEL, Pittem 29 januari 1874 -Mont-Saint-Guibert, 8 november 1950, priester, leraar en collega van Verschaeveen De Smet, organisator van de Verbiestfeesten in Pittem, aal­ moezenier van de «Franschmans» I, 195-196 (R. Vanland­ schoot). Leonard de BO, Beveren-aan-de-Leie 27 september 1826 - Poperinge 25 augustus 1885, laureaat van het Tieltse college, priester (o.a. pastoor Ruiselede), taalgeleerde, I, 196-197 (J. Boets). Pieter Joost de BORCHGRAVE, Wakken 17 april 1758 - Wakken 13 oktober 1819, dichter, rederijker, toneelschrijver, I, 212213 (J. Smeyers). Remi BRAECKEVELT, Wingene 15 september 1908, onderwijzer, Davidsfondsconsulent, I, 225 (R. Vanlandschoot). Ernest BRENGIER, Sint-Eloois-Vijve, 1 maart 1873 - Gent 25 juli 1940, componist, leerling van Peter Benoit, leefde in Oostrozebeke, vriend van Jozef Lootens en Cyriel Verschaeve, I, 230 (R. Vanlandschoot). Antoon BRYS, Harelbeke 24 november 1891 - Brussel 22 septem­ ber 1961, monseigneur, algemeen proost A.C.W., oudleerling college Tielt, I, 262-263 (M. Neirinck). Karei vanden BUSSCHE, Werken 12 maart 1870 - Werken 10 sep­ tember 1905, oudleerling college Tielt, Vlaamse studenten­ beweging, I, 266 (R. Vanlandschoot). Charles Louis CARTON, Pittem 3 juni 1802 - Brugge 19 septem­ ber 1863, kanunnik, filoloog en historicus, I, 276 (A. Deprez). Léonce du CATILLON, Waregem 26 mei 1869 - Sint-PietersLeeuw 6 februari 1941, oudleerling college Tielt, journalist, daensist, I, 276-277 (R. de Schryver).

37


Juliaan CLAERHOUT, Wielsbeke 9 december 1859 - Kaster 12 februari 1929, priester, oudheidkundige, toponymist, I, 293 (J. Persyn). Albert de CLERCQ, Aarsele 28 september 1914 (overleden na ver­ schijnen van I), politicus, eertijds werkzaam in het Jong Volk­ se Front, I, 298 (J.-M. Lermyte). René de CLERCQ, Deerlijk 14 november 1877 - Maartensdijk (Utrecht) 12 juni 1932, oudleerling college Tielt, dichter, activist, I, 299-300 (K. Hulpiau). Arthur COUSSENS, Tielt 1 september 1893 - Ichtegem 19 januari 1926, oudleerling college Tielt, priester, dichter, vertaler, I, 344 (R. Vanlandschoot). Jan CRAEYNEST, Oostrozebeke 1 maart 1858 - Sint-Michiels (Brugge) 23 april 1929, oudleerling college Tielt, Blauwvoeter, priester, I, 347 (R. Vanlandschoot). André DEMEDTS, Sint-Baafs-Vijve 8 augustus 1906, letterkun­ dige, I, 390-391 (L. Verbeke). Alfons DEPLA, Ruddervoorde 16 juni 1860 -’s Gravenhage 14 oktober 1924, oudleerling college Tielt, Blauwvoeter, ge­ neesheer, activist, I, 400-401 (H. Demedts). Jozef DEVROE, Ooigem 18 januari 1905 (overleden sedert het verschijnen van I), onderwijzer, nationalist, I, 407 (M. Boey). Achiel DEWULF, Koolskamp 12 oktober 1878 - Koolskamp 14 mei 1862, priester, collega Cyriel Verschaeve, I, 408 (R. Vanland­ schoot). Gustaaf FLAMEN, Brussel 24 mei 1837 - Brugge 26 maart 1920, priester, leraar Klein Seminarie Roeselare, kring Verriest en Rodenbach, onderpastoor in Ruiselede, medestichter Davidsfondsafdeling Tielt, I, 515 (R.F. Lissens). Leo de FOERE, Tielt 8 februari 1787 - Brugge 7 februari 1851, priester, publicist, politicus, I, 519-520 (R. Haeseryn). Julius HOSTE senoir, Tielt 23 januari 1848 - Brussel 28 maart 1933, liberaal voorman, dagbladeigenaar, journalist, I, 688689 (R. Steyaert). Alfons van HOVE, Tielt 7 augustus 1872 - Leuven 17 juli 1947, oudleerling college Tielt, monseigneur, hoogleraar Leuven, I, 690-692 (R. Vanlandschoot).

38


Leo d’HULSTER, Tielt 15 januari 1784 - Gent 18 mei 1847, letter­ kundige, I, 694-695 (R. Vanlandschoot). Joris LANNOO en uitgeverij Lannoo, Tielt 20 februari 1891 Tielt 8 december 1971, oudleerling college Tielt, uitgever, I, 828-829 (G. Durnez). Jozef LOOTENS, Oostrozebeke 8 april 1882 - Oostrozebeke 16 maart 1955, zakenman, nationalist, I, 893-894 (R. Vanland­ schoot). Honoré MAES, Oostrozebeke 7 september 1879- Dadizele 21 augustus 1971, oudleerling college Tielt, priester, sociale voorman, II, 916-917 (doorlopende paginering), (R. Vanland­ schoot). Alfons MERVILLIE, Wontergem 17 mei 1856 - Kortrijk 4 april 1942, priester, letterkundige, taalparticularist, musicus, II, 955 (J. Huyghebaert). Prosper MONCAREY, Haringe 4 maart 1876 - Tielt 18 augustus 1961, leraar college en onderpastoor in Tielt, sociaal voor­ man, II, 972 (R. Vanlandschoot). Hendrik PERSYN, Wingene 15 april 1857 - Wingene 22 april 1933, oudleerling college Tielt, Blauwvoeter, notaris, II, 1237-1238 (J. Huyghebaert). Antoon vander PLAETSE, Tielt, 3 december 1903- Kortrijk 8 februari 1973, voordrachtkunstenaar, II, 1253-1254 (H. Demedts). Hendrik PRIEM, Ruddervoorde 16 mei 1869 - Brugge 22 maart 1954, studentenleider, advocaat II, 1267 (J. Beyers-Bell). Willem PUTMAN, Waregem 7 juni 1900 - Brugge 3 september 1954, toneelschrijver, II, 1270 (A. Demedts). Gustaaf vande PUTTE, Izegem 20 maart 1853 - Ardooie 13 maart 1913, kanunnik, pastoor Ardooie 1901-1913, II, 1270 (M. de Bruyne). Edward van ROBAEYS, Egem 2 februari 1855 - Barhamas (India) 30 mei 1906, oudleerling college Tielt, blauwvoeter, priester, nadien missionaris, II, 1333 (R. Vanlandschoot). Gustaaf SAP, Kortemark 21 januari 1886 - Brussel 19 maart 1940, hoogleraar, volksvertegenwoordiger voor Tielt 1921-1940, II, 1385-1386 (G. Provoost).

39


Lodewijk SCHARPE, Tielt 24 oktober 1869 - Betekom 4 mei 1935, hoogleraar, II, 1388-1389 (A. Scharpé). Joris van SEVEREN, Wakken 19 juli 1894 - Abbeville 20 mei 1940, stichter en leider Verdinaso, II, 1410-1415 (R. Vanland­ schoot). Robrecht de SMET, Oostende 20 april 1875 - Meerssen (Neder­ land) 1 mei1937, leraar college Tielt, pionier vernederland sing middelbaar onderwijs, II, 1425-1426 (R. Vanlandschoot). Karei Lodewijk TERNEST, Dentergem 12 oktober 1812 - Wetteren 21 juni 1887, onderwijzer, taalkundige, II, 1655 (R. Haeseryn). Emiel THIERS, Gullegem 12 juni 1890, oudleerling college Tielt, advocaat, medestichter Verdinaso, II, 1659-1660 (R. Vanland­ schoot). Jozef TOUSSAINT, Meulebeke 31 maart 1807 - Elsene 7 februari 1895, politicus, utopisch socialist, II, 1686 (J. Huyghebaert). Michiel VANDEKERCKHOVE, Tielt 20 januari 1909, advocaat, oudleerling college Tielt, II, 1714 (A. Demedts). Jozef VERDUYN, Ruddervoorde 23 november 1884 - Brussel 7 oktober 1936, oudleerling college Tielt, geneesheer, front- en oudstrijdersleider, II, 1755-1756 (G. Provoost). Oscar VERHAEGHE, Egem 1 juni 1883 -Eernegem 6 juli 1957, oudleerling college Tielt, priester, II, 1762-1763 (R. Van­ landschoot). Cyriel VERSCHAE.VE, Ardooie 30 april 1874 - Sobad Hall (Oosten­ rijk) 8 november 1949, leraar college Tielt, letterkundige, II, 1792-1795 (A. Demedts). Aloïs vande VYVERE, Tielt 8 juni 1871 - Parijs 22 oktober 1961, oudleerling college Tielt, politicus, II, 1996 (J.-M. Lermyte & R. de Schryver). Lodewijk WOSTYN, Lissewege 19 september 1859 - Tielt 27 juli 1937, oudleerling college Tielt, blauwvoeter, apotheker, II, 2092 (R. Vanlandschoot). Romain VANLANDSCHOOT

40


ADRESSEN VAN DE AUTEURS : M. Castelein-Van Wonterghem, Aalterstraat 31,8080 Ruiselede G. Lams, Galgenstraat 29, 8050 Wingene W. Devoldere, Oostwijk 21, 8870 Pittem R. Vandenbulcke, Markegemstraat 146, 8788 Wakken R. Vanlandschoot, Hondstraat 4, 8880 Tielt

Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ingestuurde bijdrage. Bijdragen verschenen in ÂŤDe Roede van TieltÂť mogen slechts overgenomen worden met toestemming van de redactie.


~>r -a -

'ZZZJJf.i/uiekAju /

UJeri I > T

f 'r v r r o f r

fïj.P r/r,,.r„r |?<

/ .r r u e e h e m -ft ï - '

ie

I l ur/ '

.

'- t -

? /c v (.

, v—vÎ ~0,. l,,l i c■// i r ;l i v/ta p ' t -_J i n /4f. / t ' / ’i ’

,

1*

^

1 <-

_ 7) Zz

r

!c/iA\7i’n i

' 0 /y

'

*

i ...

/ V < / / / / f J < /< J !< z

/

n I

s

ft f > rkend'kerAck

/*■ u t t,,t< 1er

ft .

7 g

r, ft .

/

'n J r l l j,n > r , i d a l 7'

./. . Jil

Revenir.

-v//\:

,W

isekfinAerke ft J f j K

)/

f

Vt

>

^

l ï

O w ie n

;)/ .*

ft. /'• </eir,i//e T

o

j

i- ft >,

MêlenTuvee'6 ^

A. o r t .e n u i r e k.

J13. /- u/ , 0 ft ^u firtR A t ku, Jl Ir J h 'M [

1

^ \* .r ,i/7 W S t'ie ■*SÏ 7e nn m e aev e U é t' \ 1 < U Æ •" ' '

ff

f t / / u n e n .li/ , „I , ,

, , / , , / r -t

_T

■ft.

^ B ree t Af a s'

(»?W

-

e a n ,/M N -

s A rz /rm

y

^

^ ^=_..

1

i

o .

j

->,0 Ui </<tenhe/ ~T _J

W it e r

OCHUUW

-

/ Jvi.V/^W ° —'X s--'

, A » / ? A A, /reien U 1A n to in e ^ru > lp > -e \^o o ke ck

tci'Heeo t .............. „

o 't o m e e t *

i

ï © tnjh un k , ï.

Â

a S te m '••^7 e tr'k e ^ 'ii

.

, )’/</</ t iU le n S o u y A ih u U in rk A f . ] ' u ’,lf * IhwifleaeM . ^Hoeulede

'■•■•..

j ’

* »

S U te n C h a ü .

^ 7

V y

¥

^T\.. .ftrinjelM •

f > ±■lUfV'it F A i , \ < ,SMV -L

_

i> iira ille t

0 f l i ky/n 'cVlS

o

, :]\,oin tor (1 I ï JRpjii'&lf tRek +\.M’irtu"

——

.

.

* 1 __

ft.

\J L ic t& w lt\E ta ju ?

- & i X ,d a lu ru > \

j »

,. i\

, ^

'k id e n o

r.jrüe m

ruoutj iVAt UllltSPi Tf/hr

■Fi

l'

ÿ'iflit.u

B h

. ü i t Ai r, ■’," ^?7ft T . ■JCde du t v r . ,, ‘ , Tiui'ticr

EiweJie 1 . d .'u iA ’.i'

A fm m

m

JtnirlCkY ' F . f t } /TTitm/rer 1 "Si '., L r / r z v n ft

./.y

i.iW

;

3r.rtiranJÜ. oc\h’ Vsmr&

ie r n ife J J e J jk r * * ^

: ^ ;j


r;-,vA> ■a k \ ± ï , T < 5* -ftN -, J . D ) >? .

U n le

/.<>,-

r .,>

B o n , ■/,

V

i. î

J)*,.

m n ioluyyer licretch h i'e

T ’*

n

k

l O

r > / i »r '

v

.

ï T

A

R

g

0___f ' -

À

r

v

i

Ahcl/cm Bru,i,/c

/

> ‘u ,J y

£ “t f t .

/.

^

•)

/ V æ^ »

L

S o tn e t \/c it

DeHeervtJn B eücm ;

. , - .......... •

IVihiendt 'jt*s T .a n J e tj'u

Met-te

vi i ) '>»)•> ) >N U i'i 'V

(.,

a

^

\

■' *o te i°B n )//e a

A v I le r c k e P e p J i 'o o r J

f

V _4

tRt'CClSh1' ^

^ .-'-l

)'., T e a n lc d a v u

w°a w

J /L ># / r ï t , f g ^'g T l) E ^ jd 'il l ‘( t l ’<* * 'R*7/' ^ .i> , y ..., / R a i ï ) - i-i.^,lf

ï i ‘ï?Tu-ÿ|f> e i-c j 'i-i t- ó Mf t /n‘ - » 7 '

\y li e t ï i

‘ ^

;U" V , 'nichten '•'-

\

c

^B ccckhocyn

lïe e c k h c o in <■

l),:w i,v.ye

//

a }

/rr? l l y h e t J < - y h . - ÎK. Tt7l*?ne* \/A yê?ie g3; . ^ tx * <’!'? té i? 1 <•_ ,/'----- * üi/.rehetlu _Jlac7i\et ii . y ' ,£

y n±

h h T } ? k 'IhTV.

T lu ^ h

°/

ï ï

Cla&'Iwu t

V

/ !i M

r?v 4

W / jr

>L'\ lie Ktrekc *. O < -T- - tfp/ Z w/? ^^J)iet'dun[ci ,.

>n •ye W /u ie < % ^7 e \ 1W ( i e l e r ç t

i

^

| .

_av i ji

Hs

r

)> '

't B o s c h

"* ^ ”

i \ r h u t •''Chat « 1 0

J n J! ! e

t / \ ^

S u fö R S l &nl.u » } tn'C ° y ‘ ' r '°J llk d h ” lf//. , l ',’r^i’’ ' fkia

4 ;v A i

c

4

.

J

\

e ^ O iitjh e n i \ J ffn B c ”

h e u ,h

7 fe .

/UmWh'iw - f f * ' ^ * * ™ * \ . Curn

t d

*

\J )

ï ru h 'e \

I' ,‘K v

i . ^

...... *

xyBameâu

\tktiyehee, 'kty

', * % * §

A

^

’Vs7

Ê p 'S if t jiJ V ir if a y iï

.•; 7 v i i y Z J

^

O ra l

'to J lH r/nlTe

•â

yRclL:.f/,y„ t jii

>

Z -iâ i- ,’k

rFattwe 'i-\

\ll,i/I,-.ih e m - k it-

X lb e h ijiir-/

..■••—v i,

i'i.

■o

cc

»

buus hjv to i

, , , U f* 'W iW e n H y

v1 ^ A L u id c !^

-,

y \_r

* / ,/ l^ x k L c e . u ~ ^ L i u n j eue M l Mdr elle 10

V ïH > - i i/ y v J iJ u , , 'L - L

T n |/rc’i 3 m

,o

)(ro /t/u m ‘H i h

;>l y

>l ;

7* v.

R

\ y ) e //irgi ;rW(

// (4

>

i$LVW><Vf’’ f'Q ^V(r?'J’J'é>/th'>'

r?

9/^/’iiftfei ‘ie’ Jl’Ttj'fti I . _

^^^y.Jhatcceeiu j h J th u riïtiy v y ,

-//, 7, ;////> ■ ^ rr

cttAF

1 oÂfV</-Y'

J‘.É1. iin As,tv l

X m h ikR Z JZ fT ^

e Sa ‘

tenu M IC - i j S

'm H a t f l : A tum hw )


ONTELBAAR

zijn de diensten die de Bank U kan-verstrekken zowel wat geldbeleggingen als wat kredieten betreft. Een goede raad ... bespreek in vertrouwen al uw financiĂŤle zaken met een deskundige van de

BANK VAN ROESELARE EN W E S T - V LA A N D E R E N

zo wint U zeker tijd en geld !

Agentschap Tielt, Markt 24


DE ROEDE VAN TIELT Heemkundige Kring voor Tielt en de gemeenten van de vroegere Roede van Tielt. Lid van het Westvlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde

Voorzitter : P. Vandepitte, Driesstraat 9, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.17.00 Ondervoorzitter : Gh. Vandeputte, Statiestraat 83, 8780 Oostrozebeke. Tel. 056/66.90.91 Secretaris : Ph. De Gryse, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.18.38 Redactie : J. Billiet Ph. De Gryse W. Devoldere P. Vandepitte R. Vanlandschoot W. Vanseveren Lidmaatschapsbijdrage : 250 fr. (te storten op PR. 000-0398411-32 van De Roede van Tielt, Kastanjelaan 1,8880 Tielt). Verschijnt viermaal per jaar. Er worden geen losse nummers verkocht.

INHOUD VAN DIT NUMMER

K. Libeert, Dokter Prudent Plettinck, burgemeester van Meulebeke (1819-1888)

blz. 42

Ph. De Gryse, Zo leefde gedurende het jongste half­ jaar...

blz. 77

Druk Veys, Tielt



DOKTER PRUDENT PLETTINCK, BURGEMEESTER VAN MEULEBEKE. (Tielt 23 april 1819 - Meulebeke 11 augustus 1888)

VOORWOORD In deze biografische schets van Prudent Plettinck willen wij een overzicht brengen van de opbouw van de dubbele loopbaan van deze 19e-eeuwse Meulebeekse figuur. Een eerste carrière is deze van dokter. We hebben ze voor­ namelijk gesitueerd tot het jaar 1850. Het is immers (vermoede­ lijk) tot deze tijd dat de hoofdactiviteit van Plettinck als dokter te situeren valt. Na 1850 — en eigenlijk reeds vanaf 1848 (Plettinck werd dan gemeenteraadslid te Meulebeke) — begint zijn politieke carrière. Hij werd achtereenvolgens gemeenteraadslid, burgemeester (1854) en provincieraadslid (1864); zijn politieke aanzien naar buitenuit moet in stijgende lijn gegaan zijn. Uit de verzamelde gegevens moge blijken dat Plettinck een belangrijke figuur was voor het katholiek-politieke leven van de streek van Tielt. Mulle de Terschueren noemde hem «l’un des principaux et fidèles soutiens du parti catholique dans notre arrondissement». Naar ons oordeel geen overdreven uitspraak. Zijn deelname aan de kandidatuurstelling van d'Anethan en Beernaert is hiervan wel een belangrijke uiting. Kortom in deze schets zijn een aantal gegevens verzameld die — samen met andere — nog voor verdere interpretatie van het 19e-eeuwse katholiek-politieke leven van de streek in aanmer­ king kunnen genomen worden. Deze biografische schets zouden we dan ook willen zien als een (onvolledige) «gebruiksaanwijzing». «Boven dit voorwoord zou misschien moeten staan «ge­ bruiksaanwijzing». Niet, omdat ik het gevoel heb dat ik aan de lezer niet kan overlaten wat hij met dit boek, dat hij zo vriendelijk is te lezen, nu gaat beginnen. Maar welk recht heb ik dan om te suggereren dat het beter op deze dan op gene wijze kan worden gebruikt? Toen ik bezig was het te schrijven waren allerlei dingen me niet duide­ 43


lijk. Sommige daarvan leken me al te voor-de-hand-liggend, andere juist te duister ...». Michel Foucault, De Woorden en de Dingen. Een archeologie van de menswetenschappen. Ambo 1973, p. 7.

GEBRUIKTE AFKORTINGEN : A. S.M.E. : Annales de la Société Médicale d'Emulation établie à Roulers (Universiteitsbibliotheek, Gent). B.N. : Biographie Nationale. E.V.B. : Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. G.A.M. : Gemeentearchief Meulebeke. G.V.T. : Gazette vèn Thielt. N.B.W. : Nationaal Biografisch Woordenboek. P.B.C. : Provinciale Bibliotheek en Cultuurarchief (Brugge). P.P. : Ter gedachtenis van den heer Prudent Plettinck ... A la mémoire de monsieur Prudent Plettinck .... s.l., [1888J, 63 p. Herdenkingsbrochure bevat o.a.: — De lijkredes, uitgesproken door de heren E. Goethals, sena­ tor Mulle de Terschueren, H. Van Hove en Th. Lefèvre (aan­ geduid als L.R.). — Notice bibliographique sur les travaux du Dr Prudent Plet­ tinck, pp. 31 -32 (aangeduid als N.Bp met appendix, P. PLET­ TINCK, Dé la dysenterie épidémique qui a régné à l'hôpital de Meulebeke, en 1847, pp. 33-61. R. V.T. : De Roede van Tielt. Heemkundig tijdschrift. S. A.T. : Stadsarchief Tielt. S.M.E. : Société Médicale d'Emulation.

BEKNOPTE SCHETS VAN DE FAMILIE PLETTINCK De ouders van Prudent Plettinck waren Jacques (Jacobus) en Amelie Sophie Priem. Jacques werd geboren te Wakken op 9 november 1786 als oudste zoon van François (marchand de trippier) en Martha Vandenberghen. Amelie was de oudste dochter van Albert Ignace (tanneur) en Catherine Deruddere. Zij werd ge­ boren te Tielt op 10 oktober 1784. Jacques en Amelie huwden te Tielt op 25 november 1812 (1). Zij vestigden zich op de Markt (nr 5) waar zij een herberg open-

(1 ) S.A.T., Registre des mariages. An 1812. Ville de Thielt (akte nr 65).

44


hielden en waar Jacques tevens zijn beroep van «horlogiemaker» uitoefende (2). Op 23 april 1819 werd Prudent geboren (3). Isabelle Amelie en Donat(i)us Victor waren de twee andere kinderen van Jacques en Amelie (4). We begonnen de opzoekingen naar de familie Plettinck om een zeker idee te krijgen van de rijkdom van het gezin : zou daarin geen mogelijke verklaring steken voor de studies van Prudent? Studies die in die tijd toch wel wat geld kostten, en daardoor zeker niet voor iedereen weggelegd (5). Het huis op de markt was eigendom van Jacques noch van Amelie (6). We mogen echter wel van een betrekkelijke welstand gewagen. Er was een inwonende dienstmeid, en een zekere Jan Timmerman (zonder beroep) woonde eveneens in op de markt (7). De term particuliere, vermeld op de huwelijksakte betreffend Amelie, zou eveneens wijzen op die welstand. Dit is in elk geval de toestand vóór 1827. Maar hoe was die in 1834 ? Mogelijk heeft zich in die tijd een «verarming» voorgedaan. Een dienstmeid is er niet meer, althans geen inwonende. Van Jan Timmerman wordt er ook geen melding meer gemaakt (mogelijk overleden). François Plettinck die in 1827 bij zijn zoon Jacques inwoonde, is intussen overleden. Een zekere Isabelle Plettinck is nu inwonend (8). Er is een nieuw element : het overlijden van de ouders van Prudent. Jacobus sterft op 6 november 1835 (9). Een zevental

(2) S.A.T., Het Bevolkingsregister der Stad Thielt. Thielt Binnen, 1827 en Stad Thielt. Opneming der bevolking in 1834 vermelden respectievelijk tapper en herbergier. Amelie wordt in 1834 als huysvrouw vermeld. De huwelijksakte vermeldt Jacques als horloger en Amelie als particuliere. (3) S.A.T., register van geboorten voor het jaar 1819, akte nr 146. (4) Stad Thielt. Opneming der bevolking in 1834. Isabelle is één jaar jonger dan Prudent, Donat(i)us 5 jaar. (5) «Na grondige studiën gedaan te hebben in het college zijner geboortestad en in dat van St-Niklaas, ging hij ter katholieke hoogeschool van Leuven, om zich op de geneeskunde toe te leggen». E. GOETHALS, L.R., p. 8 — zie ook G.V.T., XXXIX, 66, 18.8.1888/1.D. (6) In het jaar 1834 staat Jacques ingeschreven als gebruyker. S.A.T., Stad Thielt. Opneming der bevolking in 1834. (7) S.A.T., Bevolkingsregister der stad Thielt. Thielt Binnen, 1827. Ook de vader van Jacobus (François) was inwonende. (8) S.A.T., Stad Thielt, Opneming ... Isabelle Plettinck (80 j.) staat ingeschreven als «bijzondere»; ze overleed op 2 januari 1835. (9) S.A.T.. Burgerlyken stand, stad Thielt. Sterfgeval. 1835. (akte nr263). Amelie wordt hier niet vermeldt als particuliere maar als tapster; wijst dit op verarming ?

45


maanden later, op 23 juni 1836, legt ook Amelie het hoofd neer (10). Prudent was toen 16-17 jaar en mogelijk dateert zijn over­ schakeling van het College van Helt naar het Klein-Seminarie van St.-Niklaas uit die tijd (11). Wat er met Prudent, zijn broer en zuster gebeurde na het overlijden van hun ouders is ons niet bekend; in de overlijdens­ akten is er niet de minste aanwijzing te vinden. Laten we hier even gissen. Mogelijk was het Petrus-Bernardus Strack (genaamd Plettinck-Strack) (12) die als voogd van de 3 kinderen Plettinck op­ trad. Petrus was hun oom en hij stond «ingeschreven op de lijst van verkiezing voor de Senaat (1856-1863) met een belasting van 2.116,40 fr. en meer en bezittingen te Tielt, in de arrondissemen­ ten van Brugge, Oostende en Tielt, en in Oost-Vlaanderen» (13). Een kombinatie van deze 2 gegevens — familieband en rijkdom — kan een mogelijke verklaring zijn voor de studies van Prudent (14).

(10) S.A.T.. Burgerlyken Stand, stad Thiett. Sterfgeval. 1836. (11 ) Een juiste datum van overschakeling is ons niet bekend. Het is louter hypo­ these dat Prudent in die tijd Tielt verlaten heeft. Aanwijzingen dat hij reeds vroeger Tielt verliet om te St.-Niklaas te studeren zouden kunnen zijn : 1° de onregelmatigheden in het verloop van de eerste schooljaren — het college was op 1 november 1830 door E P. Jacobus Vergauwen heropend; en 2° het goed aangeschreven zijn van het Klein-Seminarie van St.-Niklaas. [S. INGHELRAM], St.-Jozefscollege te Thielt. Ge­ schiedkundige Schets, Tielt, 1913, 47 p.; A. VAN PUYMBROUCK, Eenige bladzijden uit de geschiedenis van het klooster der EE.PP. MinderbroedersRecollecten, te Thielt, 1833-1883, Tielt, (1883), 248 p.; A. VERSCHUERE, De Minderbroeders te Thielt (1624-1933), Tielt, (1933), 238 p.; en G. FAELENS, Histoire du petit séminaire de Saint-Nicolas, 1808-1908, Saint-Nicolas, 1908, VI - 288 p. (12) Petrus-Bernardus Strack, "Tielt, 19.08.1794, + Gent, na 1885. Kruidenier en handelaar te Tielt. Op 12.07.1848 verkozen als liberaal provincieraadslid voor het kanton Tielt. In 1862 neemt hij ontslag. — L. SCHEPENS, De pro­ vincieraad van West-Vlaanderen, Tielt, 1976, pp. 544-545 Opgevolgd door zijn schoonzoon Leopold De Schietere de Lophem; op 26.05.1862 verkozen als katholiek provincieraadslid. — L. SCHEPENS, op. cit., p. 476-477, (cursiveringen van ons). (13) Familieband teruggevonden aan de hand van de huwelijksakte van Prudent, (band niet aangegeven door Schepens). Citaat : L. SCHEPENS, op. cit., p. 545. (14) Volledigheidshalve voegen we eraan toe dat in de huwelijksakte van Pru­ dent, Donatiaen Victor vermeld wordt als particulieren, wonende te Gent (hij was toen 22 j. oud). Isabelle werd kloosternon : ... Mademoiselle Isabelle PLETTINCK, en reli­ gion SŒUR FLAVIE, de l'ordre de St. Joseph ... — doodsbrief van Prudent.

46


itt </m u rt y / i/ / ’OI / ic u z / f t y / /?</r t f/ t/ tS if /,

/s s y t/ty /A *

4*ey(*t eetv*** dnfYt/eti</, ^sscetiS td c t+ ttx tc Y ifl/e /

-»■*-■*'(;:-j>j e - r g / f i* 's v < e v £ W

^ jC iü t i/ e / it i

■'//‘M ttu /i- /*■

Z s 4 **^ ^ M tfM > ^ M ^ *é iu *s ie ^ *« y **-* y y ///t* J s /ftt*

t Z jf / l* 6 ^ , 4

UÎiZ/it* (/£** /tSe/ù* Z fS t**tjCr , ^

#ssy** :0 * i *' - •■■

^/*C/A^/yZ 4

y k d

/'/W

m ïij.-f

<ÿ. ,

4,« td te //$ & 4 *& *£ •/ *V. , // / / y>/

U ft* * c /c ié ty , % **-&’/■.. ,> , ^ y / o t i^ / '/ j r ify e /j,

*#*■*■*f jt t y / d d '■ fü>*tf£sévi< -ÿ M

d -* Z fS & tA fA £ /£ y f* / fts to 'fr ft&<,£•/^ L » <w Z $ $ *& ***

u y ftt*t-a s $ 4 t4 M * S

M

*

t

*

#

*

*

*

*

*

s

&

r

ty * * e £ fó /e ( # 6f / r t? f/*y fc J !é Z /***, li'M * S fS it/y ^ ie i sa ** S tifo jé & ijf

d & rifé te S '/ C î t if f i j t

» » * e * d b t/tfJ ie ÿ tf* /* * n rt£ Û ij/f:» i* t. 0 6 /h & /a 4to * * f* * * tu M - i c J é tit / ? r t

y irtM tw /ty e & ty y iM m ,‘>*Sfe M a u re s *y t-d h ***,*** yytteJt.**S f4 < % *& & & */** Jy'//<?**t

y t **/?**/& & ■ ##*«'£ *& *»■ *

S4itd y & ) + 'jfy v ti*

W 10 e n v e i Be, ****/< «&

^ X /^ jd 4 w e •tfsieéct*/ - $ f^ ^ ’y t4 * e/* /tZ jC

7S

'r/Z y

s*ts6 $ & S M * *:■£**<Ji'U

/

u a ^ iê t t*4 S M *$ e y ü y e a 6 *» *i*t& *tJ <&>

W

Uittreksel uit de huwelijksakte van Pr. Plettinck.


In 1844 vestigde Plettinck zich als geneesheer te Meulebeke waar hij op 26 oktober 1846 huwde met Joanne Félicité Vandenvelde. Joanne, «van regte gedomicilieerd te Mechelen .... ge­ boren te Aspelaere ..., den twaelfden Maert achttien honderd achtentwintig ...» verbleef in die tijd reeds te Meulebeke en was bij haar huwelijk nog minderjarig (15).

PLETTINCK EN ZIJN GENEESKUNDIGE LOOPBAAN De bedoeling van dit hoofdstuk is een schets te geven van de aktiviteiten van Plettinck als dokter. Schets die geen volledigheid beoogt. De reden daarvan is dubbel : primo, de noodzakelijk doorgevoerde schifting in het materiaal, maar tevens het gebrek eraan (16); secundo valt hierbij op te merken dat wij ons niet in staat achten een precieze en voldoende duiding te geven van Plettincks aktiviteit als dokter daar we met de geneeskunde — zeker de 19e-eeuwse niet — niet vertrouwd zijn. Geven we hier nog kort de opbouw van dit hoofdstuk. We beginnen met een korte paragraaf over zijn studies te Leuven. Volgt dan de paragraaf die specifiek handelt over de doktersprak­ tijk van Plettinck (17). En we eindigen met enkele korte nota's die

(15) G.A.M., register voor de huwelijken van 1846, akte 34. Joanne wordt vermeld als «bijzondere»; haarvader Pieter Joseph was ren­ tenier te Mechelen; haar moeder Joannette Joséphine Dewever (?) was overleden te Aspelare op 9.12.1840. (16) — De schifting gebeurde hoofdzakelijk voor de aktiviteit van Plettinck in de Société Médicale d'Emulation (Roeselare). We namen de Annales van deze vereniging door van 1847 tot 1850. — Spijtig genoeg vonden we de stukken over de volksgezondheid te Meu­ lebeke, die ingeschreven staan in de Inventaris van de Archiefbundels gemeente Meulebeke. 1940. en in de inventaris opgesteld door het N.I.O.D.A. (1964) niet terug. Voornamelijk de stukken in verband met de geneeskundige dienst en personeel (1788-1850), de lijsten van geneesheren en diploma's (18201850), de omzendbrieven en briefwisseling vanaf 1809, «Eeretekens aan chirurgijns te Meulebeke 1828-1854», alsook enkele brochures, zo bv. die over de openbare gezondheid 1849-1865. zouden ons geïnteres­ seerd hebben. (17) Gezien de dokterspraktijk van Plettinck begint in 1844 — 3 jaar later breekt een dysenterie-epidemie uit in het hospitaal van Meulebeke — dachten we dat het interessant was die paragraaf te laten beginnen met het aangeven van wat literatuur over de sociaal-economische toestand «in de rampspoe­ dige jaren veertig». We hebben daarbij voornamelijk aandacht voor de lite­ ratuur die meer specifiek handelt over de streek van Meulebeke.

48


we duidelijkheidshalve niet onderbrachten in de vorige para­ graaf.

§ 1. «De schoonste uitslagen in zijne studiën» In 1838 begon Plettinck zijn studies in de geneeskunde te Leuven (18). Op 4 september 1840 haalde hij het kandidaatsdiploma in de wetenschappen (19). Op 31 maart 1842 wordt hij kandi­ daat in de geneeskunde uitgeroepen (20). In 1844 behaalt hij de drie andere academische graden om uitgeroepen te worden tot dokter in de genees-, heel- en vroedkunde. Voor de graad van dokter in de geneeskunde moesten twee examens afgelegd. Beide haalde hij met grote onderscheiding; respectievelijk op 17 april en 3 september. Dokter in de heelkunde — avec la plus grande distinction — werd hij enkele dagen later (12 september). En op 21 september volgt het diploma van dokter in de vroed­ kunde, eveneens met de grootste onderscheiding (21). Of het waar is dat Plettinck bij het aanvaarden van «zekere voorwaerden» het mogelijk tot professor had gebracht, weten we niet (22).

(18) H. VAN HOVE, L R , p. 14. — Op 20en 7ber 1844 na 6 jaren studie in de Hoogeschool van Leuven ... De Annuaire de l'Université catholique de Louvain (1845) vermeldt 21 sep­ tember als einddatum van studie. (19) Annuaire... (1841), p. 47. Er wordt geen vermelding van graad gegeven, dit is slechts het geval bij 1 persoon van de 24 geslaagden. Het kandidaatsdiploma was een vereiste om de studies in de geneeskunde aan te vangen. Voor het volledige «Règlement pour l'obtention des grades dans la Faculté de médecine» zie Annuaire ... (1840). (20) Annuaire ... (1843), p. 47. Geen vermelding van graad; 13 geslaagden waarvan 4 wel met vermelding. (21) Annuaire ... (1845) p. 85, 87-88. Voor deze 4 examens waren er respectievelijk 15, 18, 15 en 13 geslaagden. H. VAN HOVE, L R , p. 14. ... dokter uitgeroepen in de drie vakken der ge­ neeskunde met de allermeeste onderscheiding. Ook E. GOETHALS, L R , p. 8 vermeldt met de grootste onderscheiding. Alleen Verbeke, pastoor te Meulebeke, is correct in zijn redevoering van 11 januari 1855 ter gelegenheid van de inhuldiging van Plettinck als burge­ meester. De volledige tekst van de toespraak is te vinden in G.V.T., VI, 6, 21.1.1855/2.A.B. en is volledig overgenomen in G. TANGHE, Parochieboek of beschryving van Meulebeke. Brugge, 1861, pp. 121-124. (22) «Al de leden van den Jury gingen den uitmuntenden overwinnaar met geestdrift de hand drukken en voorspelden hem eene roemrijke loopbaan, en ik mag er bijvoegen, omdat ik het stellig weet, dat eene plaats van Hoog-

49


§ 2. «Verzakende aan de leerstelsels van den zoo beroemden Hoogleeraar Broussais» 1.

Sociaal-economische toestand (literatuur).

De crisis van de jaren '40 is geen onbekende meer. Heel wat literatuur werd hieromtrent reeds gepubliceerd (23), doch nader onderzoek — zeker op regionaal gebied — is hier nog nodig (24). Wat de streek van Tielt betreft verwijzen we in de eerste plaats naar het artikel van H. De Waele over de sociaal-econo­ mische toestand te Tielt in de jaren 1838-1850 (25). Tot in 1838-39 geniet Tielt en het Tieltse een betrekkelijke welstand dank zij zijn nijverheid, handel en landbouw. Maar vanaf dan is de acute crisis van de jaren 1843-46 reeds duidelijk voelbaar. Het is juist in de twee vitale sektoren, de linnennijverheid en de landbouw, dat de streek zwaar getroffen wordt. Er is de grotendeels mislukte vlas-

leeraar hem later te verwachten stond, had hij zekere voorwaarden willen aanvaarden en ware hij nevens zijn andere begaafdheden, met meer hoog­ moed en eerzucht bezield geweest. — H. VAN HOVE, L.R., p. 14. (cursive­ ring van ons). (23) We willen hierbij in het bijzonder verwijzen naar J. KRUITHOF, De grootte van het Belgische proletariaat tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw, in Geschiedenis van de socialistische arbeidersbewegig in België, Antwerpen, 1969, 630 p. (voor de bijdrage van Kruithof zie pp. 51-91). (24) Signaleren we hier dat Maurice Strobbe momenteel werkt aan een studie over Tielt in de crisisjaren. (25) H, DE WAELE, De sociaal-economische toestand te Tielt in de jaren 18381850, R.V.T., l/ll, 1970 (1), pp. 17-26. Het korte overzicht dat we geven is hierop gebaseerd. Verdere gegevens en aanwijzingen over de crisis in de streek zijn te vinden bij : J. DEGUFFROY, Bijdrage tot de studie van het analfabetisme en de ge­ schiedenis van het Lager Onderwijs te Tielt (1795-1862), licentiaatsverhandeling K.U.L., 1966, 250 p.; J. DEGUFFROY, De Tieltse arme leer- en werk­ schoten in het midden van de 19e eeuw (1840-1850), Standen en Landen, XLIV, 1968, pp. 247-265 (overdruk); J. HUYGHEBAERT, De jonge Constant Vanden Berghe van 1808 tot 1847 : «Iveraer voor volksgeluk», R.V.T., II, (dec.) 1971 (2), pp. 4-21, en Arrondissementskommissaris Constant Vanden Berghe (Roeselare-Tielt) en zijn aktie ten bate van de landbouw, Rollariensia V, 1973, pp. 114-125; J. MOENS, Hongersnood in Vlaanderen (18451848), Ons Heem, III, 1974 (28), pp. 69-74: R. VAN LANDSCHOOT, De Thieltenaer en de februari-revolutie van 1848. R.V.T., l/ll, 1970 (1), pp. 2750 (in het bijzonder «Naweeën van een onmenselijke crisis», pp. 29-30); A. VERSCHUERE, Deken Darras en zijn hospitaal, Tielt, 1938, 61 p. (in het bijzonder het hoofdstuk «De hongerjaren te Tielt», pp. 27-40) Verscheure vewijst o.a. naar Jaarlijks Verslag. 1848. Stad Thielt, dat een overzicht geeft over de toestand van de voorgaande jaren. Dit verslag hebben we niet teruggevonden.

50


en graanoogst en de aardappelplaag van 1845. De choiera en tyfus-epidemie van de jaren 1846-'47-'48 komt de reeds kwets­ bare bevolking verder uitdunnen — cijfers spreken hier de meest duidelijke taal. Vanaf de jaren 1848-50 worden de crisisjaren moeizaam overwonnen. Voor de sociaal-economische toestand te Meulebeke kun­ nen we hier verwijzen naar de Standaerd van Vlaenderen (26). Bij Allossery (27) vonden we verscheidene verwijzingen naar die krant. Er verschenen artikels over een bijzondere manier om armen te helpen te Meulebeke, de mekanieke linnenwevery en armoede, over de sterften, de overstroming van de Mandei (1846). Verscheidene nummers geven een inschrijvingslijst voor de wezen van Meulebeke. Op 10 februari 1849 wordt er een oproep van pastoor Verbeke voor de armen van Meulebeke gepubli­ ceerd ... Een greep uit de artikels voor de streek : «Armoede en hongersnood in het Thieltsche»; «De petitie van Thielt en omlig­ gende nopens de linnenmakery». Op 24 maart 1846 is er het «Ver­ toog van Nijverheyds-comiteyt van Thielt». De Standaerd publi­ ceerde ook nog enkele artikels over de leerwerkscholen en weef­ scholen ... (28). Over de economische toestand te Meulebeke vermeldt Tanghe nagenoeg niets — «In voorgaende tyden, vonden de in­ woners, schier uitsluitelyk, hun bestaen in den landbouw, de vlasnyverheid en in degewoonlyke ambachten voorde noodwen­ digheden des levens. De eerste levensader, merkelyk vermeer­ derd door het uitroden van bosschen, het bebouwen van velden of dorre heiden, bloeit meer dan ooit; maer de vlasnyverheid, die voormalige bron van welvaren, het bestaen der kleine familien, is bykans onderbleven, en wordt vervangen door het speldewerken en een nieuw soort van wevery. Daerby zijn er eenige andere nyverheden, neringen en bedryven opgekomen, waerby de neerstige en vlytige burgery kostwinningen vindt» (29).

(26) Brugs blad, verscheen van 1 januari 1855 tot 1890 — P. ALLOSSERY, Ge­ schiedkundige boekenschouw over het huidige West-Vlaanderen in 't alge­ meen en zijne gemeenten in ’t bijzonder, I, Brugge, 1912-13, p. 209. (27) P. ALLOSSERY, Geschiedkundige boekenschouw .... II, pp. 262-265 (voor Meulebeke) (28) De Standaerd van Vlaenderen hebben we niet kunnen raadplegen. Voor een volledige lijst van de artikels (met verwijzing) zie P. ALLOSSERY, Geschiedkundige boekenschouw .... II onder Aarsele, Ardooie, Avekapelle, Diksmuide, Marialoop. Ruddervoorde. Ruiselede, Tielt en natuurlijk Meule­ beke. (29) G. TANGHE, op. cit., p. 8.

51


Voor het sociale aspect moet hier natuurlijk op het bestaan van het Meulebeekse hospitaal gewezen worden. 2. De geneeskundige praktijk van Plettinck (30). In het Memoriael administratief der provincie West-Vlaanderen van het jaar 1848 lezen we: «L'état sanitaire de plusieurs districts de la province, n'a été guère satisfaisant pendant 1847. Déjà en 1846, l'existence de typhus avait été signalée dans les communes d'Iseghem, Ingelmunster, Meulebeke. Dixmude. Dadizeele, même à Bruges dans la prison et dans le dépôt de men­ dicité. Bientôt la maladie prit de grandes proportions, se répandit dans plusieurs autres communes et exerça de grandes ravages surtout dans l'arrière saison de 1847; pendant tout l'hiver de la même année, elle ne fit que croître en intensité. Le zèle que le clergé et les médecins ont montré dans ces tristes circonstances a été admirable. Beaucoup ont payé de leur vie ce notable et sublime dévouement. La charité publique et privée, elle aussi, a fait les plus louables efforts pour arrêter le terrible fléau ...» (31). Te Meulebeke was het Prudent Plettinck, samen met de dok­ ters Baert en Haessebroucq, die de sleutelfiguur was in het be­ strijden van de epidemie (32). Ladislas Minne en Louis Menu, beiden chirurgiens de Cam­ pagne, en de drogist Antoine de Pontieu maakten eveneens deel uit van het geneeskundig personeel te Meulebeke (33). Naast de

(30) Hieronder brengen we eerst een beeld van de dysenterie-epidemie die uit­ brak in het hospitaal van Meulebeke. Daarover schreef Plettinck een gede­ tailleerd verslag — De la dysenterie épidémique qui a régné à l'hôpital de Meulebeke en 1847— in de A.S.M.E., 1848, pp. 12-20, 57-77). Dit verslag werd eveneens afgedrukt in de herdenkingsbrochure die uitgegeven werd bij het overlijden van Plettinck: onze pagina-verwijzingen gebeuren steeds naar deze brochure. (31) Memoriael administratief der Provincie West-Vlaanderen, Brugge, 1848 (Ie deel), pp. 609-617 (Rapport over de «Hygiëne publique») (Citaat pp. 612-617) (32) P. PLETTINCK, De la dysenterie .... pp. 33 en 61. Baert was dokter te Tielt. Haessebroucq te Izegem en tevens collega van Plettinck in de S.M.E. (33) Memoriael adm inistratief.... Brugge, 1846 (1e deel), pp. 313-332 («Liste des personnes qui sont autorisées à pratiquer l une ou l'autre branche de l’art de guerrir dans la Flandre Occidentale pendant l'année 1846»), Minne was tevens vroedmeester. Menu overleed op 27 ju li 1848 (A.S.M.E., 1848, p. 331). Over hun rol in de epidemie hebben we niets aangetroffen. Het Memoriael adm inistratief vermeldt ook nog Joséphine Vuylsteke en Marie Thyry, vroedvrouwen.

