Concerttoelichting
Wenen: van
zo 26 mei 2024 • 14.15 uur
Mozart tot WebernWenen: van
zo 26 mei 2024 • 14.15 uur
Mozart tot Weberndirigent Bertie Baigent
sopraan Chen Reiss
Wolfgang Amadeus Mozart (1756–1791)
Ouverture Idomeneo, KV 366 (1780)
Alban Berg (1885–1935)
Sieben frühe Lieder (1905–08, ork. 1927–28)
• Nacht (Hauptmann)
• Schilflied (Lenau)
• Die Nachtigall (Storm)
• Traumgekrönt (Rilke)
• Im Zimmer (Schlaf)
• Liebesode (Hartleben)
• Sommertage (Hohenberg)
Johann Sebastian Bach (1685–1750)
Uit: Musikalisches Opfer, BWV 1079 (1747)
• Ricercar a sei voci
Bewerking voor orkest door Anton Webern (1935)
pauze
Erich Wolfgang Korngold (1897–1957)
Uit: Einfache Lieder, op. 9 (1911–13, ork. 1917)
• Nr. 1: Schneeglöckchen (Eichendorff)
• Nr. 3: Das Ständchen (Eichendorff)
• Nr. 4: Liebesbriefchen (Honold)
• Nr. 6: Sommer (Trebitsch)
Wolfgang Amadeus Mozart
Symfonie nr. 40 in g, KV 550 (1788)
• Molto allegro
• Andante
• Menuetto. Allegretto
• Finale. Allegro assai
Einde concert circa 21.45 uur
Cover: Foto Nik Shuliahin (Unsplash)
Vorige uitvoeringen door ons orkest: Mozart Ouverture Idomeneo : mrt 2007, dirigent Pedro Halffter
Berg Sieben frühe Lieder: okt 2005, sopraan Sally Matthews, dirigent Robin Ticciati
Bach/Webern Ricercar a 6: mei 2012, dirigent Yannick Nézet-Séguin
Korngold Einfache Lieder: eerste uitvoering
Mozart Symfonie nr. 40: sep 2015, dirigent Jiří Bělohlávek
Een uur voor aanvang van het concert geeft Bart de Graaf een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Boerentuin. Schilderij van Gustav Klimt (1907)Wenen, stad van keizerlijke grandeur. Van rijke aristocratie en een opkomende gegoede burgerij die in de late achttiende eeuw als een magneet werkte op componisten als Mozart en later ook Beethoven. Ze zochten er hun geluk, al ging dat niet over rozen.
Want rond 1800 was Wenen een stad vol tegenstellingen: decadentie, rijkdom, armoede en immer onder de oppervlakte broeiende revolutie. Een stad van vrolijke taveernes met al hun verlokkingen, van achtergestelde buurten waar de volksmuziek springlevend was, die een voedingsbodem vormde voor de meesterlijke liederen van iemand als Franz Schubert. Dit alles deed de stad in de loop van de negentiende eeuw uitgroeien tot een cultureel broeinest zonder weerga. Sigmund Freud ontwikkelde er zijn baanbrekende psychotherapie, Egon Schiele en Gustav Klimt hielpen er de schilderkunst de twintigste eeuw in, Gustav Mahler zette er de tonaliteit steeds verder onder druk met zijn symfonieën, en Arnold Schönberg wierp er uiteindelijk met zijn leerlingen Anton Webern en Alban Berg de heilige huisjes van diezelfde klassieke muziek omver – maar dan wel op basis van diezelfde traditie.
Mozart
In die Weense traditie speelt Wolfgang Amadeus Mozart een sleutelrol. Wenen was de stad waar hij zijn beste werken schreef. Waar in de Ouverture Idomeneo nog de jonge Mozart uit Salzburg schemert, is in zijn voorlaatste symfonie, nr. 40 in g-mineur, een man van de wereld aan het woord. Een man ook die voor even zijn normale optimisme laat varen en
zachtjes huilt in dat prachtige eerste thema van het eerste deel. De symfonie ontstond in een roerige periode in Mozarts leven, waarin hij een kind verloor en worstelde met de ziekte van zijn vrouw. Hoewel hij in diezelfde maanden zijn blijmoedige symfonie nr. 39 schreef en de grootse Jupiter – zijn 41ste en laatste symfonie – geeft hij in dit meesterwerk voor even zijn verdriet de ruimte, zo lijkt het. En met verbluffend resultaat: in het laatste deel gaat Mozart op een gegeven moment zo desoriënterend te werk dat hij in een paar maten tijd maar liefst elf noten van de chromatische toonladder gebruikt, als een Alban Berg avant la lettre, en de luisteraar even compleet in het ongewisse laat.
