Concerttoelichting
PROGRAMMA
dirigent Yannick Nézet-Séguin viool Randall Goosby
Antonín Dvořák (1841–1904) Ouverture Carnaval (1891)
Florence Price (1887–1953) Vioolconcert nr. 2 (1952)
Florence Price Adoration (1951)
Bewerking voor strijkorkest en solist door Peter Simcich
pauze
Johannes Brahms (1833–1897)
Symfonie nr. 4 in e, op. 98 (1884)
• Allegro non troppo
• Andante moderato
• Allegro giocoso
• Allegro energico e passionato
Einde concert circa 22.10/16.10 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest: Dvořák Ouverture Carnaval : nov 2017, dirigent Lahav Shani
Price Vioolconcert nr. 2: eerste uitvoering
Price Adoration: eerste uitvoering Brahms: Symfonie nr. 4: okt 2018, dirigent Lahav Shani (tournee)
Een uur voor aanvang van het concert geeft Michel Khalifa een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Takashi Miyazaki (unsplash)
Florence Price rond 1945. Foto University of Arkansas Special Collections.
Een web van inspiratie
Elke componist staat op de schouders van voorgangers en spint een eigen draad in het web van de muziekgeschiedenis. Met steun van Brahms reikte de roem van Dvořák tot over de oceaan. Mede dankzij Dvořák kon Price Afro-Amerikaanse inspiratie in haar eigen muziek verweven.
Op 27 september 1892, na een stormachtige tiendaagse zeereis, zette Antonín Dvořák voor het eerst voet aan wal in New York. Jeannette Thurber, een vooraanstaand mecenas in de muziek, had hem na lang aandringen overgehaald om directeur te worden van het door haar opgerichte Nationaal Conservatorium van Amerika. Drie weken na zijn aankomst trad Dvořák voor het eerst in New York op; hij dirigeerde zelf zijn nieuwe ouverture Carnaval, een werk dat ook bij zijn laatste concert in Praag geklonken had. Een recensent van de New York Times hoorde ‘opgewekt viriele’ muziek en ‘levenslustige mannelijkheid’ met een middendeel van ‘serene lieflijkheid’ en ‘zeldzame tederheid’. Volgens de criticus kon Dvořák niet dirigeren, maar dat was hem vergeven zolang hij zulke prachtige muziek bleef componeren.
Amerikaanse traditie Thurbers doel was om met haar conservatorium een echt Amerikaanse muziektraditie te ontwikkelen. Dvořák nam deze taak met verve op zich en liet al snel publiekelijk optekenen dat volgens hem in de Afro-Amerikaanse muziek de sleutel
lag tot een eigen nationaal geluid. Thurber gaf bovendien iedereen met talent toegang tot de opleiding, ongeacht kleur of sekse. Zo werd Harry Burleigh – opgegroeid als zanger in de gospeltraditie – een van de honderdvijftig Afro-Amerikaanse studenten aan het conservatorium. Hij werd Dvořáks leerling en assistent en liet hem kennismaken met verschillende negrospirituals die de componist in zijn Symfonie ‘Uit de nieuwe wereld’ zou verwerken.
Ver van New York, in Little Rock, Arkansas, had de vierjarige Florence Smith in 1892 net haar eerste piano-optreden achter de rug. Tien jaar later schreef ze zich in aan het New England Conservatory of Music in Boston, als ‘Mexicaanse’ om te voorkomen dat ze als kind van een zwarte vader geweigerd zou worden. Terug in Little Rock trouwde ze met Thomas Price, maar toenemend racistisch geweld deed het echtpaar met twee jonge kinderen uitwijken naar Chicago, de bakermat van de gospel. In de bloeiende zwarte gemeenschap daar kwam het muzikale talent van Florence Price tot volle wasdom. Ze volgde gretig allerlei lessen, was een graag geziene gast in artistieke salons, gaf lezingen voor de Chicago Music Association, speelde orgel in de kerk, dirigeerde een koor en legde zich steeds meer toe op het componeren. In de voetsporen van Dvořák gebruikte ze AfroAmerikaanse muziek als inspiratie. In 1932 won ze met twee composities driekwart van het prijzengeld van een nationale competitie, terwijl het resterende bedrag naar haar leerling Margaret Bond ging. Niet lang daarna speelde het Chicago Symphony Orchestra haar winnende Symfonie in e-klein (dezelfde toonsoort als Brahms’ Vierde en Dvořáks
De trein van Wenen naar Mürzzuschlag, waar Brahms zijn Vierde symfonie componeerde. Advertentie voor de zomerdienstregeling, 1910.