52


verplegers waren er ook nog twee zusters die tijdens de epidemie instonden voor de verzorging van de zieken in het hospitaal (34). Meulebeke had vroeger reeds verscheidene epidemies gekend. Vermelden we hier dat twee epidemies, van wat in de volksmond «rotte-koorts» genoemd werd, heersten in 1814 en 1846 (35). Deze «rotte-koorts» van 1846 — «qui fut si générale que presque aucune maison du village n’a échappé à ses rava­ ges» — was nog niet zolang achter de rug toen in maart 1847 het gerucht de ronde deed van een dysenterie-epidemie in het hospi­ taal van Meulebeke (36). Het is deze laatste epidemie die Plettinck met een bijzonder oog voor het kleine detail beschrijft (37). De zomer van 1846 was heet en droog. De vorst en sneeuw­ vlagen van de strenge winter (1846-1847) werden afgewisseld met dooi en heel weinig regen ... (38). Het hospitaal van Meulebeke, gelegen in een uitgestrekt landschap (tussen de weg naar Tielt en die naar Marialoop), be­ stond uit een gebouwencomplex van diverse vorm en grootte — «ou bien, comme le disait certain particulier, une espèce de bazare d'architecture, dont la construction laisse beaucoup à désirer sous le rapport hygiénique et sanitaire» (39). Het verblijf

(34) (35) (36)

(37) (38)

(39)

Er was vermoedelijk nog meer geneeskundig personeel maar de lijst ervan hebben we niet aangetroffen op het G.A.M. (zie voetnoot 16). «Les religieuses ont échappé, sauf deux dont l'une a été très gravement indisposée». — P. PLETTINCK, De la dysenterie p. 39. «Rotte-koorts» staat voor tyfus; onder «rooden-loop», term gebruikt door VAN HOVE, L.R., p. 15, moet dysenterie begrepen worden. Van de 132 sterfgevallen te Meulebeke tussen 1 januari en 18 maart 1846 zouden er 30 moeten toegeschreven worden aan tyfus. — LAGAE, Quelques données sur le typhus qui a régné dans la Flandre-occidentale en 1847-1848, p. 36. Lagae haalde deze cijfers uit een rapport van Plettinck; dit rapport vonden we niet terug. Lagae vermeldt als inwoner-aantal voor Meulebeke (1846) een cijfer van 7.425. G. TANGHE, op. cit., p. 7 geeft een cijfer «volgens ambtelyke opgave» van 8.871. J. STROSSE nam deze twee cijfers in zijn artikelen-reeks over het verleden van Meulebeke, verschenen in de Weekbode (1969), nogal onkritisch over— in één en hetzelfde artikel (nl. het 15e van de reeks) geeft hij deze twee cijfers zonder daarbij ook maar de minste opmerking te maken. Strosse is (in hetzelfde artikel) eveneens fout wat het sterftecijfer betreft; het cijfer 132 is een cijfer voor de eerste 2,5 maanden van het jaar 1846, niet voor het ganse jaar ! (ter vergelijking het cijfer van 1861 is 187 (voor het ganse jaar)). De geciteerde tekst komt uit P. PLETTINCK, De la dysenterie .... p. 37. Wat volgt is gebaseerd op «De la dysenterie» ... (tenzij anders aangeduid). Plettinck heeft aandacht voor de klimatologische omstandigheden daar vaak beweerd werd en aangenomen dat de dysenterie haar oorsprong vond in de afwisseling van koude en warme temperaturen. De la dysenterie ..., p. 38.

53


voor de mannen was een gebouw zonder verdiepingen waarvan het gelijkvloers verdeeld was in drie ruimten : één die gewoonlijk bezet was door de zieken; een andere voor de invalieden en de ouderlingen, die terzelfdertijd dienst moest doen als refter en ate­ lier; de derde kamer, waarin ook enkele bedden waren onderge­ bracht, deed dienst als onderwijsplaats voor de arme kinderen. Op de zolder logeerden meer dan 60 bejaarden wier bedden tegen elkaar geplaatst waren bij gebrek aan ruimte. Het was op deze zolder, die weinig licht en verluchting mogelijk maakte, dat de ziekte in het begin van de maand maart (1847) rond zich greep (40). Bij het uitbreken van de ziekte waren 240 personen onderge­ bracht in het hospitaal. Dit was driemaal teveel voor de beschik­ bare accomodatie en de mogelijkheden tot bewaring van de ge­ zondheid. De slachtoffers waren voornamelijk mannen (op zes zieken was er slechts één vrouw). De ziekte won elke dag aan intensiteit en algauw waren er 20 besmetten. «Heureusement, le fléau se borna à l’hôpital» schrijft Plettinck — gevallen buiten het hospitaal waren hem niet bekend. Verder beschrijft hij de ziekte — die zonder voorafgaande symptomen begon. Hij beschrijft de ziekteverschijnselen en heeft het over de mogelijke oorzaken. Dat hij zijn taak heel serieus op­ nam, moge blijken uit de lijkschouwingen die hij uitvoerde (waar­ van hij er één beschrijft). Hij geeft ook nog zijn visie op de be­ smettelijkheid te kennen. Daar de aangewende middelen niet voldeden, liet Plettinck een houten barak optrekken, waarin een dertigtal zieken werden overgebracht (41). Het effekt van deze isolatie-maatregel bleef niet uit. Het aantal opnamen daalde tot een kwart van de vroe­ gere. De epidemie werd bedwongen vooraleer ze kon uitbreken naar buiten. Samen met deze isolatie werden nog een aantal andere (hygiënische) maatregelen getroffen: 1) het verluchten

(40) Vergelijk met de brief (22 maart) van Plettinck aan de S.M.E., afqedrukt in A.S.M.E., 1847, p. 117. Reeds in de buitengewone zitting van 4 maart las Plettinck een nota voor over deze epidemie. Hij toonde er eveneens een darmfragment waar de be­ schadiging duidelijk zichtbaar was. — A.S.M.E., 1847, p. 154. (41) «C'est dans ce but que, voyant le peu de succès que nous obtenions tant que les malades restaient réunis dans des salles petites et mal aérées, nous conseillâmes à la Supérieure l’érection, dans un champ attenant à l’hôpital d ’une vaste baraque de 75 pieds de longueur sur 20 en largeur et en hau­ teur». — De la dysenterie p. 59. Z ieook A.S.M.E., 1847, pp. 202-203 (brief van 28 april 1847); en VAN HOVE, L.R., p. 15.

54


van de zalen met ventilatoren en het aanmaken van houtvuur; 2) het dagelijks reinigen van de plaatsen met chloor-water; 3) het witten van de muren met ongebluste kalk en kalkchloor; 4) de stipte naleving van de reinigingsmaatregelen; en 5) het ver­ plegend personeel werd een versterkend regime opgelegd. Het is uit deze laatste maatregel dat de «verzaking aan de leerstelsels van Broussais» (42) — volgens Van Hove de merk­ waardigste verdienste van Plettinck gedurende zijn geneeskun­ dige loopbaan — duidelijk wordt (43). Volgende passage uit de verhandeling van Plettinck is daarbij verduidelijkend : «Pour se mettre autant que possible à l'abri des atteintes de la contagion, il faut éviter, pour autant que faire se peut, les causes de la maladie et suivre un régime approprié. Ainsi, pour satisfaire à la première indication, on se soustraira à l ’usage des substances nuisibles telles que les fruits verts, certains poissons, les purgatifs abusi­ vement employés, etc. Le régime que nous avons suivi et con­ seillé aux ecclésiastiques et aux garde-malades consiste dans l'usage de viande, de bœuf surtout et d ’un verre de Bordeaux ou

(42) François Broussais, Franse geneesheer (St-Malo, 17 dec. 1772 - Vitry 17 nov. 1838), m ilitair arts en later (1831) hoogleraar te Parijs. Zijn stelsel, ge­ grond op het vitalisme en het Brownianisme, naar hem Broussaisme ge­ noemd, gaat uit van het beginsel dat er geen algemene ziekten bestaan ... De oorzaak der ziekten moest volgens hem gezocht worden in prikkeling die tot ontsteking overging. Daar de maag en het darmkanaal aan voort­ durende prikkeling zijn blootgesteld, beschouwt hij de maag-darmcatarrh, zijn «gastro-entérite» als de basis der pathologie. Als geneesmiddel paste hij de plaatselijke onttrekking van bloed toe; vooral plaatste hij veel bloed­ zuigers op het onderlijf der patiënten. — Winkler Prins Encyclopaedie, V, Brussel, 1949, p. 117. John Brown, Engels geneesheer (Buncle 1735 - Londen 17 okt. 1788), auteur.van «Elementa Médicinae» (1780). Zijn Brownianisme werd door de meeste Engelse geneesheren verworpen en kende meer opgang in het buitenland, vooral in Italië. In hoofdzaak berust het Brownianisme op de stelling dat het leven gebaseerd is op de prikkelbaarheid van het lichaam en dat de ongesteldheden voortkomen uit het gebrek aan prikkels (asthenie) of uit overmaat van prikkeling (sthenie), zodat het genezen van ziekten be­ staat in het herstellen van de natuurlijke staat van prikkeling. — Winkler ..., V, Brussel, 1949, p. 121. (43) «Als wanneer in de rampspoedige jaren veertig ziekte en hongersnood onze arme bevolking kwam overvallen en dat de dood menigvuldige slachtoffers naar het graf sleepte, heeft Mr Plettinck volgens mij den merkwaardigsten dienst bewezen van geheel zijne geneeskundige loopbaan. Verzakende aan de leerstelsels van den zoo beroemden Hoogleeraar Broussais, in plaats van bloedstortingen, koeldranken en verflauwende middels aan te wenden bevool hij kloeke spijzen en versterkende dranken. De ondervinding der latere jaren heeft ons geleerd, hoezeer onze schrandere vriend den goeden weg gevonden had». — H. VAN HOVE, L.R., p. 15 (cursivering van ons).

55


de bonne bière; en outre, suivre les règles communes à tous ces cas : ainsi, ne pas rester plus longtemps auprès des malades que le devoir l’exige, avoir pris quelque nourriture fortifiante avant de s’en approcher; observer la propreté; combattre les émotions morales déprimantes, comme la tristesse, la peur, etc., etc. Je crois inutile d’énumérer toute la kyrielle des moyens hygiéniques qui se trouvent énumérés partout» (44). De dysenterie in het hospitaal was nauwelijks bedwongen toen in 1848 de tyfus — die algemeen verspreid was — zich ook weer te Meulebeke liet voelen. Deze was echter niet zo hevig als de epidemie van 1846 (45). De bezigheden van Plettinck beperkten zich echter niet tot Meulebeke (46). Hij was eveneens een van de belangrijkste mede­ werkers van de dokters Ossieur en Van Oye (47) aan de Annalen

(44) P. PLETTINCK, De la dysenterie p. 60 (cursivering van ons). (45) «Les caractères qui distinguent l'épidémie actuelle d'avec celle d'il y a deux ans sont : 1° Le nombre infiniment moindre de personnes atteintes; 2° La terminaison presque toujours heureuse malgré la gravité des symptô­ mes. En effet, ceux-ci arrivent souvent au dernier degré d'intensité; non­ obstant cela, la maladie marche promptement vers la convalescence, qui est elle-même d ’une durée beaucoup moindre qu'on ne l'observe ordinaire­ ment». — P. PLETTINCK, A.S.M.E., 1848, p. 328 (mededeling voor de maand juni). (46) «... zijne grondige kennissen en goede uitslagen zijner geneeskundige praktijk openden hem den weg der naburige gemeenten toen eene besmettelijké ziekte onverwachts losbrak in het Hospitaal van Meulebeke». — H. VAN HOVE, LR., pp. 14-15 Wat de aktiviteit in de buurgemeenten — in die tijd — precies omvatte, is ons niet bekend. Het is wel duidelijk dat deze in verband staat met de tyfusepidemie van de jaren 1847-48. De kontakten met de dokters Baert (Tielt) en Haessebroucq (Izegem) zullen hier wel niet vreemd aan zijn. (47) René Van Oye, ° Tielt. 18 mei 1813 - 1 Torhout, 30 november 1894, studeerde te gent, vestigde zich als (liberaal) arts te Torhout, was medestichter van de «Ecole d'Agriculture» in 1849 te Torhout opgericht. Gehuwd met Delphine Ossieur (° 4 dec. 1814 - + 1 mei 1890), verwant met Karei de Brouckère, libe­ raal burgemeester van Brussel. René is de vader van Eugeen Van Oye, leer­ ling in Guido Gezelles poësisklas in 1857-58. — L. BUNNING, E.V.B., II, pp. 1166-1167; — J.J.M. WESTENBROEK, N.B.W., 4, Brussel, 1970, col. 643640 (telkens trefwoord Eugeen Van Oye); — Huldeboek, Dokter Eugeen Van Oye, Gistel, 1970, 94 p. Joseph Ossieur, 0 Torhout 19 maart 1819 - + Roeselare, 14 mei 1897, stu­ deerde aan het St.-Jozefscollege te Aalst. «In 1846 haalde hij te Brussel zijn medisch diploma, vestigde zich tijdelijk als geneesheer te Torhout, en kwam rond 1847 naar Roeselare wonen. [...(. In 1848 werd hij lid van de stedelijke gezondheidscommissie ... Zijn optreden tijdens de cholera epide­ mie van 1849, ... is bekend. Van 1862 tot 1894 was hij lid van de provinciale medische commissie van West-Vlaanderen, en van 1846 tot 1856 secretaris van de Société Médicale d'Emulation de la Flandre Occidentale. In de Anna-

56


van de Société Médicale d ’Emulation de la Flandre Occidentale (48). Deze Société gevestigd te Roeselare en aktief werkend van­ af 1847, was een studiekring van dokters die maandelijks ver­ gaderden. In de vergaderingen werd door de (effectieve) leden verslag uitgebracht over hun observaties, lezingen gehouden en discussies gevoerd over de besproken onderwerpen. De Annalen van deze vereniging waren een klankbord naar buiten uit en niet bedoeld als een substitutie-produkt van de bestaande genees­ kundige pers. De kring werkte ook met corresponderende leden, waaronder enkele buitenlanders (49). De effectieve leden waren Comyn (50), Frédéricq (51), Haessebroucq (52), Lagae (53), Lepoutre (Poperinge), J. Ossieur,

(48)

(49)

(50)

(51) (52)

(53)

les van deze vereniging, publiceerde Ossieur menige bijdrage. Zie M. DE BRUYNE, 75 jaar Geneesherensyndicaat van het arrondissement Roese­ lare, 1897-1972. Rumbeke, 1972, blz. 15-19».. M. DE BRUYNE, Wederwaardigheden van een uitgave. Voor honderd jaar, in 1875, verscheen De Potters Schets eener geschiedenis van de stad Rousselare. Rollaniensia, VII, 1975, aantekening 51, p. 19. J. Ossieur was verwant met R. Van Oye. N.B., p. 31. De toevoeging «de la Flandre Occidentale» mag niet te breed geïnterpre­ teerd worden, dergelijke dokterskringen waren er o.a. ook te Brugge en te Kortrijk. Uit het doornemen van de A.S.M.E. opgemaakt; zie in het bijzonder A.S.M.E., 1847, pp. IV-V Het is vanaf januari 1847 dat begonnen wordt met de publikatie van de Annalen — mogelijk bestond deze kring reeds iets eerder. Van Oye en Ossieur waren er in elk geval de stichters van — Huldeboek ..., p. 14. Louis-Donatien Comyn, ° Westrozebeke, 5.08.1812 - t rassenaaie, vermoe­ delijk in 1892. Huwt met Virginia Debaere. Geneesheer. Op 12.07.1848 ver­ kozen tot liberaal provincieraadslid van het kanton Passendale; blijft dit tot 1860. — L. SCHEPENS, op. cit., p. 285. In vergadering van 3.2.1848 aanvaard als «membre effectif» — A.S.M.E., 1848, p. 103. Auteur van een Notice sur l'affection typhoïde qui a régné dans une partie des Flandres, par suite de la crise alimentaire de 1846 et 1847. — A.S.M.E., 1849, pp. 196-209. August Frédericq, verwant aan Paul Frédéricq ? Haessebroucq, dokter te Izegem (zie ook hoger). Schreef o.a. een Note sur l'épidémie actuellement régnante dans les envi­ rons d ’Iseghem. A.S.M.E., 1848, pp. 108-112; 115-157 Lagae, dokter te Kortrijk. In vergadering van 24.2.1848 aanvaard als «membre effectif» — A.S.M.E., 1848, p. 143. Dient in mei 1850 schriftelijk ontslag in omdat hij, gezien zijn vele bezigheden, de vergaderingen niet meer regelmatig kon bnwonen. — A.S.M.E., 1850, p. 238. Zetelde op 5 mei 1850 als voorzitter van het banket dat de «Union Médicale de Courtrai» gaf aan het «corps médical des Flandres» (er waren een 80

57


P. Plettinck, F. Pollet (Ledegem?), E. Vandezande, F. Vanliere (54) en R. Van Oye. Volgend overzicht van Plettincks' artikelen in de Annalen en zijn aktiviteiten verbonden aan de Société wil een beeld schetsen van de aktiviteit van Plettinck te Roeselare. FHet wil tevens het on­ kritische ballonnetje van de Notice Bibliographique sur les tra­ vaux du Dr. Prudent Plettinck doorprikken. Met zijn eerste artikel doet Plettinck een middeltje aan de hand om de smaak van de levertraan bij het toedienen efficiënt te verbergen. Een louter praktische tip die blijkbaar goed werd ont­ haald bij zijn collegas (55). Het volgend artikeltje is heel wat minder van omvang (14 regels) en handelt over beroerte. Het wordt volledig overge­ nomen in de Notice Bibliographique (56). Blijkbaar ging Plettinck ook de discussie niet uit de weg. In de vergadering van 24 februari 1847 krijgt hij, samen met Haessebroucq, opdracht een rapport te maken over de studie van Frédéricq, Reflexions sur une hernie étranglée. In een volgende verga­ dering (21 april) leest Frédéricq een antwoord op het gepresen­ teerde rapport. Het afdrukken van dit antwoord in de Annales werd gestemd «tout en laissant aux rapporteurs la faculté de répliquer, s’il le trouvent convenable». En dit doet Plettinck dan ook in de vergadering van 25 mei. Na een lange discussie waar­ aan alle leden deelnamen, werd besloten dat Vanliere hierover een korte samenvatting zou maken voor de volgende bijeen­ komst. Het verslag van Vanliere en de repliek van Plettinck werden eveneens afgedrukt (57).

(54)

(55)

(56)

(57)

58

doKters aanwezig). Mogelijk was Lagae tevens voorzitter van genoemde vereniging. — A.S.M.E., 1850, p. 235. Lagae zal ook wel de auteur zijn van hogergenoemd werk (zie voetnoot 36). François Vanliere^dokter te kortrijk. Studeerde te Gent. Stichtend lid van de S.M.E. Sterft in oktober 1847 op 28-jarige leeftijd aan de gevolgen van tyfus. .— A.S.M.E., 1848, pp. 454-456 P. PLETTINCk. Considérations sur l ’Huile de Foie de Morue, A.S.M.E., 1847, pp. 49-53 / rapport (Frédéricq) pp. 53-57 Vgl. met N.B., p. 31. In de N.B. beslaat het 17 regels! Dit betekent dus dat, in het overzicht van de werken van Plettinck, dit artikeltje zowat 1/5 van de tekst inneemt (de N.B. telt 97 regels). P. PLETTINCk. A.S.M.E.. 1847, pp. 98-99; cf. N.B., p. 31. A.S.M.E., 1847, pp. 131-139, 139-144, 222-228, 264, 281-285, 286-288, 320, 359. De N.B. vermeldt deze discussie met, maar wel vinden we er een mogelijke verklaring van de standvastigheid van Plettinck in de discussie : «Fort peu de chirurgiens firent autant de fois et avec des succès si nombreux l’opéra­ tion sanglante de la hernie étranglée. Combien de personnes qui vivent


Plettinck voerde verschillende keizersnedes uit. Te vermel­ den valt hierbij dat hij drie maal na elkaar een keizersnede uit­ voerde op dezelfde vrouw. Het bijzondere hieraan is dat het de derde maal ging om een zwangerschap buiten de baarmoeder (grossesse extra-utérine). Een verslag van deze laatste operatie is afgedrukt in de Annalen (58). Zijn laatste bijdrage voor het jaar 1847 is een kort artikel; het rapport erover is uitgebreider (59). Na het jaar 1847 verminderde de schrijf lust van Plettinck — in de Annalen van 1850 verscheen slechts één bijdrage van Plet­ tinck (60). Deze vermindering blijkt niet uit de Notice Biblio­ graphique, integendeel men zou een vermeerdering veronder­ stellen. Dit komt omdat de Notice verscheidene foutieve vermel­ dingen maakt. Geven we hieronder de nodige rechtzettingen. De la mort apparente chez Ie foetus is geen studie van Plet­ tinck, het is enkel een vertaling van het werk van de Nederlandse dokter Vanhengel (61). Plettinck zou ook een studie gemaakt hebben over Les propriétés thérapeutiques du tartrate ferricopotassique; maar het betreft hier een tekstuele weergave van een artikel uit de «Union médicale» (62). Hetzelfde geldt voor De l'em­ ploi du sulfate de quinine dans le rhumatisme articulaire aigu

(58) (59)

(60)

(61 )

(62)

encore aujourd’hui, ne doivent-elles pas la vie à son habilité de chirur­ gien !» — N.B., p. 32. P. PLETTINCK, Opération césarienne dans un cas de grossesse extra­ utérine, A.S.M.E., 1847, pp. 267-270 / zie ook N.B., p. 31. P. PLETTINCK, Délire dans un cas de phtisie, deux jours avant la mort, A.S.M.E.. 1847. pp. 267-270 / rapport (Van Oye) pp. 505-509 Zie ook N.B., p. 31. P. PLETTINCK, Observation d'un cas de toenia. A.S.M E., pp. 337-350 De stemming voor het afdrukken van deze studie gebeurde na een discussie in de vergadering van oktober 1849 — A.S.M.E., 1849, p. 527. Wat de bijdragen van Plettinck na 1850 betreft, zijn we niet ingelicht — we namen de annalen door tot en met 1850. De N.B. vermeldt geen werken van Plettinck voor de periode na 1850; voor deze periode vermeldt de opsteller enkele etc. etc. — N.B., p. 32. De studie van VANHENGEL, De la mort apparente chez le fœtus, werd door Plettinck vertaald «du Hollandais» en staat afgedrukt in de A.S.M.E., 1849, pp. 27-32 / Vergelijk met A.S.M.E., 1848, p. 334 en 565. (Vanhengel was corresponderend lid). «L'usage fréquent que l’on fait des préparations mortiales nous engage à faire connaître à nos lecteurs les avantages qu’assigne au tartrate ferricopotassique M. Mialhe, dans un article de I union médicale que nous repro­ duisons ici textuellement». — A.S.M.E., 1848, pp. 96-99 (citaat p. 96. cursiverinq van ons)

59


(63). De «studie» over l'empoissement par les feuilles du citisus laburnum is gewoon een korte samenvatting van de observaties van twee Engelse geneesheren (64). Ook de «studie» over les plaies articulaires du genou is niet van de hand van Plettinck (65). De studies (1848-1849) die wel aan Plettinck toe te schrijven zijn, zetten we hier op een rijtje. — De l ’utilité de l ’amputation dans certains cas de tumeurs blan­ ches (66). — Urticaire intermittente (67). — De la compression de l ’aorte dans les métrorrhagies graves ( 68 ). — Cas rare de dentition dans la vieillesse (69). — Observation d ’une plaie de tête (70). — Observation de fièvre intermittente pernicieuse apoplectique (71). — Note sur les récidives des fièvres intermittentes (72). In dit lijstje zijn de rapporten die Plettinck verzorgde en het vertaalwerk niet opgenomen. Vermelden we hier ook nog dat hij aktief betrokken was in de discussie over het gebruik van kinine-sulfaat bij het bestrijden van tyfus (73). De activiteit van Plettinck beperkte zich echter niet tot het schrijven van artikels voor de Annalen, het bijwonen van de ver-

(63) «... Nous allons donnez textuellement le passage tel que nous le trouvons consigné dans le n° 22 de ['union médicale». - A.S.M.E., 1848, pp. 118119 (citaat p. 119, 1e cursivering van ons) (64) Observaties van de dokters Barber en North verschenen in de «London médicale Gazet» en «Bullet. de Thérapeut.» — A.S.M.E.. 1849, pp. 34-35 Het gaat hier trouwens over de vergiftiging door de bloemen van de citisus laburnum (bepaalde boomsoort) en niet door de bladeren zoals de N.B., p. 32 vermeldt. (65) Plettinck verzorgde enkel het rapport over de studie van COMYN, Obser­ vation d ’une plaie articulaire du genou. — A.S.M.E., 1849, pp. 529-535 (66) A.S.M.E., 1848, pp. 81-84 (67) A.S.M.E., 1848, pp. 210-211 (68) A.S.M.E., 1848. pp. 226-227 (69) A.S.M.E., 1848, p. 398. / Dit korte artikel wordt — op enkele regels na — voldig weergegeven in de N.B.. p. 32 ! (70) A.S.M.E., 1848, pp. 389-391 (71) A.S.M.E., 1849, pp. 62-63 (72) A.S.M.E.. 1849, pp. 262-264 (73) Aanleiding tot de discussie was een rapport van Van Oye over de nota van Frédéricq, Encore quelques mots sur l ’emploi du sulfate de quinine dans le typhus. In de vergadering van 25 april 1849 ontspon zich een levendige discussie tussen deze twee dokters. Ossieur, Plettinck en Vandezande werden evenees betrokken in deze discussie. —- A.S.M.E., 1849, p. 238.

60


gaderingen van de Société en het aktief deelnemen aan de discussies — waarvan wij er een tweetal bij wijze van voorbeeld hebben aangegeven. In de buitengewone vergadering van 10 augustus 1847 werd hij samen met Van Oye aangeduid om de Société te vertegen­ woordigen op het Belgisch geneeskundig kongres van 1 oktober te Brussel (74). De vergadering van 1 oktober was vermoedelijk een voorbereidende vergadering (75). En mogelijk is dit kongres niet van de grond gekomen want op 1 augustus 1848 werd op­ nieuw een eerste vergadering van het nationaal geneeskundig kongres gehouden; ditmaal was Plettinck, samen met de dokters Lagae en Dejaegher van Kortrijk en een zekere apotheker Petit, als afgevaardigde gekozen door een vergadering van dokters van het arrondissement Kortrijk (76). Plettinck werd op de vergadering van 31 augustus 1848 nog­ maals als afgevaardigde aangewezen; ditmaal voor een landbouwcongres dat te Brussel gehouden werd van 21 tot en met 24 september 1848 (77). Begin 1850 werd Plettinck, samen met Ossieur, belast met de voorbereiding van een reglement van inwendige orde voor de Société (78). Ter afronding willen we hier nog één feit naar voor brengen. Bij het doornemen van de A.S.M.E. werd onze aandacht speciaal getrokken op het procesverbaal van de zitting van 10 oktober 1850. De «Société Médecine de Liège» vroeg het oordeel van de S.M.E. over de brochure Intérêts Sociaux. Devoir du corps médi­ cal de prendre part à la politique, etc. Het was Plettinck die op­ dracht kreeg daar in een volgende vergadering verslag over uit te

(74) A.S.M.E., 1847, p. 408 (als suppleanten werden Ossieur en Vanliere aange­ duid). (75) «Dans cette réunion on a dû se borner, ainsi que l’on s'y était attendu, à la nomination d ’une commission chargée d ’élaborer un projet d ’organisation permanente. On attend avec impatience que la commission soit en mesure de présenter son travail». — A.S.M.E., 1847, p. 408. (76) We schreven «mogelijk ... niet van de grond gekomen» omdat het hier ook jaarlijkse kongressen kan betreffen. Voor de afvaardiging van Plettinck, zie A.S.M.E., 1848, p. 285. In elk geval waren op de vergadering van 1 augustus heel weinig mensen aanwezig — A.S.M.E., 1848, p. 329. De enkele aantekeningen in de A.S.M.E. over dit (deze) congres(sen) zijn onvoldoende om een duidelijk beeld te krijgen. (77) A.S.M.E., 1848, p. 383. De andere afgevaardigden waren Lagae en Vandezande. Ook hier ontbreken voldoende gegevens. (78) A.S.M.E., 1850, p. 46.

61


brengen (79). Mag dit als een bewijs gezien worden van de poli­ tieke competentie van Plettinck? (80).

§ 3. Stichting van een geneeskundige kring «In 1860 stichtte hij (Plettinck) te samen met eenigen zijner vrienden, den geneeskundigen kring van Thielt. Gedurende 28 jaren was M. Plettinck de voorzitter en de ziel van dezen kring, en gedurende dien langen tijd strekte hij tot voorbeeld aan al de andere leden niet alleenlijk door zijne oppassendheid om de zittingen bij te wonen maar bijzonderlijk om ze aantrekkelijk te maken. M. Plettinck was trouwens vroolijk van karakter en altijd het vermaek van ’t gezelschap ...» (81). Het is ons niet duidelijk wat deze «geneeskundige kring» precies was. Evenmin weten we wie er lid van was, maar H. Van Hove zal wel één van de leden geweest zijn (82). In 1869 werd Plettinck gevierd voor zijn 25 jaren dokter­ schap. Er werd gevierd met een «prachtig feestmaal» en «van alle kanten kwamen de confraters toegesneld». Dit feest werd ver­ moedelijk georganiseerd door de geneeskundige kring (83).

(79) A.S.M.E., 1850, p. 478. Dit verslag werd niet meer gegeven in een vergadering van 1850. (80) Plettinck was in 1848 gemeenteraadslid te Meulebeke geworden. In het volgend hoofdstuk snijden wij zijn politieke loopbaan aan. (81) H. VAN HOVE, L.R., pp. 15-16 (82) «Nu sprak dokter M. Van Hove, schepene van Thielt. Hij hield eene kernachtige rede, namens het «Dokters-Genootschap van het Thieltsche», waarvan de overledene voorzitter was». — G.V.T., XXXIX, 18.8.1888/2.A. (cursiverig van ons) «Dokters-genootschap van het Thieltsche», «geneeskundige kring» en «Geneeskundig Genootschap van Thielt (Société Médicale de Thielt)» zul­ len wel aanduidingen zijn van één en dezelfde vereniging (voor de laatste benaming zie : P.P., p. 3 ). Henri Loosveldt (Tielt), Carton (Wingene) en Henri Lootens (Oostrozebeke) waren mogelijk eveneens leden. Over Loosveldt zie G. PUYPE, Jean-Henri Loosveldt : Tielt 7 oktober 1895 Tielt 19 september 1904, onuitgegeven seminarieoefening R.U.G., 1977, 23 P(83) H. VAN HOVE, L.R., p. 16.

62


OPBOUW VAN EEN POLITIEKE CARRIERE

§ 1. Een duister begin De verkiezing van Plettinck tot gemeenteraadslid van Meulebeke op 22 augustus 1848 (84) en zijn benoeming tot burgemees­ ter bij K.B. van 30 december 1854 (85) zijn vooralsnog gehuld in een politiek-nevelige wolk. De enkele toespelingen die de Gazette van Thielt in haar nummer van 11 januari 1855 (86) maakt over de moeilijkheden bij deze benoemingen en verkiezingen waren ons te onduidelijk om ze te plaatsen in de politieke sfeer van die periode. Deze periode is voor de streek trouwens nog onvoldoende bestudeerd. Hebben Constant Vanden Berghe (87) en zijn vriend Jozef Ferdinand Toussaint (88) een rol gespeeld bij de benoeming van Plettinck in 1848 ? Heeft Vanden Berghe «geene pogingen gespaerd om den koninklijken keus als burgemeester van den heer Plettinck, zoo onafhankelijk van karakter (89) als geleerd, te doen mislukken», of heeft hij er daarentegen positieve stappen toe ondernomen

(84) G.A.M., registers van de gemeenteraad, openbare zitting van 30 oktober 1848. De elf «Raedsleden» J. Avelandtse, J. Goethals, J.B. Stragier, Joseph Danneels, J.F. Carpentier, L. Hemeryck (vermoedelijk dezelfde als Emeryck, vermeld in G.V.T.), L. Loncke, L. Vermeulen, A. Loncke, J(unaer?) Danneels en P. Plettinck werden — in dalende orde van het aantal stemmen — ge­ kozen in de kiesvergadering van 22 augustus 1848. De eed-aflegging ge­ beurde op 30 oktober. (85) G.V.T., VI, 1,4.1.1855/2.C. (86) G.V.T., VI, 3, 11.1.1855/1 A.B. De tekst van het artikel geven we in bijlage. (87) Constant Vanden Berghe,0 Aarsele, 5.8.1808 - Roeselare, 26.7.1895 (vanaf 1847 arrondissementscommissaris te Tielt). Zie de reeds vermelde artikels van J. HUYGHEBAERT (voetnoot 25); en R. VAN LANDSCHOOT, Het eerste lustrum van de Davidsfondsafdeling in de streek van Tielt 1875-1880. R.V.T., VI, september 1975, |1976|3, pp. 28-29 en de noten 88 tot 91. (88) Jozef Ferdinand Toussaint,0 Meulebeke, 31 maart 1807 - Elsene. 7.2.1895. Volksvertegenwoordiger voor Tielt tussen 13 juni 1848 en 11 juni 1850. Zie het artikel van J. HUYGHEBAERT in R.V.T., 1971, alsook zijn bijdrage in E.V.B., II, p. 1686; en L. PLETTINCK, Biographie du baron Jules-Joseph d ’Anetan 1803-1888, Brugge, 1899. p. 101 (noot 1). (89) Van het «onafhankelijke», «onpartijdige» en «spaarzame» bestuur van Plet­ tinck wordt in de diverse lijkredes van 1888 eveneens melding gemaakt. Over deze moeilijkheden wordt in de nochtans vaak emotioneel klinkende lijkredes niet het minste woord gerept.

63


omdat hij nu éénmaal niet meer leefde «onder de yzeren roede van M. Rogier ?» (G.V.T.) En welke was de rol van Verbeke (90) bij de verkiezingen van 1854 ? Dit zijn vragen die — samen met vele andere — door nader onderzoek nog een antwoord moeten krijgen. We hebben wel enkele vermoedens — gissingen eigenlijk — maar deze lijken ons nog te hypothetisch om hiervan een kort betoog te geven. We willen ons hier toch wagen aan enige toelichting bij vol­ gend citaat: «Wel is waer, over zes jaer stelde hij (Vanden Berghe) zich tegen de benaming van denzelfden heer Plettinck, en hij gelukte erin ...» (G.V.T). Wanneer deze «benaming» slaat op een benoeming van Pletcinek als burgemeester — dus reeds in 1848 — dan lijkt ons de reaktie van Vanden Berghe toch enigszins aannemelijk. We steu­ nen daarbij op het cijfermateriaal uit het gemeenteraadsverslag van 30 oktober 1848. Plettinck was de jongste kandidaat en haalde een laatste plaats (115 stemmen). De oudste kandidaat Junaer (?) Danneels (toen 70 j.) haalde de voorlaatste plaats. De twee daaropvolgende kandidaten (in ouderdom) haalden een eerste en een vierde plaats; het waren respectievelijk J. Avelandtse (180 stemmen) en Joseph Danneels (148 stemmen) — beiden waren 67 jaar oud. Voegen we daarbij nog dat de op één na jongste kandidaat, ni. A. Loncke, 4 jaar ouder was en dat het leeftijdsverschil tussen Plettinck en Junaer Danneels 41 jaar was. Mag hieruit niet besloten worden dat Plettinck gezien zijn behaal-

(90) David Verbeke,0 Roeselare 29.7.1796. Hij studeerde aan het klein seminarie te Roeselare, waar hij Darras, de latere pastoor-deken van Tielt, leerde ken­ nen. Hij werd priester gewijd in Mechelen in 1821. Hij werd leraar benoemd aan het college van Poperinge in 1822, aan het klein seminarie van Roese­ lare in 1823. In 1826 werd hij regent van de Wezenschool te leper, en in 1828 onderpastoor van St.-Maartens te Kortrijk, waar hij in 1833 stichter en principaal werd van het college. In 1840 werd hij pastoor te Oekene, in juli 1843 pastoor te Meulebeke. Hij overleed te Meulebeke op 13.10.1867 (Necrologium , A.B.B.). Hij zetelde samen, met o.a. Désiré de Haerne en Leo de Foere, als één van de 13 geestelijken in het Nationaal Congres (18301831). Bij ons weten oefende hij geen enkel ander politiek mandaat uit. Verbeke mag samen met Darras beschouwd worden als de motor achter de stichting van de «Gazette van Thielt» (eerste nummer op 4 april 1850). Ont­ ving in 1856 van de universiteit van Leuven de titel van dokter in wijsbe­ geerte en letterkunde. — G. TANGHE. op. cit., pp. 72, 128-148; B. VAN HOVE, Lijkrede van den zeer eerw. heer Joannes-Marcellinus Darras, pastoor-deken van Thielt. Uitgesproken op den piegtige Lijkdienst van den overledene, den 20 juny 1855. Brugge, (1855], p. 5; H. DE GRAER (e.a.), Repertorium van de pers in West-Vlaanderen 1807-1914, Leuven, 1968, pp. 335 (noot 2), 336 en 348.

64


de plaats én zijn leeftijd toen moeilijk een reële aanspraak kon maken op het burgemeesterschap ?

§ 2. Januari 1855 : geen vuiltje aan de lucht (91) Op 11 januari 1855 — dag waarop het artikel over «De laetste gemeentekiezing te Meulebeke» verscheen — was er groot feest te Meulebeke. De nieuwe burgemeester Plettinck werd in de na­ middag te Tielt afgehaald bij ... Vanden Berghe! Te Meulebeke verwelkomde schepen Carpentier (92) de stoet met «eene korte, doch gulhertige redevoering». Pastoor Verbeke en gemeente­ secretaris Tytgat (93) hielden er eveneens hun toespraak. De toe­ spraak van Verbeke bevat enkele interessante passages waarvan we er hier enkele citeren : «Mynheer, sinds verscheidene jaren, hebben onze verstandige parochianen, die waerlyk de belangen der gemeente zyn toegedaen, uwe plaats aengetoond aen het hoofd van het gemeente-bestuer». En «... zy (de geestelykheid van Meulebeke en Marialoop) heeft het vertrouwen, ik zeg nog meer, zy heeft de verzekering dat het bestuer der gemeente onder

(91) Voor deze paragraaf zie G.V.T., VI, 4, 14.1.1855/2.B. en 6, 21.1.1855/2.A.B. (dit laatste artikel is overgenomen in G. TANGHE, op. cit., pp. 120-124); G.A.M., Schikkingen aengaende de Plegtigheyden plaets te hebben in de gemeente Meulebeke ter gelegenheid van de indiensttreding van den heer Burgemeester, los stuk van 9 januari 1855 (geklasseerd onder 1.855.2.H1). (92) Joannes-Felix Carpentier, 0 Meulebeke, 29.6.1820 - r St Joost-ten-Noode. 9.4.1879, huwde te Meulebeke op 11.9.1843 met Therese-Justine Loncke, en te Moorslede op 7.8.1849 met Flavie-Rosalie De Necker wiens vader Louis-Célestin burgemeester van Moorslede was vanaf 1830 en (liberaal) provincieraadslid voor het kanton Passendale vanaf 22.5.1837 totzijn dood. Gemeenteraadslid van Meulebeke (1848) en schepen (27.1.1852) tot zijn ontslag op 13.6.1862. Werd op 28.5.1860 verkozen als katholiek provincie­ raadslid van Meulebeke, functie die hij eveneens neerlegde in 1862 wan­ neer hij naar Brussel trok (op 29.10.1869 vestigde hij zich te St.-Joost-tenNoode. waar hij stierf). P. Plettinck volgde hem op in de provincieraad. — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 173, 424, 466-467. (93) Charles-Ghislain Tytgat,0 Tielt, 25.1.1798- : Meulebeke, 7.2.1860. Gehuwd in eerste huwelijk met Charlotte-Francesca Veys, in tweede huwelijk te Meulebeke in 1840 met Virginia-Melanie Veys. Eigenaar te Meulebeke. Gemeentesecretaris van 1827 tot zijn dood en secretaris-schatbewaarder van het Bureel van Weldadigheid (1830-1850?). Suppleant-vrederechter te Meulebeke (1.2.1847). Wordt op 26.5.1846 verkozen als provincieraadslid voor het kanton Meule­ beke. Na zijn dood volgde Carpentier hem op. Schepens vermeldt Tytgat zowel als «opinie onbekend», «liberaal» en «ver­ moedelijk katholiek» (Tytgat zal wel tot de katholieke opinie behoord heb­ ben). — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 146, 151, 167 en 569-570

65


uw beleid niet zal ontaerden, en dat de belangen der genen die gy bestiert, bij voortduring, met iever en verstand zullen beschermd worden» (94). Verbeke heeft het verder over de onafhanketykheid der magten, een bij hem geliefd thema (95) : «Onze gedragslinie is getrokken nevens de uwe; niettegenstaende zy in een niet loopen, zyn zy nogthans de eene van de andere zeer naby; het al­ gemeen belang vraegt dat de twee autoriteiten, terwyl iedere zich vryelyk beweegt in den kring harer toekentenissen, malkander goedwillig ondersteunen. Ziedaer die ware onafhankelijkheid der magten waer van zekere lieden zoo veel spreken zonder nogtans dezelve te verstaen ...».

§ 3. «De konvooien en byzondere rytuigen vereenigen te Meulebeke het puik van West- en Oostvlaenderen» David Verbeke, pastoor te Meulebeke sinds 1843, werd op 9 september 1856 duchtig in de bloemetjes gezet. Dit ter gelegen­ heid van zijn benoeming tot ridder in de Leopoldsorde en het ver­ krijgen van de titel van «dokter in de wysbegeerte en letterkunde by de katholyke universiteit van Leuven». Dit feest, waarop het «puik» van West- en Oost-Vlaanderen aanwezig was, werd aangekondigd door een uitnodigingsbrief van 19 augustus 1856 (96). Deze brief werd verstuurd door een kommissie die de organisatie van het feest op zich nam. Ze bestond uit graaf de Müelenaere (97), senator d'Anethan (98), kanunnik de Haerne (99), F. Tack

(94) F. Goethals geeft in zijn lijkrede van 1888 deze paragraaf verkort weer en voegt erbi] : «Die voorzegging als ’t ware van pastoor Verbeke is vervuld ge­ worden ...». — E. GOETHALS, L.R., pp. 8-9 (95) In zijn toespraak van 9 september 1856, gehouden op het feest hem aange­ boden ter gelegenheid van zijn benoeming tot ridder van de Leopoldsorde en van dokter in de wijsbegeerte en letteren aan de Leuvense universiteit. zal hij hierop terugkomen. Over dit feest zie de volgende paragraaf. (96) De uitnodigingsbrief en het verslag van dit feest zijn afgedrukt in G, TANGHE, op. cit., pp. 128-149. Het verslag omvat hoofdzakelijk de er uitge­ sproken redevoeringen. Wat volgt is gebaseerd op Tanghe. (97) Felix-Amand de Müelenaere (K.B. 16.5.1836 graaf), ° Pittem, 9.2.1794 - : Pittem. 5.8.1862, was o.a. volksvertegenwoordiger voor Tielt van 11 juni 1850 tot zijn dood. Dit was zeker niet zijn belangrijkste politieke verdienste; zie over zijn politieke carrière T. LUYKX, Politieke geschiedenis van België van 1789 tot heden, Amsterdam/Brussel, 1973, pp. 40, 67, 91, 148, 152-157, 168169, 171. 176, 640-641,655; T. JUSTE. B.N., V, col. 573-579; L. SCHEPENS. op. cit., pp. 380-384 (98) Zie verder in een voigende paragraaf.

66


(100), Van Biervliet (101), Plettinck, Goethals (102), Carpentier en Tytgat. Op het banket, dat op 9 september 1856 gehouden werd in het kasteel van Thienpont-Loncke, waren naast de reeds genoemde leden van het komitee nog aanwezig : senator baron Bethune; de volksvertegenwoordigers A. Rodenbach, ThienpontLoncke en Boulez; de oudleden van het nationaal kongres : baron de Mont-Blanc (en zijn twee zonen), kanunnik Andries, Goethals-Bischof, de advokaat Rosseeuw en Thienpont-vader. Verder waren er ook nog de kanunniken Carton en Clement, de oudburgemeester van Kortrijk Goethals-Vanden Broucke ... «immers, een aenzienlyk getal vrienden, waeronder zeer veel oudprofessoren en leerlingen, die het zich eene pligt maekten dit luisterlyk feest by te wonen». In zijn slotwoorden waarin hij de 120 aanwezigen dankt, deelde Verbeke nogmaals zijn opvattin­ gen over de «onafhankelijkheid der magten» mee; zij het ditmaal op een meer uitgesponnen manier.

