Concerttoelichting
ZOMERAVONDCONCERT VR 3 SEPTEMBER 2021 • 20.15 UUR
PROGRAMMA dirigent Lahav Shani fluit Joséphine Olech Modest Moesorgski 1839-1881 Chovansjtsjina: Prelude [1872-1880, ork. Dmitri Sjostakovitsj 1959] Thierry Escaich *1965 Concert voor fluit en orkest [2021, opdrachtwerk, publiekspremière] • Vivace – • Andante – • Allegro moderato Pauze Modest Moesorgski Schilderijen van een tentoonstelling [1874, ork. Maurice Ravel 1922] • Promenade 1 • De gnoom • Promenade 2 • Het oude kasteel • Promenade 3 • Tuilerieën (kibbelende kinderen na het spel) • De ossenwagen • Promenade 4 • Ballet van de kuikens in hun eierschalen • Samuel Goldenberg en Schmuÿle • Promenade 5 • Het marktplein van Limoges • Catacomben, Romeins graf • Met de doden in een dode taal • De hut op kippenpoten (Baba Jaga) • De grote poort van Kiev Einde concert circa 22.00 uur Vorige uitvoering door ons orkest: Moesorgski Chovansjtsjina: okt 2014, dirigent Yannick Nézet-Séguin Escaich Fluitconcert: mei 2021 (wereldpremière zonder publiek), fluit Joséphine Olech, dirigent Lahav Shani Moesorgski Schilderijententoonstelling: feb 2020, dirigent Krzysztof Urbański Een uur voor aanvang van het concert geeft altvioliste Veronika Lénártová een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Portret van de componist M.P. Moesorgski, schilderij van Ilja Repin (1881), collectie Tretjakovgalerij Moskou
Reizen in de tijd Muziek neemt ons mee naar een andere tijd, speelt met onze tijdsbeleving. Componisten zetten de tijd stil of jagen ons juist voort door de tijd. Moesorgski volgt het tempo van de negentiende eeuw, Escaich zet een tandje bij in de eenentwintigste eeuw. Tempo van de dageraad Met het openingstafereel van zijn opera Chovansjtsjina (De zaak Chovanski) neemt Modest Moesorgski ons mee naar een vroege morgen in Moskou, aan het einde van de zeventiende eeuw. De prelude met de bijnaam ‘Dageraad boven de Moskva’ verklankt een stad die langzaam wakker wordt. De klokken luiden voor het ochtendgebed, de haan kraait, de stadspoort wordt ontgrendeld. Een Russische melodie bloeit op uit de strijkers… maar dat is niet wat Moesorgski schreef. Toen hij in 1881 stierf liet hij een chaotische verzameling manuscripten na, voor het grootste deel voor piano en zangstem genoteerd. De tijd was hem niet vergund om zijn werk te orkestreren. Met de beste bedoelingen probeerde zijn vriend Rimski-Korsakov orde in de papieren te scheppen. Hij liet wat delen weg, orkestreerde het geheel en ‘corrigeerde’ wat al te gewaagde samenklanken. Moesorgski was als componist immers autodidact en ging er prat op dat hij nooit beïnvloed was door westerse compositielessen. Dat is in zekere zin ook het onderwerp van de opera: de strijd tegen Tsaar Peter de Grote die het oude Rusland op westerse leest wil moderniseren. Prins Ivan Chovanski was een van zijn tegenstanders die uiteindelijk het onderspit delfden. De Russische volksmelodie was voor Moesorgski dus heel belangrijk, maar welk instrument er klinkt komt in dit geval uit de koker van Sjostakovitsj. Hij bleef in 1959 de manuscripten van Moesorgski veel meer trouw dan Rimski-Korsakov, de gepeperde samenklanken klonken in de twintigste eeuw al een stuk minder ‘fout’. In 1960 hoorde het publiek voor het eerst daadwerkelijk de (buis)klokken voor het ochtendgebed luiden, waar RimskiKorsakov eerder nog voor een meer dreigende gongslag had gekozen. Sjostakovitsj voegde ook een anachronisme toe met de tinkelende klanken van de celesta, een instrument dat pas vijf jaar na de dood van Moesorgski gebouwd werd.