Symfonie ‘Uit de nieuwe wereld’), de eerste keer dat een symfonie van een zwarte vrouw in de concertzaal klonk.
Onvindbaar
In 1951 – haar naam was inmiddels internationaal gevestigd – schreef Price Adoration voor orgel, later bewerkt voor viool solo en strijkorkest door Peter Simcich. Een jaar later componeerde ze haar Tweede vioolconcert, een werk in één deel met een virtuoze rol voor de viool. Price combineerde
In de voetsporen van Dvořák gebruikte Florence
Price de Afro-Amerikaanse muziek als inspiratie.
inspiratie uit de zwarte muziektraditie met de klassieke traditie waarin ze geschoold was. Ze zou de eerste uitvoering echter niet meemaken, in 1953 overleed ze, aan de vooravond van een reis naar Europa om een prestigieuze prijs in ontvangst te nemen. Pas elf jaar na haar dood beleefde het Tweede vioolconcert zijn première, maar het bleef bij een eenmalige uitvoering. De partituur werd niet gepubliceerd en kwam later te boek te staan als ‘verloren’. Pas in 2009 dook het handschrift op – samen met een schat aan andere vergeten manuscripten – in een leegstaand vervallen huis in de buitenwijken van St. Anne, Illinois, dat ooit Price’ zomerverblijf was geweest. Inmiddels is het werk meermaals opgenomen en verovert het alsnog wereldwijd de concertpodia.
Onrijpe kersen
In de zomers van 1884 en 1885 componeerde Brahms een symfonie in de relatief zeldzame en niet erg vrolijke toonsoort
e-klein. Zelf noemde hij het werk zijn ‘nieuwe rouwsymfonie’, verwijzend naar de Trauersinfonie van Haydn in dezelfde toonsoort. Maar er is nog een reden waarom de symfonie de bijnaam ‘de tragische’ kreeg. Beethoven had met zijn Vijfde en Negende symfonie een verwachtingspatroon geschapen: beide symfonieën beginnen in mineur, maar eindigen in majeur, als een reis door het donker naar het licht. Het publiek dat op 25 oktober 1885 de première van Brahms’ Vierde symfonie bijwoonde zal dus verwachtingsvol uitgekeken hebben naar een triomfantelijk einde. In kopergeschal en de paukenslagen werden de luisteraars niet teleurgesteld, maar de omslag naar majeur bleef uit. In een brief aan zijn vertrouwelinge Elisabeth von Herzogenberg omschreef hij zijn symfonie als kersen die niet wilden rijpen in het koude klimaat, het zoet zat er niet in. Brahms was zich er beslist van bewust dat het publiek zijn muziek zou vergelijken met wat al bekend was. Hij was zelf dol op het bestuderen van voorgangers en collega’s en had vele unieke manuscripten in zijn verzameling. Voor muziekanalisten is de symfonie dan ook een dankbaar object om te speculeren over mogelijke inspiratiebronnen en verborgen betekenissen. Van Beethovencitaten tot barokvormen, van verwijzingen naar de dood tot een verborgen muzikaal portret van Clara Schumann, het is allemaal meer of minder overtuigend uitgelicht. Toen Clara zich afvroeg of ze een cadens wel onder haar eigen naam kon publiceren omdat Brahms zo’n grote inspiratie was geweest, antwoordde de componist dat zij de inspiratie was geweest voor zijn beste melodieën. Valse bescheidenheid of een sleutel tot het ontrafelen van een geheim?