(99)

Désiré-Pierre-Antoine de Haerne, ° leper, 4 juli 1804 - : St.-Joost-ten-Noode 22 maart 1890. Zetelde in het nationaal kongres en was samen met De Foere één van de 3 geestelijken die in de kamer zetelden. Op 29 februari 1844 volksvertegenwoordiger (Kortrijk). — R. VANLANDSCFIOOT en J. BEHETS, E.V.B.. I, pp. 634; B. JANSSENS DE BISTHOVEN, B.N., XXXVII, Brussel, 1971-1972, col. 395-403; T. LUYKX, op. cit., pp. 52-53 (100) Pierre-Amand Tack, ° Kortrijk, 18 december 1818 - Kortrijk 11 april 1910, studeerde aan het college van Kortrijk [Verbeke was toen principaal) en te Leuven (filosofie en rechten). Gemeenteraadslid vanaf 1863 en op 1 juni 1867 schepen van financiën benoemd (Kortrijk). Op 13 juni 1854 volksvertegenwoordiger voor Kortrijk gekozen. Blijft dit tot zijn ontslag in april 1908. Tussen 2 april en 3 augustus 1870 minister van financiën in het kabinet d'Anethan. — C. TERLINDEN, B.N., XXIV, Brussel, 1926-1929, col. 430-433; T. LUYKX, op. cit., pp. 154, 641. (101) Antoine-Louis Van Biervliet, ° Izegem, 20 augustus 1802 - ■ Leuven, 2.6. 1868. Studeerde te Roeselare en aan de universiteit van Gent. In 1835 ge­ woon professor te Leuven benoemd (geneeskunde). — L. FREDERICQ, B.N., XXVI, Brussel, 1936-38, col. 199-201. (102) Joannes (?) Goethals, schepen te Meulebeke; benoemd bij K.B. van 30 december 1854 — G.A.M., registers van de gemeenteraad, zitting van 77 januari 1855. De G.V.T.. VI, 1, 1855/2.C. vermeld een zekere I. Goethals als schepen; mogelijk is deze Joannes de Ives Goethals die Schepens vermeldt. '■Goethals, Ives, genaamd Goethals-Van Wambeke. Geboren te Helt op 22.2.1811, sterfplaats en -datum onbekend. Gehuwd met Van Wambeke. Wordt in de leeftijd van 59 jaar verkozen als katholiek provincieraadslid voor het kanton Tielt, op 5.07.1870. Flij blijft dit gedurende twee jaar, en ver­ dwijnt dan om onbekende redenen uit de raad. Opzoekingen naar nadere gegevens door het stadsbestuur van Tielt bleven vruchteloos». — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 507-508

67


§ 4. d’Anethan, kandidaat te Tielt voor de senaat Op 5 juli 1849 diende Henri Ysenbrandt, oud-burgemeester te Tielt, om gezondheidsredenen zijn ontslag in als senator van Tielt (103). Bij K.B. van 19 juli 1849 werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven voor 3 augustus. D'Anethan (104), oud-minister van justitie, die op 13 juni 1848 zijn zetel te Leuven verloor aan een liberaal kandidaat, werd aangezocht zijn kandidatuur te stel­ len. De liberale reaktie bleef niet uit (105). Leopold Plettinck noemt onder de peters van d'Anethan : Darras (106), Verbeke en (zijn vader) Prudent Plettinck (107). En,

(103) Henri-Bernard Ysenbrandt, ° Brugge, 25.6.1787 - + Tielt, 13.9.1855. Huwt op 29.8.1818 te Tielt met Eugénie Sophie Delcambe, grondeigenares. Schepen (1819-1841), burgemeester (1841-1848) en senator (1848-1849) te Tielt. «M. Henri Ysenbrandt, werd benoemd den 5 April 1841, en bleef als burge­ meester in dienst tot de algemeen herkiezing van den gemeenteraad, 22 Augusti 1848 wanneer hij zijn mandaat niet liet vernieuwen. Intusschen was hij den 13 Juni 1848 tot Sénateur gekozen. — G.V.T., LX, 6, 20.1.1909. Ysenbrant was senator verkozen in opvolging van burggraaf de Jonghe d Ardoye. (104) Jules-Joseph d'Anethan, 0 Brussel, 23 april 1803 - : 8 oktober 1888, stu­ deerde aan het lyceum in Brussel en zette op 17-jarige leeftijd zijn studies verder aan de universiteit van Leuven (rechten). Huwde op 10 oktober 1827 te Schaarbeek met Marie-Cornélie-Fluvie de Jonghe (verwant aan de familie de Jonghe d ’Ardoye). Zijn politiek debuut dateert van 16 april 1843 wanneeer hij minister van justitie wordt in het unionistisch kabinet van Nothomb (tot 19 juni 1845). Vanaf 1844 was hij volksvertegenwoordiger voor Leuven. Vanaf 1849 senator voor het arrondissement Tielt (tot in 1888). Minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet d'Anethan (2 juli 1870 - 1 december 1871) ... — L. PLETTINCK, op. cit., passim.; A. COOSEMANS, B.N., XXI, Brussel, 1957, col. 93-95; T. LUYKX, op. cit.. pp. 40, 87, 91,93, 148, 152-157, 168-169, 171, 176, 640-641, 655. (105) Een ganse polemiek brak uit na het verschijnen van een brief uit Tielt in het Brugse blad La Patrie (23 juli 1849). De brief uit Tielt steunde de kandida­ tuur van d ’Anethan. Voor deze polemiek, zie L. PLETTINCK, op. cit., pp. 99-119 (106) Joannes-Marcellinus Darras, ° Lauwe, augustus 1798 - + Tielt, juni 1855. Studeerde aan het klein seminarie van Roeselare en het groot seminarie te Gent. In 1835 pastoor te Tielt en in 1845 deken benoemd. Belangrijk figuur voor het sociale en politieke leven van het Tieltse tot 1855. Er bestaat nog steeds geen goede biografische nota over deze figuur. — M. VAN BIERVLIET, Biographie de M. I'abbé Jean-Marcellin Darras, curédoyen de Thielt, Tournai, 1855 (Levensbeschryving van den zeer eerwaerdigen heer Joannes-Marcellinus Darras, pastoor-deken van Tielt, Doornik, 1856); B. VAN HOVE, op. cit., passim.; A. VERSCHUERE, Deken Darras en zijn hospitaal, Tielt, 1938, 62 p.; H. DEGRAER, loc. cit. (vergelijk met voet­ noot 90). (107) L. PLETTINCK, op. cit., p. 104.

68


als we de biograaf van d'Anethan mogen geloven, dan was het voornamelijk Plettinck die zich — althans openlijk — inzette als de verdediger van de kandidatuur van de oud-minister (108). De vraag kan terloops gesteld in hoeverre het kontakt tussen Darras, Verbeke en Plettinck niet van invloed is geweest voor de moeilijkheden tussen Plettinck enerzijds en Vanden Berghe en Toussaint anderzijds ... Maar ook hier blijft het voorlopig bij gissingen.

§ 5. Plettinck in de provincieraad Op 23 mei 1864 werd Plettinck verkozen voor de provincie­ raad (109). Hij volgde de reeds genoemde Carpentier op. Dit ge­ beurde zonder strijd. Plettinck bleef lid tot zijn dood. Vanaf 23 mei vervoegde hij dus zijn collega Opsomer die zelf reeds in de raad zetelde sedert juni 1848 (110). Over Plettinck in de provincieraad getuigt Opsomer: «Als provinciaal raadslid, ging hij zorgvuldig de belangen na van zijn kanton, en hij was altijd op zijnen post, toen er kwestie was die belangen te verdedigen» (111). Dat «op zijnen post» zijn kunnen

(108) «Le baron d'Anethan fit sa tournée électorale en compagnie du docteur Plettinck. Ils parcoururent à cheval les principales communes du ressort en rendant visite à tous les électeurs notables et recevant presque partout l’accueil le plus empressé». — L. PLETTINCK, op. cit., p. 105. (109) De herdenkingsbrochure uitgegeven bij de dood van Plettinck vermeldt: «lid van den Provincialen Raad sedert 1863». Dit is foutief. Ook verschil­ lende kranten van 1888 vermelden het jaar 1863. E. Goethals is in zijn lijk­ rede in elk geval correct. (110) Joseph-Auguste Opsomer, ° Dentergem, 14.5.1813 - : Dentergem, 22.8. 1891. Huwde te Tielt op 5.7.1848 met Nathalie de Müelenaere. Gemeentesecretaris van Dentergem (28.12.1836 - 23.12.1860) en notaris (1846-1884). Op 12(11?).7.1848 verkozen als katholiek provincieraadslid voor het kanton Meulebeke, blijft dit tot zijn dood. Vanaf 30.10.1860 is hij gemeenteraadslid, en vanaf 23.12.1860 burgemees­ ter te Dentergem. Hij blijft dit eveneens tot zijn dood. Op 27.8.1879 wordt hij voorzitter van het katholiek schoolcomité te Dentergem (ontslag op 30.6. • 1881). — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 537-538 Schepens vermeldt eveneens dat Opsomer aktief is in de raad. Verdere gegevens hebben we daar niet over. Schepens vermeldt niet dat Opsomer ondervoorzitter was van de Raad. In deze functie zetelde hij zeker tussen 18880 en 1888 — vgl. de zitting van 9 maart 1880 in Conseil provincial de la Flandre Occidentale. Session extra-ordinaire et ordinaire de 1880. Proces Verbaux, Bruges, 1880, 538 p. met P.P., p. 5. (111) J. OPSOMER, L.R., p. 5.

69


we — althans voor het jaar 1880 — beamen. Bij wijze van proef namen we de proces-verbalen door voor de zittijd van 1880. Plettinck was op bijna alle vergaderingen aanwezig. Voor de enkele, waarop hij niet aanwezig was, was hij steeds verontschuldigd; hij viel dus nooit onder de categorie «sont absent sans congés» ( 112). Schepens vermeldt dat Plettinck zich niet laat opmerken in de raad. Dit kunnen we — althans voor 1880 — bevestigen; in de proces-verbalen wordt geen enkele tussenkomst van Plettinck vermeld. De enige ons bekende tussenkomst is deze waarvan sprake in de Gazette van Thielt van 29.7.1874 (113). Plettinck was in de provincieraad lid van de 4e commissie. Ook Opsomer en H. Loontjens (114) waren er lid van (115). Deze commissie hield zich bezig met openbare werken en zeevaart (116). In ju li 1888, dus kort voor zijn overlijden, werd Plettinck samen met ridder De Cock (117) en dokter Van Den Abeele (118)

(112) Conseil Provincial de la Flandre Occidentale ... (113) G.V.T., XXV, 59, 29.7.1874/1 .B. Het ging om het «Verslag over het regt van boomen te planten langs den weg van Thielt naer Ingelmunster langs Meulebeke». (114) Louis-Henri Loontjens (gezegd Henri), ° Tielt, 29.12.1832 - + 30.3.1913. Ge­ huwd op 26 juni 1875 met Marie-Justine Vande Vyvere. Medestichter en later voorzitter van de Katholieke Kring te Tielt. Medestichter, secretaris en later ondervoorzitter van de Thieltsche Broederband. Op 27.5.1872 ver­ kozen als provincieraadslid voor het kanton Tielt, en op 6.7.1876 lid van de Bestendige Deputatie. — L. SCHEPENS, op. cit., p. 527; K. LIBEERT, LouisHenri Loontjens, ° Tielt, 29.12.1832 - t Tielt, 30.3.1913, onuitgegeven seminarieoefening (RUG), 1975-76, 17 p. met bijlagen. (115) Conseil Provincial de la Fletndre Occidentale ... (séance du 6 ju ille t 1888). (116) L. SCHEPENS, op. cit., p. 85. De volksvertegenwoordiger voor Tielt, A. Beernaert, was titularis van Open­ bare Werken van 23.10.1873 tot 18.6.1878. (117) Eugène-Gerard-Joseph De Cock. Ridder. ° Antwerpen, 22.3.1818 - 1 Assebroek, 9.3.1891. Advokaat en eigenaar. Op 23.5.1864 verkozen als katholiek provincieraadslid voor het kanton Brugge, op 7.7.1864 verkozen als lid van de Bestendige Deputatie, en vanaf 4.7.1876 voorzitter van de provincieraad. Hij behoudt deze drie functies tot zijn dood. Na de dood van B. Vrambout is hij van 8.8.1877 tot 7.9.1877 gouverneur ad interim. — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 444-445. (118) François-Jean-Adolphe Van Den Abeele, 0 Brugge, 6.2.1824 - > Brugge, 5.1. 1900. Geneesheer te Brugge (persoonlijk geneesheer van Mgr. Faict). Hoofdgeneesheer van het St Juliaangasthuis (1860-1899) en dienstoverste van het St. Janshospitaal. Medestichter (1881) van het Hôpital maritime te Wenduine. Lid van de Société La Concorde. Kandidaat voor de gemeente­ raadsverkiezingen vanaf 1860. Wordt op 23.5.1864 verkozen als katholiek

70


PI ,E T T IN C K - B A Ü C H A U , M o n sieu r H M adam e T Y T G \T -P L E T T L N C K leurs en fan ts C harles , M akgukrke et L otis, M o n sie u r et M a d a m e P L E T T IN C K .-B A Z 1R E , M on sieu r et M ad am e D A T E S -PLETTEN CK et leu r en fan t, M on sieu r L É O P O L D PLETTEN C K , M esd em oiselles II h .kmet I sabelle P L E T T IN C K , M a d em oiselle Isabelle P L E T I I NCR. en reli­ g io n S œ u r F la vie , de l’O rdre de S i.-J o sep h , ont l’h on n eu r d e vous faire part de la perte d ou lo u reu se, q u ’ils vien n en t d ’ép rou ver en la person n e de leu r b ien -a îm é ép o u x , père, beau-père, aïeu l et frère

et

M O N SIE U R

Bourgmestre de Meulebeke depuis 1854, Membre du Conseil Provincial, depuis 1863, Président de la Société Médicale de Thielt et du Cercle Catholique « Les Amis Réunis, » décoré de la Médaille d'Or de 1" Classe, pour services rendus pendant les épidémies de 1846 et de la Croix Civique de 1" Classe, Chevalier de l'Ordre de Léopold, né à T h ielt le 2 3 Avril 181y décédé à M eulebeke, le muni des Sacraments de Notre-Mère la Sainte-Eglise.

ii

Août 18S8,

Ils recommandent son âme à vos prières. Le service funèbre, suivi de Vinhumation, sera célébré en l’Eglise Paroissiale de Meulebeke, le J eudi 16 A o n , à 9 heures du matin.

Vous êtes priés d’y assister, Tjp, de Camille Ledure, Mculeheko.


gevierd om zijn vijfentwintig jaar lidmaatschap van de provincie­ raad. De gouverneur Baron Ruzette (119) zei in zijn toespraak: «De heer Plettinck heeft zich, gedurende eene lange en wel ver­ vulde levensbaan, toegewijd aan de ontwikkeling der gemeente welke hij bestuurt. Het is aan hem te danken, dat Meulebeke door schoone en brede kalsijden is doorkruist, aan hem dat de ge­ meente, haren welstand en haren voorspoed verschuldiqd is» (

120).

Na zijn dood wordt Plettinck opgevolgd door schepen Emiel Goethals (121). NAWOORD Plettinck speelde ook een belangrijke rol op het gebied van het onderwijs; onder zijn bestuur werden drie gemeentescholen gebouwd (wet van 1842). Hij was erg aktief in de schoolstrijd van 1880. Als bestuurslid van het Davidsfonds (gesticht in 1875) (122), trok hij op naar ver-

(119)

(120)

(121)

(122)

72

provincieraadslid voor het kanton Brugge: ontslag in 1898. Hij is een van de belangrijkkste figuren uit de Raad. Op 24.3.1891 wordt hij verkozen als lid van de Bestendige Deputatie (tot 1898) en op 7.7.1891 wordt hij verkozen als voorzitter (ontslag in 1897). Gemeenteraadslid (1872-1895). Zetelde verder nog in diverse commissies. — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 580-581 Léon-Emmanuel-Marie-Ghislain Ruzette, ridder (K.B. 10.06.1888 Baron). ° Aalst, 22.2.1836 - + Brugge, 1.1.1901. Huwt te Sint-Joost-ten-Noode op 12.12.1864 met Félicie d'Anethan (1838-1901), dochter van Félix, nicht van m inister Jules d'Anethan. Na de dood van B. Vrambout wordt hij uitsluitend gesteund door Jules d ’A nethan .... die veel invloed had bij koning Léopold II, op 7.7.1877 tot gouveneur benoemd van West-Vlaanderen, nadat een poging van dezelfde d ’Anethan om hem te Namen tot gouverneur te benoemen mislukt was. — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 393-395 (cursivering van ons) E. GOETHALS, L.R., p. 9. Over het feest zie ook G.V.T., XXXIX, 58, 21.7.1888/2.D. en 60, 28.7.1888/ 2.C. Emélius-Marie-Josephus-Antonius-Joannes-Baptist Goethals, 0 leper, 11.10.1854 - t Meulebeke, 9.3.1932. Gehuwd te Kruibeke op 22.5.1877 met Marie-Sophie-Mathilde Mertens. Brouwer te Meulebeke. Gemeenteraadslid (1884), schepen (1885) en burgemeester (22.9.18881920) te Meulebeke (Goethals is dus tevens burgemeester-opvolger van Plettinck). Hij wordt verkozen als katholiek provincieraadslid voor het kanMeulebeke op 27.5.1889, met de steun van Mgr. Faict. Hij behoudt zijn man­ daat, zonder zich te doen opmerken in de raad, tot zijn verkiezing als volks­ vertegenwoordiger voor het arrondissement Roeselare-Tielt op 12.11.1912 (tot 1919). — L. SCHEPENS, op. cit., pp. 506-507 R. VAN LANDSCHOOT, Het eerste lustrum van de Davidsfondsafdeiing in de streek van Tielt. 1875-1880. R.V.T., VII, 1975, 3, 96 p.


schillende meetings (o.a. met Désiré Minnaert te Wingene). Tijdens het «geuzenbestuur» werd Plettinck niet herbe­ noemd al^ burgemeester, maar hij was tevens één van de eerste burgemeesters die in 1884 door het katholiek ministerie (Beernaert!) werden herbenoemd. En weerom groot feest te Meulebeke. Namelijk op 21 augustus 1884, want het feest was uitge­ steld geweest wegens het overlijden van een zoon van Plettinck. Het dichtstuk van EH. Rijckaert Carette, dat voor deze ge­ legenheid werd gemaakt, geven we in bijlage. Over de rol van Pr. Plettinck in de schoolstrijd en in het Davidsfonds, alsook over zijn overlijden en zijn begrafenis hopen we later een afzonderlijke bijdrage te schrijven.

Karl LIBEERT

BIJLAGE I De Gazette van Thielt van 11 januari 1855 n.a.v. de gemeente­ raadsverkiezingen van 1854. De laetste gemeente-kiezing te Meulebeke, en later de be­ noeming van M. Plettinck, als burgemeester dezer gemeente, hebben gelegenheid gegeven tot valsche geruchten, welke wy in ’t belang der waerheid gelooven te mogen logenstraffen. Een Gentsch dagblad, byna altyd wel onderrigt, behelst in zijn num­ mer van zondag laetst, eenen brief uit de omstreken van Thielt, waerin wy de volgende zinsnede aentreffen : «M. Vanden Berghe, distrikt-kommissaris, heeft geene poogingen gespaerd om den koninklyken keus als burgemeester van den heer Plettinck, zoo onafhankelyk van karakter als geleerd, te doen mislukken». Wy gelooven met volle zekerheid te mogen zeggen, dat M. Vanden Berghe niet vyandig is geweest aen de benoeming van M. Plettinck, als burgemeester. Zoo men ons heeft verzekerd, heeft deze ambtenaer M. Plettinck aen zyne overheid voorgesteld. Dit kan niet vreemd schynen aen al wie met den tegenwoordigen toe­ stand van zaken bekend is. M. Vanden Berghe weet immers wel dat wy niet meer leven onder de yzeren roede van M. Rogier. Wel is waer, over zes jaer stelde hy zich tegen de benaming van den zelfden heer Plettinck, en hy gelukte hierin; de gemeente Meulebeke kreeg alsdan eenen kaekslag, dien zy zes jaren later nog in het geheugen heeft behouden. Maer hetgeen M. Vanden 73


Berghe, met behulp van M. Toussaint, alsdan heeft kunnen doen, tegen den algemeenen en uitdrukkelyken wil der ingezetenen van Meulebeke, ware nu niet meer mogelyk; de wind is gekeerd. Daerenboven M. Vanden Berghe weet nu beter dan in dat tydstip, wanneer alle hoofden verdraeid waren, dat M. Plettinck in den hoogsten graed bezit al de vereischten die men verlangen kan in eenen hoofdambtenaer van eene talryke gemeente. Hy weet ook dat deze benoeming ten uiterste aengenaem zou geweest zyn aen de overgroote meerderheid der ingezetenen van dit belangryk dorp. Er wordt nog alom uitgestrooid, dat de eerw. heer Pastoor van Meulebeke de oorzaek is geweest, dat de gewezene burge­ meester tot lid van den gemeente-raed niet herkozen is ge­ worden; dat deze geestelyke eenen of twee dagen voorde kiezing eene rol zou gespeeld hebben die geenszins overeenkomt met zyne welbekende hoedanigheden. Hy zou alsdan gezeid hebben aen M. Emerick : gy moogt gerust zyn, ik verneem niet dat men ergens iets tegen uwe herkiezing inspant; op dit woord zou M. Emerick onnoodig geoordeeld hebben van zyne herkiezing te be­ werken. Wy hebben hierover aen den heer Pastoor van Meule­ beke inlichtingen gevraegd. Ziehier zynen brief dien hy ons toelaet af te kondigen : Meulebeke, 6 January 1855. Mynheer de Opsteller der Gazette van Thielt, Gy schryft my, Mynheer, dat, volgens een gerucht in de gemeenten rond Thielt in omloop, ik eene soort van bedrog zou gebruikt te hebben om de herkie­ zing van M. Emerick te doen mislukken. Dat ik eenen, twee of dry dagen voor de kiezing hem zou gezegd hebben : wees gerust, uwe kandidatuer lydt geen gevaer, en dat M. Emerick betrouwende op dit woord, verwaerloosd zou hebben zyne kandidatuer te bewerken. Ik, bemagtige u, Mynheer de Opsteller, van uwe lezers bekend te maken, dat noch ik noch myne onderpastoors zich het minste bemoeid hebben met de laatste kommunale kiezing, dat ik gedurende de veertien onmiddelyke dagen voor de kie­ zing niet eens aen M. Emerick gesproken heb; dat ik wil, wel is waer, eenige weken voor de kiezing antwoordende aen M. Emerick hem gezeid heb : ik, worde niet gewaer dat uwe kandidatuer gaet bestreden worden; vervolgens meen ik dat gy niets te vreezen hebt; maer hetgeen ik aldaer zeide was volstrektelyk waer, het was nog maer dry dagen voor de kiezing. Is later de kans gekeerd, dit moet M. Emerick niet aen my, maer grootendeels aen zich zelven toewyten. Het door hem uigeven (sic) van stembriefkens, waerop zyn naem ALLEEN ge­ schreven stond, heeft zyne kandidatuer merkelyk benadeeligd; de kandidaten die verlangden gekozen te worden zyn hierover zeer misnoegd geweest. Geen wonder dan, dat zy gewerkt hebben tegen eenen kandidaet die hunnen naem niet wilde voordragen met den zijnen. Ziedaer, M. de Opsteller, de zuivere waerheid. Gy moogt van myne verklaring qebruik maken, indien gy het goed vindt. D. VERBEKE.

74


m n

DICHTSTUK opycdzapen aan den Âeez zd.Yettinc/c\ door den (s>eiw. <d%eez Q l/t/ÿ/caatt Gazette, en edelen op /le t c/eeotfm aa/pepeven tez p e/ep en /leid -z/jnez /ler/encem nujf ad> êiizpem eedet va n ddlleu/et/e/le, 27 (Slup u stu s 788b. E e n w o o r d , d a t v r e u g d e str a len d o e t u it d e o o g e n , E e n w o o rd , d a t h e in d e e n v e r k lin k t in d en h o o g e n , E e n w o o r d d a t o p e e n ie d e r s to n g e b ra n d t, T e M e u le b e k e e n d o o r h e e l V la a n d e r la n d , D a t w o o r d is : H e il ! D e n B u r g e m e e ste r P le ttin c k h eil ! H e il o m d e v e e r tig la n g e ja r e n , D ie G ij, a ls D o c to r w e l er v a re n , A a n ’t z ie k e n b e d d e h e b t b e ste e d , H e il o m h e t B u r g e m e e ste r sc h a p , D a t G ij r e e d s d e r tig ja a r b e k le e d t, E n a ltijd k lo ek , n o o it fla u w , n o o it sla p , V o o r M e u le b e e k h eb t d o o rg eb ra ch t ; H e il o m d e n h e ld e n m o e d e n k ra ch t, W a a r m e d e G ij d e S c h o le w e t, U it S a ta n ’s e ig e n p e n n e o n tv lo d e n , Z o o d a p p er h e b t h e t h o o fd g e b o d e n , E n ’t c h r iste n o n d e rw ijs g e red U it d e n g e d u c h te n sch o le str ijd : H e il o m d e n o n v e r m o e ib r e n v lijt, W a a r m e d e G ij o n s M e u le b e k e H e b t d o e n v o o r u itg a a n d a g o p d a g , D a t m ’in d er w a a rh e id z e g g e n m a g : H e t is d e k ro n e v a n d e strek e !


— M aar z ie t : O m d a t G ij w el g e d a a n H e b t v o o r h et v o lk , h eb t G e u m isg a a n B ij h o o g e r h a n d ; en h aa t en n ijd E n v u ig e b u rg erlijk e v e e te , E n w ild e n U , u it k la re sp ijt, G e en b u rg em ee ster m eer d o e n h e e te n , O fw e l, G ij m o e st d en k n ie v a l d o e n V o o r ’t w a lg lijk g o u d e n k a lf d er g e u z e n ! — U w a n tw o o rd altijd ev en k o e n W a s 'lijk o n z e o u d e V la a m sc h e L e u z e : — N e e n , v o o r u k ru ip en w il ik n ie t, E n v o o r u b u ig e n za l ik n ie t, E n v o o r u z w ijg en k an ik n ie t ; J a ! liev er P le ttin c k in h et d o o d b o e k D a n p o ste n sc h o o ie r o p u w g r o o tb o e k ! E n v a n h et w illig sta a tsp a p ier W e rd P le ttin c k ’s ro em en n a m e g r o o t G e sch ra p t d o o r ’t h a a tlijk g e u sc h b estier G elijk v e ro o r d eeld tot d er d o o d ! — M aar w a ch t ! D e w ed erw ra k e k o m t W e lh a a st, d e tie n d e J u n i n aa k t E n d e u re v a n te v e c h te n b ro m t. H o e z e e ! D e V la a m sc h e L e e u w o n tw a a k t E n b ru lt, en sn o k t zijn k eten lo s , E n sla a t z e a a n stu k k en o p d e n k o p V a n ’t g e u z e n d o m ! — H e il ! ’t is d e k lo p V a n g r a tie ! G e h e e l d e g e u z e n tr o s L ig t d aar v erstr o o id in sp a a n d r e n , H e il ! H e il ! d en O u d e n L e e u w v a n V la a n d re n . — G o d d a n k , w ij z ijn o n s z e lv e n w eêr, E n P le ttin c k ’s n a a m g e lijk w e le e r , K o m t z e g e v ie r e n d v o o r d e n d a g , A ls u itd r u k k in g e v a n g e z a g V a n v a ste tro u w a a n G o d en K erk e, A a n ta le en aan g e b o o r te g r o n d , H e il ! N u is h e t w a arlijk lo o n n aa r w erk en , H e e r B u r g e m e e ste r P le ttin c k , h e il ! U is d e e s fe e ste w e l g e jo n d ! D a t G o d U n o g v e e l b lijd e ja ren V o o r u w g e lu k en ’t o n z e sp a re U a ltijd h o u d e g o e d in sta n d V o o r G o d sd ie n st, T a a l e n V a d erla n d !


ZO LEEFDE GEDURENDE HET JONGSTE HALFJAAR ...

I. AARSELE 1. Jeugdhuis Tetoet verwezenlijkt een originele kalender 77 met zes pentekeningen van Aarseelse gebouwen. 2. Aarsele neemt afscheid van 1976 en van z'n zelfstandigheid met de officiële opening (31 december) van de sporthalle (zie nr 1976/4) en een groot afscheidsfeest; initiatief : jeugd­ raad. De gemeente telt 3.047 inwoners, d.i. 20 méér dan één jaar vroeger (zie nr ‘'975/136). 3. De werken voor een nieuw postkantoor in de Sterrestraat starten op 10 januari; geplande duur : 230 werkdagen; kost : 14 miljoen. 4. Medepastoor Frans Maes wordt in dezelfde funktie te Kort­ rijk benoemd. Hij wordt te Aarsele niet vervangen; wel zal Mare Coudyzer, leraar VTI-Tielt, fungeren als weekendhulppriester alhier. 5. Op 29 maart, in Tetoet, onze kring in samenwerking met Tetoet en DF ; Jan Yperman over «Aarsele, ekonomisch en demografisch van 1830 tot 1900». 6. Driedubbel jubileum : Gérard Willemyns 50 jaar koster en meester Frans Daenens (zie nr 1976/138), stichter, al 25 jaar leider van het gemengd parochiaal zangkoor St-Cecilia, dat dus ook aan z’n zilveren jubileum toe is (zie nr 1972/143). 7. F.C. Aarsele promoveert naar 3e Provinciale (zie nr 1971/5).

II. DENTERGEM 8. De gemeente sluit 1976 af met 2.619 inwoners, d.i. 15 min­ der dan één jaar voordien (zie nr 1975/13). 9. Na heel wat spekulaties, geruchten, akkoorden en tegenakkoorden, bevestigingen en logenstraffingen i.v.m. koalitievormingen (zie nr 1976/143), komt de ontknoping op de eerste zitting van de gemeenteraad. Burgemeester wordt Daniël Beels, uittredend burgemeester van Oeselgem. Het schepencollege bestaat verder uit Paul De Keyzer (uittre­ dend burgemeester Dentergem), Camiel Cluyse (uittredend burgemeester Wakken), Luc Verhelst (uittredend schepen Dentergem) en Oscar Goetry (uittredend schepen Marke77


10.

11.

12.

13.

14. 15.

16.

17.

18.

19.

78

gem). Gemeentesekretaris blijft Marcel Marysse uit Dentergem (zie nr 1975/12); hij zal verder in het gemeentehuis van Dentergem blijven werken (zie nr 1975/146). Het kersverse Komite Leefmilieu Dentergem, opgericht on­ der impuls van Jozef Steverlynck, richt een verzoekschrift, met méér dan 200 handtekeningen, aan het schepencolle­ ge : gevraagd wordt dat de gemeente groen zou worden ge­ houden en enkele konkrete eisen worden gesteld i.v.m. het Vijverbos. Na de sluiting van De Klokke, ’t Kloefke en De Miere, blijven nog een 14-tal cafés op de gemeente, waar er vroeger boven de honderd waren, met de meest dichterlijke namen zoals De Rechte Man, Golgotha, ’t Katerke, De Groene Spriet, enz... Door landbouwers werd een vereniging «Onderlinge Bedrijfshulp» gesticht, met al een 25-tal leden. Voorzitter André Malfait. Doelstelling : onderlinge kosteloze hulpverstrekking in noodgevallen. Pastoor L. Vanhoutte houdt van traditie : er worden te Den­ tergem nog vastensermoenen gehouden; dit jaar door Pater Kunibert ofm. Op het eerste sermoen waren nagenoeg 200 toehoorders. Marijke Spiessen (Dentergem) wordt de 5e meibruid (zie nrs 1976/13, 1975/15 en 1974/8). Begroting : opcentiemen op 1500, waar ze vroeger bedroe­ gen : Dentergem 1100, Wakken 1405, Oeselgem 1200, Markegem 1400. Voorzitster van het O.C.M.W. wordt Ghilena Dewitte, echt­ genote Georges Vansteenkiste; ze was voordien voorzitster C.O.O.-Dentergem. De zetel van het O.C.M.W. wordt te Wak­ ken gevestigd. Het mirakuleus St-Annabeeld wordt op 30 april plechtig teruggedragen naar de herstelde St-Anna- of «Koorts»kapel, waar het thuishoort (zie nr 1976/145). Dentergem heeft méér dan burgerrecht verworven op karnavalgebied (zie nr 1975/144). Het is in deze gemeente dat, op 22 april, een Nationaal Komite voor Provinciale en Natio­ nale Prinsen- en Princessenverkiezingen wordt gesticht door 17 karnavalgroeperingen. Piet Dejonghe (° Rotterdam 23.9.09), van 1937 tot 1972 voor­ zitter van de voetbalclub De Zonnekloppers (zie nrs 1976/ 144 en 1972/145), sindsdien erevoorzitter, overlijdt. Hij was bakker van beroep. Hij verbleef sedert 1935 te Dentergem, maar verwierf de Belgische nationaliteit pas in 1969.


III. EGEM 20. Eymard Van de Watere (° Egem 18.9.10) overleden te Tor­ hout, begraven te Egem. Hij was pastoor te St Andries. In 1935/36 was hij werkzaam te Wielsbeke.

21. Het zijn 1.393 Egemnaren die bij Pittem gevoegd worden. Het jaar voordien telde de gemeente 16 inwoners minder (zie nr 1975/22). 22. In opvolging van E.H. Vermander, die op rust ging (te Roeselare), wordt op 26 december R. Dezeure (° Tielt) plechtig als pastoor aangesteld.

79


23. Op de Pittemse begroting : 8 miljoen voor werken aan de StGermanuskerk (zie nr 1976/148).

IV. KANEGEM 24. Ere-arrondissementscommissaris E. Devos valt, op 18 december, de eer te beurt het eenvoudige arduinen monu­ ment te mogen onthullen dat een herinnering en een hulde wil zijn aan het onafhankelijke en telkenjare opnieuw be­ bloemde en vaak met prijzen bekroonde Kanegem (zie nr 1976/153). 25. Inwoners op 31.12.76: 1.066, of 20 minder dan één jaar vroeger. Terloops: in 1920 telde de gemeente 1.654 in­ woners (zie nrs 1975/22, 1972/9 en 1971/28). 26. Het Dosko-voetbalterrein werd uitgebreid met een speel­ plein, voorzien van de maar al te klassieke tuigen : glijbaan, klimkooi, wipplank, zandbak.

V.

MEULEBEKE

27. Voor de 6e maal brengen leden van verschillende jeugdbe­ wegingen, op initiatief van de jeugdraad, op Kerstdag en 2e Kerstdag een bezoek, én een Kerstgeschenk, aan eenzamen en zwaarzieken. 28. Na de laatste raadszitting van de uittredende gemeenteraad werd hulde gebracht aan Achiel Descheemaecker, die 37 jaar lang als BSP-raadslid zetelde. 29. Onder impuls van Herman Vanhaecke start, met een eerste wandeltocht met 30 deelnemers, de wandelclub «Te Voete». 30. Het nieuw schepencollege : Dr L. Abeele, burgemeester, en als schepenen : A. Demey, J. Delmotte, R. Vandecapelle, Dr R. Germonprez en mevr. M. Dheyghers, wellicht de eerste vrouwelijke schepen van Meulebeke (zie nrs 1971/43 en 1971/53). 31. Na 12 jaar pastoorschap op St-Antonius gaat E.H. Vandermeersch op rust (naar Brugge). De St-Antoniusparochie strekt zich uit over Meulebeeks, Pittems en Ardoois grond­ gebied. 32. Dit jaar viert de hengelaarsclub Ter Borcht (zie nr 1976/35) zijn 10-jarig bestaan. Erevoorzitter is gemeenteontvanger Gaby Honoré, voorzitter Marcel Vermeulen. 80


33. De studentenclub «Die Beerkens» is er 20 geworden. 34. Op 20 februari plechtige aanstelling als pastoor van StAntonius (zie nr31) van Marcel De Vlieghere. Hij was leraar aan het St-Jozefscollege te Tielt van 1945 tot 1947 en onder­ pastoor te Schuiferskapelle van 1952 tot 1955.

35. De gemeente haalt het einde van het jaar '76 met 36 in­ woners méér : 10.549. Meulebekenaars worden niet te Meulebeke geboren: in 76 slechts 1, tegenover 129 die elders ter wereld kwamen. Men sterft ook weinig in eigen gemeen­ te : 35, tegenover 67 die elders overleden (zie nrs 1972/18 en 1971/44). 36. Op 19/20 februari : viering 20 jaar Chiro, zowel jongens als meisjes. 37. André Verstraete (° Marialoop/Meulebeke 12.1.23) pastoor benoemd te Vladslo. 38. De kunstenaarskring Kutena (zie nr 1976/157) richtte een wedstrijd in voor Westvlaamse kunstenaars over het thema «het dier». Bij de beeldhouwers waren de drie eerste prijzen voor Vic Mahieu (Ichtegem), Lieven Van Parijs (Meulebeke) en Jeanne Loosveldt (Tielt). In de kategorie schilderen en tekenen gingen de prijzen naar kunstenaars uit Rekkem, Brugge en Waregem. 39. F.C. Meulebeke verbleef maar één jaar in 2e Provinciale (zie nr 1976/158) : als kampioen gaan ze over naar 1e Provin­ ciale. 40. De Derde Leeftijdsklub Middengroepen viert zijn 5-jarig be­ staan. 81


41. Viering 25 jaar CMBV op 15 mei. Hulde wordt gebracht aan mevr. Casteleyn-Dobbels, al 15 jaar voorzitster en aan mevr. Mattelin, die jarenlang sekretaresse en schatbewaarster was; zij is er van bij de stichting bij. Stichtster was wijlen mevr. Dubaere. 42. Machtswisseling bij het DF : voorzitter Lieven Debouver ver­ laat de gemeente en wordt opgevolgd door Hubert Détour. Roger Vanparijs, jarenlang sekretaris, droeg meteen ook liever zijn taak over aan een jongere; het werd Joos Vanderbeke, die hulp zal krijgen van twee adjunkt-sekretarissen.

VI. OESELGEM 43. Op de jaarlijkse vergadering van de Vlassersbond Oeselgem en Omliggende was Kamervoorzitter Dequae aanwezig. 44. In 1920 was Oeselgem, met 1.089 inwoners, de kleinste ge­ meente uit het arrondissement, vóór Schuiferskapelle en Markegem, die elk 1.130 inwoners telden. Einde 76 heeft Oeselgem er 1.204 (of 2 méér dan einde 75), Schuifers­ kapelle 969, Markegem 726. 45. Bij Achiel Vandaele, Heuvelhoekstraat, werd dit jaar reeds 3 x een kalvertweeling geboren en 1 x een kalverdrieling ! Wie doet beter ?

VII. OOSTROZEBEKE 46. Eerste verjaardag van het plaatselijke Rood Kruis. Er wordt gestart, met een lessenreeks EHBO : 72 inschrijvingen. 47. Op 20 december overlijdt veldwachter Georges Lambrecht (° Oostrozebeke 27.10.26), in dienst sedert 1 augustus '57. 48. Remi Vanacker verlaat het politieke toneel. Van 1949 tot 1968 was hij CVP-provincieraadslid, van 1965 tot einde 1976 was hij burgemeester. 49. De bevolkingsaangroei gaat, hoewel afgezwakt, verder: 6.631 inwoners einde '76, d.i. + 8 (zie nr 1971/62). 50. De vzw Speelpleinwerking (zie nr 1976/181) berekende dat 1.600 Roosbeekse kinderen in 1976 in kontakt kwamen met de vereniging. De begroting van de gemeente voorziet weer 100.000 fr toelage; van de provincie werd een starttoelage van 7.500 fr gekregen. Er werd nu een paviljoen aangekocht voor 15.000 fr. 51. Als burgemeester zal Marcel Bonte het nieuw schepencol­ 82


52.

53. 54. 55. 56.

57. 58.

59.

60.

lege voorzitten. Schepenen zijn : A. Holvoet, J.K. Van Loo (die 18 jaar als BSP-er in de oppositie zat), F. Van Yzere, L. Viaene. Corjanos (koor gesticht en geleid door Jan Lefebvre uit Oostrozebeke - vandaar de naam) telt, na één jaar werking met heel wat aktiviteiten, al 30 leden. Dit wordt op 13 maart gevierd met een kunstconcert. Toneelkring «Meer vreugde» viert 35-jarig bestaan (zie nr 1976/185). Op 27 maart, in het kader van de karnavalviering : (2e) grote zwijnekoers ! De hogere overheid zegde principieel de toelage toe nodig voor het bouwen van een sporthalle (zie nr 1975/168). Op 19 april spreekt M. Delmotte in De Visscherie, voor onze leden en die van het DF-Oostrozebeke, over de 9-jarige oor­ log (1688-1697) in de oude Roede varcTielt. Op Paasmaandag wordt voor de 70e maal een wielerwed­ strijd ingericht op «de verre Ginste». Die Rooselaer (zie nr 1976/179) nu één van de vijf door het Ministerie van Kuituur erkende volksdansgroepen van België. Te Zonnebeke (1 mei) werd Mare Verhuist kampioen van België der Nieuwelingen motocross; zijn dorpsgenoot Francky Verbrugghe wordt tweede ! De 11-jarige Gino Sanders behaalt op een internationale wedstrijd te Doornik, in de groep juniors, de 1e prijs accor­ deon (19 mei).

VIII. PITTEM 61. Gustaaf Penninck (° Tielt 24.9.08) overlijdt op 11 december. Hij was gemeenteraadslid van 1952 tot 1966. Hij werd destijds opgevolgd in de gemeenteraad door Mau­ rice Laethem (° Pittem 9.11.10), die er vanaf 1 januari niet meer zal bij zijn, daar hij geen kandidaat meer was. 62. Op 1 januari verlaat ook Maurice Cloet de gemeentepoli­ tiek; hij was gemeenteraadslid sedert 1938 en was schepen van 1964 tot 1970. Hij was jarenlang aktief in talloze plaatse­ lijke, gewestelijke, provinciale en nationale landbouwersverenigingen. Hij werd geboren te Pittem op 12.1.03 en huwde met de dochter van wijlen burgemeester Van Parys; hij heeft zeven kinderen, onder wie Michel, die thans doceert aan de universiteit te Leuven en auteur is van een 83


63. 64.

65.

66.

67.

68. 69. 70. 71. 72.

73. 74.

84

merkwaardige geschiedkundige studie over de dekenij Tielt in de 17e eeuw (zie nr 1976/249). Het jaar 76 wordt afgesloten met een verlies van 21 in­ woners; eindstand : 4.847 (zie nr 1971/68). Op 1 januari stelt de nieuwe gemeenteraad het schepencol­ lege aan : burgemeester L. Gelaude, A. Naert (kreeg de titel van ereburgemeester van Egem), O. Storme, A. Min’Jou, J. Lambrecht. De schepenen werden verkozen met respektievelijk 16,12, 14 en 13 stemmen bij respektievelijk 1,5, 3 en 4 blanco’s. Het gemeentehuis van Pittem zal fungeren als gemeente­ huis voor Pittem-Egem. Sylvain Popelier, gewezen sekretaris van Egem, mag de eretitel van zijn ambt dragen. Vernieuwing bij het DF: Gilbert Provoost (° Ichtegem 13.6. 43) volgt als voorzitter Julien Degraeve op (die drie jaar die funktie bekleedde (zie nr 1974/25) en nu verkozen werd in het nationaal bestuur) en Herman Toebat neemt na negen jaar het sekretariaat over van Guido Defour. De Pallieterstudenten (zie nr 1975/54) beleefden reuzeveel plezier aan een door hen ingericht optreden van Eddy Wally in de sporthal. De smartlappenzanger werd bevorderd tot erelid. En de clubkas is weer goed gevuld. Tieltenaar Frank Bogaert (° 23.6.50), sedert enige tijd woon­ achtig te Pittem, stelt van 11 tot 20 maart z'n schilderijen en tekeningen tentoon in studio Intercom te Kortrijk (zie nr 1974/133). Voor de tweede maal wordt het (2e) interwijkentornooi ge­ wonnen door de Tuinwijk. Alvast een originele affiche voor het bal van de burgemees­ ter, dat deze keer meteen wilde doorgaan als een fusiebal. Op 1 april gaat Georges Buyse (° Oostrozebeke 8.10.13) op pensioen; hij was 40 jaar lang gemeentewerkman. Begroting in evenwicht dankzij stijging opcentiemen tot 1750. In Pittem was het vorig jaar 1700, en Egem 1400. Jules Thurman wordt voorzitter van het O.C.M.W. Hij was voordien voorzitter C.O.O. en zetelde ook 12 jaar in de ge­ meenteraad. Pharaïldis De Caigny (° Pittem 12.6.1876) overlijdt tijdens de nacht van 11 op 12 april (zie nr 1976/188). Twee beelden van Oostenrijkse oorsprong uit het begin der 17e eeuw, en voorstellende Maria en Johannes, sedert Pasen in de O.L.V.-kerk : schenking van pastoor Verriest.


FUSIE PÎTTEH-EGtM 8*1 VMS m BURGEMEESTER i k m o m u maart v m mmm jmlaasscareiee** S W W W l - mttem.

M m m \ «o u,

g

TÓ»^eS«IJS ! 60 Ft.8

IX. RUISELEDE 75. Met nochtans een aanwinst van 15 inwoners over het jaar ’76, wordt Ruiselede met z’n 5.019 inwoners na de fusies de kleinste gemeente van het arrondissement (zie nr 1971/93). 76. Het nieuw schepencollege: burgemeester M. Dupont en schepenen J. Vandewalle, P. Mommerency (zie nr 1976/ 204), M. Van Colen en L. Braeckevelt-Vanderhaeghen, de eerste vrouwelijke schepen in de Ruiseleedse geschiedenis. 77. Op 23 januari : eerste «Nacht der vedetten» (organisatie Christian Van Renterghem). Van J.P. Coopman tot Michel 85


78. 79. 80.

