Concerttoelichting
Nieuwjaarsconcert met Chen Reiss do 11 januari 2024 • 20.15 uur zo 14 januari 2024 • 14.15 uur
PROGRAMMA dirigent Kristiina Poska sopraan Chen Reiss Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Ouverture Die Zauberflöte (1791) Wolfgang Amadeus Mozart • Uit Le nozze di Figaro (1786): E Susanna non vien! – Dove sono • Uit Don Giovanni (1787): Crudele – Non mi dir Thomas Beijer (1988) Bonfire with Wish Lantern and Rising Waltz (2023; wereldpremière, gecomponeerd in opdracht van het Rotterdams Philharmonisch Orkest) Pauze Johann Strauss jr. (1825-1899) An der schönen blauen Donau (1866) Franz Lehár (1870-1948) • Uit Die lustige Witwe (1905): Vilja-Lied • Uit Giuditta (1934): Meine Lippen sie küssen so heiß Antonín Dvořák (1841-1904) Uit Slavische dansen, op. 46 (1878) • Nr. 1. Furiant: presto • Nr. 2. Dumka: allegretto scherzando – allegro vivo • Nr. 6. Sousedská: allegretto scherzando • Nr. 7. Skocná: allegro assai Einde concert circa 22.15/16.15 uur Een uur voor aanvang van het concert geeft Alexander Klapwijk een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Vorige uitvoering door ons orkest: Mozart Ouverture Die Zauberflöte: dec 2018, dirigent Edo de Waart Mozart E Susanna non vien! – Dove sono: jan 1991, sopraan Arleen Auger, dirigent James Conlon Mozart Crudele – Non mi dir: eerste uitvoering Beijer Bonfire: wereldpremière: eerste uitvoering Strauss An der schönen blauen Donau: sep 2020, dirigent Valery Gergiev Lehár Meine Lippen: apr 2017 (Banda), sopraan Lilian Farahani Lehár Vilja-Lied: aug 2015, sopraan Kelly God, dirigent Antony Hermus Dvořák Slavische dansen op. 46: nov 2007, dirigent Alexander Briger Cover: Foto Natalia Sobolivska (Unsplash).
Wenslantaarn. Foto Quang Nguyen Vinh (Pexels)
Johann Strauss-monument van Edmund Hellmer, Stadspark Wenen. Foto Vlad Ghiea (Wikimedia)
Weens klatergoud De reputatie van Wenen als muziekstad lijkt kernrampbestendig, al is dat nooit getest. Geen enkele Europese stad heeft zo langdurig muzikale genieën voortgebracht en aangetrokken. Hier ontwikkelden Haydn, Mozart en Beethoven het symfonie-genre en schreef Schubert zo´n zeshonderd liederen. Brahms zocht er zijn heil, Bruckner trotseerde er conservatieve critici en Mahler groeide er uit tot een fenomeen. En het muziektheater floreerde: operette werd zó populair dat de veelkoppige Strauss-familie niet aan de vraag kon voldoen, hoe wijd ze hun wals-genen ook verspreidden. In de nadagen van het keizerrijk toonde Wenen een minder sprookjesachtig gezicht. De stad was een beerput van sociale misstanden geworden en een broeihaard van subversieve ideeën. Maar de muziekhonger werd er niet minder om. Terwijl modernisten als Arnold Schönberg hun atonale composities afvuurden bleven walsen en operettes in de behoefte aan escapisme voorzien - en zelfs de radicale Schönberg was een Johann Strauss-fan. Nog altijd herleeft het dartele Wenen op nieuwjaarsconcerten, ditmaal zelfs met een Nederlandse bijdrage: multikunstenaar Thomas Beijer componeerde voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest een wals als een vreugdevuur.
