PROGRAMMA
dirigent Jukka-Pekka Saraste viool Johan Dalene
Felix Mendelssohn-Bartholdy (18091847)
Vioolconcert in e opus 64 (1844)
• Allegro molto appassionato
• Andante
• Allegretto non troppo - Allegro molto vivace
pauze
Anton Bruckner (1824-1896)
Symfonie nr 7 in E (1881–83)
• Allegro moderato
• Adagio. Sehr feierlich und sehr langsam
• Scherzo. Sehr schnell
• Finale. Bewegt, doch nicht schnell
Einde concert circa 22.15/16.15 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest: Mendelssohn Vioolconcert: mrt 2021, viool Leonidas Kavakos, dirigent Andrés Orozco Estrada (online)
Bruckner Symfonie nr. 7: okt 2018, dirigent Lahav Shani
Een uur voor aanvang van het concert geven Wim Ruitenbeek en Galahad Samson een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Richard Dacker (Pexels).
Bad Soden en zijn omgeving. Staalgravure naar een ontwerp van Ludwig Rohbock, circa 1850. Coll. Zentralinstitut für Kunstgeschichte, München.
Geluk en pijn
Het Vioolconcert van Felix Mendelssohn weerspiegelt de idyllische omstandigheden waarin het werd geschreven. Het contrast met Anton Bruckners Zevende kon bijna niet groter zijn: in die symfonie klinkt de rouw om een bitter verlies.
Glanzende parel
Felix Mendelssohn leidde een gejaagd, overvol en onrustig leven, gevolgd door een ontijdige dood op 38-jarige leeftijd. Maar de omstandigheden waaronder hij zijn Vioolconcert schreef, waren nu bij uitzondering eens heel kalm. ‘Ik lig onder appelbomen en grote eiken … Verder eet ik ’s middags en ’s avonds aardbeien bij de koffie, drink Assmannshäuser bronwater, sta om zes uur op en krijg toch nog negen en een half uur slaap.’ Mendelssohn heeft na een vermoeiende concerttournee vakantie genomen in Bad Soden, lieflijk gelegen aan de voet van het Taunusgebergte in Midden-Duitsland. Hoezeer heeft hij ernaar uitgekeken de drukte van de grote stad achter zich te laten: ‘de eerste stap uit Berlijn is de eerste stap naar het geluk.’ En dat geluk is hier. Zijn gezin is bij hem, Cécile en de vier kleintjes. Idyllische omstandigheden om een werk te voltooien dat hem al lang bezighoudt.
‘Ik wil een vioolconcert voor je schrijven,’ had hij al zo’n zes jaar eerder laten weten aan zijn vriend Ferdinand David. ‘Eentje in
e-klein raast door mijn hoofd en het begin ervan laat me geen moment met rust.’ Maar het kwam er steeds niet van – wellicht omdat Mendelssohn zijn ideeën aanvankelijk wilde uitwerken in een pianoconcert, waarvan het manuscript een paar jaar geleden opdook. Die compositie bleef onvoltooid, misschien maar beter ook, want wie weet hadden we anders het Vioolconcert, deze lieflijk glanzende parel, niet gehad. Behalve erg mooi is het ook vernieuwend. Mendelssohn last als eerste in de geschiedenis de drie delen aan elkaar; om tussentijds applaus te voorkomen, zei hij. Deel 1 en 2 worden verbonden door een aangehouden fagotnoot; tussen 2 en 3 schuift Mendelssohn een minideeltje, een lief Allegretto dat een soort reminiscentie is van het eerste deel. Nieuw is ook, dat de solocadens helemaal is uitgeschreven. Geen improvisatie van de solist dus, maar Mendelssohns eigen noten.
Plechtige lofzang
Anton Bruckner kon machtig improviseren achter de grootste orgels. Schreef grandioze symfonieën, ware kathedralen van muziek. Liet het koper stralen en vlammen als geen ander. En was toch verschrikkelijk onzeker over zichzelf. Tot op hoge leeftijd bleef hij zich onderwerpen aan de mening van theoriedocenten, haast smekend om diploma’s die van zijn kunnen moesten getuigen. Had een dirigent commentaar op een symfonie van hem, dan herzag hij die onmiddellijk. Zoveel groot-groots aan hem, maar ook zoveel klein-kleinerends: hij zal altijd een raadsel blijven.