81.

81. 82. 83. 84.

X.

Pollentier : een hele lange rij sportvedetten aan het wcord en aan de eer voor 700 toeschouwers. Vijf jaar Ruiseleedse muziekschool wordt gevierd met een eerste leerlingenconcert. De K.W.B. viert zijn 100e lid (zie nr 1975/165). Achiel Vandevoorde zal fungeren als voorzitter O.C.M.W., in opvolging van Roger Verhaeghe, die 6 jaar voorzitter was van de C.O.O. In het raam van de «Veertiendaagse van Kunst en Kuituur» (zie nrs 1972/51, 1974/119 en 1975/69) ingericht door de jeugd- en kultuurraad (voorzitter Patrick Christiaens) o.a. koncert van het Westvlaams orchest in de O.L.V.-kerk op 22 april. Nu ook te Ruiselede een sociaal-pedagogische toelage voor moeders van gehandikapten : 1.500 en 3.000 fr. Ria Neirynck wint op het hippodroom van Kuurne de grote prijs België-Frankrijk. Niet minder dan 63 verenigingen worden betoelaagd door de gemeente. De plaatselijke voetbalploeg zakt naar 4e Provinciale.

SCHUIFERSKAPELLE

85. Op 3 december: laatste gemeenteraadszitting. Schuiferskapelle zal naar Tielt overgaan met een batig saldo van circa 300.000 fr, waarin de 6.000 fr die voortkomen van de ver­ koop van de prachtige smeedijzeren hekkens van het oude kerkhof. Schuiferskapelle was gedurende 114 jaar onafhan­ kelijk : in 1863 werd het van Tielt losgemaakt. De dertiende en laatste burgemeester was Georges Orner Van Renterghem, die in 1968 A. Guilbert opvolgde. Schuiferskapelle telt op 31.12.76 evenveel inwoners als één jaar voordien, nml. 969 (zie nr 1975/70). 86. Op 12 februari poogt de BSP-Tielt een soort onderafdeling in de gemeente op te richten; de eerste vergadering lijkt ge­ slaagd : een drietal kontaktpersonen zullen de harde kern vormen. Voor de oorlog zetelde één socialist in de gemeen­ teraad. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober ’76 slaagde de BSP er niet in een Schuiferskapellenaar op haar lijst te krijgen. 87. Op 6 mei : eerste aktiviteit van de kersverse jeugdclub «Klub 77». 88. Paul Duthoit benoemd tot schoolhoofd van de gemeente­ 86


school, in opvolging van de ontslagnemende G. D’Hondt, die ereschoolhoofd wordt.

XI. SINT-BAAFS-VIJVE 89. Het schepencollege dat als laatste de zelfstandige gemeen­ te bestuurde, deed dit onafgebroken gedurende 24 jaar : burgemeester Hilaire Vandenhende, en schepenen Michel Vanhoutte en André Deconinck. Sekretaris Jan Planckaert stond gedurende 30 jaar in voor de administratie (zie nr 1976/213). 90. Het zijn 2.290 inwoners die op 1 januari met hebben en goed ingelijfd worden bij Groot-Wielsbeke. 91. «Steeds Beter» is al 25 jaar lang fanfare (zie nr 1976/67). 92. De plaatselijke biblioteek, o.l.v. schooldirekteur Raymond Desmet, kent een bestendige bloei : vanaf januari worden twee uitleenzittingen per week gehouden : twee uren op zaterdag en, zoals voorheen, twee uren op zondag. 93. Marie Delepierre (° 8.10.1881) overlijdt als oudste inwoon­ ster van de gemeente. 94. De Chiromeisjes krijgen ruim 50 aanwezigen op hun ge­ slaagde feestnamiddag voor de derde leeftijd. 95. Wielrenner Patrick Devos (zie nr 1976/215) wordt Westvlaams kampioen bij de liefhebbers. Te Tielt.

XII. TIELT 96. Maria Maddens (° Izegem 17.12.1882), weduwe Georges Dewever, thans verblijvende in het C.O.O.-rusthuis te Tielt, vestigt op 24 november misschien een wereldrekord : op 94jarige leeftijd stapt zij in het vliegtuig voor een luchtdoop. Met medewerking van Radio-Limburg. 97. Honderd jaar biblioteek te Tielt: 1876-1976. De biblioteek werd gesticht door het Davidsfonds (zie nr 1975/104); ze heet nu Openbare Aangenomen Katholieke Biblioteek. 98. Marnik Dobbelaere nu ook judo-kampioen van België bij de politie (zie nr 1976/241). 99. Op 11 & 12 december : nationaal kampioenschap van België voor zang- en siervogels in de Europahal ingericht door de plaatselijke «De Koperwiek» (zie nr 1975/100). Méér dan 5.000 vogels. 72 titels worden toegekend, waarvan vijf aan leden van De Koperwiek (gesticht in 1950 - huidig voor­ 87


100.

101. 102.

103.

zitter : Walter Vande Voorde) : Sylvère Maes, Etienne Vermeulen (Kanegem), Jacqueline Hoe, P. De Dobbelaere en Noël De Bruyne. De viering van pastoor H. Rooryck kent haar hoogtepunt op 19 december. Aanleiding : 50 jaar priesterschap en bijna 25 jaar pastoorschap van de O.L.V.-parochie. De leperstraat heeft weer reuzen: Ludovicus Baeckelandt en Isabella; officieel geboren op 18 december. Nog op 18 december: 1.300 toeschouwers voor de twee­ jaarlijkse variété-avond van Zanglust in de Europahal (zie nr 1974/71). Tienjarig bestaan van Malpertuis (zie nr 1975/116) : tussen 7 en 29 januari, tien voorstellingen, waaronder enkele van internationale klasse.

100. Pastoor Rooryck en zijn vier voorgangers, allen getekend door Maurice Vander Meeren.

88


100.

M

Remi Nauwynck. maart '23 - mei '40.

Karei Bouve, 20.11.13 16.3.23.

Bastei Joz. Leuridan, 16.8. '40 - 12.3.49.

Jozef Vandenbroucke. april '49 - juni '53.

-

104. Zuster Emiliana (Maria Vanderheeren, 0 Izegem 5.12.1882) overlijdt op Kerstdag op 94-jarige leeftijd, na 67 jaar kloos­ terleven bij de Zusters van het Geloove (o.m. te Oostrozebeke, Kanegem, Alveringen, en te Tielt sedert 1939), waar­ van 34 als portierster; deze job gaf ze pas op toen ze 90 werd. 105. Op einde laatste gemeenteraadszitting : hulde aan E. Devos en mevr. Baertsoen, die na 6 jaar het politieke toneel ver­ laten (ze waren geen kandidaat meer); aan M. Linclau wegens 30 jaar mandaat (zie nr 1976/103); aan M. Billiet, 18 jaar lang schepen van landbouw (was geen kandidaat 89


101 .

meer); aan mevr. De Cock die, zo heet het officieel, vrijwillig haar ambt van schepen afstaat en voortaan als gemeente­ raadslid zal verder werken. 106. Einde 1976 is de bevolking gedaald met 126 eenheden; zo daalt Tielt weer beneden de 14.000 : 13.972. In twee jaar tijd daalde onze bevolking met 204 (zie nr 1976/92). 107. Nieuwjaarsdag: eerste zitting van de gemeenteraad van Groot-Tielt. Het opgevoerde shownummer van de VU-frak90


108. 109.

110.

111. 112.

113. 114.

115.

tieleider i.v.m. de uit te spreken eedformule haalt zelfs de eerste bladzijde van «De Standaard». Verkiezing van het schepencollege: burgemeester D. Vander Meulen (T) en schepenen senator R. Vannieuwenhuyse (T), F. Warnez (T), A. Rotsaert (T), A. Vander Meulen (A) en A. Van Overbeke (K). De VU — die evenwel ook niet op haar naam stemde — betreurt het ontslag van de enige vrouwelijke schepen, mevr. De Cock. Verder wordt het gemeentewapen van Tielt aangenomen voor de nieuwe entiteit, en worden in hun funktie bevestigd de Tieltenaren H. De Deyne als brandweerbevelhebber, J. Tack als stadssekretaris, L. Snauwaert als stadsontvanger. Frans Rubens nog hoger op: tentoonstelling in Galerij Brabo te Antwerpen (zie nr 1975/87). Het Gemeentekrediet-Tielt viert op 15 januari : omwille van 25 jaar plaatselijke aktiviteit en van een uitbreiding van de kantoren. Het eerste agentschap was gelegen in de Sterrestraat, sedert 1968 is het gevestigd in de Kortrijkstaat. Tiendaagse van de Westvlaamse streekgastronomie in het Hotel Royal Windsor te Brussel (14-23 januari). Alle tijdens de 10-daagse opgediende gerechten komen uit de gastro­ nomische gids voor W.VI. van A. Vermeersch (zie nr 1974/ 140). Op het openingsbanket sprak Bestendig Afgevaardigde Legein veel over het Tieltse en de Molenlandroute. De avond werd opgeluisterd door Die Rooselaer uit Oostrozebeke. Op 12 januari : 307 bloedgevers, tgo. 231 vorig jaar (zie nr 1971/280). Tieltse CVP-jongeren (zie nr 1976/225), ontstemd over de aanduiding van de CVP-kandidaten voor het O.C.M.W., schrijven naar Wilfried Maertens om maatregelen te vragen. Honderdjarige Fons Vande Wiele (° Tielt 16.6.1876) (zie nr 1976/110) overlijdt op 24 januari. Nationale Kleinveewedstrijd in de Europahal (29/30 janua­ ri) : 130 kwekers uit onze 9 provincies dingen mee met 1.600 dieren. De wedstrijd ging nog nooit door in West-Vlaanderen. Organisatie: Tieltse Kleinveebond; voorzitter: Antoon Lambrecht; sekretarissen : Fernand De Cloet en Willy Du­ bois. Roger Carron uit Tielt won het algemeen puntenklas­ sement. Voorzitter Stefaan Devos verlaat Tielt. Zo wordt ondervoor­ zitter Marnix Demaere de nieuwe voorzitter van de Tieltse Automobiel Club (zie nr 1973/65). 91


Links de aftredende, rechts de aantredende voorzitter van TAC.

116. Honderdste kleinkunstoptreden ingericht door Harlekijn, op 19 februari (zie nrs 1971/178 en 1976/112). Het eerste op­ treden dateert van 11 juni 1971. Enkele van de grootsten die naar Tielt kwamen : Herman Van Veen, Georges Moustaki, Amazing Blondel, Henk Elsink. 117. Het St-Pieterskerkkoor, bestaande uit 21 leden o.l.v. Valeer Vermeersch, dat sinds een goed jaar niet meer zingt in de St-Pieterskerk, begeleidt sinds Pasen ’76 drie maal per jaar een mis in de Paterskerk. De repetities gaan door in de refter van de Paters. Het St-Ceciliafeest werd nu ook in het Patersklooster gevierd. Het koor bestaat 71 jaar. 118. Op 9 februari : opening van een Wereldwinkel. In ’t Kloefke (zie nr 1974/151). 119. Tennisclub hield vierjaarlijkse bestuurshernieuwing : voor­ zitter Frans Demarey, ondervoorzitter Luc Lema, sekretaris Michel Vandenbulcke, penningmeester Daniël De Rammelaere. 120. Boogschutter Roger Deblauwe behaalt op 6 februari te Izegem de titel van Keizer van Zuid-West-Vlaanderen. 92


121. Willy De Sauter (° Dudzele 1938) één der vijf laureaten van de «Jeune Peinture Belge» 1976 (zie nrs 1974/129 en 1975/ 102) . 122. Prof. Herman De Lange uit Groningen, na Antwerpen, Leu­ ven en Gent, te Tielt aan het woord over het militair-industrieel komplex en de bewapening. Op uitnodiging van Pax Christi Vlaanderen en Interschol-Tielt. 123. Op 26 februari : officiële opening van het C.O.O.-flatgebouw met 30 appartementen voor derde leeftijd (zie nr 1974/125). Naam : Residentie-Ampe (zie verder nr 135). 124. Horeca kiest Gaston Ameye en Rita Soenens-Rots als prins en prinses-karnaval. 125. Op 8 maart overlijdt ook de honderdjarige Marie Depoovere (° Alveringem 9.9.1876) (zie nr 1976/237). 126. Op uitnodiging van onze kring + het Vermeylenfonds spreekt A. Linters over industriële archeologie (11 maart). 93


127. De 1e Tieltse jongerencross wordt door 250 gelopen op Watewy. 128. Willy Verbrugge schildert al 25 jaar. Dit jubileum viert hij met een tentoonstelling op het stadhuis. 129. Het V.T.I. viert 25 jaar afdeling metaal (later omgedoopt tot «mechanica»). Het Vrij Technisch Instituut telt thans 1.070 leerlingen en 112 leerkrachten. 130. Op het Hoogserlei worden 64 nieuwe sociale woningen in gebruik genomen : een 200-tal bewoners bij. Het wijkkomite (zie nr 1973/79) en de parochiepriester organiseren een algemeen onthaal. 131. Oud-Pittemnaar Roger Bonduel in Galerij De Gryse. Inlei­ ding : Ernest Verkest (zie nrs 1972/114, 1974/129 en 1975/ 212 ) . 132. Hoogstudentenclub Moeder Tieltse (Leuven) (zie nr 1972/ 69) viert met luister 75-jarig bestaan en meteen 30-jarig erevoorzittersschap van Prof. J. Vergote (zie nr 1976/81). Er wordt gedankt in de kapel van het college, geloofd in de raadzaal van het stadhuis, gefeest in El Parador. 133. Op het welsprekendheidstornooi «Growing up in Europe» ingericht door de Jonge Ekonomische Kamer (zie nr 1975/ 214) halen drie meisjes de eerste plaatsen : Martine Devliegere (Tielt - Regina Pacis), Els Casteleyn (Waregem - StJozefsinstituut) en Marie-Claire Vandepitte (Tielt - Athe­ neum). Samen met twee leerlingen van het college, Peter Detavernier (Wingene) en Luc Vande Voorde (Ruiselede), gaan ze naar de provinciale finale. 134. Op 20 maart start Zanglust (zie nr 1976/74) met de viering van haar 50-jarig bestaan. Een verzorgde brochure met ge­ schiedkundige schets wordt verspreid. 135. CVP-voorzitter Noël Stevens wordt voorzitter van het OCMW, dat vanaf 1 april de COO vervangt. Sedert juli 1937 was Joseph Ampe voorzitter van de COO. Zijn vader was voorzitter geweest van het Armenbestuur & Burgerlijke Godshuizen sedert 1919 tot deze vervangen werden door de COO in 1925, datum waarom hij voorzitter van die COO werd tot aan zijn overlijden in mei 1937. 136. Op 2 april overlijdt ingevolge een verkeersongeval Albrecht Bouckaert (° Roeselare 15.4.27), sekretaris van het NCMVgewest Tielt (zie nr 1973/93). 137. Vierde handelsfoor (29 april - 5 mei) : onze kring neemt deel met een stand met foto's over de deelgemeenten Aarsele, Kanegem, Schuiferskapelle (zie nr 1975/106).

94


138. Bescheiden viering van «30 jaar rijksonderwijs te Tielt» op 7 & 8 mei. De Rijksmiddelbare school werd opgericht in 1948 (zie nr 1972/216). 139. Maurice Baertsoen (zie nr 1974/53) verkozen tot voorzitter Dagelijks Bestuur van het A.C.W. arrondissement Roeselare-Tielt. 140. Menuet — thans méér dan 700 leerlingen — viert 10-jarig bestaan met opvoering van sprookjesballet «Doornroosje» van Tsaikowski (2 april) (zie nr 1976/216). 141. Op het College wordt het St-Jozefsfeest gevierd met o.m. de officiële ingebruikneming van de nieuwe turnzaal: de stenen mastodont ingepland aan de rand van het stadspark. 142. Naar aanleiding van «25 jaar Lions in België» wordt te Waregem een persconferentie gehouden; uit de talloze vrijge­ geven cijfers onthouden wij dat de Lionsclub Tielt (zie nr 1974/138), sedert zijn stichting op 2 mei 1964, ongeveer 1,37 miljoen heeft uitgegeven aan talloze sociale werken. 143. Tijdens de Paasvakantie: Tinteling (zie nr 1976/99) voor twee optredens drie dagen naar Parijs. 144. Jubilerend Zanglust (zie nr 134) brengt een hoogstaand internationaal koorfestival in de Europahal : Mulhouse (Fr), Winningen en Ottweiler (D) en Tegelen (NI) (23 april). 145. Provinciale finale van JEK-welsprekendheidstornooi, op 21 april te Tielt: alleen Peter Detavernier (Wingene) zal de Kamer Tielt mogen vertegenwoordigen op de nationale finale (zie nr 133). 146. Kaartersclub «Rood is Troef» (Textielhuis) houdt het al 25 jaar uit. 147. Socialistische harmonie Volharding : 55 jaar. 148. Malpertuis sleurt een tiental autowrakken in de in opbouw zijnde toneelzaal van het Gildhof voor de kreatie in het Nederlands van «Het autokerkhof» van Arrabal (zie nr 103). 149. Familiezorg Tielt heeft een nieuw sekretariaat : Bruggestraat 48. Familiezorg West-Vlaanderen werd in 1948 ge­ sticht door de Tieltse mej. Y. Van Maele. Gedurende 16 jaar stond mevr. Rosseel-Ampe in voor het sekretariaat van de afdeling Tielt; toen werd ze opgevolgd door mevr. Van­ neste. De afdeling Tielt telt thans 60 gezins- & bejaarden­ helpsters. 150. Op 11 mei spreekt Michiel Vandekerckhove (zie nr 1974/33), op uitnodiging van onze kring, in Malpertuis, over de Koningskwestie. 151. Tussen een 40-tal kandidaten werd Frans Vromman uit Pittem benoemd als vleeskeurder bij het slachthuis te Tielt, ter 95


vervanging van wijlen veearts Vanthemsche uit Dentergem. 152. De Tieltse Bedrijfsvoetbal is al aan z'n tiende uitgave toe (zie nrs 1971/247, 1972/116, 1974/127 en 1974/155). De beker wordt nu voor de eerste keer behaald door de ploeg A. Verbeke & zonen. 153. Pater Octaaf Devreese (° 1900), die van 1927 tot 1955 missionnaris was in China, en sinds 1956 in Hong-Kong, wordt aalmoezenier van het rusthuis in de Deken Darras­ laan (zie nr 1971/125). 154. Drieduizend toehoorders voor het enige optreden in België van J.J. Cale : in de Europahal, op uitnodiging van Harle­ kijn (zie nr 116).

XIII. WAKKEN 155. Plaatselijke kunstschilder Leon Beel stelt tentoon (19-26 december). Ingeleid door Tieltenaar Arseen Verbeke, DFvoorzitter en BRT-medewerker. 156. BGJG : voorzitter Gérard Van Haesebrouck draagt na 18 jaar voorzitterschap de fakel over aan Yvan Dewever. 157. Van alle gemeenten van het arrondissement haalt Wakken de hoogste score over 7 6 : 49 inwoners méér. Dat brengt het totaal op 2.612 (zie nr 1971/184). 158. Voor de 3e maal werd in «Het Hoveke» een miss-Hoveke ge­ kozen. Het werd Annita Comyne uit Aarsele.

Georges Dewagenaere.

96


159. De aloude St-Sebastiaansschuttersgilde (16e eeuw), 25 jaar geleden heropgericht door Raoul Guillemijn (huidig voor­ zitter) en Armand en Arseen Cottens, hield op 23 januari de jaarlijkse koningsschieting : de 72-jarige Georges Dewagenaere behaalde de titel. Het zilveren jubileum wordt gevierd in mei. 160. En Leon Beel nu met zijn schilderijen naar de stadsschouw­ burg te Kortrijk; met dezelfde inleider (29 januari) (zie nr 155). 161. Een deel van de Kapellestraat wordt regelmatig, bij zware regenval, omschapen in één grote waterplas. Eén der in­ woners poogde het blijkbaar met humor aan de aandacht der politici te brengen.

162. Herberg 't Postje in de Mandelstraat, sinds jaren bouwval­ lig, wordt gesloopt begin februari. 163. Veldwachter Ernest Deboisserie gaat op rust (17 februari) na 31 jaren dienst, waarvan de 27 laatste als veldwachter van Wakken-Markegem. 164. De Creatieve Jeugdclub Uilenspiegel (zie nr 1976/120) brengt weer toneel te Wakken; en wel «Een dorp zoals een ander» van de hand van medelid Johan Berteyn, tevens regisseur. 97


XIV. WIELSBEKE 165. Met, einde 76, een aanwinst van 14 inwoners bereikt de ge­ meente een totaal van 3.098 inwoners, waaronder 77 vreem­ delingen, het hoogste aantal van het arrondissement. 166. Samenstelling schepencollege : burgemeester J. Lambrecht en schepenen R. Debucquoy (Ooigem), H. Vandenhende (St-Baafs-Vijve), N. Demeulenaere, E. Vandenberghe. Sekretaris : Desmet, al 18 jaar sekretaris van Wielsbeke. Het gemeentehuis blijft te Wielsbeke, nml. op Hernieuwenburg. 167. Johan Vandemoortele, sedert 30.9.75 politieagent te Meulebeke, wordt aangesteld als veldwachter, in opvolging van de ontslagnemende Maurice Demeulenaere. 168. Terwijl de gemeente nu ook een «drankcentrale» rijk is (5 maart) (uitgebaat door L. Goemaere), wordt voor de tweede maal een kindermodeshow gehouden (13 maart). 169. Op 24 maart : stichtingsvergadering van de Sportraad; voor­ zitter wordt R. Vandemoortele. Voorzitter van de nieuwe Kultuurraad wordt Lode Beek uit Ooigem. 170. Opcentiemen op 1700; vroeger 1450 te Ooigem, 1400 te Wielsbeke, 1500 te St-Baafs-Vijve. Meest opvallende toelage door gemeenteraad goedge­ keurd ; 1 miljoen voorschot aan vzw Sportcentrum Hernieu­ wenburg; de toelage zou uiteindelijk 2 miljoen bedragen. 171. Een 60-tal deelnemers aan de 22 km.-lange fietstocht naar de Tieltse Poelberg; inrichting : Sport voor Allen (30 april). 172. Boven de 500 Chiro-jongens en -meisjes op de Chirodag van het gewest Waregem-Noord (Wielsbeke, Ooigem, StBaafs-Vijve, St-Eloois-Vijve, Oostrozebeke, Wakken, Oeselgem).

XV. WINGENE 173. Met een aangroei van 16 inwoners over 76 bereikt Wingene een totaal van 7.215 (zie nrs 1971/185 en 1972/129). 174. De nieuwe gemeenteraad voor Wingene-Zwevezele (23 man) vergadert in het Wingens Kultureel Centrum bij gebrek aan plaats in het gemeentehuis. Het schepencollege ziet er als volgt uit : burgemeester senator W. Persyn en schepe­ nen G. Clarisse, A. Huys, A. Vancauwenberghe, D. Pyfferoen, G. Vandenberghe. Het gemeentehuis blijft in Wingene. Gemeentesekretaris : R. Van Hooteghem; gemeenteontvan­ 98


175.

176.

177.

178.

179. 180. 181. 182.

183.

ger : M. Vandergunst (zie nr 1971/188); politiecommissaris : E. Borgonie (zie nr 1976/128); brandweerbevelhebber : R. Deryckere. In opvolging van E.H. Goethals (zie nr 1975/238) komt als medepastoor op St-Amand Pater Marcel Delanote, ge­ durende méér dan 36 jaar missionnaris in Zaïre. Hij verblijft te Egem en is tevens direkteur van de zusters missionnarissen van Pittem op rust te Egem. Lucien Depestel wordt verkozen tot lid van het hoofdbe­ stuur van de Boerenbond te Leuven. Hij is sedert 1964 CVPoppositielid in de Wingense gemeenteraad. Op 30 maart: 45e verjaardag van het DF. Bij de stichters: Remi Braeckevelt, thans voorzitter en eregouwconsulent van West-Vlaanderen (zie nr 1975/239). Jochri-girls, een volleybalploeg die zijn ontstaan kende on­ middellijk bij de opening van de sporthalle (zie nr 1976/126) en onder leiding staat van de Tieltenaar Dirk Welvaert, speelde kampioen in z’n tweede levensjaar en komt volgend seizoen dus uit in 2e Provinciale. Voorzitter van de nieuwe Jeugdraad wordt Danny Van Impe uit Zwevezele. Medepastoor Norbert Van Maekelbergh (zie nrs 1972/134 en 1976/133) wordt pastoor te Damme. Hoger Op Wingene zal volgend seizoen een trapje lager moeten voetballen : in 2e Provinciale (zie nr 1975/130). Viering van 20 jaar chiro-jongens en 10 jaar Chiro-meisjes (zie nr 1972/136) wordt bsloten op 15 mei. Stichter was E.H. Goethals, thans werkzaam te Moerkerke. Ter gelegenheid van Nederland’s Koninginnedag verovert de Wingense Breugelstoet Den Haag (zie nr 1975/241).

XVI. ZWEVEZELE 184. Tussen 8 januari en 2 februari : 5 branden op de gemeente. Kwaad opzet staat vast. 185. Negende karnavalfeesten (19/20 februari) (zie nr 1975/132). 186. Voor de 5e achtereenvolgende keer daalt het aantal in­ woners; over '76 met 61 eenheden. In vijf jaar verloor Zwevezele aldus 198 inwoners. Huidig totaal: 5.133 (zie nr 1971/190). 187. Op 26 februari is Dr Meganck aan het woord in ’t Lieverke (zie nr 1976/134) over homeopathie en natuurgeneeskunde. 188. Op 22 april : nog een dubbele brandstichting (zie nr 184). 99


189. Op 12 juni overlijdt Gilbert Rammant (° Oedelem 11.11.14), eregemeentesekretaris van Zwevezele.

XVII. ARRONDISSEMENT 190. Bij verkiezingen van 17 april werden volgende kamerleden verkozen : R. Gheysen & E. Van Keirsbilck (CVP), G. Nyffels & J. Demeyere (BSP), M. Babylon (VU). Voor de senaat : R. Vannieuwenhuyze (CVP) en W. Persyn (VU). Alleen J. De­ meyere is een nieuweling.

Ph. DE GRYSE

(Clichés De Week bode - De Zondag)

100


ADRESSEN VAN DE AUTEURS K. Libeert, Lindenlaan 25, 8880 Tielt. Ph. De Gryse, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt.

Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ingestuurde bijdrage. Bijdragen verschenen in ÂŤDe Roede van TieltÂť mogen slechts overgenomen worden met toestemming van de redactie.


/.<v nea/iem -a t'

|

)J o ri

( Ij.P e le r .tta p

. 'm h 'iy

HoutenhorJ*-J.

Wier,

tÙCCH

C,

^

J lL -

7' 'h c c L

W’e J,./

'/i:'k e }r.':U

vA e u cm £ . t W lrO o t M

’ /. i / i K__ B l , a V7/ //,iV

1/ <v« M lia bet

u ' <itc r in e >Uir' m ii/

a

_g_

lottinkui.//^fcJ

A I)'

Ico'llci'kCi

b '/tà ’tta m -

-

/■

3

~-

.3

;.

-nuaiUile t

a

'lll/ C I

V

■=^= -=4--

~

/•V<7 m e

t i^ g

* *jy ,,,,'t

o L v ^ c n h J ïc k

- J 'O

^i^ei/i/klf.^ £ <’^ Mn diel( Vhi/

t le T o /:7 i/ncrulaic

. )J(

T o u irh

v

, /<>

ï . â,H ei,Je ^

p 7 JyV ^ /). Uell wiernia (e ...................

f~ ^ l k h l l k t / o O f l o t ' e n & e r \ 7 -,-

,i

®^

a È o J e ir J l/t

Roven M,

Uclen T l/ v c r * O J c /u ie e J te n J) Ï _ , o lo r te m a n e l , 0 ■ k ffe rk o n e & B e u te rtM X u e t i .lt . *

Jüio'ckptu'kcrkc * 0 W ro k X / / o , 1 hap \ ( f o 'ie le t l

M w tf.

^ ^

V

Î o'A n to in e

. wweruwe. H Æ '

//, w /,

i ( 'r ie t p p '» ' °

’" " W

toLfiuffr-'beeere

taH eeot , ftaJo/i.- eu

^MaLmeC/i. t

c

^

.

/er/Knick

O

deri BUuikaert

¥. ,i

V V ,‘ w/ 1 'ta m c c tr

O 'J

^ ..........

ptOndimckAf.

• . . . ‘ /I

(t li/.n' il<>p!'!‘ W& IToojleJeM . ^fJoeiileJe

ilit h O r .. . ••' tm le n J u u ^ ^ y ^ % % i c l ( S ta m h e fv 2 r

'

'f\

j

^ |

iendu> •o>l

1 .,-•

/

i

d

^ 'l'.O e o y h l

H tn a .ip y /c

ï.ï -?i c V

..•>7

'

l'^

Z

ïïa

yR/er/Kj,-/

V ■"

iï ir . / f ö

V+

X

nr/A

er i*11 &

Stein/clM . H 'f . 'l i i t V - ï , ix v s x m

y i t l \encsfw ; o :]\i>uU or |

m a ille t è t c c, < t l lek

1 ï B e et d it

•; H ô p ita l

^ I J-lliine/'tli/Tyji tl/y a iù /d e n o J

y jd o n . ■W r onuuu

fa u iiM t

loihit’ Ct

C"*■ ï F e lïe b e c k

.1„

V-

^

* Â r/J

a. r,teCal .tW■hetve -

•t ó ? 1 M jn m ,

y / 'r ^ ^ r a m v ió '/ c

-^ ,



ONTELBAAR

zijn de diensten die de Bank U kan-verstrekken zowel wat geldbeleggingen als wat kredieten betreft. Een goede raad-... bespreek in vertrouwen al uw financiĂŤle zaken met een deskundige van de

BANK VAN ROESELARE EN W E S T - V L A ANDEREN

zo wint U zeker tijd en geld !

Agentschap Tielt, Markt 24


DE ROEDE VAN TIELT Heemkundige Kring voor Tielt en de gemeenten van de vroegere Roede van Tielt. Lid van het Westvlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde

Voorzitter : P. Vandepitte, Driesstraat 9, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.17.00 O ndervoorzitter : Gh. Vandeputte, Statiestraat 83, 8780 Oostrozebeke. Tel. 056/66.90.91 Secretaris : Ph. De Gryse, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.18.38 Redactie : J. Billiet Ph. De Gryse W. Devoldere P. Vandepitte R. Vanlandschoot W. Vanseveren Lidmaatschapsbijdrage : 250 fr. (te storten op PR. 000-0398411-32 van De Roede van Tielt, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt). Verschijnt viermaal per jaar. Er worden geen losse nummers verkocht.

INHOUD VAN DIT NUMMER

F. MICHEM, De parochie-geestelijkheid van het oude dekenaat Tielt

W ettelijk depot : D/1977/1624-3

2-47

Druk. E. Veys, Tielt


DE PAROCHIE-GEESTELIJKHEID VAN HET OUDE DEKENAAT TIELT

INLEIDING Vanaf de eerste kerstening van onze gewesten (7e en 8e eeuw) behoorde West-Vlaanderen — met uitzondering van de Zuid­ westhoek — tot het bisdom Doornik. Dit aloude bisdom, gesticht in de vijfde eeuw, omvatte sinds 1146 twee aartsdiakonaten, nl. Doornik zelf met als dekenaten Door­ nik, Rijsel, Seclin, Helkijn en Kortrijk, en Vlaanderen ingedeeld in vier dekenaten : Gent, Oudenaarde, Waasland en Roeselare. Een eeuw later werd Vlaanderen gesplitst in de aartsdiakonaten Gent en Brugge. Te dien tijde — vanaf 1231 tot 1559 — behoorden bijna alle parochies van de Roede van Tielt tot de «christianitas» of dekenij Roeselare, deel uitmakend van het aartsdiakonaat Brugge. Bij de oprichting van de nieuwe Nederlandse bisdommen (1559) werden de drie aartsdiakonaten van het diocees Doornik ver­ heven tot zelfstandige bisdommen, nl. Doornik, Brugge en Gent. Tevens geschiedden er enkele grenswijzigingen : de streek van Tielt werd een afzonderlijke dekenij en werd gevoegd bij het bis­ dom Gent, dat, naast het aartspriesterschap Gent, nog zeven landelijke dekenaten telde, nl. Evergem, Hulst, Waasland, Dendermonde, Oudenaarde, Deinze en Tielt. Deze kerkelijke om­ schrijvingen bleven nagenoeg ongewijzigd tot 1801. Elke landelijke dekenij van het bisdom Gent telde 20 tot 26 paro­ chies. Tielt omvatte 22 parochies : Tielt, Meulebeke, Ruiselede, Aalter, Oostrozebeke, Aarsele, Wakken, Dentergem, Lotenhulle, Kanegem, Vinkt, Wielsbeke, Bellem, Emelgem, St.-Baafs-Vijve, Oeselgem, Gottem, Meigem, Markegem, Wontergem, Grammene en Poesele. Oorspronkelijk behoorden ook Knesselare en Ursel tot het deke­ naat Tielt, doch werden in 1642 overgeheveld naar het dekenaat Evergem; in ruil daarvoor kreeg Tielt de parochies Meigem en Poesele ten geschenke. Wonder genoeg maakte Poeke altijd deel uit van het bisdom Brugge, alhoewel het geografisch aange­ wezen was op het dekenaat Tielt. Met deze publikatie willen we tegemoet komen aan de wens van vele heemkundigen : iets meer te vernemen over de «papen» die in «den ouden tijd» zo’n belangrijke rol hebben gespeeld op onze «prochies». 2


De pastoorslijsten — aangevuld met de namen van eventuele onderpastoors — beperken zich uitsluitend tot het Ancien Régime, om de eenvoudige reden dat de voortzetting van deze lijsten vanaf 1801 een zeer gemakkelijke taak is voor eenieder, die zich daarvoor interesseert.

BRONNEN-OPGAVE De samenstelling van deze lijsten der parochie-geestelijkheid steunt in hoofdzaak op onuitgegeven bronnen, ten minste wat betreft de 17e en 18e eeuw. Onze «goudmijn» was vooral het Fonds Bisdom Gent, berustend in het Rijksarchief te Gent én in het Grootseminarie te Gent én op het Bisschoppelijk Paleis. De gegevens uit deze voorname bron werden dan verder aange­ vuld met de oude parochieregisters, voor het grootste deel ge­ deponeerd in de rijksarchieven van Gent, Brugge en Kortrijk. De namen van de pastoors en van de «vicecureiten» (waar­ nemend pastoor) vóór de 17e en 18e eeuw vonden we sporadisch in diverse bronnen, o.a. de reeksen «Analectes pour servir à l’his­ toire écclésiastique de la Belgique» (Leuven 1865-1914), «Analecta Vaticano - Belgica» (Rome 1906-1974) en «Analectes ecclé­ siastiques» (Leuven 1909-1911). Een groot aantal geestelijken studeerden aan de Alma Mater te Leuven; hun namen met geboorteplaats en benaderend geboor­ tejaar vonden we terug in de «Matricules de l’Université de Lou­ vain» (1907-1973). Ten slotte was het raadplegen en grasduinen in het uitgebreide archief van de St.-Baafs- en St.-Pietersabdij, beiden te Gent (Rijksarchief), van groot nut; en eveneens de talrijke oorkonden van de Graven van Vlaanderen, gepubliceerd door St.-Génois, Wijffels, Prevenier en andere historici. Niemand meer dan ondergetekende is overtuigd dat deze lijsten vatbaar zijn voor correcties en aanvullingen. We wensen niets vuriger dan dat deze publikatie een spoorslag moge wezen om feilloze, volledige lijsten op te maken. F. MICHEM Pastoor van Vinkt 3



P aro ch ies

O p p er­ v la k te in ha

T ielt M eulebeke R uiselede A alte r Oostrozebeke A nrsele W a kken D entergem L o ten h u lle K anegem V in k t W ielsbeke B ellem E m elgem S t.-B a a fs-V ijv e Oeselgem G o ttem M eigem M arkegem W o n terg em G ram m en e Poesele T o ta a l

4.257 2.935 3.020 4.633 1.663 1.511 537 1.176 1.766 1.085 996 789 1.208 544 851 461 619 734 425 509 306 252 30.277

B evolking (a p p ro x im a tie f ) in 1630 in 1687 co m m u ­ b erek en d co m m u ­ berek en d n ic a n te n to ta a l n ic a n te n to ta a l 3.500 2.100 3.000 5.000 1.300 2.116 2.000 3.333 1.030 1.716 1.500 2.500 660 1.100 850 1.416 600 1.000 900 1.500 500 833 900 1.500 500 833 600 1.000 425 708 700 1.166 400 666 800 1.333 400 666 600 1.000 350 583 500 833 360 600 440 733 300 500 470 783 335 558 430 716 433 400 666 260 240 400 391 651 500 240 400 300 225 375 300 500 285 270 450 171 410 150 250 246 180 300 129 215 150 250 100 166 17.903 15.927 26.206 10.775


SIGLES, AFKORTINGEN EN VERKLARINGEN 0 = geboren; t = overleden zn. = zoon van; p. = pastoor; vp. = vicepastor of medepastoor; des. = deservitor of waarnemend pastoor; kap. = kapelaan : priester zonder zielzorg; dioc. = afkomstig uit diocees of bisdom; vh. = voorheen; n. = nadien (G. 23.12.1684) = priester gewijd te Gent op 23.12.1684; L. 1630 = inschrijving als student te Leuven in 1630 (dit geschiedde normaal op twintigjarige leeftijd); S.T.B. = scientiae theologicae baccalaurus (Baccalaureus in de godgeleerdheid); S.T.B.F. = iets hogere titel dan vorige; S.T.L. = scientiae theologicae licentiatus (Licentiaat in de god­ geleerdheid); , S.T.D. = scientiae theologicae doctor (Doctor in de godge­ leerdheid); J.U.L. = juris utriusque licentiatus (Licentiaat in de beide rech­ ten, nl. in burgerlijk en kerkelijk recht). A.H.E.B. = Annalectes pour servir à l’histoire ecclésiastique de la Belgique R.A.B. = Rijksarchief Brugge; R.A.G. = Rijksarchief Gent. Om de lezer voldoende duidelijk te maken hoe hij de lijst van dekens, pastoors en onderpastoors moet raadplegen en lezen, geven we twee voorbeelden. 1) Uit de lijst van de pastoors van Tielt BERNARD VAN DER SCHUEREN S.T.B. (titels; zie sigles) geboren : Gent St.-Baafs 11.10.1743 zoon van August / Petronella Schinckel priester gewijd te Gent, 5.6.1770 pastoor in Tielt 10.3.1802 - + 6.2.1816 voordien pastoor in St.-Eloois-Vijve 14.1.1775 2) Uit de lijst van de onderpastoors van Tielt PIETER JAN DE METS S.T.B. (titel; zie sigles) geboren : Voorde 1663, gestorven 4.2.1705 onderpastoor in Tielt 13.12.1690 - 10.5.1693 daarna onderpastoor in Aarsele onderpastoor in Hamme 28.4.1694 pastoor in Gavere 15.4.1695

6


DEKENS

LAURENSDRYEPONDT P. Ruiselede 1557-

1567 —

1575

LAUREYNSDEFRAEYE P. Tielt 1557 -t 1580

1575 —

1580

FRANCIES DE SMET (Fabri) P. Wontergem 1570 - 1606

1585 —

1606

MICHAEL VAN DER BEKE P. Ruiselede 1609-+ 1616

1609 —

1616

10. 9.1616 —

1655

16.10.1655 —

1683

14. 8.1683 —

1696

JAN FRANCIES DE COCK P. Meulebeke 1686 - + 1714

10. 7.1696 —

1714

IGNAAS DE PLANCKE P. Wakken 1692 -+ 1719

12. 1.1714 —

1719

ANTOON VAN BELLEGHEM P. Bellem 1693 -+ 1722

1719 —

1722

HENDRIK DIU P. Aarsele

1722 —

1742

1742 —

1766

JAN BAPTIST VERLEYSEN P. Lotenhulle 1754- + 1783

1766 —

1783

HENRI BARTHOLOMEUS VAN BALEN P. Vinkt 1764-+ 1813

1783 —

1811

1575

JOANNESDEMOL P. Tielt 1613-

1655

PETRUSVERBEKE P. Tielt 1655-

1684

LUDOVICUSBRUGMANS P. Tielt 1683-

1696

1708-+ 1742

JAN VAN HERREWEGHE P. Bellem 1722 -

1766

7


DE PASTOORS VAN TIELT

LAMBERT 1177 — — deken van Roeselare — (Oorkonden Philippe d'Alsace, Vol. IV, p. 375)

1206

JORDAAN 1206 (V. Lokeren : St.-Pietersabdij, oorkonden n° 422) BALDUINUS

1206

JOANNES VAN GHENDT 1330 — 1342 (de Gandavo) (Piot : Ane. Diocèse Tournai in «Ann. Emulât, de Bruges, 3e reeks, Tome V, 1870) OLIVIER VAN DERCRUYCEN (de Cruce) (Piot : O.C.)