Mozarts vrouwen
Hoe geniaal en onsterfelijk zijn muziek ook was, ook Wolfgang Amadeus Mozart was een gewoon mens. Zijn brieven en dagboeken staan vol hoeperdepoep-humor en zijn immense talent was geen garantie dat hij tot het eind van de maand kon rondkomen. Wanneer Mozart een opera voltooide, kon meer dan eens het honorarium direct aan een van zijn schuldeisers worden overgedragen; om er zelf iets aan over te houden bewerkte hij delen eruit voor kleinere, mobiele ensembles. Ook de ouvertures gingen een eigen leven leiden en fleurden menig Weens feestje op. Want Mozarts werk klonk destijds zelden in de gewijde stilte van een concertzaal, en des te vaker als diner- en zelfs dansmuziek in druk bevolkte ruimtes. Toch blijft het muziek waarbij je de oren spitst; de ouverture van de sprookjesachtige opera Die Zauberflöte, bijvoorbeeld, zit vol aandacht vragende themaatjes: amuses, als het ware, voor de aria´s die komen gaan. En in Mozarts opera´s zijn de fraaiste aria´s opvallend vaak toebedeeld aan wilskrachtige, zelfbewuste vrouwspersonen. In E Susanna non vien! uit Le nozze di Figaro is dat een gravin, mijmerend over haar vroegere huwelijksgeluk terwijl haar echtgenoot weer eens een scheve schaats rijdt. En in Crudele – Non mi dir uit Don Giovanni vraagt een jonge vrouw om uitstel van haar geplande huwelijk zolang ze de dood van haar vader beweent.
Walskoningen
Aangezien de Nederlandse pianist/componist/ schrijver/filmmaker Thomas Beijer zijn handen nooit vol genoeg heeft, accepteerde hij met graagte de opdracht van het Rotterdams Philharmonisch Orkest voor een typische nieuwjaarscompositie oftewel een wals met veel vuurwerk. Over het wals-genre leek Maurice Ravel honderd jaar geleden het laatste woord te hebben gezegd, en specifieke vuurwerk-stukken werden al gecomponeerd door Igor Stravinsky, Claude Debussy en Oliver Knussen. Maar Beijer ging aan deze intimiderende voorbeelden voorbij en schreef een orkestminiatuur dat je alleen maar aanstekelijk kunt noemen. Het roept het beeld op van dansende mensen rond een vreugdevuur, steeds inzoomend op een andere groep. Ook het ritme is veranderlijk. Van de wals zijn eerst alleen flarden hoorbaar; pas tegen het slot sleurt die iedereen mee. Een rustpunt, halverwege het stuk, vormt het oplaten van de wenslantaarn. Het is een beladen moment (wat staat er op het briefje dat met het wegzwevende lichtje is meegegeven?) en een subtiele hint naar de realiteit die achter de feestroes kan schuilgaan. Een nieuwjaarsconcert is incompleet zonder Johann Strauss - en daarmee wordt dan meestal Johann junior bedoeld, want die overtrof zijn gelijknamige vader (eveneens componist) in populariteit. Zoon Johann werd internationaal beroemd als ´de Walskoning´: hij schreef meer dan vijfhonderd dansstukken die hij met zijn eigen orkest uitvoerde. Tot zijn bewonderaars behoorden ook componisten van ´serieuzere´ muziek. Zo verklaarde Johannes Brahms dat hij Strauss´ tophit An der schönen blauen Donau graag zelf gecomponeerd had willen hebben, en zelfs de weerbarstige modernist Arnold Schönberg bewerkte Strauss-walsen voor kleine bezettingen om ze nóg vaker uitgevoerd te krijgen. Bevriend met Keizer Franz Josef I werd Strauss het artistieke symbool van het reeds tanende Habsburgse Rijk, en voorzag hij het Weense hof van het laatste laagje bladgoud.
