Concerttoelichting
Dvořáks Celloconcert vr 24 november 2023 • 20.15 uur
PROGRAMMA dirigent Andrés Orozco-Estrada cello Daniel Müller-Schott Antonín Dvořák (1841-1904) Celloconcert in b opus 104 (1895) • Allegro • Adagio, ma non troppo • Finale: Allegro moderato Pauze Emily Howard (1979) Magnetite (2007) Antonín Dvořák Symfonie nr. 7 in d opus 70 (1885) • Allegro maestoso • Poco adagio • Scherzo Vivace-Poco meno mosso • Allegro Einde concert circa 22.20 Vorige uitvoeringen door ons orkest: Dvořák Celloconcert: mrt 2018, cello Truls Mørk, dirigent David Zinman Howard Magnetite: eerste uitvoering Dvořák Symfonie nr. 7: jan 2021 (online), dirigent Leonidas Kavakos Een uur voor aanvang van het concert geeft Sam Wamper een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis. Cover: Foto Loren Gu (Unsplash)
Magnetietkristal, detailopname. Foto Geza Farkas.
Antonín Dvořák in 1891. Foto Jan Mulač, Praag.
Een Bohemer in Amerika Praags Conservatorium, seizoen 1891-92. Er priemt een prangende vraag door het leslokaal voor compositie: ‘Wat is Mozart?!’ De docent kijkt zijn leerlingen streng en doordringend aan. Klam en hulpeloos schuifelen ze in hun banken. Deze leraar is berucht om zijn cryptische en onduidelijke vragen, maar deze overtreft werkelijk alles. De twaalf jongemannen pijnigen hun hersens met muziektheoretische en analytische oplossingen van het raadsel. Vergeefs. Allemaal fout. De professor pakt één jongen bij de arm en plant hem voor het venster. Hij wijst met een vinger in de lucht en schalt doordringend: ‘Onthoud dat voor eens en altijd: Mozart is de zon!’. Antonín Dvořák heette deze professor compositie. In zijn jonge jaren had hij een karig loon vergaard als altviolist in danszalen en even later als kerkorganist. Maar nu was hij het boegbeeld van de Tsjechische klassieke muziek geworden. Voor een gehoor van jong en nog tastend talent doceerde hij over Boheemse volksmuziek en over muziekarchitect Beethoven. Hij gaf nu de lessen door van zijn eigen mentor van weleer, de vader van de Tsjechische muziek, Bedřich Smetana. Die wordt in eigen land nog steeds op handen gedragen vanwege de symfonische cyclus Má Vlást (Mijn Vaderland, 1874-1879) met daarin het onvergetelijke stuk De Moldau, en zijn wereldvermaarde opera Prodaná Nevesta (vertaald: De verkochte
bruid), zo ongeveer het Nieuwe Testament van componerend Bohemen en Moravië. De hele jongere Tsjechische componistengeneratie heeft zich er aan gelaafd en haar eigen stijl mee gevoed. Zo ook Dvořák en diens eigen leerlingen Josef Suk en Víteslav Novák. Toch ging bij Antonín Dvořák het nationalistische ideaal soms klemmen. Het benauwde hem enkel geassocieerd te worden met Slavische Dansen en opera’s over vaak grollige Tsjechische plattelandsgeschiedenissen. Muzikaal ambassadeur van Bohemen zijn was een eervolle taak, maar hij wilde daarnaast ook serieus genomen worden als Europees componist. Die ambitie spreekt overtuigend uit zijn late symfonieën en uit zijn Celloconcert: een schitterende synthese van West-Europese vormbeheersing en Boheemse lyriek. Het was de cellist Hanus Wihan, oprichter van het fameuze Boheems Strijkkwartet, die Dvořák ertoe bracht om het Celloconcert te componeren. Het werk ontstond in de jaren 1894-1895, toen Dvořák directeur was van het National Conservatory of Music in New York. Terug in Bohemen werkte hij het laatste deel om vanwege het overlijden van zijn jeugdliefde Josefína Čermáková. In het middendeel had hij al haar lievelingslied ‘Laat mij alleen met mijn dromen’ (door Dvořák gecomponeerd in 1887) verwerkt. Maar in de finale richtte hij een muzikaal monument voor haar op, dat hij vóór de ferme slotakkoorden langzaam en zacht liet weg klinken.