1330 —

1342

JAN VAN DER HAGHEN J.U.L. 1369 (Tieltsche Mengelingen, J.D. Minnaert, Tielt, 1878) JANDESMET

1369 —

WILLEM VAN HAMME (Tieltsche Mengelingen)

1381 —

1393

1393 — ROGERIUS VAN DEN RIEDE — deken van Roeselare (Anal. Vaticano - Belgica, tome XXVI, 1973, n° 794)

1394

OLIVERIUS HAME (R.A.B., n° 371)

1415 —

1438

GERARDUSVAN DAMME (Tieltse Mengelingen)

1415

JOHANDRIVERE — 29.10.1421 (Anal. Vaticano - Belgica, tome XIX, Baix n° 122) JOHANHUGONIS GUALTERUS 8

29.10.1421 — + 4.12.1426 1438


JAN DE CORTE, titularis (vice-cureit : Petrus Perths) (Anal. Vaticano - Belgica)

1455

VICTOR HAGHELING

1455 —

JACOB DE JONGHE

1475

VINCENT ANDRIES

1482 —

JAN VAN MAERLE

1482

JACOB DE CLERCQ

1494

JAN DE CRUYDENAER

15.... — 24. 6.1515 P- Meulebeke

PASSCHIER SCHELSTRAETE (tevoren P. Deinze)

1515 —

1528

WILHELMUS VAN DE PUTTE (de puteo)

1515 —

t 1552

JOANNES GERBEN (Matricule, Leuven)

1539

MICHIEL VAN DER SCHUEREN

1543

PHILIP DE NECKERE

1552

STEVEN TIJTGAT

1552 —

1557

LAUREYNS DE FRAEYE — deken van Tielt —

1557 —

t 1580

GEERAARD QUARTIER

1571

JOOS GHEERAERT

1578

DES. JACOB DE VOOGHT n. p. Aarsele tot 1600

1584 —

1590

JAN DE SANGHERE (Zangrius) n. Kapelaan te Pittem + Pittem 1617

1584 —

1613

1475

1494

9


JASPAR SIMOENS 1. 7.1585 — + 10. 2.1604 (tevoren p. Sint-Martens-Latem 1550-1564) WILHELMUSGUENS 10.5.161 2— ° Aalst (?), + 12.10.1648 19.5.1622 p. Stekene, 9.8.1641 p. Eine

29.10.1613 n. p. Ursel

JOANNES DE MOL S.T.L. 29.11.1613 — ° Brussel 10.10.1585, + Tielt 26.11.1657 (G. Mechelen 8.11.1609) (tevoren p. Burcht 21.11.1612-1613)

30. 7.1655 demissie

PETRUS VERBEKES.T.B. 23.7.1655 — ° 1618, t Tielt 1.3.1685 zn. Guillelmus / (tevoren p. Meulebeke 30.9.1646-1655)

11.'*1.1684 demissie

LUDOVICUSBRUGMANS 11. 1.1684 — + 4. 7.1696 ° Dendermonde 14.12.1648 zn. Petrus / Elisabeth de Witte (tevoren vp. Sleidinge 1679-1683, p. St.-Baafs-Vijve 16831684, des. Tielt 14.8.1683) GERARDUSDE MEULENAERE 26.11.1696 — t 8.8.1716 ° Poperinge 1650 (tevoren vp. St.-Baafs-Vijve; p. Emelgem 29.11.1679, Eine 14.9.1694) GUILLELMUS ALBERTUS DE LAU 10.11.1716— 14.8.1743 0 Gent St.-Jacobs 18.11.1684 Proost St.-Veerle-Gent zn. Albert Antoon (advokaat) / Isabelle Bernardine Jacobs (G. 22.9.1708) (tevoren vp. Tielt 20.10.1708, des. Tielt 10.8.1716) LUDOVICUS WAUTERS, Mgr. 14. 8.1743 — + 2. 4.1786 ° Temse 7.3.1711 zn. Jan / Margriet De Smet (G. 22.12.1736) (tevoren vp. Weert, coadj. Bazel 1738, vp. Tielt 1741)

10


EMMANUEL LIVINUS VIJVENS 14.7.1786 — 10.3.1802 0 Huise 11.1.1743,127.12.1818 p. Wakken zn. Heer Ferdinand (baljuw) / Maria Francisca Landrieu (G. 14.9.1767) (tevoren vp. Vlaams Hoofd 10.10.1769; vp. Kalken 1771, Dentergem 1772, Zingem 1776, Waasmunster 1779) BERNARD VAN DER SCHUEREN 10. 3.1802 — + 6. 2.1816 S.T.B. ° Gent St.-Baafs 11.10.1743 zn. August / Petronella Schinckel (G. 5.6.1770) (tevoren p. St.-Eloois-Vijve 14.1.1775)

ONDERPASTOORS VAN TIELT

GERARDUSOBRECHTS S.T.B. °ca. 1590,+23.5.1648

ca. 1616— 1623 des. Emelgem 3.4.1625 p. Emelgem

Tweede onderpastoor vanaf 12.10.1640 ANTOON COIGNE (CAIGNY?) JAN BROOTCORENS

— +

1656

3. 6.1656 — + 6. 9.1656

ARNOLD VAN GREVELE 20.8.1656 ° ca. 1630 zn. Gérard /Franc, v. den Bogaert (G. 11.3.1656) BALDUINUS DE BACKER ° Bornem 1630 (G. 26.3.1655) 13.1.1661 p. Bornem JACOBUS DENIJS ° Gent 1644, + 5.1.1677 (G. 30.5.1671) 18.7.1675 p. Destelbergen

1656 —

30. 3.1657 vp. Belsele

10. 2.1672 — 7. 8.1672 vp. St.-Mart. Gent

11


RAYMOND CASSEURS 10. 6.1699 — 20.12.1679 0 Mechelen p. Zottegem (tevoren vp. Lotenhulle 20.8.1668-1669) PASCHASIUS DE CUYPER 0 Malderen 1648, t 9.8.1712 (G. 1.4.1673) 18.5.1683 p. Lokeren

27.6.1678 — 7. 9.1678 p. Waasmunster

GUILLAUME VAN GOETHEM 26.11.1678 — 0 Moerzeke 1650,12.7.1724 zn. Petrus / Amelberga Theunissen (Tonsuur G. 16.12.1666) ANDRIES VAN GHERWEN 1678 0 Esch (NI.) bisdom ’s Hertogenbosch 1655 t 23.3.1708 5.1.1686 p. Aarsele PASCHASIUS DE BACKER 0 Bornem ? 1650, t 26.2.1700 10.12.1694 p. Izegem

30.12.1684 p. Pittem

1682 vp. Sleidinge

11.4.1684 —

10. 4.1687

JANFRANCIES VAN DER SCHELDEN 9. 2.1685 — ° 1657 (G. 19.9.1682)

10. 2.1686

GUILLAUME DE CAIGNY °T ielt 1658,+ 23.8.1730 zn. Guillaume / (G. 27.5.1684) 1690 p. Olsene

10.2.1686 — 14.11.1687 vp. Waarschoot

F.J.VANASCH

10.12.1687 —

10.11.1690

PIETER JAN DE METS S.T.B. 0 Voorde 1663, +4.2.1705 28.4.1694 vp. Hamme 15.4.1695 p. Gavere

13.12.1690 —

10. 5.1693 vp. Aarsele

JAN VAN DER MEEREN 20.12.1694 — 14. 1.1697 0 Gent St.-Michiels-Z. 1664, +24.6.1711 |3. Oud-Petegem zn. v. Lieven / Amelberga Collage (G. 23.12.1684) (tevoren vp. Sinaai 1686-’97) 12


JAN BAPTIST DE SMET ° Edingen F..........A BURGUNDIA IGNAAS VERCAUTEREN ° Wingene 1675,1 12.1.1756 (tevoren vp. Ruiselede 1699) GUILLAUME ALBERT DE LAU (zie pastoors van Tielt)

22. 4.1697 —

1698

1698 —

1701

8. 1.1701 — 24.12.1710 P- Waarschoot 20.10.1708 — 10. 8.1716 des. Tielt, p. Tielt

10. 1.1711 — ALBERT JAN METSERS 0 1684 zn. Antoon / Catherine Disterdiu (G. 23.2.1709) 1722 vp. Zingem

10.12.1714

JACOBUS STEYAERT 10. 1.1715 — t 13.10.1715 ° Gent St.-Michiel 1690 (begraven in St.-Michiel, Gent) zn. Roland / Margareta De Somer (G. 26.9.1714) FRANCIES JOSEPH BAUTERS 20.10.1715 — 10.8.1723 ° Gent St.-Michiel 10.4.1691, + 18.8.1764 vp. Assenede zn. Simon / Christine Loets (G. 21.9.1715) 23.10.1724 p. Tielrode Deken van Waas 1747-1764

JOSEPH BERNARD KEPPENS 10.11.1716— 6.4.1724 0 Tielrode 1.6.1685,1 17.4.1757 p. Moerbeke-Waas zn. Petrus / Anna Smet (G. 11.6.1713) (tevoren vp. Bellem 10.12.1713-1716) PETRUS LAMB.ALB. LANNEAU 10.11.1723 — 6.5.1735 ° Eine 2.7.1700, + 24.12.1743 p. Kieldrecht zn. Petrus (baljuw baronnie Eine) / Catharina Verschelden (G. 16.9.1723)

13


JAN BAPTIST DE MEERSMAN 20.6.1724 — L. 1718 ° Dendermonde 12.3.1700, + 27.3.1777 zn. Mattheus / Anna De Pot (G. 16.9.1723)

13.8.1743 p. Lokeren

CONRADUS LIVINUS SCHEPENS 20. 5.1735 — + 8.10.1741 ° Gent 1702 zn. Petrus / Isabelle Van Haerdenburgh (G. 21.9.1726) (tevoren vp. Z in g e m l 727-1735) LUDOVICUS WAUTERS (zie pastoors van Tielt)

14.10.1741 —

15. 8.1743 p. Tielt

BERNARDUSBENEDICTUS ROELS 20.8.1753 — 20.3.1768 ° Lokeren 7.7.1725, p. Oudenaarde-Pamel zn. Egidius / Petronella Geldoff (G. 20.12.1749) (tevoren vp. 1796, Oosteeklo 1751-1753) JANCAROLUS WALLEZ ° Gent 10.7.1709, + 7.12.1770 zn. Jan / (G. 21.9.1737) 24.3.1757 p. Boekhoute (tevoren vp. Aalter 1737-1743)

20.8.1743 —

10.7.1746 vp. Evergem

JACOB JOSEPH PHARASIJN 20. 9. 1743 — 22. 5.1750 ° Gent St.-Michiel-N. 26.4.1718 vp. St.-Jacbos, Gent t 13.1.1778 zn. Jacob Olivier / Maria Jacquin (G. 8.6.1743) 7.6.1754 p. Mullem ANDRIES PLACIDE WAUMAN 20.7.1746 — ° Moerzeke 5.5.1715,1 12.4.1785 zn. Jacob / Elisabeth van Bogaert (G. 21.9.1745) deken van Deinze 1763-1785 (tevoren coadjutor Hansbeke 1743-1746)

14

5.3.1754 p. Deinze


JAN PETRUS LE CLER(C) 9.10.1750 — 10.8.1753 °G ent 1724, + 24.4.1776 vp. Lochristi zn. Remi / Marie Franc, de Brun (G. 21.12.1748) 6.3.1761 p. Waasmunster (tevoren kap. Ooidonk 13.12.1749-1750) PAUWEL FRANCIES PAUWELS 10. 4.1754 — 16. 9.1773 0 St.-Gillis-W. 31.8.1727,1 4.8.1812 p. Waarschoot zn. August / Catharina Baert (G. 27.5.1752) 2. 5.1777 LIVINUS STEPMAN 20.3.1768 — ° Gent O.L.Vr. 9.6.1736, + 15.3.1814 p. Haasdonk zn. Petrus / Petronella de Vlieghere (G. 14.12.1763) 9.10.1802 p. Lebbeke (tevoren vp. St.-Eloois-Vijve 1764-1768) JOSEPHUS JACOBUS BUYS 20.9.1773 — 20.5.1775 ° St.-Niklaas-W. 5.2.1740, + 26.1.1804 vp. Bornem zn. Jan / Therese de Gent (G. 18.2.1766) 18.2.1783 p. Zulte (tevoren coadj. Zomergem 1768-1773) CORNELIS UYTTERSPROT 10.6.1775 — 21.11.1783 0 Lebbeke4.10.1734, + 13.11.1815 p. Lotenhulle zn. Jan Francies / Elisabeth Ost (G. 16.5.1761) 7.1.1803 p. Koolskamp (tevoren vp. Bornem 1763-1775) PETRUS AUGUST VAN HOORICK 10.5.1776 — 20.12.1783 ° Waasmunster 13.12.1742, + 25.4.1801 vp. Assenede zn. Joseph / Amelberga Van de Velde (G. 14.9.1767) 1788 vp. Nazareth 10.9.1795 p. Markegem (tevoren kap. Waasmunster, vp. Oosteeklo 1770-1776) CAROLUS FRANCIES RAPPE 20. 9.1773 — + 30. 7.1777 ° Gent 1745 zn. Jan Francies / Caroline Van der Sluys (G. 20.9.1769) 15


FRANCIES AUGUST GOOSSENS 10.5.1777 — 10.8.1787 0 St.-Niklaas-Waas20.2.1746, + ca. 1800 vp. Kalken zn. Jan Francies / Joanna Clara Veydt (G. 7.3.1770) (tevoren vp. St.-Baafs, vp. Zomergem 1773-1777) JAN BUYLE 20.11.1783 — 2.6.1788 °Lochristi 4.11.1745, + 15.6.1801 p.Aarsele zn. Jan / Catharina Inghels (G. 9.12.1771) (tevoren vp. Wortegem 1772-1777, vp. Evergem 1777-1783) MATTHIAS BROESOM 10.12.1783 — 20.6.1788 ° Gent St.-Jacobs 29.5.1755 Prof. Seminarie Gent + 28.3.1820 zn. Judook / Clara Geesdaele (G. 20.5.1780) 9.3.1792 p. Eksaarde, 9.10.1802 p. Sinaai (tevoren vp. Zele 20.1.1783-1783) FELIX VAN DE WATTIJNE 20.4.1790 — 9.10.1802 ° Oosteeklo 12.4.1751, + Heusden 16.2.1827 p. Assenede zn. Alexander / Anne Cornelia de Sarme (G. 23.5.1777) 10.3.1823 Superior Gent (tevoren vp. Kalken 1778-1790) JACOB EMIELD’HOOGHE 1.7.1788 — ° Sleidinge 27.7.1758 zn. Jan / Christine Van Wassenhove (G. 5.6.1784) (tevoren vp. Zomergem 20.2.1787-1788)

1802

PETRUS MARTIN DE VOS S.T.L. 2.6.1788 — 7.5.1791 ° Waarschoot 16.12.1751, + 1.5.1801 p. H. Kerst, Gent zn. Jan / Anne Marie Thienpondt (G. 18.2.1782) Vicaris-Generaal

16


PASTOORS VAN RUISELEDE

EREMBALDUS (monnik abdij St.-Bertijn, Fr.)

1197 —

JACOBUS (monnik abdij St.-Bertijn, Fr.)

1234

GILLIS BIEBAUW (monnik abdij St.-Bertijn, Fr.)

1434

GAUTHIER DIEDOLFF (A.H.E.B. 1906) THOMAS BOON (Berlière : Inv. Annalitique)

1217

1436

30. 7.1436 —

1450

PIETER DECLERCQ (Warichez : Etat Bénéficiai)

1455

LIEVEN VAN CANEGHEM (Disrenteboek nr. 181)

1513

PETRUS DE HANE (Kerkarchief Ruiselede)

1519

GILLIS CEUNINCK (R.A.B., Fds. Goethals)

1530

LAURENS DRYEPONDT (Dripondius) S.T.B.1557 — 10. 6.1575 0 Gent 1531, + 1581 (50 j.) p. St.-Martens -Latem Eerste landdeken Tielt 1567-1575 Deservitor Aalter 1557-1575 5.9.1576 p. Watervliet ARNOLD CARIJN 10.6.1575 (tevoren p. St.-Martens-Latem 1564-1575) ... vacature van ca. 1580-1604 ... JUDOCU3 DE RUDDERE

1604 —

1606

17


Deservitor LUDO VAN DEN BERGHE 1606 — 1607 °Hamme, + 1639 nadien p. Aarsele 1611 p. Oostakker, 1612 Pres. Seminarie Gent, 1622 p. Evergem, 1623 p.-deken Oudenaarde MICHIEL VAN DER BEKEN S.T.B. 12. 6.1609 — + 10. 9.1616 ° 1580 (G. 19.5.1606) Deken van Tielt 1609-1616 (tevoren p. Afsnee 1605, deservitor Ruiselede 16.6.1607) GUILLELMUS DE KERSMAECKER ° 1589 (G. 20.9.1613)

1617 —

7. 2.1623 p. Damme

PETRUS BULTINCK S.T.B. 7.2.1623 — 8.12.1646 0 Tielt 1585, + 15.10.1681 (96 j.) p. Eine zn. Gabriel (apotheker) / Catherina Pantijn (G. 13.9.1609) 28.1.1681 p. Kanegem (tevoren p. St.-Martens-Leerne 11.10.1612, p. Deinze 26.10. 1622) ARNOLD FRANSSENS (Francenius) 0 Oudenaarde

30.12.1646 — + 26. 8.1678

PHILIPPUSSPANOGHE S.T.B. 24.11.1679 — + 13.11.1694 ° Dendermonde 8.2.1626 zn. Jacob/ Catherina van Swaervelt (G. 2.4.1661) (tevoren vp. Ruiselede 1662, p. Emelgem 1664-1679) PETRUS JOANNES DE METS 16.12.1694 — 8.10.1705 ° Kortrijk 1665, + 10.6.1744 p. Ekkergem, Gent (tevoren vp. Ruiselede 1693-1694) JAN BAPTIST DE SMET 8.10.1705 — t 9. 4.1748 0 Edingen 1665 ? (tevoren vp. Tielt 1697, p. Ekkergem, G. 10.9.1705) JACOBUSDESWERTE 3.5.1748 — 26.7.1752 0 Kruibeke 30.5.1704, + 22.3.1771 p. Rupelmonde zn. Heer Jacob / Juffr. Barbara Smet (G. 18.9.1728) (tevoren vp. Verrebroek 1730, vp. Lochristi 1738) 18


JAN BAPTIST VAN SYMAYS.T.B. 28. 7.1752 — + 8.11.1779 ° Aarsele 16.8.1713* zn. Adriaan / M. Anne Dhaene (G. 24.9.1740) (rechtstreeks benoemd door de Faculteit Theologie, Leuven) PETRUS MICHAEL V.D. KERCKHOVE 10.12.1779 — +23. 2.1813 0 St.-Pauwels-Waas 7.8.1730 zn. Adriaan / Catherine van Grimbergen (G. 4.6.1757) (tevoren vp. Vrasene 1758-1779)

ONDERPASTOORS VAN RUISELEDE

JAN DE WILDE S.T.B. ° Antwerpen 1600, + 10.9.1678 (deken Hulst 1668-78)

1630 —

15. 1.1639 p. Zaffelare

FRANCIES PETRUS VAN DIJCK 27.12.1652 — ° Dendermonde ? 1628, + 9.8.1689 (G. 21.12.1652)

10. 8.1653 p. Heurne

JAN ROOTHAESE 0 Gent 1626 (G. 30.3.1652) PHILIPPUS SPANOGHE (zie p. Ruiselede)

1655 —

1668

22.12.1662 —

10: 4.1664

JAN CARDON 0 Gent, H. Kerst ? 1648, + 25.12.1716 zn. Jacques / Catherine De Bock (G. 1.4.1673)

1675 —

EGIDIUS ANJUYN 20. 3.1681 — ° Oudenaarde 1651, + 28.5.1727 zn. Judocus / Judoca Roost (G. 20.4.1677) 12.3.1685 p. Lotenhulle (tevoren vp. Elversele 1679, vp. Nokere 1679)

12. 3.1681 p. Knesselare

1. 7.1683 p. Zeveren

19


IGNATIUS DE PLANCKE 10.9.1683 — 20.4.1692 0 Ruiselede 1657, + 4.9.1719 p. Heusden zn. Heer Jacques (+ 30.10.1671) / Juffr. Cathelijne van Henden (f 29.4.1667) (G. 12.6.1683) 25.6.1692 p. Wakken deken Tielt 1714-1719 ANTOON VANBELLEGHEM 10.12.1686 — 20.5.1689 ° Meulebeke 29.12.1660, + 6.4.1722 vp. H. Kerst, Gent zn. Carolus / Régine Van der Beke (G. 16.6.1685) 14.5.1693 p. Bellem deken Tielt 1719-1728 PETRUS JAN DE METS (zie P. Ruiselede)

10.10.1693 —

16.12.1694

JOANNES MOLENBERCHS

10.10.1692

30. 6.1695

MATTHEUS PICCART

20. 8.1695

14. 6.1697

1699

8. 1.1701 vp. Tielt

10. 7.1702

1706

15.11.1704 PETRUS ANDREAS DIERICX 0 Drongen 20.11.1679 zn. Livinus (koster) / Joanna Raes (G. 17.5.1704)

18.10.1706

IGNAAS VERCAUTEREN (zie vp. Tielt) A. A. VAN UXEEM

DANEEL VERCAUTEREN 9.1.1707 — 9.1.1715 0 Drongen 1680,1 10.4.1752 p. Desteldonk zn. Egidius / Catharina Smet (G. 17.5.1704) (tevoren vp. Oudenaarde, Pamele 1704-1707) JAN FRANCIES VAN HECKE 10.12.1707 — 20.10.1709 0 Gent ? ca. 1680, t Gent 27.8.1720 vp. H. Kerst, Gent zn. Jan / Anne Petronelle V.d. Perre (G. 18.9.1706) 26.1.1714 p. Oosteeklo

20


MARTIN VAN QUICHENBORNE 22.12.1714 — ° Gent 1680, + 24.9.1728 zn. Livinus / Elisabeth Duvivier (G. 19.9.1711) tevoren vp. Merendree 1711-1714)

15.10.1720 p. Elsegem

JAN BAPTIST DELZOY 1.3.1721 — 20.5.1723 ° Oudenaarde 26.10.1697, + Gent 19.3.1761 vp. Lochristi zn. Jan Baptist (kapitein) / Barbara Van de Velde (G. 12.12.1720) 20.5.1724 p. Eine, 2.11.1724 p. St.-Niklaas, Gent, 10.4.1731 demissie GUILLAUME LIEDTS 1.11.1722 ° Oudenaarde 8.7.1698 zn. Guillaume / Floretia Lambertijn (G. 20.9.1721)

— 10.11.1725

ALBERT VAN DOORNE 10.5.1724 — 4.8.1734 0 Deinze 14.3.1698, * 21.5.1757 p. Kruishoutem zn. Francies (burgemeester) / Martine Jochem (G. 11.3.1724) GILLIS CAESE 10.12.1725 — 8.6.1737 0 Gent St.-Baafs 10.9.1701 p.St.-Martens-Leerne t 25.4.1780 zn. Thomas / M. Magd. Reyschoot (G. 19.9.1725) 28.3.1745 p. Sleidinge ADRIEN MARTIN BERTRAND 10.9.1734 — 25.10.1746 ° Oudenaarde 2.7.1707,1 15.4.1749 p. Wielsbeke zn. Antoon / M. Angela Ghilbert (G. 22.12.1731) JAN BAPTIST VAN DER LEENE 1.12.1738 0 Eine 1709, + 24.9.1760. zn. Alexander / Anna Catherina Michom (G. 18.12.1734) 7.6.1749 p. Wielsbeke

— 10.8.1743 vp. Lochristi

21


JAN FRANCIES DE RONGHE 10.1.1744 — 15.5.1745 0 Dendermonde ca. 1696 vp. Laarne zn. Jan / Elisabeth v.d. Moeren (G. 4.3.1719) (tevoren vp. Nazareth 1720, Oudenaarde-Pamele 1723) PETRUS DE BEIR 20.10.1745 — 10.9.1762 “ W aarschot20.6.1720, +.8.10.1777 p. Meulebeke zn. Jan / Cornelia Van Gheldere (G. 12.6.1745) JACOB CORNEEL 10.12.1746 — 3.8.1747 “ Stekeneca. 1720, + 10.10.1784 vp.Zele zn. Adriaan / Anna Thuysbaert (G.-4t6.1746) 2.8.1762 p. Melsen-Deinze, 15.11.1763 p. Begijnhof Gent JAN HILDEWAERT WAUMAN 1.12.1747 — 16.10.1762 “ Moerzeke 19.7.1717,+6.8.1781 p. 5 it.-Maria-Leerne zn. Jacob / Elisabeth Van Bogaert (G. 27.5.1747) JANJUDOOKVAN GEERTSOM 1.10.1762 — 10. 6.1771 “ Beveren-W. 26.2.1730 p. Gentbrugge + St.-Niklaas-Waas 10.11.1817 1804 demissie zn. Jan / M. Catharina Henderickx (G. 8.6.1754) (tevoren vp. Evergem 1757-1762) JAN BAPTIST MESTDAGH 10.12.1762 — 20.8.1763 ° Ruiselede 1729 kapelaan Ruiselede zn. Judook / M. Catharina Colman (G. 24.9.1755) (tevoren kapelaan Sombeke 1757-1760, vp. Beveren-Waas 1760) PETRUSDESMET 20.8.1763 — ° Waarschot 2.9.1726, + Gent St.-Mart. 30.7.1781 zn. Arnold / Judoca Tollens (G. 1.5.1760)

22

10.5.1770 demissie


JAN BAPTIST VAN CAUTEREN 1. 6.1771 — °Zele20.12.1735, +27.7.1808 zn. Petrus / Joanna Van Dooren (G. 20.5.1766) (tevoren Coadjutor Bassevelde 1768-1771)

8.11.1790 p. Poesele

PETRUS JUDOCUS MAGNES 11.4.1775 — 1780 ° S. Gillis-Denderm. 23.8.1740, + 30.8.1798 vp. Waregem zn. Egied / Joanna Beeckman (G. 20.9.1768) 14.9.1792 p. Ooike (tevoren vp. Kanegem 1769-1775) JUDOOK FRANCIES DESMET 15. 5.1781 — 5. 1.1784 “ Waarschoot 10.2.1741,+2.7.1785 p. Heurne zn. Petrus / Petronella Waldack (G. 14.9.1767) (tevoren Coadjutor Kalken 1767-1768, vp. Meulebeke 1768) JAN FRANCIS POPPE 20.1.1784 — 1808 ° Oostwinkel 13.11.1745, + 11.7.1815 p. Elsegem zn. Lieven / Joanna Jud. De Geetere (G. 5.6.1770) 1809 p. Koolkerke, 1810 p. Bottelare, 1810 p. Munte (tevoren vp. Bottelare 1771, Lokeren 1776, Nazareth 1784) CONSTANTTHEYLAERT S.T.L. 10.11.1790 — “ Sleidinge 16.6.1754, + 8.12.1830 zn. Cypriaan Jos. / Jud. Coleta Roelandt (G. Leuven ? c a .1780) (tevoren coadjutor Sleidinge 1780-1790)

1802 p. Eksaarde

PASTOORS MEULEBEKE

DIEDERIK SNOYEN 1401 Regesten Keure 1400 n° 1349 - S.A.G. NICOLAAS DIERS p. Outryve

18. 8.1431

23


PETRUS KOETS zn. Henri 18.8.1431 R.A.G. St.-Pieters I, reg. 45, f° 108 r° — tevoren p. Outryve — JOHAN RODERIC R.A.B., Nieuw Kerkarchief

1442

GHISELBERTUS KAROLY Warichez : o.c.

1455

JACOB NIEMEGHEER R.A.B., Nieuw Kerkarchief JOHAN CRUDENAERE R.A.B., Nieuw Kerkarchief

24. 6.1515

24.6.1515

JUDOCUS VAN DE PIETE

1573

JUDOCUSLUST 6.11.T573 — 12. 7.1588 t 1600 p. St. -Eloois-Vijve (tevoren p. St.-Eloois-Vijve 1570-1573) PETRUS LONCKE 6. 2.1605 — 28. 5.1607 0 Brugge 1581 p. Waregem 19.8.1607 p. Meulebeke, 15.3.1613 demissie (tevoren p. St.-Eloois-Vijve 1602-1605) JOACHIM INNIS 11.5.1613 — 10.10.1613 0 Brussel ? p . Koolskamp (tevoren p. Oostwinkel 1610-1613) PETRUS TRUDO (Trudonii)

10.10.1613 —

6. 6.1616

CAROLUSSMYTERE

6. 6.1616 —

30. 8.1617

MATTHIAS SCHEERS afgezet

30. 8.1617 —

23.11.1629

PETRUS HAZAERT

30.12.1629 — + 23. 9.1646

PETRUS VERBEKE zn. Michael

10.10.1646 — t 30.11.1646

24


PETRUSVERBEKE 18.12.1646 ----zri. Guill. 0 1618, + 1.3.1685 neef van voorgaande deken Tielt 1655-1685 S.T.B. (tevoren vp. Meulebeke 1645-1646)

10. 7.1655 p. Tielt

MATTHIAS CAPPE 6. 8.1655 — 16.3.1686 0 Temse ? 1630, f 23.1.1704 p. G rem bergen zn. Nicolaas / Amelberga Verhuist (G. Leuven ? ca. 1654) JAN FRANCIES DE COCK 0 Oudenaarde 1651 deken Tielt 1696-1714

23. 4.1686 —

t 18. 9.1714

JACOB MUS 7.11.1714 — + 18.10.1737 ■ 0 Oudenaarde 2.2.1682 zn. Philippe / Agnes du Trasnoit (G. 27.2.1706) (tevoren vp. Sinaai 1708-1714). JAN VAN ROSSUM S.T.B.F. ° Leuven ca. 1710

12.11.1737 — + 12. 8.1762

PETRUS DE BEIR ° Waarschoot 20.6.1720 zn. Jan / Cornelia De Gheldere (G. 24.9.1740) (tevoren vp. Ruiselede 1741)

4. 4.1762 — + 8.10.1777

JACOB PHILIPPE KENNIS S.T.L. ° Lier 1749

2. 1.1778 — + 18. 1.1781

CAROLUS MAENHOUT S.T.L. 20.3.1781 — 0 Zomergem 18.12.1746, + 2.2.1817 zn. Laurens / Georgia de Beer (G. 5.6.1770) (tevoren vp. Lovendegem 1771-1781)

9.10.1802 p. Aarsele

25


AUGUST DE RAEDT 9.10.1802 — t 28. 4.1814 ° Tielt 24.4.1752 zn. Joseph fs. Jan ° Vinkt / Godelieve Persijn fa. Guillaume (G. 1.6.1776) (tevoren vp. Bellegem 1780, p. Zeveren 1795)

ONDERPASTOORS MEULEBEKE

EMMANUEL DE ROY (Regius)

1633 —

E. REYNS

1638

JACOB VERSCHELDE

1638

NATALIS MOREL

1640 —

ADRIAAN COCKUYT

1645

REMIGIUS LUCA

1645

PETRUSVERBEKE p. Meulebeke ANDREAS NOËL FLORENT CUYPERS

21.2.1638

1645

10. 4.1645 —

30. 9.1646

1648 —

1669

1670 — 5. 4.1674 des. Markegem tot 11.1.1685

FRANCIES VAN VYNCKT 5.4.1764 — 20.2.1678 0 Oudenaarde ca. 1650, + 1.2.1722 zn. Francies / Anne du Brenne 14.7.1694 vp. Oudenaarde, 5.1.1721 p. Oudenaarde EGIDIUS VANDERLOONEN 30.2.1678 — 0 Gent ca. 1652 zn. Francies / Joanna Van de Kerckhove

19.8.1683

JAN BAPTIST VAN BUTSELE ° Gent 1658 zn. Egied / Elisabeth Soutaert (G. 19.2.1682)

22.8.1686

26

20.8.1683 — ' - _


JACOB VAN DER HAEGHEN 22.9.1686 — 0 Gent 1659 zn. Romualdus / Esther Romijn (G. 27.5.1684)

13.4.1687

LAURENSSTURTEWAGHEN 20.4.1687 — ° Gent 1659 zn. Augustinus / Georgia Van Acker (G. 31.7.1684)

5.10.1688

HENRICUS VAN CRAEYENVELT

22.12.1688 —

10.2.1689

LEONARD BORGILLION 15.2.1689 — ° Waasmunster 1664, + Waasmunster 6.11.1691

23.9.1691

ARNOLD DE LE BECQUE 23.10.1691 — 14.3.1694 ° Gent St.-Jacob ca. 1666, t na 1705 vp. St.-Baafs, Gent 30.10.1700 kapelaan Gent GEORGES RAELLEN 20.11.1691 — 5.11.1696 ° Gent 1664, + 9.3.1718 (54 j.) des. Markegem 4.6.1697 kapelaan St.-Donaas, Brugge (tevoren vp. Lotenhulle 1690, vp. Eeke 1691) ANDREAS CHRISTOFFELS ° Hamme 1679 zn. Jacob / Maria Dhooghe (G. 22.9.1703)

1703 —

20.12.1712

JACOBUS CORTHALS 26.12.1712 — t 28. 7.1739 ° Wetteren 25.2.1687 zn. Judook / Adriana Boxstal (G. 19.9.1711) (tevoren vp. Kanegem 1711-1712) CAROL. JUST. ANT. MATTHIJS 20.8.1739 — 10.6.1753 0 Bassevelde 25.1.1707, t 5.10.1773 p. Moregem zn. Nicolaas / Joanna Pauwels (G. 19.6.1734)

27


JAN JACOB DE BOES 20. 6.1753 — 10.10.1767 0 Assenede 13.1.1726, +3.11.1795 p. Knesselare zn. Francies fs. Pieter (schepen) / Livine De Cocq (+ vóór 1747) (G. 23.5.1750) GABR. NICOL. FRANC. MALIGO 10.10.1767 — 0 Oudenaarde-Beveren 6.12.1725 zn. Jan Baptist / Elisabeth Anno (G. 18.12.1751)

10.9.1776

JUDOCUS FRANCIES DE SMET 10.1.1768 — 15.5.1781 0 Waarschoot 10.2.1741, +2.7.1785 vp. Ruiselede zn. Petrus / Petronella Waldack (G. 14.9.1767) 5.1.1784 p. Heurne (tevoren Coadjutor Kalken) FRANCIES JOSEPHUSSAEYE 10.10.1776 — 1777 ° Zeveneken 21.1.1750, + 19.8.1802 secretaris bisdom Gent zn. Simon / Maria Corn. Gijsel (G. 16.3.1773) 23.5.1788 p. Zomergem MARTIN VAN GEYTE 20. 5.1781 — 0 Moerzeke 11.7.1751, +7.3.1831 zn. Jacob / M. Joanna De Smet (G. 20.5.1780)

19.10.1802 p. Kalken

PASTOORS OOSTROZEBEKE

HELBODO zie Tanghe : Oostrozebeke (monografie)

1165

1430 ANDRIESVANHOUDERT de Ghellynck : Cartulaire abbaye Beaulieu, n° 1 EGIDIUS BEUFLANS R.A.B. Nieuw Kerkarchief, nr. 371

28

16. 4.1440


WILLEM DE HAZE (Leporis) J.U.B. 16. 4.1440 R.A.B. Nieuw Kerkarchief, nr. 371 EGIDIUS COLINS R.A.G. St.-Pieter I, reg. 45, f° 142 v°

1455

JOHAN VAN DER BEKE Tanghe, o.c.

1515

JAN VAN DE VIVERE (Vivarius) Tanghe, o.c.

1527

JANLOMBAERT

f1574

PETRUS OOSTERLINCK 0 Gent 1538, L. 1558 (tevoren p. Eksaarde 1569-1576)

11.2.1576 —

1580

Des. FRANCIES DE SMET — p. Wontergem 1570-1608

19. 5.1586 —

1600

1600 —

1606

OTTO EGELS (Eglius)S.T.B. 26.6.1613 — 0 ca. 1575 10.3.1626 p. Desselgem (tevoren p. Outrive 1600, p. Anzegem 1602)

1620

... vacat ...

GUILLAUME DE MAEYERE p. Koolskamp

GEORGIUS QUIRINI (Corijn ?) 31. 3.1620 — +25. 8.1646 ° ca. 1592 zn. Georges (+ Oostrozeb. 6.4.1635) / Huberta Nicolai (+ item 13.1.1633) (tevoren koster Overmere 1617) JAN BAPTIST ROBIJN

LUDOVICUS VERBEKE ° dioc. Brugge 1612

des. 23. 9.1646 pastor 14.10.1646 —

24.12.1646 afgezet

23. 1.1647 — + 22. 2.1658

29


JAN JASPERS (Jaspaerts) des. 2. 4.1658 0 Mechelen 1626, + 155.7.1696 pastor 23. 6.1658 — 5. 2.1666 p. Verrebroek JOANNES BRUGMAN 16. 2.1666 — ° Dendermonde 2.11.1634, + Waasmunster 27.3.1700 zn. Li'vinus / Elisabeth Peelman (G. 31.3.1657)

1. 3.1695 demissie

JUDOCUS KESTELOOT 1. 3.1695 — + 1.1.1721 0 Machelen 1662, L. 1682 (tevoren vp. Olsene 1685, vp. Waarschoot 1691, p. Gavere 1691) LUDOVIC ALB. DE MEYERE 0 Oudenaarde 12.6.1690 zn. Cornelis / M. Cath. Lefevre (G. 16.9.1716) (tevoren vp. Hansbeke 1717)

29.1.1721 —

+1728

GUILL. HENRI VAN DE VIJVERE 24. 2.1728 — + 26. 9.1762 0 1696 zn. Weled. Guillaume Franciès / Dl la Joan. Barb. Sybille (G. 28.2.1722) (tevoren vp. Stekene 1723, p. Grammene 1727) JACOB FRANCIES SANTENS 18.10.1762 — + 16.12.1789 0 Oudenaarde 18.5.1718 zn. Francies / Judoca Van Ommeslaeghe (G. 4.6.1746) (tevoren vp. Zwijnaarde 1748) PETRUS JOSEPH EUG. DE GEEST 24.2.1790 — 20.12.1802 0 Wetteren 13.7.1742 zn. Petrus / Maria Scheirre (G. 14.9.1767) (tevoren vp. H. Kerst, G. 1771, vp. Schellebelle 1774) KAREL BRAECKE 20.12.1802 — 1811 0 Kalken 20.3.1747, + Kalken 5.9.1827 demissie zn. Petrus / Cornelia Colpaert (G. 9.12.1771) (tevoren vp. Laarne 1772, p. Nieuwkerken-Waas 1788) 30


ONDERPASTOORS OOSTROZEBEKE

JACOB VAN DER HAEGHEN 10. 4.1686 — ° Gent 1659 zn. Romualdus / Esther Romijn (27.5.1684)

20. 1.1687

FRANCIES JAN DE PANNEMAECKER 24. 1.1687 —

30. 9.1692

PHILIPPE DU BOIS

10.10.1692 —

20.12.1694

DE RUYDT JUDOOK 10. 8.1702 — 0 1670 (G. 22.9.1696) (tevoren vp. Nazareth 1698-1699)

17. 8.1704

GUILLELMUS CORTHALS S.T.B.F. 1706 — 20.10.1716 0 Wetteren 1680 vp. O.-L-Vrouw Gent tot 20.10.1724 n. Judook / Adriana Boxstal (G. 7.3.1705) NICOLAAS JUDOOK INGHELS 15.11.1716 — f 23. 2.1721 0 Berlare 1690 zn. Judook / Jacoba Franc. De Vriese (G. 16.9.1716) FRANC. FERDIN. BLOMMAERT ......... — 0 Oudenaarde-Pamele 4.10.1693 zn. Ludovic. / Joanna Dhondt (G. 12.12.1720) (tevoren vp. Kemzeke 1721, Kalken 1726) JAN BAPTIST DE BRUYNE 0 Oostakker 1.6.1714 zn. Carolus / Anna Debruyne (G. 19.9.1741) BENEDIKT FERDIN. WILSSENS “ Tielrode 19.9.1734, ! 19.5.1780 zn. Michael / Joanna Van Laere (G. 1.5.1760)

......... —

1761 — 20.11.1762 vp. Zwijndrecht

31


PETRUS FRANGES SUTTERMAN ° Hansbeke 31.1.1727 zn. Petrus / Joanna De Smet (G. 4.6.1757)

1762 — +26. 4.1794

JORIS LIVINUSVERCAUTEREN 20.10.1794 — ° Drongen 3.5.1757, + 7.5.1810 zn. Judook / Catharina Versluys (G. 21.5.1785) 1.2.806 p. St.-Jan Steen, 19.3.1808 p. Munkzwalm (tevoren Coadjutor Eke 1788, vp. Dentergem)

1797

JAN BAPTIST PORTOIS 10.4.1797 — 7.1.1803 0 Gent St.-Baafs 24.6.1750, + 22.11.1807 p. Wontergem zn. Jan Baptist / Petronelle Coene (G. 1.6.1776) (tevoren p. Grammene 1781)

PASTOORS AARSELE

BALDUINUS V. Lokeren : St.-Pieters, n° 422

1206

AUDOMARUS VAN DEN MEERSCH R.A.B., Nieuw Kerkarchief, nr. 371

— + 17.11.1438

GUILLELMUS DE GIJT 20.12.1438 R.A.B., Nieuw Kerkarchief, nr. 371 JACOBUS WITAERT Warichez, o.c.

1455

JAN VAN BELLE

1484 —

1497

NORBERT MIJLBEKE

1497 —

1499

JAN VAN WYNDEKEN

1499 —

1500

THOMAS GOOSSENS

1500 —

1517

JACOB DEHERDT

1517 —

1519

32


WALTER VAN ZACHTMOORTERE

1519

1536

ACHIOR VAN DER HEECKEN

1540

1562

JACOB VAN DER HOYEN

1562

1576

JAN VAN DER BRUGGHEN 0 Vilvoorde 1536 bijgenaamd «pape Appelsack»

1576 —

JORIS...

1586 —

1590

JACOB DE VOOGHT (tevoren des. Tielt 1584)

1590 -

1600

Des. FRANCISCUS DE SMET (Fabri) ° Aarsele 1541 p. Wontergem, deken Tielt

1606

KAERLE MERSCOT (Meirsschaert)

1607

Des. MICHAEL RYSEBO (G. 17.12.1599) p. Dentergem 1602-1611

1608

11. 6.1586 p. Daknam 1588 demissie

LUDOVICUS VAN DEN BERGHE S.T.L. 1609 1611 °Hamme 1575, + 1639 p. Oostakker 13.10.1613 president seminarie, Gent; 20.5.1622 p. Evergem; 10.1.1624 p. Oudenaarde GUILLELMUS DE VERWERE (Tinctoris) ° Gent 1580,+ 1634 zn. Antoon Tonsuur : Gent 4.6.1599) (G. 21.12.1607) ARNOUT DE HAZE (Leporis) ° Oudenaarde-Bevere 1600 zn. Jan / Tonsuur : Gent 4.6.1621 (Leuven ? c a .1624)

1611 — 16. 7.1627 p. Baarle-Drongen

16. 7.1627 — + 12. 4.1629

33


ALEXANDER SCHOORMAN S.T.L. 0 Gent ? zn. Philippe /

19. 5.1629 — 24.10.1639 afgezet en verbannen

ADRIAAN VANSIMAY 29. 2.1640 0 Aarsele 1612 zn. Adriaan / Joanna Steuperaert Tonsuur : Gent 26.3.1633 (G. 19.9.1637)

24. 8.1666 «peste»

Des. ARNOUTGREVELE vp Tielt 1656-1672

25. 8.1666 —

GUILLELMUS STAPELS S.T.B. 0 St.-Truiden 1636, + 12.5.1682 (tevoren vp. Machelen 1664)

24.12.1666 — 10.10.1669 p. Sinaai-Waas

8. 1.1667

PIETER HUGHESON S.T.L. 11. 1.1669 — 10. 2.1669 0 Gent 1621, L. 1641, + Gent 14.1.1680 p.Tielrode (tevoren vp. Zomergem 1645, p. Zeveneken 1649, p. Sinaai 1663) PETRUS VAN DE GINSTE S.T.B. 28. 1.1670 — t 15.11.1683 ° Bellem 13.5.1635 zn. Petrus / Magdelena Croock Tonsuur : Gent 17.12.1661 (G. 3.6.1662) (tevoren vp. Oostakker 1665-70) CORNELIUS VERSCHUEREN 21.12.1683 — + 4.12.1685 0 Tilburg (NL) bisdom ’s Hertogenbosch ca. 1653 (tevoren vp. Lovendegem 1679-1683) ANDRIES VAN GHERWEN 5. 1.1686 — t 23. 3.1708 0 Esch (NI.) bisdom ’s Hertogenbosch ca. 1654 (tevoren vp. Tielt 1678, vp. Sleidinge 1682) HENRI DIU S.T.B. ° Bisdom Namen ca. 1679 deken van Tielt 1722-1742

34

20. 4.1708 — t 29. 4.1742


ADRIAAN BOGAERT S.T.B. 19.6.1742 — 0 Gent St.-Baafs 20.12.1697, t31.12.1777 zn. Jan / Jeanne Coppejans (G. 22.5.1725) (tevoren Berlare 1726, vp. Lochristi 1729)

15.11.1747 p. Hamme

JACOB FRANCIES REYERS S.T.B. 11.1.1748 — 21.5.1788 ° Steenbergen (NI.) 1705 zn. Corneel / (Leuven ? ca. 1730) (tevoren p. Prosperpolder 1732-1748) JOANNES BUYLE 2. 6.1788 — + 15. 8.1801 0 Lochristi 10.2.1746 zn. Jan / Catharina Engels (Gent 9.12.1771) (tevoren vp. Wortegem 1772, Evergem 1777, Tielt 1783) Des. JAN FRANC. VAN DOORNE vp. Aarsele 1794-1805 + als p. Wetteren 1837 Des. PETRUS JAN HOSTE ° Tielt 20.12.1773, vp. Aarsele 1801-1803

15. 8.1801 —

+

31.12.1802

1. 1.1803 — 10. 1.1803 St.-Niklaas-Waas 1845

CAROLUS FRANCIES MAENHOUT 9. 1.1803 — t 2. 2.1817 S.T.L. ° Zomergem 18.12.1746 zn. Laurent / Georgia De Beer (G. 5.6.1770) (tevoren vp. Lovendegem 1771, p. Meulebeke 1781)

ONDERPASTOORS AARSELE

ADRIAAN DE BELLAVEIN ° Gent 1655, + 16.5.1795 zn. Jan / Maria Taverne (G. 18.12.1683)

10.1.1686 —

10.3.1693 p. Wielsbeke

35


IGNAAS VAN DER MOEREN 15.12.1692 — 8.3.1693 ° Meulebeke 6.7.1668, + 1718 vp. H. Kerst, Gent zn. Joseph / Judoca Van der Beke (Leuven ca. 1692) 7.8.1702 p. Oudenaarde-Pamele, 9.1.1709 p. Eksaarde, 27.8.1712 p. Lokeren PIETER DE MEDTS S.T.B. 0 Voorde 1663, + 4.2.1705 15.4.1695 p. Gavere (tevoren vp. Tielt 1690-1693)

10.5.1693 —

28.4.1694 vp. Hamme

HENDRIK KERCKHOF 0 Antwerpen

10. 8.1694 —

15.10.1696

PETRUS VAN DE VELDE 0 Aarsele 1672 (G. 7.4.1696)

23.12.1696 — 10. 3.1701 vp. Knesselare tot 1710 ? ....