Anton Bruckner. Portret door Riccardo Vecchio voor The New Yorker.In juli 1882 – Bruckner is dan 57 – mag hij op bezoek bij Richard Wagner, zijn afgod. Hij laat zijn partituren aan Wagner zien, en die spreekt zijn waardering uit. Bruckner is in de zevende hemel.
Wagner: ‘Ik zal uw symfonieën dirigeren.’
Bruckner: ‘O, Meester!’
Wagner: ‘Was u al bij de Parsifal? Vond u het mooi?’
Bruckner: ‘Meester, ik aanbid U!’
Wagner: ‘Nou, kalm aan, Bruckner. Ik ga slapen.’
Inmiddels is Bruckner op de knieën neergezonken, heeft Wagners ‘doorluchtige hand’ tegen zijn mond gedrukt en deze gekust.
Bruckner: ‘Meester, ik
aanbid U!’
Wagner: ‘Nou, kalm aan
Bruckner. Ik ga slapen.’
Een half jaar na deze ontmoeting overlijdt Wagner. Bruckner is diep geschokt. In zijn Zevende symfonie, waarmee hij dan al anderhalf jaar bezig is, ruimt hij voor Wagner een belangrijke plaats in. Hij gooit het Adagio om. Het wordt een graf- én lofzang op zijn grote voorbeeld, ‘zeer plechtig en zeer langzaam’, volgens velen het hoogtepunt uit zijn oeuvre. Bruckner breidt het orkest uit met vier zogeheten Wagnertuba’s, instrumenten die Wagner had gebruikt in zijn Ring des Nibelungen. En dan is er nog de bekkenslag tijdens de climax van dit langzame deel. Het verhaal gaat dat Bruckner die toevoegt op het moment dat hij Wagners dood verneemt. Maar dat is een legende; het is een suggestie van Arthur Nikisch, de jonge talentvolle dirigent en durfal die de eerste uitvoering zal leiden.
Voorspellende droom
De première van de Zevende wordt Bruckners eerste grote succes – een triomf die zich al eerder had aangekondigd. Toen Bruckner aan de symfonie begon, had hij op een nacht een vreemde droom. ‘Een vroegere vriend van mij uit Linz verscheen, Dorn. Hij dicteerde mij het hoofdthema van het eerste deel en ik schreef het onmiddellijk op. “Let maar op,” zei Dorn, “dit thema zal je geluk brengen.”’ Het wordt ook wel eens tijd. Tot dan toe heeft iedereen Bruckner voornamelijk links laten liggen. Nu blijkt de droom voorspellende waarde te hebben. Daags na de première op 30 december 1884 in Leipzig, schrijft de Deutsche Zeitung: ‘Met groeiende belangstelling volgde het publiek de ontvouwing van de grandioze en diep-ernstige gedachten die dit werk in zich herbergt. Van deel tot deel werden de bijvalsbetuigingen enthousiaster.’
Dat is in Leipzig, waar trouwens veertig jaar eerder ook Mendelssohns Vioolconcert in première ging. Een goed begin, en het succes zet door. Nadat de tweede uitvoering op 10 maart 1885 in de Odeonzaal in München heeft geklonken, roept dirigent Hermann Levi de orkestleden nog eens bij elkaar. ‘Mijne heren! In dit huis hebben we al vaak voor de koning louter meesterwerken gespeeld. Thans hebben we een vorst in het rijk der tonen onder ons. Ik verzoek u ter ere van hem nog een deel uit het Adagio te spelen.’ De zaal is al leeg en in de nu maagdelijke ruimte klinkt tot drie keer toe de passage waarin Bruckner zijn pijn om Wagners dood heeft weergegeven. Elf jaar later zal deze muziek ook klinken bij Bruckners eigen begrafenis.