Evergreens
Diezelfde nadagen waren de glorietijd van Franz Lehár. Diens Hongaarse komaf belette hem niet om aan te haken bij de Weense muziektraditie; in zijn tijd waren Oostenrijk en Hongarije nauw vervlochten. Lehár zette de operettetraditie van Johann Strauss en Franz von Suppé voort en scoorde in 1905 een absolute voltreffer met Die lustige Witwe, een muzikaal blijspel over stoutigheden in hogere kringen. In de navolgende jaren dreef de tijdgeest zijn werkterrein in het
Beijers orkestminiatuur roept het beeld op van dansende mensen rond een vreugdevuur. nauw. De opkomst van de film veranderde het uitgaansgedrag drastisch en verdrong de operette. Lehár hield nog lang stand, dankzij zijn muzikale flair en zijn aanpassingsvermogen. Giuditta, zijn zwanenzang, dateert uit 1934 en is - opmerkelijk genoeg - gesitueerd in het door Italië bezette Libië. Het was tevens het hoogtepunt van Lehárs samenwerking met de tenor Richard Tauber, rond wiens stem eigenlijk de hele operette gedrapeerd was. Gelukkig mocht de titelheldin Giuditta ook af en toe wat zingen; Meine Lippen sie küssen so heiß, het lied waarmee ze als nachtclubzangeres in Tripoli het publiek een kijkje in haar ziel toont, werd een evergreen. Dat Léhar zich überhaupt op componeren had toegelegd is te danken aan het advies van zijn leraar Antonin Dvořák; diens Slavische dansen ronden dit concert af. De componist liet zich inspireren door Tsjechische volksmuziek, maar die tilde hij ver over de landsgrenzen heen: met deze opzwepende stukken brak hij internationaal door. Michiel Cleij
Kristiina Poska • dirigent Geboren: Türi, Estland Huidige positie: chef-dirigent Symfonieorkest Vlaanderen, vaste gastdirigent Lets Nationaal Symfonieorkest Studie: eerste pianolessen op achtjarige leeftijd, Muziekacademie Türi (piano), Estlandse Muziek- en Theateracademie, Tallin (koordirectie) en Hochschule für Musik Hanns Eisler, Berlijn (orkestdirectie) Prijzen: Malko-concours 2012 (Publieksprijs), Prijs van het Dirigentenforum van de Deutsche Musikrat (2013) Doorbraak: 2010, Verdi’s La traviata bij de Komische Oper, Berlijn Daarna: Opera bij Staatsoper Stuttgart, Semperoper Dresden, Koninklijke Zweedse Opera, Noorse Opera, English National Opera, Finse Nationale Opera, Maggio Musicale Fiorentino, Wiener Volksoper; concertprogramma’s met Münchner Philharmoniker, Mozarteum-orkest Salzburg, BBC Philharmonic, Royal Stockholm Philharmonic Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024 Foto: Kaupo Kikkas
Foto: Paul Marc Mitchell
Chen Reiss • sopraan, Artist in Residence Geboren: Herzliya, Israël Studie: piano vanaf haar vijfde, zanglessen sinds haar veertiende Debuut: als vast lid van de Bayerische Staatsoper München Gesoleerd bij: Gewandhausorchester Leipzig, Berliner Philharmoniker, Wiener Philharmoniker, Koninklijk Concertgebouworkest, Chicago Symphony, Philharmonia Orchestra, Orchestre de Paris Opera: Wiener Staatsoper, Royal Opera House Covent Garden, Teatro alla Scala, Semperoper Dresden, Deutsche Oper Berlin, De Nationale Opera, Wiener Festwochen, Maggio Musicale Fiorentino, Opera Company of Philadelphia, Israeli Opera Rollen: Sophie/Rosenkavalier, Gretel/ Hänsel und Gretel, Pamina/Zauberflöte, Zerlina/Don Giovanni, Gilda/Rigoletto, Liu/ Turandot, Ginevra/Ariodante Recitals: met pianisten Charles Spencer en Alexander Schmalcz Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2023