WILLEM BERNARD SUYS 12.5.1701 — 30.11.1706 ° Waasmunster 5.5.1672, t 11.7.1722 vp. Kieldrecht zn. Bernard / Catherine Van Velthem (G. 19.2.1701) 23.10.1714 p. Mariakerke/Schelde PIETER BERTH 12.12.1706 — 0 Zomergem 10.12.1679, + 1.3.1763 zn. Jan / Martine Speybroeck (G. 18.9.1706) 6.8.1723 p. Markegem

1709

REMERS

1727

CAROLUSJOS. MANNENS ° Oudenaarde 31.10.1702 zn. Jan / Joséphine De Rouck (G. 10.4.1726) 13.1.1745 vp. Aalter (tevoren vp. Kemzeke 1726)

36

1709 —

28.7.1727 — 10.1.1734


ANTOON VAN DER BRUGGEN “ Oudenaarde 1708, + 1.11.1779 zn. Arnold / Adriana Surquins (G. 30.5.1733) 10.11.1747 kan. St.-Veerle, Gent SERVAASGOREELS 0 Gent St.-JAcobs 14.7.1704 zn. Jacob / Judoca Pensaert (G. 30.5.1733)

1734 — 20.12.1742 vp. St.-Niklaas-Gent

26.10.1742 —

1750

HENDRIK JOSEPH DE MEYERE 1770 — 27.3.1789 0 Oostwinkel 7.1.1743,1 10.10.1793 kap. Zuiddorpe zn. Petrus / Petronella Van Speybroeck (G. 14.9.1767) (tevoren kap. Oostwinkel) JAN FRANCIES VAN DOORNE 1794 — 21.7.1805 ° Waregem 14.1.1766, + 9.2.1837 p. Wachtebeke zn. Michael / Agnes De Beis (G. 18.12.1790) 31.3.1823 p. Wetteren (tevoren coadjutor Waregem, Hamme St.-Anna)

PASTOORS DENTERGEM

SIGER 1206 V. Lokeren : Oorkonden St.-Baafs, n° 422 GILLIS DE WAYBERCH A.E.H.B. 1906 PIETER DETRECKERE A.E.H.B., 1906 R.A.B., Nieuw Kerkarchief, 371

1437

21.3.1437 —

1455

JOHANHEUCHT R.A.B. Nieuw Kerkarchief, 371

1515

WILLEM RAES

1525 37


1534 —

FRANCISCUSOVAERE ADRIAAN BOLLE S.T.B. ° Dendermonde 1538, + 19.10.1616 L. 1558 4.1.1611 p. St.-Martens-Latem

1568 — 5.8.1586 p. St.-Denijs-Westrem

MICHAEL RYSEBO 10.5.1602 — 0 ca. 1574,+ 1615 (G. 17.12.1599) 8.11.1614 p. Watervliet (tevoren p. St.-Eloois-Vijve 1600) JACOB DE CONINCK S.T.B. 0 Gent 1580 zn. Jan (Tonsuur Gent 4.6.1599)

1568

12. 8.1611 p. Zaffelare

11.10.1611 — +25. 6.1634

THOMAS VAN DER GHEYLEN S.T.B. 20. 7.1634 — + 16. 5.1659 ° Erembodegem ca. 1605 (tevoren p. Lotenhulle 1633) FRANCIES DE MEY S.T.B. ° 1630 (G. 26.3.1655) (tevoren vp. Oostakker 1655)

29. 5.1659 — + 6. 1.1694

MICHAEL DALLECOURT S.T.B. 28.1.1694 — 21.6.1696 0 Dendermonde 23.9.1649, +5.10.1738 p. Lovendegem L. 1667, deken Evergem 1714-1731 zn. Judocus / Catharina Loontjens (Leuven ? c a . 1675) (tevoren p. Huise 1677-1694) JOANNES HOSSEYN 2. 1.1697 — + 9. 8.1723 ° Gent St.-Baafs 11.4.1660 zn. Carolus / Joanna Verstraete (Leuven ? c a . 1684) (tevoren vp. Nazareth 1685, p. Wielsbeke 1695) NICOLAUS DE VINCKE 7.12.1723 — +25. 4.1754 ° Gent St.-Niklaas 29.11.1692 zn. Nicolai / Catherine Van der Meeren (G. 17.2.1717) (tevoren vp. Lovendegem 1717) 38


JAN JACOB VAN HAESELWECKER 26. 6.1754 — +23. 8.1783 0 Gent St.-Martinus 1722 zn. Vitus (° Arolsberg, Dl.) / Elisabeth Diericx (° Avelgem) (tevoren vp. H. Kerst, Gent 1749) JAN ANTOON BENEDIKT DE MEYER S.T.L. 9.11.1783 — + 25.12.1803 0 Temse 22.11.1742 zn. Jan Antoon (geneesheer) / Joan. M.-Ther. Cath. Van Hollewynckel (G. 14.2.1769) (tevoren p. Wontergem 1773) FRANCIES ADEODAAT DE MEYER 29.12.1803 — + 23. 7.1808 0 Lokeren 25.3.1746 zn. Jan Antoon (geneesheer) / Joan. M.-Ther. Cath. Van Hollewynckel (G. 5.6.1770) (tevoren vp. Oostakker 1778, p. St.-Baafs-Vijve 1795)

PASTOORS KANEGEM

WILHELMUS 1206 V. Lokeren : Oorkonden St.-Baafs, n° 422 PETRUS DE DECKERE V. Lokeren : Oorkonden St.-Baafs, n° 422

1342

JOANNES VAN DE VELDE 1342 V. Lokeren : Oorkonden St.-Baafs, n° 422 ALARDUSOVIN

7. 3.1393

JOANNES DEKESEL Warichez, o.c.

1455

CAROLUS DE CONINCK (Régis)

1521 —

JAN DE SPIEGHELAERE JACOB DEDORPERE

1538 1564

7. 4.1564 — +

1577


ZACHARIAS ROOTS

10. 4.1577 —

28. 1.1591 demissie

Des. LUDOVICUS VAN DEN BERGHE p. Aarsele

1609 —

1611

Des. GUILLELMUS DE VERWERE p. Aarsele

1611 —

1623

EGIDIUS DEKEYSERE 10. 9.1623 — + 7.11.1644 ü Gent ca. 1590 zn. Guillaume / Barbara Blancquaert Tonsuur Gent 17.3.1615 (tevoren p. Deinze-St.-Martinus 15.2.1623) JAN MENDEZ 14.12.1644 — 27. 1.1647 0 Dioc. Antwerpen p. Wielsbeke 10.10.1652 p. St.-Baafs-Vijve tot 8.2.1657 (tevoren vp. Waasmunster 1643) PETRUS BULTINCK 28. 1.1647 — + 15.10.1681 ° Tielt ca. 1590 zn. Gabriel / Catherine Pantijn (zie Gaillard, Brug. et Ie Franc, V, p. 141) (tevoren p. St.-Martens-Leerne 1612, p. Deinze St.-Martinus 1622, p. Ruiselede 1623, p. Eine 1646) JAN BAPTIST VAN DEN BOSSCHE 3. 1.1682 — 10. 3.1685 p. Waarschoot “ Overmere 8.8.1652, + 20.11.1710 zn. Dionysius / Laurentia Brackx (G. 17.4.1677) (tevoren Subregent Seminarie, Gent) CORNELIS GOUDENAERT (Goedenaerde) 15. 3.1685 — + 6. 1.1723 0 Gent 1655 zn. Jan / Helena Busi (+ Kanegem 1700) (Tonsuur G. 27.5.1673) (tevoren vp. St.-Gillis-Waas 1680)

40


ABRAHAM DE BACKER 1.3.1723 ° Gent 1687 zn. Abraham / Catharina Verheet (G. 24.9.1712) (tevoren vp. Lochristi 1717)

6.11.1769

JACOBUS GOEMINNE 22.11.1769 — + 21. 7.1820 0 Oudenaarde-Bevere 1.1.1736 zn. Judook / Anne Marie De Bleeckere (G. 16.5.1761) (tevoren vp. St.-Eloois-Vijve 1761, vp. St.-Martens-Gent 1764. Subreg. Seminarie 1765)

ONDERPASTOORS KANEGEM

JOSEPH MAERTENS

1682

JOANNES RENERIUS DELATEUR 22.11.1704 — 20.2.1707 vp. St.-Martens-Gent tôt 10.5.1712 ... JAN BAPTIST DE MAESSCHALCK 20.10.1707 — °1681, + 1739 zn. Martin / Petronella van de Ginst (G. 19.3.1707) 1711 p. Oudenaarde-Petegem

10.3.1710 vp. Huise

JACOB CORTHALS 15.3.171 1— 20.11.1712 ° Wetteren 25.2.1687, + 28.7.1739 vp. Meulebeke zn. Judook / Adriana Boxstal i(G. 19.9.1711) HENDRIK DE ZAUTERE ° Moerbeke-Waas 30.11.1685 + Moerbeke 4.1.1716 zn. Judook / Livine Rogiers (G. 21.5.1712)

10. 1.1713 — 20. 8.1714 vp. Wachtebeke

ANDREAS DE BRUYNE 13.1.1716 — 30.10.1730 ° Oostakker 13.8.1690, + 30.6.1746 p. Wielsbeke zn. Mattheus / Maria Van Herreweghe (G. 21.9.1715) 41


CAROLUS JOSEPHUSDEPOUILLON 1.11.1730 — 26.9.1741 0 Zottegem ca. 1700 vp. Ertvelde zn. Carolus / Anne Marie Crcmphout (G. 19.9.1725) (tevoren Coadjutor Olsene 1726) CORNELIS VAN PUYMBROECK 1.10.1741 — 0 St.-Niklaas-Waas 27.5.1707,1 1.7.1774 zn. Jacob / Elisabeth Schelfhaut (G. 19.6.1734) 4.6.1756 p. Daknam

9.3.1750 vp. Deinze

JOANNES HEURIBLOCK 20.3.1750 — 3.1.1754 0 Gent 1717, + na 1788 dir. weesh. Tielt zn. Jacob / Isabelle Bauwens (G. 19.12.1744) (tevoren kapelaan Sleidinge 1745) PETRUS ALEXANDER DE LANNOY 10.1.1754 — 6.9.1768 ° Gent H. Kerst 28.9.1731 t5.11.1815 vp. Melsele-W. zn. Pieter Guillaume (chirurgijn) / Cath. Ludov. De Mey (We Jacq. Abbate) (G. 20.12.1754) 22.2.1776 p. St.-Jacobs Gent, 1802 p. H. Kerst Gent JAN BAPTIST STRUYVELT 10.9.1768 — ° Lovendegem 12.6.1736, t 4 . 10.1784 zn. Petrus / Joanna Claeys (G. 28.5.1763) 1780 p. St.-Denijs-Westrem

23.12.1772 vp. Bellem

PETRUS JUDOCUS MAGNES 23.12.1769 — 11.4.1775 ° St.-Gillis-Dendermonde 23.8.1740 vp. Ruiselede t 30.8.1798 zn. Egied / Joanna Beeckman (G.20.9.1768) 1780 vp. Waregem, 24.9.1792 p. Ooike JACOBUS VAN PAEMELE 20. 4.1775 — 20. 3.1778 ° Gent H. Kruis 14.2.1744,123.11.1780 kap. H. Kerst, Gent zn. Jacob / Jacoba Van Audenhuyse (G. 20.9.1768) (tevoren vp. Hamme 1773)

42


PETRUS JACOB JOSEPH BRAECKMAN 26. 3.1778 — 0 Wetteren 2.6.1736, + na 1800 zn. Livinus / Maria De Munter (G. 9.12.1771)

10. 7.1794 vp. Kalken l

LEOJAN DEBRABANDERE 20.7.1794 — 25.10.1803 0 Kanegem 18.7.1766, + 7.3.1818 vp. Ruiselede zn. Jacb / Livine Van Houtte (G. 22.12.1792) 6.6.1813 p. Heurne

PASTOORS WAKKEN

JOHAN COUTREEL demissie en + 10.10.1454

1437 —

DIERICHORE

1455

JACOB GHIJSELINS

1515

LAGAISSE JANBLOMMAERT Des. FRANCIES DE SMET p. Gottem, Wontergem

1442

1540 —

1562

4.5.1562 —

1585

1585 —

1608

FRANCIES CABELLIAUS.T.L. 4. 9.1611 — 10. 1.1617 ° Oudenaarde 22.9.1586,1 27.8.1623 p. Oudenaarde zn. Philippe / Joanna van Huysse (Tonsuur 28.2.1600) JACOBUS VAN HUEVELE S.T.B.

13. 2.1617 — t 6. 9.1646

PETRUS PHIL GODFR. DE BRUYNE 15.10.1646 — + 18. 4.1652 ° 1594 Gent, J.U.L. zn. Judook / Magdalena Petit Tonsuur 22.2.1614 - minores 17.2.1617 (G. 31.3.1618) (tevoren p. Grammene 1635) 43


PETRUS VAN DER STRAETEN 22. 5.1652 — 1 12. 3.1681 ° 1625 Gent, S.T.B. (56 j.) zn. Francies / Livine Damman Tonsuur 3.1.1642 (G. 17.12.1650) (tevoren vp. H. Kerst Gent 1651) 22. 3.1681 — - 2. 3.1688 PETRUS BAERT S.T.B. 0 Waasmunster 1627 zn. Francies / Anna Beerlinck Tonsuur 24.9.1661, diaken 20.12.1664 (G. Leuven ? ca. 1665) (tevoren p. Wielsbeke 1669) PETRUS VAN RECHEM S.T.B. c Huise 1656, + 22.9.1720 L. 1675 zn. Jonas /Judoca De Curte broer van Judook p. Waregem Tonsuur 19.12.1676 (G. 17.4.1683)

30.3.1688 — 10.6.1692 p. St.-Gillis-Waas

IGNATIUS DE PLANCKE S.T.B. 25. 6.1692 — + 4. 9.1719 ° Ruiselede 1657 zn. heer Jacques (+ 30.10.1671) / dame Cathelijne v. den Henden (t 29.4.1667) (G. 12.6.1683) deken Tielt 1714-1719 (tevoren vp. Ruiselede 1783, p. Heusden 1792) JUDOCUS VERBEKE S.T.B. 22.10.1719 — + 1.10.1750 ° Berlare 11.1.1689 zn. Jan Petrus / Cecilia Inghels (G. 21.5.1712) Tonsuur 22.9.1708 (tevoren vp. Oostwinkel 1712, Haasdonk 1714) CORNELIS VLAEMINCK ° Lokeren 19.5.1709 zn. Jan / Petronella De Backer (G. 21.9.1737) (tevoren vp. Kruishoutem 1740)

44

8. 2.1750 — + 24. 4.1787


FRANCIES ANDRIESVEREECKEN 1. 7.1787 — + 24. 9.1799 0 Lokeren 25.6.1747 Lokeren zn. Cornelis / Petronelle Judoca De Strooper (G. 9.12.1771) (tevoren vp. Berlare 1774, Merendree 1778) EMMANUEL LIVINUS VIJVENS 13. 3.1802 — t27.12.1818 ° Huise 11.1.1743 zn. Heer Ferdinand (baljuw) / dame M. Francisca Landrieu (G. 14.9.1767) (tevoren vp. Vlaams Hoofd 1769, vp. Kalken 1771, Dentergem 1772, Zingem 1776, Waasmunster 1779; p. Tielt 1786)

KAPELANEN EN ONDERPASTOORS WAKKEN

STEVEN VAN DER LEYDEN, kapelaan

1560 —

JOOS MONSTRY kapelaan

1570 — 1580 nadien te Zele

JOANNES LINTS onderpastoor

1701

PETRUS ANTOON DHAEYERE ° Gent 1694,1 10.7.1743 zn. Jan / Antonia Hoeleman (G. 4.3.1719) 4.3.1729 vp. Zwijndrecht, 10.

1719 — 2. 1.1721 vp.Zeveneken

JACOBUS PHILIPS 0 Gent zn. Jacob / M.Th. Corbier (G. 21.9.1720)

1580

.1742 p. Mariekerke/Schelde 12. 1.1721 —

16. 1.1722

GEORGES JAN VANDER VARENT 16.8.1722 — 14.10.1741 0 Dendermonde 19.5.1694, + 1.8.1760 kap. Dendermonde zn. Jan Baptist / Jos. Alex. Beeckmans (G. 30.5.1722)

45


PETRUS FRANCIESDHANENS 3.11.1741 — + 19. 4.1742 0 Gavere 30.3.1711 zn. Adriaan / Maria De Manghelaere (G. 21.9.1737) PHILIPPE CHARLES ENGELBEENS 17.5.1742 — ° Wakken 27.9.1701, + 21.2.1792 zn. Antoon / Godelieve D’Haeveloose (G. 20.9.1727) 1762 kapelaan St.-Michiel, Gent

16.10.1747 vp. Vinkt

LIVINUS VINCENT VAN DE VELDE 16.10.1747 — 17.3.1757 0 Gent 10.9.1712, +8.10.1779 p. Mariekerke/Schelde zn. Livinus / M. Martine Van Loo (G. 10.9.1738) (tevoren vp. Oostakker 1742) JAN FERDINAND LIEDTS 17. 3.1757 — ° Oudenaarde 17.6.1726, + 12.12.1798 zn. Jan Judook / Catharina Gevaerts (G. 16.6.1753) 10.3.1761 vp. Lochristi, 21.2.1764 p. Wondelgem (tevoren vp. Laarne 1754) JACOB BERNARD VAN GOETHEM 8.2.1758 — 0 Tielrode 11.4.1728 zn. Ludovic / Catharine Everaert (G. 16.6.1753)

8. 2.1758

12.6.1767

CHRISTOPHOORTOLLENAERE 12.6.1767 — 10.7.1775 “ Waarschoot 18.8.1731, + ... vp. Wetteren : Ede zn. Carolus / Petronelle Tollens (G. 19.12.1761) 1802 Asper (tevoren Coadjutor Kalken 1763) FRANCIES LIVINUS DREGGHE 13.7.1775 — 1787 0 Gent St.-Baafs 7.1.1746, +24.2.1811 vp. Schellebelle zn. Livinus / Anne M. Van Pachtenbeke (G. 5.6.1770) 8.12.1796 p. Zeveneken, 9.10.1802 Hontenisse

46


MICHEL VAN DE WALLE °Temse 7.2.1757 zn. Jan Francies / Judoca Van Hoye (G. 14.6.1783)

1785 —

1788 vp. Kluizen

W ellicht bent u nog op zoek naar een geschenk voor Kerstdag of Nieuwjaar ... Denk dan even aan ons fotoboek :

VAN THIELT TOT TIELT (250 fr. + 20 fr. verzendingskosten) Loop even binnen of bel op.

VINKT 1940 Enkele jaren geleden schreef pastoor Michem van Vinkt een boek over de tragische oorlogsdagen in zijn parochie : «VINKT IN MEI 1940». Dit oorlogsboek kende een enorm sukses; vijf edities op enkele maanden tijd. Er is nu ook een franstalige uitgave op de markt ge­ komen onder de titel «VINKT 1940»; 135 pagina’s, glanzend papier, zeer rijk geïllustreerd. Dr. Henri Fobe uit Gent bezorgde een uitstekende vertaling. Generaal Lucien Champion en dhr. Albert Hubert, respectievelijk ere-president en president van de Verbroedering der Ardense Jagers zorgden voor een inleidend woord. De verkoop van het werk komt ten goede aan het Oorlogs­ monument van Vinkt en de Verbroedering der Ardense Jagers. Te bestellen bij de schrijfer : F. Michem, pastoor, Heerdweg 9, 9806 Vinkt-Deinze. Pr. 000-0422752-26. Prijs : 200 Fr. (B.T.W. en port inbegrepen). Dit boek verdient een warme aanbeveling. 47


Van Guido Lams uit Wingene, lid van de Raad van Beheer van de kring, verscheen een zeer verzorgd werk ÂŤVan Wenghina tot WingeneÂť. Momenteel is de voorraad reeds uitverkocht. Het wordt echter opnieuw aangemaakt en wie wil intekenen moet dit zo snel mogelijk laten weten aan Guido Lams, Galgenstraat 29, 8050 Wingene.

Van Wenghina tot Wingene

847 1977 -

GUIDO

48

LA M S


ADRES VAN DE AUTEUR : F. Michem, pastoor, Heerdweg 9, 9806 Vinkt-Deinze.

Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ingestuurde bijdrage. Bijdragen verschenen in ÂŤDe Roede van TieltÂť mogen slechts overgenomen worden met toestemming van de redactie.


/. t v r ie o h e n ,

junvptv\e a, % l'eveeoh’

3 t'

i/y fA tn

; A_

Ile e r ,

t J P e t e n e iZ,r

H euter, l

Otem I :

u

e

''T l ■»*.

J t -

jiU . J

jL j

'andJT. 7 t S Â '.V /« W ‘ A <•

^ k ^ ^ B /n fiiren '• 7 fA v / v f/.lV / H o

.

'

*

^ ’S ' J r V A

cyf) l '

/

,

A - /’ R ende

A lT W

^ //7 ,/,T 4 ,>

^

v v

A ,l w r

/? /^

;

Ô / 7 ï/n e ,,</<,/,

,’ } 1

n de i l i m ena a Ce

«

" <- ■

J lr i n / e , v

- l !L . •=**= - 4

." 7-

7 'tm aA lIe l

7 V ' 'eken. h e rU e ¥ “ -ft

P la in e a e T o

q

h ti/u 'f

/

/

&

^ =^_

4

*

-

%'*'A licJie ti'Jn if

ï

J /. B

l.eenA î

-me

v

/

4

v

¥

î

W

¥

^ ie iA a lI e

MëlonTl/re,

let'kÇe

fi'k\iiiü'kiyrki> -3-

)

t C JaeeC t

‘.C'/leUhr til . J

™• l.r o t4’U‘e

^

*

'ï 0

^ S Z ie u c a fv llà jF

r l l 2¥

■ AL' / e

C

\ i ,

U> /{C y

z iïd lï'™

Vv

. - A 1v 7

a

• ^ a ./ Va *. nti/ie'e ■>

^

:t

K

S te in q e lM • \ i '^ %

f

4

. . . J -® 5 T v i

< ,

k \W

u w l t

'

-

, ,,n

ïL /M f.v . .

• 7 -.^

'—

-

z trv u & .w i& J * f a u ^ e o d i e f i ^

T ’W f j m l ) •.

l l ‘ «am an _ p £ n e u kke W • - « / ^ ^ eoi'i?eV / V ^ / v / X c lIj'b /T c k ^ r 1 arnfïTcfc

,■ .• " »^ X v , v

'

*

y

F e e lle iiil^ Z ^ A e -tm e

^ id C e n d u e ) )

< ’4

S tn e n C /m ù .

r y t J j A v u T ^ i 'e â -t

■ f e i f $ / - . » ;X /S ^ C

ï

J

r

' V v r^ ' A

B e y lr

“net-.

'ÊJ^dnfnnek\ Stnenbe?vM~.

l u J! * C *

ï

'

,

4

Steer*fti *

 V7,

\°Jt?en/un

lo h ! L.ffH--'l’ee,-le

*

^

" ^

t e r Dénié Je

1fPieten

/

5 ( \jU a r ie / n

( 'rie lp ly -e °

v A J ; ooheck

tZAntoine

%

o'Uuneot c

S

..........

Zun

. OcJuieeken

o K o r t e m a i'c / c ° leider . ^ f le r ln n e ü . ttentort.M £ X u e e iM . S a n ^ a jn e T i^ ^ ^ .o U c o t t trEaenke

* \ a t l'a n 'e n

Woomen

J>lyierirure J

*

t Z ieken

i

î

7 ,^ -/

y

^

.

\

V

.

(t \

o

ty ^ . M f^f n u u v k < T eV lle n

W

iJfa ille t ï

¥ 4 ï /

" ', ,

l Jie.o'eif. Vitek

■■• î » i i

m ordu, ( J e

P. d d e.rretr

lùttden o / liAàTv ••; 2 4 t co/ ) '•■ v ^■4y rueunkrrilt c: * htdne/n.f

¥

AZhruje t

\dAeeeC<ib. 1 ,

f'u .relie

<d&ruit&r }Hi- l Z'

, 0,e f/e<~7e

lie n t,,

t

.

k. àr.it.rm 'f^h^ofe& S A

A a \ lt r , to r / ,V r J . r

I ■•.

l ’/e'' . ,

(”

“ ■'<

a * .- a T T

■■■.Jleo'oitieo’ foe'lép^CapörSVK

S

, y i ' " ' , l ' “ i ^ { , 7 , ' ° i\l


•3.

S onu’r,/,'n

? ; v B t

■* ' l*' /^ ' H-jrii *.»V

t;

r

f

c,

À

r

^—

Z<?/>

v

i

■A/n-Ut'/n n r u .h ii

<- j a D e H r e r v iin B r fle tn " ^ Z //////. ,j/< nn.i.- s ^ ., ° o /{ J V iU e n d r io . r

T.andt’tthem ,

, ff.r fr tR ecoketo ^

ff]/

IftLY e v e l e <-Qf _j

PoeJ voord

i IÓ ? \rj'/> /iit')

*: i'., kvanlxürt iiv& > \a i'h (e n

f / Æ?/o ) <■ Wloeek hoorn *

ïltfk M k ? ï&

MMonuIL A W iH oL>nu^

,}

4

f

^ v c c h b o o fn ' ï

il

ó

j

^

\

r i

. w

«■ ■ iebmu/ïl/trr 3 f

*

.,

°°

e*/ .z “

* \ '.- /R .,

'S m

.du.iebetndirui

, / * ^

£LiUUft‘Ueial Jf.irW/e ' c

i 3? ‘ f f ^ R* >

1 .9

j > * he»l

f^'Yl^AItlvUfhl^i ’/ i Afaehult4i% l l.

)(n )H /)i ■rn H /■d kl X i / d

'e,-renA t. ? V " ï^ F

i'

w. , /

J l,ic 7 i\e je n

^

rterhoii/r <■7) /et ~duniek 7

Ster I, )id :

,i X L

> P ■>>/■Ke6rr>

*-,*)•! i , \ ^ / ) e n te^< te rn {

:•• j

A o frn e d :

---\»r

ol.U .

t ter/ ffo ve d ff^—y f f

de Kt rek

\

\jr .iU y & .\ ‘

CQ ^ f:V’tji/ierrr ..R

i/

/

A.l-rrvo/r

tiÜ M u rpe

'■

, ,..

/V ;;v

,,}^ W dP.udo i ^Tenda I e / / { ^ / w / iHif& ÿWAHi/.rkerke y d lrh li ',/eeL l' ^ i ffJ X\ 14_ ^\~~) \\™w<w« >t^taaiy ty^\ 'Ki’ '' ‘/ f y*~xïï- ^dŸ ^dlJ ‘-i2v’> /.<y</<

'd/u’W )jl’,d/a hem %At. ^l. o \elcf]npff c' ^ Ou/jhem j.reh Lvndvlt V,—e -\jfF ^ r d v e jS h e in ^ ~ ^ U. -, a 1' ’ JLivii'/tovm -ft

r

/

M

r

y Z 7f.,r/,-jheP^r-Bueer.yh, O t 'D E M

D .u d h

I

.ia

5)S*r « Driem

T

.~ïï.c) & ftd'rFM( 9 Jj.dBrski w ^ -in é t\'/u ’tn l I *)■'!>.

cHut(ivcv)u x M 4 >• ddjjtm ' 'ï^ : W ^

) j ).1 v\

/d i^ % r/rfZ'h.,r $ ,*-

M ‘W Æ V , - £ V

i 3^ j 'v/-v>/,. a

t h ia rv ie n t) i_N^ ■>> / %. “ O1V

V'

i *i

-

'- ^ ffe v i.ifc ) o -, > - 7 k O rr-e u 'd n u ru jié v ' r ' d l 'e.R.U.'.'eeu ynetJiclivT^ere T jiu re h

A S. ^ j a P e e p / f y - * -

il’fPtteu

i'j^ ‘Ul'">d ^ ‘',


ONTELBAAR

zijn de diensteg die de Bank U kan-verstrekken zowel wat geldbeleggingen als wat kredieten betreft. Een goede raad-... bespreek in vertrouwen al uw financiĂŤle zaken met een deskundige van de

BANK VAN ROESELARE EN WEST-VL A ANDEREN

zo.wint U zeker tijd en geld !

Agentschap Tieit, Markt 24


DE ROEDE VAN TIELT Heemkundige Kring voor Tielt en de gemeenten van de vroegere Roede van Tielt. Lid van het Westvlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde

Voorzitter : P. Vandepitte, Driesstraat 9, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.17.00 Ondervoorzitter : Gh. Vandeputte, Statiestraat 83, 8780 Oostrozebeke. Tel. 056/66.90.91 Secretaris : Ph. De Gryse, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt. Tel. 051/ 40.18.38 Redactie : J. Billiet Ph. De Gryse W. Devoldere P. Vandepitte R. VĂ nlandschoot W. Vanseveren Lidmaatschapsbijdrage : 250 fr. (te storten op PR. 000-0398411-32 van De Roede van Tielt, Kastanjelaan 1, 8880 Tielt). Verschijnt viermaal per jaar. Er worden geen losse nummers verkocht.

INHOUD VAN DIT NUMMER

Inleiding

150

Bernard Tuyttens, De Koningskwestie

151-169

Fr. De Poorter, Rubens en Hendrik Conscience

170-174

V. Gaublomme, Volksromanschrijver en volks­ dichter Camiel De Waegenaere van Gottem

175-180

A. Vandewiele, Filips Luucx van Zwevezele, leraar van Sanderus

181-188

Leden en erleden 1977

189-196

Druk Veys, Tielt


INLEIDING

Met dit nummer zijn we aan het einde gekomen van onze 8e jaar­ gang. Het is weerom een gevarieerd nummer met als hoofdbrok een artikel over de koningskwestie dat we aanvulden met belang­ rijke teksten en origineel fotomateriaal dat voor oudere lezers als een verre (of levendige) herinnering zal overkomen. Hiermee hebben we tevens de afronding van de twee avonden (film «La question royale» en lezing door dr. juris Michiel Vandekerckhove) die we in 1976 organiseerden rond de koningskwestie. Onze trouwe medewerker, pastoor Frans De Poorter, sluit nog even aan bij het Rubensjaar. Pastoor Gaublomme, die zopas een geslaagd fotoboek over Gottem samenstelde, vertelt ons over de volksromanschrijver Camiel De Waegenaere en een nieuwe medewerker André Vandewiele ging graven in het leven van Sanderus’ leermeester Filips Luucx. Precies op het ogenblik dat uitgever Veys opnieuw Sanderus' werk over Vlaanderen heruit­ geeft en nu ook dit over Brabant. De rubriek «Zo leefde gedurende het jongste halfjaar ...» ver­ dween (we hopen slechts tijdelijk) door gebrek aan tijd om al het regionale nieuws bijeen te lezen, te ordenen en te schiften. En de toekomst ... Allereerst de financies. We moesten uiteinde­ lijk tot een beperkte prijsverhoging (van 250 naar 300 frank) over­ gaan, omdat de kring anders niet langer financieel leefbaar is. De onkosten zijn in alle domeinen zo gestegen dat de goede werking zonder bijkomende inkomsten onmogelijk wordt. Het lidgeld gaat nu vrijwel uitsluitend naar de publikaties. Daarom dit : stort onmiddellijk uw lidgeld, wordt zo mogelijk erelid. Nodig belangstellende vrienden uit om ook lid te worden. Mogen we dan nog uw aandacht vragen voor (zie extra-nummer nr 2) : 1) de fotowedstrijd «Focus op Groot-Tielt»; 2) de tentoonstelling «11 november 1918 - 11 november 1978». Wie hiervoor tips kan geven (betreffende foto’s, documenten, voorwerpen, enz.) is altijd welkom. In ons 3e nummer hebben we de bladzijden genummerd van 1 tot 48. In feite moest dat 101-148 zijn. Het 4e nummer is dan ook ge­ nummerd 149-196.

150


DE KONINGSKWESTIE ( 1)

Wordt in de poiitologische literatuur de koningskwestie niet meer aangehaald als licht ontvlambare materie maar eerder als een historisch voorbeeld van het samenvallen van de belangrijk­ ste politieke tegenstellingen in België, dan moet men toch erken­ nen dat «une sorte de loi du silence a continué à peser sur toute cette affaire» (2). Vele politieke personalititen die in de jaren ’40 en '50 een eersterangsrol hebben gespeeld doen er nu liever het zwijgen toe of — indien ze reeds overleden zijn — hebben tot hun dood weinig of niets losgelaten. De laatste jaren is er echter een wetenschappelijke bibliografie losgekomen die ons nu moet toelaten een aanvang te maken met het overstijgen van het peil van de «petite histoire», de getuigenissen of de verbale zelfver­ dediging. De afloop van de naoorlogse politieke strijd rond de figuur van LEOPOLD III ligt nu welgeteld 27 jaar achter de rug en men zou dus redelijkerwijs kunnen veronderstellen dat de verjaring van de feiten wellicht geleid moet hebben tot een hoge graad van rust in het debat daaromtrent. Uit een zelf uitgevoerde mini­ enquête blijkt dat de meeste mensen zich deze periode nog min of meer levendig herinneren, wat waarschijnlijk toe te schrijven is aan de hevigheid waarmee het debat gevoerd is. Enige geheugensteuntjes blijken echter nodig te zijn, terwijl er nogal snel verkeerde klemtonen worden gelegd. Daarom geven we eerst een bondig en dus ietwat ongenuanceerd beeld van de ge­ beurtenissen.

I. DE FEITEN.

Na de plotse dood van zijn vader, koning ALBERT I, legde de dan 32-jarige LEOPOLD III op 23 februari 1934 de door de grond­ wet voorziene koninklijke eed af. Hij werd vorst van een België met een parlementair regime in volle crisis. De jaren '30 waren de tijd van financiële schandalen, economische depressie, electo(1) De redactie nam de taak op zich de tekst van B. Tuyttens aan te vullen met fotomateriaal en enkele belangrijke teksten. In de tekst wordt daarnaar ver­ wezen met de cijfers tussen vierkante haakjes. (2) DUVIEUSART J., La question royale — Crise et dénouement; juin-juilletaoût 1950, Editions du CRISP, p. 0-2 (note de l’éditeur).

151


[I] Op de ministerraad van 2 februari 1939 verklaarde Léopold III dat vooral de ministers schuld hadden aan de ondermijning van het parlementair regime De naoorlogse omstandigheden en gebeurtenissen hebben onze poli­ tieke partijen veranderd door hun eenheid aan te tasten. Hun versnip­ pering had de diepste gevolgen : de principes zelf van het parlemen­ tarisme waren geraakt, het was het omvergooien van het stelsel van de politieke meerderheden, de verplichte medewerking van verscheidene partijen aan de regering, het afschaffen van de normale en noodzake­ lijke parlementaire oppositie. De ministeries werden voortaan een her­ leid beeld van het parlement, waar alle politieke schakeringen van de meerderheid vertegenwoordigd en gedoseerd moeten zijn, en werden daardoor steeds korter in hun levensduur en moeilijker samen te stellen. De groeiende invloed van de politieke partijen vervangt de grondwette­ lijke machten. De ministers worden de lasthebbers van hun partij, de regeringen verliezen hun hechtheid en bieden hun ontslag aan zonder door het parlement te zijn ten val gebracht. De verantwoordelijkheden worden verplaatst; het is de crisis van het gezag, de wanorde, de ver­ warring, de demagogie soms, op een ogenblik waarop de gevaren zich opstapelen en de toestand van het land de meeste kracht eist in zijn rege­ ring, de meeste orde en spaarzaamheid in zijn administratie, de meeste eenheid en tucht in alle uitingen van het openbaar leven. Mijne heren, onze instellingen zijn niet verantwoordelijk voor deze ontreddering; de oorzaak ligt voor alles in de tekortkoming van de mannen die de machten van de Natie in handen hebben ... Vertaald uit Métier du roi. Léopold I, Léopold II, Albert I, Léopold III. Brussel, 1945, pp. 83-84.

152


raie successen van Rex, het V.N.V. en de K.P.B. De koning be­ klaagde zich openlijk over de z.g. «particratie» (grote machts­ positie van de politieke partijen), die zich o.a. uitte in herhaalde veto’s vanuit de politieke partijen tegen bepaalde ministrabelen uit de andere coalitie-partij(en). In dit kader versterkte LEOPOLD III dan zijn koninklijke tussenkomst bij de regeringsvorming en dacht bovendien luidop aan een versterking van de uitvoerende macht [1]. Vanaf 1938 zou het heel duidelijk worden dat LEO­ POLD III de invloed van de parlementaire groepen en vooral die van het bestuur van de Belgische Werkliedenpartij achteruit drong. Het gebeurde herhaaldelijk dat de koning de belangrijkste politieke personaliteiten bij zich samenriep om hen zijn visie op de politieke toestand en de politieke ordening mee te delen. Op 10 mei 1940 ging HITLER-Duitsland dan over tot de aan­ val op Belgisch grondgebied zonder enig ultimatum of oorlogs­ verklaring. Door hun snel Blitz-Krieg-procédé en hun verplette­ rend overwicht hadden de Duitsers reeds na 18 dagen (na de z.g. slag om de Leie) het land volledig in handen. Op 27 mei 1940 be­ sloot de koning de voorwaarden voor een capitulatie bij de Duitse opperbevelhebber aan te vragen, iets waar de regering trouwens volledig mee akkoord kon gaan. HITLER eiste echter een capitulatie zonder voorwaarden. Een paar uur later legde de koning zich bij deze eis neer. Er waren echter duidelijk tegenstellingen tussen koning en regering gerezen over de dan verder te volgen weg. De regering, die toen in Oostende verbleef, raadde de koning (bij zijn leger in Breendonk) op 16 mei aan «... dat Hij zich in geen geval mocht gevangen geven en zich dus — in geval van omsingeling — moest losmaken van zijn leger» (3). Bij een laatste ontmoeting tussen koning en regering op het kasteel van Wijnendaele (nabij Tor­ hout) op 25 mei 1940 kwam het tot een volledige breuk. Van deze dramatische vergadering zijn er twee versies, nl. die van de koning (zoals gepubliceerd in het verslag van de commissie Ser­ vais) en die van de toenmalige premier H. PIERLOT. Men kan er echter de verschillende stellingnamen uit distilleren : — de koning : hij bleef in België en deelde dus het lot van zijn soldaten. In die hoedanigheid werd hij de krijgsgevangene van de Duitsers. De koning deelde nl. niet het optimisme van de ministers die van de uiteindelijke overwinning van de Geallieerden overtuigd waren (4); (3) LUYKX Th., Politieke geschiedenis van België, Elsevier, p. 378. (4) «Si je ne reste pas en Belgique, j'ai la conviction que je n'y rentrerai jamais. La cause des Alliés est perdue ...».

153


[II] Herderlijke brief van Van Roey, aartsbisschop van Mechelen, 31 mei 1940. De tragische beproeving, die wij doormaken, wordt op het uiterste gedreven door de pijnlijke beschuldigingen, die te Parijs geuit werden tegen Zijne Majesteit Koning Léopold III en waarvan de echo zoo grie­ vend de massa van het Belgisch volk heeft geraakt. (...)

De hatelijke beschuldiging van verraad valt hierdoor als volkomen ongegrond weg. Op het laatste ogenblik zou de Koning, zooals sommigen er hem toe aanzetten, langs de lucht naar den vreemde kunnen vluchten hebben. Hij heeft verkozen het lot van zijn soldten en het lijden van zijn volk te deelen, hetgeen, dunkt ons, meer ridderlijk is en gansch tot zijn eer strekt. De feiten, zooals zij in deze koninklijke verklaringen voorgesteld worden, en die gemakkelijk door andere waardevolle getuigenissen in ’t volle licht zullen kunnen gesteld worden, zouden het noodlottig misver­ stand moeten doen verdwijnen, dat zekere onbezonnen woorden en zekere allerbetreurenswaardigste houdingen heeft ingegeven. Wat ons betreft, wetend dat wij akkoord gaan met de gevoelens die de bijna eensgezinde massa van het Belgisch volk bezielen, wij behouden aan onzen Koning onzen eerbied, onze gehechtheid en ons vertrouwen. Wij vragen aan onze priesters de liturgische gebeden, voor den Koning voorgeschreven, te blijven opzeggen. Wij zetten met nadruk de geloovigen aan, zonder ophouden de zaak van den Koning en tegelijker tijd het heil van het Vaderland in hun gebeden en communiën aan God aan te bevelen. Wij zouden willen dat alle Belgen, zich bewust van het belang van het huidig uur, vereenigd en solidair blijven aan de zijde van den Koning, de hoogste verpersoonlijking van het in gevaar verkeerende Vaderland. Ten slotte, wezen wij er van overtuigd dat wij op dit oogenbhk ge­ tuigen zijn van een uitzonderlijke handeling van de goddelijke Voor­ zienigheid, die haar macht openbaart door geweldige gebeurtenissen, tegenover dewelke wij ons zeer klein gevoelen. Meer dan ooit, laten wij betrouwen op de oneindige barmhartigheid van het Heilig Hart van Jezus, en laten wij met den Psalmist zeggen : «Zelfs wanneer wij in de schaduw van den dood wandelen, vreezen wij geen enkel kwaad, want Gij zijt met ons». K. Van Isacker, Herderlijke brieven over politiek, pp. 137-139. 154


— de regering : zij was van de uiteindelijke overwinning van de Geallieerden overtuigd en stelde dat de koning alles in het werk zou stellen om niet in Duitse handen te vallen. De rege­ ringsleden raadden dus de koning aan hen te vergezellen en zo zijn rol van Staatshoofd te blijven spelen. De regering vertrok richting Frankrijk om dan later in Londen te belanden, terwijl de koning in België bleef. Te Poitiers vaardig­ de de regering een besluit uit waarin geconstateerd werd dat de gevangen koning in de onmogelijkheid verkeerde te regeren en dat, in uitvoering van grondwetsartikel 82, de regering bijgevolg zijn uitvoerende prerogatieven overnam. Een commissie van drie rechtsgeleerden besloot in Brussel dat de koning dan ook geen politieke rol mocht spelen. Na herhaaldelijk aandringen van de koning ontmoette deze dan HITLER te Berchtesgaden. Het gesprek was echter een maat voor niets. HITLER weigerde alle krijgsgevangenen in vrijheid te stellen, alleen de Vlamingen kwamen hiervoor in aanmerking. Op andere vlakken (o.a. de bevoorrading) kreeg de koning evenmin voldoening. Doch door de kwestie van de onafhankelijkheid van België te stellen, is de koning verder gegaan dan zijn louter hu­ manitair doel en heeft hij zich ongetwijfeld op politiek vlak be­ geven. Dit lag echter niet in zijn macht en zou hem later ook aan­ gewreven worden [lij [III]. Maar op dat ogenblik was de Belgische publieke opinie zo verbitterd door de rede van REYNAUD en door de regering PIERLOT in Frankrijk en had ze zo hartstochtelijk partij gekozen voor LEOPOLD III, dat zij van hem toen zeer veel aanvaardde. De jaren 1941, 1942 en zelfs 1943 hebben geen verandering gebracht in de houding van de koning. Er zijn ook geen handelin­ gen meer waaraan een politiek karakter kan worden toegekend zoals dat tot en met Berchtesgaden wel het geval was. De populariteit van de koning smolt echter als sneeuw voor de zon na zijn huwelijk op 6 december 1941 met M.L. BAELS. Het huwe­ lijk werd eerst kerkelijk en pas daarna wettelijk afgesloten, iets wat ongrondwettelijk is. In deze 3 jaren zijn er vele voorbeelden te geven van vriendelijkheden van de regering ten opzichte van de koning die alle tot doel hadden een toenadering tot de koning te betrachten en een totaal uiteengroeien van het staatshoofd en de uitvoerende macht te voorkomen. In januari 1944 — als de oorlogskansen al duidelijk gekeerd zijn — schrijft de koning zijn «mémoire-testament», een docu­ ment dat aan de regering moest overhandigd worden bij de bevrijding van Brussel, voor het geval dat de koning er dan niet zou zijn Uit het slot van deze brief bleek duidelijk de onverzoenlijk-

155


[III] Onderhoud Hitler-Leopold III in Berchtesgaden (19 november 1940) Versie van het document Schmidt (tolk van Hitler) Nadat Hitler uitvoerig zijn visie op het toekomstige Europa heeft uiteengezet en de Belgische regering verweten dat zij niet werkelijk neutraal was, stelt Leopold voor de derde maal de vraag naar de waar­ borg voor de Belgische onafhankelijkheid. Onmiddellijk laat de vorst daarop volgen : «Hij ziet duidelijk in dat België als tegenprestatie daar­ voor op militair en buitenlands politiek terrein sommige akkoorden zal dienen af te sluiten ... Hij (Leopold) heeft deze ontmoeting met de Führer vol vertrouwen tegemoetgezien, omat hij het grootse werk dat de Führer aan het voltrekken is, weet te waarderen en beseft dat hij (de Führer) zich beijvert Europa een duurzame, op rechtvaardigheid, samenwerking en de solidariteit onder de volkeren gegrondveste vrede te geven. Voor een dergelijk doel zouden de Belgen alle krachten in ’t werk stellen. Men dient alleen alles te vermijden wat hun ergernis zou opwekken. Uit eigen ervaring zijn de Führer de treurige herinneringen bekend die België aan de oorlog 1914-1918 heeft bewaard. De reaktie op het binnenrukken van de Duitsers in het jaar 1940 is volkomen anders geweest dan in 1914. Men heeft in België de indruk opgedaan dat het nieuwe Duitse leger zich moreel anders gedragen heeft dan het leger van de Wereldoorlog. Sedert 28 mei (?) is in de openbare opinie evenwel een ommekeer merkbaar geworden. Geen diplomaat zijnde wil hij in alle openhartigheid de zaken bij hun ware naam noemen. De ommekeer in de opinie is allereerst daardoor aan de dag getreden, dat van de kant der Duitsers ten aanzien van de Belgische onafhankelijkheid twijfel gehandhaaft wordt. De Belgen hebben deze geestesgesteldheid zeer duidelijk aangevoeld. Aan de andere kant heeft Duitsland sommige extremistische elementen begunstigd die alleen maar hun eigen belangen behartigen, echter op generlei wijze het land vertegenwoordigen; ze bezitten niet eens het vertrouwen van de Vlamingen. Voorts zijn, in weerwil van de moeilijke toestand in de voedselvoorziening, uit België levensmiddelen weggevoerd. Ook zijn aanzienlijke bedragen aan oorlogslasten betaald moeten worden. Tenslotte is de invloed van de Belgische vluchtelingen uit Frankrijk, allen aanhangers van het oud regime, zeer nadelig ge­ weest. De aldus geschapen toestand verontrust hem zeer. Indien men de Belgen op de ene of andere wijze enige toezegging kon doen met be­ trekking tot hun onafhankelijkheid, dan zou de stemming zich dadelijk wijzigen. Dan zou de wens tot samenwerking met Duitsland op vrijwil­ lige grondslag doorbreken. Bij waarborg van de onafhankelijkheid zou men dit bij de Belgen zonder moeilijkheid bereiken. Bovendien merkt hij op dat de Engelse propaganda in het land zich deze onzekerheid ten aanzien van de kwestie der onafhankelijkheid zeer ten nutte maakt. Het spreekt vanzelf dat het Belgische volk gewilliger degene volgt die het in 156


heid van de koning tegenover de Londense ministers (5). Op 7 juni 1944 worden de koning en zijn gezin gedeporteerd. Drie maand later was Brussel bevrijd, en op 20 september 1944 kozen de Kamers prins Karei als regent ter vervanging van de afwezige koning. Als LEOPOLD III op 7 mei 1945 nabij Ströbl (ten oosten van Salzburg) bevrijd werd, kon hij echter om gezondheidsredenen niet onmiddellijk naar België terugkeren. De politieke moeilijk­ heden in België namen dan een (definitieve) aanzet met de hou­ ding van de algemene raad van de socialistische partij. Het bureau verklaarde «à s’opposer à la transmission automatique du pouvoir et à prendre ou appuyer toute initiative tendant à obtenir du Roi la décision d’abdiquer». In België begon hierop een brede politieke discussie. Deze verhinderde uiteraard de spoedige terugkeer van de koning. Deze terugkeer werd een paar dagen later door het Parlement afhankelijk gemaakt van haar beslissing. Dit impliceerde een (dan onmogelijke) gewone meerderheid in haar schoot Het zou duren tot de verkiezingen van 26 juni 1949 (waarbij de vrouwen voor het eerst ter stembus worden ge­ roepen) eer de C.V.P.-P.S.C. een grote overwinning behaalde : deze (koningsgezinde) partij haalde de volstreke meerderheid in de Senaat, maar op één na niet in de Kamer. Dit maakte het mogelijk dat op 12 maart 1950 een volksraad­ pleging over de al of niet wenselijkheid van het heropnemen van de koninklijke prerogatieven door LEOPOLD III plaatsvond. De resultaten luidden als volgt : «ja»-stemmen

Land Brussel (+ HalleVilvoorde) Wallonië Vlaanderen

«neen»-stemmen

abs. cijfers

%

abs. cijfers

%

2.933.382

57,68

2.151.881

42,31

387.914 755.044 1.790.424

48,16 42,11 71,99

417.400 1.037.975 696.506

51,83 57,89 28,00

(5) «La Nation ne comprendrait ni n'admettrait que la Dynastie acceptât d’asso­ cier à son action des hommes qui lui avaient infligé un affront auquel le monde avait assisté avec stupeur». — slot van het Mémoire-Testament van LEOPOLD III.

