Concerttoelichting
do 3 oktober 2024 • 20.15 uur
De beproeving van Anthonius (links) en Anthonius bij Paulus de kluizenaar: panelen van het Isenheimer altaarstuk (1511–17) door Matthias Grünewald. Coll. Musée Unterlinden Colmar
PROGRAMMA
Blaník. Omslagillustratie door Antonín König voor de eerste uitgave van Smetana’s partituur (1894) Richard-Strauss-Institut
dirigent Joana Mallwitz
piano Leif Ove Andsnes
Sergei Prokofjev (1891-1953)
Ouverture Oorlog en vrede (1941–42)
Sergei Rachmaninoff (1873 - 1943)
Pianoconcert nr. 3 in d, op. 30 (1909)
• Allegro ma non tanto
• Intermezzo: adagio
• Finale: alla breve
Pauze
Paul Hindemith (1895–1963)
Symfonie Mathis der Maler (1934)
• Engelkonzert
• Grablegung
• Versuchung des heiligen Antonius
Maurice Ravel (1875–1937)
La valse, poème chorégraphique (1919–20)
Einde concert circa 22.30 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest: Prokofjev Ouverture Oorlog en vrede: eerste uitvoering
Rachmaninoff Pianoconcert nr. 3: jun 2023 (tournee), piano Mao Fujita, dirigent Lahav Shani
Hindemith: Symfonie Mathis der Maler: sep 2008, dirigent Valery Gergiev
Ravel La valse: aug 2024 (tournee), dirigent Lahav Shani
Een uur voor aanvang van het concert geeft Sam Wamper een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Piotr Hamryszczak
Tussen hoop en vrees
Wereldvrede leek nog een mogelijkheid in 1909, toen Sergei Rachmaninoff zijn
Derde pianoconcert schreef. Nog geen halve eeuw en twee wereldoorlogen later was er van die droom weinig over. Dit concert voert ons terug naar die roerige tijden, met Maurice Ravel, Paul Hindemith en Sergei Prokofjev als oorlogsverslaggevers.
Vrede en oorlog
‘Op 22 juni, een warme, zonnige ochtend,’ vertelde Sergei Prokofjev later, ‘zat ik aan mijn schrijftafel toen plotseling de vrouw van de nachtwaker verscheen, helemaal ontsteld. “De Duitsers zijn binnengevallen,” hijgde ze. “Ze zeggen dat ze onze steden al aan het bombarderen zijn.”’ Het was 1941. De wereld verkeerde in oorlog en nu werd ook de SovjetUnie aangevallen. Partijleider Stalin riep in een radiotoespraak zijn ‘goede vrienden, broeders en zusters’ op het moederland tot het uiterste te verdedigen.
Kunstenaars bleven niet achter. Nu zat Prokofjev juist met een opera op een toepasselijk thema in zijn hoofd. Oorlog en vrede, gebaseerd op de magistrale roman van Tolstoj waarin de afgestompte, gedesillusioneerde prins Aleksej op zijn sterfbed verlost wordt door de liefde tussen hem en Natasja. Vrede tegen een achtergrond van oorlog. Prokofjev zag het helemaal voor zich, de librettoschets lag al klaar. Maar met de
Duitse inval veranderde de opzet van zijn opera behoorlijk: ‘Die pagina’s over de strijd van het Russische volk tegen de horden van Napoleon in 1812 […] leken bijzonder dichtbij. Het was duidelijk dat precies deze bladzijden aan de basis van de opera moesten liggen.’ Zo werd Oorlog en vrede een patriottisch werk. En eerder een ‘Vrede en oorlog’, want de eerste zeven scènes behandelen de vrede in aristocratische kringen, de laatste zes het slagveld. De ouverture is pure hoornheroïek en gloeiende violenpassie.