Agenda Concert voor Oekraïne za 13 januari 2024 • 20.15 uur dirigent Olha Dondyk piano Antonii Baryshevskyi piano Anna Fedorova Lunyov Libera me voor strijkorkest Silvestrov Epitaph Chopin Tweede pianoconcert
Orkestleden Chef-dirigent Lahav Shani Eredirigent Yannick Nézet-Séguin
Janine Baller Francis Saunders Veronika Lénártová Rosalinde Kluck León van den Berg Olfje van der Klein
Vaste gastdirigent Tarmo Peltokoski Cello Emanuele Silvestri Eerste viool Eugene Lifschitz zo 11 februari 2024 • 14.15 uur Marieke Blankestijn, Joanna Pachucka vr 16 februari 2024 • 20.15 uur concertmeester Daniel Petrovitsch dirigent Lahav Shani Quirine Scheffers Mario Rio sopraan Chen Reiss Hed Yaron Meyerson Gé van Leeuwen Strauss Zes orkestliederen Saskia Otto Eelco Beinema Mahler Zesde symfonie ‘Tragische’ Arno Bons Carla Schrijner Mireille van der Wart Pepijn Meeuws Valentijnsconcert Rachel Browne Yi-Ting Fang wo 14 februari 2024 • 20.15 uur Maria Dingjan sopraan Chen Reiss Marie-José Schrijner Contrabas piano Lahav Shani Noëmi Bodden Matthew Midgley klarinet Julien Hervé Petra Visser Ying Lai Green Schumann Fantasiestücke Sophia Torrenga Jonathan Focquaert Schumann Myrthen (selectie) Hadewijch Hofland Robert Franenberg Spohr Deutsche Lieder (selectie) Annerien Stuker Harke Wiersma Ben-Haim Three Songs Without Alexandra van Beveren Arjen Leendertz Words Ricardo Neto Mahler Das himmlische Leben Tweede viool Schubert Der Hirt auf dem Felsen Charlotte Potgieter Fluit Cecilia Ziano Juliette Hurel Music for Breakfast 3 Frank de Groot Joséphine Olech zo 25 februari 2024 • 10.30 uur Laurens van Vliet Désirée Woudenberg Jurriaanse Zaal, de Doelen met Quirine Scheffers (viool), David Tomoko Hara Fluit/piccolo Fernández Alonso (hoorn) en collega’s Elina Staphorsius Jun Yi Dou Beatriz Da Baião uit het orkest Saint-Saëns Romance voor hoorn en Bob Bruyn Eefje Habraken Hobo piano Maija Reinikainen Remco de Vries Koechlin Quatre petites pièces Wim Ruitenbeek Karel Schoofs Debussy Vioolsonate Babette van den Berg Anja van der Maten Dauprat Hoornkwintet in F Melanie Broers Lana Trimmer Hobo/althobo do 21 maart 2024 • 20.15 uur Ron Tijhuis vr 22 maart 2024 • 20.15 uur Altviool dirigent Lahav Shani Anne Huser Klarinet piano Seong-Jin Cho Roman Spitzer Julien Hervé Rachmaninov Paganini-rapsodie Galahad Samson Bruno Bonansea Prokofjev Romeo en Julia (delen) José Moura Nunes Kerstin Bonk Lex Prummel
Klarinet/ basklarinet Romke-Jan Wijmenga Fagot Pieter Nuytten Lola Descours Marianne Prommel Fagot/ contrafagot Hans Wisse Hoorn David Fernández Alonso Felipe Santos Freitas Silva Wendy Leliveld Richard Speetjens Laurens Otto Pierre Buizer Trompet Alex Elia Simon Wierenga Jos Verspagen Trombone Pierre Volders Alexander Verbeek Remko de Jager Bastrombone Rommert Groenhof Tuba Hendrik-Jan Renes Pauken/slagwerk Danny van de Wal Ronald Ent Martijn Boom Adriaan Feyaerts Harp Charlotte Sprenkels