De fluit gaat vastberaden voort om tenslotte een triomfantelijke lange neus te maken naar iedereen Als op een vluchtheuvel Waar Moesorgski de tijd nam om de zon langzaam op te laten gaan – het is tenslotte de opening van een drie uur durende opera – brengt Escaich de luisteraar met een flinke klap terug in de jachtige eenentwintigste eeuw. Gordels om, met een zweepslag gaat een opwindende reis van start! Snelle signaalnootjes in het koper geven een gevoel van haast en als een vlinder fladdert en dwarrelt de fluit langs flarden van een jazzy herhaalde baslijn en lyrische vioolmelodieën. Joséphine Olech, de solofluitiste van het orkest voor wie het concert geschreven werd, herkent naast jazz ook veel Franse invloeden in haar partij. In een filmpje op facebook laat ze lachend de vele pagina’s vol noten openvallen. Als organist is Escaich een groot improvisator, een kwaliteit die je terughoort in de verrassende wendingen en de interactie tussen fluit en orkest. Zijn passie voor film vertaalt zich in de beeldende en montage-achtige muziek. De componist beschrijft zijn fluitconcert als drie tableaus, van elkaar gescheiden door intermezzi waarin de tijd juist stil lijkt te staan. Het eerste tableau noemt hij ‘Theater van het Absurdisme’, muziek vol contrasten, ijle noten en hinnikend lachen, een komische opera. Vervolgens belandt de muziek met een dalende lijn op het eerste rustpunt. De luisteraar kan – als op een vluchtheuvel – even op adem komen. Het tweede tableau beschrijft de componist als de ontleding van
een droom. De solofluit leidt de dans en lijkt te improviseren, verbindt en reageert op wat uit het orkest wordt aangeboden. Opnieuw daalt de muziek af in een grote leegte, tot – met dringend geklop op de deur – zich het laatste tableau aandient. De personages uit de komische opera proberen de fluit af te leiden, maar zij gaat vastberaden voort om tenslotte een triomfantelijke lange neus te maken naar iedereen. Stilstaan bij een vriend Escaichs tableaus zitten vol beweging waarbij de intermezzo’s als rustpunten fungeren. In de Schilderijententoonstelling staat Moesorgski juist stil bij de verschillende taferelen en zit de beweging in de verbindende muziek. De componist wandelt daarin over de tentoonstelling ter nagedachtenis van zijn vriend Viktor Hartmann. Wandelend van het ene schilderij naar het andere haalt hij herinneringen op aan de kunstenaar. Toen deze in de zomer van 1873 op jonge leeftijd overleed, was Moesorgski al geruime tijd bezig met zijn opera Chovansjtsjina. Het componeren van de muziek bij de schilderijen was voor hem pure ontspanning tussendoor, binnen drie weken had hij zijn ideeën uitgewerkt in een compositie voor piano. Uit meer dan 400 tentoongestelde afbeeldingen koos hij een klein aantal kunstwerken ter inspiratie. Moesorgski prees zijn vriend Hartmann om diens Russische
Cover: Prentententoonstelling, litho van Maurits Escher (1956)
karakter en sociale bewogenheid. Russische volksmuziek had daarom ook in dit werk grote invloed, bijvoorbeeld in het deel geïnspireerd op Hartmanns ontwerp voor een klok in de vorm van de hut van de Russische sprookjesheks Baba Jaga en in de majestueuze muziek bij zijn ontwerp voor de grote poort van Kiev, dat destijds deel uitmaakte van het Keizerrijk Rusland. Hartmann tekende een bouwsel in oude Russische stijl, met de bol-spitse torens die we zo goed kennen van de kathedraal op het Rode Plein. Niet verwonderlijk dat ook hier weer de (buis)klokken klinken… in dit geval een vondst van Ravel, die de pianomuziek in opdracht van dirigent Serge Koussevitzky in 1922 orkestreerde. Net als Sjostakovitsj vond Ravel kennelijk dat de celesta (meteen te horen in het eerste schilderij, de gnoom) goed bij Moesorgski paste, hoewel de componist het tinkelende geluid dus niet gekend kan hebben. Carine Alders
Joséphine Olech, Fluit Geboren: Parijs, Frankrijk Studie: Conservatoire à rayonnement régional de Paris bij Nathalie Rozat; Conservatoire de Paris bij Sophie Cherrier en Vincent Lucas Prijzen: Eerste prijs, Publieksprijs en Junior Juryprijs Carl Nielsen International Competition (2019); derde prijs Prague Spring International Competition (2015) Huidige functie: solofluitiste bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest (sinds 2017) Eerder: lid Academie van het Concertgebouworkest; eerste fluitiste Gustav Mahler Jugendorchester Kamermuziek: met fluitiste Juliette Hurel, klarinettist Julien Hervé, harpiste Anaïs Gaudemard; Quator Hanson; Ensemble Ouranos Opgericht: medeoprichter Alma Mahler Kammerorchester in 2016 Solodebuut Rotterdams Philharmonisch: 2021