Hartstocht en weemoedigheid
Dat de klarinet zo snel de wereld veroverde, is In oktober 1909 reisde Sergei Rachmaninoff naar de Verenigde Staten voor een lange concerttournee. In zijn koffer had hij een gloednieuw, juist voltooid pianoconcert – zijn Derde. De première in New York onder leiding van Walter Damrosch, met de componist zelf aan de vleugel, werd een triomf. Nog meer indruk maakte de uitvoering van anderhalve maand later, gedirigeerd door Gustav Mahler. Rachmaninoff herinnerde zich later nog hoe Mahler in de aanloop naar de concerten uitputtend aan de orkestbegeleiding had gewerkt: ‘Elk detail van de partituur was belangrijk. Hoewel de repetitie om 12.30 uur zou eindigen, speelden en speelden we, ver voorbij dit uur. Toen Mahler aankondigde dat het eerste deel nog eens herhaald zou worden, verwachtte ik protest van de musici. Maar ik bemerkte geen schijn van ergernis.’
Rachmaninoffs Derde vraagt het nodige van
het orkest, maar nog meer van de solist. Het staat bekend als de Mount Everest onder de pianoconcerten: veertig minuten lang en technisch zeer veeleisend. Maar belangrijker dan die uiterlijke zaken is de gevoelswaarde van deze muziek vol hartstocht en weemoedigheid. In 1930, toen Rusland inmiddels onderdeel van de Sovjet-Unie was, zei Rachmaninoffs zwager dat hij er de nostalgie naar een verloren Rusland in hoorde. Dit concert liet de luisteraars weer even leven in het ‘mooie verleden’, zodat ze een klein uur lang de ‘slechte toekomst’ konden vergeten.
Engelen en monsters
Paul Hindemiths symfonie Mathis der Maler verwijst naar de zestiende-eeuwse mystieke schilder Matthias Grünewald en diens beroemde Isenheimer Altaar. ‘Der Maler’ leefde in roerige tijden, boeren voerden een bloedige opstand tegen de overheersende adel en de katholieke kerk. Hindemith zag hier parallellen met zijn eigen tijd. We schrijven het jaar 1934. Met de nazi’s aan de macht stevent Duitsland regelrecht af op een historische catastrofe. Niemand is veilig onder hun gewelddadige bewind.
De drie delen van Hindemiths symfonie zijn gebaseerd op drie panelen van Grünewalds altaarstuk. Het eerste deel schildert een engelenconcert. Hindemith gebruikt hier de melodie van het middeleeuwse lied Es sungen drei Engel. Het sobere middendeel, dat de Graflegging van Christus toont, is een kort moment van rust: een groot contrast met de monumentale finale, die de Beproeving van St. Antonius uitbeeldt. In Grünewalds altaarstuk zien we een surrealistisch tafereel, waarin de heilige belaagd wordt door bloeddorstige monsters; Hindemith vertaalt dat beeld in een muzikale koortsdroom die eindigt met een verlossend Halleluja. Bij de première, op 12 maart 1934 in de Berliner
Philharmonie, oogstte de symfonie een overweldigend succes. De nazi’s, die Hindemith als een gevaarlijke cultuurbolsjewist hadden beschouwd, begonnen zich af te vragen of in deze componist misschien niet toch een ‘Reichsmusikgenie’ school. Maar door een hetze belandde Hindemith datzelfde jaar nog definitief in het ‘entartete’ kamp. Er volgde een uitvoeringsverbod van zijn werken; ook Mathis der Maler ging in de ban.
Een surrealistisch tafereel, waarin de heilige belaagd wordt door bloeddorstige monsters
Slagveld of balzaal?
Heeft ook Maurice Ravels La valse een achtergrond van bloedige strijd? Zo kort na de Eerste Wereldoorlog geschreven, in 1920, laadt het oververhitte stuk wel die verdenking op zich. Maar Ravel zelf had een heel andere uitleg bij zijn muziek: ’Dwarrelende wolken splijten bij vlagen en laten de blik vrij voor walsende paren […] Het toneel wordt langzaam helderder: het licht van de kroonluchters beschijnt een keizerlijk hof omstreeks 1855.’ Hij was al in 1906 begonnen aan La valse als eerbetoon aan walsenkoning Johann Strauss. Dat was jaren voordat de Eerste Wereldoorlog uitbrak.