Stephen WestraJohan Dalene • viool
Geboren: Svärtinge, Zweden
Studie: eerste vioollessen op vierjarige leeftijd, student-in-residence Verbier Festival bij Janine Jansen, Leif Ove Andsnes en Gideon Kremer, Conservatorium van Stockholm bij Per Enoksson
Prijs: Gramophone Young Artist of the Year 2022
Doorbraak: 2019: eerste prijs Internationaal Carl Nielsen Concours
Daarna: Gewandhausorchester Leipzig, Tsjechisch Filharmonisch Orkest, San Francisco Symphony Orchestra, London Philharmonic Orchestra, Royal Stockholm Philharmonic met dirigenten als Semyon Bychkov, Andrew Manze, Sakari Oramo, Esa-Pekka Salonen, BBC New Generation Artist (2019–2021), artist-in-residence bij het Swedish Radio Symphony Orchestra (2020–2021), Gävle Symphony (2023–2024) en het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra (2023–2024)
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Jukka-Pekka • Saraste dirigent
Geboren: Heinola, Finland
Huidige positie: chef-dirigent Helsinki Philharmonic Orchestra, eredirigent Filharmonisch Orkest Oslo, eredirigent Fins Radio Symfonieorkest; oprichter en artistiek adviseur Finnish Chamber Orchestra
Eerder: chef-dirigent WDR Sinfonieorchester
Köln, Scottish Chamber Orchestra, Toronto Symphony Orchestra
Studie: Sibelius Academy Helsinki, orkestdirectie bij Jorma Panula
Prijzen: Pro Finlandia Prize, Sibelius Medaille, Finse Staatsprijs voor muziek
Gastdirecties: London Philharmonic Orchestra, Philharmonia Orchestra, Orchestre de Paris, Gewandhausorchester Leipzig, Koninklijk Concertgebouworkest, NHK Symphony Orchestra, Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Münchner Philharmoniker, Wiener Symphoniker, Staatskapelle Dresden, Cleveland Orchestra, symfonieorkesten van Boston, Chicago, San Francisco, Los Angeles Philharmonic Orchestra, New York Philharmonic Orchestra
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 1990
Foto: Felix Broede Foto: Mats BäckerOrkestleden Agenda
Apollo (4+)
zo 14 april 2024 • 13.15
en 15.15 uur
dirigent Rolf Verbeek
regie Rosa Peters
acteurs Freek den Hartogh, Amro Kasr, Martijn van der Veen en Hanna van Vliet Van Binsbergen Apollo
Proms: Spring Is In The Air
vr 19 april 2024 • 20.30 uur
artistieke leiding Marieke
Blankestijn
viool Kira van der Woerd
Vivaldi De vier jaargetijden: De lente
Pachelbel Canon en Gigue
Handel Concerto grosso op.6 nr.4
Bach Air uit Derde suite
Vivaldi De vier jaargetijden: De zomer
vr 26 april 2024 • 18.00 uur
dirigent Yannick Nézet-Séguin
Siegmund Stanislas de Barbeyrac
Sieglinde
Elza van den Heever
Hunding Soloman Howard
Wotan Brian Mulligan
Brünnhilde Tamara Wilson
Fricka Karen Cargill
Wagner Die Walküre
do 2 mei 2024 • 20.15 uur
dirigent Yannick Nézet-Séguin
viool Randall Goosby
Dvořák Ouverture Carnaval
Price Tweede vioolconcert
Price Adoration
Brahms Vierde symfonie
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Mireille van der Wart
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Cecilia Ziano
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Tomoko Hara
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Wim Ruitenbeek
Babette van den Berg
Melanie Broers
Lana Trimmer
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Lex Prummel
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Cello
Emanuele Silvestri
Eugene Lifschitz
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Gé van Leeuwen
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Harke Wiersma
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Fluit/piccolo
Beatriz Da Baião
Hobo
Remco de Vries
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Santos Freitas Silva
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Adriaan Feyaerts
Harp
Charlotte Sprenkels