Reis in een magnetisch kristal
Een werk dat na tien minuten speelduur ook zacht wegklinkt is Magnetite van de Britse Emily Howard (1979). Howard groeide op met belangstelling voor muziek en getallen. Ze begon met een studie wiskunde en computerwetenschappen aan de universiteit van Oxford voordat ze zich aan de universiteit van Manchester definitief aan muziek zou wijden. Om verbintenissen tussen wiskundigen, wetenschappers en musici te bevorderen richtte ze PRiSM op, Centre for Practice & Research in Science & Music. Magnetite is een mooi voorbeeld van zo’n verbintenis. Het is een qua klank weelderig en krachtig stuk, geschreven voor het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra in 2008, het jaar dat de thuisstad van dat orkest Culturele Hoofdstad van Europa was. De titel Magnetite verwijst naar magnetiet, de oudst bekende magnetische stof. De zeer beeldende compositie – ‘een reis naar het binnenste van dit kristal’, aldus Howard zelf – trakteert de luisteraar op de meest fascinerende orkestklanken. Plotse erupties van koperblazers zorgen vanaf het begin voor een onheilspellende sfeer met grote expressieve kracht, maar onderweg zijn er ook etherische, haast gewichtloze episoden. Niet voor niets stond er in de Daily Telegraph te lezen: ‘Dit is muziek die zich buigt over het elementaire en het kristallijne, en het verkent dat gebied vastberaden, genietend van orkestrale kleur op de manier waarop de beste hedendaagse Scandinavische componisten dat doen, met oorstrelende harmonieën die pendelen tussen het granieten en het zilverachtige.’
Dvořáks donkere Zevende
Antonín Dvořáks donker getinte, enigszins sombere Zevende symfonie vertoont relatief weinig Tsjechisch nationalistische trekken. Dat komt misschien wel omdat ze bestemd was voor de Philharmonic Society in Londen. Of
was het vanwege een compositorische crisis? De Weense criticus Eduard Hanslick had Dvořák geadviseerd de Slavische nationale thema’s achter zich te laten, Johannes Brahms probeerde hem over te halen om Bohemen op te geven en zich in Wenen te vestigen. Dvořák wilde er niets van weten. In de Oostenrijkse hoofdstad heerste een sterk anti-Tsjechisch sentiment; Praag verlaten om daarnaartoe te verhuizen was voor hem uitgesloten.
De recensies waren zeer lovend; criticus Ebenezer Prout gaf zelfs de voorkeur aan deze symfonie boven die van Brahms. In Londen voelde hij zich veel meer gewaardeerd: na drie concertreizen was hij daar benoemd tot erelid van de Philharmonic Society. In die stad was onder zijn leiding dan ook de première van de Zevende symfonie op 22 april 1885. De recensies waren zeer lovend; criticus Ebenezer Prout gaf zelfs de voorkeur aan deze symfonie boven die van Brahms. Het werk begint rusteloos en dreigend met een donkere melodie in alten en celli. Sommige momenten herinneren aan Brahms’ Derde symfonie, waarop Dvořák duidelijk een antwoord heeft willen geven. Het emotionele tweede deel, Adagio, heeft een quasi-religieus middendeel, waar kerkorgelstijl en Wagner hand in hand gaan. In het complexe Scherzo is de Boheemse furiant te horen en in het Trio de sfeer van het Boheemse platteland. In de Finale keert de sfeer van somberte en wanhoop terug. Hier worden opnieuw dramatische conflicten uitgevochten, zoals in geen enkele andere symfonie van Dvořák. Clemens Romijn
Andrés Orozco-Estrada • dirigent Geboren: Medellín, Colombia Huidige positie: chef-dirigent Orchestra Sinfonica Nazionale della Rai, Filarmónica Joven de Colombia, Orquesta Sinfónica Freixenet de la Escuela Superior de Música Reina Sofía, toekomstig chef-dirigent van het Gürzenich-orkest Keulen Studie: Instituto Musical Diego Echavarria; Universität für Musik und darstellende Kunst Wien, compositie bij Uroš Lajovic Doorbraak: 2004, debuut TonkünstlerOrchester Niederösterreich Daarna: chef-dirigent Orquesta Sinfónica de Euskadi, Houston Symphony Orchestra, hr-Sinfonieorchester Frankfurt en Wiener Symphoniker; vaste gastdirigent London Philharmonic Orchestra; professor orkestdirectie aan de Universität für Musik und darstellende Kunst Wien; gastdirecties bij Wiener Philharmoniker, Gewandhausorchester Leipzig, Koninklijk Concertgebouworkest, Cleveland Orchestra, Philadelphia Orchestera Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2013