Hoe zit het nou? Neemt La valse ons mee naar het slagveld of naar de balzaal? Volgens componist George Benjamin hoeven we geen keuze te maken. ‘Of het nu wel of niet als metafoor is bedoeld voor de hachelijke situatie van de Europese beschaving tijdens de nasleep van de Grote Oorlog, in één deel geeft het geboorte, verval en vernietiging weer van een muzikaal genre: de wals.’
Stephen Westra
Joana Mallwitz • dirigent
Geboren: Hildesheim, Duitsland
Huidige positie: chef-dirigent
Konzerthausorchester Berlin, eredirigent Staatsphilharmonie Nürnberg
Studie: eerste vioolessen op driejarige leeftijd, piano vanaf vijf jaar, conservatoriumstudie in Hannover bij Martin Brauss en Eiji Ōue (orkestdirectie), en KarlHeinz Kämmerling en Bernd Goetzke (piano)
Prijzen: Opernwelt Dirigent des Jahres 2019, Sonderpreis des Kulturpreises Bayern 2020, Verdienstorden der Bundesrepublik Deutschland (2023)
Doorbraak: 2006 als invallend dirigent in Puccini’s Madama Butterfly te Heidelberg
Daarna: gastdirecties Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Münchner Philharmoniker, Wiener Philharmoniker, Boston Symphony Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest, Salzburger Festspiele, Semperoper Dresden, Royal Opera House Covent Garden, De Nationale Opera
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Leif Ove Andsnes • piano
Geboren: Karmøy, Noorwegen
Studie: piano aan het conservatorium van Bergen bij Jiří Hlinka
Doorbraak: 1989, debuut Edinburgh International Festival
Daarna: gesoleerd bij alle grote orkesten over de hele wereld; solorecitals en kamermuziek op de belangrijkste
internationale podia en festivals; talloze meermaals bekroonde opnames bij Virgin, EMI en Sony
Kamermuziek: oprichter Rosendal Chamber Music Festival, mede-oprichter en coartistic director (1991–2000) Risør Festival of Chamber Music, artistiek leider Ojai Music Festival 2012
Titels: Commandeur in de Koninklijke Noorse Orde van Sint-Olav, eredoctoraten Universiteiten van Bergen en Oslo, Juilliard School of Music New York
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Orkestleden Agenda
vr 11 oktober 2024 • 20.15 uur
dirigent John Adams vocalisten i.s.m. Koninklijk
Conservatorium
Andriessen De Staat
Adams Harmonielehre
do 17 oktober 2024 • 20.15 uur
vr 18 oktober 2024 • 20.15 uur
zo 20 oktober 2024 • 14.15 uur
dirigent Stanislav Kochanovsky
Tsjaikovski Derde suite
Rimski-Korsakov Sheherazade
vr 1 november 2024 • 20.15 uur
zo 3 november 2024 • 14.15 uur
dirigent Stéphane Denève
piano Marie-Ange Nguci
Boulanger D’un matin de printemps
Saint-Saëns Tweede pianoconcert
Ravel/Visman Gaspard de la nuit (wereldpremière)
Stravinsky De vuurvogel (suite 1919)
do 7 november 2024 • 20.15 uur
vr 8 november 2024 • 20.15 uur
dirigent Tarmo Peltokoski
cello Truls Mørk
Saariaho Ciel d’hiver
Sjostakovitsj Tweede celloconcert
Sibelius Eerste symfonie
Help ons met uw review
Hebt u een momentje? U helpt ons door een Google review achter te laten. Het kost u één minuut: scan de onderstaande
QR-code en laat weten wat u van ons orkest vindt.
Dank u wel!
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Harke Wiersma
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Da Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Adriaan Feyaerts
Harp
Charlotte Sprenkels