Het zijn die melancholie en ontregeling, in combinatie met de ongekende optimistische scheppingsdrang, die de Weense muziek in grote lijnen karakteriseert. Daar kwam rond het fin de siècle een enorm onderhuids verlangen bij naar een ongecensureerde uitdrukking van de geest. Of het nu ging om erotiek, dromen, angsten, de dood, de pure extase of de diepste krochten van ellende, dichters en componisten zochten er een uitdrukking voor. Het bracht vooral de kring van Arnold Schönberg, Alban Berg en Anton Webern tot een broeierige romantiek
Alban Berg. Portret door Arnold Schönberg (1910)en een muzikale taal die de wetten van de klassieke tonaliteit langzaam uit zijn voegen liet barsten in het streven naar een puur expressionisme.
Zelfs Weberns orkestratie van Bachs Ricercar a sei voci uit het Musikalisches Opfer ontkomt niet aan die Weense broeierigheid, ook al heeft de componist geen noot in het werk van de Duitse meester veranderd. Met zijn bewerking uit 1934-1935 wilde Webern de muziek van Bach begrijpelijker maken voor de luisteraar door, zoals hij het zelf omschreef, ‘de onderlinge relatie van de motieven bloot te leggen’. Hij slaagde glansrijk, en drukte intussen door zijn manier van inkleuren zijn eigen Weense stempel op de partituur.
Zeer Weens zijn ook de Sieben frühe Lieder van Alban Berg, gecomponeerd tussen 1905 en 1908, toen hij net bij Arnold Schönberg studeerde. Berg schreef de liederen oorspronkelijk voor stem en piano en droeg ze op aan Helene Nahowski, een zangeres die hij in 1907 voor het eerst ontmoet had en met wie hij later zou trouwen. Tot een uitgave van het manuscript kwam het pas twintig jaar later, in 1928; de orkestversie die Berg in diezelfde periode maakte, verscheen zelfs pas in 1959 in druk.
De Sieben frühe Lieder moeten bij hun publicatie in 1928 als een soort tijdcapsule hebben gewerkt. In de sporen van zijn leermeester Schönberg had Berg inmiddels naam gemaakt als een avantgardistisch componist; deze jeugdwerken klinken als een bericht uit een volstrekt ander tijdperk. Ze hebben de warme taal van iemand als Gustav Mahler als vertrekpunt, en laten zich beluisteren als een terugblik op alles wat Wenen ooit was. Toch kondigen ze wel
degelijk ook een nabije toekomst aan. Dit is muziek op de drempel van een nieuwe tijd: in het laatromantische idioom ligt de kiem van het expressionisme al besloten.
Maar het meest Weens zijn de Einfache Lieder op. 9 van Erich Wolfgang Korngold, waarvan er vandaag vier klinken. Het zijn liederen van nostalgie, melancholie en schoonheid, zonder dat er sprake is van vergane glorie. Dat is niet
Als een Alban Berg avant la lettre laat Mozart de luisteraar even compleet in het ongewisse.
zo gek als we bedenken dat Korngold slechts 14 jaar was toen hij aan deze liederen begon. Jong als hij was wist Korngold al een synthese te bereiken tussen de lyriek van Mozart, de emotie van Schubert en de psychologie van Mahler. Niet voor niets noemde Mahler hem als kleine jongen al ‘de nieuwe Mozart’. Hoe Korngold zich op latere leeftijd verder in het Weense muziekleven ontwikkeld zou hebben, weten we helaas niet. Vanwege de dreiging van de nazi’s vertrok de Oostenrijkse componist in de vroege jaren dertig naar de Verenigde Staten en werd daar een van de grondleggers van de Hollywood-filmmuzieksound. Een sound die tot op de dag van vandaag voortleeft in menig kassucces en die in de aard niets anders is dan een uitgecomponeerde heimwee naar het romantische Wenen, een stad waar Korngold nooit meer naar terug zou keren.