Foto: Martin Sigmund
Foto: Uwe Arens
Daniel Müller-Schott • cello Geboren: München, Duitsland Studie: cello bij Walter Nothas, Heinrich Schiff en Steven Isserlis; vervolgens bij Mstislav Rostropovich Prijzen: Aida Stucki Prijs 2013, Opus Klassik 2020 Doorbraak: 1992, op vijftienjarige leeftijd: Eerste prijs Tsjaikovski Concours Moskou Daarna: Gewandhausorchester Leipzig, London Philharmonic Orchestra, Berliner Philharmoniker, radio-orkesten Berlijn, München, Frankfurt, Stuttgart, Leipzig, Hamburg; orkesten van Boston, Cleveland, New York, Philadelphia; Co-Artistic Director Vevey Spring Classic Festival 2024 Wereldpremières: werken van Georg Alexander Albrecht, Sebastian Currier, Olli Mustonen, André Previn, Peter Ruzicka, Jörg Widmann Kamermuziekpartners: Renaud Capuçon, Janine Jansen, Igor Levitt, Anne-Sophie Mutter, Simon Trpčeski Instrument: Matteo Goffriller ‘Ex Shapiro’ uit 1727 Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2012
Agenda Music for Breakfast 2 zo 3 december 2023 • 10.30 Jurriaanse Zaal, de Doelen met Rachel Browne (viool), Matthew Midgley (contrabas) en collega’s uit het orkest Parry Twee intermezzo’s voor strijktrio Onslow Strijkkwintet ‘De kogel’ Midgley Folk Trio Bridge Three Traditional English Songs do 7 december 2023 • 20.15 vr 8 december 2023 • 20.15 zo 10 december 2023 • 14.15 dirigent Lahav Shani viool Janine Jansen Sibelius Vioolconcert Pärt Swan Song Debussy La mer vr 15 december 2023 • 20.15 zo 17 december 2023 • 14.15 dirigent Andrew Manze sopraan Carolyn Sampson mezzosopraan Marianne Beate Kielland tenor Daniel Behle bas-bariton Luca Pisaroni koor Groot Omroepkoor Vaughan Williams Serenade to Music Rijnvos Europe (opdrachtwerk, wereldpremière) Beethoven Negende symfonie Proms: Christmas Classics vr 22 december 2023 • 20.30 za 23 december 2023 • 20.30 zo 24 december 2023 • 14.15 dirigent Adam Hickox Prokofjev Luitenant Kijé: Troika Humperdinck Hänsel und Gretel – selectie Rossini Ouverture La Cenerentola Ravel Ma mère l’oye – selectie Tsjaikovski De notenkraker: Suite nr.1
Orkestleden Chef-dirigent Lahav Shani Eredirigent Yannick Nézet-Séguin
Janine Baller Francis Saunders Veronika Lénártová Rosalinde Kluck León van den Berg Olfje van der Klein
Vaste gastdirigent Tarmo Peltokoski Cello Emanuele Silvestri Eerste viool Eugene Lifschitz Marieke Blankestijn, Joanna Pachucka concertmeester Daniel Petrovitsch Quirine Scheffers Mario Rio Hed Yaron Meyerson Gé van Leeuwen Saskia Otto Eelco Beinema Arno Bons Carla Schrijner Mireille van der Wart Pepijn Meeuws Rachel Browne Yi-Ting Fang Maria Dingjan Marie-José Schrijner Contrabas Noëmi Bodden Matthew Midgley Petra Visser Ying Lai Green Sophia Torrenga Jonathan Focquaert Hadewijch Hofland Robert Franenberg Annerien Stuker Harke Wiersma Alexandra van Beveren Arjen Leendertz Ricardo Neto Tweede viool Charlotte Potgieter Fluit Cecilia Ziano Juliette Hurel Frank de Groot Joséphine Olech Laurens van Vliet Désirée Woudenberg Tomoko Hara Elina Staphorsius Fluit/piccolo Jun Yi Dou Beatriz Da Baião Bob Bruyn Eefje Habraken Hobo Maija Reinikainen Remco de Vries Wim Ruitenbeek Karel Schoofs Babette van den Berg Anja van der Maten Melanie Broers Lana Trimmer Hobo/althobo Ron Tijhuis Altviool Anne Huser Klarinet Roman Spitzer Julien Hervé Galahad Samson Bruno Bonansea José Moura Nunes Kerstin Bonk Lex Prummel
Klarinet/ basklarinet Romke-Jan Wijmenga Fagot Pieter Nuytten Lola Descours Marianne Prommel Fagot/ contrafagot Hans Wisse Hoorn David Fernández Alonso Felipe Santos Freitas Silva Wendy Leliveld Richard Speetjens Laurens Otto Pierre Buizer Trompet Alex Elia Simon Wierenga Jos Verspagen Trombone Pierre Volders Alexander Verbeek Remko de Jager Bastrombone Rommert Groenhof Tuba Hendrik-Jan Renes Pauken/slagwerk Danny van de Wal Ronald Ent Martijn Boom Adriaan Feyaerts Harp Charlotte Sprenkels