157


geval van overwinning de onafhankelijkheid vast belooft, dan hem die op dit punt het totale stilzwijgen bewaart. A. De Jonghe, Hitler en het politieke lot van BelgiĂŤ (1940-1944). Deel 1, Koningskwestie en bezettingsregime van de kapitulatie tot Berchtesgaden (28 mei - 19 november 1940), pp. 285-286.

158


Deze cijfers tonen een grondig stuk Belgische politieke ver­ deeldheid aan, waarover de toenmalige regering Eyskens trou­ wens zou vallen. De koning stelde een tijdelijke delegatie van zijn macht aan zijn oudste zoon BOÜDEWIJN voor,*en de socialisten verbonden hieraan de eis dat de koning dan het Belgisch grond­ gebied zou verlaten. De verkiezingen van 4 juni 1950 leverden dan zowel in Kamer als Senaat de absolute meerderheid op voor de C.V.P.-P.S.C. Op deze basis kon een één-partij-regering gevormd worden onder het premierschap van (de niet eens zo sterke) J. DUVIEUSART. In de Kamers werd de wet, die de terugkeer van de koning toeliet, dan ook gemakkelijk goedgekeurd. Op 22 juli 1950 keerde LEO­ POLD III dan naar zijn land terug, doch zijn persoonlijke veilig­ heid moest gewaarborgd worden door een zeer indrukwekkende politie- en rijkswachtmacht. Dezelfde dag en de dagen die erop volgden, is dan vooral in Wallonië (doch ook in Antwerpen) de algemene staking uitge­ broken. Op vele plaatsen was er geen postbedeling, lagen de fabrieken stil, werd de electriciteitsbedeling slechts verzekerd voor vitale behoeften en lag het openbaar vervoer lam. De sabotage-daden stapelden zich op en op 30 juli 1950 kwam het in Grâce-Berleur tot ernstige incidenten waarbij drie manifestanten door de rijkswacht gedood werden. De verdeelde regering kwam dan tot een akkoord dat de defi­ nitieve overdracht van de koninklijke macht aan prins BOUDEWIJN impliceerde. Na wat strubbelingen op het laatste moment (de aangekondigde anti-leopoldistische mars op Brussel had een paar uur later moeten beginnen) aanvaardde LEOPOLD III dit akkoord. De monarchie was gered, maar de politieke rol van LEOPOLD III was volledig uitgespeeld. De mars op Brussel werd afgelast. Op 11 augustus 1950 legde de dan 20-jarige prins BOUDEWIJN de eed af als koninklijke prins [IV). De ceremonie werd ech­ ter even oViderbroken door de «Vive la République» — uitroep van de K.P.-voorzitter J. LAHAUT, die een week later in zijn eigen huis vermoord wed. Het is een nooit opgehelderde moord ge­ bleven, waarvoor de leopoldisten als de grote verdachten gelden. In de C.V.P.-P.S.C., die uiteindelijk de duimen had moeten leggen, kwam dan een sanering op gang die het zwaartepunt van de partij zou verleggen van de Waalse zijde naar de Vlaamse (Gentse). De regering was nl. volledig mislukt in haar opzet om de morele terugkeer van de koning te verzekeren en ook de ver­ hoopte verzoening rond de teruggekeerde koning was met een sisser afgelopen.

159


[IV] Herderlijke brief van Van Roey, aartsbisschop van Mechelen, 18 juli 1951. De troonsbestijging van Komng Boudewijn I tekent een historischen datum in de annalen van België aan. Gelukkige datum — men mag het verhopen, — niet alleen omdat hij vrede en nationale eendracht rond den troon in het vooruitzicht stelt, maar ook omdat de degelijke en schone hoedanigheden, die bij den jongen Vorst reeds tot uiting kwamen, een weldoende en vruchtbare regering aankondigen voor het Vaderland. Pijnlijke datum tevens, omdat hij een einde stelt aan een regering, die niet door den natuurlijken loop der dingen werd afgesloten, maar be­ komen door hoogst laakbare middelen. De troonafstand van Komng Léopold III is het gevolg van een ongebreidelde campagne van laster en smaad, zonder bekommernis om waarheid, rechtvaardigheid en liefde; wat erger is en ten zeerste verontrustend, hij werd afgedwongen door oproer en straatgeweld. Terwijl wij deze verwerpelijke handelwijze betreuren en afkeuren, kunnen wij slechts bewondering voelen voor de waardigheid en <fe zielegrootheid, die de houding van Koning Leopold tegenover deze vernede­ ringen en lage aanvallen steeds hebben gekenmerkt, en die nog in het licht zijn getreden door zijn opperste beslissing aan den troon te ver­ zaken voor ’s lands welzijn. Op het ogenblik dat hij zijn souvereine rechten overlaat aan zijn Zoon, houden wij er aan te verklaren dat onze hoogachting en onze eer­ biedige verknochtheid hem behouden blijven. Wij kennen zijn volkomen eerlijkheid, zijn onbaatzuchtigheid, zijn gehechtheid aan den plicht, en bovenal de nauwgezette zorg, die hem in al zijn daden heeft geleid, om de hoge belangen van het Vaderland te behartigen, zoals zijn rechtschapen geweten hem deze deed inzien. Zolang de «Koningskwestie» niet wettelijk beslist was, hebben wij zorgvuldig vermeden ons er in te mengen, voor zoverre wij niet persoon­ lijk in het gedrang werden gebracht, daar wij oordeelden dat deze kwestie rechtstreeks een Staatsaangelegenheid was en bijgevolg diende opgelost te worden op het burgerlijk en tijdelijk terrein, dat buiten de bevoegdheid van de Kerkvoogden gelegen is. Zolang echter Koning Leo­ pold onze grondwettelijke Koning bleef, waren wij, anderzijds, door de voorschriften van de goddelijke wet er toe gehouden hem te erkennen als wettigen Vorst en hadden wij den plicht hem den verschuldigden eerbied en trouw te betuigen. Zij, die zich tegenover deze houding soms ont­ stemd hebben getoond, begrijpen mets van de katholieke zedenleer. Wij wensen Koning Leopold, in een door den algemenen eerbied omringde rust, een leven toe van ongestoord familiegeluk, dat hem de pijnlijke beproevingen allerhande, die hem tijden• zijn regering niet ge­ lest


II. ACHTERGRONDEN.

In de politieke wetenschap is het «de bon ton» om — voor wat ons land betreft — te wijzen op drie belangrijke tegenstellin­ gen in de politieke ruimte : — de tegenstelling tussen de sociale klassen (sociaal-economisch); — de tegenstelling confessionelen — vrijzinnigen (levensbe­ schouwelijk); — de Vlaams-Waalse tegenstelling (communautair). Deze tegenstellingen zijn niet uniek voor ons land. Ook een land als Spanje kent dezelfde drie contrariërende opdelingen (cfr. de burgeroorlog). Een conflict in het politieke leven is dan diepgaander naarmate de tegenstellingen mekaar versterken. Men zou in die zin kunnen spreken van een samenvallen van de antagonismen dat er borg voor staat het land in twee delen uiteen te drijven. Het land raakt opgesplitst in twee moeilijk te verzoenen blokken, die elk op één van de polen staan. Dit antagonistische model is perfect toepasbaar op de situatie in het Midden-Oosten waar alle opdelingen mekaar wederzijds versterken (rijk-armen, Hebreeuws-Arabisch, joods-mohammedaans, ...). Bovendien laat het ook toe een blijkbaar eeuwig aan het worden Franse links­ rechts opdeling beter te analyseren. Dit zijn slechts twee buiten­ landse voorbeelden uit een lange rij (cfr. bijvoorbeeld ook bin­ nenin Libanon). Doch ook voor wat de eerste 14 jaar na de Tweede Wereldoorlog in België betreft, kan dit model ons heel wat leren. In deze periode wordt er — net zoals in de 19de eeuw al was gebeurd — geregeerd links tegen rechts en vice-versa. Terwijl dit in de periode 1879-1884 de oorzaak was van de eerste hevige (en bloedige) schoolstrijd, zijn in onze eeuw zowel de konings­ kwestie als de tweede schoolstrijd daar de resultaten van. Doch laten we eerst het model ontwikkelen. Een conflictlijn bepalen we als het tegen elkaar staan van personen of groeperin­ gen op het in tegenovergestelde zin belichamen van een waarde. Waarden zijn bijvoorbeeld het nivelleren van de inkomens, het geloof in God, de staatstussenkomst in het economisch leven, het flamingantisme, ... Op deze conflictlijn zijn er dan twee polen (de extremen) met daartussen een heel spectrum van tussenlig­ gende overtuigingen of houdingen. Men kan bv. extreem federa­ listisch of unitaristisch zijn of men kan positie nemen op alle trappen daartussenin. In de politieke ruimte zijn dan net zoveel conflictlijnen als er waarden zijn waarover het publiek van mening kan verschillen. De ene conflictlijn is echter belangrijker

161


spaard bleven, moge doen vergeten. Moge hij vooral de voldoening ge­ nieten zijn welbeminden Opvolger de tradities van ons glorierijk Vorstenhuis te zien voortzetten voor den roem en de welvaart van BelgiÍ (...). K. Van Isacker, Herderlijke brieven over politiek, pp. 153-154.

162


dan de andere. De reden hiervan kan zijn dat ze- een ruimere massa sensibiliseert (bv. de met grote aandacht gevolgde econo­ mische politiek versus de relatief eenzaam gelaten culturele subsidiëringspolitfek), beter geïnstitutionaliseerd is (cfr. de zeer ge­ ringe institutionalisering van de consumentenbond), of gewoon dieper ingrijpt in de maatschappelijke ordening. Zowel om zijn diep maatschappelijk impact als om de groeiende publieke ge­ voeligheid zou het best kunnen dat het ecologische in het toe­ komstige Frankrijk uitgroeit van een louter strijdpunt tot één van de antagonismen. Het geheel van alle aanwezige conflictlijnen (met de daarbij behorende organisaties in hun verschillende con­ figuraties) vormt dan het politieke conflict-veld. Hier gaan alle politieke poppen aan het dansen, hier is het dat de wedloop om de overheidsgelden plaatsgrijpt, hier zoekt men eenvoudig naar erkenning, hier worden na de machtsconfrontatie de verdelingen gemaakt. De conflictlijnen in het conflictveld kunnen nu kris-kras door elkaar liggen, zodat ze mekaar wederzijds niet versterken maar afzwakken. Twee groeperingen die tegengestelde meningen of belangen hebben voor wat bv. rassenconflicten betreft, doch de­ zelfde mening of hetzelfde belang delen wat hun religiositeit, stedeling-zijn of economische klasse aangaat, zullen niet erg doorduwen in de richting van de rassen-opdeling. Ze weten dat ze tegen de anderen met geen getrokken zwaarden mogen staan, want die anderen kunnen ze best gebruiken voor andere aangelegenheden. Het is duidelijk dat dit model een relatieve rust garandeert voor het politieke systeem. De Verenigde Staten van Amerika zijn er eën goed voorbeeld van. Het tegenovergestelde -model dat we hoger hebben aange­ haald is echter ook mogelijk, en dit niet enkel theoretisch. De tegenstellingen verzachten dan mekaar niet, maar de ene duwt de andere op de spits en omgekeerd. Zo komt men op de duur tot twee gemeenschappen in één staat die in alle sectoren van het maatschappelijk leven tegengestelde belangen hebben. Burger­ oorlogen zoals die in Spanje, Noord-lerland, Libanon zijn daar het meest sprekende gevolg van. België heeft een dergelijke situatie ook in een min of meer zuivere vorm gekend. Bij de koningskwestie kan men spreken van een vrijzinnig, overwegend socialistisch Wallonië en een katholiek, koningsgezind, rechts Vlaanderen. De resultaten van de volksraadpleging spreken in die zin boekdelen. Geen enkel Belgisch politicus durft het aan in de eerste 50 jaar zelfs maar te denken aan de mogelijkheid van een tweede referendum over om het even welk in de publieke opinie omstreden strijdpunt. Het zijn

163


[VI Het oordeel van Luc Schepens Deze (Léopold III) werd het symbool niet. meer van het land, nauwelijks zelfs nog van een politieke partij, maar van een ideologie. Hij werd de ongelukkige vorst, die na zoveel zware tegenslagen te heb­ ben ondergaan in zijn pnvé-leven, nu door de goddelozen in balling­ schap werd gehouden omwille van zijn katholieke overtuiging. Dit komt tot uiting in allerlei hagiografische geschriften zoals Pierre Goemaere’s «Een dag bij de koning der Belgen», waarin alleen nog de mirakelen ontbreken om de koning heilig te laten verklaren. De kromstaf van Mechelen en elders waakte er trouwens over dat alle schapen van de ware schaapstal hetzelfde kynë zongen. De Vlamingen hebben uiteindelijk de koning in het land doen terugkeren, en een katholieke regering noopte hem na vijfjaar discussies toch troonafstand te doen. De houding van de Vlamingen in de konings­ kwestie komt ons als onwaarschijnlijk en ongelooflijk voor. Het is een illustratie van wat gebeurt als politici demagogen worden, en met mede­ werking van morele gezagsdragers persoonlijke reflexie vervangen door slogans. Het is een experiment op grote schaal geweest; — en hopelijk het laatste —, van wat eertijds Pavlov met zijn beroemde honden gedaan had : het aankweken van geconditioneerde reflexen ! Ons Erfdeel, 16e jg., 2 (maart-april 1973), p. 48.

164


ook deze cijfers die de regent, prins Karei, deden opmerken dat de koning dan (in 1950) uiteindelijk de koning was van één partij. Zoals men gemakkelijk kan begrijpen, is dit geen situatie die een spoedige vervrediging van de geesten (vrede onder de geesten) waarborgt. De koningskwestie heeft diep gegraven in de drie aange­ haalde hoofdtegenstellingen in de Belgische politiek : — de Vlaams-Waalse tegenstelling : de resultaten van het refe­ rendum zijn hier bijzonder duidelijk. Terwijl er in Wallonië en Brussel een meerderheid van neen-stemmen is (resp. 57,89 % en 51,83 %), is er in Vlaanderen een nog overtuigender meer­ derheid van ja-stammen (71,99 %) [V|. Het probleem van de unitaire Belgische staat was toen zeer acuut gesteld. Er is sprake geweest van een samenroepen van een Waalse StatenGeneraal, waarvan een zich losmaken van de Belgische staat in de lijn van de mogelijkheden zou hebben gelegen. De rege­ ring stond dan ook voor een moeilijk probleem, want een toe­ geving aan de ene, kon altijd aan de andere kant aanleiding geven tot ontgoocheling of agressie. — de klassentegenstelling : hier ligt de scheiding wat onduide­ lijker. Grote delen van de Vlaamse werkende bevolking stem­ den voor LEOPOLD III, terwijl dit in bepaalde kleinere Waalse provincies (Luxemburg) ook het geval is geweest. Bovendien stond de liberale partij aan de kant van de anti-leopoldisten, doch haar deelname aan de actie is zeer gering geweest. Doch voor Vlaanderen gaat de scheidingslijn volgens dit criterium op voor zover men de B.S.P. en K.P. zou beschouwen als de enige vertegenwoordigers van de Vlaamse arbeiders. In Wallo­ nië lag de tegenstelling duidelijker afgetekend. Daar zijn de P.S.B. en de P.C.B. op een vollediger manier de vertegen­ woordigers van de arbeidersklasse. In dit verband mag het ook typerend genoemd worden dat achter de B.S.P.-P.S.B.houding vaak de druk van het A.B.V.V.-F.G.T.B. schuilging. Daarmee zit men dus duidelijk in sociaal-economisch vaar­ water. De talrijke politieke stakingen in juli 1950 moeten dan ook gezien worden tegen de achtergrond van vier jaar oorlogsellende en zes jaar moeizame opbouw. De regering vreesde een burgeroorlog. De rapporten van de staatsveilig­ heid spreken over verspreide wapendracht en -bundeling. — de levensbeschouwelijke tegenstelling : ook deze heeft het conflict helpen opvullen. Ruw geschetst was het zo dat wie katholiek was positie koos pro LEOPOLD, terwijl de vrijzinni­ gen in het kamp van de anti-leopoldisten waren te vinden. Tijdens de ministerraad van 31 juli 1950 hamert Minister De

165


[Vil Lucien Huyse over de zuilen De confhctreducerende kracht van dwarslopende tegenstellingen is vooral gelegen op het niveau van de politieke elites en het organisatie­ wezen. Van den Brande ontwikkelde het beeld van de «kringen» voor het schetsen van de verhouding tussen de kern van een conflictpool en de organisaties die op grondslag ervan zijn uitgebouwd : de organisaties, die tot een pool behoren «... kunnen gerangschikt worden, beginnend van de kern volgens het belang dat zij aan de betrokken waarde hech­ ten. Men zou het beeld kunnen gebruiken van uitdijende concentrische cirkels». Van den Brande heeft dit uitgewerkt voor de verenigingen en organisaties die orbiteren rond de katholieke pool van de levensbeschou­ welijke tegenstelling : «De kern ervan wordt gevormd door een vast ge­ sloten en hiërarchisch gebouwde groep ingewijden : de geestelijkheid en de hiërarchie van de Kerk. (...) Rond deze kern is een mantel van orga­ nisaties, bewegingen en instellingen gebouwd (...). Een eerste kring, direct aansluitend op de kern, wordt vanzelfsprekend gevormd door de instellingen waardoor de Kerk onmiddellijk haar zending uitoefent : parochies en bisdommen, caritatieve werken, onderwijsinrichtingen. (...) Dadelijk in het verlengde hiervan ligt een tweede kring : de leken­ beweging op godsdienstige grondslag, variërend van verenigingen voor bepaalde devoties (...) totz.g. bewegingen van Katholieke Actie. (...) ... de derde kring (...). Hier vinden we de grote beroepsorganisaties met hun bijzonderste geledingen en een paar katholieke Vlaamse resp. Waalse bewegingen ...». L. Huyse, Passiviteit, pacificatie en verzuiling in de Belgische politiek, p. 192.


Taeye er voortdurend op dat de regering bij gezichtsverlies het gevaar loopt het katholieke organisatieleven te verspelen. De posities die door de verschillende partijen ingenomen worden, gaan overduidelijk deze scheidingslijn volgen. Het is echter belangrijk erop te wijzen dat een beperkt deel van de christen-democratie ontegensprekelijk behoord heeft tot de oppositie-groepen tegen de koning. De scheidingslijnen waren dus getrokken langs die drie hoofdtegenstellingen. Doch waarom is het niet tot een burger­ oorlog gekomen, zoals dit in Libanon of Spanje wel het geval is geweest ? De redenen hiervoor zijn talrijk : — de regering is niet onwrikbaar geweest. Ondanks de uitslag van de volksraadpleging en de absolute meerderheid van de C.V.P.-P.C.S. in de beide Kamers, heeft ze toch de uiteinde­ lijke toegeving van de koning, die nodig bleek om de gemoe­ deren te bedaren, in de hand gewerkt; — zoals reeds aangehaald vallen de drie tegenstellingen niet vol­ ledig samen. De groepen die telkens de twee polen van de tegenstelling opvullen, zijn niet congruent in de drie gevallen. Zo zijn de liberalen vrijzinnig, steunen de geprivilegieerden, en denken dan zeer unitair, terwijl de socialisten, die ook vrijzin­ nig zijn, hun wortels hebben bij de arbeidersklasse en in Wal­ lonië een wallingantische richting uitgaan; — de tegenstellingen zijn niet zo schrijnend als in het vooroor­ logse Spanje, waar er her en der nog feodale toestanden waren. Botte onderdrukking was er niet bij. Ook een beelden­ storm vanwege vrijzinnigen of een verkettering vanwege katholieken behoorden en behoren tot het rijk der fantasie; — de communautaire tegenstelling is in ons land relatief belang­ ijk e r dan in Spanje. Terwijl het in Spanje gaat om bepaalde kleinere provincies (Baskenland, Catalonië, Asturië, ...) die een grotere autonomie nastreven, gaat het in België om twee quasi even grote gemeenschappen. Toch pasten de eerste 14 jaar na de Tweede Wereldoorlog in België in ons antagonistisch model. De ene tegenstelling gaf de andere eenJstuwing en door deze duw-in-de-rug werd de hele politieke conflictenspiraal op gang gebracht. Zo was de konings­ kwestie meer dan alleen maar een strijd rond de omstreden figuur van LEOPOLD III, die — alhoewel hij tijdens de oorlog blijk had gegeven van een wedden op het verkeerde paard — toch de enige democratisch verkozen of althans bevestigde vorst uit onze geschiedenis is. Doch de consensus rond zijn persoon was niet alleen niet ruim genoeg, maar lag ook zeer ongelijk verspreid. En bovendien was de Waalse oppositie tegen LEOPOLD III ook door-

167


tir

STANDPUNT DER LIBERALE PARTIJ

Koningsgezinder!

ARRONDISSEMENT ANTW ERPEN

VAN HET IN ZAKE

DE K O N I N G S K W E S T I E De Bestuurraad van de Liberale Par'ij van het Arrondissement Antwerpen, in vergadering aan 2 3 Februari 1950, heeft Volgende motie aangenomen ;

KONINGSGEZINDER

Maakt dé t< rugkéér van de Koiiiiig nmgrlijk

kiezers va» de Christelijke 'Volkspartij Stemt ptdgem de richtlijnen van uw pwtij &®®Wgë$wimle Liberalen en Socialisten Stemt mor de meent tumingsgezinden der kandidaten, zoniet paar de laatste kandidaat van de lijsten

nr3

Standpunt van de katholieke partij.

Model Stembrief : KONINKRIJK BELGIE

Heeft kennis genomen van de motie op 19 Februari 1950 door het Bestendig Comité van de Liberale Partij van België gestemd» waarbij dit Comité zich raet grote meerderheid heeft uitgesproken tegen het hernemen door de honing van zijn grondwettelijke functie ; doch waarbij de volledige vrijheid aan alle liberale groepen wordt gelaten wat betreft de deelneming aan de campagne betreffende de volksraadpleging ; Herinnert er aan dat de Liberale Partij van het Arron­ dissement Antwerpen ‘m zijn kiesmanifest van Juni 1949 uitdrukkelijk heeft vermeld dat de koningskwestie geen partijkwestie kon zijn en derhalve buiten alle partij­ politiek diende opgelost; De Bestuurraad, Blijft dit standpunt getrouw, zodat de liberale kiezers in volledige vrijheid en geweten hun houding tegenover de koningskwestie zullen bepalen. Standpunt van de .liberale partij.

ADIEU, LEOPOLD , VOLKSRAADPLEGINGSLIED 1950

Arrondissement ANTWERPEN

M u i i e k : Robert Stol* ..Mijn dappere kleine officier", uit de operette „In ’t Vitte Paard".

Volksraadpleging omtrent de Koningskwestie U de mening toegedaan dat Koning Leopotd 10 de uitoefening van zijn gcondwettelijke machten zou hernemen ?

Zijn. Selgwtteid niet verlaten, „Gevangen Mijt ik”, «à hij voor de !i ,.0m te tóen kei lot der soldaten”.

Ztjt

M i en, gij kmm§ t » de C.V.P., adieu, • - speel .naar lastig voort, want de 8 Adieu,t, wij mmatet» M W M . allen vrolijk ace» nee», « gedenk «.et «pijl, ,,'fc Beo «tij» kroon aa kwijl". Boek tó t kt t ó t onre schold, Wij hadden mot a veel geduld. Maar op twaaM Maart Is ’t liedje gedaan Ta t%s-a t* ta 1 « m hmmhrnm mm ie mtm. Allies, wij « M M » allen vrolijk ace», a Aiirn. en gedenk mm spijt, ,,'k Ben mijl

Mim, m

Ter verdediging van een EERLIJKE POLITIEK, Ter verdediging van de SOCIALE RECHTVAARDIGHEID, Vragen wij U toe te treden tot De Partij van de Vrede, De Partij van de Toekom st, De Belgische Socialistische Partij (Hiel op de straat worpen. V erbod politiereglemont).

Standpunt van de socialistische partij.

168

Üning vat» tó C.V.P.)

Bs® wet de ï'tikrer te praten. „Zeg H itler", **» sprak l» j, „ik doe wat ik kas. Wil mij das pnradekoniitg laten,

Als^ÏJtlntóTtór “vrT^* "**

;k b X S T b ifd “ li» p p Bat ’k « altijd aal heilagen” .

Een socialistisch anti-koningslied door A. ( oenen.


spekt met anti-fascisme, republicanisme, sociale revanche, wallingantisme, strijd van de arbeidersbeweging en zelfs een stuk anarchisme. Dezelfde tegenstellingen, maar dan met de levensbeschou­ welijke (vrijzinnigen contra katholieken) op kop, zouden in de tweede helft van de jaren ’50 weer aanleiding geven tot ern­ stige politieke problemen rond de onderwijsnetten en hun subsidiëring. De Belgen snauwden mekaar terug hartstochtelijk af en op vele plaatsen kwam het opnieuw tot rellen. Het schoolpact van 1958, een compromis dat beide kampen zijn natje en zijn droogje gaf, bracht de oplossing. In 1973 is dit pact trouwens her­ nieuwd met instemming van beide kampen. Welke «aspirine» had men uitgedacht na 14 jaar heftige poli­ tieke strijd? Het zuiver centrifugale conflictveld heeft men (pogen te) vervangen door een conflictenveld dat vooral op één been zou gaan steunen, nl. de levensbeschouwelijke conflictlijn. In beide polen is men een uitgebreide zuil gaan ontwikkelen [VI], Zo domineert het levensbeschouwelijke en ideologische in het institutioneel en organisatorisch vastleggen van de vervulling van profane functies. De jeugd uit de jaren ’50 is meer nog dan vroe­ ger (en nu nog beter beschermd) opgegroeid in één van beide zuilen. Men is uitsluitend ofwel katholieke ofwel vrijzinnige kinderopvangcentra, crèches, kleutertuinen, lager secundair en hoger onderwijs, ziekenhuizen, jeugdbewegingen, fanfares, kaartersclubs, filatelistenverenigingen, enz... gaan frequenieren. De verdeling over de beide zuilen van subsidies, personeelstoelagen e.d. werd minutieus uitgewerkt. Een duur maar rustbrengend systeem, want, zoals uit de voorbeelden blijkt, zijn er blijkbaar hele bergketens organisaties die expliciet en kollectief op levensbeschouwelijke grondslag opgezet zijn, en dus deel uit­ maken van een zuil. Bernard TUYTTENS

169


RUBENS EN HENDRIK CONSCIENCE

In de Standaard van 5 mei 1977 klinkt de verwonderde vraag waarom de evocatie van Rubens’ leven op het Conscienceplein doorgang vindt en niet in het Rubenshuis zelf. Is het om de prachtige gevel van de Sint-Caroluskerk, waarvan Rubens medeontwerper was, te tonen? «En daar Conscience er toch stond, heeft men ter afwisseling de man enkele zinnen laten zeggen». Is men vergeten, dat Conscience een tijdlang secretaris was van de Stedelijke Academie te Antwerpen en omwille van zijn Vlaamsgezindheid ontslag nam ? Is men vergeten dat Conscience de feestrede heeft uitgesproken bij de onthulling van Rubens' standbeeld in 1840? Met Rubens’ zin voor het heroïsche, het krachtige ? Tussen de oude boeken van mijn grootouders De Poorter Van Overbeke (Aarsele) steekt een bundel redevoeringen van Conscience. De titelpagina luidt : «Redevoeringen door Hendrik Conscience - Antwerpen, Drukkerij van J.P. Van Dieren en Comp., Uitgevers, 1858». De eerste redevoering werd «uitgesproken op het graf van VAN BREE, in zijn leven «Bestierder der Koninklijke Akademie van Antwerpen» (1839). In de tweede alinea zegt Conscience : «... de verrukkende kunst van Rubens was onder ons verzwakt; de Vlaemsche school verloor haren luister ... Maar de krachtvolle Van Bree ontstak opnieuw het bijna uitgedoofde vuer... Nauwe­ lijks had zijne stem eenige jaren in de zalen onzes Muzeums weergalmd, of de roem der Vlaemsche school spreidde zich op­ nieuw over alle gewesten uit, en de vreemdeling keerde zijn gezigt weder naar Antwerpen, als naer de bron waeruit ware kunst en diepe wetenschap te putten waren ...». De slotrede is een wens en een afscheid : «O zalige schim, ontvang in den schoot der Godheid het droef en laetst vaerwel eeniger vrienden van het Vlaemsche vaderland, dat gij hebt verheerlijkt». De tweede redevoering werd «uitgesproken ter gelegenheid der benoeming van den heer Gustaf WAPPERS tot Bestierder der Koninklijke Akademie van Antwerpen, den 31 january 1840». De aanhef is gevoelig, eenvoudig, naïef : «Mijn weldoener, mijn vriend ! Gelooft gij dat woorden mijne zielsaandoening kunnen vertalen?». En in de slotrede : «drijf den roem der Vlaemsche school tot aen de palen der bekende wereld !». Herinnert zulke overdrijving niet aan de Vlaamse barok van Rubens ?

170


En nu de derde redevoering «uitgesproken bij het beeld van Rubens, op het oogenblik der plegtige inhuldiging (1840)». Her­ haaldelijk stipt hij met kinderlijk genoegen aan, dat het een reuzenbeeld is. De voorrede begint met een naïeve retorische vraag : «Zal mijne stem zich verheffen, om u de verdiensten der scheppingen van Rubens te ontleden ? Kan ik een lauwer meer in zijne kroon vlechten ? Neen, tweehonderd jaren hebben zijne on­ sterfelijkheid bevestigd: twee eeuwen rusten op zijn graf; doch zijn naem, zijn glorierijke naem straelt nog gelijk de jonge zon des morgens ! Gij allen die mij hoort hebt meer dan eens in stille bewondering vóór zijne werken geknield; gij hebt meer dan eens, met een ontroerd hart, gestaerd op den godlijken Kristus, wiens hemelnatuer Rubens zoo indrukwekkend in het menschelijk lichaem kon doen doorstralen; — en uwe ziel heeft dikwijls, vóór zijne tooverende tafereelen, deze aerde verlaten om zich tot den hemel te verheffen. Ja gij allen voelt de magt van zijn penseel, gij kent de uitgestrektheid van zijn vernuft en de breedte van zijnen geest». In het eerste deel van zijn betoog spreekt Conscience in de gezwollen romantische stijl van zijn tijd zijn fierheid uit omdat zijn land zulk een geniale kunstenaar heeft voortgebracht : «... in alle landen wordt Rubens met eerbied en opgetogen­ heid, als een wonder van kunst en wetenschap, genoemd. — Vraegt het aen de steden van het kunstrijk Italië, aen Duitschland, aen Frankrijk, aen Engeland, en gij zult eenen enkelen roep hooren opgaen, om de glorie van een Vlaemsch schilder te ver­ konden; gij zult uw hart van hoogmoed en fierheid voelen op­ zwellen over den naem van Belg dien gij draegt ... «Heden hebben wij der nagedachtenis van hem, die ons schoon vaderland met eenen onvergankelijken luister overlaedde, eene schuld van dankbaerheid en erkentenis betaeld. Dit beeld, dat als eene onwrikbare rots de stormen der eeuwen moet doorstaen, zal aen onze nakomelingen zeggen, hoe zeer het her­ boren Belgenland met het vuer der liefde tot de kunst bezield was; het zal voor de toekomende geslachten getuigen, dat wij, zonen van den onsterfelijken Rubens, zulken vader weerdig waren ... Zijn beeld worde voor ons eene vuerbaek in het rijk der kunsten ! Dat al degenen die zich iets groots in den schedel voelen, in welke stad het ook zij, zich onverdeelbaer rond dit heilige gedenkteeken vereenigen : — want er is voor ons slechts ééne school, — en dit is de Vlaemsche school. Haer leidsman is Rubens, haer meester de prachtige natuer en haer bewonderaer de wereld ! ...

171


«... Heden dat wij de oude vrijheid hebben herwonnen, is ook in onze boezems een inniger gevoel van eigenweerde gedaeld en het Belgische volk is met zijnen Leeuw uit eenen langen slaep opgestaen ...». In het tweede deel vergelijkt Conscience de militaire roem, «waeraen zoveel rampen zijn verbonden» met de weldaad van de Kunst, «onafscheidbare zuster van den vrede en van den bloei der volken ...». «Zij is als een bestendige lofzang tot den Heer, wiens werken zij verheerlijkt; zij drijft den geest tot het goede, en, ons in bespiegeling opheffende tot Hem die ons geschapen heeft, verkort zij den afstand die den mensch van zijnen God scheidt. De kunst is de algemeene tael die men te vergeefs gezocht heeft : het is door haer alleen dat alle volkeren der aerde eens begrijpen zullen, dat zij broederen en zusters van éénen enkelen magtigen vader zijn. Het is in haer dat de luister onzes vaderlands rust; het is op hem (Rubens) en op diegenen, welke als hij, de kroon ver­ sieren die België tot koningin der natiën maakt ... «Van Dyck ! Quellyn ! Jordaens! Teniers! en gij allen, door­ luchtige Belgen, staet op uit het verleden; schaert u om het beeld van uwen meester, en geeft getuigenis der grootheid van uw vaderland ! ...». De slotrede is een vurige bede tot hen : «Vraegt van den God, bij wien gij woont, dat hij het heilig vuer der kunst altijd onder ons late vlammen; smeekt hem dat de stempel waermede Hij het ge­ slacht der Belgen geteekend heeft, nooit worde uitgevaegd; en wij zullen hem eeuwig danken, over het kleine plekje gronds dat Hij ons op deze aerde heeft geschonken; ô ja, het is het schoon­ ste, het heerlijkste der wereld !». Wij die thans uitzien naar de deelstaat Vlaanderen, kunnen ons verwonderen over de sterke Belgische saus, waarin Conscience zijn Rubensrede gestooft heeft; dit twee jaar nadat hij zijn heldenepos, DE LEEUW VAN VLAANDEREN, heeft laten verschijnen. Maar men bedenke dat hij pas tien jaar voorheen had deelgenomen aan de Belgische opstand en dat hij in het land van de Aartshertogen Albrecht en Isabella, in wiens dienst Rubens gewerkt heeft, zeker de prefiguratie gezien heeft van «Belgenlarid». Met deze Rubensrede is hij echter voorgoed de gevierde Vlaamse redenaar geworden, die met zijn warm geestdriftig woord opriep tot de Vlaamse strijd. Zo in zijn redevoering «uitge­ sproken op de vergadering van het TAELVERBOND, ten stadhuize van Brussel, den 11 february 1844». Daar roept hij uit : «Neen, de Romaen zal zijne zegeliederen niet aenheffen op de graven onzer vaderen ! ... Voorwaerts, het Vlaemsche vaderland

172


moet gered!». Wetend dat Brussel toen nog Vlaams was, ver­ maant hij : «Weet gij dat de moedertael uit alle bestuerszaken verbannen was ...? Nu dringt de moedertael niet alleen in onze gemeente- en provinciebesturen; maer zij klimt zelfs met onweerstaenbaren voortgang tot bij den troon des konings; nu houdt het groote Duitschland eenen vreugdevollen blik op ons gevestigd, men herkent in ons de herboren zonen van het Noorden en juicht onze poogingen toe; — Nu klimt de stem van VLAEMSCH BEL­ GIË van uit de hoofdstad over het aendachtig en luisterend vader­ land !» (...). «En kwam iemand u zeggen : gij doet poogingen om het land aen twee stukken te schueren, — gelooft hem niet. Wij beminnen de landgenoten, ons door hoogere beschikking tot broederen gegeven; wel hebben wij geworsteld, en nog zullen wij worstelen tegen den voorrang van het romaensche element...». Bij het graf van J.-F. Willems op 26 juni 1846 roept Conscien­ ce vooral op tot eendracht in de Vlaamse strijd. In 1847 «op het groot muziekfeest ten voordeele der slagtoffers van den hongersnood in Vlaenderen» roept hij pathetisch uit : «Vlaenderen ! Die naem, zoo vermaerd, was eens het zinne­ beeld van rijkdom, van nijverheid, van twrrSTmin, van helden­ moed ! ... Waer is nu het heidenvolk? het nijverig geslacht, dat zich uit de zandige vlakte den schoonen lusthof van Europa bouwde ?». In 1851 houdt Conscience zijn beroemde rede «over de mis­ kenning der moedertael», waarin aangestipt wordt: «De twee derde gedeelten der bevolking van België spreken Vlaemsch; de Vlamingen zijn dus in groote meerderheid». Verder striemende spot en Vlaemsche «wedereisching» ! Tot slot nog een opmerkenswaardige bedenking in zijn : «Redevoering uitgesproken in de maatschappij VOOR TAEL EN KUNST, in tegenwoordigheid des Konings en der Koninklijke familie, ter gelegenheid van het huwelijk van Z.K.H. den Hertog van Braband (sic) met H.K. en K(eizerlijke) H. Maria-Hendrika van Oostenrijk» : «... al de Belgen vormen slechts een enkel broeder­ lijk gezin ... En nochtans, indien het mogelijk ware, dat een ge­ deelte des algemeenen vaderlands zich bijzonder gelukkig gevoelde over de doorluchtige echtverbintenis die men in gansch België viert, dan voorzeker zouden wij het zijn, wij Vlamingen, frische tak van den Germaenschen reuzeneik, wij broederen van het edel Duitsche volk, in de spraek en in den bloede». Klinkt er in deze fiere brede perioden niets na van Rubens' majestatische barok? Is er geen zielsverwantschap tussen hem die toonde hoe ons volk kan schilderen en hem die toonde hoe dit kan spreken, verhalen en beschrijven ? 1/3


Wat beide Sinjoren vooral gemeen hadden, was hun gehechtheid aan hun stad, aan het Vlaamse volk en aan de katho­ lieke Kerk. Ten slotte dat beiden ook met veel tact en diplomatie konden spreken tot koningen en prinsen. Fr. DE POORTER

Stort nu uw lidgeld van 300 frank. Wellicht wordt U erelid : minimum 600 frank. Zo houdt U uw heemkundige kring leefbaar.

174


VOLKSROMANSCHRIJVER EN VOLKSDICHTER CAMIEL DE WAEGENAERE VAN GOTTEM EN EEN PAMFLET UIT DE STRIJD ROND EEN GEMEENTERAADSVERKIEZING ALDAAR (1902 ?) Onlangs kwamen we in het bezit van een oud pamflet dat te Gottem circuleerde kort na een gemeenteraadsverkiezing op 18 oktober. Verder in het betoog trachten we, bij benadering, de vermoedelijke jaardatum te bepalen aan de hand van de tekst. Het stuk werd onder de bevolking van Gottem verspreid na de verkiezing van 18 oktober en diende tot antwoord op een drietal gepubliceerde artikels van Camiel De Waegenaere. Wie was Camiel De Waegenaere? Bij onze oudere dorpsge­ noten staat hij nog levendig bekend als kunstschilder, schrijver van volksromans en volksdichter. Hij werd geboren te Gottem op 7 oktober 1885, als zoon van Joannes Angelus en Cornelia Braecke en woonde te Gottem op de Oude Heirbaan in een huis rechtover het voormalig Raadhuis; het huis werd door de nieuwe eigenaars in de laatste decennia hersteld en veranderd, en het draagt heden het nummer 131. Hij overleed te Deinze op 14 november 1946 en werd op het kerkhof van Gottem ter aarde be­ steld. Een kleine, eenvoudige grafsteen dekt zijn laatste rust­ plaats. De aangebrachte tekst is kenschetsend, naast de naam en een paar data lezen we : «Hij was eenzaam. Hij had de schoon­ heid lief en de gerechtigheid. God hebbe zijn ziel». Camiel De Waegenaere was ongehuwd en kleermaker van beroep. Een deel van zijn leven leefde hij als kluizenaar. Hij penseelde enige doeken, ze hebben wel geen kunstwaarde, maar toch zijn ze niet onaardig. De eigenaars van deze schilderijen te Gottem en elders bewaren zijn werken met respekt. Het meest nog staat hij bekend als volksromanschrijver en volksdichter. De originele handschrif­ ten van de gedichten waren in het bezit van de een paar jaren overleden dichter Marnix van Gavere te Deinze. Dat hebben we nog uit zijn mond vernomen. Camiel De Waegenaere nam de redaktie waar van het Wakkense kultureel en literair blad «Schat­ kamer van de Vlaamsche Lezer» en publiceerde onder meer ook in De Vaderlander. In volle levensbloei hield hij zich eveneens bezig met een zekere vorm van gemeentepolitiek. In gedichten en prozawerk hekelde hij bepaalde sociale wantoestanden. Eenmaal stelde hij zich kandidaat op de gemeenteraadsverkiezing in het begin van deze eeuw, samen met een vriend wier naam ons onbe­

175


kend is. Hij liep een nederlaag op en werd niet verkozen. Ten ge­ volge hiervan schoot hij zijn pijlen af op de winnende partij, onder meer in De Vaderlander. Het pamflet dat we hier in het origineel laten volgen was het antwoord van de winnende kandi­ daten op zijn publikaties. Het stuk, formaat 29 x 20 cm, telt twee bladzijden en is gedrukt in twee kolommen en met een schuil­ naam ondertekend. TE GOTTHEM «Sedert de kiezing van 18 October laatst verschijnt er nu en dan een artikel in het «Vaderland» van eenen briefwisselaar uit Gotthem. In zijn eerste schrijven randt hij de uittredende ge­ meenteraadsleden aan, omdat zij allen min of meer eene zekere fortuin bezitten of in welstand verkeeren en hij noemt die per­ sonen samen een schoon tafelken. Ja schrijver, dat is voorwaar een groepje achtbare eerlijke lieden. — Zijn tafelken of de lijst Nr 2, bestaat, zegt hij, uit twee mannen; eenen huisvader met zeven minderjarige kinderen en eenen ongehuwden persoon. Hewel, dien huisvader met zijne zeven minderjarige kinderen wenschen wij proficiat, niet met zijne huis, maar met zijne talrijke kinderen en wij hopen dat hij al die kleinen wel zal doen onder­ wijzen en dat hij zal trachten ze groot te brengen 'm eer en deugd, opdat zij later de eer, roem en troost van zijnen ouden dag zou­ den wezen. Aan den ongehuwden wenschen wij eene brave vrouw die hem zoodanig weet te leiden dat hij zich door geene twistzoekende of eendrachtstoorende gezellen op eenen ver­ keerden weg late brengen en met al zijne medeburgers in rust en vrede leven. Schrijver heeft ook, nadat den uitslag der kiezing gekend was, hooren roepen en zingen. Maar, vriend lief, weet gij dan niet dat bij iederen zegepraal, gelijk of welkdamg hij ook zij, men triomf roept en zingt. Zelfs in den oorlog wordt er na eenen bloedigen en moordenden veldslag, in bijzijn van dooden en stervenden, zege liederen aangeheven. Waarom zou men dan bij den zegepraal eener kiezing niet eens mogen zingen? Indien gij later, (hetgeen waarschijnelijk nog lang zal duren) in de Kiezing ook eens de bovenhand hebt, dan moogt gij ook eens luide victo­ rie roepen, wij zullen het u niet ten kwade duiden. Maar zegt hij, hij heeft vuile deuntjes hooren zingen. Indien dit waar moest zijn, dan waren wij het ten volle met hem eens om dit ten strengste af te keuren. Maar wij kunnen dit moeilijk gelooven, 1° omdat wij dit slechts door hem alleen hebben hooren zeggen en dat wij weten

176


dat hij somtijds slecht verstaat zooals hij zekeren man hoorde toeroepen : hebt gij uwe melkkanne niet mee ? 2e omdat wij niet denken dat de kiezers van Gotthem, mannen van dertig jaren oud en daarboven, meest allen vaders van familie, zich zoozeer zouden verlagen met slechte liederen te zingen. Indien dit nu nog zoo ware, dan zou men er toch de schuld niet van kunnen leggen op de gekozenen, evenmin als men eenen keizer of eenen koning zou kunnen beschuldigen omdat in zijn rijk Anarchisten, moorde­ naars en brandstichters gevonden worden, of eenen burgemees­ ter omdat hij onder zijne onderhoorigen, dieven, twistzoekers, lasteraars enz. telt. Verder vergelijkt hij de mislukte candidatenraadsheren aan de boeren van den Transvaal en hier slaat hij nogmaals den bal mis, want zijne beschermelingen verbeelden hier de rol der Engelschen die aan de Boeren of uittredende raadsleden zonder de minste redens hun grondgebied (het stad­ huis), zouden willen ontnemen. Maar hier krijgen die nieuwe Engelschen de geduchte ranseling die de overzeesche Engel­ schen, o jammer, te weinig gehad hebben. Dan, om de landbouwers, welstellende burgers, het gemeen­ te- en armbestuur in minachting te brengen, zegt hij dat men bij gebrek aan werk en bijgevolg aan broodgewin, jonge en gezonde huishoudens in het armhuis moet stoppen. Nogmaals nevens de waarheid, vriend, want al wie werken wil, krijgt hier werk zooveel hij maar doen kan, en gedurig hoort men de landbouwers en andere personen van hier en elders klagen dat zij werklieden te weinig hebben dat zij hun werk niet meer gedaan krijgen, enz. Weet gij schrijver, wie men hier in het armhuis plaatst maar geen­ zins stopt zooals gij zegt ? Arme huishoudens waarvan de man of de vrouw of soms alle twee oud, ziek of gebrekkelijk zijn. Wat meer is, dit huis is voor arme lieden zoodanig niet te versmaden zooals gij wel wilt doen uitschijnen, want men heeft er gratis eene goede woning met zoo omtrent 75 peertsen land, men bekomt daarbij als zulks noodig geoordeeld wordt wekelijks bons voor levensmiddelen en branding, verder is men deelachtig in brooddeelingen die in de kerk geschieden enz. Schrijver weet dit alles wel, maar zijn inzicht is u, arme menschen, op te ruien tegen de bestaande gemeente- en armbesturen en u te doen gelooven dat, als gij dit gebouw bewoond men u in het huis van schande geves­ tigd heeft, maar geloof dit niet want zoolang gij braaf, eerlijk en werkzaam zijt, zult gij de eer en achting genieten van iedereen en moogt gij met het hoofd omhoog geheven gaan zoowel als de rijkste burgers der gemeente. Wij kenden den briefwisselaar wel als grrroote schrijver en vermaarden dichter maar wisten bij dit alles nog niet dat hij ook

'77


profeet is en de gave van voorzegging bezit. Dit bewijst hij spre­ kende van den aanstaanden jubilé des heeren Burgemeesters als hij zegt dat er op dien dag dien hij eenen dag van algemeene braspartij noemt, door al de inwoners van Gotthem, jong en oud, van beide geslachten om het meest zal geëten en gedronken wor­ den. Zeg eens, profeet, als gij alles zoowel voorziet, hoe komt het dan dat gij op voorhand niet wist hoe hard uwen pap ging aan­ branden in de kiezing. In zijn tweede schrijven zegt hij dat hij op zondag 1 Novem­ ber eenen boer ontmoette die hem zegde: hebt gij uwe melkkanne niet mee? Het zou inderdaad zonderling mogen heeten dien man, zonder melkkanne aan de hand tegen te komen. In dit schrijven hemelt hij de karnemelkpap op, hij eet zegt hij, omtrent een duizental papjes in een jaar. Wij kunnen dit gelooven zonder dat het ons op eed bevestigd wordt. Pap is gezond zegt hij, men krijgt er geene attaken van. Ik heb nogthans van mijnen gebuur hooren vertellen dat hij op Gotthem plaats eenen man gekend heeft (de briefwisselaar van het Vaderland die omtrent van dezelf­ de jaren is als mijnen buurman moet hem ook wel gekend heb­ ben) die niets at dan pap, wortels zonder vleesch en andere magere kost en die nochtans zoodanig aan attaken onderhevig was en op het einde zijns levens van deze ziekte zoo ellendig werd dat hij om zoo te zeggen aan al wie hem tegenkwam medelijden en terzelvertijd walging en afkeer inboezemde. Hoe jammer toch, door uwe schuld, vriend schrijver, genoodzaakt te zijn hier zulke gebeurtenissen uit het boek der vergetelheid ter herinnering te moeten aanhalen ! In zijn derde schrijven spreekt hij wederom al van zijne melk­ kanne. Nu heeft hij eenen anderen boer aan de uitdeelers van de gazet «Het Vaderland» hooren zeggen en op hem wijzende: Zet dien daar in de gazette met zijne melkkanne. Hij heeft zegt hij voor dien boer en zijn talrijk huisgezin menig kleedingstuk ge­ maakt en alles afgehaald in karnemelk. Als men weet dat men op den buiten bij de landbouwers zoo omtrent eenen emmer karne­ melk koopt voor eenen halven kluit, zult gij eenigzins kunnen be­ grijpen wat een zee van pap er reeds door hem verbruikt is. Verder wil hij in dit schrijven nog doen verstaan dat andere per­ sonen door zelfden nog niet betaald zijn. Als gij betaald zijt vriend, dan hebt gij niet te klagen. Om te eindigen spreekt hij hier ook van zijnen nieuwen bond dien hij tot stand gebracht heeft, maar hij zegt ons niet eens wat het doel van dien bond is, of hij gesticht is ter bestrijding van gods dienst, eendracht, vrede, enz. noch hoeveel leden hij telt. Neen, van dit alles rept hij geen woord; maar wat er ook van zij

178


dien bond zal toch niet veel teweeg brengen en op zijn aller­ hoogst genomen toch maar kunnen bestaan uit vier mannen en een Kaporaal». Een kiezer uit den Dommenhoek.