Paul JanssenGeboren: Oxford, Engeland
Studie: musicologie en orgel aan de Universiteit van Cambridge, orkestdirectie bij Sian Edwards aan de Royal Academy of Music, Londen Prijzen: Orkestprijs Tokyo International Conducting Competition 2021, Grand Prix International Conducting Competition Rotterdam 2022
Daarna: London Philharmonic Orchestra, Detroit Symphony Orchestra, City of Birmingham Symphony Orchestra, Royal Scottish National Orchestra, Orkest van de Achttiende Eeuw, New Japan Philharmonic, Bruckner Orchester Linz, Phion
Als componist: Stainer and Bell Award 2015, BBC Inspire Competition 2013, NCEM Young Composers Award, uitvoeringen door Orchestra of the Royal Opera House onder leiding van Antonio Pappano, Aurora Orchestra, Fretwork Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2022
Geboren: Herzliya, Israël
Studie: piano vanaf haar vijfde, zanglessen sinds haar veertiende
Debuut: als vast lid van de Bayerische Staatsoper München
Gesoleerd bij: Gewandhausorchester Leipzig, Berliner Philharmoniker, Wiener Philharmoniker, Koninklijk Concertgebouworkest, Chicago Symphony, Philharmonia Orchestra, Orchestre de Paris
Opera: Wiener Staatsoper, Royal Opera House Covent Garden, Teatro alla Scala, Semperoper Dresden, Deutsche Oper Berlin, De Nationale Opera, Wiener Festwochen, Maggio Musicale Fiorentino, Opera Company of Philadelphia, Israeli Opera
Rollen: Sophie/Rosenkavalier, Gretel/Hänsel und Gretel, Pamina/Zauberflöte, Zerlina/ Don Giovanni, Gilda/Rigoletto, Liu/Turandot, Ginevra/Ariodante
Recitals: met pianisten Charles Spencer en Alexander Schmalcz
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2023
Foto: Ben Ealovega Foto: Paul Marc MitchellStar Wars: A New Hope in Concert
vr 31 mei 2024 • 20.00 uur
za 1 juni 2024 • 20.00 uur
Rotterdam, Ahoy – RTM Stage
Williams Star Wars: A New Hope
Music for Breakfast 5
zo 2 juni 2024 • 10.30 uur
Jurriaanse Zaal, de Doelen
viool Roman Spitzer en Tobias Staub
altviool Anne Huser
cello Pepijn Meeuws
piano Maria Meerovitch
Rachmaninoff Trio élégiaque nr. 1
Dvořák Pianokwintet nr. 2
do 6 juni 2024 • 20.15 uur
vr 7 juni 2024 • 20.15 uur
zo 9 juni 2024 • 14.15 uur
dirigent Lahav Shani
cello Emanuele Silvestri
altviool Roman Spitzer
Boulanger D’un soir triste
Prokofjev Derde pianoconcert
Strauss Don Quixote
vr 14 juni 2024 • 19.45 uur
dirigent Tarmo Peltokoski
trombone Jörgen van Rijen
López Bellido Tromboneconcert
Sjostakovitsj Tiende symfonie
vr 13 sep 2024 • 20.15 uur
zo 15 sep 2024 • 14.15 uur
dirigent Valentin Uryupin
klarinet Paul Meyer
Mozart Klarinetconcert
Smetana Mijn vaderland
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Mireille van der Wart
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Cecilia Ziano
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Tomoko Hara
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Wim Ruitenbeek
Babette van den Berg
Melanie Broers
Lana Trimmer
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Lex Prummel
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Cello
Emanuele Silvestri
Eugene Lifschitz
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Gé van Leeuwen
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Harke Wiersma
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Fluit/piccolo
Beatriz Da Baião
Hobo
Remco de Vries
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Santos Freitas Silva
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Adriaan Feyaerts
Harp
Charlotte Sprenkels