Foto Marco Borggreve
Lahav Shani, dirigent Geboren: Tel Aviv, Israël Huidige positie: chef-dirigent Rotterdams Philharmonisch Orkest; music director Israel Philharmonic Orchestra Eerder: vaste gastdirigent Wiener Symphoniker van 2017-2020 Studie: piano aan de Buchmann-Mehta School of Music Tel Aviv; piano en directie aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ Berlijn; Mentor: Daniel Barenboim Doorbraak: 2013, na het behalen van de eerste prijs van het Gustav Mahler Dirigentenconcours in Bamberg Daarna: gastdirecties Berliner Staatskapelle, Berliner Staatsoper, Wiener Philharmoniker, Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Staatskapelle Dresden, Tonhalle Orchester Zürich, Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, Philharmonia Orchestra, Philadelphia Orchestra, Pittsburgh Symphony Orchestra, Seoul Philharmonic Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2016, als dirigent en pianosolist
Foto Bruno Bonansea
AGENDA 15 t/m 19 september 2021 25ste Gergiev Festival www.gergievfestival.nl do 30 september 2021 • 20.15 uur vr 1 oktober 2021 • 20.15 uur zo 3 oktober 2021 • 14.15 uur dirigent Lahav Shani piano Yuja Wang Wantenaar Meander (opdrachtwerk, wereldpremière) Sjostakovitsj Tweede pianoconcert Rachmaninov Symfonische dansen vr 15 oktober 2021 • 20.15 uur dirigent John Adams piano Katia en Marielle Labèque Reich Three Movements Glass Concert voor twee piano’s Adams Naive and Sentimental Music (Nederlandse première herziene versie) vr 29 oktober 2021 • 20.15 uur zo 31 oktober 2021 • 14.15 uur dirigent Edo de Waart fagot Pieter Nuytten Dvořák Blazersserenade Weber Andante e Rondo ongarese Dvořák Negende symfonie ‘Uit de Nieuwe Wereld’ za 30 oktober 2021 • 19.00 uur Griezelconcert Halloween (6+) dirigent Adam Hickox acteur Michel Sorbach regie/tekst Bart Oomen filmanimatie Sebastiaan de Ruiter muziek van Moesorgski, Saint-Saëns en Dukas do 4 november 2021 • 20.15 uur vr 5 november 2021 • 20.15 uur zo 7 november 2021 • 14.15 uur dirigent Lahav Shani cello Nicolas Altstaedt Bloch Schelomo Mahler Eerste symfonie
ORKESTLEDEN Chef-dirigent Lahav Shani Eredirigent Valery Gergiev Yannick Nézet-Séguin Eerste viool Igor Gruppman, concertmeester Marieke Blankestijn, concertmeester Quirine Scheffers Hed Yaron Meyerson Saskia Otto Arno Bons Mireille van der Wart Shelly Greenberg Cor van der Linden Rachel Browne Maria Dingjan Marie-José Schrijner Noëmi Bodden Petra Visser Sophia Torrenga Hadewijch Hofland Annerien Stuker Alexandra van Beveren Koen Stapert Tweede viool Charlotte Potgieter Cecilia Ziano Frank de Groot Laurens van Vliet Tomoko Hara Elina Staphorsius Jun Yi Dou Bob Bruyn Letizia Sciarone Eefje Habraken Maija Reinikainen Sumire Hara Wim Ruitenbeek Babette van den Berg Melanie Broers
Altviool Anne Huser Roman Spitzer Maartje van Rheeden Galahad Samson Kerstin Bonk Lex Prummel Janine Baller Francis Saunders Veronika Lénártová Rosalinde Kluck León van den Berg Cello Emanuele Silvestri Joanna Pachucka Daniel Petrovitsch Mario Rio Gé van Leeuwen Eelco Beinema Carla Schrijner Pepijn Meeuws Yi-Ting Fang Contrabas Matthew Midgley Ying Lai Green Jonathan Focquaert Robert Franenberg Harke Wiersma Arjen Leendertz Ricardo Neto Fluit Juliette Hurel Joséphine Olech Désirée Woudenberg Hobo Remco de Vries Karel Schoofs Hans Cartigny Anja van der Maten Hobo/althobo Ron Tijhuis Klarinet Julien Hervé Bruno Bonansea Jan Jansen
Klarinet/ basklarinet Romke-Jan Wijmenga Fagot Pieter Nuytten Marianne Prommel Fagot/contrafagot Hans Wisse Hoorn David Fernández Alonso Wendy Leliveld Richard Speetjens Laurens Otto Pierre Buizer Trompet Giuliano Sommerhalder Alex Elia Arto Hoornweg Simon Wierenga Jos Verspagen Trombone Pierre Volders Alexander Verbeek Remko de Jager Bastrombone/ contrabastrombone Ben van Dijk Tuba Hendrik-Jan Renes Pauken/slagwerk Randy Max Danny van de Wal Ronald Ent Martijn Boom Adriaan Feyaerts Harp Charlotte Sprenkels