In welk jaar zou het pamflet verschenen zijn ? De onderteke­ naar «Een kiezer uit den Dommenhoek» — Dommenhoek is hier geen toponiem maar een louter met humor getinte schuilnaam — vergelijkt Camiel De Waegenaere met de Engelsen uit de Boeren­ oorlog in Zuid-Afrika. Vooral de aanhaling «Maar hier krijgen de nieuwe Engelschen de geduchte rammeling, die de overzeesche Engelsen, o jammer, te weinig gehad hebben» laat ons vermoe­ den dat het stuk kan gedateerd worden kort na de tweede Boerenoorlog van 1899-1902. De aangewende vergelijking moet ons niet verwonderen, want in diezelfde periode, en later jaren nog, kwamen hier ten onzent Zuid-Afrikaanse persoonsnamen en toponiemen binnen die gretig werden gebruikt als namen voor herbergen, straten, wijken en verenigingen. Dat is toe te schrijven aan de warme sympathie die ons Vlaams volk de Boeren uit Transvaal toedroeg. We geven enkele voorbeelden: herberg­ namen het Krügerhof te Brugge en te Oostende, (In) Transvaal te Dadizele, Koolkerke, De Panne, Lichtervelde, Menen, Oedelem, Oostrozebeke, Pervijze, Roeselare, Rumbeke en Wakken: De Boer van Transvaal te Veurne; (In) Pretoria te Deerlijk, Gits, Roe­ selare, Tielt, Uitkerke en Zwevezele; In Bloemfontein te Izegem, Poperinge; In Bothaville te Roeselare; Tranvaal, wijknaam te Middelkerke en Izegem (1). Dit om bij West-Vlaanderen te blijven. Een zwaartillend verkiezingsdokument, gevuld met een uit­ kledend sentiment, kunnen we het pamflet niet noemen. Het geeft een paar pagina's schalkse humor die ons kan doen glim­ lachen, zo bijvoorbeeld het geschrijf over de pap en de melkkanne en het hapje volksgeneeskunde uit die tijd. Maar er is meer. Wat we sterk aanvoelen is de geest van Camiel De Waege­ naere die onder de moker van de spot bestreden werd, de geest die de volksdichter als enkeling in eigen midden uitdroeg : strij­ den tegen de sociale wantoestanden, strijden tegen de diepe kloof tussen rijken en armen, strijden tegen de paternalistische

(1) Zie meer hierover in : De invloed van de Anglo-Boerenoorlogen op de naam­ geving hoofdzakelijk in Vlaams-België, door J.M. Goris, verschenen in Naam­ kunde, 8e jaargang, 1976, afl.3-4, blz. 193-256. Leuven-Amsterdam.

179


houding van de bezittende klasse tegenover de mindere en de weerloze. We mogen niet vergeten dat Camiel De Waegenaere zijn schijnbaar onmachtige ideëen lanceerde in de tijd van sociale strijd. In 1891 verscheen het pauselijk dokument «Rerum Novarum» van paus Leo XIII. Hij was tijdgenoot van de priesters Adolf Daens en Florimond Fonteyne die de sociale strijd voerden respektivelijk in Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen en wier beider leven dramatisch eindigde (2). Uit die sociale gezichtshoek bekeken is het pamflet een on­ ooglijk, maar veelzeggend tijdsdokument.

Valère GAUBLOMME

CAMIEL DE WAEGEMAtHE, tekening door kunstschilder Jules Claeys, 0 Gottem, woonachtig te Deinze-Zeveren.

(2) Uitvoerige levensbeschrijving in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Deel I, blz. 364-366 en blz. 521.

180


FILIPS LUUCX VAN ZWEVEZELE, LERAAR VAN SANDERUS

Anthoni Sanderus (Antoon Sanders), (1586-1664), was een tijdgenoot van Pieter Paul Rubens, (1577-1640). Rubens heeft ons mensen uit die tijd nagelaten, en daarom is hij beroemd en vierden wij het Rubensjaar. Sanderus heeft ons Kaarten, Kerken en Kastelen uit die tijd nagelaten, en daarom is ook hij beroemd geworden en zal men in 1986 misschien het Sanderusjaar vieren. «Flandria Nostra» noemde Rubens zijn land, toen hij in op­ dracht van de Aartshertogen Albrecht en Isabella, bij Prins Maurits als bemiddelaar optrad voor zijn volk (1). «Flandria lllustrata» noemde Sanderus zijn meesterwerk in 1641. ☆

Antoon Sanders werd geboren te Antwerpen in 1586. Zijn ouders waren uit Gent naar Antwerpen vertrokken tijdens de godsdiensttroebelen. Na de geboorte.van Antoon keerden zij naar Gent terug. Na de dood van zijn moeder werd Antoon naar Oudenaarde gestuurd om er de Humaniora te volgen. Hij beëin­ digde deze studies te Gent bij de Jezuïeten (2). In het Eerste Deel van «Verheerlykt Vlaandre», derde boek «Behelzende De Beschryving Der Stad Gendt» onder «Gendtenaars die door Geleedheid uitgemunt hebben» vermeldt Sande­ rus : «Philips van Zuevezeele, van eene voortreffelyke geboorte, Priester der Maatschappye van Jésus, groot kender der Grieksche Taal, en voor dezen myn Leermeester in dezelve». Hiermee is onze nieuwsgierigheid gewekt en pogen we de stukjes van de puzzle samen te leggen om deze Philips te vinden. Leraar Grieks, jezuïet in Gent, rond 1605, van «voortreffelijke ge­ boorte» uit Zwevezele (Roede van Tielt, Kasselrij Kortrijk). Eigenlijk niet zo moeilijk. Welke «voortreffelijke» families leven in Zwevezele in de 2e helft van de 16e eeuw, in de tijd van de godsdiensttroebelen ? De familie Lodewijk Luucx - Philippote van Ydeghem, heer van Zwevezele (dit betekent, heer van de

(1) Flandria Nostra, dl. I, blz. 9, Antwerpen, 1957. (2) Dr. Hist. E. Warlop, Verheerlykt Vlaandre, dl. I, inleiding, Handzame, 1968.

181


dorpsheerlijkheid Zwevezele) en de familie Thomas de Schottis (Bailliu en Ontvanger van de Sint Baafs Heerlijkheid in Zweve­ zele). Lodewijk Luucx is de zoon van Meester Jan Luucx, pensionaris van ’t Brugse Vrije, en van Adriana van Steelandt, erfvrouw van de heerlijkheid Zwevezele. In 1554 wordt op het kasteel de oudste zoon Karei Luucx geboren. Volgen nog : Lode­ wijk, Jacob, Jan, Adriaan, Filips en de enige dochter Adriana (3). In 1566 ontstaat de naam Geuzen. Willem van Oranje, de Zwijger, is de aanvoerder. De Graven Egmont en Hoorne staan als gematigden tussen Filips II en de Prins van Oranje. Het geweld breekt los in West-Vlaanderen. We beleven hagepreken van de Calvinisten en de beeldstormerij in augustus 1566. Filips II zendt in 1567 de Hertog van Alva, met zijn repressie. In 1568 worden Egmont en Hoorne onthoofd op last van een slecht ingelichte Filips II. In 1570 tot 1577 voert Alva zijn belastingen in (4). Karei Luucx treedt in dienst van de koning van Spanje. In onze streken heerst hongersnood en pest in 1570, 72, 74 en vooral in de jaren 1580 en ’84. Het Brugse Vrije is bijna ontvolkt. De rampspoedig­ ste tijd begint in 1578, als de Geuzen de gehele streek aan hun dwingelandij onderwerpen. De priesters vluchten. In 1579 brandt Tielt grotendeels af. De akkers liggen verlaten. Velen vluchten naar Holland (5). Op 9 augustus 1578 komen Lodewijk Luucx en zijn vrouw, vergezeld door Karei, 24 jaar, voor Burgemeester en Schepenen van het Brugse Vrije, om hun goederen onder hun kinderen te verdelen, «... joncheer Charles Luucx ... zyn selfs man zijnde, ende jeghenwoirdelic wesende in dienst als edelman vande bende van de capitein joncheere Jacob van hecke ...» krijgt «... de heerlichede van Zwevezele ende al tguene danof dependerende ... alleene daer buuten ghereserveert blyfvende het pachtgoet ghenaempt tjaegherkin, zoo tselve jeghenwoirdelic by jan de hul­ stere beseten es, metgaders een hofstede ghenaempt den bonten hont beseten by willem damman ... ende hiernaer de selfste partien gheatribueert worden Philips den joncxsten zone ... Philips den zesten ende joncxsten zone zal volghen inden eersten, het pachtgoet gheseyt tjaegherkin allessins tselve in zyn beloop van leene ende erfve mette leenynghe ende latynghe ter dier annex int pachtgoet metgaders al tghone aertvast, wortelvast ende

(3) R.A.B., Fonds de Thibault, nr 331a, f° 51 v tot 52 v. (4) De Chronyke van Vlaenderen, N. Despars, dl. 3, blz. 263 en vlg. (5) De Familie Lamsens, blz. V.

182


Waar de «Rousselaerschen heirwegh» naar Brugge, Zwevezele binnenkomt, lag (en ligt) in 1578, links van de weg, de hofstede «den bonten hont datmen heet Bertelvelt», (door grenscorrectie, nu gemeente Lichtervelde).

183


nâghelvast, gheleghen ende staende binnen der prochie van Zwevezeele in ’t gheweste ter dunct, ende by Jan de hulstere jeghenwoirdelick bedreven ende ghebruuct wort. Bet voorts hier toe ghevought de hofstede metten lande ende gronde daermede ghaende oie leenynghe ende latynghe met al tghone aertvast, wortelvast ende naghelvst zoot selve gheleghen ende staende es binder prochie van Zwevezele ghenaempt den bonten hont, datmen heet Bertelvelt. Item hiertoe noch ghevought alsulcke planterie metten gronde als binder prochie van Lichtervelde ghe­ leghen es int gheweste gheseyt te Boeckvelde ...». Verder krijgt Filips voor een bedrag van 36 1/2 ponden grooten aan renten bezet o.a. «... op eene hofstede ende herberghe staende binder prochie van Pitthem onder de heerlichede van Claerhout, daer ment heet ter Rysselhendeken ...». Onder voorwaarden en be* schikkingen lezen we: «... ten vierden indien yemant vande voorn, kinderen hem begave tot eeneghe religione tware vande societeyt van Jésus ofte andere zoo zullen de goedynghen be­ grepen int deel ofte partaige vanden selven kynde, ipso facto weder commen, wederkeeren, commen ende succederen inder selver vormen ende manieren alsof zy deser weerelt overleden waere zonder generatie, uytghedaene ende ghereserveert alleenlic dat de ghuene die tgoet vanden selven kinde aenveerden zul­ len, ghehouden worden hem te besorghen eene lyfrente van twaelf ponden grooten tsjaers tzynen lyfve indien hy die begheert ende dat naer quote ende portie hereditaire» (6). Hieruit besluiten we dat een van de kinderen op het punt staat jezuïet te worden. Dit zal blijken Filips te zijn, de zesde zoon. Zijn geboortedatum wordt niet vermeld, maar de oudste is van 1554 en we zijn 1578. Dus Filips kan ten vroegste van 1560 zijn, eerder 1561 of 1562. De ouders menen het goed met hun kinderen. Maar daarna moet de miserie begonnen zijn, of zelfs ervoor. Karei heeft zijn eigen opvattingen over het protestantisme, over Willem van Oranje, over Filips II en Alva, over de repressie en over de moord op Egmont en Hoorne. En onder zijn vrienden in het leger zijn de meningen ook verdeeld. Thuis komt hij nu openlijk uit voor de rebellen. De ouders zijn er het hart van in : «... ende hoewel huerlieder hope ende betrauwen van huerlieder voor­ noemde kinderen, altijts gheweest hadde dat elck van hemlieden hem soo eerlijck ende deuchdelick soude dragen ende regieren, dat hij hem vander goedinghen bij t ’selve partaige hem gheadsigneert niet onwaerdig+i en soude maecken, nochtans alsoo

(6) R.A.B., Fonds de Thibault, nr 351.

18t


over sekeren tijdt van jaeren, Charles Luucx, oudsten sone niet jeghenstaende de goede vermaenijnghe, waerschuwinghe ende andere debvoiren bij hemlieden gedaen omme hem te bekeeren ten rechten weghe, blijft houden de sijde vande rebellen van den cueninck van Spagnien, sijnen natuerlijcken heere, volghende de ghesinthede varide dwaelende ende ghecondemneerde ketters, vijanden vander cathlijcke Roomsche religie ...» (7). Rond 1580 sterft de tweede zoon Lodewijk, nog minderjarig. In 1584 wordt de Prins van Oranje verraderlijk vermoord. Karei komt niet meer naar huis. Hij is naar Holland uitgeweken en ver­ blijft te Leiden. Filips studeert voor Jézuïet. Adriana is gehuwd met Jan de Gryse, heer van Zonnebeke. Op 1 dec. 1586 komt Lodewijk Luucx met zijn vrouw naar Gent, «... voor de Lieutenant Civil bijder Conincklicker Majesteyt ... willende bethooghen hoe grootelijcx al het selve hemlieden in huerlieder voornoemden oudsten sone es meshaeghende ...», om Karei te onterven (8). Vooral vader Luucx heeft het erg te pakken. Ze verblijven nu te Gent; vader is er ziek van. Op 5 juli 1587 roept Lodewijk Luucx in zijn huis te Gent «... sieck ende cranck te bedde, nochtans heb­ bende sijn goedt verstant ...» twee notarissen om de onterving nog eens te hernieuwen (9). Karei is de nagel van zijn doodskist. Inderdaad, vader sterft 9 dagen later op 14 juli 1587. Pater Filips zal er wel bij geweest zijn, want hij verblijft in het jezuïetenkloos­ ter van Gent. Het lichaam wordt, na een dienst door Pastoor Roelandt de Vroe, in de kerk van Zwevezele begraven (10). Rond 1590 sterft ook Jacob Luucx, de derde zoon. Karei is 36 jaar, wordt vechtend aan de zijde der Hollanders gekwetst te Antwerpen en een huwelijk met de vrouw van Blaasveld mislukt (11). Op 26 september 1594 worden in Zwevezele al de voorbije gebeurtenissen nu meer van op afstand bekeken : vader en twee zoons overleden, Adriana is weduwe geworden, de Spanjaarden zijn ook niet goed te praten. De familie komt samen : moeder, Jan, Adriaan, Filips, de jezuïet, en Adriana. Ze maken volgende bedenking : Karei werd niet vooraf verwittigd van zijn onterving en het schijnt dat hij zich zou willen verzoenen met de koning van Spanje. Ze^willen hem daartoe de gelegenheid geven, «... indien ende soo wanneer hij met sijne voornoemde majesteijt zal ghereconciliert sijn ende andersins, nochte eer niet, hem te laten vol(7) (8) (9) (10) (11)

R.A.B., R.A.B., R.A.B., R.A.B., R.A.B.,

Fondsde Thibault, nr 331a, f° 55 r. Fondsde Thibault, nr 331a, f° 55 r. Fondsde Thibault, nr 331a, f° 56 r. Fondsde Thibault, nr 355. Fondsde Thibault, nr 354.

185


... en waar de «Herreweg» de weg Zwevezele-Lichtervelde snijdt, lagen op de vier hoeken, vier hofsteden : de noordoost-hoek was «het hertkin», de zuidoost-hoek «het jaegherkin» en de zuidwest-hoek «het haesewindekin». Een compleet jachttafereel ! Hier «het hertkin» of ... waar het stond. (Fotokring Argos Zwevezele).

186


ghen gheheelick sulcke goedingen als hem bij den voorseijden partaige toegheleijt waeren ...» (12). Of Karel zich verzoend heeft en teruggekeerd is, is twijfelachtig. Hij zou gehuwd zijn met Joanna Roels, geen kinderen gehad hebben en nooit geërfd hebben. In 1598 sterft Filips II van Spanje. In 1600 sterft Jan Luucx, vrijgezel. Karei mpet in 1601 overleden zijn, want Adriaan laat op 13 augustus 1601 een uitvaartdienst celebreren door Pastoor de Vroe in de kerk van Zwevezele (13). Het leven van zoon en broer Karei heeft het leven van geheel de familie erg gedetermineerd. Nu kunnen de overblijvenden hun weg gaan. Adriaan huwt laat en wordt heer van Zwevezele. En pater Filips leeft in zijn klooster in Gent e’n is er leraar Grieks, een studax. Rond 1605 moet hij Antoon Sanders in klas hebben. Deze moet een grote achting voor Pater Filips gehad hebben en ge­ tuigt : «groot kender der Grieksche Taal». Pater Filips yvas ook zijn klooster zeer genegen, want we lezen dat op 22 april 1604 «... voor schepenen ende raedt der stede van Ghendt ... commen ende ghecompareert is in propren persoone Pater Philips Luucx van Swevezeele, Priester der Societeijt Jesu, dewelcke uut jonsten ende affectie die hij draeghende is totte Societeijt Jesu ghejont ende gegeven heeft, gheeft ende draeght oppe bij desen metter warmer handt ende inter vivos ten behoufve ende proffite vande selve societeijt sulck eene lijfrente van twaelf ponden grooten t ’sjaers, ten lifve van den comparant als hij totten daeghe van hedent ghehadt heeft ten laste van Joncheer Adriaen Luucx heere van Swevezeele vallende den vijfden octrobis in elck jaer, de selve rente spruutende uutten partaige ghemaeckt bij wijlent saligher Joncheer Ludovicus Luucx heere van Swevezeele t ’scomparants vader was, omme bij der voornoemde Societeijt de voornoemde rente metten verachterde croisen opgheheven, gheint ende ontfaen ter werden als huerlieder propre ende eijghen goedt, den comparant hemselven dies geheel ende al onmachtich ende de voornoemde societeijt ter opheve ende ghebruijcke van diere vulcommentlick machtigh maeckende, ten effecte van welcken alhier mede ghecompareert is Pater Simon Stalins Procurator vande Societeijt Jesu binnen der voorseijde stede, de­ welcke over deselve Societeijt de voornoemde gifte accepteren­ de den eersten comparant daer af is danckende» (14).

(12) R.A.B., Fonds 8e Thibault, nr 331a, f° 57 v en 58 r. (13) R.A.K., Supplement Kass. Kortrijk Zwevezele 58, Procesrol 1600-1707 (14) R.A.B., Fonds de Thibault, nr 331a, f° 58 v en 59 r.

187


En Pater Filips leeft voort voor zijn grieks en voor het kloos­ ter. In 1608 begint Antoon Sanders de studie van de filosofie in het Anchin-college te Douai en behaalt op 1 oktober 1609 de titel van meester in de kunsten. Van daar vertrekt hij naar Leuven. Maar in Zwevezele leven ze van aardse goederen. Daarom heeft Pater Filips Luucx «...upden 13 van augst 1609 transport ghepassert met adveu van zynen heuverste aen ende tot proffyte van jonc. Jan de gryse (zijn schoonbroer) daaraf dat unicq ende uni­ verseel hoir es jonc. Jacques de vooght heere van Zunnebeke ...». Hij staat dus, zoals voorzien was, zijn erfenis af aan zijn zuster (15). In mei 1611 is Antoon Sanders terug in Gent. Hij ontvangt er de priesterwijding uit de handen van bisschop C. Maes en oefent de zielezorg uit in verscheidene parochies van het bisdom Gent die aangetast waren door calvinisme en anabaptisme (16). De verdere loopbaan van zijn leerling zal Pater Filips niet meer kunnen volgen, want in de staat van goed van Lodewijk Luucx, heer van Zwevezele, en van Philippote van Ydeghem, 3 juni 1614, lezen we «... Pater Philips Luucx in zynen leven vander Societeyt Jhesu ...». Hij zal dus ongeveer 50 jaar geworden zijn. In het archief van het jezuïetenklooster van Gent, zou mis­ schien wel meer over de Gentenaar en «Groot kender der Grieksche taal» te vinden zijn, doch we bekeken hem vanuit Zwevezele.

André VANDEWIELE.

(15) R.A.B., Fonds de Thibault, nr 357. (16) Dr. Hist. E. Warlop, Verheerlykt Vlaandre, dl. I, inleiding, Handzame, 1968.

188


LEDEN EN ERELEDEN 1977 (De ereleden worden vermeld in hoofdletters).

AALTER (9980) Stockman Luk, Brugstraat 103 AARSCHOT (3320) Van Hecke Guido, Herseltsesteenweg 4 AARSELE (8890) Clepkens Christiaan, Kanegemstraat 27 Degraer Hugo, Poekestraat 2 Devrieze Noël, Statiestraat 8 Neirinck Jan, Kanegemstraat 74 Neirinck Jozef, Vinktstraat 54 Neirinck Lutgarde, Marktplaats 17/1 Tetoet, Vinktstraat 31 Van Bruwaene Luc, Staatsbaan 116 Van Overschelde Jos, Hoogstraat 18 Van Cauwenberghe Guido, Poekestraat 7 Vander Meulen André, Karnestraat 23 Van Ryckeghem Hubert, Hoogstraat 25 Verbrugghe Frans, Marktplaats 13 Verstraete Jozef, Hoogstraat 27 Werniers Georges, Statiestraat 32 AROOOIE (8850) Ameye Jozef, Melkerijstraat 1 Vanacker Lucien, Beverenstraat 22 BAMBANG (Filippijnen) De Lodder Julien, Catholic Mission BAVIKHOVE (8752) Maertens-Verkinderen Maria, Kervijnstraat 57 BRUGGE Bleyaert Gérard, Ketsbruggestraat 11 Brugse Boekhandel, Dijver 2 Dewulf Romain, Oude Zak 13 Franchoo Gérard, Rijselstraat 59 Gidsenbond Brugge, Sint-Jansdreef 31 Lagrain Robert, Sint-Salvatorkoorstraat 8 Ronse Hubert, Oude Oostendesteenweg 33 Stalpaert Hervé, Bossuytlaan 9 Vrielynck Marcel, Notelarendreef 2

189


BRUSSEL (1050) Office International de Librairie, Marnixlaan 30 - bus 19 DENTERGEM (8898) Spiessens José, Nellekenshof 5 Vandekerckhove Fr., Groeneweg 7 Van Houtte Louis, Kerkstraat 2 DRONGEN (9810) Huys Paul, Steenweg Gent-Deinze 28 Van Daele Sylvère, Moerstraat 22 EGEM (8871) De Bever Patrick, Drogenbroodstraat 30 De Boot Antoon, Kortrijksteenweg 15 De Witte Paul, Kasteeldreef 28 A De Witte V. (mevrouw), Drogenbroodstraat 11 Gardeyn Gontran, Veldwed 7 Vandecaveye Emiel, Kolonel Naessensstraat 22 Vandecaveye Joseph, Drogenbroodstraat 4 Vande Kerckhove Lucien, Veldweg 5 A Vergote Marcel, Kleimolenweg 15 Vermeersch Georges (mevrouw), Dorpsplein 4 EREMBODEGEM (9440) Braet André, Keppestraat 35 GENT (9000) E. Story - Scientia, P. Van Duyseplein 8 GOTTEM (9803) Gaublomme Valère, Ardeense Jagersstraat 5 HOBOKEN (2710) Poelvoorde Etienne, L. Mastplein 42 IEPER (8900) De Lille Karei, Cartonstraat 40 Katholieke Centrale Vereniging voor Lektuurvoorziening, Meenseweg 29 INGELMUNSTER (8770) Van Cauwenberghe, Koning Boudewijnstraat 2 IZEGEM (8700) Colpaert Roger, Koornmarkt 15 KAISERLAUTERN (West-Duitsland) De Seyn Albert, Carl Reichertstrasse 7 KANEGEM (8891) Aangenomen Openbare Bibliotheek St-Bavo, Kerkstraat 16 Danneels Henri, Tieltstraat 7 De Zutter Paul, Markt 6 Vande Voorde, Vinktstraat 1

190


Van Overbeke André, Wegelstraat 7 Verbeke Gérard, Markt, 10 KNESSELARE (9890) Goegebuer Louis-Michel, Kloosterstraat 85 KOOLSKAMP (8851) Delesie Albert, Ardooiestraat 16 KORTEMARK (8110) DE POORTER FRANS, Hospitaalstraat 21 Vervaele Daniël, Handzamestraat 43 KORTRIJK (8500) Arickx Valeer, Sint-Denijsseweg 4 Demedts André, Condédreef 21 HOSTENS JOZEF, Diksmuidekaai 6 Mattelaer Pierre, Burgemeester Nolfstraat 29 LEUVEN (3000) Universiteitsbiblioteek, Mgr Ladeuzeplein 21 LOVEN DEGEM (9220) Coppens Romain, Oostveldkouter 29 Neirynck Willem, Brouwerijstraat 24 MARKE (8510) De Bethune Emmanuel, Kasteeldreef 10 MEETKERKE (8002) Geldhof Joseph C., Dorpweg 22 A MERELBEKE (9220) Wyffels Carlos, C. Buyssestraat 2 MEULEBEKE (8860) Casteleyn Robrecht, Spoorweglaan 4 Détour Hubert, Kazandstraat 22 Demeurisse Walter, Oude Gentstraat 11 Mattelin Edgard, Spoorweglaan 3 Verhelst-Persyn Edgard, Tieltstraat 139 NEVELE (9850) Janssens Antoine, A.C. Vandercruyssenstraat 60 OOSTENDE (8400) De Gryse Arsène, Albert I Promenade 42/5 Seys Willy, Ooststraat 36/8 Volckaert-Eeckhout A., Koninginnelaan 28/2 OOSTROZEBEKE (8780) Bonte Jean-Marie, Vlissingestraat 19 Bonte Marcel, Stationsstraat 122 Coucke Luc, Nieuwstraat 44


Defoer A., Meulebekesteenweg 1 Degroote Caroline, Wielsbekestraat 65 Demedts Lieven, Dentergemstraat 66 Dhont Bernard, Hoogstraat 3 Openbare Biblioteek Centrum, Stationsstraat 15 Vaernewijck Georges, Hoogstraat 7 Van Acker Remi, Molstenstraat 44 Vandeputte Ghislain, Statiestraat 83 Vankeirsbilck Etienne, Kalbergstraat 101 Van Loo Karei Jaak, Meulebekesteenweg 5 OUD-HEVERLEE (3031) De Mey A., Waversebaan 99 PITTEM (8870) Coussens Anna, Egemstraat 6 Debusschere Karei, Nieuwstraat 9 Détour Guido, Tiengebodenstraat 13 Devoldere Wilfried, Oostwijk 21 GEMEENTEBESTUUR Lambrecht Jozef, Kauwstraat 37 Vande Wiele Albert, Egemsestraat 4 Van Hessche Gérard, Heidenskerkhofstraat 46 Vergote Gillis, Kauwstraat 47 RIJMENAM (2830) De Winter-Vandekerckhove Madeleine, Hoogstraat 50 ROESELARE (8800) Denys Frans, Knapenstraat 30 Huyghebaert Jozef, Beverenaardeweg 42 Lafaut Bernard, Koning Albert l-laan 74 RUDDERVOORDE (8040) Bonne Raf, Stationsstraat 134 RUISELEDE (8080) De Muyt Maurice, Rustoord, Pensionaatstraat Verhaeghe Félix, Kasteelstraat 15 Verstraete Jean, Tieltstraat 18 SCHUIFERSKAPELLE (8881) Vandermeulen Erik, Dorp 57 Vrije Aangenomen Openbare Biblioteek, Dorp 68 A SINT-AMANDSBERG (9110) Gheysen Louisa-M., Schoolstraat 38 SINT-BAAFS-VIJVE (8799) Vanhoutte Michel, Molenstraat 2 SINT-DENIJS-WESTREM (9820) Cyriel, Borluutolein 1

192


SINT-ELOOIS-WINKEL (8768) Carton Robert, Rollegem-Kapelsestraat 28 SINT-MARTENS-LATEM (9830) Van Maele Jules, Twee Dreven 8 SPERMALIE (8433) Yperman Jan, Klakkaertstraat 4 TIELT (8880) Ailliet Lucien, Schuiferkapelsesteenweg 29 Ameye Marcel, Beernegemstraat 36 Averhals Frans, Markt 10 BANK VAN ROESELARE EN W.VI., Markt 24 Baert Jozef, St-Jansstraat III Bekaert Paul, St.-Janstraat 32/1 Bethune Norbert, St.-Janstraat 52 Billiet Germain, Kortrijkstraat 81 Billiet Jaak, Wingensesteenweg 108 BOONE ETIENNE, Vijverstraat 1 Carlier Bernard, F. D’Hoopstraat 22 Carlier Henri, Deken Darraslaan 7 Chevrolet Paul, Beernegemstraat 40 Craye Jozef, leperstraat 25 De Bleeker André, Kortrijkstraat 59 De Brabant Nestor, Rame 16 De Bruyne Luc, Wittestraat 45 De Buck Hubert, Hollandlaan 14 Declerck Robert, Hondstraat 6 Declercq Aimé, Deken Darraslaan 17 Declercq Robert, Oude Stationsstraat 122 DECREUS WILFRIED, Hoogstraat 75 Decroix-De Coninck Gustave (mevrouw), Manestraat 25/5 de Crombrugghe Nico, Mankemerriestraat 1 De Gryse Philippe, Kastanjelaan 1 Delember Bonfils, Beernegemstraat 34 Demarey Frans, Plantinstraat 27 De Mûelenaere Marc, Hulstraat 17 De Praetere-Bauwens Guy, Tramstraat 22 D'haveloose Georges, Hulstplein 16 Dierckens Eugène, Sterrestraat 23 Dornez-Vandecasteele (mevrouw), Beneluxlaan 36 Gellynck Siegfried, Kastanjelaan 13 Gernaey Maurits, Klijtenstraat 54 Ghekiere Yvonne, Kortrijkstraat 37 Goethals Lydie, Lindenlaan 61 Gryp Odile, Tramstraat 6 Haazen K., Kortrijkstraat 17 Haeck Luc, Waaiberg 6 Hoste Robert, Tramstraat 24 Huys Léon, Stationsstraat 32 Instituut H. Familie, Hulstplein 32 Langerock Jan, Kortrijkstraat 29 Lannoo Godfried, Kasteelstraat 99


LAUWERYNS MARCEL, Driesstraat 15 Lavens Maria, Stedemolenstraat 36 Lecat Maurice, Waaiberg 3 Lefebvre Léopold, leperstraat 15 Lemey Jean, Ontvangerstraat 2 Libeert Karl, Lindenlaan 25 Loontjens Louis, Kortrijkstraat 59 Loosveldt Henri, Krommewal 20 Maes Ignace, Hoogstraat 46 Mesuere Rudolf, Sterrestraat 25 Neirinck Maurice, Europalaan 16 Nemegheer Joris, Kasteelstraat 55 Neyt Luc, Luxemburglaan 21 Nolf Marguerite, Stationsstraat 41 OA.K. Biblioteek, Lakenmarkt Paters Minderbroeders, Kortrijkstraat 17 Piers Georges, Egemsesteenweg 75 B Pollet Luc, Kistestraat 14 A Puype Geert, Begonialaan 16 Rooryck Frans, Gross Geraulaan 30 Rosseel Roland, Sterrestraat 13 Rotsaert André, W. Pantinlaan 1 Rubens Frans, Kistestraat 20 St.-Jozefscollege, Kortrijkstraat 59 Stevens Noël, Oude Pittemstraat 33 Tack Luc, Sint Michielsstraat 46 Tanghe A. Robert, Oude Stationsstraat 101 Thant Hubert, St.-Janstraat 29 Tuyttens Arsène, Europalaan 40 Vanacker Noël, Stocktmolenstraat 9 Van Daele Adiel, Lindenlaan 18 Vandaele Anne-Marie, leperstraat 19 Vandenberghe Piet, Kastanjelaan 18 Vanden Bulcke Michel, leperstraat 3 Vandenbussche Georges, Kerkebosstraat 2 Vandepitte Paul, Driesstraat 9 Vandeputte André, Kasteelstraat 142 Vander Meeren Maurits, Waaiberg 4 Vander Meulen Daniël, F. D’Hoopstraat 48 Vander Meulen Jan, Kasteelstraat 26 Vandewalle Erik, Markt 6 Vande Walle Fernand, Hoogstraat 44 Van Doorne Walter, Beneluxlaan 6 Van Eytjen Jean, Kortrijkstraat 49 Vanhazebrouck Marie-Louise, Kortrijkstraat 37 Van Houtte Hendrik, Hoogstraat 26 Vanlandschoot Romain, Hondstraat 4 Van Maele Franz, Deinzesteenweg 6 Vanneste Robert, leperstraat 84 Vannieuwenhuyze Roger, Hulstplein 28 Vanseveren Wim, Kistestraat 19 Van Themsche Esther en Jozef, Sint Janstraat 36 Van Wonterghem Antoon, Sint Janstraat 40 Verbeke Arsène, Driesstraat 107 B

194


Verbrugge Julien, Pontweg 8 Vergucht Luc, Galgenveldstraat 12 VERGUCHT MARCEL, Vande Vyverelaan 26 Verhelst Marcel, Lindelaan 12 Verkest Ernest, Rame 23 Vervaeke Gérard, Pontstraat 45 Vervloet Victor, Luxemburglaan 3 VEYS ERIK, leperstraat 18 Wauters Gabriel, leperstraat 27 Wittevrongel Albert, Sint Michiplsstraat 76 Wittevrongel Robert, Stedemolenstraat 46 Wostyn Lutgart, Nieuwstraat 18 VEURNE (8480) Stadsbiblioteek, Grote Markt 1 Van Gelder Etienne, Weststraat 6 VINKT (9806) Michem Frans, Heerdweg 13 WAKKEN (8788) Beel L., Molenstraat 32 Degroote Koen, Oostdreef 11 Haerens Denis, Markegemstraat 71 Haerynck Michel, Molenstraat 15 Vandenbulcke Roger, Markegemstraat 146 WAREGEM (8790) Temmerman Eddy, Stationsstraat 14 Vandewiele André, Zultseweg 53 WEMMEL (1810) Lemey Cyrille, Koningin Astridlaan 168 WEVELGEM (8610) Vanduynslager Hubert, Grote Markt 32 Ö WINGENE (8050) Anseeuw Antoon, Kerkplein 5 Cappoen Albrecht, Pastorijstraat 38 De Laere Mare, Vinkestraat 2 Desoete Joris, Lammersdam 3 Gemeentebestuur Lams Guido, Galgenstraat 29 Maes Rafaël, Egemsestraat 67 PERSYN WILLY, Kapellestraat 30 Ryckaert Philippe, Markt 17 Schautteet Pros, Rozendale 20 Van Canneyt Jozef, Bruggestraat 28 ZELE (9140) Coucke Albert, Dendermondsesteenweg 4

195


ZWEVEZELE (8060) Callewaert Marcel, Lichterveldestraat 28 Deldycke (mevrouw), Lichterveldestraat 8 Staelens-Verstraeten (mevrouw), Egemstraat 35 Strobbe Maurice, Bruggestraat 6 Verbeure Raoul, Bruggestraat 29 RUILABONNEMENTEN Rollariensia, Roeselare; Franciscana, Sint-Truiden; Handelingen Kon. Geschied­ en Oudheidkundige Kring, Kortrijk; 't Beertje, Brugge; Jaarboek Geschied- en Heemkundige Kring, Waregem; De Leiegouw, Kortrijk; Ons Doomkerke, Oostkamp; Tijdschrift van het Gemeentekrediet van België, Brussel; Bachten de Kupe, Westende; Het Brugs Ommeland, Brugge; De Gidsenkring, Brugge; Het lepers Kwartier, leper; Appeltjes van het Meetjesland, Knesselare; Ter Cuere, Bredene; Berichten van het A.P.T., Tielt; Ten Mandere, Izegem; Jaarboek Kunst- en Oud­ heidkundige Kring, Deinze; Bos en Beverveld, Oedelem; Wamblinis, Wemmel; Handelingen Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde, Gent; Het Graafschap Jette, Brussel; Het Land van Nevele, Landegem; Eertijds, Roeselare; De Zonnebeekse Heemvrienden, Zonnebeke; ’t Kloefke, Tielt. VERLENEN EEN WERKINGSTOELAGE : Stad Tielt Provincie West-Vlaanderen.

Stort nu uw lidgeld van 300 frank. Wellicht wordt U erelid : minimum 600 frank. Zo houdt U uw heemkundige kring leefbaar.

196


Stort nu uw lidgeld van 300 frank. Wellicht wordt U erelid : minimum 600 frank. Zo houdt U uw heemkundige kring leefbaar.

ADRESSEN VAN DE AUTEURS

Fr. De Poorter, Hospitaalstraat 21, 8110 Kortemark. V. Gaublomme, Ardeense Jagersstraat 5, 9803 Gottem. B. Tuyttens, 3000 Leuven. A. Vandewiele, Zultseweg 53, 8790 Waregem.

Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ingestuurde bijdrage. Bijdragen verschenen in ÂŤDe Roede van TieltÂť mogen slechts overgenomen worden met toestemming van de redactie.


.

}

' Aeveeotv

Eerneejhem

'

C

*

V^S.Prfsn.r Cap

J

*•

^

i',v /„ /

L ' h h ’üc’m Æ

1

A

A l e e^r /vH- -,

iiven[

X

B ie tkin

‘'tu . •**. -*ü— ^ -A. A-a X ■*- .-

j* ï ' i " % 1

PI..

'i A

^

ui.-.

| “

$

..< ■• —'~~ ^

Î ó'.Miehel thoy _B r u n e n e _ ~ -

7/.C '. '/ P

u c ri'è

,

-1-

xT"

o

^ —

1

H o u te n h o rT

'X k \ < r ^ r >

-

l : “ 4 j _ *-a - , -J— , — ' ■A — o,

\leenM

U obet

4 , S

d

,

/

-

ƒ / P la in e r f

^

-A

=

lie n t ifi

d e l tO

* n ;v » e M '

Ï ' <% '•. " ..a-uii,’ c

,

v T o u ir J h ’

fie e o t

A ter ÖeT/le ^

i >~nurtlt ‘id keriek .

.v ^ /v o r /^ X M IX I) o rkle

cknihÂerke *

r

ï

A

Leone

eCJacob Î

H MélmVm'ev * o , 1',/toeeke/i J * o K o r t e n n ir e k , ° ^W erhene j Beufort Al £ jtuenAt-

Boven J f

fff

‘Z-

•o

Ila t U e a n ie n

/x 0

t S ici en

Î

^ .-ei r-"-■i

o lït’tieivalle

»F fo tit {. d e o - h e i

' "

W ie llt o y e //^

U A n te In e

•T te n n je ^ « Æ

/ ?

a

A *» '

.<

e J s J n o % k è ’ è t% U

&

€ J \ O O r U l r ik ’

>v

' x

fP ieten 'K R aoh eck

*

i

v

t H o en io n

*

* ,'t o ' " ‘ v A c

ooi

*

»

nn

w

t e r JK nie k ..„

1

....

,a v, ^v -/ ~

B eyer %

k b l/n d fu - le e e k e ' ' .............. . * ! ion Blank tiert * Wtj-beboM .r j rL ta\Ueejrt JU iJsnS'ou ^O ndanck Af. •■ n.d[ L) \ ‘

>

"

V

J

l^ c O lie o t

« 7a U * U t ll' - H * V

,

»

''K T

JW4X ~ 1^

* / L V

'C l ‘T Jr > , . . . tSf ita u e r rnt ib’ cer ivA v u u f. .' _ ^ 'W T 17 * x V' V e tle /n -i'r ia ' < l . iPBJ H ^ \ h . n ‘ n/ee - t . S U te n C fia u .

V K -V

î

, « • '

P

W

V

v

V

ir A -.o

o

i ^ r' V A ’d d h ^ i 1' ^ 9 » ‘ 'é d

V

Ben.

l^ J o o e t J^neukeA

ï-

? lo u s e lt .

jxJteer.e/e. "o t i P i.

* 'V —

.

.

>

p

1% .1-

s

M

jie.-eh

\Jo.V ei-tn// It a n o

':JFjy.tt

■eM

'gfohwtdtOwn/^ ^ 4 hufvonio

Heeun rn(t

1 ■ J/faere t/lijd .. /

% P , I/ -V

1 1^‘ddS^^tiban't /*

^ 'v "

,

S M :^ W

J e iïn U n d

{ J

tz lb

Ht1UpI'Pf k

y

f 1

M

ik?Ar,

U 7

1 , 'i S s y f c %î0*- \ .fi

*n *rJifl'? ck

f v

J tr v -u

C.

/

V.nm&

/C fe fï

PrZipr/iipeüty'jhrybduisijfc ïyt^.'jlaJ p L t klV■ 1 * Pl/pf'iy ICK/. ^jfdr\ ® T\\ , : / r ' " M 5 V a /t n e t\ °Jlelbere/}


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.