Carine Alders
Randall Goosby • viool
Geboren: San Diego (CA), USA
Studie: Juilliard School of Music bij Itzhak Perlman en Catherine Cho
Prijzen: Winnaar Young Concert Artists
International Auditions 2018, Sphinx Isaac Stern Award
Doorbraak: debuut New York Philharmonic op dertienjarige leeftijd
Daarna: solo-optredens met Philadelphia Orchestra, San Francisco Symphony, Los Angeles Philharmonic, Cleveland Orchestra, Boston Symphony Orchestra, Philharmonia Orchestra en London Philharmonic Orchestra met dirigenten als Yannick Nézet-Séguin, Esa-Pekka Salonen en Andris Nelsons; Artist in Residence 2023–24 van het Southbank Centre, Londen
Instrument: Stradivarius ‘Ex-Strauss’ uit 1708, in bruikleen van de Samsung Foundation of Culture of Korea
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Yannick Nézet-Séguin • eredirigent
Geboren: Montréal, Canada
Huidige positie: music director Metropolitan Opera New York, Philadelphia Orchestra, Orchestre Métropolitain du Grand Montréal; eredirigent Rotterdams Philharmonisch (tot 2018 chef-dirigent), erelid Chamber Orchestra of Europe
Studie: Conservatoire de musique du Québec in Montréal; orkestdirectie bij Carlo Maria Giulini
Prijzen: Royal Philharmonic Society Award (2008); Canada’s National Arts Centre Award (2010); Prix Denise-Pelletier (2011); Companion of the Order of Canada (2012); Officer of the Order of Québec (2015); Cultuurpenning Rotterdam (2018)
Doorbraak: 2004, debuut Orchestre du Capitole de Toulouse
Gastdirecties: Berliner Philharmoniker, Sinfonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Wiener Philharmoniker, London Philharmonic Orchestra, Salzburger Festspiele
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2005
Foto: George Etheredge Foto: Kaupo KikkasOrkestleden Agenda
Herdenkingsconcert
di 14 mei 2024 • 20.15 uur
Rotterdam, Laurenskerk
dirigent Giuseppe Mengoli
sopraan Ilse Eerens
sopraan Martha Bosch
mezzosopraan Nina van Essen
koor Laurens Collegium
Lutosławski Musique funèbre
Bruckner Ave Maria
Bruckner Aequale nr. 1 en nr. 2
Bruckner Christus factus est Schönberg Friede auf Erden
Vivaldi Gloria
zo 26 mei 2024 • 14.15 uur
dirigent Bertie Baigent
sopraan Chen Reiss
Mozart Ouverture Idomeneo
Korngold Einfache Lieder
Berg Sieben frühe Lieder
Bach/Webern Ricercare
Mozart Symfonie nr. 40
Star Wars: A New Hope in Concert
vr 31 mei 2024 • 20.00 uur
za 1 juni 2024 • 20.00 uur
Rotterdam, Ahoy – RTM Stage
Williams Star Wars: A New Hope
Music for Breakfast 5 zo 2 juni 2024 • 10.30 uur
Jurriaanse Zaal, de Doelen
viool Roman Spitzer en Martine Velthuis
altviool Anne Huser
cello Pepijn Meeuws
piano Maria Meerovitch
Rachmaninoff Trio élégiaque nr. 1
Dvořák Pianokwintet nr. 2
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Mireille van der Wart
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Cecilia Ziano
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Tomoko Hara
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Wim Ruitenbeek
Babette van den Berg
Melanie Broers
Lana Trimmer
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Lex Prummel
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Cello
Emanuele Silvestri
Eugene Lifschitz
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Gé van Leeuwen
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Harke Wiersma
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Fluit/piccolo
Beatriz Da Baião
Hobo
Remco de Vries
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Santos Freitas Silva
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Adriaan Feyaerts
Harp
Charlotte Sprenkels